Rotterdamse Academie van Bouwkunst
Ateliers P.04 Colleges P.24 Laboratoria P.30 Buitenschools curriculum P.36 Extra Iktinos 2015
Jaarprogramma 2015/2016
RAVB
VOORWOORD
50 jaar later Rotterdam 1965. De Wederopbouw ligt op stoom. Rotterdamse architectenbureaus hebben het druk. Zeker de vooraanstaande bureaus, die niet alleen werken aan de wederopbouw van Rotterdam, maar aan die van heel Nederland. Er is een enorme behoefte aan goede architecten. De Technische Hogeschool in Delft kan niet aan die vraag voldoen en het ‘Voortgezet Bouwkunstonderricht’ is van onvoldoende niveau. Daarom wordt de Academie van Bouwkunst Rotterdam opgericht, een opleiding voor breed ontwikkelde, praktijkgerichte, direct inzetbare architecten.
VOORWOORD
Uitvalsbasis Sindsdien is de wereld behoorlijk veranderd, hoewel 2015 op een aantal vlakken ook weer niet zoveel verschilt van 1965. De Rotterdamse Academie van Bouwkunst heeft de respectabele leeftijd van 50 jaar bereikt. Rotterdam is nog immer de uitvalsbasis van de meest vooraanstaande en vernieuwende bureaus van Nederland. Ook de relatie tussen de Rotterdamse Academie (in 2015 opnieuw uitgeroepen tot beste Academie van Nederland!) en het Rotterdamse werkveld is nog altijd behoorlijk innig. Een belangrijk deel van de studenten en alumni werkt in en vanuit Rotterdam. Een groot deel van de docenten eveneens. Veranderende werkelijkheid Ook binnen de beroepspraktijk zijn sommige zaken nog hetzelfde. Er worden nog steeds gebouwen en gebieden (her)ontworpen. In Nederland en (ver) daarbuiten. Maar de condities waaronder dat gebeurt, zijn wel behoorlijk veranderd. De maatschappij is sneller, opener, diffuser en afhankelijker geworden. De vraagstukken waar de samenleving voor staat, zijn complexer dan voorheen. Veel ‘oude’ zekerheden staan onder druk. De rol en betekenis van architecten en stedenbouwkundigen wordt stevig ondervraagd. Dat is goed, want het nodigt uit tot reflectie.
2
RAVB
Verbreed ontwerpvakmanschap Voor mij staat het als een paal boven water dat architecten en stedenbouwkundigen er nog steeds toe doen. Voorwaarde is dat ze het in de rijke traditie van de vakgebieden gewortelde ontwerpvakmanschap tot in de puntjes beheersen. Maar de verander(en)de werkelijkheid vraagt tegelijkertijd om een verbreding. Om een vakmanschap dat samengesteld is uit deels andere, en misschien wel vooral meer, vaardigheden dan in 1965. De ‘traditionele’ behoefte aan goed ontworpen ruimten bestaat nog steeds. Maar wat zijn dat heden ten dage? Voor en van wie is die ruimte? Aan welk deel van het overladen palet aan min of meer gearticuleerde verlangens kan of moet ruimte geboden worden? Zelfverzekerd en bescheiden De maatschappij is gebaat bij architecten en stedenbouwkundigen die de stuwende kracht van het ontwerp benutten, die snel verschillende mogelijke toekomsten verbeelden en daarmee inzichtelijk en bespreekbaar maken. Zodat steeds opnieuw een keuze gemaakt kan worden hoe we de beschikbare ruimte gaan gebruiken. Die bijzondere kwaliteit van het ontwerp - ruimte bieden én ruimte maken - is geworteld in zijn fuzzy logica en iteratieve karakter. Het ontwerp is bij uitstek een geschikt middel om deze tijden van onzekerheid tegemoet te treden. Zelfverzekerd als het gaat om wat het teweeg kan brengen en tegelijkertijd bescheiden vanuit het besef dat het altijd samen met anderen moet. Urgentie Het ontwikkelen van ontwerpkracht, in al haar facetten, staat wederom centraal in het binnen- en buitenschools curriculum van de Rotterdamse Academie van Bouwkunst. Daarbij krijgt de snelheid waarmee het ontwerp mogelijke oplossingen kan en moet genereren vanaf dit jaar extra aandacht. Net als de momenten van schijnbare traagheid die nodig zijn om op de consequenties te reflecteren. Alleen zo kan de kracht van het ontwerp, heen en weer bewegend tussen samenleving en discipline, tussen denken en handelen, tot volle bloei komen. Het 51ste curriculum van de Rotterdamse Academie van Bouwkunst is doordesemd met eenzelfde gevoel van urgentie als het 1ste. Het gevoel van urgentie dat mensen hebben die willen bijdragen aan een betere samenleving. Zoals architecten en stedenbouwkundigen.
VOORWOORD
Chris van Langen Directeur Rotterdamse Academie van Bouwkunst
3
RAVB
ONTWERPONDERWIJS
Ateliers Ontwerpers moeten analyseren, concluderen, oplossen en verbeelden. Dat betekent snel schakelen en anticiperen op ontwikkelingen, of een lange adem hebben om te kunnen sturen in tragere en langlopende processen. Dat vereist zowel virtuositeit als standvastigheid. Deze opvatting wordt weerspiegeld in de opzet van ons curriculum, dat bestaat uit ateliers, colleges en laboratoria en het opdoen van ervaring in de beroepspraktijk.
ATELIERS
Ontwerpvakmanschap Onze ateliers beslaan een zo breed mogelijk veld, met verschillende schaalniveaus en onderwerpen. Dat kunnen actuele thema’s zijn of juist ‘evergreens’: onderwerpen die altijd relevant zijn en blijven. Ongeacht de verschillende volgorden en methodieken die tijdens de ontwerpstudio’s worden doorlopen en gehanteerd, bestaan alle opgaven uit drie basiselementen: het observeren en ontdekken, het formuleren van een idee, strategie, motief of standpunt en het verbeelden en ontwerpend uitwerken hiervan. Deze aspecten vormen de ruggengraat van het ontwerponderwijs op de Academie en representeren onze inzet op het ontwikkelen van het ontwerpvakmanschap. Versnelling en verdieping De architectuur- en stedenbouwateliers zijn een slijpsteen voor dit ontwerpvakmanschap. De eerstejaarsprogramma’s vormen een stoomcursus: de diepte in, met kleinschalige gebouwen, verschillende buurten en een buitenlandse stad om zo de elementaire ontwerpvaardigheden (door) te ontwikkelen en grip te krijgen op maat, schaal, verbeelding en materialiteit. In een hoog tempo worden onze studenten aan de hand van omkaderde, heldere opgaven uitgedaagd om te werken aan hun ‘gereedschapskist’ en het vocabulaire van de architect of stedenbouwkundige. De architectuuropgaven zijn sterk interieur-, object- en contextgericht. Deze ateliers zijn zeer compact en concentreren zich op aspecten als wooncultuur, proportionering en verbeelding. De studenten worden zo vertrouwd gemaakt met de interactie tussen denken en handelen, uitproberen en zoeken.
4
RAVB
De stedenbouwateliers verkennen de ruimtelijke en typologische consequenties van verschillende stedelijke contexten in Nederland en België, op het schaalniveau van zowel de buurt als de stad. Verdieping en verbreding Het tweede- en derdejaarsprogramma kent een verdere verdieping, maar ook verbreding van het ontwerpvakmanschap in de ontmoeting met het maatschappelijk veld. De ateliers richten zich op de actualiteit van de vakuitoefening en zijn in hogere mate exploratief. Denk daarbij aan een architectuuropgave zoals ‘The Architecture of Fulfilment’, waarin studenten vergezichten formuleren voor de mogelijke rol van architectuur in de louter logistieke omgeving van de haven. De analyse van het bestaande en voorafgaande vormt in het atelier ‘The Mansion’ het startpunt voor het ontwerp van een hedendaags wooncomplex in Londen. Het atelier ‘Short Stay’ zoekt de actualiteit van de hergebruikopgave op door een leegstaand kantoorcomplex te transformeren tot een comfortabel hotel. En het atelier ‘Op Zuid’ haakt aan op de grootschalige transformatie van Hart op Zuid, door het ontwerp van een ‘stadhuis’ waarmee de identiteit van Rotterdam-Zuid wordt gerepresenteerd. Voor de stedenbouwateliers geldt een vergelijkbaar exploratief programma. Het atelier ‘De Stad als Bron, de Wijk als Opgave' onderzoekt bijvoorbeeld welke ruimtelijke instrumenten en ingrepen kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van een circulaire wijkeconomie. In dit atelier komt het ontwerpend onderzoek aan de hand van scenario’s het meest expliciet aan de orde.
Job Floris & Wouter Veldhuis Hoofd Architectuur & Hoofd Stedenbouw
5
ATELIERS
50 jaar Academie Een aantal ateliers staat in het teken van de vijftigste verjaardag van de Academie. Dit gebeurt door een thematische lijn die verleden, heden en toekomst van Rotterdam en Academie met elkaar verbindt: '75 jaar Wederopbouw Rotterdam.' Het atelier ‘Ontsnapt aan de Catastrofe’ onderzoekt de ontwerpende handeling van het ‘wederopbouwen’ in architectuur en stedenbouw. Het atelier ‘Streetwise Hamburg-Rotterdam’ verkent wat de sociale en economische betekenis is van het publieke domein in twee stadstraten en daarmee ook wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen beide wederopbouwsteden. De drooglegging en ontginning van de Flevopolder is misschien wel het meest heroïsche project van de Wederopbouw. Het atelier ‘Nieuwe tijden voor het Nieuwe Land’ duikt in de polder om opnieuw antwoorden te formuleren op urgente nationale vraagstukken zoals waterveiligheid, de toekomst van de landbouwsector en demografische verschuivingen.
RAVB
Ateliers 1ste semester DE EIGENHAARD Docenten: Jasper de Haan (Jasper de Haan architecten) en Rosie van der Schans (architecten de vylder vinck taillieu) Vrijdagmiddag Categorie: Klein Gebouw Ia/ 9A|0S Thema: binnenstedelijk wonen Complexiteit: laag / Atelier 1a + 1b = 9 ECTS Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Architectuur Zowel in Rotterdam als in de rest van het land groeit het particuliere opdrachtgeverschap zienderogen. Het grote aantal zelfbouwinitiatieven laat zien dat de opdrachtgever meer inbreng in het ontwerp van zijn woonomgeving wenst. Tegelijkertijd groeit de populariteit van de stad onder gezinnen en jongeren, een hernieuwde urbanisatie maakt de grootschalige buitenwijken minder gewild. Deze fenomenen maken het ontwerp van een eigen woning zeer actueel: een droomhuis dat geheel is afgestemd op je eigen wensen en gegoten zit als een maatpak. Er is minder vraag naar standaard-formule woningen, maar juist naar woonomgevingen die ruimte bieden aan zeer specifieke woonwensen. Zoals een verdiepingshoogte van zes meter, of alleen maar ramen en geen muren, of een huis waar binnen en buiten onduidelijk gescheiden zijn. Een huis dat ruimte biedt aan eigenaardige levensstijlen en excentriek gedrag, of dat uitdaagt om zeer bijzonder te wonen. Ook hier zijn architecten bij nodig. Tijdens dit atelier wordt een huis in de stad ontworpen waarbij, naast de basale functionaliteit van een woning, geconcentreerd wordt op de conceptuele aspecten van de woonopgave. De configuratie van het interieur voert de boventoon. Dit vraagt om een eigen interpretatie van de woonomgeving: de indeling en vormgeving van de woning zal op basis van één leidend motief worden opgezet. Hierbij wordt gebruik gemaakt van voorbeelden uit de rijke historische en typologische ontwikkeling van de stadswoning, zodat de bestaande betekenissen van architectonische elementen en ordeningen van het woonhuis zo grondig mogelijk ondervraagd kunnen worden.
ATELIERS
JUXTAPOSITIE Docenten: Anne Dessing (Studio Anne Dessing) en Frederik Pöll (Frederik Pöll | Architect) Vrijdagmiddag Categorie: Klein Gebouw Ib/ 9A|0S Thema: dimensioneren & tekenen Complexiteit: laag / Atelier 1a + 1b = 9 ECTS
6
Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Architectuur In dit atelier staat de handeling van het tekenen centraal. De architectonische tekening dient als grondthema voor de ontwikkeling van begrip voor basale functionele aspecten zoals maat, schaal en dimensionering. Maar ook voor complexere aspecten als expressie, proportie en plasticiteit. Als onderzoeksmethode wordt ‘juxtapositie’ toegepast: het naast elkaar plaatsen van entiteiten om een specifiek effect te bereiken, zoals een contrast of een verband. Hierdoor worden zowel verschillen als overeenkomsten duidelijk zichtbaar. Het impliceert een nauwe interactie tussen observeren en handelen, uitproberen en corrigeren. De opgave richt zich op de relatie tussen klein en groot: een door de student zelf ingebracht object en een door de docenten aangereikt stedelijk bouwblok. De student geeft het object een plaats binnen de bestaande, gebouwde structuur en onderzoekt zodoende de relatie tussen beide schaalniveaus. Het maken van kamers, stijgpunten en openingen in tussenmuren en buitengevels kan uitdrukking geven aan de ruimtelijke complexiteit en mogelijke vervorming. Het eindresultaat is een driedimensionale representatie die de poging om een verenigd, samengesteld geheel te scheppen, in één tekening blootlegt. DOORSNEDE VAN EEN NEW TOWN Docent: Sander Lap (LAP Landscape & Urban Design) & Marcel van der Meijs (Palmbout Urban Landscapes) Vrijdagmiddag (lezingen en tussenpresentaties op maandagavond) Categorie: Buurt / 0A|9S Thema: morfologie en typologie Complexiteit: laag / 9 ECTS Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Stedenbouw Wat is kenmerkend voor de ruimtelijke en functionele opbouw van een wederopbouwwijk? Welke ruimtelijke opgaven spelen er? En wat zijn de belangrijkste basisvaardigheden die je als stedenbouwkundig ontwerper moet hebben om met deze opgaven om te kunnen gaan? De antwoorden op deze vragen komen aan de orde in dit atelier, dat bestaat uit vijf intensieve werkperioden. Tijdens de eerste periode maak je kennis met Hoogvliet en de opgaven en plannen die spelen in deze satellietstad van Rotterdam. In deze analysefase verkennen we met behulp van verschillende technieken begrippen als cultuurhistorie, identiteit, landschapstype,
SHORT STAY Docenten: Barend Koolhaas (BK) en Jan Nauta (Studio Nauta) Vrijdagmiddag Categorie: Middelgroot Gebouw I / 9A|0S Thema: transformatie & hergebruik Complexiteit: middel / 9 ECTS Momenteel vindt er in Rotterdam een explosie van hotels plaats: onlangs zijn drie nieuwe hotels geopend en er zijn nog diverse hotels in ontwikkeling. Ze bedienen diverse marktsegmenten, van studentenhotels tot hotels in het luxe segment, voor kort of langer verblijf. Deze tijdelijke verblijfsplaatsen kennen een hoge mate van standaardisatie of juist een grote mate van diversiteit, sterk afhankelijk van de beoogde doelgroep. Bij het ontwerp van een hotel staan comfort en gastvrijheid centraal als beeldbepalende aspecten voor het interieur en het exterieur. Het onthaal in de lobby vormt een elementair moment voor de toonzetting; hier komt het profiel van het hotel naar voren. De inzet van dit atelier is om een bestaand kantoorpand in het centrum te transformeren tot hotel; ook het Rotterdamse centrum kampt immers met stevige leegstand. Naast het imago van het hotel komen bouwkundige, programmatische en logistieke aspecten ruim aan bod. THE ARCHITECTURE OF FULFILMENT Tutors: Francesco Marullo & Amir Djalali (Behemoth) Friday afternoon Category: Big Building I / 9A|0S Theme: logistics Complexity: high / 9 ECTS This studio is English spoken What can architecture learn from the harbour? Harbours are dominated by economy and business. They are not characterised by public life and politics, and bear little traces of their past. They are constantly changing, demolished and rebuilt according to technological developments and the variable trends of international trade.
7
RAVB
Whereas in the past architects actively contributed to the development of harbours, today it seems they have lost their capacity to deal with logistics. Traditional architectural categories do not apply to the harbour's environment, conceived as translation of abstract operations and technical requirements. Through the case study of Antwerp – the studio explores the possibility for architects to engage with logistics and distribution, rejecting the traditional strategies of ’urbanising‘ the harbour with public spaces, fancy cafés, or exclusive refurbished warehouses. STREETWISE HAMBURG - ROTTERDAM Docenten: Wouter Veldhuis (MUST) & Martin Aarts (Stadsontwikkeling Gemeente Rotterdam) Vrijdagmiddag Categorie: Straat / Grensgebied stedenbouw architectuur / 5S|4A Thema: ontwerpen voor het publiek domein Complexiteit: middel / 9 ECTS Dit atelier maakt deel uit van de culturele manifestatie ‘75 jaar wederopbouw Rotterdam’ De straat is een ruimtelijk oertype dat door de eeuwen heen is aangepast aan de eisen van de tijd. Eén ding is echter nooit veranderd. De straat was en is het ruimtelijke en sociale bindweefsel van de stad. Hier raken en overlappen het private, collectieve en openbare domein elkaar. Architectuur, stedenbouw en stedelijk leven smelten hier samen. Het atelier legt de verbinding tussen Hamburg en Rotterdam. Beide steden worstelen met de rol van de straat als schakel tussen verschillende wijken. Beide zijn zwaar gehavend door bombardementen en kennen een ‘straatmijdende’ wederopbouwgeschiedenis, primair gericht op (auto)verkeersdoorstroming. De reanimatie van een straat in het centrum van Hamburg en een vergelijkbare Rotterdamse straat vormt de ontwerpopgave. De straten liggen in het hart van het wederopbouwgebied en zijn van cruciaal belang voor de binnenstedelijke vitaliteit en ruimtelijke samenhang. Het reactiveren van één van de hoofdstraten van Hamburg vormt de eerste stap. In de tweede fase implanteren ze het ontwerp voor Hamburg in een vergelijkbare Rotterdamse situatie. De noodzakelijke in- en aanpassing van het ontwerp dwingt iedere student tot nader onderzoek: welke ontwerpingrepen uit Hamburg zijn bruikbaar in Rotterdam? De derde fase combineert de nadere uitwerking van een cruciaal detail met de kritische reflectie op de unieke kwaliteiten van het ontwerp vanuit het perspectief van de overeenkomsten en verschillen tussen beide steden
ATELIERS
stedelijke morfologie, openbare ruimte, gebouwtypologie, programma en ontsluiting. De analyses vormen een inspirerende basis voor drie ontwerpopgaven op drie verschillende locaties in Hoogvliet. Het programma is voor de drie locaties gelijk. Door een stedenbouwkundig plan met hetzelfde programma in verschillende buurten te maken, worden de verschillende stedenbouwkundige wetmatigheden en verkavelingsmogelijkheden van die buurten inzichtelijk. In de laatste periode wordt gereflecteerd op het geleverde werk en wordt gewerkt aan een heldere en samenhangende presentatie.
RAVB
Ateliers 2de semester NIEUWE TIJDEN VOOR HET NIEUWE LAND Docenten: Bernadette Janssen (BVR) & Wolbert van Dijk (Wolbert van Dijk Urban and Landscape design) Vrijdagmiddag Categorie: Regio / 0A|9S Thema: opgave, ontwerp en onderzoek Complexiteit: hoog / 9 ECTS Dit atelier maakt deel uit van de culturele manifestatie ‘75 jaar wederopbouw Rotterdam’ De drooglegging en ontginning van de Flevopolder is misschien wel het meest heroïsche project van de Wederopbouw. Waterveiligheid en de groeiende behoefte aan landbouwgrond waren toentertijd de belangrijkste motieven om het IJsselmeer droog te leggen. De tijden zijn echter veranderd. Door de stijgende zeespiegel en de grotere waterafvoer via de IJssel staat de waterveiligheid opnieuw hoog op de agenda. Minstens zo belangrijk is de toenemende zorg over de kwaliteit en capaciteit van het IJsselmeer, ons nationale zoetwaterreservoir. De voedselproductie in de polder maakt plaats voor de veel lucratievere bloembollenteelt. In de oostelijke delen van Flevoland krimpt de bevolking, terwijl Zuidelijk Flevoland doorgroeit als onderdeel van de Noordvleugel van de Randstad. In dit atelier onderzoeken studenten of het Nieuwe Land klaargemaakt kan worden voor de grote ruimtelijke, economische en hydrologische vraagstukken die de komende vijftig jaar op ons afkomen. Het atelier start met het onderzoeken en in beeld brengen van de belangrijkste ruimtelijke vraagstukken en de ontwerpprincipes en uitgangspunten van de IJsselmeerpolders. Enerzijds om de huidige ruimtelijke verschijningsvorm te begrijpen, anderzijds om te leren hoe je op regionale schaal en lange termijn strategisch kunt denken en ontwerpen. In de tweede fase ontwikkelen studenten een regionale visie met ruimtelijke maatregelen die tot 2050 moeten worden genomen om het Nieuwe Land een toekomstperspectief te kunnen geven. In de laatste fase ontwerpen de studenten een stedenbouwkundige en/of landschappelijke uitwerking ter illustratie van het effect van de visie.
ATELIERS
A TEKTONIEK Docenten: Rob Bollen (Ma architecten) & Aldo Trim (Plane Sight Architecture) Vrijdagmiddag Categorie: Klein Gebouw IIa / 9A|0S Thema: tektoniek & structuur Complexiteit: laag / Atelier IIa+IIb = 9 ECTS
8
Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Architectuur Hoe ga je om met de constructie van een bouwwerk en hoe kun je deze tot leidend motief van je ontwerp maken? Hoe verhoudt de bekleding van het gebouw zich tot de constructie? Bepaalt de constructie de expressie van het gebouw of functioneren ze los van elkaar? Tijdens dit atelier ontwerpen de studenten een klein bouwwerk dat op een bestaand bouwwerk wordt geplaatst. De toegevoegde parasite vormt een autonoom bouwwerk dat een dialoog aangaat met het gebouw. Hierbij komen zowel praktische als theoretische aspecten aan de orde: hoe maak je een zelfdragende, bijzondere constructie en zijn er voorbeelden te vinden van soortgelijke structuren? De verkenning van de vragen zal plaatsvinden door intensief modelonderzoek, met architectonische modellen die de werkelijkheid zo dicht mogelijk benaderen. Deze stoomcursus ‘architectuur maken’ richt zich op de wisselwerking tussen maken en ontwerpen, tussen observeren en corrigeren. Zo ontstaat een hoge productie aan ruimtelijke modellen en materiaalstudies, die samen de evolutie van het ontwerpproces tonen. DE VERBEELDING EN HET RITUEEL Docenten: Lieke van Hooijdonk (Lillith Ronner van Hooijdonk) & Marius Grootveld (Bovenbouw Architectuur/Veldwerk Architecten) Vrijdagmiddag Categorie: Klein Gebouw IIa / 9A|0S Thema: observeren Complexiteit: laag / Atelier IIa+IIb = 9 ECTS Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Architectuur Hoe breng je de beleving van jouw ontwerp over, ook al is het nog niet uitgevoerd? Hoe verbeeld je essentiële onderdelen van het ontwerp zoals de beweging door het gebouw, de lichtinval gedurende de dag, de geur van het hout en de kleur van de vloer op een grijze dag? Tijdens dit atelier formuleer je hier een antwoord op met een subjectief, verschoven perspectief. Je leert referentiebeelden verzamelen en selecteren en visuele interesses formuleren en verbeelden. Je wordt uitgedaagd om met meer precisie te observeren en te interpreteren door middel van een ontwerp voor een fysieke aanvulling op een bestaande begraafplaats. De rituelen op een begraafplaats worden begeleid door een ensemble van verschillende bouwwerken dat de deelnemers bewust maakt van conventies en herkomst. Een tijdreis door verleden, heden en toekomst. De context biedt aanknopingspunten om op voort
VISIE VOOR DE EUROPESE HOOFDSTAD Docenten: Han Dijk (POSAD), Jan Vermeulen (Studio Jan Vermeulen) & Ivar Branderhorst (Ziegler I Branderhorst stedenbouw en architectuur) Vrijdagmiddag Categorie: Stad / 0A|9S Thema: structuurvisie voor de stad Complexiteit: laag / 9 ECTS Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Stedenbouw Steeds meer Europese steden kiezen, na decennia van uitbreiden, voor het versterken en intensiveren van het bestaande stedelijk gebied. De rol van de binnenstad ondergaat daarbij een opvallende verandering. Tien jaar geleden was er nauwelijks aandacht voor centrumstedelijk wonen. Inmiddels wordt een substantieel inwoneraantal gezien als absolute voorwaarde voor een aantrekkelijke en vitale binnenstad. Dit geldt niet alleen voor Nederlandse steden, maar ook voor veel buitenlandse. Brussel is hiervan een mooi voorbeeld. Decennialang lag de binnenstad (de Vijfhoek) er vergeten bij, met uitzondering van de toeristische trekpleisters. De laatste jaren wordt ze, met alle aangrenzende wijken, steeds gewilder als woonlocatie en wordt er op talloze plekken geïnvesteerd door private en publieke partijen. Prognoses voorspellen een groei van 160.000 inwoners. Een groot deel hiervan wil waarschijnlijk in de binnenstad wonen, nabij de belangrijkste voorzieningen, in een levendige stedelijke omgeving. Deze druk op de ruimte vraagt om een integrale visie op de toekomstige ontwikkeling van de stad. Het atelier verkent de mogelijkheden om de snelle groei van Brussel te accommoderen. Daarbij gaat het om de ontwikkeling van woningen, maatschappelijke en culturele voorzieningen, infrastructuur en groeiruimte voor de stedelijke economie. De eerste fase van het atelier richt zich op een visie op de ontwikkeling van de gehele stad met de bijbehorende opgaven en interventies. In de tweede fase definiëren de studenten een sleutelproject, dat ze ruimtelijk uitwerken. Tot slot bouwen de studenten, vanuit de visie en het sleutelproject, een heldere en beeldende betooglijn op die zowel burger en ondernemer als bestuurder motiveert om samen te werken aan de revisie van deze Europese hoofdstad. THE MANSION Tutor: Hans van der Heijden (Hans van der Heijden Architect) Friday afternoon
9
RAVB
Category: Medium Sized Building II / 9A|0S Theme: collective housing Complexity: medium / 9 ECTS This studio is English spoken In this studio an urban dwelling complex for London will be designed. Point of departure is a typical and remarkable London typology, the so called 'French apartments', that was introduced during the nineteenth century: medium-high urban blocks or 'Mansions', which would change the urban landscape as well as the connections between the city and the domestic culture of the apartment block. The typology of The Mansion had proved itself successful as a sustainable urban way of living in countries like Italy, France and Austria for centuries, but the introduction in London was perceived as a risky experiment in terms of residential facilities, financial development issues and urban shape. This design studio starts by analysing the existing Mansion typology, its physical elaboration and its further development in a contemporary context. The size of this assignment asks for an urban intervention beyond the object. Pivotal are the contextual focus, the development of terraced dwellings into a cluster, and the intellectual development of the floor plans up until their material development or physical qualities of the buildings. OP ZUID Docent: Remco Bruggink (Architecten Cie./ Bureau Bruggink) & Donna van Milligen Bielke (Studio DVMB) Vrijdagmiddag Categorie: Groot Gebouw II / 9A|0S Thema: publiek gebouw Complexiteit: hoog / 9 ECTS Het megaproject ‘Hart van Zuid’ voorziet in een nieuw hart voor Rotterdam-Zuid. Vanaf 2016 ondergaat het gebied rond Winkelcentrum Zuidplein en Ahoy een complete metamorfose. Een bioscoop, een vernieuwd Ahoy, een zwembad en vele andere voorzieningen maken al deel uit van de plannen. Echter, om een echt hart te zijn mist het, naast alle recreatieve en culturele voorzieningen, een bestuurlijk centrum. Tijdens dit atelier wordt een nieuw 'stadhuis' voor Rotterdam-Zuid ontworpen. Geen anoniem stadsdeelkantoor, maar een uitgesproken ‘huis voor de stad’, dat de identiteit van dit stadsdeel representeert. Een gebouw met grote en kleine ruimten, een publiek circuit en logistiek voor medewerkers en parkeervoorzieningen. Centraal staat de vraag hoe representatieve, publieke gebouwen ontworpen worden. Hierbij zal de nadruk liggen op twee aspecten: de constructie of structuur van het gebouw als sturend en beeldbepalend ordeningsprincipe en het organiseren, ordenen en implementeren van een complex programma in deze structuur. De constructie vormt zo een integraal ontworpen
ATELIERS
te bouwen, de nieuwe ingreep biedt de bezoeker een ander perspectief. De opgave nodigt je uit te zoeken naar de rijkdom van context, geschiedenis en rituelen en die te vertalen in een passend ontwerp, waarmee de kracht van de omgeving wordt versterkt.
RAVB
element dat bepalend is voor het interieur en invloed heeft op het exterieur. Naast tekeningen en impressies maken de studenten, als onderzoeksmethode, gedurende het atelier series structuurmaquettes om tot het finale gebouwontwerp te komen. ONTSNAPT AAN DE CATASTROFE Docent: Penne Hangelbroek (Jonathan Penne Architecten ) & Michiel Raats (bubble/HNI) Vrijdagmiddag Categorie: Blok / Grensgebied architectuur stedenbouw / 5A|4S Thema: wederopbouw Complexiteit: middel / 9 ECTS Dit atelier maakt deel uit van de culturele manifestatie ‘75 jaar wederopbouw Rotterdam’ Zo nu en dan is er - volledig ongepland - de mogelijkheid om opnieuw te beginnen, om zonder beperkingen na te denken over hoe morgen er uit moet zien. Hoe we in de nabije toekomst willen wonen, werken, recreëren, maar ook hoe we samenleven en onszelf organiseren. Het noodlot heeft toegeslagen, maar precies die catastrofe resulteerde in een ‘blanco’ canvas om te gaan werken aan een nieuwe realiteit. Dit atelier biedt studenten de gelegenheid om binnen de context van een fictieve catastrofe te experimenteren met de rol die architectuur en stedenbouw kan spelen in wederopbouwen. Door nieuwe ideeën te formuleren en bijbehorende beelden te ontwikkelen en hiervan exemplarische uitwerkingen te maken wordt een divers palet aan ‘wederopbouwarchitectuur’ ontworpen en de visionaire ontwerper uitgedaagd. DE STAD ALS BRON, DE WIJK ALS OPGAVE Docent: n.t.b.
ATELIERS
Vrijdagmiddag Categorie: Wijk / 0A|9S Thema: ontwerpen aan een grootstedelijke transformatieopgave Complexiteit: hoog / 9 ECTS Dit atelier maakt deel uit van het lectoraat ‘Future Urban Regions’ van de Academies van Bouwkunst in Amsterdam, Arnhem, Groningen, Maastricht, Rotterdam en Tilburg. Het grootste deel van de productie van welvaart vindt plaats in de stad. Het stedelijk systeem is hier echter nog niet op aangepast. Wordt het niet tijd dat wij op stedelijk en lokaal niveau zelf bijdragen aan een gezonde, stedelijke ontwikkeling en een schone economie? Hoe zorgen we voor (nieuwe) afstemming tussen samenleving en individu, productie en consumptie, middelen en grondstoffen, ruimtegebruik en territorium? Hoe kunnen we vanuit het ontwerp inspelen op de transities die de wereld ingrijpend zullen veranderen? In dit atelier wordt ontwerpend
10
verkend of een ‘Governance for Survival’ kansen biedt voor de ontwikkeling van circulaire wijkeconomieën. Het atelier onderzoekt de ruimtelijke betekenis van specifieke circulaire wijkeconomieën voor Rotterdam-Zuid. Het start met het definiëren van het krachtenveld, het ontvlechten van netwerken en het opstellen van stroomanalyses op verschillende schaalniveaus. Van daaruit worden principeoplossingen voor een circulaire wijkeconomie uitgewerkt en, met behulp van ontwerpend onderzoek, getest op hun ruimtelijke impact. Zo wordt de bandbreedte van mogelijke ruimtelijke oplossingen en maatschappelijke effecten verkend. De inzet voor de laatste fase is een concreet ontwerp voor (een deel van) een wijk op Zuid. Het atelier richt zich zodoende op de ontwikkeling van vaardigheden die passen bij een 'zelforganisatie faciliterende stedenbouw', zoals hard kijken, diep luisteren, kaderen en initiëren. Onderdeel van het atelier is een masterclass Ontwerpend Onderzoek met studenten van de andere Academies van Bouwkunst. Daarnaast worden de resultaten van het atelier gepresenteerd aan haar stakeholders, waaronder de Gemeente Rotterdam.
RAVB
Iktinos Nominaties 2015
De Iktinosprijs is in 1969 ingesteld door architect Huig Maaskant, medeoprichter van de Rotterdamse Academie van Bouwkunst. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt met het oogmerk die Academiestudent te prijzen “… door kwaliteit en karakteristiek van het studieresultaat een (culturele) bijdrage heeft geleverd aan onderwijs, onderzoek en praktijk van architectuur of stedenbouw”. Het ging Maaskant daarbij nadrukkelijk om tussentijdse studieresultaten en niet om afstudeerprojecten.
IKTINOSNOMINATIES
Op voordracht van de docent(en) wordt uit elk atelier één project genomineerd voor de Iktinosprijs. In deze programmagids worden de nominaties uit studiejaar 2014-2015 gepresenteerd. De prijsuitreiking vindt plaats tijdens de opening van het academisch jaar en vormt de officiële opening van de Iktinostentoonstelling.
11
12
IKTINOSNOMINATIES
RAVB
RAVB
gebouwen. Door contrast aan te brengen in hoogte, materialisering en uitstraling, gedraagt het theater zich als autonoom element tussen de omliggende bebouwing. Een eikenhouten skeletconstructie vormt de basis van het ontwerp. Licht en transparantie zijn belangrijke ingrediënten: door het gebruik van translucent gevelmateriaal (rijstpapier tussen twee lagen glas) zal het theater ’s avonds als een lichtbaken fungeren in de donkere omgeving. Een open en eerlijk gebouwtje, waarvan de activiteit en constructie aan de buitenkant af te lezen zijn.
IKTINOSNOMINATIES
‘THEATER LUMIÈRE’ DOOR NINA VAN OSTA Atelier 1.1 ‘Tektoniek’ Docenten: Aldo Trim & Rob Bollen ‘Theater Lumière’, een lichtbaken in de verlatenheid, bevindt zich in het Paleiskwartier aan de westzijde van het Centraal Station in Den Bosch. Werken en studeren zijn de voornaamste activiteiten in het gebied: overdag is het druk, terwijl het er ‘s avonds en in het weekend verlaten bij ligt. Het ontwerp is een tegenreactie op de stedelijke, stenige architectuur: een smal, fijngevoelig gebouwtje, als een warm hart, dat zich nestelt tussen de twee tegenoverstaande
13
RAVB IKTINOSNOMINATIES
‘AMMONIETKOLONIE’ DOOR HIDDE VAN DER GRIND Atelier 1.2 ‘Atlas van Dordrecht’ Docent: Sander Lap De ‘Ammoniet’, een nudistencamping gelegen buiten de periferie van Dordrecht en niet ver van de Biesbosch, staat in de verkoop om het pensioen van de eigenaar te kunnen bekostigen. De camping is goed verstopt achter een woonwijk en is een bedevaartsoord voor de fanatieke nudist. Zonder lidmaatschap geen toegang. Hoewel de camping met zijn ondoordringbare begroeiing een afgesloten paradijs vormt, biedt deze plek weinig kwaliteit voor passerende fietsrecreanten en omwonenden.
14
Het plan ‘de Ammonietkolonie’ herbergt 100 woningen met diepe achtertuinen inclusief kinderboerderij in de ondoordringbare boomkamer, met een nieuwe recreatieve route dwars door de buurt verbindt de Ammonietkolonie de omliggende woonwijken met het buitengebied. Verborgen maar toegankelijk voor iedereen.
RAVB
Bijzonder is dat de bezoeker in elk depot kan kijken, maar de depots niet kan betreden. Het laat je zien wat een kunstdepot nu werkelijk is. De constructie is voor een dergelijk complex gebouw vrij simpel. Het gebouw rust op twee grote pijlers: driehoekige entrees aan beide zijden van de voortuin. Daartussen komt een maximaal 90 meter lange brug te liggen van 6,5 meter hoge vakwerkliggers.
IKTINOSNOMINATIES
‘HET NIEUWE DEPOT’ DOOR BOB-WILLEM VAN HOOFT Atelier 1.3 ‘Het Nieuwe Depot’ Docenten: Dirk Peters& Tom Bokkers Het museum Boijmans van Beuningen heeft samen met stichting De Verre Bergen een aanbesteding uitgeschreven voor een nieuw collectiegebouw, een gebouw waarin kunst opgeslagen en gerestaureerd wordt en dat tegelijkertijd toegankelijk is voor het publiek. Logistiek en de routing vormen de ruggengraat van het ontwerp. De kunstwerken kunnen direct naar de kelderverdieping getransporteerd worden. Daar start het complexe proces van (tijdelijke) opslag, restauratie en expositie. Alle depots van het museum zijn op één verdieping verenigd, de depots van verzamelaars en De Verre Bergen op de andere. De logistieke routes tussen deze verschillende ruimten vormen de basis waar de publieke routing omheen is gevlochten.
15
RAVB IKTINOSNOMINATIES
‘LOGISTICS BEYOND MADNESS’ DOOR MAARTEN DE HAAS Studio 1.4 ’10.000 TEU Tutors: Francesco Marullo & Amir Djalali "The building is all about time-based architecturial experience." The enormous size of the complex will make the consumer walk around for ages just to answer his quest for fulfilment. Paradoxically, his fulfilment will never be satisfied, after all, satisfaction is the death of all desire.
16
Therefore the warehouse is constructed as a continuous loop, a maze where finding the exit will take the most effort. It is the machine and his mad love for fulfilling. Traveling along the continuous loop of showrooms, restaurants, warehouses and generic construction, the consumer and his quest for fulfilment come across different objects, each representing the foundation of desire. Close to the rings of the inferno by Dante, the seven sins. The real foundation of human desire..."
RAVB
direct aanbod van reststoffen uit biomassa groot; denk bijvoorbeeld aan restproducten van de veehouderij, de akkerbouw en de glastuinbouw. Ook de stedelijke regio’s zelf zijn een grote bron van reststoffen. Daarnaast zijn de aanwezigheid van de haven Rotterdam (voor import van extra biomassa) en van de petrochemische industrie interessant. Wanneer de afvalstromen worden gebundeld, is grootschalige energieopwekking vanuit biomassa mogelijk. Door de agrarische, industrieen havengebieden op strategische plekken opnieuw in te richten, kunnen afval- en energiestromen efficiënt afgehandeld worden om een betrouwbare energiebron voor de metropoolregio te ontwikkelen.
IKTINOSNOMINATIES
‘BIOMASSA ALS BASIS’ DOOR BEN WEGDAM Atelier 1.6 ‘Exit Randstad?’ Docenten: Bernadette Janssen & Martin Aarts Grootschalige energieopwekking door middel van biomassa wordt vaak onderbelicht. Deze manier van energieopwekking wordt nu slechts op kleine schaal toegepast, maar blijkt uiterst rendabel. Ze kan door opschaling naar regionale schaal een substantiële bijdrage leveren aan de energiebehoefte van de metropoolregio RotterdamEindhoven en daarnaast andere economische en milieubevorderende kansen bieden. Vanwege de strategische ligging van deze metropoolregio ten opzichte van de agrarische gebieden is een
17
RAVB IKTINOSNOMINATIES
‘EEN WONING VOOR JAMES TURRELL’ DOOR FERHAT SARI Atelier 2.1 ‘Groot Stedelijk Huis’ Docenten: Jasper de Haan & Lieke van Hooijdonk James Turrell is een kunstenaar die de beleving van licht en het heelal ervaarbaar maakt in ruimtes. Zijn fascinatie voor beide fenomenen ontstond tijdens zijn kindertijd in een Quakergezin en hij is als kunstenaar hiermee tot op heden mee bezig.
18
Het ontwerp is gebaseerd op de methode die Turrell in zijn kunstwerken toepast: de ruimtes in de woning, gelegen aan de Bergweg in Rotterdam, brengen elk een eigen een ervaring van licht en ruimte teweeg. De woning is daarom opgevat als een volume waarin holtes zijn gemaakt met elk een eigen vorm en beleving. De beleving in de ruimtes wordt bereikt door hoogteverschillen, corridors tussen de ruimtes en door verschillende relaties met de lucht en de omgeving.
RAVB
kwalitatief gemengd woon-, werken recreatiemilieu. Door stapsgewijs nieuwe verbindingen naar, langs en over het Albertkanaal te realiseren, wordt niet alleen ruimte geboden om te verdichten en te transformeren, maar worden ook nieuwe kwaliteiten aan de wijk toegevoegd. De verbindingen vormen een nieuw netwerk waardoor Kronenburg en de wijken daaromheen met elkaar in verbinding worden gebracht.
IKTINOSNOMINATIES
‘DE KANAALSPRONG’ DOOR ASHWIN KARIS Atelier 2.2 ‘Intens Antwerpen’ Docent: Han Dijk De stad Antwerpen krijgt er volgens de prognoses tegen het jaar 2030 ongeveer 100.000 nieuwe inwoners bij. De wijk Kronenburg, gelegen aan het Albertkanaal, vormt een mogelijke locatie waar een deel van de beoogde groei gehuisvest kan worden. De transformatiestrategie 'De Kanaalsprong' heeft als doel het noordwestelijke deel van het bedrijventerrein in de wijk Kronenburg te transformeren naar een
19
RAVB IKTINOSNOMINATIES
‘RECASTING FRAGMENTS’ BY NINA VAN OSTA Atelier 2.3 ‘Renovatie van de Grote Getallen’ Docent: Reimar von Meding De jaren ’60 wijk GroenenhagenTuinenhoven in IJsselmonde bezit in opzet vele kwaliteiten. Echter, door een veranderende bevolkingssamenstelling vanaf de jaren ’90 is de onderlinge verbondenheid tussen bewoners afgenomen. Gevolg is dat er veel mensen onverschillig geraakt zijn over de eigen leefomgeving. Daarnaast zijn de wensen en behoeften van bewoners veranderd. Een nieuw aanbod aan voorzieningen moet in deze wensen en behoeften van bewoners voorzien. Daarvoor worden in vijf hoekwoningen, verspreid over de wijk, vijf nieuwe functies gehuisvest.
20
Door het aanbieden van informele en veilige plekken wordt getracht de sociale binding tussen bewoners te repareren, alsmede het ontwikkelen van meer dynamiek, veiligheid en verbinding in de wijk als geheel. Tegelijkertijd wordt de verouderde woningvoorraad gerenoveerd door de leegstaande woningen aan te pakken en te gebruiken als wisselwoning, waarna de hierdoor leeg gekomen woningen aan de beurt zijn. Dit is een langetermijnproces; de woningvoorraad zal na 15 jaar vrijwel geheel gerenoveerd zijn in zowel esthetisch, energetisch en klimaattechnisch oogpunt.
RAVB
Elke woning heeft zijn eigen voortuin die verhoogd ligt ten opzichte van de straat. Dit draagt bij aan een gevoel van privacy voor de bewoner en de tuin voorziet in voldoende aarde om stevig groen te laten gedijen. De repeterende groenvlakken benadrukken de structuur en definiëren het aangezicht van het gebouw. Per seizoen verandert de begroeiing van kleur en vorm waardoor het bouwblok opgaat in zijn parkrijke omgeving.
IKTINOSNOMINATIES
‘PUUR STRUCTUUR’ DOOR JOERI BELLAARD Atelier 2.4 ‘The Block’ Docent: Like Bijlsma ‘Puur Structuur’ is een woningblok, gesitueerd aan de Gerdesiaweg in Rotterdam. De ontwikkeling van dit blok streeft niet alleen een fysiek effect na, maar beïnvloedt ook het sociale karakter van de wijk. De structuur bestaat uit losse woningen die als het ware drie “gestapelde” straten vormen, waardoor elke verdieping in een grondgebonden woonbeleving voorziet.
21
RAVB IKTINOSNOMINATIES
‘THE ROLLER DOOR COMMUNITY’ DOOR CHRIS VAN NIMWEGEN Studio 2.5 ‘Streetwise London-Rotterdam’ Tutors:: Wouter Veldhuis, Jan Vermeulen & Liesbeth Brink This prototype design is an answer to London’s problem of manufacturing workshops being pushed out of the expensive city centre. By incorporating manufacturing in compensation law Section 106, housing becomes the financially leading program where manufacturing is top-down strategically
22
added to. The forced combination of working and housing requires new typologies, such as the Roller Door Community. Key elements, to which site-specific options can be added, are the collective hall with shared facilities and its connection to the High Street. This roller door facade building forms the combined entrance for residents, employees, goods and customers on foot, by bike, forklift or car. It’s a place of friction, street life and a lovely place to witness just that.
RAVB
groot. De kosten bedragen ca. 2,5 mld. euro per 60 jaar. Een opgave waar de gemeente Rotterdam financieel niet aan kan voldoen. Tegelijkertijd biedt het rioleringssysteem kansen voor een circulaire afvalverwerking. Uit afvalstoffen in het riool kunnen grondstoffen en energie worden teruggewonnen. Het onderzoek schetst twee scenario’s, de bandbreedte tussen een decentrale en centrale ordening van het rioolnetwerk. De ruimtelijke kansen en potenties van beide extremen zijn verkend. De stedenbouwkundige opgave is uitgewerkt voor de wijk Pendrecht.
IKTINOSNOMINATIES
‘ROTTERDAM ONTKOPPELD’ DOOR BRAM VAN OOIJEN Atelier 2.6 ‘De Grondstoffenfabriek’ Docent: Florian Boer ‘Het riool als sturend mechanisme in de stadsplanning van Rotterdam.’ Dit scenario-onderzoek schetst een toekomstbeeld voor de vervangingsopgave van het riool en verkent de mogelijkheden van een circulaire afvalverwerking; nutriëntenterugwinning als economisch verdienmodel. De vervangingsopgave van het rioleringsnetwerk in Rotterdam is
23
RAVB
THEORIEONDERWIJS
Colleges Ontwerpen veronderstelt een synthese van kennis, vaardigheden en houding, waarbij de synthese geen optelsom is, maar eerder een toverketel. Er is echter weinig magisch aan de Rotterdamse Academie; er wordt gestudeerd op opgaven uit de stekelige maatschappelijke werkelijkheid en de daarbij geproduceerde ontwerpen vormen geprojecteerde 'toekomsten' voor die grootstedelijke realiteit. Het studeren voltrekt zich letterlijk door het aftasten van de consequenties van het ontwerp, waarbij zowel werkelijkheid als mogelijkheid en wenselijkheid onderzocht worden. Het ontwerpen kan getypeerd worden als verkenning, interpretatie, begripsvorming of onderzoek. Wat zijn nut en noodzaak van theorieonderwijs aan de Academie? Waarom wordt het gescheiden aangeboden in het collegeprogramma als integraliteit van het ontwerpend handelen verondersteld wordt? Hoe verhoudt zich 'theorie als denkraam' tot de weerbarstige praktijk?
COLLEGES
Kennis als vertrekpunt Kennis en vaardigheden schragen de ontwerparbeid. Het zijn de fundamenten waarop de ateliers rusten en die je nodig hebt om in de beroepspraktijk te studeren en te werken. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om kennis over het vak zelf, zoals dat aan bod komt in de disciplinegebonden colleges. Nieuw binnen deze bloedgroep is de aandacht voor het ontwerpondernemerschap in het verplichte eerstejaarsprogramma. Het richt zich op de verschillende houdingen en ondernemersrollen waarmee de architect en stedenbouwkundige zich op de markt positioneren. Realiteitszin Inzicht in de sociale, culturele, economische en politieke realiteit waarbinnen het ontwerpend handelen zich voltrekt, is van cruciaal belang om de consequenties en de werking van het eigen ontwerp te doorgronden. Het maakt het mogelijk om uitspraken te doen over de
24
RAVB
werkelijkheid, alsmede over de mogelijkheid en wenselijkheid van verandering. De colleges die de economische aspecten raken, zijn vanaf dit jaar als in elkaar grijpende raderen: macro-economische trends, stedelijke en regionale economie en gebouw- en projectontwikkeling komen aan bod in respectievelijk Planeconomie, Ruimtelijke Ordening en Ontwerp & Economie. Kritische distantie Inzicht in het eigen vak en begrip van de maatschappelijke werkelijkheid liggen zeer dichtbij de praktijk waarin gewerkt wordt. Ze vormen echter niet de enige doelen van het theorieonderwijs. Het theorieonderwijs vormt ook het (denk)raam waardoor, met enige kritische distantie, het eigen ontwerpend handelen en denken beschouwd kan worden. Hiervoor is het nodig boven de alledaagse vakuitoefening uit te stijgen, voorbij aan de verblindende schittering van de realiteit of verlost van de waan van de dag. Er zijn andere assen waarlangs de functie van het ontwerpen geanalyseerd kunnen. De tijd-as is er daar één van. Om die reden vormt de geschiedenis van zowel architectuur en stedenbouw een verplicht onderdeel van het theorieonderwijs. We staan op de schouders van reuzen en we kunnen onze ontwerphouding spiegelen aan hen. Wat maakt ons anders of hetzelfde? Reflectie vindt niet enkel plaats vanuit de geschiedenis van gemaakte ontwerpen, maar ook vanuit het theoretische corpus van beide disciplines. De collegereeks Kritiek is daarin nieuw dit jaar. Ze versterkt het oordelend vermogen over het eigen werk en dat van anderen en verrijkt het referentiekader van waaruit ontworpen wordt.
COLLEGES
Zelfsturing Kritische reflectie stuurt niet enkel de ontwikkeling van een eigen oeuvre, maar maakt het ook mogelijk om kleur te bekennen. Er is geen ‘Rotterdamse school’; we stellen aspirant architecten en stedenbouwkundigen in staat het eigen ontwerpvakmanschap specifiek te kleuren door de vrije keuze binnen studie en praktijk. Omdat het collegeprogramma los staat van het atelierprogramma, stimuleert het om zelf de verbanden te leggen tussen theorie en ontwerp. Immers, ontwerpen vraagt om het betekenisgericht bewerken van kennis. Dat veronderstelt een onderzoekende houding en maakt het theorieonderwijs genietbaar in verschillende volgordes waarin eigen accenten aangebracht kunnen worden. Daarom hebben we met ingang van dit jaar de verplichte inhoudelijk koppeling tussen colleges en ateliers losgelaten en stimuleren we studenten om zelf de gereedschapskist te vullen met die kennis die nodig is voor specifieke opgaven. Jeroen Visschers Hoofd Theorieonderwijs
25
RAVB
Colleges 1ste kwartaal ARCHITECTUUR- EN STEDENBOUWGESCHIEDENIS Docent: Ernie Mellegers Donderdagavond Categorie: Geschiedenis & Theorie Werkvorm: hoorcollege Toetsvorm: verdiepend paper & reflectie-assessment 3 ECTS / Deze collegereeks duurt één semester Deze collegereeks is onderdeel van het verplichte eerstejaarsprogramma In deze collegereeks staat het historisch overzicht van de architectuur en stedenbouw vanaf grofweg 1750 tot de eerste helft van de twintigste eeuw centraal. De veertien colleges bieden inzicht in de Westerse architectuur- en stedenbouwgeschiedenis en haar context door gebruik te maken van een chronologisch-thematisch raamwerk. Deze bredere cultuurhistorische aanpak is gericht op revolutionaire ontwikkelingen, langer lopende tendensen en tradities binnen zowel het architectuurdebat als het leven in een snel ontwikkelend (modern) stedelijk landschap. Ontwikkelingen in het stedenbouwkundig en architectonisch ontwerpen en hun historische interactie zullen verkend worden binnen de context van hun gedeelde theoretische en culturele achtergrond. De collegereeks beschouwt de verbintenis tussen traditie enerzijds en modernisme anderzijds. CONTEMPORARY EUROPEAN DESIGNS & STRATEGIES Tutor: Michiel Raats
COLLEGES
Thursday evening Category: Profession related Format: formal lecture & debate Examination: practice related task / 1 ECTS This English spoken lecture series can also be assessed for 2 ECTS What is the current state of affairs? Before trends have become mainstream they often can be seen for the first time during competitions like Europan. Young offices, often coined ‘Fresh’, prove their ability to renew the practice and carve out a position by means of competing. The grain size of a typical Europan design is always beyond the autonomy of the solitary building as a design signature, but finds itself on the crossing border between urban design and architecture. Building mass and open space, façade and street, Europan asks for a contextual solution to a very real problem. By disseminating the Europan archives, a picture can be drawn up of all minor and major movements in the European debate
26
on architecture and urbanism. This lecture series augments this picture by theoretical observations from the magazine OASE and the foreshadowing of budding talent from decades of Archiprix and Archiprix International. ONTWERP & MAATSCHAPPIJ Docent: Carolien Hoogland Donderdagavond Categorie: Disciplineoverstijgend Werkvorm: werkcollege met gastsprekers Toetsvorm: praktijkopdrachten / 1 ECTS Deze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Ontwerp & Filosofie’ Wat is de wisselwerking tussen ontwerp, gebruik en beleving? Wat kunnen de architect en stedenbouwkundige bereiken met het ontwerp? Dat zijn de vragen die centraal staan in deze reeks met als ondertitel ‘anders kijken, anders ontwerpen’. Gastsprekers tonen voorbeelden – uit hun eigen praktijk – van ontwerpstrategieën met maatschappelijke ambities. Tussen de colleges door worden kleine opdrachten uitgevoerd, waarmee we toewerken naar een bundeling van de opgedane bevindingen. De reeks put uit disciplines zoals sociale psychologie en omgevingspsychologie en uit nieuwe wetenschappelijke benaderingswijzen zoals actieonderzoek. PLANECONOMIE Docent: Jelte Boeijenga Donderdagavond Categorie: Disciplineoverstijgend Werkvorm: werkcollege met gastsprekers Toetsvorm: praktijkopdrachten / 1 ECTS Deze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de collegereeks ‘Juridische en Wettelijke Kaders’ De collegereeks ‘Planeconomie’ spitst zich met name toe op de financieel-economische kaders bij gebieds- en projectontwikkeling. Welke parameters sturen de financiële constructies van een plan? Hoe kun je als ontwerper - of nog beter als planontwikkelende ontwerper - aan de knoppen draaien? Om dat te achterhalen, beschouwen we de economische mechanismen, processen en krachten die inwerken op de stad. Dit is een collegereeks over opdrachtgevende partijen, financiers, gebruikers en de rollen die de ontwerper kan spelen.
RAVB
Colleges 2de kwartaal collegereeks komt de vraag aan de orde wat de ontwerpende disciplines kunnen leren van deze veranderende planningspraktijk en wat ze eraan kunnen bijdragen.
ARCHITECTUUR- EN STEDENBOUWGESCHIEDENIS Docent: Ernie Mellegers Vervolg van het eerste kwartaal.
ONTWERP & ECONOMIE Docent: Gert Middelkoop & Jan Brouwer
HISTORY OF ARCHITECTURE Tutor: Bastiaan Bijloos Thursday evening Category: History & Theory Format: formal lecture Examination: take home exam / 2 ECTS This is an English spoken lecture series / Prior to starting their graduation project students in architecture should have finished this lecture series successfully This lecture series approaches the history of architecture departing from current events: following the contemporary architectural discourse history is put forward and made ‘productive’. By doing so, the critical and reflective attitude of architects in training is made pivotal. After all, they have to be able to position themselves in the contemporary discourse from a historical point of view. At the same time, the interdisciplinary path of the first year is left behind and the series focusses on the topicality and history of architecture. In this course, contemporary issues in architecture are reconsidered through an investigation into what makes up architectural knowledge.
Donderdagavond Categorie: Disciplineoverstijgend Werkvorm: hoor- en discussiecollege met gastsprekers Toetsvorm: take home exam / 1 ECTS Deze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Landschapsarchitectuur’ Economische krachten hebben altijd, in een steeds wisselende verschijningsvorm, een grote impact op de stedenbouw en architectuur. Indirect omdat economische processen een sturende invloed hebben op hoe de stedelijke samenleving vorm krijgt en direct omdat gebouw-, vastgoed- en gebiedsontwikkeling gestuurd worden door financieel-economische kaders. In dit college zullen de voor stedenbouw en architectuur relevante economische krachten en mechanismen aan de orde komen.
RUIMTELIJKE ORDENING Docent: Frank van den Beuken
Binnen de collegereeks wordt onderzocht hoe de vakgebieden architectuur en stedenbouw enerzijds en planologie en ruimtelijke ordening anderzijds zich tot elkaar verhouden binnen de hedendaagse context. Daarbij zal ingegaan worden op de veranderende planningspraktijk waarin er niet alleen aandacht is voor kwantitatief onderzoek, wettelijke instrumenten en formele besluitvorming, maar ook steeds meer voor kwalitatief onderzoek, wisselwerking met verschillende kennisvelden, flexibele planvormen en strategische alliantievorming. Tijdens de
27
COLLEGES
Donderdagavond Categorie: Disciplineoverstijgend Werkvorm: hoor- en discussiecollege met gastsprekers Toetsvorm: praktijkopdracht / 1 ECTS Deze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Landschapsarchitectuur’
RAVB
Colleges 3de kwartaal BEROEP & ONDERNEMERSCHAP Docent: Alijd van Doorn
KRITIEK Docent: Ernie Mellegers
Donderdagavond Categorie: Disciplinegebonden Werkvorm: hoorcollege Toetsvorm: praktijkopdrachten / 1 ECTS Deze collegereeks is onderdeel van het verplichte eerstejaarsprogramma
Donderdagavond Categorie: Disciplinegebonden Werkvorm: hoorcollege Toetsvorm: essay / 1 ECTS Deze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS
Doel van deze reeks is om studenten vroegtijdig inzicht te verschaffen in wat het vak van architect of stedenbouwkundige in kan houden. Juist aan het begin van de beroepscarrière ontbreekt dit perspectief nog grotendeels, ook al omdat de vermoedens daarover zeer divers gekleurd zijn door de gedifferentieerde instroom waarmee de Academie te maken heeft. Deze reeks biedt inzicht in de verschillende vormen van ontwerpondernemerschap waarbij organisatiestructuren en bureauvorming gerelateerd worden aan werkwijze en aard van de opdrachten.
Architectuur en stedenbouw krijgen vaak een kritisch karakter toegedicht; ze zijn niet los te beschouwen van een fysieke, historische en maatschappelijke context. Geworteld in de werkelijkheid heeft een ontwerp een interne logica, maar het verhoudt zich ook altijd tot een externe realiteit. Kritiek vraagt ontwerpers stelling te nemen ten opzichte van de rol van het eigen vak in het licht van hedendaagse vraagstukken. Kennis over de wisselwerking tussen ontwerp en zeitgeist is essentieel, net als de vaardigheid om het ontwerp te kunnen wegen op relevantie en urgentie.
ARCHITECTUURTHEORIE Docent: Jeroen Visschers
RESEARCH BY DESIGN Tutor: Aglaée Degros
COLLEGES
Donderdagavond Categorie: Geschiedenis & Theorie Werkvorm: werkcollege Toetsvorm: close reading & debat / 2 ECTS Deze collegereeks moet met een voldoende zijn afgerond voordat studenten architectuur aan hun afstudeerproject kunnen beginnen Architectuurtheorie is een slordig gedefinieerde academische discipline. Sommigen beschouwen haar als een specialisatie binnen de architectuurgeschiedenis en anderen als leverancier van een maatschappijkritisch instrumentarium of als filosofisch perspectief op de architectuur van vandaag. Deze reeks interpreteert theorie als middel om zich kritisch te verhouden tot de eigen discipline en het maatschappelijk krachtenveld waarin architectuur tot stand komt. We beschouwen verschillende theoretische posities aan de hand van close reading van sleutelteksten. Dit jaar richten we ons specifiek op de naoorloogse uitwerking van het (laat)modernistisch denken dat vrijheid en veiligheid onder één grote metafysische paraplu trachtte onder te brengen. De lofzang op de nieuwe transparante ruimte van de Wederopbouw wordt aan de tand gevoeld, net als de ‘belofte van het oningevulde’ die vorm gaf aan de wederopbouwstad.
28
Thursday evening Category: Profession related Format: tutorial Examination: profession related task / 1 ECTS This English spoken lecture series can also be assessed for 2 ECTS In this lecture series various methods and techniques of design-based research will be analysed. After all, it is one of the most important research types in the architectural and urban design practice. Design based research is a form of prospective, explorative and combinatory research with which the capability to design spatially is put to practice as a research instrument. By doing so, answers focused on the question ‘how the reality could turn out’ are formulated in a questioning and contextual way. This year we will focus on design research which explores the consequences of design interventions in the public space which is the street. The concept of a street is not only discussed as an infrastructural network but also as a living space with social and cultural traits.
RAVB
Colleges 4de kwartaal TYPOLOGIEËN Docent: Ernie Mellegers
STEDENBOUWGESCHIEDENIS Docent: Jacob Voorthuis
Donderdagavond Categorie: Disciplinegebonden Werkvorm: hoorcollege Toetsvorm: essay / 2 ECTS Deze collegereeks is onderdeel van het verplichte eerstejaarsprogramma
Donderdagavond Categorie: Geschiedenis & Theorie Werkvorm: hoor- en discussiecollege Toetsvorm: Reflectief paper / 2 ECTS Deze collegereeks moet met een voldoende zijn afgerond voordat studenten stedenbouw aan hun afstudeerproject kunnen beginnen / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Stedenbouwtheorie’
Net als transparantie, uitstraling en helderheid is typologie één van de mythische begrippen uit het vocabulaire van de architectuur en stedenbouw. Zelden vraagt iemand zich af wat ‘typologie’ nu eigenlijk inhoudt of betekent. Het concept staat open voor een pragmatische èn theoretische of ideologische interpretatie. Deze collegereeks verkent de oorsprong, invloed en huidige betekenis van het begrip typologie (in verschillende vermommingen) binnen de historische en hedendaagse context. Op deze manier wordt het ideologisch discours van de architectuur en stedenbouw gedurende de laatste tweehonderd jaar doorkruist. ONTWERP & CULTUUR Docent: Jasper de Haan Donderdagavond Categorie: Disciplineoverstijgend Werkvorm: hoor- en discussiecollege Toetsvorm: presentatie / 1 ECTS Deze collegereeks kan verzwaard worden afgerond voor 2 ECTS / Deze collegereeks wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Kunstgeschiedenis’
DESIGN & SUSTAINABILITY Tutor: t.b.c. Thursday evening Category: Profession related Format: capita selecta Examination: profession related task / 1 ECTS This English spoken lecture series can also be assessed for 2 ECTS The lecture series on sustainable architecture and urban design focuses on the development of a sustainable built environment related to generic design principles and concepts, illustrated by contemporary projects and designs. Sustainability isn’t approached as a problem, but as a source of inspiration for innovations in architecture and urban design. Sustainability isn’t discussed as a green ‘extra’, but as a fundamental part of the disciplines upon which design decisions should be based.
COLLEGES
De cultuur van de 21e eeuw is een brisante mix van globalisering, individualisering, mobilisering, medialisering en digitalisering. Deze processen vragen om een kritische stellingname van architecten en stedenbouwkundigen. Een dergelijke positiebepaling is doelstelling en inzet van de collegereeks. Hoe verhoudt de eigen discipline zich tot de dynamische context?
In deze collegereeks wordt de geschiedenis benaderd vanuit thema’s die een rol spelen in het contemporaine stedenbouwdebat en de vakuitoefening. Hierdoor wordt een ‘vrijere’ omgang op grond van individuele interesses met de geschiedenis mogelijk, met als doel om de eigen positie te kunnen funderen en expliciteren. Het is de bedoeling de student te faciliteren bij het definiëren van een eigen, kritische positie ten opzichte van de besproken thema’s. In het ideale geval vormt dit een stimulans c.q. training om in het vervolg op eigen kracht intensief de actualiteit binnen het eigen vakgebied te volgen en te verwerken tot praktische en gefundeerde opvattingen en uitgangspunten.
29
RAVB
VAARDIGHEDENONDERWIJS
Laboratoria Laboratoria bieden je de mogelijkheid om je in specifieke technieken te trainen om je ontwerpideeën verder te ontwikkelen, erover te communiceren en erop te reflecteren. Daarbij draait het in eerste instantie niet om wat je ontwerpt, maar vooral om hoe je ontwerpt. Ontwerpen is een zoektocht die zich maar moeilijk in één eenduidige en geformaliseerde handeling laat persen. Het is een proces van uitproberen en experimenteren, van veel vallen en opstaan. Iedereen moet daarin zijn eigen weg zien te vinden, afhankelijk van de eigen voorkeuren en fascinaties. Het experimenteren met verschillende methoden en technieken biedt je de mogelijkheid om je eigen repertoire als ontwerper steeds meer aan te scherpen en te verdiepen.
LABORATORIA
Algemeen Het laboratoriumprogramma richt zich op het aanleren en ontwikkelen van dat brede scala aan vaardigheden, technieken en praktische kennis. Het programma is gestructureerd rond drie pijlers: onderzoek, communicatie en reflectie. Met de inhoud van de laboratoria die deel uitmaken van de eerstejaarsprogramma’s Architectuur en Stedenbouw wordt de basis gelegd voor een gerichte verdieping binnen het vrije, horizontale programma tijdens het tweede en derde studiejaar. Dit jaar is er geen verplichte inhoudelijke koppeling meer tussen ateliers en laboratoria. Daarnaast zijn enkel de eerstejaars laboratoria en het laboratorium ’Argumenteren en Schrijven‘ nog verplicht. Het aantal ECTS is nu voor alle onderzoekslaboratoria gelijk en er zal meer aandacht zijn voor het ‘filteren’ van gevonden informatie en het formuleren van ontwerpuitgangspunten voor je atelier. De laboratoria ‘Ontwerpproces’ en ‘Ontwerpend Onderzoek’ zijn dit jaar anders georganiseerd; het uitgangspunt is nu dat een bestaand ontwerp vanuit een ander perspectief benaderd wordt. Communicatie Ontwerpen gaat niet alleen over het ontwikkelen van ideeën en ruimtelijke concepten, maar vooral ook over het kunnen verbeelden en overbrengen ervan. Daarom zijn communicatie- en
30
RAVB
presentatietechnieken een belangrijk onderdeel van het laboratoriumprogramma. Een tekening of maquette maakt je ideeën zichtbaar en inzichtelijk voor jezelf en anderen; het is een middel voor exploratie én communicatie, om discussie en reflectie te stimuleren. Naast duidelijke beelden is ook de opbouw van je verhaal belangrijk; alleen als anderen begrijpen waar het over gaat, kunnen ze enthousiast worden over een project en erop reageren. Communiceren gaat niet alleen over het vertellen, maar ook over het kunnen luisteren om zicht te krijgen op wat eigenlijk de opgave achter de opgave is en wat jij daar als ontwerper in kunt betekenen. De eerstejaarslaboratoria ‘Schetsen’ en ‘Presenteren’ behoren tot het verplichte programma. Daarnaast is ‘Argumenteren en Schrijven’ voor iedereen verplicht en moet je minimaal nog één laboratorium uit deze categorie doen. Onderzoek Ontwerpen is onderzoeken. Er zijn meerdere strategieën en methoden om tot een goed ontwerp te komen. Welke aanpak voor welk probleem het beste werkt, verschilt per situatie, ontwerpprobleem en individu. Dit onderdeel gaat over de verschillende manieren van aanpak, het onderzoeken hoe je aan belangrijke informatie komt, het filteren van deze informatie, het ordenen en het inzetten ervan in je ontwerpproces. De onderzoeksmethoden en -technieken die binnen de onderzoekslaboratoria aan de orde worden gesteld, zorgen voor een verbreding van het referentiekader en het spectrum aan instrumenten dat je bij het oplossen van ontwerpproblemen ter beschikking staat. Tijdens je studie moet je naast de verplichte onderdelen ‘Materiaal en Ruimte’ en ‘Ontwerpanalyse’ minimaal twee onderzoekslaboratoria doen. Reflectie De reflectielaboratoria dagen je uit om bewuster van je eigen handelingen als ontwerper te worden en daarop te sturen. Enerzijds ontwikkel je in de reflectielaboratoria de vaardigheid om te reflecteren op je eigen ontwerpen en je eigen ontwikkeling en positie in het vak. Anderzijds leer je er hoe je jouw ontwerpvakmanschap kunt inbedden in een breder palet aan beroepsvaardigheden en van daaruit kunt reflecteren op het ontwerpen in de context van het beroep van architect of stedenbouwkundige. Uit deze categorie laboratoria moet je er minimaal één doen.
LABORATORIA
Margit Schuster Hoofd Vaardighedenonderwijs
31
RAVB
Laboratoria 1ste kwartaal MATERIAAL & RUIMTE Docenten: Heide Hinterthür & Els Bet Vrijdagochtend Categorie: Onderzoek Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie /1,5 ECTS Dit laboratorium is onderdeel van het verplichte eerstejaarsprogramma Hoe krijg je als ontwerper greep op de architectonische en stedenbouwkundige dimensie van ruimte? Hoe kun je niet alleen werken met programma, strategie en vorm, maar ook met licht, materiaal en kleur? Hoe werken deze ontwerpaspecten op de verschillende schaalniveaus van de stedelijke ruimte? Hoe betrek je de ruimtelijke omgeving in de compositie van het ontwerp? Hoe maak je een ruimtebeeld inzichtelijk, hoe kun je het typeren, bewerken en ermee ontwerpen in maquettes, schetsen en collages? Deze vragen onderzoek je op een locatie in Rotterdam binnen het laboratorium. De uitkomst van dat onderzoek vertaal je naar uitgangspunten voor een nieuw ontwerp op deze locatie. TYPOLOGICAL RESEARCH Docent: Daniela Bergmann Friday morning Category: Research Examination: presentation and practice related assignment / 1,5 ECTS This is an English spoken laboratory
LABORATORIA
By studying typologies - both historical and contemporary - we can identify design strategies. Throughout time there has been a constant evolution from simple single room housing to complex buildings. The continuous development of existing typologies, prototyping and typology transfer from other regions or functions is a dynamic process following present and future demands on architecture. We can group buildings into different categories, mainly by function and morphology, and further by such as size, appearance, utilization or location. In this laboratory you will research relevant typologies, evaluate them by different aspects and learn how they can be used as a design tool for your current design studio. EMPIRISCH ONDERZOEK Docent: Leeke Reinders Vrijdagochtend Categorie: Onderzoek Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1,5 ECTS
32
Dit laboratorium wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met ‘Journalistiek Onderzoek’ In dit laboratorium maak je kennis met diverse empirische onderzoeksmethoden en -technieken: hoe wordt kennis vergaard, hoe werk je ideeën kritisch uit, hoe kun je zuiver problematiseren, welke methoden kunnen ingezet worden voor de benadering van een probleemstelling en hoe kan dit onderzoek uitmonden in een helder gestructureerde presentatie in schrift en/of beeld? Tijdens het laboratorium worden theorie en praktijk gecombineerd door in te gaan op de do'sand-don'ts van onderzoek (documenten-analyse, interviewen en observeren) en het toepassen daarvan in de praktijk. Dit toepassen gebeurt door een klein empirisch onderzoek waarin een Rotterdamse openbare ruimte centraal staat. OPDRACHT FORMULEREN Docent: Willemijn Lofvers Vrijdagochtend Categorie: Onderzoek Input: eigen onderzoeksvraag Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1,5 ECTS Dit laboratorium wordt aanbevolen als voorbereiding op je afstuderen. In dit laboratorium leer je hoe je ontwerpend onderzoek kunt inzetten voor het onderbouwen van je eigen vermoedens en bevindingen ten behoeve van een concept of aanpak van een ontwerpopgave. Met een onderzoekende blik ga je een gebied precies verkennen, op zoek naar een vertaling van verwachtingen op basis van de werkelijkheid. Je leert relevante informatie te destilleren, daaraan conclusies te verbinden en deze te gebruiken bij het definiëren van de randvoorwaarden voor een toekomstige ontwerpopgave. VISUALISATIE – IDEENOTEREND Docent: Klaas van der Molen Vrijdagochtend Categorie: Communicatie Input: het actuele atelierproject Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1 ECTS Basiskennis van Adobeprogramma’s is vereist Tekenen is de verbeelding van de manier waarop over architectuur of stedenbouw wordt gedacht. Ontwerpen is denkend tekenen en tekenend denken. Al schetsend kun je je gedachten ordenen, je ideeën noteren en concepten verder ontwikkelen en een niet-tastbaar idee vormgeven. Bovendien helpt tekenen de waarneming te scherpen en gevoel voor vorm en verhoudingen te ontwikkelen.
RAVB
Laboratoria 2de kwartaal Vrijdagochtend Categorie: Communicatie Input: het actuele atelierproject Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1 ECTS Dit laboratorium is onderdeel van het verplichte eerstejaarsprogramma De vrije schets is een belangrijk medium om een ruimtelijk idee snel zichtbaar te maken en uit te kunnen leggen. Door goed te kijken en het geziene te vertalen in een tekening, train je het waarnemingsvermogen en ontwikkel je je beeldvorming. Zo wordt schetsen een middel voor het systematisch analyseren van de structurering van ruimtes, volumes en elementen en voor het communiceren van ontwerpideeën. Daarmee is het schetsen ook een autonoom medium dat het resultaat kan zijn van een zeer persoonlijke ontwikkeling van het waarnemend, voorstellend en vormgevend vermogen. MAQUETTE – PRESENTATIE Docent: Vincent de Rijk Let op: afwijkende data en locatie Categorie: Communicatie Input: het actuele atelierproject Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1 ECTS Dit laboratorium richt zich op het maken van een presentatiemaquette voor het atelierproject dat parallel gevolgd wordt. Een goede presentatiemaquette is één van de meest krachtige middelen om het ontwerp te communiceren. Om het ruimtelijke idee en concept van het ontwerp zo optimaal mogelijk duidelijk te maken, zijn keuzes voor schaal, materiaal en uitvoering van groot belang. Het laboratorium ondersteunt je bij het vinden van de best mogelijke manier om je ontwerp om te zetten in een maquette. COMMUNICEREN Docenten: Lucas Verweij & Leon van Geest Vrijdagochtend en zaterdag Categorie: Communicatie Input: eigen project en praktijk Toetsvorm: presentatie en interview / 1 ECTS Communicatie gaat over horen en gehoord worden en is pas effectief als de boodschap bij de ander overkomt zoals jij hem bedoeld hebt. In dit laboratorium werk je zowel aan het horen als aan het gehoord worden. Je oefent je in het maken van een pitch. Hoe kun je in korte tijd en heel compact de kern van je verhaal vertellen? Wat
33
zijn de aspecten die je verhaal maken of breken? En hoe kun je daarbij jezelf blijven en laten zien wie je bent en wat je doet? Je oefent je ook in het voeren van een gesprek. Hoe kom je erachter, door bepaalde vormen van luisteren en vragen stellen, wat mensen beweegt en waarnaar ze streven? Daarvoor moet je helder hebben wat je uit een gesprek wilt halen en wat je wilt bereiken. Deze vaardigheid kun je inzetten om de informatie te krijgen die je nodig hebt om zelf projecten op te starten en om op het juiste moment bij de juiste persoon je ideeën onder de aandacht te brengen. ONTWERPPROCES – ONTWERP ‘EHBO’ Docent: Pieter Jannink Vrijdagmiddag / Let op: afwijkende data - start na afloop van atelier! Categorie: Reflectie Input: atelierprojecten - ontwerpvalkuilen Toetsvorm: praktijkwerkstuk / 1 ECTS Studenten moeten minimaal 2 ateliers gevolgd hebben om deel te kunnen nemen In dit laboratorium besteed je extra tijd aan de zwakke schakels in je eigen ontwerpproces. We doen onderzoek naar waar je kracht als ontwerper zit, maar ook naar je valkuilen en naar de aspecten van het ontwerpproces die je probeert te vermijden. Centraal staat de vraag hoe je tot een ontwerp komt. Wat bezielt je, waarop baseer je een idee, wat onderzoek je waarom en hoe kun je dat wat je gevonden hebt, omzetten in een concreet ontwerp en welke ontwerpmiddelen gebruik je daarvoor? Het gaat om het ontwikkelen van een scherp en inspirerend denk- en ontwerpproces. SELF-MANAGEMENT Tutor: Neza Krek Attention: different dates! Category: Reflection Input: study - life - yourself Examination: practice related assignment / 1 ECTS This is an English spoken laboratory What are your talents and how to fully embrace them? What are your dreams concerning your professional future? What are the core values that drive your decisions? How do you make those decisions? What are the self-limitations you picked up along the way and is it time to let them go? In this laboratory you discover the power of working from your strengths, values and talents and get the tools to lead you towards a collaborative working environment.
LABORATORIA
VISUALISATIE – SCHETSEN Docent: Yana Vlasova
RAVB
Laboratoria 3de kwartaal ONTWERPANALYSE Docenten: Robert von der Nahmer & Jos Hartman Vrijdagochtend Categorie: Onderzoek Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1,5 ECTS Dit laboratorium is onderdeel van het verplichte eerstejaarsprogramma Als een ontwerper een plan maakt, ligt daar een bepaalde ontwerpopvatting aan ten grondslag. In dit laboratorium behandelen we verschillende van die opvattingen, vanuit historisch perspectief en vanuit de architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur. De analysetekening wordt gebruikt om inzichtelijk te maken hoe een ontwerper tot zijn ontwerp is gekomen. CARTOGRAFISCH ONDERZOEK Docent: Sebastian van Berkel Vrijdagochtend Categorie: Onderzoek Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / 1,5 ECTS Dit laboratorium wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met ‘Vormstudie’ Tweedimensionale notaties / kaarten kunnen helpen om een opgave zichtbaar te maken en om de complexiteit niet te ontkennen, maar haar juist beter te leren kennen en het niet direct zichtbare in de stad te ontrafelen. Het gaat in dit laboratorium om het bepalen van de informatiebronnen, de notatieconcepten en de technieken die daarbij gebruikt kunnen worden. In beschouwelijke zin staan respectievelijk ‘het zoeken’, ‘het (te construeren) verhaal’ en ‘de kaart’ / 'de notatie' centraal. ARGUMENTEREN & SCHRIJVEN Docent: Marina van den Bergen
LABORATORIA
Vrijdagochtend Categorie: Communicatie Input: een atelierproject Toetsvorm: praktijkwerkstuk / 1 ECTS Dit laboratorium moet met een voldoende zijn afgerond voordat studenten aan hun afstudeerproject kunnen beginnen Hoewel schrijven door veel ontwerpers lastig wordt bevonden, is het voor een groot deel een techniek die door iedereen geleerd kan worden. En dat is precies de kern van dit laboratorium. Want graag of niet, zo nu en dan zal je moeten schrijven: een essay, een projectomschrijving, een toelichting bij een prijsvraag of een boze brief aan de aannemer. Schrijven helpt ook bij het formuleren van een concept en bij het consequent
34
vertalen daarvan in een ruimtelijk ontwerp. Daarnaast helpt de beheersing van het schrijven je om je in het vakgebied te kunnen positioneren. PHOTOGRAPHIC REPRESENTATION Tutor: Dieuwertje Komen Friday morning Category: Communication Examination: practice related assignment / 1 ECTS This is an English spoken laboratory / This laboratory alternates every two years with the lab ‘Cinematographic Representation’. In many ways the urban reality and its architecture can be captured by photographers, either as commissioned work or as an autonomous work of art. By means of introductions on the very diverse works of photographers we will closely study the role of photographic representation of a place or a building. Based on one’s own case studies we will experiment with the application of photographic imagery and will look for ways to create added value with it. This laboratory focuses on observation and imagination, and we will reflect on both our own photographic as well as found imagery. PORTFOLIO Docenten: Thomas Durner en Stephan Achterberg Vrijdagochtend Categorie: Reflectie / dit laboratorium loopt over 2 kwartalen Input: atelierprojecten en projecten uit de beroepspraktijk Toetsvorm: portfolio & presentatie / 2 ECTS Om deel te kunnen nemen moet je minimaal 3 ateliers en 2 projecten uit de beroepspraktijk hebben afgerond en is basiskennis van grafische ontwerpprogramma’s vereist Een goed portfolio geeft een duidelijk beeld van jouw professionele vaardigheden als ontwerper. Dit laboratorium biedt ondersteuning bij het ordenen van en reflecteren op je verschillende projecten. Hiermee wordt duidelijkheid gecreëerd over jouw positie binnen het vak. Welke beelden binnen het werk illustreren relevante thema's en opvattingen het best en hoe kan een project op de meest adequate manier in tekst en beeld worden weergegeven?
RAVB
Laboratoria 4de kwartaal PRESENTEREN Docent: Pieta Verhoeven
VISUALISATIE – EDITING Docenten: Like Bijlsma, Jens Jorritsma & Minke Themans
Vrijdagochtend en een zaterdag Categorie: Communicatie Input: het actuele atelierproject Toetsvorm: presentatie van het atelier / 1 ECTS Dit laboratorium is onderdeel van het verplichte eerstejaarsprogramma Overtuigend je eigen werk kunnen presenteren is van cruciaal belang voor een ontwerper: het ontwerp staat of valt met een goede presentatie. Maar hoe kan een overtuigende eigen stijl van presenteren ontwikkeld worden ondanks alle persoonlijke struikelblokken die ondermijnend kunnen werken? In dit laboratorium komen aspecten als lichaamshouding, lichaamstaal, concentratie en ontspanning, adem en stem aan de orde, maar ook algemeen geldige principes van communicatie en presentatie. Ook gaan we in op verschillende manieren waarop je een ontwerp op een levendige en overtuigende manier mondeling kunt presenteren.
Vrijdagochtend Categorie: Communicatie Input: actueel atelierproject Toetsvorm: praktijkwerkstuk / 1 ECTS De kunst van het verhalen vertellen aan de hand van beelden. Welke beelden kun je het beste gebruiken om je project goed uit te leggen? Hoe kun je het concept en de belangrijkste ontwerpprincipes het beste overbrengen? Wat moet er wel en niet op je paneel staan? Deze vragen staan centraal in dit laboratorium. Om ze goed te kunnen beantwoorden, moet je de idee achter je ontwerp zo goed mogelijk ontrafelen en experimenteren met hoe tekeningen je kunnen helpen om het denken over je project te structureren. VAN INITIATIEF TOT PROJECT Docenten: Margit Schuster & Wolbert van Dijk Vrijdagochtend Categorie: Reflectie Input: praktijkvoorbeelden Toetsvorm: praktijkwerkstuk / 1 ECTS
RESEARCH BY DESIGN Tutors: Laurens Boodt & Nathanaëlle Baës-Cantillon Friday morning Category: Research Input: a design studio Examination: practice related assignment & presentation / 1,5 ECTS This laboratory is English spoken
PORTFOLIO Docenten: Thomas Durner & Stephan Achterberg Vervolg van het derde kwartaal.
LABORATORIA
Design-based research is one of the most important types of research in the architectural and urban design practice. It’s a form of futurebased, exploratory and combinatory research that utilizes the capacity to design spatially as a research instrument. It allows questions relating to potential future realities to be formulated in a meaningful way. In this laboratory two methods of design-based research will be implemented on a previous design project to explore and visualize the different possibilities. Students will develop their own research questions and methodologies by redoing a previous project, seen from a different perspective, in order to reflect on different outcomes, using different approaches for the same project.
In plaats van gegeven opdrachten uit te voeren, zijn er steeds meer ontwerpers die zelf thema’s agenderen, kansen zien in gebieden en projecten waar de traditionele aanpak is vastgelopen en daardoor zelf opdrachten genereren. Over welke vaardigheden moet je beschikken als initiërend ontwerper? In dit laboratorium krijg je de kans om in gesprek te gaan met verschillende ontwerpers en initiatiefnemers van projecten. Wij gaan op bezoek bij verschillende bureaus of initiatieven en je krijgt de gelegenheid om de discussie aan te gaan en te onderzoeken hoe deze praktijken zich verhouden tot je eigen ambities in het vak. Als je een eigen project wilt starten en nadenkt over de vraag hoe dit te organiseren, dan is dit lab uitermate geschikt voor jou.
35
RAVB
BUITENSCHOOLS CURRICULUM:
Beroepservaring
BUITENSCHOOLS CURRICULUM
Wat moet een architect of stedenbouwkundige weten en kunnen? En hoe leert iemand dat? De Academie heeft 50 jaar geleden nadrukkelijk gekozen voor leren binnen de muren van de opleiding ĂŠn daarbuiten in de weerbarstige beroepspraktijk. Met de oprichting van de Academie in 1965, min of meer in de vorm zoals we die vandaag kennen, werd gesteld dat de kwaliteit van de eigen praktijk omhoog moest. Die verbetering kon volgens de oprichters alleen bereikt kon worden als de studenten, naast het volgen van een meer wetenschappelijk onderbouwd binnenschools curriculum, het vak en de beroepsuitoefening vooral in de praktijk leerden en oefenden. Vooral door te doen dus. Eenduidigheid over de inrichting van die praktijk was echter ver te zoeken. Binnen vijf jaar na de start van de Academie vond er als gevolg van de democratiseringsbeweging al een omslag plaats in de uitvoeringspraktijk en dus ook in de organisatie en inhoud van de opleidingen. Onderzoek en analyse gingen een prominentere rol spelen, net als sociologie en filosofie. De rol en positie van de architect werd daarbij voortdurend ter discussie gesteld, vooral als politieke actor en veel minder als beoefenaar van een ruimtelijk vormgevende discipline. In de daarop volgende decennia veranderden de kijk op en de opvattingen over wat een architect, en vanaf 1979 ook een stedenbouwkundige en een volkshuisvester, moest kennen en kunnen voortdurend. Zich telkens kritisch verhoudend tot veranderingen in het werkveld en de beroepsuitoefening werd het onderwijs aangepast en daarmee ook de plaats van de praktijk binnen de opleidingen. Deze voortdurende mutaties met betrekking tot de praktijk zijn kenmerkend voor alle Academies van Bouwkunst geweest. Dat gold tot voor kort niet voor de opleidingen aan de Technische Universiteiten. Met de verplichting tot een tweejarige beroepservaringperiode (BEP), in 2010 opgenomen in de Wet op de architectentitel en in 2012 uitgewerkt in de Regeling Beroepservaringperiode, is dat veranderd en heeft de praktijk als deel van de beroepsopleidingen een wettelijke status gekregen.
36
RAVB
Dat betekent trouwens niet dat er nu wel eenduidigheid bestaat over wat en hoe een student in de praktijk moet leren. Over dat ‘hoe’ is de Academie overigens expliciet: iets kunnen leer je niet alleen door er kennis van te nemen, maar vooral door te oefenen en daarmee ervaring op te doen. Met vallen en opstaan. En dat kost tijd. We hebben onze opleidingen zo ingericht dat er voldoende mogelijkheden zijn om carrière te maken en tegelijkertijd zaken in telkens een andere hoedanigheid te oefenen. Wat een student moet leren, is helaas minder gemakkelijk te duiden. De eisen die specifiek in het buitenschools curriculum aan de beroepservaring worden gesteld, equivalent aan die van de BEP voor TU-afgestudeerden, suggereren zowel het vakmanschap als het denken over de rol en positie van de architect of stedenbouwkundige te bestrijken. Maar hoe ver gaat de definitie van vakmanschap? Hoort daar ook gedegen materiaalkennis bij, inclusief de detaillering? En betekent het denken over rol en positie vooral het ontwikkelen van een visie op het vak en het ontwikkelen van een eigen signatuur en expressie? Of ligt de nadruk meer op het ondernemende karakter van de beroepsuitoefening, al dan niet in internationaal perspectief? Op deze vragen zijn meerdere antwoorden te geven. De opvattingen over de kwalificaties die van architecten en stedenbouwkundigen geëist (moeten) worden, zijn namelijk pluriform en omgevingsafhankelijk. Er ontbreekt een collectief bewustzijn over wat een basispakket voor een startende beroepsbeoefenaar aan kennen en kunnen bevat. Dat kun je betreuren, maar het biedt wel de mogelijkheid het vak en de manifestatie van het vak in de beroepsuitoefening te relateren aan de desbetreffende context. De Academie kan je daar als student op wijzen en je helpen daarin keuzes te maken, afhankelijk van je ambities, talenten en opvattingen.
BUITENSCHOOLS CURRICULUM
Robert von der Nahmer Hoofd Buitenschools Curriculum
37
RAVB BUITENSCHOOLS CURRICULUM
Het werkveld waar Academiestudenten werken is breed en divers. Dit zijn de werkgevers waar studenten werkzaam zijn.
A3 Architecten | Aerde Borgert Architecten | ag NOVA architecten | Arco Architecten | Atelier Kempe Thill |足Barcode Architects | broekbakema | Burooost | Buro13 | Casanova+Hernandez architects | Consort Architects | de jong gortemakeralgra | De Zwarte Hond | DeVilder&Zonneveld Architecten B.V. | Doepel Strijkers Architecten | Ector Hoogstad | EGM | Gemeente Barendrecht | Gemeente Den Haag | Gemeente Katwijk | Gemeente Rotterdam | Groeneweg Van der Meijden Architecten | GroupA | INBO | jvantspijker office for open specific design | Jeanne Dekkers Architectuur | JSA | KAAN Architecten | Kennes Elegeert De Ruysscher | Ketner Olsen | Kokon | Kraal Architecten | Architectenbureau K端hne & Co | Kuiper Compagnons | Lap Landscape & Urban Design | MAS architectuur | Mecanoo | Morfis | Mulderblauw Architecten | MVRDV | Nieuwbruut | NIO Architecten | Palmbout 38
RAVB BUITENSCHOOLS CURRICULUM
Urban Landscapes | Planbureau voor de Leefomgeving | Powerhouse Company | RHAW architecture | RoosRos Architecten | Schaapveld Architectuur | Schippers Architecten | Spring Architecten | Studio MAKS | Studio Marco Vermeulen | Studio Modijefsky | Studio Schaeffer | Terra Incognita | Topos | Van Veen Architecten | Verlaan & Bouwstra architecten | West 8 Urban Design & Landscape Architecture | Bureau voor Stedebouw en Architectuur Wim de Bruijn | wUrck | Zeinstra Veerbeek Architecten | Ziegler/ Branderhorst stedenbouw en architectuur | ZUS [Zones Urbaines Sensibles]
39