Logon 2021-1

Page 1

cover-buiten-LOGON-1-21.indd 1

THEMA: MACHT

KUNST: MOZAÏEKBEELD VAN EEN CELLISTE

GEEST & ZIEL: DE ANGELIEKE DIALOOG

ESSAY: DE GNOSIS KENT GEEN BABEL

JAARGANG 2  2021  1

25-01-2021 12:15


S WWW.LOGON.MEDIA International Editorial Board Europa Italië: Eva Cristina Casciello, Duitsland: Lisa-Maria Worch, Gunter Friedrich, Nederland: Peter Huijs, Ruud Pellikaan, Polen: Wiesia Modrzejewska, Zuid-Amerika Colombia: Diana Orrego, Brazilië: Adele Abdalla, Afrika: Jacques Etoundi Ateba Redactie Nederlandse editie Eric Op ‘t Eynde, Peter Huijs, Anneke Munnik, Dick van Niekerk, Frans Spakman, Anneke Stokman, Ansfrida Vreeburg Vormgeving Studio Ivar Hamelink Redactie-adres LOGON Bakenessergracht 5 NL-2011 JS HAARLEM e-mail: info@rozekruispers.com website: www.rozekruispers.com België Lectorium Rosicrucianum v.z.w Lindenlei 12, B-9000 Gent e-mail: secr.lectoriumrosicrucianum@skynet.be website: www.rozenkruis.be Abonnementsprijs Nederland: Per jaar € 30,– Losse nummers: € 7,95 Proefabonnement (2 nummers): € 10,– Andere landen: per jaar € 40,– Abonnementenadministratie Stichting Rozekruis Pers, Bakenessergracht 5, NL-2011 JS Haarlem IBAN: NL11ABNA0560177593. BIC: ABNANL2A Nieuwe abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan

Sinds kort beweeg ik me in andere kringen. Ik heb een stel mensen ontmoet waar ik me heel goed bij op mijn plaats voel. Geen van deze mensen draagt make-up. Niemand heeft het erover, maar langzamerhand gaat het ongemakkelijk voelen. Tijdens het smeren, ’s morgens, moet ik opeens denken aan een clown. En als ik nu érgens niet op wil lijken… Maar zonder make-up naar buiten, dat is toch wel een dingetje. De eerste opmaakloze gang voert naar de supermarkt. Prompt kom ik een buurman tegen die meteen zegt: ‘Voel je je niet lekker soms? Je ziet zo wit!’ Ik schud de man af en ga zo snel mogelijk weer naar huis. ‘Kom, stel je niet zo aan,’ spreek ik mezelf toe, ‘gewoon doorzetten.’ Wat volstrekt duidelijk wordt, is dat het een masker was, dat ik iedere morgen zorgvuldig opnieuw componeerde, want ik voel me volstrekt bloot zonder make-up. Mijn nieuwe kennissenkring schijnt het niet op te merken en ook de buurt houdt zich stil, maar ik voel het bij iedere stap. Alsof ik me moet schamen, want iedereen kan me nu zien. * Na de eerste bangige fase is mijn gezicht gewoon voor mij geworden. Zo zie ik er dus echt uit, heb ik gedacht, en dat moet ik aanvaarden. Nu dat behoorlijk goed gelukt is, begint er wel iets anders op te duiken, namelijk de gedachte dat ook dit gezicht niet ‘mij’ is; dat daaronder weer een ander gezicht zit. Ik begin van alles op te merken: dat ik vriendelijk lach naar iemand maar dat die lach meteen verdwijnt als diegene uit zicht is. Dat een echte glimlach nog een tijdje naduurt. Dat ik verschillende toontjes en accentjes gebruik als ik praat met verschillende mensen. Dat ik met iemand meepraat om aardig gevonden te worden. Dat is even schrikken. Zo heb ik mezelf nooit gezien… *

Langzamerhand begint ook dát gezicht gewoon te worden. Ik weet het nu: ik ben ook daar niet echt. Ik doe er wat aan, want dat kan gelukkig. Ik praat niet meer mee, gebruik voor iedereen dezelfde toon en glimlach niet meer onecht naar mensen. Ik knik ze nu toe. Weer een masker af. Nu moet ik toch wel echt zijn… maar het is niet waar, dat weet ik nu al. Het begint me op te vallen dat ik iedere keer als ik iets wil, gauw een ‘goede’ reden verzin waarom ik het ga doen. En nu heb ik het over dingen die ik altijd als goede daden beschouwde. Iets maken voor iemand, maar eigenlijk gewoon omdat ik iets wilde maken. Iemand aandacht geven, maar eigenlijk omdat ik aandacht wilde. Een duur cadeau geven, om aardig gevonden te worden. Iets vol overtuiging zeggen, terwijl ik weet dat het niet waar is. Toch doorgaan met iets waarvan ik weet dat het ongezond is. Merken dat ik de hele dag grappige dingen zit te verzinnen om leuk gevonden te worden. En dan… een ontstellende conclusie: dat ik lijk op allerlei mensen waar ik commentaar op had. En plotseling wordt de hele wereld een spiegel, waar ik zonder masker in kijk. Ik zie ieder vlekje, iedere rimpel en ieder bobbeltje en toch… daaronder zit nog meer. Iets waar ik mijn hoop op vestig. Het schijnt zacht door alles heen en ook daarin lijk ik op anderen, in wie ik dat herken. Achter onze maskers leeft een Echt Mens en opeens is het niet moeilijk om dat laatste masker ook te laten vallen – stukje bij beetje, rimpel voor rimpel. Misschien valt het niet echt. Misschien zien anderen al die rimpels en misschien ook al mijn andere maskers nog. Misschien duurt het nog een poos voordat ik een blik kan werpen op die volheid die ik aanwezig weet. Misschien moet ik nog door heel veel lagen heen. Maar intussen leef ik anders, laat het leven zijn gang gaan met mij. Transparant.

77

cover-binnen-LOGON 1-21.indd 77

25-01-2021 13:24


Beste Aarde, Ik weet, je bent maar een kleine bol in het grote uitspansel van het heelal, niet meer dan een knikker in de kinderkamer van een groot landhuis. Maar voor het kind ben je het centrum van zijn wereld. Hoe mooi ben je niet als je in de zon glanst en schittert, maar in de stoffige hoek waarin je terechtgekomen bent, is er niemand die je ziet. Ben je ergens onder gerold? Gelukkig is er het kind dat aan je denkt. Het was je even vergeten, bezig met ander speelgoed. Kijk nou, hoe dat kleintje sip is omdat je bij het spelen bent zoekgeraakt. Hij had hem nog wel van zijn vader gekregen! En nu het aan je denkt is zijn verdriet grenzeloos, en maakt het zoveel misbaar dat het hele huis in rep en roer is. De kinderleidster komt helpen zoeken, de kok zegt dat het zich niet zo druk moet maken en zelfs moeder moet komen om te troosten. Ze roept naar de tuinman, kijk eens onder het raam, of de knikker niet naar buiten is gerold? En ja hoor, daar tussen de kiezels van het tuinpad, glinstert iets – het is ‘m! En daar wringt het een beetje, beste aarde. Ben je verloren, als een minuscule nietigheid in een oneindig universum? Of ben je het centrum, het allerkleinste centrum waarin de meest machtige processen zich afwikkelen, en het van groot belang is hoe het allemaal afloopt? Ben je verloren of word je gezocht? Maar je bent te mooi om zomaar te verdwijnen. Als je verloren bent, ga ik je zoeken en ik ben niet de enige. We roepen alle hulp in die we kunnen krijgen. We gebruiken alles wat we hebben: intuïtie, schoonheid, aandacht, liefde, intelligentie. Je bent belangrijk, je bent ons centrum, wij zijn hier, en we willen je niet kwijt. En we vegen alles weg wat het zonlicht belet zich in jou te spiegelen. Peter Huijs

1

inhoud-redactioneel.indd 1

25-01-2021 11:15


Inhoud w Twee werelden – In welke wereld ben ik vandaag? Pam Wattie

4

w Rede en macht thema macht 1 Frans Spakman

6

w Illustratie van kracht en macht – een schets

aan de hand van Tarotkaart 11

thema macht 2

14

Eric op ’t Eynde w De verpletterende verantwoordelijkheid

God te zijn – gezien vanuit het standpunt van een sterveling thema macht 3

16

Eric op ’t Eynde w Gnosis kent geen Babel – over macht

en onmacht van taal

thema macht 5

26

Dick van Niekerk w Van binnen Peri Schmelzer

38

w De angelieke dialoog Frans Smit

40

w Drie wonderbaarlijke vermogens Meik Meurer

48

2

inhoud-redactioneel.indd 2

25-01-2021 11:15


w De mystiek van het geluid – citaat Inayat Khan

55

w Charlie Anneke Munnik

56

Restless temple w Winnie Geurtsen

60

De vraag weet het antwoord w Konstantin Scheihing

66

J – Mozaïek van een celliste w Eric op ’t Eynde

70

Laagjes w Anneke Munnik

75

u Column Macht / thema macht 4 – Anneke Stokman Filosofie bij rampspoed [3] – Dick van Niekerk u Boeken John van Schaik en Jacob Slavenburg: Hermes Trismegistus – Hermopolis, Florence, Leuven, Amsterdam

24 37 62

3

inhoud-redactioneel.indd 3

25-01-2021 11:15


Jarad is in één klap wakker, rolt om – ‘stik, ik zit in wereld 2’ – en probeert weer te gaan slapen. Het is zo verwarrend om twee lichamen te hebben, en nog verwarrender om in twee werelden te leven. Hij snakt ernaar om elke dag gewoon in hetzelfde lichaam wakker te worden, zoals alle anderen schijnen te doen, en gewoon door te gaan met het leven te leven. Het is niet altijd zo gegaan, dat weet hij zeker… maar misschien toch wel. Hij kan zich niet herinneren wanneer het is begonnen te gebeuren, dus misschien zijn er altijd al twee lichamen geweest, maar was er eerst maar één waar hij zich bewust van was. Gelukkig zijn de lichamen even groot, met een identiek uiterlijk, dus de verwarring ligt alleen bij hem. Niemand merkt het. Vandaag is het dus lichaam twee, tenzij het lukt om zichzelf op te trekken naar lichaam 1, wat niet altijd mogelijk is. Lichaam 1 is lichter, kalmer, en brengt een vredige, rimpelloze wereld met zich mee. Een wereld zonder tegenstellingen, waarin alles vloeiend verloopt en alles precies op het goede moment gebeurt. Geen spanning, geen zorgen. In tegenstelling daarmee is lichaam 2 grillig, voortdurende veranderend, van het ene uiterste in het andere. Er is geen vrede in dat lichaam en ook niet in de wereld waar het mee samengaat.

Manoeuvreren tussen de twee lichamen en hun werelden is bepaald niet eenvoudig, behalve als het spontaan gebeurt, zoals soms het geval is, vooral tijdens de slaap. Maar overdag is het zo goed als onmogelijk en Jared geeft zich er vrijwel altijd aan over, accepteert gewoon het lichaam waarin hij die dag wakker wordt. Hij heeft ontdekt dat de overgang maken van het ene naar het andere, van het dichtere lichaam 2 naar het lichtere lichaam 1, een sterke gerichtheid vereist op een innerlijk principe, een kern binnenin zijn wezen die niet altijd toegankelijk is, vooral als er sprake is van opwinding of

4

112. twee werelden.indd 4

25-01-2021 11:22


w TEKST: PAM WATTIE w LAND:

AUSTRALIË

w BEELD: DAS WUNDERZEICHENBUCH

Twee werelden in welke ben ik vandaag? w RUBRIEK: LEVEND HEDEN

Das Wunderzeichenbuch. Op 21 maart 1551 werden in Leipzig ‘volgens het getuigenis van geloofwaardige personen’ vijf zonnen waargenomen’

een of ander soort afleiding. Het is vaak gemakkelijker maar gewoon te zijn, om de werkelijkheid van de dag en de wereld te accepteren die bij het lichaam hoort. Uiteraard is lichaam 1 altijd te prefereren en brengt het veel innerlijke vreugde. Soms, als hij wegdoezelt na ’s morgens wakker te zijn geworden in lichaam 2, ontwaakt hij daarna in lichaam 1 – maar het tegenovergestelde gebeurt ook en moet koste wat het kost vermeden worden! Nu is hij dus hier, in lichaam 2, omgeven door de voortdurend veranderende wereld en wetend dat wegdoezelen nu geen optie is. Misschien later… Een pauze in zijn dagelijkse activiteiten biedt hem een kans. Even rusten, een paar minuutjes dommelen – en daar is hij, in lichaam 1, in alle rust. En de dag duurt voort. Het is dezelfde dag, het zijn dezelfde voorvallen, maar twee onmiskenbaar verschillende werelden, twee onmiskenbaar verschillende lichamen. Het ene lichaam, lichaam 2, dat zich door de dag heen worstelt, die als moeilijk en chaotisch wordt ervaren – net als wereld 2 – terwijl lichaam 1 soepel doorgaat met

/

Levend heden

ademhalen, alle moeilijkheden kalm afhandelend, waar wereld 1 een afspiegeling van is. Niet wetende wanneer het was begonnen, dat in twee lichamen leven, weet hij ook niet wanneer het zal eindigen – maar hij wordt diep vanbinnen gewaar dat dat wel zal gebeuren: het moet ooit eindigen. Er zal een keuze moeten worden gemaakt tussen de twee en die keuze wordt steeds minder moeilijk. Deze keuze – uiteraard voor het leven in lichaam 1 – gestand doen, dat zal aanvankelijk veel moeite kosten. Moeite om de gerichtheid op het innerlijk vast te houden, steeds bewust van de innerlijke kern die hij heeft leren herkennen en die grote vreugde wekt, iedere keer wanneer hij erover nadenkt. Zij moet gevoed worden, verzorgd, beschermd. Met aandacht en zorg zal zij, kan zij groeien – wat feitelijk al gebeurt. Sterker worden, lichaam 1 stimuleren om de leiding te nemen in zijn leven, lichaam 2 toestaan kleiner te worden, een volger te worden in plaats van een uitdager voor het leiderschap. Een geleidelijk proces, een innerlijk proces en een actueel proces. De overwinning is nabij!

5

112. twee werelden.indd 5

25-01-2021 11:22


De Rede en Macht Redelijke macht is als een droom. De droom van de koninklijke heerser, de verlichte despoot: het zou toch mogelijk moeten zijn om in de wereld een beheersing en toedeling van macht te bewerkstelligen, die rechtvaardig en menselijk is, zonder dat iemand daaronder hoeft te lijden. Sinds de renaissance en verlichting in Europa zijn meerdere pogingen gedaan om een dergelijk rechtvaardig regime mogelijk te maken. De vraag is wat daarbij allemaal te weerbarstig is gebleken en hoe we in deze eeuw en vooral in de bizarre situatie van dit moment de macht van de wereldse krachten en instituten kunnen doorkruisen in een gnostieke gerichtheid, teneinde het koninkrijk van binnen in glorie te herstellen met behoud van de verheven inzichten en werking van de rede.

/

Thema macht 1

6

105.rede en macht.indd 6

25-01-2021 11:26


w TEKST: FRANS SPAKMAN w LAND:

NEDERLAND

w BEELD: GENERAL FUSION w RUBRIEK: TIJDGEEST

E

Een oorspronkelijk vermogen

Goddelijke macht

Macht is vermogen, energie. In oorsprong scheppingskracht, vermogen tot creëren. Kennen we dat oorspronkelijk vermogen nog? Herkennen we in onszelf deze potentie? We herkennen macht aan de buitenkant als uitoefening bij handhaving, of als controlemechanisme. Als we iemand als machthebbend beschouwen, dichten we hem of haar die effectieve uitoefening of die controle volledig toe. En als we het over de oerschepper hebben, dichten we hem/haar almacht toe, het formeren van alle kracht in alle universa.

Toch is het verwonderlijk dat die godheid van den beginne zich behalve via onomstotelijke natuurwetten, niet lijkt te bemoeien met de wereld zoals wij mensen die ervaren, immers dat moeten die – vaak als wreed ervaren – natuurwetten maar ‘regelen’, ‘reguleren’. De godheid wenst geen macht uit te oefenen over de principiële menselijke vrijheid in de toch beperkte speelruimte. En volgens sommigen kan hij/zij dat niet eens, wat voor een Almachtige behoorlijk paradoxaal is. Zij/hij laat de machtsuitoefening aan de mensen zelf en aan de natuur over.

7

105.rede en macht.indd 7

25-01-2021 11:26


Hong Kong © Fabrice Fouillet

Planeet en mensen zijn geheel op zichzelf en de natuurwetten aangewezen Waarom stuurt deze verheven bronkracht niet bij in een wereld die kommert van nood? Dat is een vraag die eeuwen en eeuwen gesteld is en wordt naar aanleiding van de vreselijke gruwelijkheden tijdens oorlogen, of naar aanleiding van het misbruik van de menselijke vrijheid die het voortbestaan van de planeet in de waagschaal stelt door eigenbelang, welvaart en comfort boven alles na te streven. Zo zijn de planeet en de mensen geheel op zichzelf en de natuurwetten aangewezen. En daarmee op de machts-

vorming en machtsuitoefening in de wereld. Zelfhandhaving en cultuur

Tot dusverre vullen we die machtsvorming als mensheid in volgens de behartiging van eigen belang, eigen land, eigen groep, eigen ras, eigen stand, eigen sekse, eigendom, alles in een zelfhandhaving die logisch en natuurlijk is en bestaanszekerheid en –continuïteit op het oog heeft. En als dat in redelijkheid en in evenwicht gebeurt, vormt dat cultuur met eventueel uitingen van

8

105.rede en macht.indd 8

25-01-2021 11:26


schone kunsten, alles binnen een raam en gestructureerd met verhoudingen, hiërarchisch, dus in machtsverhoudingen. Redelijkheid is zeldzaam

Het zijn de machtsverhoudingen van deze wereld, met z’n eigen machtswetten die bepalend zijn voor het bestaan – en het leven proberen inhoud, betekenis en zin te geven. Maar het gebeurt bijna nooit in redelijkheid en in evenwicht, want de vorming van macht kent natuurwetmatige grenzen zoals het eigene eerst, het recht van de sterkste. De vorming van macht heeft de overwinning in een strijd nodig, bijna altijd. Alleen wanneer er een machtsvacuüm is, kan natuurlijk leiderschap de doorslag tot machtsvorming geven en is een eventuele machtsstrijd maar ten dele geforceerd of nodig. Voor de vorming van macht in deze wereld is strijd, competitie, concurrentie en het behalen van de overwinning dan ook min of meer noodzakelijk. Het kostbaarste bij de vorming van macht wordt wel wijsheid genoemd, want dat verlicht uiteindelijk de nieuwe machthebber het meest bij zijn strijd om de overwinning. Maar bij de strijd om de macht in deze wereld is het vanzelfsprekend de wijsheid van deze wereld die kan verlichten – en is het voorts de vraag of de wijsheid-niet-vandeze-wereld wel nuttig en dienstig kan zijn. Bijvoorbeeld voor het behalen van de overwinning. Wijsheidsverlies

In de momenteel glijdende schaal naar steeds minder echte wijsheid door enerzijds de niet meer te behappen hoeveelheid informatie en anderzijds de vervlakking van het leven tot waar

banaal en basaal elkaar versterken, is elke overwinning een zeer tijdelijke, omdat de wijsheid er bijkans is uitgefilterd. In de jaren ’90, het begin van het nieuwe informatietijdperk, werd het zo verwoord: ‘In knowledge we lose wisdom; in information we lose knowledge.’ In de kale, droge en zakelijke data van informatie verliezen we de kennis die samenhangend is en hanteerbaar voor zielebeleving; in de kennis die min of meer samenhangend is, zijn we de wijsheid van de rede verloren. Welke macht dient de overwinning door de rede, die de overwinning van de geest is? In de Chinese wijsheid wordt verwoord dat degene die mensen overwint sterk is, maar dat degene die zichzelf overwint, almachtig is. Met andere woorden dat deze de ‘macht niet van deze wereld’ bezit. Machtsvorming en -uitbreiding

Bekend is dat wanneer wereldse macht gevestigd is, zij zelf haar wetten stelt en niet geleid wordt door de rede of door Tao. Wanneer macht is gevestigd, wil zij zich minimaal handhaven en vaak uitbreiden. En wel met middelen die dat doel volgens de machthebber heiligen. Vaak zijn redelijkheid en evenwicht daarbij opgeofferd aan machtsuitbreiding. Wereldse macht wil zichzelf sinds de opkomst van de rede als rationeel instrument in Europa vooral als economische macht doen gelden, waarbij uitbreiding gericht is op verdere monopolievorming. Het middel bij uitstek daartoe is de markt of de handel – waarop en waarin spreekwoordelijk alles is geoorloofd. Die markt en de wereldhandel lijken vrij maar staan in

9

105.rede en macht.indd 9

25-01-2021 11:26


afhankelijkheid direct in verband met monopolies, protecties, machtposities. Daarom is er een onvriendelijke manier om bij handhaving en uitbreiding van machtsposities die vrijheid te nuanceren: men zegt dan dat macht corrumpeert. Religie en angst

Wat er sinds de zogenoemde verlichting met de machtsposities van religieuze instituties is gebeurd, is niet verrassend: deze organisaties van gevestigde machtsinstituten hebben gepoogd met alle geoorloofde en ongeoorloofde middelen, repressief, intimiderend en excommunicerend hun macht veilig te stellen in een hiërarchie, gebruikmakend van zichtbare en onzichtbare energieën. Tenminste, voor zolang de volgzame kudde dat nog liet gebeuren, omdat de ‘angst-methode’ (dreiging met hel en verdoemenis) juist door de bewustwording van het bestaan van de rede, z’n houdbaarheidsdatum ging overschrijden. Een van de vruchten van de verlichting was in dit verband de beperking van het machtsterritorium van de religieuze instituties, de scheiding van kerk en staat. Het nadeel daarvan was wel dat de machtspositie van de staat óók een impuls kreeg. Verwonderlijk is dat die scheiding van kerk en staat lang niet overal is doorgevoerd: in Engeland is bijvoorbeeld het staatshoofd (de koningin) tevens hoofd van de staatskerk en wel levenslang. Mede door een dergelijk concentratie van macht heeft zich een wereldwijd machtsimperium kunnen ontwikkelen. Het instrument bij uitstek om macht te kunnen handhaven is angst, zowel de eigen angst voor positie- en invloedverlies alsook het voeden van angst bij

onderdanen en volgelingen (gelovigen) voor sancties en verliezen, wanneer het ‘gezag’ genegeerd wordt. Wanneer besmetting met angst voldoende heeft plaatsgevonden, volgt er heel vaak impulsieve, niet met de rede sporende handeling. En dat kan zeer agressief zijn. Psychologisch is al heel lang bekend dat angst en agressie sterk samenhangen. Men spreekt wel van onberedeneerde angst of diffuse angst om aan te geven dat de rede als instrument van de geest volledig is uitgeschakeld. Een machtsstructuur

Ook het bedrijfsleven, de handelsinstituties en ‘company’s’ ( afgeleid van het eerste mondiale machtsmonopolie, de Verenigde Oost-Indische Compagnie) doen hun voordeel met de vatbaarheid voor angst en de impulsieve handeling die daarvan het gevolg kan zijn door de consument. De multinationals van nu hebben daarbij voor het behoud en de uitbreiding van hun machtspositie het voordeel dat de natiestaat enorm aan invloed heeft ingeboet. Zij (multinationals) zijn inmiddels vaak machtiger dan afzonderlijke natiestaten. Wat die multinationals hebben geleerd van kerk en staat is het opzetten van een machtsstructuur, een patroon van afhankelijkheid naar het niveau van functioneren. Niet alleen de hiërarchie van top-down werken, maar ook het geheimhouden van informatie van en over een hoger niveau voor een lager niveau, binnen een strikte gehoorzaamheidscultuur, zodat de machtsverhouding gewaarborgd kan blijven, met als sleutelbegrippen veiligheid en controle. Zo functioneert ‘the Company’ optimaal. Een aflopend stelsel?

Zo hebben instituties nog steeds veel

10

105.rede en macht.indd 10

25-01-2021 11:26


Wat multinationals van kerk en staat hebben geleerd is het opzetten van een machtsstructuur macht in handen en oefenen die macht ook meedogenloos uit, vooral ook omdat de structuur van de geldhandel en de financieringsmethoden dit nog weer versterken. Dat wil zeggen dat het gegroeide dominante kader van aandeelhouderskapitalisme in een neoliberale context elke menswaardige, planeetvriendelijke en diversiteit ondersteunende toekomst als nieuwe werkelijkheid de pas afsnijdt: de voorwaarden zijn onverbiddelijk rendement, groei en dividenduitkering voor aandeelhouders, want dezen hebben de allesbepalende macht. Daartoe steken zij bedrijven, particulieren en overnamefondsen in steeds hogere schulden. De econoom

Maarten Schinkel ziet deze werkwijze als ‘een poging om met een steeds langere hefboom het laatste restje rendement te persen uit een economisch systeem dat op z’n einde loopt’. De keizer

Maar we hebben het nog steeds over ‘wereldse macht’, de macht van de caesar, van de keizer, van de oversten van deze wereld zoals deze gegund is aan mensen, omdat mensen in principe vrij zijn de wereldeconomie en de wereldhuishouding naar eigen inzichten in te richten, weliswaar gebonden aan de natuurwetten.

11

105.rede en macht.indd 11

25-01-2021 11:26


Ondertussen ontsnapt onze omgeving meer en meer aan onze macht en dwingen planeet en natuur ons tot een nieuwe zelfreflectie De slapende koning in ons

Toch openen we ook graag ons wezen voor die andere macht, de macht van degene die zichzelf overwonnen heeft en daardoor sterker is dan iemand die een stad inneemt, zelfs almachtig is. De macht van de koning die we van binnen zijn, de macht van de koninklijken van geest, zoals Frederik van Eeden dat heeft genoemd. Volgens Marten Toonder zit die koning op zijn zetel te dutten, hoewel hij beweert slechts het goud van geest te begeren en het stoffelijk goud niet wenst te bezitten. Maar in het verhaal gebruikt de koning de rede alleen als hij gewekt is door een vrouwelijk element, een jongedame die hem in een wakkere toestand weet te krijgen. Ook in de schaaksport zien we dezelfde verhouding: vergeleken bij de koningin is de koning een passief en vrij onmachtig persoon, die als belangrijkste element van het spel door de tegenstander tot overgave wordt gedwongen of zelfs mat gezet. Waarom willen we ons koninkrijk van binnen niet door de rede tot macht laten verheffen?

We hebben het als westerse cultuur wel geprobeerd: mensen als Ficino, Bruno, Spinoza, Comenius, Boehme, Van Eckartshausen, Kierkegaard en vele anderen hebben geprobeerd duidelijk te maken dat het streven naar wereldse macht de ware menselijke rede schaakmat zet

en bovendien hebben ze aangegeven – ieder op zijn wijze – hoe de wereld van de geest wél genaderd zou kunnen worden. Toch, ondanks deze reuzen van de geest die erkend en herkend worden in hun bezieling, is de moderne mens blijven vasthouden aan het streven naar macht in de wereld. Zo geeft de Duitse socioloog Hartmut Rosa de moderniteit als volgt weer: ‘De moderniteit stoelt op het idee dat we onze omgeving volledig in onze macht kunnen krijgen, ook de natuur.’ Je zou kunnen zeggen: ‘De koning is weer gaan slapen in de verkeerde zelfinkeer.’ Ondertussen ontsnapt onze omgeving meer en meer aan onze macht en dwingt de planeet en de natuur ons tot een nieuwe zelfreflectie. Daarbij kunnen we tot de ontdekking komen dat de geïnstitutionaliseerde dwang, de atmosferische angst, de nog steeds toenemende controle van welk gedrag dan ook, de onmogelijke eis van absolute veiligheid, ons in een onvrije positie hebben gemanoeuvreerd, zodat de ziel geen kant op kan en wij onszelf als in een gevangenis bevinden, slaaf van gewenning, van welvaart, van het ‘scherm’ en van schijnveiligheid. Onmachtig, althans onmachtig de koning tot leven te wekken. De ziel als schone vrouwelijke energie

Toch is dat schijn, het leven heeft meer voor ons in petto dan het conformeren aan een bedenkelijk geworden systeem,

12

105.rede en macht.indd 12

25-01-2021 11:26


maar we moeten wel een scherpe observatie dulden van hoe diep ons slaafzijn zit. Als we ons al kunnen onttrekken aan de bindende macht van onze zintuigen door die macht uit te doven, moeten we niet menen daarmee van de machten dezer wereld verlost te zijn. Daarbij blijft het belangrijk om de ziel (met de schone, vrouwelijke energie) tot aanzijn te roepen, zodat de koning wakker gemaakt kan worden. Maar die ziel moet, zoals de Pistis Sophia beschrijft, wel door alle sferen van eonen heengaan en daarbij komt zij een nietstoffelijk, groot en dramatisch verleden van de mensheid tegen. Een verleden dat atmosferisch óók in het heden krachtig aanwezig is. De Pistis Sophia

Noten Herman Schinkel, katern Economie, NRC, 26/27 september 2020 Frederik van Eeden, De koninklijken van geest Marten Toonder, Koning Hollewijn Hartmut Rosa, Die Unverfügbarkeit, 2018 Marten Toonder, De Bovenbazen

De machtsstructuur van de huidige wereldse machten (religieuze instituten, multinationale bedrijven, staatkundige eenheden) is doortrokken van de archontische ‘hongerigen’. Die archontkrachten zijn namelijk qua voeding sterk afhankelijk van de productie van menselijke ethers, die wij in gehoorzame slaafsheid aan hen kunnen leveren, al sinds Abraham. Het is van belang te onderkennen dat bezit, eigendom, geld en winst maken al sinds diezelfde oudheid de astrale lokkrachten voor die etherproductie kunnen vormen, en dat zich een bovenlaag van menselijke entiteiten heeft gevormd die vanuit wereldse macht een saturnaal systeem in stand kan houden. Dat wil zeggen, hiërarchisch, top-down, elitair en gebaseerd op puissante rijkdom aan geld, in het bezit van zeer weinigen. Hoe zo’n systeem functioneert, is onder andere beschreven in het (strip) verhaal De Bovenbazen van Marten Toonder.

Als we de bindende krachten van de zintuigen uitdoven en door de overwinning op onszelf sterk van ziel zijn geworden, is vanuit de rust die in ons is gekomen een groot zelfvertrouwen gegroeid. Het bijzondere licht dat daarmee als genadekracht is verbonden, stelt ons tevens in staat de machtsstructuur van de wereld te doorkruisen. We komen in de bewustzijnsstaat dat we niet willen beheersen en afdwingen maar echt gaan luisteren vanuit het nieuwe zelfvertrouwen. Gnostieke lichtkracht

We herkennen direct de angstgeur, de controledwang, de onvrijheid, de winstdwang van een verdienmodel, de horigheid aan autoriteiten, aan directies, aan de keizer, en kunnen daar met onze zielekwaliteit die gevuld is met gnostieke lichtkracht, helpen. Niet door te strijden, maar door ons aanwezig zijn en onze aandacht en hulpvaardigheid. Zo vormen we een koningskoppel van ziel en geest. Een nieuwe machthebbende treedt naar voren. De rol van de rede is geworden die van de wijsheid die denkt in de stilte. Het hermetische gegeven van die niet-wereldse wijsheid is het midden, het evenwicht van de ziel op een hoog trillingsniveau, de stilte die wel degelijk leven is. Die rede heeft geen ‘tuchtmeesters’ van de wereld meer (Hermes); die rede is de aandoeningen van onredelijke emoties te boven (Ethica, Spinoza). De macht van de rede heeft geen machtsstructuur, geen onderdanen, geen blind geloof nodig, maar is ‘vanzelf’ zoals de Daodejing meldt. Hoofdstuk 27 geeft in het laatste vers weer hoe dat komt: ‘Hij die geen waarde hecht aan macht heeft de alwijsheid verkregen.’

13

105.rede en macht.indd 13

25-01-2021 11:26


Illustratie van kracht en macht Een schets aan de hand van Tarotkaart 11

/

Thema macht 2

De Tarot de Marseille kan gelezen worden als een inwijdingsweg. De opeenvolging van de 22 Grote Arcana, de figuurkaarten van het kaartspel, gaat van de jonge Magiër (I le Bateleur) langs de Hogepriesteres als inwijdster (II Papesse) tot uiteindelijk de realisatie, de nieuwe geboorte van de Wereld (XXI le Monde) met de vier mysteriefiguren van de evangelisten daaromheen en de onvertaalbare Mat (de nar, zonder nummer voor het begin of na het einde), die in volkomen vrijheid zijn pad gaat. Als hij zich van de hem nog nabijtende hond heeft kunnen ontdoen. Een arcanum (meervoud arcana) is een geheim, van het Latijnse woord arcanus, wat ‘in een kist of koffer gestoken’ betekent en dus verborgen, wachtend op ontdekking.

Het midden van de ontwikkelingsweg is kaart 11, de Kracht (zie afbeelding.).

De Grote Arcana’s kunnen gerangschikt worden in drie keer zeven + de bevrijde Mat. De eerste reeks van zeven betreft dan de inwijding naar het lichaam. De tweede reeks de inwijding naar de ziel. De derde reeks de inwijding naar de geest. Het niveau van duiding waarop geest, ziel en lichaam worden gezien, hangt van de ziener af. De afbeeldingen nodigen uit tot projectie van inhouden van ons individuele onderbewuste. De Kracht bevindt zich in het midden van het tweede zevental. Wat ziet u op en in de afbeelding? Een rijk geklede dame lijkt een leeuw die voor haar zit bij de opengesperde bek onder controle

14

99.kracht en macht.indd 14

25-01-2021 11:30


w TEKST: ERIC OP ‘T EYNDE w LAND:

BELGIË

w BEELD: TAROTKAARTEN w RUBRIEK: GEEST EN ZIEL

te houden. Een aantal details van de vrouwelijke figuur springen in het oog: op het hoofd draagt zij een breedgerande hoed in de vorm van een lemniscaat, het symbool voor oneindigheid. Boven op die hoed branden zes vlammetjes. De lijn aan de basis van haar hals doet een masker vermoeden. De onder haar lange kleed uitstekende rechtervoet laat zeven tenen zien. Met haar beide handen richt ze het hoofd van de leeuw naar linksvoor. Ze kijkt en beweegt zelf ook min of meer in die richting en daarmee, volgens interpretatie, naar de toekomst.

Zij staan heel beknopt uitgedrukt voor het zelf in handen nemen van de verantwoordelijkheid voor het levenslot (X) en voor het in overgave tot rust komen, vol vertrouwen op de gouden verbinding met boven (XII). Wie naar de afbeeldingen kijkt, maakt zijn eigen associaties. Een mythologische gehangene was Odin, die na drie dagen gehangen zijn de wijsheid van de runen lezen kon. De Kracht: een vrouwelijke figuur in rijke kleren. De ziel, of de anima. Zij drukt beheerste en beheersende kracht uit. De handen van de vrouw en de leeuw bevinden zich onder haar midden, de in het kleed benadrukte lijn van het hart. De kracht van de ziel geeft richting aan de leeuw, de overvloedige en wilde levensenergie waarover de mens beschikt. Energie van het oude of van het nieuwe leven. Wie is de leeuw? We zien een ziel die verbonden is met de eeuwigheid, die open is naar de hemel met de vlammen van de geest en die de levensenergie van de mens beheerst. De mens in zijn tweevoudigheid. Een figuur als de centaur, die een dieren- en een mensenlichaam combineert. De rechtervoet van de vrouw staat op de grond en laat zo de energie die van boven ontvangen wordt zevenvoudig uitvloeien in het gaan van haar pad. Afhankelijk van de kwaliteit van de ziel is er in deze afbeelding sprake van kracht – vanuit de verbinding met boven, vanuit het centrum, beheerst en gericht – of van macht – vanuit de diermens, om als koning der dieren te heersen. De keuze is aan de ziel.

De kaarten die de Kracht in de serie omgeven zijn: het Rad van Fortuin (links.) en de Gehangene (rechts.).

15

99.kracht en macht.indd 15

25-01-2021 11:30


De Verpletterende Verantwoordelijkheid

God te Zijn

16

100.god te zijn.indd 16

25-01-2021 11:29


w TEKST: ERIC OP ‘T EYNDE w LAND:

BELGIË

w BEELD: ANONIEM w RUBRIEK: GEEST EN ZIEL

Gezien vanuit het standpunt van een sterveling

17

100.god te zijn.indd 17

25-01-2021 11:29


Wij doen voortdurend pogingen om een deel van onze autonomie, macht en vrijheid in te ruilen. We gebruiken afgestane autonomie als betaalmiddel om van een deel van het gewicht van onze verantwoordelijkheid verlost te zijn. Onvrij zijn is niet verantwoordelijk zijn. Wij zijn, als actueel bewustzijn, daarin een reflectie van een gelijkaardig proces in de microkosmos, in dat van ons wat blijft. Terwijl we anderzijds weten geroepen te zijn tot vrijheid.

/

Thema macht 3

A

Autonoom zijn is vrij zijn, is God zijn. Vrije denker, vrije schepper. Zoals God wordt gezien vanuit het standpunt van een sterveling, een mens. In een gedurende vele incarnaties in de ziel ontwikkelde slachtofferpositie en een vrijwel totaal gevoel van menselijke onmacht. Die onmacht in een wereld waarin zowat alles kan gebeuren genereert een heel grote angst. De angst van het naar bewustzijn gescheiden zijn en daardoor voortdurend in mijn bestaan bedreigd. Tegelijk ben ik zo dubbel: ik verlang naar autonome vrijheid én ik wil onder de angst voor verantwoordelijkheid uit. Wat ontbreekt is geleefde eenheid, verbinding en het weten dat daarmee annex is. Neem het gezichtspunt van de microkosmos. Hij heeft ooit zijn autonomie ingeruild voor de rijkdom van het wilde ervarende leven. Niet langer uit Gods gedachte leven maar uit de zelf voortgebrachte scheppende gedachten. Die zich dan reflecteren in een niet langer meer helemaal goddelijke realiteit. Een steeds tragere realiteit. Tot uiteindelijk in de materie zoals wij ze nu ervaren.

Dan is de microkosmos al zo ver van zijn vertrekpunt, zo diep in de ervaring gevallen, dat hij zijn eigen waarnemer, getuige, lichamen-set niet langer denkend kan scheppen, kan voortbrengen. Uit de materiële wereld worden de soorten ontwikkeld en uiteindelijk een protomens die in de microkosmos kan opgenomen worden. Er ontstaat tweeheid van mens-zijn: de mens wordt het instrument van de Mens. Dat is de idee, de gedachte. De mens kán het instrument worden, maar daarvoor moeten beiden worden geherstructureerd, geregenereerd, genezen, hersteld. Zo’n microkosmos incarneert ofwel om weer van de oerschuld van zijn val tijdelijk verlost te zijn in het grote vergeten van deze incarnatie, ofwel om zijn oerschuld in te lossen en zijn autonomie te herwinnen. De oerschuld komt voort uit het scheppend denken buiten God. Al bestaat er natuurlijk niet echt iets buiten God. Voor het simpele feit van de mogelijkheid tot incarnatie betaalt de microkosmos met een vrijwel totaal verlies van zijn residuele autonomie, zijn resterende macht. Hij geeft zich gevangen aan

18

100.god te zijn.indd 18

25-01-2021 11:29


Er is zero autonomie, geen vrijheid, geen macht een menselijke conceptie, die leeft uit een gedeelde levensziel van twee mensenkinderen van verschillend geslacht. Gecompliceerde schepping! Stel je de emotie van dat verlies van vrijheid eens voor, telkens weer… De microkosmos draagt zijn oerschuld en daarbij opgeteld de karmische schuld zoals de balans sindsdien is geëvolueerd: is de energie van de sterren gebruikt voor herstel of voor degeneratie? Dat karma sluit niet naadloos aan op de levensziel van het nieuwe concept, dat zich begint te ontwikkelen onder de dwingende invloeden van het bloed van de ouders – hun gedeelde levenszielen – en karmische bepaaldheid. Er is zero autonomie, geen vrijheid, geen macht. Het beginnend bewustzijn van het embryo en later van de baby staat zijn macht noodgedwongen af aan zijn schepper, de moeder. Om te mogen leven. In dat leven zal het kind dan geleidelijk en stapsgewijs stukjes autonomie bevechten en op de opvoeders en de omgeving herwinnen. Daarbij spelen kinderziekten een heel mooie rol van ondersteuning door de omgeving (zie kader). De drang tot vrije zelfwording is heel groot en leidt tot psychologische situaties als de tiran-van-dehoge-kinderstoel, op dat moment in de ontwikkeling van de mens een actuele en nodige machtsconcentratie. We groeien op tot jongvolwassen, zelfstandig, vrij. Maar wel zoals ontwikkeld uit die eerste karmagedwongen periode van ons leven. Beperkt autonoom

dus, met na de adolescentie een meer directe invloed van het karmisch pak van de microkosmos ten nadele van de bloedserfenis van de ouders. Waaruit de puberteitsconflicten voortvloeien. Met een individueel bewustzijn. Jongvolwassen ruilen we een groot deel van de soms zwaar bevochten autonomie meteen weer in om geld te kunnen verdienen – nog zo’n schuldproduct – en te mogen leven. In één of een reeks van beroepen waarvoor we eerst zo’n twintig jaar hard gestudeerd hebben. In een studierichting die we voor ons achttiende kozen en waarin dus nog een flinke dosis bloedserfenis is verrekend. We hebben in ons gezin van oorsprong geleerd te laveren tussen persoonlijke autonomie en het inruilen van meer of minder daarvan om te mogen leven. Er is een voortdurend balanceren tussen ik en wij. We ontwikkelen de nodige mechanismen om daarin zoveel mogelijk binnen te halen voor ‘ik’. De basisdrijfveer in ons bloed is blijven leven. Dat streven delen we met alle leven op deze aarde. Machtsconcentratie en machtsdeling verhogen de overlevingskans. Concentratie van macht in mijn persoon vergroot mijn handelingsvrijheid en daarmee gelijklopend mijn verantwoordelijkheid voor elke gestelde daad. En mijn al dan niet bewuste angst voor die verantwoordelijkheid. Machtsdeling met anderen is een andere strategie. Naargelang de cultuur waarin we opgroeien en leven ligt de balans tussen ik en wij op een ander punt. Eu-

19

100.god te zijn.indd 19

25-01-2021 11:29


Opvallend dat elke binnengroep weer een buitengroep creëert, en daarin een vijand ziet ropeanen zijn door de bank genomen meer ik dan Afrikanen, die meer uit het overlevings-wij denken en zijn. Zij staan meer autonomie af aan de grootfamilie, de stam, de natie. Zelfs als dat – karmisch – snoeihard wordt afgestraft in de voortdurende bloedige strijd tussen stammen of volkeren. Identificatie met een wij. Gezin, familie, stand, taal, een volk, een ras. Van elk van die eenheden bestaat een levendig denkbeeld in de atmosfeer, een macht in de lucht. Een energieconcentratie die een min of meer dwingende macht uitoefent op allen die tot die bepaalde eenheid willen behoren. Identificatie is het afstaan van een deel van de macht van het individu aan het grotere organisme waarmee hij of zij zich vereenzelvigt. Het lijkt er de laatste decennia op dat de sterren drijven naar een verbrokkelen en krachteloos worden van die koepelideeën, zeker in West-Europa. Als echter de economische crisisdreiging toeneemt worden oudere reflexen aangeslagen en zijn we plots weer Vlaming of Ajaxsupporter of bange blanke man. Opvallend toch dat elke binnengroep meteen ook een buitengroep creëert waarop we een vijandbeeld kunnen projecteren. Zodat er tussen hen en ons een veilig onoverbrugbare kloof ontstaat. In de Balkan bijvoorbeeld, met hun volkerenkarma, leidde dat tot ontkenning van de menselijkheid van de mensen aan de overkant en machtsstrijd in de verschij-

ningsvorm oorlog en volkerenmoord. Zowel in voorspoedige tijden als in crisis spelen in de identificatie- en scheidingsprocessen politici een belangrijke rol. Een politicus is een man of vrouw die door ons gemachtigd wordt, op wie we een deel van onze macht overdragen zodat hij zaakjes voor ons kan regelen. Een politicus probeert in een democratie zoveel mogelijk mensen over te halen dat te doen. Daardoor verwerft hij macht. In een democratie zijn een aantal mechanismen opgezet om die machtsconcentratie te beperken. Falen die of zijn ze niet bestaande, dan leidt een machtsconcentratie tot dictatorschap. We zijn al onze vrijheden kwijt. Enkel de gedachten zijn nog vrij voor wie dat zou willen. Als de dreiging in onze levens toeneemt, zijn we licht verleid om onze macht en onze verantwoordelijkheid af te geven aan de nieuwe sterke man. Onder invloed van de samengepakte denkbeelden, de ‘macht in de lucht’, neemt het aantal vrije denkers zienderogen af. Vrij denken is een kwalitatieve bewustzijnsfunctie, zeker in moeilijke perioden. Door de menselijke soort ontwikkeld over heel lange tijden. Waarom laten we ons dan zo makkelijk inpakken door populistische ideeën die oude residu’s van volk en staat in ons bloed opnieuw wakker en actief maken?

20

100.god te zijn.indd 20

25-01-2021 11:29


Waarom kinderen slechts zelden ernstig ziek

symptomen vertonen met seizoensgebonden Eu-

worden van SARS COV2 – Dr. JCB

ropese coronavirussen. Die coronavirussen stellen

(Neosanté, revue internationale de santé globale

het kind in staat de kleine conflicten af te sluiten

N° 103 (internationaal tijdschrift op het gebied van

die inherent zijn aan het opgroeien van het kind

de wereldgezondheid) september 2020;

tot volwassenheid. Zij spelen een secundaire rol in

uit rubriek: Le plein de sens – témoignages et

vergelijking met de micro-organismen die verant-

cas cliniques (Betekenisvol – getuigenissen en

woordelijk zijn voor de verplichte ziekten van het

klinische casussen)

jonge kind (bof, mazelen, kinkhoest, …). Bij een volwassene zijn de mechanismen verschillend. Hij/

Wij hebben vastgesteld dat complexe vormen

zij reageert op actuele gebeurtenissen op basis

van SARS CoV2 meestal verband houden met

van oude kind-programma’s die hem afhankelijk

een gevoel in de steek te worden gelaten en

hebben gemaakt (en daarom erg boos). Er is

territoriumangst, wat qua trilling overeenkomt met

geen echte virale eigenheid. Het is het virus dat

het vrouwelijke aspect van het SARS CoV2-

op dit moment in circulatie is (actueel bijvoorbeeld

domein. Dat emotionele lijden schept bij mensen

SARS CoV2) dat daarbij wordt gebruikt. De nodige

een toestand van afhankelijkheid waarvan zij zich

en noodzakelijk voorwaarde daartoe is dat het

proberen los te maken.

virus qua trilling overeenstemt met het emotionele

Bij een kind worden de fenomenen van het

conflict van het individu. De volwassene probeert

verwerven van maturiteit (toegang krijgen tot

zich los te maken van een afhankelijkheids-

onafhankelijkheid) sinds eeuwen gekenmerkt door

programma. Het kind daarentegen construeert

wat men noemt ‘de verplichte ziekten van de

zich een onafhankelijkheidsprogramma. In beide

vroege kindertijd’ (mazelen; rode hond; waterpok-

gevallen betekent onafhankelijkheid niet eenzaam-

ken; roodvonk, …). Die micro-organismen zijn

heid en isolatie, wel integendeel. Het gaat erom

specifiek voor het kind; zij sluiten een fase van

in verbinding te gaan, door erkend te worden

het rijpingsproces definitief af. Daarom wordt van

en bemind door de anderen om wat men is. De

het immuniteitsgeheugen – opgeslagen in de

gecompliceerde ziektebeelden met SARS CoV2

encephalo-thymus – gezegd dat het voltooid is,

bij de volwassene komen dus slechts zelden voor

want een kind zal nooit op zijn stappen terugke-

bij een kind. In dat geval doen zij zich voor als de

ren. Dat mechanisme van stapsgewijze toegang

klinische verschijningsvorm van de ziekte van Ka-

tot meer autonomie is goed gekend en men kan

wasaki, door overeenkomst van conflict. Dergelijke

vaststellen dat SARS CoV2 niet in dit proces past.

ernstige klinische verschijningsvormen staan dan

De studie van het kinderziekenhuis van Wuhan

voor gepersonaliseerde ontwikkelingsstoornissen

geeft ons een symptomatisch profiel van kinderen

van het kind en verschillen grondig van de adap-

die met SRAS CoV2 besmet zijn: op 171 beves-

tieve virale infecties die bij alle kinderen voorko-

tigde gevallen waren de voornaamste symptomen:

men. Hier wordt nogmaals bevestigd dat niet het

koorts, hoesten, keelontsteking, waarbij koorts niet

virus maar de gastheer de vorm van de ziekte

optrad in 58,5% van de gevallen. Er wordt gecon-

bepaalt. (Dr JCB – ingezonden stuk)

stateerd dat kinderen bij SARS CoV2 vergelijkbare

21

100.god te zijn.indd 21

25-01-2021 11:29


We doen dit alles uit verlangen. Uit de dubbelheid van verlangen naar autonomie versus de angst voor verantwoordelijkheid

Medemensen

In de huidige coronacrisis zien we vergelijkbare mechanismen: de goede huisvaders die de staat beheren, moeten de zaak zo organiseren dat wij als individuen gezond zijn en blijven. Mijn verantwoordelijkheid daarin is nihil: ik doe wat de staat mij zegt te doen. Ik geef de macht uit handen. We doen dit alles uit verlangen. Uit de dubbelheid van verlangen naar autonomie versus de angst voor verantwoordelijkheid. Uit verlangen naar God zijn – dat is: volledig autonoom – en het aanvoelen van wat het verpletterende gewicht van onze verantwoordelijkheid als autonome schepper zou zijn. Stel je dat eens voor: alles wat je doet en laat en denkt is volkomen bepalend voor de schepping, voor al wat is. Toch weer dat verlangen. Zoals een kind autonomie bevechten. Ten opzichte van medemensen. Ten opzichte van

22

100.god te zijn.indd 22

25-01-2021 11:29


Beelden uit een video van twee peuters die elkaar uitzinnig van blijdschap begroeten, nadat ze elkaar twee dagen niet gezien hadden... ©videoclip Maxwell & Finnigan

de machten in de lucht. Daarbij worden we een deel van het onderweg noodzakelijke wij van een strevende groep. Met daarin alle schaduwen van de machten in de lucht. Maar ook met een leerplan autonomie. Evoluerend bewustzijn. Zien van scheppende verantwoordelijkheid zonder angst. Hoe gaat een naar godswording strevende groep om met macht en verantwoordelijkheid? Alle hiervoor geschetste mechanismen kunnen meespelen. Dat zijn de schaduwen. De groep is echter gevormd uit mensen die een groot verlangen naar godswording en almacht delen. Mensen die daarbij bereid zijn een belangrijk deel van hun eigen autonomie tijdelijk af te staan aan de groep. Die in die groep steeds weer worden geplaatst voor de individuele verantwoordelijkheid voor hun eigen ontwikkeling, voor de ontwikkeling en het functioneren van de groep, voor het

evolueren van de mensheid. Een grote verantwoordelijkheid, een, door het geleidelijke karakter van het proces van godswording, toch niet verpletterende verantwoordelijkheid. De opgeroepen angsten zijn hanteerbaar voor het evoluerend bewustzijn. De tegenpool van angst, de liefde, wordt actief. De kern van de groepsidee wordt in de tijd zo uitgezuiverd dat er een verbinding ontstaat met de oorspronkelijke schepping, voorbij de machten in de lucht. Een verbinding met God. Uit die verbinding zullen ook de relaties in de groep transparanter worden. De gedwongen ruilhandel tussen autonome macht en weggegeven verantwoordelijkheid vervaagt. De collectieve verantwoordelijkheid wordt vanuit de groepseenheid gedragen. Wetend. Magisch. Dienend. Samen een zaadkristal binnen de mensheid. Er is geen buitengroep.

23

100.god te zijn.indd 23

25-01-2021 11:29


Macht/

Thema macht 4

W

at een ‘de-wereld-en-de-mensheidbepalend’ onderwerp is dit, als je erover nadenkt. Om de macht in te perken is de democratie bedacht, alsmede de trias politica: de scheiding tussen de rechterlijke, de uitvoerende en de wetgevende macht. Maar dat is theorie. De machtsverhoudingen in de wereld vertellen over het algemeen een heel ander verhaal, tot uiterst schrijnende verhalen aan toe. In het klein is het al hetzelfde – misschien minder, maar ook binnen gezinnen, scholen, bedrijven, komt machtsmisbruik voor. Macht, gebaseerd op angst. Zo zit de mens in elkaar, het is de levenslange strijd tussen instinct en intuïtie. Wat is eigenlijk het principe van macht? Overheersing en onderworpenheid, subtiel of minder subtiel. Natuurlijk is er ook functionele macht, het overdragen van macht om situaties en samenlevingen beheersbaar te maken. Daar kan men over het algemeen vrede mee hebben. Dat wordt als logisch beschouwd, dat is nu eenmaal nodig. Als je je niet aan de anderhalve meter houdt, moet er een machtsmiddel zijn om je daartoe te dwingen. Of gaat dat dwingen te ver? Gaat het machtsgebruik te ver, wordt het tot machtsmisbruik? Dan komt er verzet. Dan treedt de macht van de massa ervoor in de plaats, die dan weer gebroken wordt door de machthebbers. Kijk naar Hongkong, Wit-Rusland, Mexico enzovoort. We kunnen eindeloos filosoferen over het nut van macht, het onvermijdelijke van macht bij het in het gareel houden van de samenleving, maar we zien allemaal dat het een onvolmaakt hulpmiddel is. Zoals uiteindelijk alles in deze wereld onvolmaakt is: de golfbewegingen van het om beurten aan de macht raken volgen elkaar op in een eindeloze stroom. En Gods almacht dan? ‘Ach, laat me niet lachen,’ zeggen de seculieren. ‘Ja, maar God heeft dit niet gewild,’ zeggen anderen. ‘Nou, mooie God die dit niet weet te

voorkomen, ik ga naar het Malieveld, dat helpt tenminste.’ Tja, die almacht moet wel van een héél andere orde zijn. Een orde die wij ons totaal niet voor kunnen stellen. Alhoewel, het feit dat jij terwijl je dit leest onbewust hebt ademgehaald, jouw systeem in stand hebt gehouden omdat dit, of je wilt of niet, zo wordt gestuurd, welke macht ligt aan dit fenomeen ten grondslag? Moeten we hiervoor wel het ‘ouderwetse’ woord God gebruiken? Het doordringen in wat die almacht inhoudt, is een grote zoektocht naar de binnenkant van het leven, voor wie eraan toe is. Terwijl aardse macht is gebaseerd op angst, is de almacht gebaseerd op liefde. In eindeloze liefde voor de mensheid laat de almacht ons onze, vaak zo pijnlijke, en in eerste instantie onbegrijpelijke aardse lessen leren. Het is een bevrijding als je dat kunt gaan zien: het leven als noodzakelijke leerschool om uiteindelijk, na vele incarnaties, ervaringsvol te worden, de aardse machtsbehoefte los te laten en zich te richten naar de almacht, om zo waarlijk mens te kunnen worden, zoals de mens bedoeld is.

HET IS EEN BEVRIJDING JE NAAR DE ALMACHT TE RICHTEN...

24

86.column-macht.indd 24

25-01-2021 11:35


w COLUMN: ANNEKE STOKMAN w LAND:

NEDERLAND

w BEELD:

FAN HO

w RUBRIEK: COLUMN

25

86.column-macht.indd 25

25-01-2021 11:35


26

108.gnosis-babel.indd 26

25-01-2021 11:24


w TEKST: DICK VAN NIEKERK w LAND:

NEDERLAND

w BEELD: SAATCHI ART w RUBRIEK: ESSAY

Gnosis kent geen Babel Over macht en onmacht van taal Taal is het machtigste instrument waarover een mens beschikt. In taal banen we de weg waarlangs we liefde, kennis en wederzijds begrip proberen te bereiken. In taal brengen we onze gevoelens, gedachten, verbeelding, verlangens, waarnemingen en opvattingen tot aanzijn. In taal verwoorden we onze innerlijke wereld.

I

/

Thema macht 5

In taal herkennen we het diepste in ons, wat vrijwel niet te verwoorden is. Het is een kunst om dan woorden en symbolen te herkennen als signalen van de oeroude schat die we kwijtgeraakt zijn. Wanneer we de heilige, helende taal van onze oorsprong innerlijk gaan herkennen en verstaan, valt het ons makkelijker om ons vrij te maken van aangeleerde taal- en denkpatronen. Taal kan ons zo helpen om terug te keren tot onze oorsprong die tevens onze bestemming is. I

Quintus Ennius, de Romeinse dichter die wel de vader van de poëzie wordt genoemd, schreef twee eeuwen voor onze jaartelling dat hij blij was drie harten te hebben omdat hij drie talen kon spreken: Latijn, Grieks en Oskisch, een verre voorloper van het Italiaans. Ennius zou vreemd hebben opgekeken tegen het bekende Bijbelverhaal van de toren van Babel waarin de menselijke hoogmoed de mensen aanzet om te worden als God. Zij bouwen daarom een toren die tot in de hemel reikt. God straft dit af door een grote ‘verwarring’ van talen te creëren zodat de

27

108.gnosis-babel.indd 27

25-01-2021 11:24


mensen elkaar niet langer kunnen verstaan. De Babelmythe moet wel ontstaan zijn in een tijd dat een enkel uitverkoren volk met zijn unieke heilige taal het godsdienstige ideaal bij uitstek was. In Babel is taaldiversiteit een straf die de mens wordt opgelegd – bij Ennius zijn die drie talen eerder een vreugdevol bezit. Dat herkennen we nog in een Macedonisch spreekwoord: ‘Zoveel talen ik spreek, zoveel harten heb ik.’ Het besef dat er ooit een oertaal is geweest – ook wel de taal van Adam en Henoch genoemd – raakte bij zoveel ‘hartelijkheid’ op de achtergrond. Tegenover de straffende God in het Babelverhaal staat het pinkstergebeuren waarin de heilige geest de tongen van de apostelen beroert, zodat ze plots in alle talen kunnen spreken en aan iedereen – ongeacht zijn moedertaal – het Goede Nieuws kunnen vertellen. Bij Pinksteren is taaldiversiteit op het eerste gezicht toch verre van een straf, eerder een verrijking. Zo zijn de volkeren hun eigen talen en culturen en daarmee nauw samenhangend een eigen identiteit gaan ontwikkelen. De Italiaanse dichter Dante was een der eersten en hij heeft met zijn Divina Comedia de mensheid niet alleen een lichtende, innerlijke bevrijdingsweg voorgehouden maar daarmee ook een alom bewonderd ontwerp gemaakt voor de Italiaanse taal. In de loop der eeuwen ontstond de ene nieuwe natie na de ander. Vaak was daar euforie dat men eindelijk de eigen taal officieel kon en mocht gebruiken. Velen ervoeren de nieuwe taal als een machtig wonder waarmee ze namen, woorden en betekenis konden geven aan alles waarvan men zich op een of andere manier een voorstelling kon maken. ‘Het genie van de taal,’ jubelde de Duitse filosoof Johann Gottfried Herder in zijn Abhandlung über den Ursprung der Sprache, ‘Taal is een voortzetting van de schepping.’ In De Nederlanden was het niet anders. Bij de vorming van de nieuwe staat was er onder geleerden een groot taalchauvinisme. Simon Stevin zag het Nieuwnederlands als ‘de aldercierlijckste ende aldervolmaecste Spraecke der Spraecken’. Eindelijk kon men afrekenen met vreemde talen en vooral met het overheersende Latijn waarin vaak versteende oude wijsheden door kerk en wetenschap eeuwenlang ‘gekerkerd’ en gemonopoliseerd waren. Auteurs als Coornhert, Spiegel, Hooft, Bredero en Stevin bedachten met veel vindingrijkheid Nederlandse woorden voor Latijnse termen. Vooral Simon Stevin (1548-1620) onderscheidde zich hierin. Woorden als afkomst, binnenlands, daad, dageraad, zonnestand, toppunt, zonnewijzer, misdadig, volmacht, lijfwacht, noodzakelijk, ontkenning en alle wiskundige termen zijn van hem afkomstig. In vrijwel iedere zin die de huidige Nederlander gebruikt, is wel een woord te vinden dat door Stevin is bedacht. Voor het eerst kon men ook de Bijbel in de eigen taal gaan vertalen en lezen. De Bijbel was niet meer voor ons, maar ván ons geworden, was het algemene gevoelen. De wereld lijkt nog steeds op een Babel. Naar schatting zijn er momenteel nog zesduizend talen, waarvan er wekelijks eentje verdwijnt. De grote Babylonische spraakverwarring lijkt taalkundig echter goeddeels voorbij. Je hoeft nog maar vijf talen te beheersen om je op iedere plaats op deze planeet verstaanbaar te kunnen maken: Engels, Spaans, het Mandarijn ofwel Chinees, het Swahili en het HindiUrdu.

28

108.gnosis-babel.indd 28

25-01-2021 11:24


Zoveel talen ik spreek, zoveel harten heb ik

Michael Baldwin & Mel Ramsden, Art & Language, Tate Gallery Londen

Al die talen hebben het vermogen om te verbinden en te verdelen. Dat kan ook aanleiding zijn voor grote moeilijkheden, ja voor krijgshandelingen, vooral in gebieden waar taalminderheden bestaan. De Bijbel maakt ons bewust van de negatieve effecten en de ondermijnende macht die ons taalgebruik kan hebben. In de Jacobusbrief (3, 3-9) wordt de tong vergeleken met ‘het kleine roer’ dat de richting stuurt van ‘reusachtige schepen’. ‘Zo is ook de tong een klein orgaan, maar wat een grootspraak kan hij voortbrengen! Bedenk eens hoe een kleine vlam een enorme bosbrand veroorzaakt. Onze tong is net zo’n vlam (…)’ Een kernwijsheid van de Tolteken formuleert het met meer perspectief: wees on-

29

108.gnosis-babel.indd 29

25-01-2021 11:24


Oertaal Speculaties over de identiteit van de oertaal van de mens-

Senzar heeft een eigen alfabet maar kan op verschil-

heid zijn van alle tijden.

lende manieren geschreven worden in codes die lijken op

Bij het ontluiken van de nieuwe Nederlandse taal legde de

ideografieën, dat zijn karakters die een idee symboliseren,

filoloog en arts Johannes Goropius Becanus (1519-1572) ook

zoals Chinese karakters of Egyptische hiëroglyfen. Ook wordt

een relatie met de verloren gegane oertaal. Het Nieuwneder-

gebruikgemaakt van getallen en kleuren. Echte letters lijken

lands was de oudste taal ter wereld, want het was de spraak

er nog niet te zijn. Bij haar uitleg van het ontstaan van de

van Adam en Eva in het aards paradijs, zo probeerde hij met

kosmos stelt ze dat de mysterietaal ook geometrisch van

inventieve redeneringen aan te tonen. Becanus dacht dan

aard is en verwijst ze naar een oeroude kaart vol lijnen,

speciaal aan de taal die in en rondom het Antwerpen van

concentrische cirkels en stippen.

die tijd werd gesproken en hij schrok er niet voor terug om

Ze verbindt Senzar ook met de pictogramman van de Ameri-

in die omgeving ook het aards paradijs te situeren! Het zal

kaanse Indianen. ‘Nog maar betrekkelijk weinig jaren geleden

niet verbazen dat deze theorie van Becanus niet lang heeft

smeekten de Indianenstammen van Amerika de President

standgehouden.

van de Verenigde Staten om hun het bezit te gunnen van

De Bulgaarse wijsheidsleraar Peter Deunov (1864-1944) ver-

vier kleine meren, terwijl de petitie geschreven was op het

wees ook naar een oertaal, het Vatan, een voorloper van het

piepkleine oppervlak van een stukje stof, dat bedekt is met

Sanskriet. Zijn mysterienaam Beinsa Douno (betekenis: de

nauwelijks een dozijn voorstellingen van dieren en vogels…

brenger van het goede door het woord) ontleent hij aan het

De Amerikaanse Indianen hebben een aantal van zulke

Vatan, dat zelf weer de betekenis ‘Vaderland’ heeft. Op het

soorten schriften maar geen enkele wetenschapper is er nog

eind van zijn leven verwees hij regelmatig naar de terugkeer

mee bekend.’ (Dit werd door mevrouw Blavatsky geschreven

van het Gouden Tijdperk – waarin Vatan werd gesproken –

aan het eind van de negentiende eeuw, dvn)

op deze aarde. ‘De oude wereldorde wordt vervangen door

Een document in het Senzar vormt – naar men zegt – de

een nieuwe. Liefde zal heersen op aarde.’ Maar over het

Zeven Stanza’s van Dzyan, een palmbladmanuscript met

Vatan als oertaal laat Beinsa Douno verder niet veel los.

weelderige symboliek. Deze ideografieën zouden een soort

Meer aanknopingspunten voor de oudste taal der wereld

‘hiëroglyfencode´ vormen voor het Senzar. Vergelijk het met

vinden wij in de Geheime Leer, de wetenschap van de

de beroemde steen van Rosetta waarmee het Egyptische

‘verborgen zijde der dingen’ van Helena Petrovna Blavatsky

hiëroglyfenschrift is ontcijferd.

(HPB, 1831-1891). Zij legt daarin uit dat deze schepping zich

De symbolen die HPB beschrijft van het palmbladmanuscript

op een evolutieweg bevindt en dat deze eens in volmaakt

zijn precies de symbolen die we aantreffen in Polynesië en

geestelijk-goddelijk bewustzijn één was met wat zij God of

in de grotten van de Pyreneeën; bij de oudste ingegrifte

Brahman noemt. En dat zij dat ook eenmaal weer zal zijn, als

rotstekeningen in Afrika en in de huidige droomsymboliek. Zij

ze alle zeven fases van de huidige ontwikkelingsgang heeft

moeten dus uiterst universeel zijn.

doorgemaakt. Tijdens een van deze zeven stadia – waar-

Eén symbool trekt de speciale aandacht van mevrouw

schijnlijk het vierde – ontstond de geheime, heilige taal ofwel

Blavatsky: de wonderlijke Koemboem-boom. Het is de boom

mysterietaal van de adepten over de hele wereld: Senzar.

waarvan in zijn takken het universum groeit, de boom die

HPB stelt over het Senzar dat er een tijd was dat de hele

de letters van het alfabet als vruchten produceert. Hij is te

wereld ‘van één lip en één kennis was’ en dat er in de ‘jeugd

vergelijken met de bekende Yggdrasil uit de noordse kosmo-

van de mensheid één taal was, één weten, één universele

logie en de kabbalistische levensboom, waarin aan de takken

godsdienst.’ Zij spreekt regelmatig over de ‘ene priesterlijke

de letters van het Hebreeuwse alfabet verschijnen en die in

universele taal’ of ‘de taal der hiërofanten’ . Deze myste-

embryonale vorm de hele Torah zou bevatten.

rietaal zou nog steeds bewaard worden in enkele broeder-

Dat deze Koemboem-boom in Tibet zou groeien en dat hij

schappen. Wat wij er in concreto over weten, hebben we

de heilige symbolen van het Senzar op zijn bladeren en bast

echter alleen van mevrouw Blavatsky.

zou dragen, is geheel in overeenstemming met een visie op Senzar als de taal van de oersymboliek van de mensheid.

30

108.gnosis-babel.indd 30

25-01-2021 11:24


Met woorden zing ik en met woorden klaag ik mijn leed berispelijk in je woorden. Daarmee bedoelen zij: gebruik je talige energie correct; benut je krachten in de richting van waarheid en liefde voor jezelf en om er anderen deelgenoot van te maken. Je bestaansniveau in deze wereld, dat als een hel is, zul je ermee ontstijgen en het koninkrijk der hemelen opent zich, als je alleen al dit ene inzicht aanvaardt en ernaar leeft, aldus de Tolteken. Lofzang op de magie en schoonheid van het woord door Mikhail Naimy

Taal is een tweesnijdend zwaard met een helende en een delende snede - soms als koppelteken en soms als scheidingsteken – of een mengsel uit honing en alsem. Mijn woorden strooien bloemen op de weg der geliefden of zaaien haat als een verterend vuur. Met woorden zing ik en met woorden klaag ik mijn leed. Met woorden bid ik en met woorden strijd ik. Met woorden, heer, stort ik mijn hart voor u uit en met woorden verwijder ik mij van u. Met woorden leg ik getuigenis van u af en met woorden verloochen ik u. Als ik echt zou kunnen zwijgen Zou me dat bijna liever zijn dan spreken! Of hebt u het zo gewild, mijn God, dat ik in tweestrijd moet leven, nu eens aangetrokken tot taal die mijn dorst niet lest en dan weer tot zwijgen dat mij onmogelijk is? II

‘We zijn altijd op zoek naar een betere, een volmaakte taal waarin alle kennis en alle taalvaardigheden tot hun recht komen en dat is nooit de taal die we zelf schrijven en spreken,’ stelt Umberto Eco in zijn boek Europa en de volmaakte taal en hij doelt op een voor alle wereldburgers verbindende, overkoepelende taal. De klassieke rozenkruisers hebben aan het begin van de zeventiende eeuw als eersten gewezen op de noodzaak van zo’n nieuwe taal waarin ‘alle geleerden van Europa’ hun kennis konden uitdrukken en uitwisselen, om te komen tot een algehele wereldhervorming. Als men aan de oude taal zou vasthouden, zo redeneerden zij, dan bleef de Babylonische spraakverwarring voortbestaan, omdat iedere vorm van een bevrijdend pionierselan en idealisme geketend zouden blijven aan ‘het oude

31

108.gnosis-babel.indd 31

25-01-2021 11:24


Aanschouw in elk ding slechts het Ene; het is het tweede dat u op dwaalwegen leidt. Kabir

32

108.gnosis-babel.indd 32

25-01-2021 11:24


Twee

tweedracht een negatieve. Het Griekse voorvoegsel dys (bijvoor-

De taal zelf is vaak wijzer dan de grote massa maar zelfs wijzer

beeld in dyslexie) en het Latijnse dis (bijvoorbeeld in disharmonie)

dan de wijsten van hen die de taal spreken. Soms houden zich

zijn allebei afgeleid van duo. Het verwante bis geeft een negatieve

waarheden in haar schuil die ooit aan velen bekend waren, maar

betekenis aan moderne Franse woorden als bévue (flater, letterlijk

nu vergeten zijn, schrijft Aldous Huxley. Ter illustratie haalt hij de

tweegezicht). Sporen van dit ‘tweede dat u op dwaalsporen leidt’

vijftiende-eeuwse mystieke Indiase filosoof en dichter Kabir aan:

(Kabir) zijn te vinden in de Engelse woorden dubious en doubt, het

‘Aanschouw in alle dingen slechts het Ene; het is het tweede dat u

Duitse Zweifel en het Nederlandse twijfel; twijfelen betekent immers

op dwaalwegen leidt.’ (Vergelijk hiermee het Thomasevangelie logion

dat we in tweestrijd verkeren. In het moderne Amerikaans worden

22: ‘Als jullie de twee één maakt, en als jullie het innerlijk maakt als

bedriegers twotimers genoemd.

het uiterlijk, en het uiterlijk als het innerlijk en het boven als het be-

De unieke denker Karl von Eckartshausen (1752-1803) ziet twee

neden en als jullie het mannelijke en het vrouwelijke tot één maakt,

evenwel als uiterst positief en noodzakelijk. De harmonie die de

zodat het mannelijke niet langer mannelijk zal zijn en het vrouwelijke

hoogste volmaaktheid heeft, kan volgens hem alleen tot stand ko-

niet vrouwelijk, als jullie ogen maakt in plaats van een oog en een

men door het tweede wezen in alle naturen: de goddelijke, gees-

hand in de plaats van een hand, en een voet in de plaats van een

telijke en fysieke natuur. In de goddelijke natuur is dit uitgesproken

voet, en een beeld in de plaats van een beeld, dan zullen jullie bin-

tweede wezen het goddelijk woord, Jezus Christus ( wijsheid en

nengaan in het Koninkrijk’).

liefde). In de geestelijke natuur wordt dit tweede wezen gevormd

Het is opmerkelijk dat in de Indo-Europese talen de wortel die

door rede en wil ofwel het verstand en het hart. In de fysieke natuur

‘twee’ betekent, negatieve associaties oproept. In het Nederlands

ten slotte bestaat het tweetal waardoor alles wordt bewerkt uit licht

heeft het woord eendracht meestal een positieve lading maar

en warmte, aldus Karl von Eckartshausen.

Latijn’. Kerk en godsdienst lagen en liggen immers zwaar verankerd in de macht van deze oude taal. Bovendien voelden deze rozenkruisers zich geroepen om onder inspiratie van de wereldziel de christenheid te onderrichten over wat de innerlijke geboorte van Christus werkelijk betekende. Onmogelijk om dat in het oude, afgetrapte Latijn te doen! J. van Rijckenborgh geeft aan deze visie van de klassieke rozenkruisers een actuele betekenis: ‘De mysterieschool is in de openbaarheid getreden omdat zelfs de zoeker op het esoterische pad, zelfs de ernstigste strever, zich toch in meerdere of mindere mate blijft uitdrukken in het ‘oude Latijn’, zich blijft vastklemmen aan deze wereld met haar gesanctioneerde onwaarachtigheid. Daarom moet eerst een nieuwe taal der magie de hemelen scheuren. Daarom moet de wereld worden geschud tot op haar grondvesten. Omdat de liefdewet het eist, met haar ‘alles of niets’. Dan zal men de taal van Adam – de taal van de mensheidsgang – en Henoch – de taal op het pad van inwijding – beluisteren en verstaan, en dan zal de mysterieschool haar taak in volle omvang kunnen verrichten.’ De door Johann Valentin Andreae beïnvloede Tsjechische filosoof en visionair Jan Amos Comenius (1592-1670) heeft ook gepleit voor zo’n alles en iedereen omvattende taal. Hij zag in zijn panglossia, zoals hij die taal noemde, een poging om zijn alomvattende filosofie, de ‘pansofie’, eenduidig en toegankelijk te verwoorden. Tevens was het een middel om tot meer begrip onder de volkeren te komen, zodat er duurzame vrede zou komen. Immers, door de opkomst van zo veel talen, was er veel onnodig onbegrip ontstaan tussen de volkeren, constateerde Comenius. Aan het eind van de negentiende eeuw ontwierp de Litouwse oogarts en filoloog Lejzer Zamenhof (1859-1917) het Esperanto (betekenis: ‘hoopvol’) als een kunst-

33

108.gnosis-babel.indd 33

25-01-2021 11:24


De wereld is Gods taal aan ons. Het universum is God die spreekt. Het Woord. matige, verbindende wereldtaal. Het Esperanto wilde de dominantie van de grote wereldtalen doorbreken en alle wereldburgers taalkundig gelijke kansen geven. Het bestaat nog wel maar is overvleugeld door het Engels. Volgens de statistieken zijn er in de wereld ongeveer twee miljoen Esperanto-sprekers. Bekende esperantisten waren de voormalige Nederlandse minister-president Drees en de Russische auteur en filosoof Tolstoj. In tegenstelling tot Eco zoekt de auteur Gustav Meyrink (1868-1932) het volmaakte taalgebruik juist wél bij de eigen taal en heeft hij nuchter gewezen op de magische tweevoudigheid van de belangrijkste taalvaardigheden: SPREKEN in geestelijke betekenis is zoveel als: scheppen; Het is een magisch tevoorschijn roepen. SCHRIJVEN hier op aarde is het vergankelijke van een gedachte neerleggen; schrijven in geestelijke zin is: iets graveren in het geheugen van de eeuwigheid. LEZEN hier betekent: de zin van iets dat geschreven is tot zich nemen. Lezen aan gene zijde is: de grote onveranderlijke wetten erkennen en ernaar handelen ter wille van de harmonie! Luisteren ontbreekt in het rijtje en daarom gaan we daar wat uitvoeriger op in. De vaardigheid luisteren is in de loop der eeuwen verwaarloosd in de opvoedingstraditie. Dat is opmerkelijk, omdat luisteren en het gehoor elementair zijn bij de toepassing van een oerchristelijke geloofswaarheid: ‘Het geloof komt door het gehoor en het gehoor is uit God’ (Romeinen 10:17). Bovendien is er een wonderlijke, aloude Christuslegende, die we ook terugvinden bij de bogomielen en de katharen: Maria ontving Jezus door haar (rechter)oor. Waarom door het oor? Omdat het ons puurste, zuiverste zintuig is. Dit gegeven stelt ons voor de unieke functie van het gehoororgaan. Het oor wordt ook wel het vrouwelijke, ontvangende deel van het hoofd genoemd. Oor en oer liggen dicht bij elkaar. Het gehoororgaan is ons oer-orgaan; het is het eerste zintuig dat in de foetus in werking treedt en als het stervensuur daar is, is het gehoor het laatste zintuig dat ons verlaat. Onze oren kunnen we nooit uitzetten. Met het oor nemen we klanken waar, nemen we etherstromen op die tot ons komen. Die worden vervolgens door het oor gerubriceerd om daarna voor de

34

108.gnosis-babel.indd 34

25-01-2021 11:24


Kijk, kijk Aan wie kijkt, en nog beter kijkt, en nog beter, wie het allermeest kijkt, aan degene die weet blijkt, hoe blind wij zijn geweest, hoe gewoon het had moeten wezen om desnoods met tegenzin dat woordeloze te lezen tussen de regels in Muurgedicht in Naarden van de Nederlandse dichter Leo Vroman (1915-2014)

levenshuishouding te worden aangewend. Het ware luisteren is een proces waarin we de ander worden en de ander een deel van ons zelf laten worden. Het ‘ware luisteren’ gebeurt in zelfvergetelheid en zonder zelfexpressie. In een dialoog van gelijkwaardige partners, is degene die luistert in de positie van de nederig ontvangende. Terwijl het woord weerklinkt, leent de gesprekspartner het oor aan de ander. Voor dat korte moment geven we onze eigen identiteit even op, cijferen we ons zelf weg en maken we ruimte om te verstaan wat we werkelijk gehoord hebben. Onze oren lijken gedegradeerd tot een hulporgaan. Miljoenen mensen laten dit nobele orgaan onbedoeld wegteren. Ze luisteren bijna nooit meer. De functie van de oren wordt in algemene zin alleen geactiveerd als de informatie die aangeboden wordt door de ogen inadequaat is. Als het medium de boodschap is – zoals McLuhan beweerde - dan is de boodschap van de radio steeds geweest: luister! Er is een hele generatie – die snel in aantal afneemt – die de wereld ontdekte door naar de radio te luisteren, die de sensatie heeft gekend uit een ver land te midden van veel ruis vreemde flarden van een buitenissige taal op te vangen. De opwinding die dat opriep, noemde de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig ‘dronkenschap’. Uit dit stukje verleden kunnen we opmaken hoe onze gevoeligheid voor luisteren sindsdien achteruitgegaan is. Verbazingwekkend is dat er bijna nooit op gewezen is dat een van de belangrijkste spirituele boeken, het Tibetaans Dodenboek, in de titel het woord horen bevat. Bardo Thoedol, dat betekent: bevrijding door horen in de ‘tussenliggende’ staat, de staat dus die onmiddellijk op de dood volgt. Bijna alle raadgevingen aan de doden in het boek beginnen met ‘Luister, gij van edele geboorte!’ Volgens dit boek is luisteren dus een vermogen dat over de dood heen gaat. Voor een rozenkruiser is dit een bijkomende vorm van luisteren. Voor hem of haar geldt maar één ding: ‘Hoort wat de geest ons meldt uit het nieuwe levensveld.’ De toegewijde luisteraar dient tegenover zijn gesprekspartner(s) altijd de aangehaalde woorden van Gustav Meyrink in gedachten te hebben: ‘Spreken is een magisch tevoorschijn roepen.’ Of anders die van Lao Zi: ‘De wetende is karig met zijn woorden, de woordenrijke is onwetend.’ Daarom raden J. van Rijckenborgh en Catharose de Petri de luisterenden aan: ‘Hoed u voor de praatgragen, pas op voor de leuteraars en de kletskousen. (…) Hoed u voor de velen die u, dicht naderend, als over u heen hangend, u met hun uitademingslucht beroerend [sic!, dvn], hun woordenstroom over u uitgieten, u hun zorgen bekendmakend, hun gedachten ingietend, hun kritiek spuiend, u met hun astrale zijnstoestand infecterend.’ De Chinese Gnosis, 2e druk (Haarlem 2002) 244 III

‘Woorden schieten tekort,’ hoe vaak zeggen we het niet als we door emoties overweldigd worden? Woorden schieten ook te kort als we innerlijk ervaren dat het opgeven van onze eigenzoekelijkheid ten gunste van liefdevol altruïsme balsem voor onze diepste wezenskern is en dat die kern gevoed wordt vanuit een totaal nieuw en onbekend levensveld. Dan verandert alles. Dan doorschouwen we het

35

108.gnosis-babel.indd 35

25-01-2021 11:24


Literatuuropgave Voor opgave van de geraadpleegde literatuur kan men zich tot de LOGONredactie wenden Noot Over luisteren verscheen onlangs een hoogst lezenswaardig boek van de Nederlandse auteur Victor Pierau: Leiderschap in Luisteren (Hilversum – Makkum 2019)

Bijbelverhaal van de toren van Babel als een allegorie over de mens die het zicht op de ware bron van het leven verliest en daardoor in grote verwarring raakt. Dan blijft er van de drie harten van Quintus Ennius nog maar één hart over. Een hart waarin de ‘kennisse des harten’, de gnosis, de woordenloze leid-stér is geworden op ons levenspad. Lao Zi bevestigt hier onze taalonmacht: ‘Kon Tao uitgezegd worden, dan zou het de eeuwige Tao niet zijn. Kon de naam genoemd worden, dan zou het de eeuwige naam niet zijn.’ Lao Zi gebruikt niet meer woorden en laat Tao zo een mysterie zijn. Hij laat ons alleen in onze woordenloosheid. Het geven van een naam aan Tao vindt hij onbegonnen en incorrect werk, want dan wordt Tao ingedeeld bij de dingen van deze wereld en daar hoort het niet, hoewel het daar wel zijn werking heeft. Tao is een oneigenlijke naam derhalve, een naam als een noodoplossing. Hermes is in een gesprek met Tat even duidelijk (lees: mysterieus) als Lao Zi. Hermes: ‘Het is moeilijk zich een voorstelling van God te maken, maar ook al is daartoe iemand in staat, dan kan hij hem toch niet omschrijven. Want het is voor het lichamelijke onmogelijk het onlichamelijke aan te duiden, het onvolmaakte is niet in staat het volmaakte te begrijpen en het is moeilijk voor het kortstondige met het eeuwige samen te gaan. (…) Maar wat onlichamelijk is, onzichtbaar en zonder vorm en niet uit materie samengesteld, dat kan niet door onze zintuigen worden opgemerkt.’ Hermes’ leerling Tat antwoordt daarop als volgt: ‘Ik begrijp het Vader, ik begrijp het: wat niet in woorden kan worden uitgedrukt, dat is God!’. Beter kan de ontoereikendheid van taal niet worden gedemonstreerd! Hier naderen we in woordenloosheid het onzegbare. ‘God spreekt voorbij de woorden,’ zeiden de oude mystici al. Met het Johannesevangelie in de hand komen we misschien nog wat dichterbij: ‘In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.’ En even verder: ‘En dat Woord werd vlees’: dat wil zeggen de goddelijke oerkracht, de logos, Gods verstand, daalde door de zeven sferen af naar de aarde en heeft daar de vorm aangenomen van de materie en van de mens. Simone Weil (1909-1943), de Franse mystica en filosofe, verwoordt dit heel sprekend: ‘De wereld is Gods taal aan ons. Het universum is God die spreekt. Het Woord.’ En zij vervolgt: ‘Hij drinkt een glas water. Het water is het ‘ik bemin je’ van God. Hij blijft twee dagen in de woestijn zonder iets te drinken te vinden. Zijn droge keel is het ‘ik bemin je’ van God. God is als een vrouw die onbetamelijk aan haar geliefde vastkleeft en hem urenlang, zonder ophouden zacht in het oor fluistert: ‘Ik bemin je – ik bemin je – ik bemin je – ik bemin je…’ Wie net begint deze taal te leren, gelooft dat slechts enkele van die woorden ‘ik bemin je’ betekenen. Wie de macht van deze taal onderkent, weet dat er maar één betekenis is: God is Liefde!’

36

108.gnosis-babel.indd 36

25-01-2021 11:24


w COLUMN: DICK VAN NIEKERK w LAND:

NEDERLAND

w RUBRIEK: COLUMN

Filosofie bij rampspoed [3]

C

risis: ik beslis of Ik ben? Een crisis, wordt vaak gezegd, is een verhevigde vorm van persoonlijke dan wel collectieve bewustwording. Een crisis is een periode van ‘ont-ikking’, dat wil zeggen: een vorm van onteigening van het ik, is een bekende omschrijving. Dat herinnert aan de etymologische betekenis van het woord. Crisis komt van het Griekse krino en dat betekent: ‘ik beslis’ of ‘er wordt voor mij beslist’. Welaan, zoveel heeft het ‘ik’ in deze verwarrende tijden op het eerste gezicht niet te beslissen. Of juist wel: is er extra werk aan de winkel voor het ik tijdens een crisis? Een crisis stelt hoge eisen aan de leerling op het pad. Probeer maar eens in innerlijk evenwicht te blijven als je door het virus geveld wordt of als de baan of zaak van jou of je kinderen in zwaar weer zijn. In de recente geschiedenis zijn er heel wat crisissituaties aan te wijzen die qua omvang vergelijkbaar zijn met de huidige virusimpasse. Ik denk aan de klimaatcrisis, de financiële crisis of de Spaanse griep. Vaak bleven de positieve effecten van zo’n crisis uit omdat het ‘ik’ zich meestal wist te handhaven en de situatie daarom per definitie ‘corrupt’ bleef. Onwillekeurig dringt zich hierbij een oeroud schertsend rijmpje op: ‘Zij dronken een glas, deden een plas en alles bleef zoals het was.’ Hoe moeilijk ook: een crisis plaatst volgens de Bulgaarse wijsheidsleraar Peter Deunov (1864-1944) de mens in spiritueel opzicht voor een kentering van de tijd. Ja, zij zet de deur open voor een nieuw tijdperk. Tot nu toe was de menselijke ziel nog niet veel verder ontwikkeld dan ‘een knop’, vanwege de dominantie van dat ‘ik’. Maar in de nieuwe tijd opent deze knop zich, waarbij het ‘ik’ plaats moet maken. Dat noemt hij het

‘openbloeien van de mensenziel’, een van de grootste gebeurtenissen in het Al. Deunov herinnerde ons aan de oorsprong van het woord ‘ik’. Hij ontleende dat aan zijn studie van de Oostgoten die woonden op wat nu Bulgaars grondgebied is. Hun beroemde bisschop Wulfila (311-383) bezorgde de eerste Bijbelvertaling vanuit het OudGrieks in het Gotisch, de taal die de grondslag vormde voor de latere Europese talen. Wulfila bedacht bij zijn vertaling het Gotische woordje IK uit de eerste letters van Iesu Krist (Jezus Christus). Daaruit is later het Duitse ich, het Engelse I en het Nederlandse ik voortgekomen. Misschien is het geen toeval dat I in het Engels en in het Deens nog steeds met een hoofdletter wordt geschreven. Wie deze Christuskracht in zich laat spreken en beslissen, doet heel andere stappen dan wie het zelf handhavende ego in zich laat spreken. Zo iemand zet de hakken niet in het zand als het eigen belang van de persoonlijkheid in het geding is maar straalt in alle omstandigheden verbindende liefdekracht uit. Iesu Krist brengt in deze wereld van ontreddering niet de weg van het ‘ik-beslis’ maar de kracht van het ‘Ik-ben’. Het is een kracht die absoluut niet van deze wereld is en die een brug slaat tussen de ‘ik-beslis-mens’ en de alles en iedereen overstijgende Godmens, de Christus. Zij is op unieke wijze zevenvoudig verwoord in het evangelie van Johannes: ‘Ik ben het brood des levens’(6:35) ‘Ik ben het licht der wereld’ (8:12) ‘Ik ben de deur der schapen’ (10:7) ‘Ik ben de goede herder’(10.11) ‘Ik ben de opstanding en het leven’(11:25) ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’ (14:6) ‘Ik ben de ware wijnstok’(15:1)

ZEVEN KEER ‘IK BEN’

37

117.column Filosofie bij rampspoed III.indd 37

25-01-2021 11:17


38

94. van binnen.indd 38

25-01-2021 11:32


w TEKST: PERI SCHMELZER w LAND:

AUSTRALIË

w BEELD: ‘THE ART OF GIVING’, ANONYMOUS w RUBRIEK: TIJDGEEST

Van binnen

M

Mijn leven is rijk. Ik ben dankbaar voor alles wat mij geschonken wordt – en nog meer voor alles wat ik kan en mag geven. Voor het gevoel me in de grote rivier van de dingen te bewegen en erdoor bewogen te worden. Het is een bewegen ergens naartoe, naar iets wat ik nog niet ken. Nee: waarover ik nog niets weet, maar toch ken ik het op de een of andere manier. Het is eigenlijk ook geen beweging naar iets toe, want dat zou iets lineairs zijn en het zou tijd nodig hebben om daar te komen. Nee, het is meer een naar binnen groeien. Een soort uitdijing, een groter-worden, maar niet doordat ik groter word, maar eerder zo, dat de ik-grens doorlaatbaarder wordt. Het vermoeden en ook de ervaring van een verbonden-zijn, zonder dat ik daarbij mezelf, mijn innerlijke wezen verlies. Integendeel: mijn wezen wordt duidelijker, waarneembaarder voor mij, ik kan mezelf beter onderscheiden doordat ik doorzichtiger word. Iets nieuws en vertrouwds, dat ik ben en dat me roept, ontstaat, iets, wat er altijd al was en er altijd zal zijn, want het bestaat buiten de tijd. Maar doordat ik uit en in de verbondenheid leef met dat wat is, wat in de tijd is, ontstaat het op een bepaalde manier precies hier en nu, in een tot nu toe nog niet gekende vorm. Zo creëren we iets onbekends – iets wat er altijd al was en zich door ons kan openbaren.

39

94. van binnen.indd 39

25-01-2021 11:32


De angelieke d

Sandro Botticelli, De Afgrond of Kaart van de hel, illustratie bij Dante’s De Goddelijke Komedie, 1485

40

106.angelieke.indd 40

25-01-2021 11:25


w TEKST: FRANS SMIT w LAND:

NEDERLAND

w BEELD: SANDRO BOTTICELLI

e dialoog

w RUBRIEK: GEEST EN ZIEL

Een naamloze engel ging na afloop van de Grote en Generieke Repetitie van het Eeuwige Engelenkoor in dialoog met een sterveling. Het thema: de coronacrisis.

/

Geest en ziel

S

Sterveling: Ik ben naar u toegekomen omdat ik verontrust ben geworden na het lezen van een stuk over hoe de duivel lacht in zijn vuistje. Engel: Ja, dat heb ik ook gelezen. Beter gezegd: ik heb meegeluisterd naar zijn toespraak. Er blijft voor mij nu eenmaal niets verborgen. S: Allereerst: dank u dat u met mij deze dialoog wilt aangaan. E: Als ik u of wie dan ook daarmee van dienst kan zijn: volgaarne! S: De duivel koos voor de monoloog. E: Precies zoals we van hem gewend zijn, heel typerend; hij kan ook niet anders. De engelenschare kiest immer voor de dialoog. Wij kijken naar de grote, klassieke voorbeelden: van Hermes met Tat, van Plato met Socrates. Centraal daarin staat altijd de vraag naar wijsheid. Wat is uw vraag? S: Er is een diepe crisis gaande in de wereld, zoals u weet. Veroorzaakt door een pandemie, een nieuw virus. Wat is de reden dat deze crisis ons nu treft? E: Kan er een reden voor zijn? Er wordt gezocht naar oorzaken, maar dat is niet hetzelfde. Vroeger, in de middeleeuwen en nog verder terug tot de prehistorie, werden crises in de gezondheid zoals de Zwarte Dood toegeschreven aan hogere machten. Nee, niet de duivel kreeg de schuld. Het was God die de mensheid strafte. Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog die door mensen was veroorzaakt, liet God zien dat hij nog ergere dingen kon brengen.

41

106.angelieke.indd 41

25-01-2021 11:25


S: Dat geloofde men toen. Nu niet meer. E: Terecht. Want het beeld van de straffende God is een menselijke uitvinding, een waanbeeld. Nu weten de meeste mensen beter, zelfs in orthodoxe kringen hoor je nu niet dat verhaal. Wel waren de volken door de wereldoorlog gedemoraliseerd, vooral de jongvolwassenen, de mannen die in de loopgraven hadden gevochten. Iemand heeft die oorlog wel eens apocalyptisch genoemd, voor de legers die jarenlang tegen elkaar moesten vechten en maar niet konden winnen was dat zeker zo. Uiteindelijk was het een zinloze slachting, bedacht en uitgezet door volstrekt gewetenloze heersers, politici en legeraanvoerders. Zoals de Duitsers geloofden: een frischer, fröhlicher Krieg, en de Engelsen leefden in de waan van the war that would end all wars. Maar ik dwaal af. S: De duivel lacht nu in zijn vuistje, zei hij. Niet eens zozeer om de ellende van ziekte en dood, maar meer om andere gevolgen van de pandemie. Elk jaar worden mensen ziek van de griep of gaan er aan dood, veel meer mensen sterven jaarlijks aan andere kwalen. Maar nog nooit werden wereldwijd samenlevingen op slot gezet, met alle nevenschade van dien. E: Ja, dat ziet iedereen. Het gebeurde niet tijdens de Spaanse griep die veel erger, dodelijker was dan corona; dat had toen niet gekund. Ook in 1918 heerste grote angst, maar nu lijkt men daarvoor besmettelijker te zijn. Kijk, een deel van de mensheid, met name in Europa en Amerika, is de laatste vijftig, zeventig jaar enorm verwend geraakt. Het ging met het merendeel in die streken eigenlijk steeds beter in bepaalde opzichten, uiteraard niet alle. Natuurlijk waren er eerder ook crises, maar die troffen niet iedereen. Zelfs nu niet; een kleine groep kwetsbaren is ziek, erg ziek geworden of overleden. Toch, de meerderheid die niet ziek wordt, heeft mede onder de gezondheidscrisis te lijden. Vrijheden zijn afgenomen, lichamelijk contact met vrienden ontzegd, de geneugten van een avond in een volle zaal muziekliefhebbers, het avondje uit eten, met elkaar sporten – allemaal verbannen zaken. Velen moeten hun collega’s van het werk missen, studenten hun docenten en medestudenten, communicatie is afstandelijk geworden, via een scherm. Maar tegelijkertijd, als je kijkt naar de verschillen tussen degene die werkeloos zijn geworden, qua inkomen erop achteruit gaan, die vereenzamen of die hun zorg zien uitgesteld, tegenover vele anderen die niet hun baan, niet hun welvaart verliezen, dan snijdt de tweedeling die al bestond nu nog scherpere, diepere kloven in de samenleving. En dan heb ik ’t alleen maar over de rijke landen. S: Waar ik mij ook zorgen over maak is de tweespalt die nu is ontstaan, tussen de groep die uit veiligheid en angst, volgzaam zich met het officiële landsbeleid conformeert, die de restricties in acht neemt, en de groep die er lak aan heeft, die zich verzet. Toenemende polarisatie dus. De duivel vindt het allemaal prima. E: Hij moet wel: hij leeft ervan, hij groeit erdoor. Maar je kunt het hele gebeuren ook zo zien: de bevolking is opeens onvrijwillig in een toestand terechtgekomen waarin van iedereen offers worden gevraagd. Nieuw is dat niet. Denk weer aan vroeger, aan wat we beschouwen als primitieve tijden. Als er toen rampen plaatsvonden of er grote bedreigingen waren, dan stonden de opperpriesters, de sjamanen op die pretendeerden de crisis op te kunnen lossen, het gevaar af te wenden. Maar, niet om niet; hun crisismanagement, zou je nu zeggen, werkte alleen als er door het volk offers werden gebracht. Dierenoffers, mensenoffers zelfs. Daarmee werden de goden en natuurmachten vermurwd, geraakten ze weer welgezind. S: Niet iedereen wil nu offers brengen, door bijvoorbeeld in quarantaine te gaan of niet meer te knuffelen. Die mensen snappen al die maatregelen niet, en nog minder waarom ze beboet worden als ze die overtreden. Daar staan weer anderen tegen-

42

106.angelieke.indd 42

25-01-2021 11:25


over die dan boos worden vanwege het ontbreken van solidariteit, die roepen: als je geen afstand houdt of je handen niet wast, heb je schuld aan ziekte en dood. Nog meer tweespalt. E: Waar de duivel zich mee verkneukelt, is de angst die dit coronaspektakel teweegbrengt, en bij velen een bewustzijnsvernauwing veroorzaakt. Zo ging het altijd; u kent natuurlijk het aloude cliché over angst als slechte raadgever. Je immuunsysteem lijdt eronder, je steekt ermee tevens je omgeving aan. Weet u wat nou zo grappig is: steeds meer mensen, zo lijkt het, geloven weer in de duivel. Die hebben het over satanisten die een soort wereldregering zouden leiden. Die duivel met z’n toespraak was wel erg doorzichtig bezig, net als het geloof in die vermeende duivelaanbidders met hun kinderoffers. Mensen kennen de geschiedenis niet of zijn domweg vergeetachtig. De mensen die door de duivel bezeten zijn, lijken niet op de karikaturen uit de films over duiveluitdrijving, nee, de echte duivelse types zijn primair verleiders, misleiders. Ze doen zich voor als dienstbare helpers, als vredestichters, filantropen of altruïsten, liefst met een spiritueel aura. Vroeg of laat blijkt dat dát de grote verleiders, de perfide duivels zijn. Voor hen zou je in elk geval erg voorzichtig moeten zijn. Bang voor de duivel zelf moet je niet zijn, dan geef je hem wat hij vraagt. Dan verkoop je jouw eigen ziel. S: Dan vraag je je af: bestaat de duivel wel? E: Goeie vraag. Er zijn verschillende antwoorden op te geven. Aan de ene kant heb je de bekende personificaties, de karikaturen. Als ‘God de vader’ die ouwe man met een lange witte baard hoog in de hemel is, dan is de duivel een vieze ouwe bok met een afzichtelijk gelaat, verblijvend in een hellevuur diep onder de aarde. Maar dan moet je je afvragen: heeft onze vader louter het beste met ons voor, ook als die de mensheid straft en geselt met plagen? Op een plek waar zich een van de ergste dieptepunten van de wereldgeschiedenis afspeelde, het concentratiekamp van de nazi’s, vroegen sommige slachtoffers zich naderhand hardop af: waar was God? Hij had ons verlaten in de diepste ellende, ik riep hem aan, smeekte om zijn hulp die niet kwam. Voor degene die toen van hun geloof afvielen gold de definitie God = liefde niet langer. Andersom: heeft de duivel louter het slechtste met ons voor? Daar is ook geen afdoend antwoord op. Er zijn er die zich afvragen waarom de tegenstrever, de gevallen engel Satanael, überhaupt bestaat. Kan het niet zijn dat Satan dienst doet als weerstand die ons sterker en bewuster zou kunnen of moeten maken? S: U bedoelt te zeggen: elke vraag roept een nieuwe op. E: Ja maar, pas op! Zoiets kan ontaarden in een eindeloos spelletje. Maar dit zijn de meest wezenlijke vragen, waarop iedereen zelf een antwoord dient te geven. Ik vraag u: bestaan er wel engelen? S: Ik heb nu met eentje contact, ik voer ermee een dialoog. E: Hoe weet u zeker dat ik niet de ‘engel van het westelijk venster’ ben, die John Dee op het spoor zette van het stichten van een aards imperium, het Britse. Net zoals de veroveringen van Columbus en het onderwerpen van inboorlingen de zegen van de kerk hadden. S: Ah! Ik weet waarover u het hebt, ik heb het boek met die titel van Gustav Meyrink gelezen. E: Dus u zou moeten vragen, nee eisen, mij te identificeren.

Mensen kennen de geschiedenis niet of zijn domweg vergeetachtig

43

106.angelieke.indd 43

25-01-2021 11:25


S: Bent u degene van wie ik hoop antwoorden te krijgen op mijn meest prangende vragen in zake van de huidige crisis? E: Helaas, ik kan de autoriteit die u van mij verlangt niet garanderen. Wist u dat in de hoogste kringen, in de meest ijle sferen van bewustzijn, dat daar onder de engelen illusies kunnen voorkomen? Wie hoog staat, kan heel diep vallen, zoals Satanael deed waarmee hij de EL van zijn naam verloor; EL is een oud Hebreeuws woord voor god. S: Ik probeer het toch. Wat kunnen we leren van de coronacrisis? E: Er zijn persoonlijke manieren er mee om te gaan. De bekendste is de conformistische. Daar tegenover staat de almaar bekender wordende kritische, al dan niet opstandige. Er zijn nog twee andere omgangswijzen, ten eerste de stoïcijnse. De stoïcijn zegt: waar ik weinig tot niets aan kan veranderen, laat ik rusten. Ik laat het hele spektakel, al dat gekrakeel over me heen gaan, afwachtend, je zou kunnen zeggen: met engelengeduld. Dit is een lastige weg, hij vereist een groot uithoudingsvermogen. De epidemie wordt wel eens vergeleken met een marathon, je moet taai

Sandro Botticelli, Dante en Beatrice in de tweede planetaire sfeer van het Paradijs (De Goddelijke Komedie, VI ivine Comedy, Paradiso VI), around 1481-1495, pen and brown ink over metal pen on parchment, 32,5 x 47,6 cm © Staatliche Museen zu Berlin, Kupferstichkabinett / Philipp Allard

zijn en stevig in je schoenen staan, je zo min mogelijk laten afleiden, om het vol te houden. Ten tweede is er de mogelijkheid om van bovenaf, met een helikoperblik op het hele gebeuren neer te kijken. Daarbij gaat het primair om compassie. Voor de stoïcijn is de opgave neutraal te blijven; voor de blik van bovenaf, waardoor de visie wordt verruimd en het overzicht groter, helderder wordt, komt er behalve neutraliteit en geduld iets essentieels bij: compassie.

44

106.angelieke.indd 44

25-01-2021 11:25


S: Laat ik het concreter vragen: wordt er een psychologisch en sociologisch experiment uitgerold? E: Dat gebeurt inderdaad, maar niet, zoals een deel van de bevolking denkt, planmatig, opzettelijk en met boosaardige intentie. Als u daarin gelooft, zit u in groep twee, de verzetsgroep. S: Ik zit tussen drie en vier in. Stoïcijns met weinig compassie. E: Uw zelfkennis is bewonderingswaardig. S: Maar hoe heeft het kunnen gebeuren dat de wereldbevolking is gegijzeld door angst? E: Dat komt door een lange voorgeschiedenis. Ik zei al, dat het welvarende, door de bank genomen westerse deel van de wereldbevolking verwend is. Weliswaar op bepaalde fronten erop vooruitgegaan, met als ijkpunt het midden van de twintigste eeuw. Echter, voor de gebieden waarop achteruitgang is geboekt, moeten we eigenlijk verder terug. Bent u bereid dat ik u meeneem naar een panorama? U zul het ervaren als vanuit een helikopter; voor mij, voor ons als engelen, is het de normale

De pandemie is als een marathon, waarbij de hoofdprijs iets essentieels is: compassie

zienswijze, zoals die bestaat in een ander levensveld. Ik zal commentaar geven bij de beelden die u zult meemaken. Klaar? S: Ik ben er klaar voor. E: Goed. Ik laat u de globale levensstaat van de huidige mensheid zien. Een startpunt ligt rond het jaar 1600, om van daaruit de ontwikkelingen en veranderingen tot op heden te volgen. Maar eerst wil ik dat u naar een afbeelding van een ander virus kijkt. Het coronaplaatje kent u ondertussen wel; hiervoor in de plaats laat ik dit virus zien. S: …O, ik ben bang dat ik nu … niet iets zie. E: Niets herkenbaars? S: Nee, niks. E: Wat ik u laat zien is het virus dat bekend staat, al eeuwenlang, als egoïsme. S: Sorry, maar ik zie nog steeds niets. E: Nogal wiedes. Hoe vat je egoïsme in een logo of ‘n plaatje samen? Iedereen weet nu hoe corona eruitziet, maar de geleerden weten nog steeds niet alles ervan. Tegelijkertijd weet iedereen precies wat egoïsme is, maar kan niemand het visueel uitbeelden. S: Tja. Hoe ziet zelfzucht als afbeelding eruit? E: Nu de mensen zogezegd allemaal in hetzelfde schuitje van de pandemie zitten, zijn sommige begonnen na te denken over hoe de samenleving anders ingericht kan worden. Of eigenlijk, móet worden, want de urgentie is hoog. Egoïsme is evenwel minstens zo besmettelijk als welk virus dan ook, zo niet besmettelijker. Daarbij: die zelfzucht zoals u het noemt gaat nu steeds vaker gepaard met een ongekende hoogmoed. Ik had het over het jaar 1600 als uitgangspunt, maar we moeten nog veel verder terug in de tijd. De tijd van het begin van de zogenaamde beschaving. De grote ommekeer was toen, dat de mens begon de grond, de aarde zich toe te eigenen. Daarvóór waren er nomaden en stammen, maar ergens in de prehistorie

45

106.angelieke.indd 45

25-01-2021 11:25


is de mens zich gaan settelen en is eigenaar geworden. Eerst, eeuwen en eeuwen lang, was de aarde er voor de dieren en de mensen, voor alle levende wezens. Na de grote breuk in de geschiedenis werd de aarde ván de mensen. En waarom werd er sindsdien van beschavingen gesproken? Omdat de steden ontstonden, de culturen en een nieuwe hiërarchie opkwam. Denk nou niet dat de ‘nobele wilde’, behalve in de hoofden van de romantici, ooit echt heeft bestaan. Ook binnen de stammen bestond een rangorde. Kijk naar de laatste restanten, de indianen van NoordAmerika voordat zij door de geciviliseerde Europeanen werden uitgeroeid: daar hadden de oudsten de leiding, en die voerden soms krijg met andere stammen. De nieuwe hiërarchie, van koningen, keizers, vorsten enzovoort, was veel machtiger en grootschaliger. Tirannen stonden op, de eerste landveroveringen vonden plaats, grote legers werden gevormd, genocides uitgevoerd. En dat allemaal als gevolg van hét breekpunt: eigendom. Nu neem ik ’n reuzenstap naar het jaar 1600. Toen veranderden het mensbeeld en het natuurbeeld; de nieuwe natuurwetenschap met z’n mechanistische, materialistische opvatting veroverde de wereld. De volgende stap was de verlichting van de achttiende eeuw, een verdere verdichting en intellectuele afsnoering maar ook een reactie op de dogma’s van het christelijke geloof. Tweede helft achttiende en deels negentiende eeuw kwam de Eerste Industriële Revolutie, dankzij nieuwe technieken die het gevolg waren van wetenschappelijke ontdekkingen. Daarna kwamen de tweede en derde industriële revoluties. Deze gingen gepaard met de emancipatie van de massa’s, die weer tot maatschappelijke revoluties leidde. Dan zijn we in de twintigste eeuw beland met zijn twee bloederige wereldoorlogen. Na 1950, weer zo’n ijkpunt, voltrok zich een volgende omwenteling: de emancipatie van de vrouw, de ineenstorting van de westerse koloniën, de zegetocht van het kapitalisme. En nu vangt een beslissende crisis aan, nu staan het milieu, het klimaat, de toekomst van de aarde op het spel. Kijk, dit liet een groot natuurvorser en filmmaker zien: de mensheid beslaat ruim een derde qua gewicht en hoeveelheid van de aardbol; 60 procent bestaat uit dieren die wij industrieel fokken en afslachten voor onze vleesbehoefte; de 4 procent die overblijft, van muis tot olifant, wordt bedreigd in z’n voortbestaan. En dan zijn er nog de bossen en planten en koralen en wat dies meer zij die opgeofferd worden voor ’s mens hoogmoedige, desastreuze verslaving aan economische groei en winstbejag. Hoe heeft het zover kunnen komen? Ik heb u de voorgeschiedenis in grote lijnen geschetst. Alles wat onder het banier ‘vooruitgang’ in gang werd gezet, had ook achteruitgang tot gevolg, een achteruitgang die na 1950 de overhand kreeg, eerst sluipend, dan onrustbarend toenemend en uiteindelijk verwoestend. Verlies niet alleen van uiterlijke zaken als vervuiling en verkwisting, verlies vooral van morele waarden, gezond verstand en gezondheid. En dan nu. Nu worden we teruggeworpen, niet door een virus op zich, maar door hoe we erop reageren in al onze paniek uit controleverlies en acute bewustzijnsvernauwing. Nu komt het hele mechanische, economische, medische circus in één klap tot stilstand. Het heeft geen zin meer om met een beschuldigende vinger te wijzen naar de kapitalisten of de elite of de plutocraten of de politici, want deze rampspoed heeft alleen maar zo ver kunnen komen omdat onbewust of half verdoofd de massa z’n zelfzucht bevredigt. Nog ’n laatste stukje geschiedenis dan. Aan het eind van de negentiende eeuw ontwaakte spiritueel gesproken een klein deel van de mensheid. Achteraf kun je zeggen, dat desondanks door de meerderheid de verkeerde afslag is genomen. Ja, er waren uiterlijke verbeteringen zoals bijvoorbeeld de Verenigde Naties als blijk van globaal bewustzijn, maar het doorslaggevende, de

46

106.angelieke.indd 46

25-01-2021 11:25


innerlijke verbeteringen die hadden moeten plaatsvinden bleven uit, waren in ieder geval onvoldoende. Nu de vraag: is de coronacrisis die iedereen treft en een geforceerde saamhorigheid zou moeten brengen, een soort correctie? Oorzaken zijn veelvuldig aan te wijzen, maar zit er ook een reden achter? De omslag naar een spirituele revolutie is uitgebleven, slechts af en toe flakkerde er iets op zoals in de jaren ’60 toen her en der de aquariaanse of ‘opstandige mens’ zich liet horen. Waarna al weer spoedig een nieuwe knechting van de massa zijn beslag kreeg. Tegelijkertijd, eigenlijk pas echt in de nieuwe eeuw, brak op groeiende schaal het bewustzijn door dat een halt aan de afbraak en vernietiging van het aardeleven moet worden toegeroepen. Komt die bewustzijnsverandering op tijd, krijgt die voldoende steun, voldoende macht om doorslaggevende veranderingen te realiseren? Essentieel is toch de innerlijke omwenteling naar een nieuw mensbeeld en een nieuwe ordening, de daarmee samenhangende levenshouding. Die kan slechts uit één ding voortkomen: het overwinnen van de zelfzucht. Zo heb ik u dan meegenomen op deze panoramische vlucht. De tijd van preken is voorbij, ook de tijd van schuld en straf. Ieder wordt op zichzelf teruggeworpen en staat voor een nieuwe afslag: zelf bewust te kiezen voor een spirituele omwenteling, of ondervinden dat er voor jou op onvrijwillige basis gekozen wordt. S (na een lange, diepe zucht): Ik wou nog tenslotte memoreren aan wat de duivel allemaal uitkraamde. Aan het eind van zijn betoog had hij ’t net als u over Aquarius. Ik geloof dat ie daarvoor bang was, dat het hem ging om een aanhang van 100 procent. Ik schrok ervan dat hij van het streven van de vrije geesten op de hoogte was en wilde verhinderen dat zij zijn streven naar absolute macht konden tegenhouden. E: Hij weet donders goed dat hij niet met 99 procent kan volstaan, dat is ook de reden waarom het absolute kwaad niet bestaat. In de wereld zijn de krachten van goed en kwaad in een wankel evenwicht. De duivel weet veel, behalve dat hij nooit heeft gehoord van het ‘alleen goede’, dat ten grondslag aan deze wereld ligt. Er leven altijd, zonder onderbreking, minimaal twaalf mensen op aarde die de toekomstige wereld vertegenwoordigen. Zonder hen zou de huidige vergaan, zo zeggen de mystici onder de joden. Daarom zal de missie van de duivel nimmer slagen. Die twaalf bevrijde zielen zullen er zijn zolang deze wereld in deze toestand er is. Maar die garantie hoeft u als sterveling er niet van te weerhouden om voor aanwas van dit twaalftal te zorgen. Pieker dus niet over de demonen en over het kwaad. U weet dat ze er zijn en waardoor. Richt u zich op het ‘alleen goede’, laat u niet afleiden. Wij, engelen, verheugen ons over alle stervelingen die dat bewust opnemen en nastreven. Zo zij het!’

Richt u zich op het ‘alleen goede’, laat u niet afleiden

47

106.angelieke.indd 47

25-01-2021 11:25


Drie wonderbaarlijke v

48

97.drie vermogens.indd 48

25-01-2021 11:31


 TEKST:

MEIK MEURER

 LAND:

NEDERLAND/DUITSLAND

 BEELD:

DAS WUNDERZEICHENBUCH

 RUBRIEK: GEEST EN ZIEL

vermogens

49

97.drie vermogens.indd 49

25-01-2021 11:31


Vaak hebben wij het moeilijk met vragen zoals: ‘Wat zijn uw voornaamste vermogens, waar bent u goed in?’ We denken dan aan iets wat ons ligt, waar wij talent voor hebben, zoals muzikaal talent of een sport. Of we associëren de vraag meteen met een soort sollicitatie en denken dan aan iets wat wij geleerd hebben of waarvoor wij opgeleid zijn. In dit artikel willen wij kijken naar drie wonderbaarlijke vermogens die iedere mens heeft, maar waar we in het algemeen niet bij stilstaan. In zekere zin zijn het zelfs aspecten die wij niet aanzien voor vermogens, voor iets wat wij kunnen.

/

Geest en ziel

H

Het eerste wonderbaarlijke vermogen: vragen naar de zin van het leven

Het eerste vermogen is wonderbaarlijk omdat het ons reeds eigen is, of tenminste voor ons mogelijk is, als wij nog zeer jong zijn. De meeste vermogens die wij op een bepaald moment van ons leven hebben, hebben wij moeten ontwikkelen. Wij moesten iets leren, vaak in meerdere stappen, om dan op een bepaald moment iets te kunnen. De veters van onze schoenen strikken is zo’n voorbeeld. Om zinvolle en eventueel vergaande vragen over een complex onderwerp te kunnen stellen, moeten wij normaliter eveneens eerst een bepaalde basiskennis opdoen, deze aanvullen met begrip over hoe het geleerde in het echte leven vorm aanneemt en dan een poging tot een intelligente vraag wagen. Daarom hebben alle opleidingen een theoriegedeelte en een praktijkgerelateerd gedeelte. Maar een mens, ook een vrij jong mens, zoals een kind, heeft maar weinig informatie over de wereld nodig om vergaande vragen te kunnen formuleren over de wereld, het universum en de reden ervan.

Zo kan het ouders overkomen dat een kind behalve de oneindige ‘waarom’vragen ineens een heel directe vraag heeft over waarom wij leven, wat leven eigenlijk is en waarom wij hier zijn. Zulke vragen kunnen wij al formuleren als we bij wijze van spreken nog niet eens veters kunnen strikken. Als het nu echt zo was dat wij over alle complexe thema’s eerst stap voor stap kennis op moesten doen om een echt passende vraag te kunnen stellen, dan zou dit op jonge leeftijd eigenlijk niet mogelijk moeten zijn. Maar het is zo dat zinvragen in mensen opkomen, als het ware op komen borrelen en dat hiervoor niet veel nodig is. Het is voldoende ‘s avonds even rustig buiten te zitten en de sterrenhemel te bekijken en we kunnen haast niet anders dan ons afvragen hoe het allemaal in elkaar zit. Het zijn vragen die de omvang van onze gehele situatie willen begrijpen… als een mens in een universum met een aardbol vol (‘toevallig?’) leven. We beschouwen dit in het algemeen niet als een vermogen dat we hebben. We zeggen niet tegen elkaar: ‘Wat knap dat we alleen met wat algemene infor-

50

97.drie vermogens.indd 50

25-01-2021 11:31


matie – of soms zelfs zomaar uit onszelf – diepzinnige vragen kunnen formuleren.’ Het tweede wonderbaarlijke vermogen: te leven alsof wij nooit zullen sterven

Voor hier verder op in te gaan, willen wij nu eerst het tweede wonderbaarlijke vermogen aan u voorstellen: zo te leven alsof wij nooit zullen sterven. Dit als een vermogen te zien, lijkt wellicht onzinnig, maar we vinden verwijzingen naar de kansen die een duidelijker bewustzijn van onze vergankelijkheid inhoudt in verschillende heilige geschriften. Zo lezen wij in de Bijbel in Psalm 90:12: ‘Leer ons zo onze dagen te tellen dat wijsheid ons hart vervult.’ In het Duits luidt deze psalm: ‘Lehre

Hoe wonderbaarlijk, te denken dat we niet zullen sterven uns bedenken, daß wir sterben müssen, auf daß wir klug werden.’ Beide formuleringen duiden aan dat de mens door een dieper besef van zijn vergankelijkheid vooruitgang zal boeken aan wijsheid of inzicht. In het Indische Mahabharata-epos lezen wij in een gedeelte dat speelt aan het Meer des Doods als deel van de vraag-en-antwoord-dialoog tussen Yaksha en Yudhisthira: ‘Yaksha: ‘Maar nu komt mijn laatste vraag: wat is het wonderbaarlijkste in de wereld’? Yudhisthira dacht zorgvuldig na voordat hij deze laatste vraag beantwoordde. Hij wierp opnieuw een blik op zijn dode broers. Vol overtuiging zei hij: ‘Dag na dag gaan levende wezens het huis van de dood binnen. Niemand ontkomt hieraan, maar toch denken degenen die achterblijven dat ze niet zullen sterven.

Kan er iets wonderbaarlijkers dan dit zijn?’ Een dergelijke levenshouding aanhouden terwijl de vergankelijkheid van onszelf en alles om ons heen overduidelijk aanwezig is, is daadwerkelijk wonderbaarlijk – vooral als wij bedenken dat in het algemeen een leven gebaseerd op feitelijke gegevens binnen onze moderne maatschappij en ook in vele oude culturen als intelligent en wijs wordt beschouwd. Als we nu proberen na te gaan wat de redenen zouden kunnen zijn dat we als mens niet veel aandacht geven aan onze eigen vergankelijkheid of aan zinvragen die van binnenuit omhoog borrelen, dan komen er twee aspecten naar voren die dit zouden kunnen verklaren. Het eerste aspect is dat het antwoord op de vraag naar de zin van ons bestaan niet makkelijk lijkt, gezien het feit dat bijvoorbeeld ook de beste wetenschappers er niet uit lijken te komen. Dan komt er nog bij dat we ons eigen vermogen om naar antwoorden te zoeken misschien als onvoldoende inschatten. Onze motivatie om er toch mee aan de slag te gaan, is dan niet al te hoog. Als dan de taken van alledag weer onze aandacht vragen, komen wij snel weer in ons ‘normale’ levensritme terecht, waarbij wij gewoon vooruit moeten en niet stil kunnen staan bij gedachten aan onze vergankelijkheid. Een andere reactie die veel mensen ondergaan, is somberheid bij de gedachte hoe onwaarschijnlijk het lijkt dat er antwoorden te vinden zijn op zinvragen. Het kan ook zover gaan dat we dan juist niet meer ‘normaal’ of zoals voorheen voort kunnen gaan met ons leven en alle taken en sociale relaties. Ouders geven om die redenen ook regelmatig het advies aan hun kinderen niet te veel bij vragen naar de zin van het leven stil te staan ‘…omdat je toch niet op een antwoord mag hopen’. Een vervolgprobleem kan dan zijn dat we in een sociale paradox terechtko-

51

97.drie vermogens.indd 51

25-01-2021 11:31


men. Terwijl ieder mens zulke vragen kan begrijpen, worden wij voorzichtig om het thema aan te snijden omdat steeds weer blijkt dat anderen het als een onwenselijk gespreksonderwerp zien. Als we toch een gesprek zouden willen met iemand kan het gebeuren dat we de opvatting tegenkomen ‘dat alles toch uiteindelijk toevallig is ontstaan en het daarom niet verstandig is om er te veel over na te denken’. Het derde wonderbaarlijke vermogen: eerstehands ervaringen opdoen en opzoeken

Dat brengt ons bij het derde wonderbaarlijk vermogen, dat een essentiële rol speelt bij het streven naar bewustwording. Dit vermogen is van bijzondere betekenis omdat mensen er vaak bewust naar streven. Het derde wonderbaarlijke vermogen van de mens is eerstehands ervaringen op te kunnen doen en ook benaderingen te kunnen vinden of bedenken die tot eerstehands ervaringen kunnen leiden. We zien dit terug in ons eigen leven en massaal om ons heen. Denk alleen al aan het streven van velen ‘de wereld te zien’ en dus zo veel mogelijk te reizen en eigen ervaringen op te doen. Maar het principe is het eenvoudigst te verduidelijken met een voorbeeld: het ervaren van sneeuw in plaats van er alleen over te lezen. De eerstehands ervaring is altijd veel intensiever dan een beschrijving van sneeuw lezen. En als we een vraag hebben of over iets horen of lezen dat wij interessant vinden, kunnen wij plannen bedenken om het eerstehands te ervaren. De waarde van dit vermogen ligt in het feit dat we eerstehands ervaringen niet kunnen overdragen op andere mensen, want voor anderen is het immers altijd tweedehands kennis. Ook al beleven we iets met vrienden of familieleden of als grotere groep, ieder mens ervaart het net weer even anders. Het blijft een onmogelijkheid om mijn eerstehands

ervaring over te dragen op een ander. Je kunt er hooguit over vertellen of schrijven of er een video van maken, maar dit is meteen allemaal ‘tweedehands’ informatie en niet de ervaring zelf. Het vermogen tot eerstehands ervaring en manieren te bedenken om eerstehands ervaringen op te doen, kun je dan ook niet omzeilen en het is onmisbaar als we iets in ons leven daadwerkelijk een vitale plek willen geven. Dat verklaart

52

97.drie vermogens.indd 52

25-01-2021 11:31


De afbeeldingen zijn afkomstig uit ‘Das Wunderzeichenbuch, dat rond 1552 in Augsburg verscheen, en hemelfenomenen uit de oudheid beschreef

ook waarom het voor vele mensen een doel is om zelf dingen te beleven. Maar met betrekking tot vragen naar de zin van het leven blijkt dit doel moeilijker te verwezenlijken dan voor welk ander thema ook. Hoe kunnen we dan wel tot een benadering komen? Stel je even voor dat je met dit vraagstuk naar een psycholoog gaat. Een psycholoog zal niet snel uitkomen bij opmerkingen als: ‘Denkt u er maar niet te veel over

na’, maar eerder vragen stellen als: ‘Hoe voelt u zich als het zo onmogelijk lijkt een eigen echte ervaring met dit thema te bewerkstelligen?’ of: ‘Wat is er volgens u nodig om met het vraagstuk toch ergens vooruitgang te boeken in uw eigen leven?’ Als wij een taoïst of een zen-leraar met dezelfde vraag zouden benaderen, dan zullen we evenmin horen: ‘Begin er niet aan; het is te moeilijk...’ We verwach-

53

97.drie vermogens.indd 53

25-01-2021 11:31


ten eerder een advies te ontvangen dat ietwat verder gaat dan we zelf kunnen bedenken en verder eventueel een voorstel voor een eerste eigen stap van benadering. Deze voorbeelden dienen alleen om u eraan te herinneren dat mensen toch vaak wat stappen overslaan als ze een blijkbaar te grote vraag voor zich zien, of een vraag waar ze emotioneel en onzeker van worden. Maar als we met wat kleinere en meer voor de hand liggende stappen beginnen, met even tijd nemen voor zelfbeschouwing, wat ontbreekt er dan om tot een volgende stap te kunnen geraken? Drie wonderbaarlijke vermogens in samenhang

Het is nu van belang om terug te denken aan het eerstgenoemde wonderbaarlijke vermogen, namelijk de intelligentie om diepzinnige en juiste vragen te formuleren over het leven. Waarom zouden we dan niet in staat zijn eveneens intelligent te streven naar het omgaan met zinvragen? Wat misschien ontbreekt, is de moed om een begin te maken? We kunnen het thema nooit uit ons leven wissen en indirecte informatie is geen eigen ervaring. Volhouden, om bij een vraagstuk in ons leven tot een uitkomst te komen, moeten we toch vroeger of later leren. Waarom zouden we ons door wie dan ook laten vertellen het maar te laten? Ons mens-zijn kan niet compleet zijn zonder onze ‘wonderbaarlijke’ vermogens. Veel eerder dan dat ze ‘te moeilijk’ zijn, maken ze deel uit van wat ons als mens definieert. De raad om hier liever geen aandacht aan te besteden – hoe goedbedoeld ook – kan niet het meest begripvolle en liefdevolle advies zijn. Onze ‘vermogens’ zullen niet ineens verdwijnen en de vragen komen diep van binnenuit en zullen zich toch altijd weer een weg tot ons bewustzijn banen. Om een begin te maken moeten we moedig zijn, de moed hebben ons hart

open te stellen en op ons vermogen vertrouwen dat we de volgende stap, of tenminste een benadering, kunnen bedenken. Aan ieder van ons de keuze tenminste een poging te wagen. Als we niet meteen een volgende stap kunnen bedenken, kunnen wij ook even stil zijn of afwachten en onze zinvragen niet wegdrukken maar deze op de achtergrond van ons leven met ons meedragen, en dan kijken wat ermee gebeurt. Alles wat we zelf ervaren, kunnen wij met anderen delen, ook al is het dan van indirecte aard, door erover te spreken kan het toch veel betekenen. Hoe anders kunnen we erachter komen of er mensen zijn met soortgelijke of aanvullende ervaringen? De waarde van iedere, al is het nog zo’n kleine eigen ervaring, wordt des te groter als we er moed voor nodig hebben, ons openstellend voor iets wat we nog niet kennen en wat voor ons een gevoelig onderwerp is. Uiteindelijk leidt het ons ook naar ons misschien wel wonderbaarlijkste en meest waardevolle vermogen: ervaringen en inzichten delen, want dit wekt begrip en het gevoel van verbondenheid. Een verbondenheid, gebaseerd op eerstehands ervaringen en openhartige uitwisseling tussen mensen. Wij dragen allemaal dat verlangen naar deze verbondenheid met ons mee, met een open einde, niets uitsluitend, niets helemaal vastleggend – maar in hoop en liefde vooruitgaand op een weg vol inzichten en, wie weet, ook wijsheid…

Bronnen: https://bibeltext.com/psalms/90-12.htm https://bhakti-holland.com/vedische-verhalen/hetmeer-des-doods/ https://youtu.be/LjxSvdC0mCg

54

97.drie vermogens.indd 54

25-01-2021 11:31


w TEKST: INAYAT KHAN w LAND:

INDIA

w BEELD: HILMA AF KLIMT w RUBRIEK: CITAAT

Inayat Khan

De Mystiek van het Geluid

‘Het bestaan van water en land, het land voor het water en het water voor het land, en de aantrekking tussen hemel en aarde, demonstreren alle een universele harmonie. De wederzijdse aantrekking van zon en maan, de kosmische orde van sterren en planeten, alle met elkaar verbonden, zich bewegend en werkend onder een bepaalde wet; de regelmatige afwisseling der jaargetijden, de nacht volgend op de dag en de dag die op zijn beurt weer plaats maakt voor de nacht; de afhankelijkheid van het ene wezen van het andere; de verscheidenheid, aantrekkingskracht en assimilatie der vijf elementen, alle bewijzen de universele harmonie. Het mannelijke en het vrouwelijke, dier en vogel, plant en rots, en alle klassen van dingen en wezens zijn met elkaar verbonden en worden tot elkaar aangetrokken door een band van harmonie. Zo enig schijnbaar nutteloos wezen of ding in dit heelal van eindeloze verscheidenheid zou ontbreken, zou het zijn als ontbrak een noot in een lied. ‘Ieder wezen wordt geboren voor een bepaald doel en het licht van dat doel wordt in zijn ziel ontstoken’ (Saadi). Alle hongersnoden, ziekten en rampen, zoals stormen, overstromingen, vulkanische uitbarstingen, oorlogen en revoluties, hoe verkeerd zij de mens ook mogen voorkomen, dienen in werkelijkheid tot het herstellen van deze eeuwige harmonie.’ Inayat Khan (1882 - 1927) was een soefi in de traditie van het universeel soefisme, welke leer hij van India naar Amerika en Europa bracht. Hij stond in hoog aanzien, als mysticus maar ook als musicus en als kenner van de rijke Indiase muziektraditie. Hij verstond de kunst om het soefisme te verbinden met de joods-christelijke traditie en maakte daarmee de leer toegankelijk voor het Westen.

55

109.citaat-geluid.indd 55

25-01-2021 11:23


Charlie ‘Wat is er met je vinger, mam?’ vroeg Charlie, kijkend naar zijn boos met haar wijsvinger op en neer zwaaiende moeder, die prompt stilviel na die vraag. Dat was Charlie weer hoor, haar eigenaardige zoontje, zoals ze hem in gedachten altijd noemde. Het kind was pas vier, dus je zou kunnen denken dat het onwetendheid was als hij zoiets vroeg, maar het wekte de indruk van een mengeling tussen onwetendheid en wetendheid. Alsof hij heel goed begreep dat ze er iets dreigends mee bedoelde, maar een onschuldig klinkende vraag stelde om haar te ontwapenen.

56

114.charlie.indd 56

25-01-2021 11:19


 TEKST:

ANNEKE MUNNIK

 LAND:

NEDERLAND

 BEELD:

ANNEKE MUNNIK

 RUBRIEK: TIJDGEEST

Z

Ze zuchtte. Ze had geen idee hoe het kwam dat een van haar kinderen zo ongewoon was uitgevallen. Hij had als baby al heel volwassen en ernstig naar haar gekeken, zodat ze helemaal in de war raakte. Maar ook maakte hij met vier maanden al grapjes! Hij was lief en storend tegelijk, dat maakte het zo ingewikkeld. Hoe kon je nou boos worden op een kereltje dat op z’n derde al zei: ‘Ik weet wel dat je alleen maar boos wordt omdat je verdriet hebt.’ Ze keek hem liefdevol aan. Je kon ook eigenlijk alleen maar van hem houden, van dat ernstige jongetje dat tegelijk een origineel gevoel voor humor had. Maar hij stoorde. Je kon niet lekker onbewust leven met Charlie in de buurt. Dan had ze een gesprekje met de buurman en naderhand zei haar zoontje: ‘Dat vond ik helemaal niet aardig van je, mam, wat je tegen de buurman zei.’ Door dat soort dingen werd ze regelmatig gedwongen naar haar eigen gedrag te kijken en toch was het niet alsof Charlie haar terechtwees. Het was meer alsof hij haar op de rechte weg wees. Nee, nog meer alsof hij haar attent maakte op hoe zij eigenlijk wilde zijn. Nu ze, na de scheiding, alleen was met drie kinderen, was Charlie nog dichter naar haar toegeschoven, leek het. Hij steunde haar, maar dat hoorde een vierjarige helemaal nog niet te hoeven doen. Charlie kon soms wel een half uur achter elkaar naar haar kijken, zonder iets te zeggen, terwijl zijn broer en zusje om hem heen speelden. Zij waren het gewend en besteedden er geen aandacht aan.

57

114.charlie.indd 57

25-01-2021 11:19


Boris, haar oudste zoon, was een buitenbanjer, die alleen binnenkwam als hij werd geroepen en dan soms nog niet eens. Claar, haar dochtertje van twee, was een schattig krulletjeskind met een hang naar Charlie. Als ze ’s morgens wakker werd, riep ze hem in plaats van haar. Hij was ook bijzonder lief voor haar en knuffelde haar helemaal plat, maar alleen als ze uit zichzelf naar hem toe kwam. Verder liet hij haar spelen. Sommige mensen werden heel zenuwachtig van Charlie, alleen al van zijn aanwezigheid. Hij keek ze dan bemoedigend aan en stelde een persoonlijk vraagje om hen op hun gemak te stellen. Het had bij enkelen een tegenovergestelde werking. Zo had hij laatst aan haar zus gevraagd of ze zondag naar de kerk was geweest, omdat hij wist dat zij dat erg belangrijk vond. Omdat ze nou net toevallig een dienst had overgeslagen, werd ze rood van top tot teen en stotterde iets onverstaanbaars. Charlie gaf helemaal niets om dat soort dingen en zou heel blij zijn geweest met het antwoord: ‘Nee, deze keer niet,’ maar om de een of andere reden trof hij altijd net een gevoelig punt met z’n vraagjes. Nu Charlie vier was, mocht hij naar de basisschool en ze had van tevoren verschillende scholen met hem bezocht. Ze wilde hem inschrijven op de school van Boris, maar dat was niet gelukt. Meneer Slootjes, de directeur, had Charlie begroet door op z’n hurken te gaan zitten, een hand op zijn schouder te leggen en de volgende tekst uit te spreken: ‘Zo, jongen. Je bent nou zo groot, nu zullen we je maar geen Charlie meer noemen, hè? Nee, wij zeggen Charles!’ Charlie, die een uitgesproken gevoel voor gelijkheid had, was ook op zijn hurken gaan zitten en had de man lang aan zitten kijken om uiteindelijk te antwoorden met: ‘Dan zeg ik meneer Sloot tegen jou.’ Toen ze er later met hem over sprak, zei Charlie dat hij had gezien dat meneer Slootjes het heel lief bedoelde. Die dacht echt dat je groot was als je niet meer Charlie werd genoemd en daarom wilde hij hetzelfde doen voor meneer Slootjes. Ze keek hem aan. Hij meende het. Meneer Slootjes daarentegen had het als brutaliteit opgevat. Hij had nijdig gezegd: ‘Tegen ú!’ En, je kon het verwachten: Charlie zei dat meneer Sloot echt geen u tegen hem hoefde te zeggen… Het leek haar beter om een andere school te zoeken en na veel rondzwervingen kwamen ze zowaar een school tegen waar Charlie het heerlijk vond. Ze snapte niet waarom, maar hij ging meteen met de kinderen spelen en keek niet meer naar haar om.

Charlie kwam redelijk ongeschonden door de basisschool heen. Sommige kinderen plaagden hem en noemden hem ‘de professor’, omdat hij zoveel wist en vaak zat na te denken op een hekje in de pauze. Andere keren speelde hij wild mee en lachte net zo hard als zij. Het plagen bestreed Charlie op zijn eigen manier. Eerst vroeg hij zich af waarom ze dat deden. Een jongen had hem geschopt en hij snapte daar niets van. Scheldwoorden begreep hij ook niet, dus moest zijn moeder hem uitleggen dat dat woorden waren waarvan andere mensen hoopten dat je ze vervelend zou vinden. Het was ook raar, want er zaten bijvoorbeeld lichaamsdelen bij de scheldwoorden. Charlie besloot ook scheldwoorden te gaan ontwerpen. Een dag later liep hij rond tussen de plaaggeesten en diende ze elk een uitdrukking toe: ‘Afgeschoten rotte appel,’ ‘Enge komkommer,’ ‘Slome knie…’ Charlies arsenaal kende geen grenzen. Het had een buitengewoon effect. Het schelden stopte acuut. Er werd wel eens een leerkracht boos op hem. Meestal was dat omdat Charlie iets van een ander kind had gepakt en ermee omging alsof het van hem was. Het was nog niemand gelukt om dat Charlie af te leren. Evengoed liet hij al zijn spulletjes zo aan een ander. Hij scheen geen onderscheid te maken tussen mijn en dijn. Ze dacht wel eens: als iemand Charlies moeder nodig had, zou hij haar zo weggeven. Als iemand boos sprak tegen Charlie, ging hij altijd ergens anders heen. Dat was bovenmate frustrerend voor degene die kwaad op hem was, maar Charlie vond dat zolang iemand zo boos was, hij beter even niet met ze kon praten. Als het dan daarna wel tot een gesprekje kwam, stelde Charlie zich altijd op als een volwaar-

58

114.charlie.indd 58

25-01-2021 11:19


Charlie zei dat meester Sloot echt geen u tegen hem hoefde te zeggen… dige gesprekspartner. Dat was even wennen voor de mensen. Er waren leerkrachten en overblijfouders die haar erover opbelden en hun verontwaardiging spuiden. Sommigen vonden het haar fout en verweten haar dat Charlie geen kind was. Tja, wat moest zij eraan doen? Zij wist dat Charlie het alleen maar deed omdat hij gewoon zo wás, en niet om hen te ergeren. Ze kon daar toch echt niet boos om worden, maar de bellers wilden dat ze Charlie strafte. ‘Ik straf nooit,’ zei ze ferm, ‘en als u boos op hem bent, kunt u dat beter tegen Charlie zeggen, want die is prima in staat om zelf antwoord te geven. Doet u maar gewoon wat u vindt dat u moet doen, en dan doet Charlie wat Charlie nu eenmaal doet. Daar ga ik niets aan veranderen.’ Terwijl Boris altijd met z’n hakken over de sloot overging, zonder enige moeite te doen, werd ze voor Charlie regelmatig op het matje geroepen. Ze legde dan uit dat Charlie juist een heel attente, behulpzame jongen was maar dat hij zelf graag besliste wanneer. Hij was niet gehoorzaam, maar wel bereidwillig. Als iemand hulp aan hem vroeg, of gewoon hulp nodig had, was Charlie onmiddellijk ter plekke. Als iemand iets gedaan wilde krijgen van Charlie, zou hij dat zeker doen zodra hij er het nut van inzag. Ze hoefden alleen maar respect te tonen… Dat kwam niet aan en ze begreep best dat de leerkrachten niet wisten hoe ze met Charlie om moesten gaan. Hij liet zich nooit haasten, dacht soms lang na voor hij antwoordde en zei tegen iedereen ‘je’. Als iemand hem een persoonlijke vraag stelde, bijvoorbeeld: ‘Wat wil je later worden?’ dan zei hij: ‘Draak’, of: ‘Een man’ en als ze vroegen wat zijn vader deed, zei Charlie dat dat ieder moment iets anders was. ‘Misschien zit hij nu,’ zei hij, ‘dat kan ik niet zien.’ Charlie tekende heel mooi, maar raakte van z’n stuk als er werd gevraagd hoe hij daartoe gekomen was. Hij bedacht niets van tevoren, begon gewoon te tekenen. Toen Charlie zijn eerste spreekbeurt moest houden, had hij het onderwerp ‘oorlog en vrede’ gekozen en hield hij een uitgebreid betoog, met voorbeelden, van oorlogen die uiteindelijk alleen maar hadden geleid naar nieuwe conflicten. Niemand geloofde dat Charlie dit zelf geschreven had en hij kreeg een dikke onvoldoende. Er kwam een hele rel en Charlie zag er helemaal wit van. Hij verdedigde zich niet en kreeg alleen een lading woede over zich heen. Zijn moeder gaf het op om uit te leggen hoe Charlie in elkaar zat. Charlie was oud, en vooral wijs genoeg om zichzelf te helpen. Wijzer dan zij… Op een dag was het zover: een brief van de leerplichtambtenaar.

Gelaten meldden moeder en zoon zich bij de balie. Tot grote verrassing van beiden kwam er een frisse jonge vrouw naar hen toe, die Charlie een paar vragen stelde. Ze keek even naar zijn gebogen hoofd en vroeg hem toen: ‘Wil je van school af?’ Charlie keek verrast op en zei: ‘Ja, graag!’ ‘Van mij mag je,’ sprak de leerplichtambtenaar en: ‘Ik ga het meteen regelen.’ Charlie ging van school en bekwaamde zich op zijn eigen manier in zelfstandig leven. Hij vroeg nooit hulp, leerde van alles en nog wat met zijn handen te doen, verdiepte zich alleen in wat hij interessant vond en deed verder een poos niets. Zijn moeder liet hem begaan, overtuigd van zijn capaciteiten en zijn lot. Dat riep vervolgens weer heel veel weerstand op van andere mensen, maar haar huid was nu dikker en ze haalde haar schouders erover op. Sommige mensen weten zelf het beste hoe ze moeten leven, dacht ze, ook al zijn ze nog zo jong. Ze keek naar Charlie, die nooit Charles wilde worden, en hield zo veel van hem dat ze spontaan een kus op zijn kruin drukte. Die kus ging door het hele huis. Claar begon te lachen en Boris, die de tuin opknapte, keek om en maakte aanstalten om binnen te komen. Ze wist opeens waarom juist zij zo’n ongewoon kind had gekregen.

59

114.charlie.indd 59

25-01-2021 11:19


Restless temple

D

De tempel zwaait heen en weer op de wind. Op het oog een onmogelijkheid want verweerde stenen tempels, voor zover wij dat in nuchtere toestand waarnemen, staan onbeweeglijk stil en zijn zo stevig gebouwd dat ze vaak bij een aardbeving nog overeind blijven. Deze tempel beweegt mee op de wind. Als je vlakbij de ingang van Tremenheere sculpture gardens (Penzance, Cornwall) de heuvel op loopt, zie je steeds beter dat het bouwsel half in een kuil bovenaan de heuvel is opgericht, waardoor de basis aan het oog onttrokken wordt. En je ontdekt dat wat op een afstand – en zelfs van redelijk dichtbij – nog oogt als massief verweerd marmer, in werkelijkheid hout is. Niets is wat het lijkt. De

In eerste instantie denk je: ‘Nee, dat kan niet, dat is gezichtsbedrog.’ Het bouwwerk, een oude Griekse tempel, staat bijna aan het eind van een lange, met gras begroeide heuvel, met op de achterDorische zuilen en het timpaan zijn opgebouwd uit roodceder, en nadere informatie leert dat de zuilen bestaan uit holle pijpen waarop cederen latten zijn bevestigd. Daardoor is hun gewicht zo laag dat de wind ze heen en weer kan blazen. Iedere pilaar is via een staalkabel vanuit de top door de holle buis verbonden met een contragewicht onder het platform waarop ze staan. De contragewichten zelf zijn met behulp van een stalen frame onderling verbonden, waardoor ze in een onderlinge verbondenheid als die van een groep dansers weer naar hun verticale positie terug bewegen. Een ingenieus samenspel van wind en zwaartekracht. Het is de bedoeling dat de tempel lang genoeg blijft staan om er korstmossen op te laten komen, maar hoe lang hij zal bestaan, is onzeker. Het werk ontstond als ode aan ‘onze ambitieuze en precaire vindingrijkheid’, aldus kunstenares Penny

60

115.restless temple.indd 60

25-01-2021 11:18


w TEKST: WINNIE GEURTSEN w LAND:

NEDERLAND

w BEELD: RESTLESSTEMPLE.CO.UK w RUBRIEK: KUNST

grond een rij bomen. Er staat een lichte zeebries, die de bomen doet bewegen. Een gebouw is solide, kan niet bewegen. Maar dan… ‘jawel, het beweegt wel,’ constateer je verbijsterd en duizelig. Een fascinerend schouwspel. Saunders, die lange tijd werkzaam was als bouwer van bewegende decorstukken voor een theatergezelschap. Precair is onze vindingrijkheid zeker; wat heeft ze ons niet allemaal aan onbedoelde neveneffecten en onzekerheden gebracht. Ondanks dat de techniek als doel had ons meer bestaanszekerheid te bieden, kan de huidige wereld niet bepaald als stabiel worden gezien. Het lijkt wel alsof alle zekerheden en onzekerheden van dit moment in dit bewegend bouwsel zijn samengebald. En toch… wat een geweldige uiting van kunstzinnige inspiratie. Blowing in the wind. En wat een visie: alles wat wij als ‘waardevast’ beschouwen, is aan de beweging van de tijd onderhevig. Alles slijt, erodeert, veroudert, vergaat. Niets is wat het lijkt. Zou dat de onderliggende boodschap van deze rusteloze tempel in onze rusteloze wereld kunnen zijn? Het totaal van wat voor ons vaststaande waarden zijn, zou dat niet ook gezien kunnen worden als een vorm van gezichtsbedrog, omdat alles in feite tijdelijk is? Niet leuk om dat tot je door te laten dringen. Maar nu we haast alle technische snufjes om ons leven te veraangenamen, uitputtend hebben opgebruikt, is het moeilijk om in technische vooruitgang te blijven geloven.

Aan de andere kant is dit kunstwerk door z’n vormgeving ook humoristisch en relativerend. En misschien ook symbolisch voor de plaats die een bewuste zoeker in de huidige samenleving zou kunnen innemen: we zijn flexibel en bewegen bij vlagen tot in uitersten mee. Maar zolang we ons bewust blijven van de verbinding met het anker in ons midden, kunnen we een evenwicht bewaren. Alles is onderhevig aan de hier geldende natuurwetten, die elkaar allemaal in evenwicht houden, gecentreerd rondom een middelpunt. De rust is in het middelpunt. Waarom zouden we onze hoop en ons vertrouwen niet in het middelpunt in onszelf leggen? https://restlesstemple.co.uk/ https://www.youtube.com/ watch?v=K5tuigdgp_c 61

115.restless temple.indd 61

25-01-2021 11:18


John van Schaik & Jacob Slavenburg, Hermes Trismegistus – Hermopolis, Florence, Leuven, Amsterdam (Zutphen 2020, 272 pagina’s) Voor het schrijven van een nieuw werk over Hermes Trismegistus zijn John van Schaik en Jacob Slavenburg in dit taalgebied zonder meer de aangewezen personen. Van Schaik studeerde middeleeuwse mystiek, promoveerde op

het christelijk manicheïsme in 2004 en heeft tal van boeken geschreven over de westerse esoterische traditie. Slavenburg is bekend van zijn grote aantal boeken over de geschiedenis van de filosofie, religie, de hermetische traditie en van zijn vertalingen van de Nag Hammadigeschriften. Slavenburg schreef in 2003 zijn hoofdwerk De Hermetische Schakel en Van Schaik in 2006 De Hermetische Code. Daarmee traden zij in de voet-

sporen van hun leermeesters, de grote Hermes-vorsers en -vertalers Gilles Quispel en Roelof van den Broek. Dit productieve schrijversduo vond het tijd worden voor een nieuwe kennisimpuls over de invloed van Hermes op de Europese cultuur en op die van de Lage Landen. Want ‘Hermes is veel belangrijker in het denken (geweest) dan tot nu toe aangenomen,’ schrijven ze in het voorwoord. Globaal behandelt het boek de geschiedenis van de hermetica vanaf de oorsprong in het oude Egypte tot op heden. Het eerste hoofdstuk gaat terug naar de bron van de hermetica drie eeuwen voor het begin van onze jaartelling. In hoofdstuk twee wordt de rol van Hermes in de middeleeuwen – met name in en rond Byzantium – aangestipt. Vooral de Asclepius was toen bekend. Hoofdstuk drie gaat in op de wedergeboorte van de hermetica in de renaissance (Florence) en op de algemeen bekende vertaling van het Corpus Hermeticum door Marsilio Ficino. Via Cosimo de’ Medici kreeg Ficino die aangereikt van de monnik Leonardo van Pistoia, die hem meebracht uit Byzantium. Geleidelijk breekt dan het inzicht door dat Hermes de weg heeft gebaand voor de komst van Christus. Het verrassende hoofdstuk vier belicht de rol van Hermes in de Lage Landen. De tegenbeweging die het hermetisme opriep – in de vorm van de Verlichting – wordt beschreven in het vijfde kapittel, terwijl in het zesde deel de hermetische genootschappen aandacht krijgen,

Portret van Cornelis Drebbel, die de eerste Nederlandse vertaling van het Corpus Hermeticum bezorgde

62

118.boeken.indd 62

25-01-2021 11:16


w TEKST: REDACTIE w LAND:

NEDERLAND

w RUBRIEK: BOEKEN

die voortvloeien uit de beweging van de theosofie. Een voorlopig hoogtepunt wordt daarin bereikt met de publicatie van de teksten van de theosoof George Robert Stow Mead in 1906. Tien jaar later zou Rudolf Steiner de biologischdynamische landbouw ontwikkelen. Daarmee bereiken we een markant punt in de doorwerking van de hermetica want ‘hermetischer kan het niet’, aldus de auteurs. Hoofdstuk zeven ten slotte behandelt de invloed van Hermes op de literatuur. De auteurs halen tijdens hun hermetische verkenningstocht tal van uiteenlopende auteurs en denkers aan, ook zij die ogenschijnlijk tegenstrijdige uitspraken over het hermetisme hebben gedaan. Een mooi voorbeeld daarvan is Herman Boerhaave (1668-1738), de beroemde geneeskundige uit Leiden, die leed aan een ongeneeslijke zweer aan zijn dijbeen en daarvoor ter ‘genezing’ allerlei ‘nutteloze medische mishandelingen’ onderging en die toen maar zelf de medische wetenschap ging hervormen. Deze Boerhaave – hoogleraar te Leiden – begint zijn carrière met een rede (1703) waarin hij met veel aplomb stelt dat ‘het menselijk lichaam een zuiver mechanisch lichaam is en daarvan ook alle eigenschappen vertoont’. De geneesheer ziet hij als een soort van werktuigkundige: ‘Alleen de werktuigkundigen mogen het menselijk lichaam als hun gebied van onderzoek beschouwen en in dit gehele lichaam, ten minste wat zijne vaste delen aangaat, is niets wat

daarbuiten valt.’ Wie het hier niet mee eens is, getuigt van een ‘al te grote traagheid en sufheid van geest en van een allerondankbaarste geringschatting voor de schoonste uitvindingen die we bezitten’. En in zijn verbeelding ziet hij na deze woorden al een polemiek starten met degenen die hem dit bestrijden en die ‘ik weet niet waarom, zich en hunne school naar Hermes noemen’. Edoch, als hij – ziek en verzwakt – in 1729 in zijn laatste universitaire rede terugblikt, komt hij tot een geheel nieuw inzicht: ‘Ten slotte leek het mij dat ik met enorme vreugde ontdekte dat de oude hermetisten zeer betrouwbare filosofen waren. Ik kreeg de indruk dat de natuur nooit helderder was geopenbaard dan door hun inspanningen en dat geen andere filosoof dat duidelijker had geschreven.’ Door zijn alchemische proeven was Boerhaave gewaargeworden dat er in de lichamen nog andere krachten leven die niet kunnen worden verklaard met mechanische principes. Die levenskrachten maken nu juist dat een lichaam leeft. ‘Mechanische krachten kunnen het leven niet verklaren. Maar dat is nu precies wat alchemisten doen: onderzoek doen naar de principes van het leven,’ schrijft Van Schaik. Met dit voorbeeld van een groot erflater van onze beschaving als Boerhaave maken de auteurs naar mijn smaak duidelijk dat de hermetica niet iets zijn als een serie weetjes uit een encyclopedie. Integendeel, de hermetica vragen de mens letterlijk om een nieuwe beleving, om zich open te stellen voor nieuwe in-

DE HERMETICA ZIJN NIET IETS ALS EEN SERIE WEETJES UIT EEN ENCYCLOPEDIE zichten, om de bereidheid te hebben zijn leven te herzien aan de hand van kennis door ervaring en om te leven naar een nieuw innerlijk oriëntatiepunt. Het is een verdienste van dit boek dat het naast Boerhaave tal van andere grote persoonlijkheden (onder andere Newton) behandelt die onder inspiratie van Hermes een vergelijkbaar levenspad hebben bewandeld. Dit bracht Slavenburg bij de presentatie van het boek tot een vergelijking van de hermetica met de Nag Hammadi-geschriften. ‘Hermes’ is geen filosofie maar een religie van God, de kosmos en de mens. Dat leidt tot een aarde-benadering en tot een benadrukking van de persoonlijke verantwoordelijkheid die de mens hier en nu heeft. Nag Hammadi heeft een aarde-ontvluchtend karakter, immers deze aarde is geschapen door een boze demiurg. Zoiets zie je ook terug bij de woestijnvaders. Het lichaam is slecht vanwege de vreselijke begeertes die het heeft. Van dat al vind je bij Hermes helemaal niets terug, aldus Slavenburg. Dit boek is belangwekkend om drie

63

118.boeken.indd 63

25-01-2021 11:16


redenen. Allereerst biedt het een schat aan gegevens en inzichten voor die lezers die zich voor het eerst in Hermes Trismegistus willen verdiepen. Ook voor de gevorderden in deze belangstellingssfeer is het een waar luilekkerland: veel nieuwe feiten en personen worden in levendige, soms smakelijke bewoordingen gepresenteerd. Daarnaast is het werk belangrijk omdat het in hoofdstuk vier – volgens de auteurs ‘het hart van het boek’ – duidelijk maakt dat Nederland en België al vanaf het begin van de Tachtigjarige Oorlog een gnostiek-hermetisch gen in hun DNA hebben. Deze centrale stelling wordt – tekstueel gefundeerd – geconcludeerd uit de nauwe samenwerking met en invloed op Willem van Oranje die adviseurs als Dirck Volckertszoon Coornhert, Philippe Mornay du Plessis en andere hermetici hadden. Dat verklaart mogelijk waarom juist in Nederland en België later het onderzoek naar de hermetische geschriften (Quispel, Van den Broek) zo’n hoge vlucht heeft genomen en dat juist hier te lande een unieke Bibliotheca Philosophica Hermetica is gesticht, die een ereplaats biedt aan vrijwel alle bekende hermetische boekwerken en die Hermes met toonaangevende uitgaven op de boekenmarkt brengt. Dat verklaart tevens dat er in Amsterdam aan de UvA sinds 2000 een bijzondere leerstoel is voor de studie naar de hermetische filosofie. De derde reden die dit boek relevant maakt, is de verbinding die het maakt tussen Hermes en het nieuwe ecologische denken. De auteurs zien de vertegenwoordigers van de

IS DE MILIEUEN KLIMAAT-BEWEGING DE ERFGENAAM VAN HERMES? milieu- en klimaatbeweging als erfgenamen van Hermes. Hermes die de mens oproept tot kosmisch rentmeesterschap. ‘De mens is in de alchemistische hermetische traditie geroepen om als alchemist de aarde om te vormen van een materie-aarde naar een geestelijke aarde: het Nieuwe Jeruzalem’, viel bij de presentatie te beluisteren. Zo’n uitspraak wordt in het boek gedemonstreerd aan de hand van de biologisch-dynamische werkwijze waarvan in de oudste Hermes-teksten sprake is en die bij Rudolf Steiner terugkeert. De verbinding tussen kosmos en aarde wordt na vele eeuwen weer als wezenlijk ervaren. Het is alsof de woorden van Hermes in de Asclepius weer tot bewustzijn komen: ‘Als de mens die taak volledig op zich neemt, te weten de zorg voor de schepping die zijn eigenlijke opdracht is, dan is hij een sieraad voor de kosmos en beschouwt hij de kosmos ook als een sieraad: dan is hij op grond van de goddelijke harmonie van de samenstellende delen een wereld op zichzelf, wat de Grieken een microkosmos noemen. Hij kent zichzelf, hij kent ook de kosmos, met dien verstande dat hij beseft wat past bij de rol die hij speelt, wat hij

kan gebruiken, waaraan hij zich heeft te onderwerpen.’ Er is één aspect aan deze boeiende Hermes-queeste van Slavenburg en Van Schaik dat de wenkbrauwen doet fronsen. Vrijwel nergens komen we een vrouw tegen die aan de verdieping of verspreiding van Hermes heeft bijgedragen. Het blijft beperkt tot mevrouw Blavatsky. Is die vrouwelijke bijdrage werkelijk zo schraal? Ik had er graag meer over gelezen. Eén vrouw wordt in ieder geval smartelijk gemist: Hildegard von Bingen (1098-1179). In haar boek Causae et Curae behandelt ze kwesties als het ontstaan van de wereld, de opbouw van de kosmos, de schepping van de mens, de mens als microkosmos die een evenbeeld is van de macrokosmos. Allemaal zaken die op z’n minst parallellen hebben met de Asclepius van Hermes. Op een andere plaats spreekt zij over de ‘allesdoordringende groene kracht van de natuur’; ja, ze heeft het over de ‘groene Sophia’ die de mens tot voltooiing kan brengen op het geestelijke pad. Uitspraken van duizend jaar terug die nu brandend actueel zijn! Nochtans, wanneer we het geheel van dit fraai uitgegeven boek overzien, dan is de afwezigheid van de zieneres Hildegard slechts een schram op een diamant.

64

118.boeken.indd 64

25-01-2021 11:16


In de eerste Nederlandstalige uitgave van de Pymander (1607, zie de afgebeelde pagina hiernaast) citeert de vierde-eeuwse filosoof Calcidius, die over Hermes schreef: Calcidius in’t leste deel zijns tweeden Boecks/spreeckt van Mercurius Trismegistus aldus. HermesTrimegistus / die welcke nae de opinie des ghemeenen volcx / door groote verwonderinghe der deuchden / heeft gheconsacreert die eeren ende diensten der Godtheyt: Ende genaeckende aen zijn lest eynde des levens / soo sprack hy tot zijn omstanende Discipule / seggende aldus: Tot nu toe kinderen / soo heb ick gheleeft als een Pelgrim / ende een ballingh mijnsVaderlandts / maer nu keer ick daer weder saligh ende gesont / ende terstont als ick sal ontbonden zijn van die smetten des lichaems / ende als ick van u ghescheyden sal zijn / soo siet dat ghy my niet en beschreyt / ghelijck eenen dooden: want ick dan wederkeer nae de alderbeste ende salighe Stadt / daer heen alle die Burgheren sullen comen / door de corruptie des doots:Want daer de opperste Prins is / alleen Godt / die welcke zijn Burgeren met wonderlijcke soeticheyt vervult / daeromme dat veel Menschen dat leven noemen / dat soudemen veel beter den doot moghen noemen / dan dat leven. Calcidius spreekt in het laatste deel van zijn tweede boek over Mercurius Trismegistus: Hermes, die naar de mening van het gehele volk uitblonk door zijn grote deugd en zich wijdde aan de eer van en de dienst aan de Godheid, sprak toen hij het einde voelde naderen tot de leerlingen die om hem heen vergaderd waren: ‘Tot nu toe was ik een balling uit mijn vaderland, maar nu keer ik weer, zalig en gezond en zo gauw ik ontbonden ben van de smetten van mijn lichaam en van u gescheiden ben, let er dan op dat u niet over mij weent als over een dode: want ik keer terug naar de allerbeste en zalige Stad, alwaar alle overige [goede] burgers door de benauwenis van de dood zullen komen. Want daar is alleen God de opperste vorst, die zijn burgers met wonderheerlijke zoetheid zal vervullen. Daarom wat veel mensen ‘leven’ noemen, dat zou men beter dood dan leven moeten noemen.

65

118.boeken.indd 65

25-01-2021 11:16


Levende Spiritualiteit

De vraag weet het a

66

89.vraag weet antwoord.indd 66

25-01-2021 11:33


w TEKST: KONSTANTIN SCHEIHING w LAND:

NEDERLAND

w BEELD: KRISTINA81

t antwoord

w RUBRIEK: LEVENDE SPIRITUALITEIT

Wat is de zin van het leven? Wie ben ik? Waarom is er zoveel onrecht op de wereld? Dergelijke en vergelijkbare fundamentele vragen komt iedereen waarschijnlijk wel tegen. Maar waar komen ze vandaan en hoe kunnen we ermee leven?

Leven met de vraag

Vaak zijn we geneigd zo snel mogelijk een antwoord te willen vinden op open vragen. De wereld en internet zijn vol antwoorden. Elk antwoord is gekleurd door een wereldbeeld, een ideologie of traditie waar het in past. En als het antwoord niet meer passend lijkt of versleten is, dan zoeken we gewoon een beter passend antwoord uit de schier eindeloze catalogus van verklaringen. Maar ontgaat ons niet, door de voortdurende gerichtheid op het antwoord, de eigenlijke, levende kwaliteit van de vraag? Een bewustzijn dat leeft met een vraag, is bezig met een heel andere activiteit dan een bewustzijn dat leeft met een antwoord. Antwoorden zijn voor ons vaak net zoveel waard als woorden of voorstellingen, want het menselijke bewustzijn leeft normaliter op dit niveau van woorden en voorstellingen. Maar is

It’s not about you. ©Kristina81

67

89.vraag weet antwoord.indd 67

25-01-2021 11:33


er in de mens ook een dimensie aanwezig die boven dit alles uitgaat, en die in direct contact kan treden met de waarheid van het ene leven? Ook dat is een fundamentele vraag. Waar komen deze fundamentele vragen vandaan?

In ons dagelijkse leven zeggen we al gauw: ik heb een of andere vraag, of: dit is mijn vraag. Maar kunnen we dit werkelijk wel zo beweren? Is het zo dat men zichzelf bewust voorgenomen heeft een bepaalde vraag te stellen? Is het de eigen wil die de vragen heeft opgeroepen, of het eigen denken dat ze gepland heeft? Is de vraag dus werkelijk iets wat je je eigen vraag kunt noemen, of leeft de vraag alleen in jou? Als het om fundamentele vragen gaat, komt men waarschijnlijk tot de conclusie geen concrete bedoeling te hebben gehad om een of andere vraag te stellen. Heel neutraal zal men eenvoudigweg vaststellen: deze vraag komt spontaan op. We kunnen dus erkennen dat fundamentele vragen niet door de eigen wil tevoorschijn komen. Ze ontstaan veeleer uit de spontane aanraking van een levend niet-weten in de mens met dat wat is. Fundamentele vragen dragen dus de kiem van het levende in zich. Ze zijn een natuurlijke uitdrukking van het ene leven. Je kunt ook zeggen: ze zijn een schepping van het leven. Bomen, de aarde, alle dieren, sterren, het totale in harmonie ronddraaiende universum is een scheppende uitdrukking van het ene leven; vragen zijn dat ook, alleen op een veel subtieler vlak. De schepping is niet afgesloten, zij duurt nog altijd. En zo ervaart de mens in zichzelf, als deelhebber aan dit scheppingsproces, op dezelfde manier scheppingsimpulsen; bijvoorbeeld door fundamentele vragen die in hem opkomen. Het stellen van deze vragen aan alles, is uitdrukking van het leven, is in zichzelf deel van de ontvouwing van een heilige

schepping. Maar meestal herkennen we de scheppende kwaliteit van de vragen niet, die als zaad in ons bewustzijn kiemen. Iedere vraag draagt haar eigen antwoord in zich

In de wereld van woorden en voorstellingen moet deze zin uiterst dwaas klinken. Wij zijn gewend antwoorden op vragen van buitenaf te krijgen, van iemand die ons verklaringen levert; hetzij de leraren op school, de experts in het bedrijf of de priesters in de religieuze traditie. En ten aanzien van het uiterlijke weten heeft dat zeker zin. Maar in het innerlijke bereik leidt het ertoe dat zich in ons bewustzijn nooit de diepliggende kwaliteit begint te ontvouwen die uit zichzelf vraagt, herkent, ademt, leeft en tot bloei komt. Wij zijn er vaak zo vertrouwd mee om antwoorden en woorden te consumeren, dat wij onbewust, diep in ons zelf, geloven dat we niet in staat zijn voor onszelf uit te vinden wat waar is – en zo blijven we bij antwoorden en voorstellingen. Het leven vraagt naar zichzelf

Je zou kunnen zeggen dat bijvoorbeeld het zaad van een boom, de vraag naar wat een boom is, in zich draagt. Het zaad heeft ruimte, stilte, lucht, water en licht nodig om de boom tot aanzijn te brengen. En toch is alles gegeven om deze scheppende impuls van de vraag naar de boom naar buiten te brengen. Zo is het ook met de mens. In iedere scheppende levensuitdrukking vraagt het leven in wezen naar zichzelf. Geen uitdrukking van het leven is daarbij gescheiden van een andere. En zo vraagt het leven ook door de mens naar zichzelf. Wat is leven? Wat is waarheid? Deze vragen zijn in woorden gekleed. Ze hebben een vorm aangenomen. Maar daarachter staat een beweging van doorgronden. Uit deze diepere bewe-

68

89.vraag weet antwoord.indd 68

25-01-2021 11:33


Zijn wij in staat voor onszelf uit te vinden wat waar is? ging, die één is met het ene leven, materialiseert zich over alle niveaus van ons zijn, tot in de eigenaardigheid van ons denken, een bepaalde vraag. De vraag op zich is dus oneindig veel meer dan die drie eenvoudige woorden: ‘Wat is leven?’ De woorden zijn de top van een ijsberg en daaronder werkt de machtige scheppende impuls van het leven. Zich van de vraag bewust te zijn, deze na te speuren, te ervaren, dit ‘wat is’ ruimte te geven, betekent dus de zuiver scheppende uitdrukking van het ene leven ruimte te geven. Iedere vraag is als het openen van een deur

Het leven opent deze deur in de mens, raakt hem aan. En als deze deur niet door woorden, door ik-speculatie of snelle verklaringen gesloten wordt, dan verdiept zich deze speelse beweging van het ene leven in het bewustzijn vanzelf. Het is het natuurlijke gevolg van de levende impuls van de vraag. Voor de vraag is geen inspanning nodig. Het ontvouwen van de vraag vereist dan netzomin enige inspanning. In het stille gewaarzijn van de vraag, in het leven met de vraag, in het luisteren naar de beweging van de vraag, begint dat wat heilig is zich in het bewustzijn van de mens uit te drukken. En in het overdenken van deze dingen, in het beproeven, uitvinden, observeren, gebeurt het onmiddellijk. Daar is geen speciaal weten voor nodig, geen speculatie, geen voorstelling, geen methode. Het betekent alleen, in het mens-zijn te staan. Vragen en doorgronden zijn deel van de diepste en natuurlijkste eigenschappen van het leven en dus van de mens zelf. En dit observeren en doorgronden vlamt als het bewustzijn leeft

met het eenvoudige feit van het ‘ik weet niet’. Dat ‘ik weet niet’ is de rustende tak van waaruit heilige schepping haar vleugels uitspreidt – eeuwig nieuw. In het ontvouwen van dit bewustzijn in de mens ligt zijn absolute mondigheid. In zo’n bewustzijn komt de vraag boven en de vraag ontvouwt onmiddellijk, vanuit zijn verbondenheid met het licht, het water, de lucht, het leven, met alles, een beweging als antwoord. Maar dit antwoord ligt niet primair in woorden, voorstellingen of abstracte ideeën, maar in het directe en voortdurende ontvouwen in de mens. En dat is heilige schepping. Dit mens-zijn, dat begint in het eerste stille gewaar zijn van een vraag, is de essentie van vrijheid. Vrijheid is als de geur van de bloem, die zich ontvouwt uit de mogelijkheid om op het ene leven te antwoorden. Als de snaren van een gitaar gestemd worden, dan is het antwoord van het resonantielichaam een soms schitterende klank. Daartoe moet het klanklichaam volkomen neutraal zijn, volkomen ontvankelijk, niet verwachtend; evenwichtig vragend luisteren. Wat betekent het in iemands dagelijks leven om zo volkomen ontvankelijk en waakzaam te zijn, dat wij aangeraakt kunnen worden voor de heilige harmonie die uitdrukking zoekt in al het leven? Als dat een levende vraag in u is, is er niets dat u zou kunnen verhinderen in liefhebbende opmerkzaamheid op te bloeien.

69

89.vraag weet antwoord.indd 69

25-01-2021 11:33


70

101.celliste.indd 70

25-01-2021 11:27


w TEKST: ERIC OP ’T EYNDE w LAND:

BELGIË

w RUBRIEK: KUNST

J

Mozaïekbeeld van een celliste De gekleurde steentjes zijn geïnspireerd op uitspraken in een film met interviews met haar muzikale vrienden en met haarzelf. Zij vormen samen een beeld om vanuit het hart en onder verschillende kleuren van licht naar te kijken. Als naar een metafoor voor ziel en persoonlijkheid als instrument om geïnspireerde schoonheid te scheppen. We zien de reflectie uit de omgeving van wat een ziel uitdrukt in de wereld. Zonder oordeel over de betreffende persoon. Het is slechts een metafoor, een uitnodiging tot zelfreflectie.

/

Kunst

71

101.celliste.indd 71

25-01-2021 11:27


J

Jacqueline was een wezen als geen ander. Onvergelijkbaar als mens en als celliste. Ze paste enkel in haar eigen referentiekader. Dat wat haar zo bijzonder maakte is niet in woorden uit te drukken. Het lijkt alsof ze voltooid was vóór haar geboorte. Gek om zo iets te zeggen, toch. J was zelf dan ook een wezen waarvoor geen woorden bestaan. Haar muziekspel was een natuurlijke gave. Ze bespeelde haar cello vooral vanuit haar buikgevoel. Hoe ze dat deed? Ongelofelijk mooi ! En vanuit het hart. Hoe doet ze dat? Verstand was niet per se iets wat ze inzette. Het was gewoon volkomen natuurlijk, een geluid dat uit haar wezen kwam, meer nog dan uit de cello. Ongeremd. Volledig in het ogenblik. Een kanaal waarin alles samenviel: het muziekstuk, het instrument, het moment. Om jou, de gelukkige toehoorder, daarna in verwondering achter te laten. Ondanks haar grootsheid als mens was ze zonder pretentie, eenvoudig, liefhebbend, zorgeloos, een glimlach. Ze gaf en nam in het musicerend gezelschap zonder het te weten, heel instinctief. Ze gaf altijd… J gaf de mensen niet wat ze wilden. Ze gaf gewoon zichzelf, de waarheid van wie ze was, van wat ze zag en voelde. Omdat ze zo geweldig was, was die waarheid een heel grote waarheid. Er was een krachtige waarheid in haar, waarneembaar als ze speelde. Alles komt van binnen uit. En muziek liegt nooit! Als ze op het podium toekwam, drukte haar houding vooral kracht uit, het bezitnemen van het volledige nu. Haar

type persoonlijkheid dwingt om je op haar te concentreren en die focus niet meer los te laten. Iedereen die dicht bij haar stond, werd onbewust aangetrokken door het verlangen te zijn zoals zij, aangetrokken door haar beminnelijkheid. J ontmoeten en je was voor haar gewonnen, zelfs voor je haar hoorde spelen. Een vertolking zoals je ze nooit eerder hoorde. Zoals het orkest dat haar voor het eerste hoorde spelen en helemaal in haar ban kwam. Een sterke prestatie voor een gehoor dat naar de rug van de celliste kijkt. De schoonheid van de klank, de immense intensiteit en haar aanwezigheid waren zeer krachtvol. Zij leek op het moment zelf te scheppen, heel persoonlijk. Als iemand die het vertrouwt zijn eigen gelaat te tonen. Ze had volledige beheersing van haar instrument. J kon zonder nadenken muzikaal dingen doen, alleen maar omdat het dan zo zijn moest. Zij drukte haar ideeën uit, nooit lichtzinnig, nooit oppervlakkig. Alles had altijd betekenis. Ook met anderstaligen slaagde ze erin om vriendelijke aandacht te communiceren. Ze had vele persoonlijkheden. Ze was uniek als mens. Ze was een zeer serene Engelse lady en ze was een zigeunerin, iemand van diep in het woud. Heel bijzonder. Ze was groter dan het leven, uitbundig. Als zij ergens binnenkwam, stopte alle activiteit. Iedereen kwam luisteren; je moest wel luisteren. Zo was ze ook in gesprekken en relaties. Ze was totaal anders dan waar ze vandaan

72

101.celliste.indd 72

25-01-2021 11:27


Biografie: enkele elementen

anglicaanse kerk tot het jodendom. Op 15

Jacqueline du Pré (Oxford, 26 januari

juni 1967 trouwden ze bij de Westmuur

1945 – Londen, 19 oktober 1987) was

in Jeruzalem.

een Britse klassieke celliste.

In 1971 begon Du Pré het gevoel in

In 1960 nam ze deel aan de master-

haar vingers en andere delen van haar

classes van Pablo Casals in Zermatt. In

lichaam te verliezen. Ze nam haar laatste

1962 volgde ze enkele korte cursussen

studio-lp van sonates van Chopin en

bij Paul Tortelier in Parijs. In 1966 had

Franck op in december van dat jaar. De

ze een aantal maanden les van Mstislav

laatste concerten in Londen gaf ze in

Rostropovitsj in Rusland.

februari 1973 met het concert van Elgar

Als 16-jarige gaf Jacqueline haar eerste

met het New Philharmonia Orchestra

concert in de Wigmore Hall in Londen.

onder leiding van Zubin Mehta. In oktober

Een jaar later speelde ze het celloconcert

1973, ze was toen 28 jaar, werd vastge-

van Edward Elgar in de Royal Festival Hall

steld dat ze leed aan de ongeneeslijke

met het BBC Symphony Orchestra onder

aandoening multiple sclerose.

leiding van Rudolf Schwarz.

Op 19 oktober 1987 overleed Jacqueline

In december 1966 ontmoette Jacqueline

du Pré aan een acute longontsteking, 42

de pianist, later ook dirigent, Daniel Ba-

jaar oud. Zij ligt begraven op de joodse

renboim. Ze ging voor hem over van de

begraafplaats van Golders Green.

kwam. Als in een sprookje: een heel bijzonder meisje dat achter in de tuin op een blaadje werd gevonden. Het moet erg moeilijk voor haar zijn geweest. Zij hield zo van muziek. Ze was één met haar muziek, beiden vormden een continuüm. Alles wat ze wilde uitdrukken was aanwezig en het was vreselijk toen dat na enkele jaren van haar werd weggenomen. Ze maakte je tot een veel groter mens dan je was. Ze zag potentieel en moedigde aan. Ze was altijd vol vreugde. Met passie en vol pathos en intensiteit in het streven naar schoonheid en naar de verste horizon. Ze had een uitzonderlijk gevoelig en instinctief begrip van muziek. Ze had het in zich elke muzikale opvoering zo levendig te maken dat je het gevoel had dat ze op dat moment de muziek daadwerkelijk uitvond. Een gave van genialiteit. Ze had alles wat ze nodig had voor wat ze deed. Ze speelde vanuit een intelligente intuïtie, met een ongelofelijke controle over haar cello en totale toewijding aan wat ze deed. Meester-

schap! Ze was niet in staat om ook maar één noot mechanisch te spelen. Muziek was voor haar dialoog. Ze was ontzettend aardig, vrijgevig, attent. Ze spreidde een soort warmte om haar heen die alles doordrong. Ze was nogal naïef. Je zou kunnen zeggen dat ze met haast was opgevoed. Dat liet iets achter in haar jeugd dat nooit gebeurd was en later maakte dat ze soms haar kindertijd beleefde als volwassene. J was een heel gewoon meisje als je haar ontmoette, volledig open, de meest vertrouwende persoon die ik ooit heb ontmoet. Ze werd vaak gekwetst omdat ze dacht dat iedereen om haar heen zich gedroeg zoals zij dat deed. Dat dit niet zo was, was voor haar een les. J kon niet liegen. Uiteindelijk heeft ze voor de geleerde levenslessen een hoge prijs betaald. Ze voelde zichzelf altijd zowel onder als boven de mens die ze ontmoette. Ze voelde zich in zekere zin ontoereikend als ze bedacht dat ze van zoveel dingen minder wist dan die ander. En ze wist instinctief dat zij zelf superieur was omdat ze dat bijzondere invoelen had, die directe verbinding. De twijfel of ze wel goed genoeg was heeft haar haar hele leven begeleid, vooral met de cello op het podium. Alles in het leven was opwindend voor haar. Ze wist hoe ze van het leven kon genieten, het leven waarderen. Ook in het latere deel van haar leven. Bijvoorbeeld een warme lenteregen in New York, buiten in een rolstoel, omhoog kijkend. Omdat de natuur verbonden was

73

101.celliste.indd 73

25-01-2021 11:27


Een artikel over J.

licht van de gnosis reflecteren op

Eric Op ‘t Eynde

de mensen om ons heen. Omdat

In de interviewfilm geven mensen

zij celliste is, wordt het beeld

uit haar omgeving, zelf kunste-

complexer: haar wezen, haar ziel

naar en dus fijnbesnaard, enkele

weerklinkt door de scheppingen

van hun impressies van J als

op haar instrument. De persoon-

mens en muzikant. Het beeld

lijkheid van de kunstenares is

dat uit al die puzzelstukjes naar

daarbij zelf ook instrumenteel. Er

voren komt, is vreemd ontroerend

wordt expliciet gesproken over

in zijn diepe menselijkheid, zijn

haar verbinding met boven, over

schoonheid, eerder dan in de

haar aanwezig zijn in hier en nu,

tragiek van het leven van J. De

over haar scheppen of heruit-

bedoeling van dit artikel is die

vinden van een ooit geschreven

ontroering te delen met de lezer.

muziekstuk hier en nu. Inspiratie

Ontroering door getuigenissen

vindt plaats in haar ziel, wordt

van mensen die een tijd lang in

door de persoonlijkheid vertaald

de omgeving van een grote ziel

in de cello en treedt naar buiten

mochten musiceren, leven, zijn.

als de klanken van haar vertol-

Wij weten niet of nauwelijks wat

king en als de sfeer van haar

er in het hoofd van J omgaat.

aanwezigheid. In al die elementen

We mogen enkel de reflectie

kunnen wij onze opdracht als

zien van haar doen en zijn op

zielemens herkennen. De feiten

de mensen om haar heen. Dat is

van haar leven, haar biografie,

ook de opdracht van de nieuwe

zijn daarbij slechts het decor, de

ziel: door te doen en te zijn het

setting.

Referenties Who was Jacqueline du Pré? Directed by Christopher Nupen for Allegro Films. Jacqueline du Pré A previously unpublished intimate interview. Allegro Films.

met iets dat dezelfde soort grootsheid had als muziek hield ze van de natuur. J op en neer rennend in de Zuid-Engelse heuvels, als een wild paard, in een kort jurkje en het lange blonde haar dat achter haar golft. De film legde vast wie ze was. Niet alleen in haar muziekspel, maar ook haar vermogen om iedereen om haar heen te stimuleren, om te scheppen en om ervoor te zorgen dat zij de sleutel was tot de muzikale chemie, de bron van inspiratie. Ze ademde als het ware muziek en inspireerde iedereen hetzelfde te doen. Ze had een buitengewone manier om een toon te produceren op de cello. Zo speelde ze ooit een F op de D-snaar. Dezelfde noot misschien wel twee, drie minuten. Je verloor elk gevoel voor tijd en ze legde meer expressie in die ene toon dan veel muzikanten kunnen leg-

gen in een heel concerto. Met vibrato, zonder, met variërende strijkstokdruk, met dit, met dat, maakte ze muziek uit één noot. Toen werd ze ziek. Ze heeft me ooit verteld hoe het begon. Ze realiseerde zich dat ze de ziekte waarschijnlijk al lang had voor die zich manifesteerde. Toen het echt doorbrak was ze doodsbang. Al die jaren nadien heeft ze nooit geklaagd. Ze glimlachte ook dan nog, maakte grapjes. Ik denk dat daar nogal wat angst onder zat, angst voor het onbekende. Ze bouwde een omhulsel om haar zelf, tot mijn grote verdriet. En we voelden ons allemaal dieper verbonden met haar dan we ooit in onze liefde voor haar hadden gedaan. Je houdt nog meer van iemand als die kwetsbaarder wordt. J vertelt ons dat ze zichzelf dan niet dapper voelt. En dat je misschien de dingen die (nog) mogelijk zijn meer moet waarderen. Vriendschap is veel kostbaarder geworden, minder vluchtig dan toen ze rond de wereld reisde, om overal te zijn, om overal te scheppen.

74

101.celliste.indd 74

25-01-2021 11:27


w TEKST: ANNEKE MUNNIK w LAND:

NEDERLAND

w BEELD: ANNEKE MUNNIK w RUBRIEK: TIJDGEEST

Laagjes In de spiegel zie ik een wit gezicht met rimpels hier en daar. Vrij fletse ogen, nagenoeg geen wenkbrauwen en een onzuivere huid. Moet ik zó naar buiten? Dat heb ik al zo’n vijfentwintig jaar nooit gedaan. Altijd eerst een volledige make-up, en dán pas de vuilnisbak buiten zetten. Ik ben goed in opmaken en het ziet er niet ordinair uit, vind ik zelf. Alles is gewoon veel sprekender en ik beweeg me vrijer met make-up.

/

Tijdgeest

75

113. laagjes.indd 75

25-01-2021 11:20


e

76

113. laagjes.indd 76

25-01-2021 11:20


S WWW.LOGON.MEDIA International Editorial Board Europa Italië: Eva Cristina Casciello, Duitsland: Lisa-Maria Worch, Gunter Friedrich, Nederland: Peter Huijs, Ruud Pellikaan, Polen: Wiesia Modrzejewska, Zuid-Amerika Colombia: Diana Orrego, Brazilië: Adele Abdalla, Afrika: Jacques Etoundi Ateba Redactie Nederlandse editie Eric Op ‘t Eynde, Peter Huijs, Anneke Munnik, Dick van Niekerk, Frans Spakman, Anneke Stokman, Ansfrida Vreeburg Vormgeving Studio Ivar Hamelink Redactie-adres LOGON Bakenessergracht 5 NL-2011 JS HAARLEM e-mail: info@rozekruispers.com website: www.rozekruispers.com België Lectorium Rosicrucianum v.z.w Lindenlei 12, B-9000 Gent e-mail: secr.lectoriumrosicrucianum@skynet.be website: www.rozenkruis.be Abonnementsprijs Nederland: Per jaar € 30,– Losse nummers: € 7,95 Proefabonnement (2 nummers): € 10,– Andere landen: per jaar € 40,– Abonnementenadministratie Stichting Rozekruis Pers, Bakenessergracht 5, NL-2011 JS Haarlem IBAN: NL11ABNA0560177593. BIC: ABNANL2A Nieuwe abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan

Sinds kort beweeg ik me in andere kringen. Ik heb een stel mensen ontmoet waar ik me heel goed bij op mijn plaats voel. Geen van deze mensen draagt make-up. Niemand heeft het erover, maar langzamerhand gaat het ongemakkelijk voelen. Tijdens het smeren, ’s morgens, moet ik opeens denken aan een clown. En als ik nu érgens niet op wil lijken… Maar zonder make-up naar buiten, dat is toch wel een dingetje. De eerste opmaakloze gang voert naar de supermarkt. Prompt kom ik een buurman tegen die meteen zegt: ‘Voel je je niet lekker soms? Je ziet zo wit!’ Ik schud de man af en ga zo snel mogelijk weer naar huis. ‘Kom, stel je niet zo aan,’ spreek ik mezelf toe, ‘gewoon doorzetten.’ Wat volstrekt duidelijk wordt, is dat het een masker was, dat ik iedere morgen zorgvuldig opnieuw componeerde, want ik voel me volstrekt bloot zonder make-up. Mijn nieuwe kennissenkring schijnt het niet op te merken en ook de buurt houdt zich stil, maar ik voel het bij iedere stap. Alsof ik me moet schamen, want iedereen kan me nu zien. * Na de eerste bangige fase is mijn gezicht gewoon voor mij geworden. Zo zie ik er dus echt uit, heb ik gedacht, en dat moet ik aanvaarden. Nu dat behoorlijk goed gelukt is, begint er wel iets anders op te duiken, namelijk de gedachte dat ook dit gezicht niet ‘mij’ is; dat daaronder weer een ander gezicht zit. Ik begin van alles op te merken: dat ik vriendelijk lach naar iemand maar dat die lach meteen verdwijnt als diegene uit zicht is. Dat een echte glimlach nog een tijdje naduurt. Dat ik verschillende toontjes en accentjes gebruik als ik praat met verschillende mensen. Dat ik met iemand meepraat om aardig gevonden te worden. Dat is even schrikken. Zo heb ik mezelf nooit gezien… *

Langzamerhand begint ook dát gezicht gewoon te worden. Ik weet het nu: ik ben ook daar niet echt. Ik doe er wat aan, want dat kan gelukkig. Ik praat niet meer mee, gebruik voor iedereen dezelfde toon en glimlach niet meer onecht naar mensen. Ik knik ze nu toe. Weer een masker af. Nu moet ik toch wel echt zijn… maar het is niet waar, dat weet ik nu al. Het begint me op te vallen dat ik iedere keer als ik iets wil, gauw een ‘goede’ reden verzin waarom ik het ga doen. En nu heb ik het over dingen die ik altijd als goede daden beschouwde. Iets maken voor iemand, maar eigenlijk gewoon omdat ik iets wilde maken. Iemand aandacht geven, maar eigenlijk omdat ik aandacht wilde. Een duur cadeau geven, om aardig gevonden te worden. Iets vol overtuiging zeggen, terwijl ik weet dat het niet waar is. Toch doorgaan met iets waarvan ik weet dat het ongezond is. Merken dat ik de hele dag grappige dingen zit te verzinnen om leuk gevonden te worden. En dan… een ontstellende conclusie: dat ik lijk op allerlei mensen waar ik commentaar op had. En plotseling wordt de hele wereld een spiegel, waar ik zonder masker in kijk. Ik zie ieder vlekje, iedere rimpel en ieder bobbeltje en toch… daaronder zit nog meer. Iets waar ik mijn hoop op vestig. Het schijnt zacht door alles heen en ook daarin lijk ik op anderen, in wie ik dat herken. Achter onze maskers leeft een Echt Mens en opeens is het niet moeilijk om dat laatste masker ook te laten vallen – stukje bij beetje, rimpel voor rimpel. Misschien valt het niet echt. Misschien zien anderen al die rimpels en misschien ook al mijn andere maskers nog. Misschien duurt het nog een poos voordat ik een blik kan werpen op die volheid die ik aanwezig weet. Misschien moet ik nog door heel veel lagen heen. Maar intussen leef ik anders, laat het leven zijn gang gaan met mij. Transparant.

77

cover-binnen-LOGON 1-21.indd 77

25-01-2021 13:24


cover-buiten-LOGON-1-21.indd 1

THEMA: MACHT

KUNST: MOZAÏEKBEELD VAN EEN CELLISTE

GEEST & ZIEL: DE ANGELIEKE DIALOOG

ESSAY: DE GNOSIS KENT GEEN BABEL

JAARGANG 2  2021  1

25-01-2021 12:15


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.