w TEKST:
REDACTIE
w LAND:
NEDERLAND
w RUBRIEK: BOEKEN
De geheime tuin – Frances Hodgson Burnett (1849-1924) Christofoor 1983, ook uitgegeven in het lettertype Dyslexi Solo Bilthoven, vertaling Ruth Wolf 2004 Leopold, vertaling Imme Dros, 2019
De klassieker uit de Engelse jeugdliteratuur De geheime tuin van Frances Hodgson Burnett verscheen voor het eerst in 1911. Meer dan honderd jaar later is het verhaal over het weesmeisje Mary dat een verboden verwaarloosde tuin weer tot bloei weet te brengen – en daarmee zichzelf en anderen – nog altijd betoverend voor jong en oud. Het is spannend, geheimzinnig, magisch. ‘Op de een of andere manier,’ zegt Hodgson, ‘gebeurt er altijd iets, net voordat dingen het ergst worden.’ Met lichte toon getuigt zij van levenswijsheid. Het boek wordt nog steeds gedrukt. Het is ook verfilmd. In 2019 is een nieuwe vertaling verschenen van Imme Dros. Imme Dros is een veelgelezen en bekroond schrijver, die de klassieke oudheid voor iedereen toegankelijk maakte. Zij vertaalde en bewerkte de Odyssee en Ilias van Homerus. Zij herschiep de Griekse mythen. Het is daarom niet verwonderlijk dat zij ook dit klassieke verhaal De geheime tuin omtoverde tot een hedendaagse, sprankelende, nieuwe versie, waarin het origineel recht wordt gedaan. Honderdelf jaar na de eerste verschijning spreekt het nog steeds tot de verbeelding.
Beschrijving Mary Lennox wordt in India geboren. Haar vader werkt voor het Engelse gouvernement en heeft het altijd druk. Haar moeder, die door iedereen een schoonheid wordt genoemd, leeft alleen voor feestjes. Zij had nooit een kind willen hebben. Ze laat Mary direct na de geboorte naar een Ayah, een Indiase kinderoppas, brengen. Mary groeit op zonder liefdevolle aandacht. Ze ziet er onaantrekkelijk uit, is mager, heeft piekerig blond haar en kijkt altijd onvriendelijk. Ze is egoïstisch en verwend want haar Ayah en de Indiase bedienden geven in alles haar zin. Als bij een cholera-epidemie de ouders van Mary overlijden, wordt zij naar haar oom en voogd in Engeland gestuurd. Oom Archibald Craven bewoont het grote landgoed Huize Misselthwaite. Hij is een eenzelvig man, wil eigenlijk niemand zien en is veel op reis. Mary voelt zich eenzaam en verlaten in het grote sombere huis met zijn vele afgesloten kamers. Gelukkig werkt er een boerenmeisje die verhalen vertelt over haar familieleven en heeft Huize Misselthwaite een groot park waar Mary in mag spelen. Dwalend langs kronkelige paden, bloemperken, fonteinen en uitgestrekte gazons ontdekt zij een ommuurd gedeelte, waar zij niet in kan. Ze komt te weten dat achter de muur een tuin ligt, die van haar jong overleden tante was. Al tien jaar is niemand daar binnen geweest. Mary wordt met de dag nieuwsgieriger. Op een dag wijst een klein, eigenwijs roodborstje haar op de door planten overwoekerde toegang en
vindt zij tot haar grote verbazing ook de sleutel die op de toegangspoort blijkt te passen. Eenmaal binnen staat ze in een verwilderde, maar prachtige tuin, een klein paradijsje… En deze tuin is het die gaat maken dat Mary zich minder eenzaam voelt. Maar de wonderlijkste ontdekking doet zij op een stormachtige nacht als ze niet kan slapen. In het oude huis klinkt tussen de bulderende windvlagen door een vreemd geluid. Is dat niet het huilen van een kind? En wie is Martha en wie is haar broer Dickon, van wie gezegd wordt dat zelfs de vossen hem de weg wijzen waar ze hun jongen hebben en de leeuweriken hun nesten niet voor hem verbergen. De vriendschap tussen de kinderen, en de dieren, het samenwerken in de schoonheid van de opbloeiende tuin, verandert hun leven. Nare, egoïstische gedachten maken
73