5 minute read

De kracht van Z.W. Leene

EEN KAMPSLUITING VAN EEN DER STICHTERS VAN DE GEESTESSCHOOL

De drijvende kracht in de eerste periode van de Geestesschool is Z.W. Leene (18921938) geweest. Hij was een man die duidelijk voorbestemd was om een groot werk gestalte te geven. In christelijk beleven gevormd en in vuur en vlam gezet door professor A.H. de Hartog, kwam hij in het voorjaar van 1924 samen met zijn broer Jan Leene, later bekend als Jan van Rijckenborgh, in contact met het werk van de rozenkruisers, zoals dat door Max Heindel gestalte had gekregen. Daarin vond hij de verdieping en het doel, waarnaar hij in zijn jonge leven samen met zijn broer op zoek was geweest. Het waren in het bijzonder zijn inspiratie en geestkracht die Catharose de Petri in 1930 deed besluiten het werk te komen versterken. Vanuit die vurige beginkracht kon in 1946 het Lectorium Rosicrucianum ontstaan. In deze laatste editie van Pentagram een hommage aan de drie stichters van de Geestesschool, als eerste een overdenking van Z.W. Leene.

Advertisement

Zo willen we thans ons kamp sluiten aan de avond van deze stralende dag, aan het einde van deze vijf stralende weken. Vrienden wij zijn dankbaar – een grote dank vervult ons hart. We kwamen hier met de overtuiging dat we wederom een geestelijke worsteling zouden ontvangen om de eeuwige waarheden naar ons toe te halen. We kwamen hier met de overtuiging dat om ieder begrip gestreden moest worden. We wisten echter niet dat de waarheid zo rijkelijk over ons uitgestort zou worden. Daarom vervult een grote dankbaarheid ons hart, omdat we deze waarheid weer dieper hebben mogen schouwen. De vele gesprekken die deze week gevoerd zijn en de daaruit voortvloeiende resultaten geven mij ook thans weer de vrijmoedigheid om met grote blijdschap vervult te zijn. De ernst waarmee ook deze week vervuld was is een bewijs van de ernst van ons aller streven. Er is iets in ons kamp deze weken – dat we ons gevoelen als de eerstgeborenen die in de wereld van Jezus Christus zullen moeten getuigen. Ik heb er deze weken over nagedacht, hoe deze ernst werd veroorzaakt. En ik kan geen andere verklaring vinden. We gevoelen ons allen min of meer ‘opgewekt uit de dood’ – de geestelijke dood. We werden opgewekt om de consequenties te

aanvaarden van ons weten. We gevoelen ons allen min of meer onbewust, als geroepenen, om straks te getuigen van de waarheid die we in ons hart dragen. Dat is de grond van onze ernst, en we zijn blijde met deze ernst omdat we weten dat de wereld straks uw ernst en uw weten nodig zal hebben. God geve dat het Oerlicht van het wezen Gods de rest van onze duisternis heeft weggevaagd. Dan is uw komst niet enkel een vakantie geweest.

Wel vrienden, het is de eeuwigheid die wij zoeken – en het is de eeuwigheid die in de tijd bevestigd moet worden. Daarom dienen we in onze voorstelling niet te blijven staan bij de lijn van de historische feiten, maar trachten in verticale richting onder te duiken in het wezen der dingen. Zo wordt het kruis gevormd door mensen. De eeuwigheid is het Zelf dat alle vlakheid der tijdelijkheid loodrecht doorflitst. Waar de eeuwigheid in de tijd onderduikt, daar wordt het kruis geboren. Waar wij worstelen om de eeuwigheid in de tijd te bevestigen, ons in dit mysterie Gods verdiepen, daar worden we kruisdragers. Er is geen andere weg. Want we zijn naar onze persoonlijkheid uit de tijd voortgekomen. Welaan, laat ons dan moedig kruisdrager zijn. En ik zou het woord van deze morgen willen overnemen en u nogmaals voor de vraag plaatsen: Zijt ge bereid? Als u bereid bent, heeft u dan begrepen de Ene Weg die u te gaan heeft? Feitelijk hebben we [enkel] maar over de Ene Weg gesproken de hele kampperiode. De Ene Weg is Christus. De Levensomzetter. Hèt Levensprincipe. Het Begin en Einde aller dingen.

Geen Rozenkruis heeft waarde zonder Christus, de ademtocht van ons denken, de kracht uit God ontsproten. Die ondergronds geboren wordt door het natuurinstinct, door de wil van de vader, moet voort tot het uitbreken van de vurige vlammentong op de Pinksterdag; waar Christus staat te getuigen door mensenkinderen, die het hebben gedaan. Die het hebben gedaan zijn ‘de daders des Woords’, zij zijn het die de wijsheid ontvingen. Geen historisch weten kan ons voeren tot deze daad. Geen kritiek is in staat dit heilsgebeuren, deze geboorte des

Geen Rozenkruis heeft waarde zonder Christus, de ademtocht van ons denken, de kracht uit God ontsproten

Heils te breken. U zult Christus moeten aanvaarden, moeten doordenken als het tweede levensbeginsel: Geboren naar de natuur Herboren naar de geest. Als het door al het werk hier gelukt is, u dit te laten zien, welnu vrienden, dan weten we dat uw bereidheid voor de wereld een zegen zal zijn. Dan weten we dat uw worsteling langs het steile pad – gevaarloos volbracht kan worden. Als u dit hebt ondervonden en als uw levensbeginsel kunt uitleven, wees dan gerust een rozenkruiser. Want deze wetenschap Christi zal U door het conflict wat het schept in uw wezen tot deemoedigheid stemmen. Ik zou willen besluiten met dit woord: Zij die Christus kennen zijn bescheiden, omdat ze kennis hebben gemaakt met de goddelijke wetenschap – het abstracte denken dat elke bluf van de natuurlijke mens aan diggelen slaat. Laat ons in deze deemoedigheid, in deze onderworpenheid aan Godes eeuwige Waarheid het Pad verder betreden. Pas dan bent u de vriend der mensen die God hebben ontmoet. Meer hebben we elkaar niet te zeggen.

Vreemdeling, op reis naar het Vaderhuis des Geestes Zijt ge bereid? Wees dan in waarheid de vriend der mensen. Mogen op deze kruisweg de rozen bloeien op uw kruis.

Z.W. Leene, 7 & 15 augustus 1935

Impressies van de conferenties gehouden op ‘de Haere’ in het jaar 1935

This article is from: