e
11
o o V
r a s p g p n o a r t age g t r
li 2007 - 31 december 2007 u j 1
Colofon Uitgegeven door: Programmadirectie Ruimte voor de Rivier Postbus 24103 3502 MC Utrecht Informatie: Bureau Programmadirectie telefoon: 088 – 797 29 00 fax: 088 – 797 29 17 info@ruimtevoorderivier.nl www.ruimtevoorderivier.nl Druk: Verenigde Offset-Bedrijven, Hardenberg Datum: Utrecht, 18 maart 2008 Versienummer: Definitief
e
11
o o V
r s a p g p n o a r t age g t r
li 2007 - 31 december 2007 u j 1
7e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier juli - december 2005
~1~
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3
Inleiding Opdracht Leeswijzer Samenvatting hoofdpunten verslagperiode
3 3 3 3
2. 2.1 2.2 2.3 2.4
Het programma in zijn omgeving Doel programma Organisatorische context en sturingsfilosofie Ontwikkelingen op programmaniveau Raakvlakken met andere ontwikkelingen
5 5 5 6 6
3.
De scope van het programma
8
4. De planning en voortgang van het programma 4.1 Mijlpalen 4.2 Ontwikkelingen per riviertak 4.2.1. Voortgang Boven-Rijn/Waal 4.2.2. Voortgang Benedenrivierengebied 4.2.3. Voortgang Pannerdensch Kanaal, Neder-Rijn en Lek 4.2.4. Voortgang IJssel
10 10 13 13 13 14 15
5. 5.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.3 5.4 5.4.1. 5.4.2. 5.4.3. 5.5
17 17 17 17 20 20 21 21 21 22 24
Risicomanagement en auditing Risicomanagement binnen Ruimte voor de Rivier Beheersing van risico’s op programmaniveau Endogene risico’s Exogene risico’s Gekwantificeerd risicoprofiel Beheersing van risico’s op initiatiefnemerniveau Aanpak risicobeheersing op initiatiefnemers niveau Overzicht risico’s per maatregel Risicothema’s per maatregel Auditing
6. De financiën van het programma 6.1 Algemeen 6.2 Programmabudget 6.3 Uitgaven en aangegeven verplichtingen 6.4 Kasritme Ruimte voor de Rivier 6.5 Ontvangsten 6.6 Monitoring post onvoorzien Correspondentie met het parlement Bijlagen ~2~
25 25 25 28 29 30 31 32 33-36
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
1 1. Inleiding 1.1. Opdracht Het programma ‘Ruimte voor de Rivier’ is op 15 mei 2001 aangewezen als Groot Project. Conform de Regeling Grote Projecten wordt ieder half jaar een voortgangsrapportage opgesteld. Deze elfde voortgangsrapportage gaat over de tweede helft van 2007. De eindverantwoordelijkheid voor het programma Ruimte voor de Rivier ligt bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Bij de realisatie van het programma werkt het ministerie intensief samen met een groot aantal partijen uit zowel de overheid, bedrijfsleven als de wetenschap. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat werkt samen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het ministerie van VROM en met provincies, gemeenten en waterschappen in het rivierengebied. Verder wordt samengewerkt met: ~ de Rijksadviseur voor het Landschap als adviseur ruimtelijke kwaliteit, ~ de Dienst Landelijk Gebied, Domeinen en het Groenfonds aangaande vastgoedvraagstukken en -aankopen, ~ de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) op gebied van archeologie, ~ Deltares op gebied van hydraulica, ~ de stuurgroep Deltatechnologie op gebied van innovatie, ~ de Commissie voor de M.E.R in verband met de milieueffecten, ~ Twijnstra en Gudde als adviseur risicomanagement, ~ Carnegie Consult ter toetsing van de plannen van aanpak, ~ Een risicocomité waarin zowel wetenschap als praktijk zijn vertegenwoordigd. Het risicocomité garandeert een vernieuwende en ongefilterde blik op het programma.
1.2. Leeswijzer De voortgang van het programma Ruimte voor de Rivier wordt beschreven in termen van scope (Hoofdstuk 3), planning (Hoofdstuk 4), risicomanagement en auditing (Hoofdstuk 5) en financiën (Hoofdstuk 6). Hieraan voorafgaand wordt een korte beschrijving gegeven van de relevante ontwikkelingen in de omgeving van het programma (Hoofdstuk 2).
1.3. Samenvatting hoofdpunten verslagperiode De organisatie is het afgelopen half jaar op stoom gekomen wanneer gekeken wordt naar het forse aantal bestuursovereenkomsten en projectopdrachten dat is afgesloten, de gedane kasuitgaven en de beduidende stappen in de beheersing van de grootste risico’s (hydraulica, grondverzet). In de verslagperiode zijn voor 14 maatregelen de bestuursovereenkomsten of projectopdrachten ondertekend en voor 5 maatregelen bestuursovereenkomsten ter ondertekening voorgelegd. Van de 39 maatregelen is daarmee in 2007 voor 31 (80%) een overeenkomst of opdracht afgesloten of ter ondertekening voorgelegd. Tot de 14 ondertekende overeenkomsten behoort de ingrijpende maatregel Veessen-Wapenveld met de provincie Gelderland. De eveneens gecompliceerde maatregel Lent kwam na de escalatie naar de politiek in het derde kwartaal in een versnelling. Er is vervolgens hard gewerkt aan een conceptbestuursovereenkomst.
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~3~
Met de bestuursovereenkomsten van Lent en van Veessen-Wapenveld is er voor de vier grootste maatregelen (inclusief Noordwaard en Overdiepse Polder) een bestuursovereenkomst of projectopdracht. De actuele prijsontwikkeling is in beeld gebracht waardoor de spanning zichtbaar wordt tussen PKB-raming en –budget. De actuele PKB-raming stijgt met € 129 miljoen door significant stijgende (bouw)kosten. De toegekende prijscompensatie (IBOI) over deze jaren bedroeg slechts € 26 miljoen. Als deze trend zich doorzet, dan zal de IBOI-index structureel onvoldoende zijn om de reële prijsstijging te compenseren. Van de dit jaar bestede € 76 miljoen is bijna de helft (€ 31,5 miljoen) in het laatste kwartaal uitgegeven en € 16 miljoen daarvan betreft vastgoedaankopen. Tijdige vastgoedaankopen zijn immers noodzakelijk voor de realisatie binnen de gestelde tijd. Gestart is met het kwantificeren van het risicoprofiel. Voor de realisatie van de in de PKB gestelde hydraulische effecten zijn de in de verslagperiode gemaakte afspraken met Deltares van grote waarde. Vooral de inwerkingtreding van het Besluit bodemkwaliteit heeft de risico’s omtrent grond verlaagd. Ter voorkoming van onnodig tijdsverlies is anticiperend op de faseovergang van de planstudie naar de uitvoering verkend wat voor de eerste maatregelen de mogelijkheden zijn om de verantwoordelijkheden en risico’s te beleggen. Over de instandhoudingsdoelen Natura 2000 in het rivierengebied zijn afspraken gemaakt tussen LNV en V&W. Zolang de doelen niet definitief zijn blijft dit echter een risico.
~4~
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
2 2. Het programma in zijn omgeving 2.1. Doel programma Het kabinet richt zich op het realiseren van twee samenhangende doelstellingen: 1. Het op het vereiste niveau brengen van de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen; 2. Het leveren van een bijdrage aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied. Het waarborgen van voldoende veiligheid geldt als hoofddoelstelling; verbetering van de ruimtelijke kwaliteit als tweede doelstelling. Veiligheid Het vereiste veiligheidsniveau in het rivierengebied rond de Rijntakken moet uiterlijk in 2015 in overeenstemming zijn gebracht met een maatgevende Rijnafvoer van 16.000 m3/s bij Lobith. Voor het gedeelte van de Maas benedenstrooms van Hedikhuizen geldt dat het veiligheidsniveau uiterlijk in 2015 in overeenstemming moet zijn gebracht met een maatgevende afvoer van 3.800 m3/s bij Borgharen. Voor de IJssel wordt de maatgevende afvoer vanuit de Rijn nog verhoogd met een gezamenlijke toestroom van de zijrivieren van 250 m3/s. Voor de toekomst bestaat de reĂŤle kans op een verdere stijging van de rivierafvoeren en de zeespiegel. Vanuit die kans moet worden voorkomen dat noodzakelijke toekomstige maatregelen worden belemmerd door nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Ruimtelijke kwaliteit Naast het bereiken en in stand houden van de veiligheid, heeft deze PKB tot doel een bijdrage te leveren aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied en het rivierengebied daarmee economisch, ecologisch en landschappelijk te versterken. Behoud en ontwikkeling van beschermde natuurwaarden heeft daarbij bijzondere aandacht. Door de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit moet het rivierengebied aantrekkelijker en leefbaarder worden. Het streven is om water en andere ruimtelijke functies te combineren, mits niet strijdig met de hoofddoelstelling van het riviersysteem, zijnde de afvoer van Water, IJs en Sediment (WIJS).
2.2. Organisatorische context en sturingsfilosofie Bij de opstelling van de PKB Ruimte voor de Rivier is intensief samengewerkt met waterschappen, provincies en gemeenten. In de planstudiefase is deze samenwerking voortgezet. Het beheersmodel grote projecten geeft richting aan de wijze van sturing van grote projecten, de sturingsfilosofie met betrekking tot het toezicht en aan de sturing en de verantwoording van het programma. Qua sturing is er sprake van een programma dat zich richt op het realiseren van de samenhangende doelstellingen (veiligheid en ruimtelijke kwaliteit) door middel van vele onderling verschillende, maar qua doelen en randvoorwaarden samenhangende maatregelen. Vanuit deze programmagedachte ligt de focus op het beheersen van deze maatregelen, de verbanden tussen maatregelen en de impact van iedere maatregel afzonderlijk op de realisering van de overkoepelende doelen. Om die reden wordt gesproken van het Programma Ruimte voor de Rivier.
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~5~
De sturingsfilosofie van het programma kent twee hoofdelementen. Enerzijds worden initiatiefnemers gefaciliteerd, anderzijds wordt toezicht gehouden op de initiatiefnemers. In de faciliterende rol levert het ministerie van V&W ondersteuning op kennisgebieden, om te voorkomen dat de initiatiefnemers telkens opnieuw het wiel moeten uitvinden. Naast de aandacht voor wet- en regelgeving gaat het onder andere om kaders op het gebied van hydraulische modellen, de procesaanpak voor de ruimtelijke kwaliteit, vergunningenmanagement, schaderegelingen, archeologie en de inrichting van het risicomanagement. De basis voor het toetsen van de produkten van de initiatiefnemers door het ministerie van V&W is de bestuursovereenkomst welke wordt gesloten tussen de initiatiefnemer en het ministerie en het Plan van Aanpak voor de planstudiefase. Op basis van kwartaalrapportages vindt verantwoording plaats en zonodig bijsturing. In de bestuursovereenkomst zijn de bepalingen vastgelegd die het de staatssecretaris mogelijk maken om de afgesproken resultaten van het totale programma waar te maken.
2.3. Ontwikkelingen op programmaniveau Procesevaluatie totstandkoming PKB In opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft Bureau Berenschot in samenwerking met de faculteit Technische Bestuurskunde van de TU Delft het proces van de totstandkoming van de PKB Ruimte voor de Rivier geÍvalueerd. De belangrijkste bevindingen van de evaluatie zijn dat de totstandkoming van de PKB een complex en risicovol proces was dat toch succesvol is verlopen. De onderzoekers noemen het bijzonder dat dit proces zo goed wordt gewaardeerd. In de visie van de onderzoekers heeft dat te maken met een aantal intelligente constructies, waarmee de complexiteit hanteerbaar is gemaakt en de belangrijkste risico’s zijn verzacht. Belangrijk daarbij was het bieden van ruimte aan de regionale partners om met eigen oplossingen voor de invulling van de PKB, een rijksinstrument, te komen. Het rijk hield volgens de onderzoekers enerzijds ferme grip op het proces en bood anderzijds ruimte. De uitkomst van de procesevaluatie van het totstandkomingsproces van de PKB Ruimte voor de Rivier is volgens hen dat het een robuust en tegelijkertijd adaptief proces is geweest met een gedragen resultaat. De staatssecretaris heeft het rapport van de procesevaluatie op 10 september 2007 aan de Tweede Kamer gezonden. In haar reactie onderschrijft de staatssecretaris de conclusie van de onderzoekers dat ook de uitvoering van de PKB voldoende ruimte moet bieden voor lokale belangen. Het voortzetten van de samenwerking bij het opstellen van de PKB is noodzakelijk om de uitvoering van de PKB tot een succes te maken. De lessen en ervaringen die met het opstellen van de PKB zijn opgedaan wil de staatsecretaris graag bij de vervolgstappen gebruiken, eerst in de planstudiefase en daarna in de uitvoering.
2.4. Raakvlakken met andere ontwikkelingen NURG-programma Inhoudelijk bestaat samenhang tussen het NURG-programma en het programma Ruimte voor de Rivier. Met de NURG-projecten wordt een deel van de veiligheidsopgave reeds gerealiseerd. Hiermee is in de PKB Ruimte voor de Rivier rekening gehouden. Over de voortgang van het complete NURG-programma wordt separaat gerapporteerd door de minister van LNV. Bijlage 4 bevat een overzicht van de NURG-projecten die samenhangen met het programma Ruimte voor de Rivier.
~6~
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
Hoogwaterrichtlijn De Richtlijn Overstromingsrisico’s (officieel: ‘de Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad over Beoordeling en Beheer van Overstromingsrisico’s) is vastgesteld op 18 september en op 6 november 2007 gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU. De lidstaten dienen de Richtlijn om te zetten naar nationale wetgeving die uiterlijk in november 2009 van kracht moet zijn. Onderzocht wordt wat hiervan de gevolgen voor het programma zijn. Besluit Bodemkwaliteit Op 3 december 2007 is het Besluit bodemkwaliteit gepubliceerd in de Staatscourant. Per januari 2008 trad zowel het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) als de Circulaire waterbodemsanering 2008 in werking. Het Bbk is nu van kracht voor waterbodems (baggerspecie) en wordt medio juli 2008 van kracht voor landbodems (grond). Met de inwerkingtreding van het Bbk is heroverweging van de bestaande beleidsregels Actief Bodembeheer Rijntakken en Maas (ABR&M) aan de orde. Leidraad Rivieren De Leidraad Rivieren en de onderliggende Technische Rapporten zijn gepubliceerd in de Staatscourant op 31 oktober 2007. De Leidraad Rivieren wordt gebruikt bij het ontwerp van komende projecten waarin dijken versterkt dan wel verlegd of aangelegd worden, alsmede bij rivierverruiming. Aan de hand van de Ontpoldering Overdiepse Polder en Dijkverlegging Westenholte wordt samen met het ENW en de Unie van Waterschappen onderzocht in hoeverre de nieuwe Leidraad gevolgen heeft voor de scope en PKB-raming van de dijkontwerpen.
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~7~
3 3. De scope van het programma In VGR 9 is uitgebreid ingegaan op de scope van het programma Ruimte voor de Rivier. In de daarop volgende Voortgangsrapportages worden alleen mutaties in scope apart in dit hoofdstuk vermeld. Een scopemutatie is aan de orde wanneer de scope in de projectbeslissing (SNIP 3) afwijkt van die in de PKB.
Afbeelding 3.1 Maatregelen Ruimte voor de Rivier
~8~
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
PKB deel 4 Ruimte voor de Rivier, die op 26 januari 2007 in werking is getreden, is het vertrekpunt voor de scope van het programma. In de verslagperiode zijn geen projectbeslissingen genomen hebben zich derhalve geen scopewijzigingen kunnen voordoen.
Tabel 1: Scopemutaties
Scopemutaties Scopemutaties tot verslagperiode Geen
Datum –
Scopemutaties verslagperiode Geen
Datum –
Voorstellen tot scopemutatie Geen
Datum –
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~9~
4 4. De planning en voortgang van het programma 4.1 Mijlpalen De mijlpalen van het programma hangen nauw samen met de zogenaamde SNIP-fasen die het Ministerie van Verkeer en Waterstaat onderscheidt. De belangrijkste mijlpalen vanuit de spelregels voor natte infrastructuurprojecten (SNIP) zijn de variantkeuze (SNIP 2A), de projectbeslissing (SNIP 3), het uitvoeringsbesluit (SNIP 5) en de opleveringsbeslissing (SNIP 6). De projectbeslissing markeert het einde van de planstudiefase en het begin van de voorbereidingen voor de realisatiefase. De meeste projectbeslissingen zullen uiterlijk in de periode 2008-2009 worden genomen, om tijdig (vóór 31 december 2015) het werk op te kunnen leveren. Volgend op de projectbeslissing neemt het betreffend bestuursorgaan (gemeente of waterschap) een publiekrechtelijk projectbesluit tot het treffen van de maatregel. In het overzicht op de volgende twee pagina’s is de voortgang per maatregel aangegeven. Daarnaast is een prognose vermeld. Met de kleuren groen, oranje en rood wordt vertraging of versnelling in de planstudiefase geprognosticeerd in relatie tot de in de PKB opgenomen data voor projectbeslissingen. Indien de hier genoemde data afwijken van de PKB wordt dit in bijlage 3 toegelicht. Groen betekent een versnelling met drie maanden of meer. Oranje betekent een vertraging voor de totstandkoming van het projectbeslissing met 3 tot 12 maanden en rood betekent een vertraging van het projectbeslissing met 12 maanden of meer. In de volgende paragrafen worden de belangrijkste ontwikkelingen in de verslagperiode per riviertak gemeld. In bijlage 3 vindt u een overzicht van gemelde vertragingen en planningsmutaties. Tabel 4.1: Voortgang Maatregelen
Maatregelen Basispakket - Bevoegde gezagen en initiatiefnemers Naam maatregel
Initiatiefnemer
Voortgang
Projectbeslissing Prognose cf planning
Uitvoeringsperiode
Boven-Rijn/Waal Obstakelverwijdering Suikerdam en polderkade naar de Zandberg
Rijkswaterstaat
Extra uiterwaardvergraving Millingerwaard
Rijkswaterstaat
Dijkteruglegging Lent
Gemeente Nijmegen
Kribverlaging Pilotproject Innovatie (100 kribben)
1-1-2009
2010-2015
1-1-2009
2010-2015
voorbereiding (Q1 2008) Bestuursovereenkomst in voorbereiding (Q1 2008)
1-7-2008
2011-2015
Rijkswaterstaat
Projectopdracht afgesloten in verslagperiode
1-7-2011
2009-2012
Kribverlaging Waalbochten (161 kribben) Kribverlaging Midden-Waal (253 kribben)
Rijkswaterstaat
Projectopdracht afgesloten in verslagperiode Projectopdracht afge-
1-7-2011
2010-2015
1-7-2011
2010-2015
Kribverlaging Waal-Fort St. Andries (167 kribben)
Rijkswaterstaat
1-7-2011
2010-2015
Kribverlaging Beneden Waal
Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat
sloten in verslagperiode Projectopdracht afgesloten in verslagperiode
Projectopdracht afge1-7-2011 sloten in verslagperiode Reservemaatregel voor Kribverlaging Pannerdensch kanaal Huissensche waarden 11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier juli 2007 - 31 december 2007 Plan van 1aanpak planUiterwaardvergraving Brakelse Waterschap 1-1-2010 Rivierenland studiefase vastgesteld Benedenwaarden en Dijkverlegging Buitenpolder Het Munnikenland in verslagperiode (161 kribben)
~ 10 ~
Projectopdracht afgesloten in verslagperiode Projectopdracht in
2010-2015
2010-2015
Maatregelen Basispakket - Bevoegde gezagen en initiatiefnemers Naam maatregel
Initiatiefnemer
Voortgang
Projectbeslissing Prognose cf planning
Uitvoeringsperiode
Boven-Rijn/Waal Obstakelverwijdering Suikerdam en polderkade naar de Zandberg
Rijkswaterstaat
Projectopdracht afgesloten in verslagperiode
1-1-2009
2010-2015
Extra uiterwaardvergraving Millingerwaard
Rijkswaterstaat
Projectopdracht in
1-1-2009
2010-2015
Dijkteruglegging Lent
Gemeente Nijmegen
voorbereiding (Q1 2008) Bestuursovereenkomst in
1-7-2008
2011-2015
Kribverlaging Pilotproject Innovatie (100 kribben)
Rijkswaterstaat
voorbereiding (Q1 2008) Projectopdracht afge-
1-7-2011
2009-2012
Kribverlaging Waalbochten (161 kribben)
Rijkswaterstaat
sloten in verslagperiode Projectopdracht afge-
1-7-2011
2010-2015
Kribverlaging Midden-Waal (253 kribben)
Rijkswaterstaat
Projectopdracht afgesloten in verslagperiode
1-7-2011
2010-2015
Rijkswaterstaat
Projectopdracht afge-
Vervolg tabel 4.1: Waal-Fort Voortgang Maatregelen Kribverlaging St. Andries
(167 kribben) Naam maatregel Kribverlaging Beneden Waal
sloten in verslagperiode
Initiatiefnemer Rijkswaterstaat
Ontpoldering Overdiepsche Benedenrivierengebied Polder (meestr.) Uiterwaardvergraving BedrijventerreinBiesbosch Avelingen Kadeverlaging
Gemeente Gorinchem Waterschap Initiatiefnemer Rivierenland Rijkswaterstaat
Huissensche waarden Plan van aanpak 1-1-2011 Plan van aanpak planplanstudiefase gereed 1-1-2010 Voortgangvastgesteld Prognose studiefase Projectbeslissing (SNIP 3) Projectbeslissing 1-1-2009 cf planning in verslagperiode in voorbereiding
2010-2015 Uitvoerings 2010-2015 -periode
Provincie Noord-Brabant
Projectbeslissing (SNIP 3) in voorbereiding Plan van aanpak Start (eventueel) na planstudiefase gereed SNIP 3 Noordwaard Projectbeslissing (SNIP 3) Bestuursovereenkomst in voorbereiding in voorbereiding (SNIP 3) Projectbeslissing (ondertekening in voorbereidingQ1 2008)
sloten in verslagperiode Reservemaatregel voor
Gemeente Gorinchem Rijkswaterstaat
Ontpoldering Noordwaard Dijkverbetering (meestromend) Amer / Donge Ontpoldering Overdiepsche Polder (meestr.) Dijkverbetering Steurgat / Kadeverlaging Biesbosch Land van Altena
Rijkswaterstaat Waterschap Brabantse Delta Provincie Noord-Brabant
Dijkverbetering Amer / Donge Dijkverbetering Bergsche Maas / Land van Altena
Waterschap Waterschap Rivierenland Brabantse Delta
Waterschap Rivierenland Rijkswaterstaat
Dijkverbetering Steurgat / Dijkverbetering Land van AltenaOude Maas / Hoeksche Waard Dijkverbetering Oude Maas / Dijkverbetering Bergsche Maas / Voorne Putten Land van Altena Zuiderklip Berging op het Volkerak Zoommeer Dijkverbetering Oude Maas / Hoeksche Waard Dijkverbetering Oude Maas / Pannerdensch Kanaal, Neder-Rijn en Lek Voorne Putten Uiterwaardvergraving Huissensche Zuiderklip Waarden Berging op het Volkerak Zoommeer Uiterwaardvergraving Meinerswijk
Waterschap Rivierenland Waterschap Hollandsche Delta
Uiterwaardvergraving Doorwerthsche Pannerdensch Kanaal, Neder-Rijn en Lek Waarden Uiterwaardvergraving Huissensche Uiterwaardvergraving Middelwaard Waarden Uiterwaardvergraving Meinerswijk Uiterwaardvergraving De Tollewaard
Rijkswaterstaat
Uiterwaardvergraving Doorwerthsche Obstakelverwijdering Waarden Machinistenschool Elst Uiterwaardvergraving Middelwaard Uiterwaardvergraving Honswijkerwaarden, stuweiland Uiterwaardvergraving De Tollewaard Hagestein, Hagesteinse Uiterwaard en Heerenwaard Obstakelverwijdering Dijkverbetering Neder-Rijn Machinistenschool Elst Geldersche Vallei Uiterwaardvergraving
Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat
Waterschap Hollandsche Waterschap Rivierenland Delta Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat Waterschap Hollandsche Delta Waterschap Hollandsche Delta Rijkswaterstaat Private partij Rijkswaterstaat Gemeente Arnhem
Private partij Rijkswaterstaat Gemeente Arnhem Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat Provincie Utrecht Rijkswaterstaat
Bestuursovereenkomst Start (eventueel) na in voorbereiding SNIP 3 Noordwaard
(ondertekening Q1 2008) Bestuursovereenkomst Bestuursovereenkomst in voorbereiding
in voorbereidingQ1 2008) (ondertekening (ondertekening Q1 2008) Bestuursovereenkomst Bestuursovereenkomst in voorbereiding in voorbereidingQ1 2008) (ondertekening Bestuursovereenkomst Bestuursovereenkomst in in voorbereiding voorbereiding Uitvoering (ondertekening Q1 2008) Projectopdracht Bestuursovereenkomst afgesloten in in voorbereiding verslagperiode Bestuursovereenkomst in voorbereiding Private initiatiefnemer Uitvoering Projectopdracht Bestuursovereenkomst afgesloten in in voorbereiding verslagperiode Projectopdracht afgesloten verslagperiode Privateininitiatiefnemer Projectopdracht afgesloten in verslagperiode Bestuursovereenkomst Projectopdracht in voorbereidingafgesloten in verslagperiode Projectopdracht afgeProjectopdracht afgesloten in verslagperiode sloten in verslagperiode Projectopdracht afgePlan van sloten in aanpak verslagperiode planstudiefase Projectopdrachtgereed afge-
1-1-2009
2010-2015
1-1-2011 1-1-2013
2013-2015
1-1-2009 1-1-2012
2010-2015 2012-2015
1-1-2009
2010-2015
1-1-2012 1-1-2013
2012-2015 2013-2015
1-1-2012
2012-2015
1-1-2012
2012-2015
1-1-2012 1-1-2012
2012-2015 2012-2015
1-1-2012 1-1-2012
2012-2015 2012-2015
gereed
2006-2008
1-7-2009 1-1-2012
2012-2015 2012-2015
1-1-2012
2012-2015
1-1-2009 gereed
2006-2008
1-7-2009 1-7-2008
2012-2015 2012-2015
1-7-2008
2010-2015
1-1-2009 1-7-2008
2010-2015
1-7-2008 1-7-2008
2012-2015 2010-2015
1-7-2008 1-7-2008
2010-2015 2010-2015
1-7-2008 1-7-2008
2010-2015 2010-2015
1-7-2008 sloten in verslagperiode Projectopdracht afgeRijkswaterstaat 1-7-2008 /noodzaak 1-1-2012 Waterschap Vallei en Eem Aangehouden sloten in verslagperiode bezien afhankelijk Provincie Utrecht Plan van aanpak van 1-7-2008 hydraulisch effect Honswijkerwaarden, stuweiland planstudiefase gereed andere maatregelen Hagestein, Hagesteinse Uiterwaard Waterschap Rivierenland Bestuursovereenkomst en HeerenwaardNeder-Rijn / Betuwe 1-1-2012 Dijkverbetering in voorbereiding / Tieler- en Culemborgerwaard Aangehouden /noodzaak 1-1-2012 Waterschap Vallei en Eem Dijkverbetering Neder-Rijn (ondertekening Q1 van 2008) bezien afhankelijk Geldersche Vallei 11e Voortgangsrapportage Ruimte voor hydraulisch de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007 effect Dijkverbetering Neder-Rijn / Arnhemseen Velpsebroek Dijkverbetering Neder-Rijn / Betuwe
2010-2015 Uitvoerings 2010-2015 -periode
Kribverlaging Pannerdensch kanaal Benedenrivierengebied Bedrijventerrein Avelingen Uiterwaardvergraving Brakelse Naam maatregel en Dijkverlegging Benedenwaarden Ontpoldering Noordwaard Buitenpolder Het Munnikenland (meestromend)
1-7-2011 Projectbeslissing Prognose cf1-7-2011 planning
(161 kribben) Vervolg tabel 4.1: Voortgang Maatregelen Uiterwaardvergraving
sloten in verslagperiode Voortgang Projectopdracht afge-
Waterschap Rijn en IJssel
Waterschap Rivierenland
Bestuursovereenkomst andere maatregelen in voorbereiding Bestuursovereenkomst
1-1-2009 1-1-2012
2010-2015 2010-2015 2012-2015 2010-2015
2012-2015 2012-2015 ~ 11 ~
2012-2015
Dijkverbetering Oude Maas / Voorne Putten
Waterschap Hollandsche Delta
Zuiderklip Berging op het Volkerak Zoommeer
Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat
Bestuursovereenkomst in voorbereiding Uitvoering
1-1-2012
2012-2015
gereed
2006-2008
Projectopdracht afgesloten in
1-7-2009
2012-2015
verslagperiode Pannerdensch Kanaal, Neder-Rijn en Lek Private initiatiefnemer
1-1-2009
Gemeente Arnhem
Bestuursovereenkomst in voorbereiding
1-7-2008
2012-2015
Uiterwaardvergraving Doorwerthsche Waarden
Rijkswaterstaat
Projectopdracht afgesloten in verslagperiode
1-7-2008
2010-2015
Uiterwaardvergraving Middelwaard
Rijkswaterstaat
Projectopdracht afgesloten in verslagperiode
1-7-2008
2010-2015
Uiterwaardvergraving De Tollewaard
Rijkswaterstaat
Projectopdracht afgesloten in verslagperiode Projectopdracht afgesloten in verslagperiode
1-7-2008
2010-2015
1-7-2008
2010-2015
Plan van aanpak planstudiefase gereed Voortgang
1-7-2008
2010-2015
Uiterwaardvergraving Huissensche Waarden Uiterwaardvergraving Meinerswijk
Obstakelverwijdering Machinistenschool Elst Uiterwaardvergraving Vervolg tabel 4.1: Voortgang Maatregelen Honswijkerwaarden, stuweiland Hagestein, Hagesteinse Uiterwaard Naam maatregel en Heerenwaard Dijkverbetering Neder-Rijn Benedenrivierengebied Geldersche Vallei Uiterwaardvergraving Bedrijventerrein Avelingen Ontpoldering Noordwaard Dijkverbetering Neder-Rijn / Betuwe (meestromend) / Tieler- en Culemborgerwaard Ontpoldering Overdiepsche Polder (meestr.) Kadeverlaging Biesbosch Dijkverbetering Neder-Rijn / Arnhemse- en Velpsebroek Dijkverbetering Amer / Donge Dijkverbetering Lek / Betuwe / Tieler- en Columborgerwaard Dijkverbetering Steurgat / Land van Altena Dijkverbetering Lek / Alblasserwaard en detabel Vijfheerenlanden Vervolg 4.1: Voortgang Dijkverbetering BergscheMaatregelen Maas / Land van Altena Naam maatregel Dijkverbetering Lek / Lopiker- en Krimpenerwaard Dijkverbetering Oude Maas / Hoeksche Waard IJssel Dijkverbetering Oude Maas / Dijkverlegging Cortenoever Voorne Putten
Private partij
Rijkswaterstaat Provincie Utrecht Initiatiefnemer
Projectbeslissing Prognose cf planning
Uitvoerings -periode
1-1-2012 Waterschap Vallei en Eem Aangehouden /noodzaak bezien afhankelijk van Gemeente Gorinchem Plan van aanpak 1-1-2011 hydraulisch effect planstudiefase gereed andere maatregelen Projectbeslissing (SNIP 3) 1-1-2009 Rijkswaterstaat Waterschap Rivierenland Bestuursovereenkomst 1-1-2012 in voorbereiding in voorbereiding Provincie Noord-Brabant Projectbeslissing (SNIP 3) 1-1-2009 (ondertekening Q1 2008) in voorbereiding Start (eventueel) na 1-1-2013 Rijkswaterstaat Waterschap Rijn en IJssel Bestuursovereenkomst 1-1-2009 SNIP 3 Noordwaard in voorbereiding Bestuursovereenkomst 1-1-2012 Waterschap in voorbereiding Brabantse Delta Bestuursovereenkomst Waterschap Rivierenland (ondertekening Q1 2008) 1-1-2012 in voorbereiding Bestuursovereenkomst Waterschap Rivierenland (ondertekening Q1 2008) 1-1-2012 in voorbereiding Bestuursovereenkomst Waterschap Rivierenland (ondertekening Q1 2008) 1-1-2008 in voorbereiding Bestuursovereenkomst Waterschap Rivierenland (ondertekening Q1 2008) 1-1-2012 in voorbereiding 1-1-2012 Initiatiefnemer Voortgang Prognose Bestuursovereenkomst Waterschap Stichtse (ondertekening Q1 2008) Projectbeslissing cf planning in voorbereiding Bestuursovereenkomst Rijnlanden 1-1-2012 Waterschap Hollandsche in voorbereiding Delta
2012-2015
2012-2015 2012-2015 Uitvoerings -periode 2012-2015
2011-2015
Provincie Overijssel Private partij
Plan van aanpak planPrivate initiatiefnemer studiefase gereed
1-1-2009 1-1-2009
2011-2015
Provincie Gelderland Gemeente Arnhem
Bestuursovereenkomst afBestuursovereenkomst gesloten in verslagperiode in voorbereiding Variantkeuze (SNIP 2A) Projectopdracht afgegemaakt sloten in verslagperiode Variantkeuze (SNIP 2A) Projectopdracht afgegemaakt sloten in verslagperiode Projectopdracht afgeProjectopdracht afgesloten in verslagperiode sloten in verslagperiode Uitvoering Projectopdracht afgesloten in verslagperiode
1-7-2009 1-7-2008
2011-2015 2012-2015
1-1-2008 1-7-2008
2010-2015 2010-2015
1-1-2008 1-7-2008
2010-2015 2010-2015
1-7-2008 1-1-2012
2010-2015 2010-2015
gereed 1-7-2008
2007-2010 2010-2015
Zomerbedverlaging Beneden-Ijssel Uiterwaardvergraving De Tollewaard
Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat
Provincie Overijssel Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat Hondsbroeksche Pleij Obstakelverwijdering Rijkswaterstaat Machinistenschool Elst Uiterwaardvergraving Provincie Utrecht Bestuurs- stuweiland BestuursPlan van aanpak Honswijkerwaarden, overeenkomst/ overeenkomst/ voor planstudiefase Hagestein, Hagesteinse Uiterwaard BestuursBestuursPlan van aanpak projectopdracht in projectopdracht gereed en Heerenwaard overeenkomst/ overeenkomst/ voor planstudiefase
~ 12 ~
2012-2015
1-1-2010
Gemeente Zwolle Rijkswaterstaat
Dijkverbetering Neder-Rijn / Betuwe / Tieler- en Culemborgerwaard
2012-2015
2006-2008 2011-2015 2012-2015
Uiterwaardvergraving Scheller en Uiterwaardvergraving Doorwerthsche Oldeneler Buitenwaarden Waarden Dijkverlegging Westenholte Uiterwaardvergraving Middelwaard
verslagperiode
2012-2015
gereed 1-7-2009 1-7-2009
Gemeente Deventer
afgesloten in
2012-2015
2012-2015 2011-2015
Uiterwaardvergraving Bolwerksplas, Worp en Ossenwaard Pannerdensch Kanaal, Neder-Rijn en Lek Uiterwaardvergraving Keizers- en Uiterwaardvergraving Huissensche Stobbenwaarden en Olsterwaarden Waarden Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld Uiterwaardvergraving Meinerswijk
afgesloten in projectopdracht verslagperiode
2013-2015 2012-2015
1-1-2012 1-7-2009
Rijkswaterstaat Waterschap Veluwe Rijkswaterstaat
voorbereiding projectopdracht in
2012-2015 2010-2015
Bestuursovereenkomst Bestuursovereenkomst in voorbereiding afgesloten Uitvoering Bestuursovereenkomst Projectopdracht afgesloten afgesloten in Plan van aanpak planverslagperiode studiefase gereed
Waterschap Hollandsche Waterschap Veluwe Delta
Zuiderklip Dijkverlegging Berging op het Voorster Volkerak Klei Zoommeer
Dijkverbetering Neder-Rijn voorbereiding Geldersche Vallei
2010-2015
Plan van aanpak Variantkeuze-
Projectbeslissing planstudiefase gereed
1-7-2008
Voorbereidings-
Uitvoerings-
2010-2015
Opleverings-
beslissing Variantkeuze(SNIP 2A)
(SNIP 3) Projectbeslissing
beslissing uitvoering beslissing (SNIP 5) VoorbereidingsUitvoerings(SNIP 4)
beslissing (SNIP 6) Opleverings-
beslissing
(SNIP 3)
beslissing uitvoering beslissing (SNIP 5)
beslissing (SNIP 6)
gereed (SNIP 2A) (SNIP 4) 1-1-2012 Waterschap Vallei en Eem Aangehouden /noodzaak bezien afhankelijk van hydraulisch effect
versnelling meer
versnelling tussen
binnen range 3
dan 12 maanden
3-12 maanden
maanden
andere 3-12 maatregelen dan 12 maanden maanden maanden Waterschap Rivierenland versnelling Bestuursovereenkomst meer versnelling tussen binnen 1-1-2012 range 3 in voorbereiding (ondertekening Q1 2008)
2012-2015
vertraging tot standkoming projectbesluit vertraging tot tussen 3-12 maanden standkoming
vertraging 1 jaar of meer vertraging 1 jaar 2012-2015 of meer
projectbesluit tussen 3-12 maanden
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
Dijkverbetering Neder-Rijn / Arnhemse- en Velpsebroek
Waterschap Rijn en IJssel
Bestuursovereenkomst in voorbereiding
1-1-2009
2012-2015
In de verslagperiode zijn 14 bestuursovereenkomsten of projectopdrachten ondertekend en 5 ter tekening voorgelegd. Aan het einde van de verslagperiode is voor 31 (80%) van de 39 PKB-maatregelen een bestuursovereenkomst of een projectopdracht getekend of ter tekening voorgelegd. De PKB-fase is bijna een jaar later afgerond dan in de oorspronkelijke planning was voorzien. Daardoor staat de planning onder druk. Alle inspanningen zijn er op gericht om de einddatum van 2015 te halen en ultimo 2015 het vereiste PKB-veiligheidsniveau gerealiseerd te hebben. Daartoe worden aan de hand van het generieke model van hoofdactiviteiten zoveel mogelijk de trajecten parallel opgepakt en worden waar mogelijk de versnellingsmogelijkheden benut. Over de twee omwisselbesluiten Kampen en Zutphen moet nog een besluit genomen worden en moet nog bezien worden of de gestelde einddatum wordt gehaald.
4.2 Ontwikkelingen per riviertak 4.2.1. Voortgang Boven-Rijn/Waal Dijkteruglegging Lent Er zijn belangrijke vorderingen gemaakt in Nijmegen. De gemeente heeft vooruitlopend op de overeenkomst een ruimtelijk plan gemaakt met hun invulling van de dijkteruglegging. Voor de gemeente is dit plan belangrijk omdat het weergeeft wat voor kwaliteit er gerealiseerd kan worden. Door het opstellen van dit plan is de gemeente voorbereid om de planvorming op zich te nemen. Tegelijk met het opstellen van het ruimtelijk plan zijn er voorbereidende gesprekken voor een overeenkomst gaande. Kribverlaging Waalbochten, kribverlaging Midden-Waal, kribverlaging Waal-Fort Sint Andries, kribverlaging Beneden-Waal Voor dit viertal maatregelen kribverlagingen is een projectopdracht ondertekend. Het plan van aanpak zoals dat in concept is ingediend, gaat voorzien in een pilot van 100 kribben om ervaring en kennis op te doen in de uitvoering ten behoeve van de verlaging van het totaal van 750 kribben. Hierbij worden mogelijkheden voor innovatie onderzocht. Uiterwaardvergraving Brakelse benedenwaarden en dijkverlegging Buitenpolder Het Munnikenland Het plan van aanpak, inclusief het beheersplan is vastgesteld. De Startnotitie, inclusief het Ruimtelijke Kwaliteitskader is opgesteld en heeft van eind november 2007 tot half januari 2008 ter inzage gelegen. Het opstellen van de MER en het uitvoeren van alle onderliggende onderzoeken daarvoor zijn gegund. 4.2.2. Voortgang Benedenrivierengebied Algemeen Voor een drietal maatregelen in het benedenrivierengebied, te weten uiterwaardvergraving bedrijventerrein Avelingen, ontpoldering Noordwaard en ontpoldering Overdiepse Polder wordt gewerkt aan de voorbereidingen voor de projectbeslissing (SNIP 3). De bestuursovereenkomsten met het waterschap Rivierenland voor de dijkverbeteringen zijn opgesteld. De bestuursovereenkomsten met de waterschappen Brabantse Delta en Hollandse Delta worden de komende periode opgesteld.
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~ 13 ~
Uiterwaardvergraving bedrijventerrein Avelingen In de afgelopen periode is de planstudie voor Avelingen aanbesteed door de gemeente Gorinchem. Avelingen is aangewezen als voorbeeldproject om te experimenteren met het versnellen van besluitvorming door het vroegtijdig betrekken van en samenwerken met bedrijven en overheden. In het najaar heeft in dit kader een zogenaamd versnellingsatelier plaatsgevonden. Het versnellingsatelier is onderdeel van het experiment met het versnellen van besluitvorming door middel van vroegtijdige en gestructureerde samenwerking van betrokken partijen: “bestuurders, bureaucraten, burgers en bedrijven”, zoals de toenmalige minister de partijen noemde op basis van het boek Fysica van Samenwerking over het versnellen van besluitvorming. Ontpoldering Noordwaard De bewoners van de Noordwaard hebben aangegeven zo snel mogelijk duidelijkheid te willen hebben over de consequenties van de maatregel voor hun persoonlijke situatie en de keuze om al dan niet te vertrekken uit het gebied. Door in gesprek te blijven met de bewoners en voorlichting op maat wordt getracht duidelijkheid te geven en zorg weg te nemen. Bij verdere detaillering van de planstudie voor Noordwaard is de afgelopen periode gebleken dat de dijk ten westen van het Steurgat moet worden versterkt, ten behoeve van de veiligheidsdoelstelling van het programma Ruimte voor de Rivier. Indien dit leidt tot een scopewijziging zal u dit in de volgende rapportage worden gemeld. Voor de voortgang van de maatregel is in december voor € 16 miljoen aan vastgoed gekocht. De minister van LNV, de staatssecretaris van Financiën en de programmadirecteur Ruimte voor de Rivier namens de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat ondertekenden de aktes. Ontpoldering Overdiepse Polder De afgelopen periode is vooral gewerkt aan de uitwerking van de voorkeursvariant ten behoeve van de projectbeslissing (SNIP 3). De staatssecretaris heeft een besluit genomen over de tegemoetkoming van schade aan de gebruikers van de Overdiepse Polder en de betrokkenen van het gebied zijn hierover geïnformeerd. Volkerak-Zoommeer Voor de berging op het Volkerak-Zoommeer is een projectopdracht afgesloten. In de projectopdracht is expliciet opgenomen dat tijdens de planstudie zoveel mogelijk afstemming gezocht moet worden met andere doelstellingen vanuit waterkwaliteit en scheepvaart, maar dat dit niet mag leiden tot vertraging van de realisatie van deze maatregel. 4.2.3. Voortgang Pannerdensch Kanaal, Neder-Rijn en Lek Uiterwaardvergraving Honswijkerwaarden, stuweiland Hagestein, Hagesteinse uiterwaard en Heerenwaard In de planstudie wordt gezocht naar de mogelijkheden voor een intensievere inzet van de uiterwaarden en de provincie heeft hiertoe scenario’s uitgewerkt. Doordat deze tussenstap is ingevoegd in het planstudieproces zal de oplevering van het projectbeslissingsadvies (SNIP 3) waarschijnlijk een vertraging oplopen van 2 jaar. De omvang van de maatregel biedt de ruimte in de planning om te bewerkstelligen dat de gestelde einddatum van 2015 gehaald wordt.
~ 14 ~
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
Dijkverbeteringen Neder-Rijn en Lek Linkeroever De bestuursovereenkomsten met het waterschap Rivierenland zijn in de verslagperiode vrijwel afgerond. Het waterschap is gestart met het opzetten van de organisatie en het plan van aanpak. Uiterwaardvergraving Meinerswijk De gemeente Arnhem werkt aan een visie voor het maatregelgebied Meinerswijk, dat een EMAB (experimenteren met aangepaste bouwvormen) locatie is. Rond de zomer 2008 zal een bestuursovereenkomst of projectopdracht kunnen worden vastgesteld. Dit vormt vooralsnog geen bedreiging voor het realiseren van de maatregel uiterlijk 2015. 4.2.4 Voortgang IJssel Algemeen In het IJsselgebied zijn inmiddels alle planstudies gestart. In de verslagperiode zijn de laatste bestuursovereenkomsten en projectopdracht getekend. Dijkverlegging Westenholte en Uiterwaardvergraving Scheller en Oldeneler Buitenwaarden Voor de Zwolse koplopers; de dijkverlegging Westenholte en de eveneens bij Zwolle gelegen uiterwaardvergraving Scheller- en Oldeneler Buitenwaarden heeft de verslagperiode in het teken gestaan van de uitwerking van de variantkeuzebeslissing (SNIP 2A) naar een projectbeslissings advies (SNIP 3). De PKB-datum voor de projectbeslissing van 1 januari 2008 is niet haalbaar gebleken. De SNIP-besluiten ter afsluiting van de planstudiefase zullen naar verwachting in de volgende verslagperiode hun beslag krijgen. Ten behoeve van een soepele overgang naar de realisatiefase wordt met de regionale partijen bezien hoe de verdere samenwerking in de realisatiefase vorm te geven. De gekozen voorkeursvariant bij Westenholte (het zogenaamde strangenalternatief) is uitgewerkt. Deze variant gaat uit van een verdere dijkteruglegging dan waarmee in de PKB rekening wordt gehouden, omdat dat een beter dijkontwerp oplevert en beter tegemoet komt aan de eisen vanuit ruimtelijke kwaliteit. Mogelijk is derhalve bij SNIP 3 een scopewijziging aan de orde. Voor de uiterwaardvergraving Scheller en Oldeneler Buitenwaarden werkt de gemeente Zwolle aan de uitwerking van de voorkeursvariant “hankenalternatief” waarin ook de ruimtelijke kwaliteitsvoorkeuren worden meegenomen. Uiterwaardvergraving Keizers- en Stobbenwaarden en Olsterwaarden en Uiterwaardvergraving Bolwerksplas, Worp en Ossenwaard Voor de Deventer koplopers; de uiterwaardvergravingen bij de Keizers- en Stobbenwaarden en bij de Bolwerksplas, Worp en Ossenwaard zijn één gezamenlijke stuurgroep en projectgroep ingesteld, die sturing geven aan het volledige planstudieproces. In aanvulling op het landelijk Q-team waakt een lokaal Q-team over de ruimtelijke kwaliteit, mede met behulp van het opgestelde regionaal ruimtelijke kwaliteitskader. In oktober is de gezamenlijke planstudie met het opstellen van de MER en alle onderliggende onderzoeken gestart. Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld Op 12 oktober is de bestuursovereenkomst met de provincie Gelderland getekend voor de hoogwatergeul. Hiermee heeft de regio zelf aangegeven de uitvoering van de PKB voortvarend ter hand te willen nemen. In de verslagperiode zijn voor dit gebied de strategische hoofdlijnen voor de vastgoedaankopen vastgesteld.
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~ 15 ~
Ook is de communicatie met de agrariĂŤrs en bewoners vervolgd, onder andere via een drukbezochte informatieavond. Daar bleek dat de regio, omwille van een optimale vormgeving en inpassing van de geul, bereid is om mee te werken aan de planvorming. In het plan van aanpak zal invulling worden gegeven aan de motie Eigeman van 19 december 2006 (EK 30.080. E) waarin is verzocht om inpassing van de maatregel in het bredere herinrichtingsplanproces. De toenmalige staatssecretaris heeft verklaard dat zij instemde met de inhoud van de motie en dat zij de motie zal uitvoeren. Daarvoor moet voldoende tijd ingeruimd worden en dat betekent een langer planstudieproces dan in de PKB voorzien was. Daardoor ontstaat het risico van uitloop in de tijd en spanning op de realisatie op de einddatum, niettegenstaande de overweging in de motie dat in 2015 de wettelijke veiligheidsnorm gehaald moet worden. Zomerbedverlaging Beneden-IJssel en alternatieve maatregel Hoogwatergeul Kampen In de verslagperiode is verder gewerkt aan het advies voor het omwisselbesluit van de hoogwatergeul Kampen voor de PKB-maatregel Zomerbedverlaging. De hoogwatergeul Kampen blijkt na nader onderzoek niet over de noodzakelijke lengte van de IJssel tot Zwolle het benodigde waterstandverlagende effect te kunnen realiseren. Daarom zijn er mogelijkheden verkend om met additionele maatregelen, in de vorm van een beperkte zomerbedverlaging ter hoogte van Zwolle, alsnog het vereiste effect te kunnen realiseren. De planstudie voor de PKB-maatregel zomerbedverlaging is in het vierde kwartaal gestart. Dijkverleggingen Cortenoever en Voorster Klei en alternatieve maatregel Hoogwatergeul Zutphen Op 2 juli 2007 is de bestuursovereenkomst voor de Dijkverleggingen Voorsterklei en Cortenoever met het Waterschap Veluwe ondertekend. De regio is bezig met het opstellen van een alternatief voor de dijkterugleggingen en de ruimtelijke reservering voor de lange termijn. De binnendijkse hoogwatergeul, die in de periode rond de besluitvorming over de PKB door de regio werd voorgesteld, is voor de korte termijn niet meer aan de orde, vanwege o.a. grote aanpassingen aan infrastructuur met gevolgen voor de ruimtelijke kwaliteit en effecten op de (grond)waterhuishouding op de Veluweflanken. Het voorstel dat de regio momenteel in een Intergemeentelijke Structuurvisie verwoordt, gaat uit van een dijkverlegging bij Cortenoever in combinatie met een buitendijkse geul ter hoogte van Zutphen voor de korte termijn en een dijkverlegging op de Voorsterklei voor de lange termijn. Omwille van overwegingen van ruimtelijke kwaliteit stelt de regio deze uitvoeringsvolgorde voor. Deze combinatie van 3 maatregelen kan voor de lange termijn een oplossing bieden voor de opgaven die in dit gebied liggen qua veiligheid, wonen en infrastructuur. De door de regio voorgestelde volgorde van uitvoeren resulteert voor de korte termijn echter niet in de vereiste waterstandsdaling: de taakstelling wordt ter hoogte van de Voorsterklei met 10 cm (30%) niet gehaald. Indien voor de korte termijn de twee PKB dijkverleggingen als eerste worden uitgevoerd en de buitendijkse geul wordt gereserveerd voor de lange termijn wordt wel aan de taakstelling voldaan. In de volgende rapportage wordt u de voortgang gemeld.
~ 16 ~
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
5 5. Risicomanagement en auditing 5.1 Risicomanagement binnen Ruimte voor de Rivier Risicomanagement maakt een belangrijk onderdeel uit van de beheersing van het programma Ruimte voor de rivier. Risico’s die zich daadwerkelijk gaan voordoen kunnen immers van invloed zijn op de scope, de planning of de financiën van het programma. De risico’s worden gemonitord zowel op programmaniveau als op maatregelniveau. Basis voor de risicobeheersing op programmaniveau is het risicoregister waarin de programmarisico’s zijn gegroepeerd naar inhoudelijke thema’s. Per risico is daarin tevens aangegeven welke beheersmaatregelen worden getroffen. Het risicoprofiel is voor zover mogelijk gekwantificeerd.
5.2 Beheersing van risico’s op programmaniveau De risico’s op programmaniveau zijn gegroepeerd naar inhoudelijke thema’s. Onderscheiden worden endogene en exogene risico’s. Endogene risico’s kennen een beïnvloedbare oorzaak waarop de beheersing kan worden gericht. Exogene risico’s kennen een niet-beïnvloedbare oorzaak zodat de beheersing gericht moet zijn op de gevolgen van het risico. 5.2.1. Endogene risico’s Voor de belangrijkste endogene risico’s, waarvan de beheersing in eerste instantie een taak is van de programmadirectie Ruimte voor de Rivier, is een inschatting gemaakt naar gevolgen in tijd en geld. Op basis hiervan zijn de belangrijkste risico’s bepaald zoals in deze paragraaf beschreven. Vastgoed ~ Het niet tijdig of niet juist initiëren van onteigeningsprocedures door de initiatiefnemer. Voordat met de uitvoering kan worden gestart moeten de gronden binnen het maatregelgebied verworven zijn en opstallen zonodig gesloopt. De verwerving van grond en opstallen ligt dan ook nadrukkelijk op het kritieke pad naar het jaar 2015. Een deel van de gronden zal waarschijnlijk door middel van formele onteigening moeten worden verkregen. Het tijdig en zorgvuldig doorlopen van de onteigeningsprocedures is voorwaarde om hierin succesvol te zijn. Vanuit de programmadirectie Ruimte voor de Rivier is daarom het initiatief genomen om een onteigeningsrichtlijn op te stellen die de initiatiefnemers ondersteunt en die richtinggevend is voor alle onteigeningen. Daarnaast zal de Dienst Landelijk Gebied of Rijkswaterstaat de taken op dit gebied op verzoek van de initiatiefnemer overnemen of ondersteunen teneinde de administratieve onteigeningsprocedure tijdig en zorgvuldig te starten en te doorlopen. ~ Het niet tijdig werven van grond op minnelijke basis. Bij de beschrijving van het eerste risico inzake het niet tijdig initiëren van onteigeningsprocedures is gemeld dat tijdige beschikbaarheid van grond een noodzakelijke voorwaarde is om de einddatum van 2015 te kunnen realiseren. Naast de formele onteigening die als sluitstuk geldt, zal er zoveel mogelijk op minnelijke basis moeten worden verworven. Voor de minnelijke verwerving is de programmadirectie Ruimte voor de Rivier er bij de maatregel Noordwaard inmiddels toe overgegaan om een ervaren marktpartij in te huren om de taxaties te doen en de onderhandelingen uit te voeren. Daarnaast zijn concrete afspraken gemaakt met de Dienst Landelijk Gebied
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~ 17 ~
voor een groot deel van de maatregelen in de provincies Overijssel en Gelderland om daar de vastgoedactiviteiten uit te voeren. De aansturing op de voortgang (ook in termen van kwaliteit en budget) is uiteraard binnen de programmadirectie gepositioneerd. De monitoring op de voortgang moet inzichtelijk maken waar eventuele bijsturing nodig is. Grond ~ Onvoldoende bestemmingen voor toepassing overtollig bodemmateriaal tijdig beschikbaar. Er zijn mogelijk onvoldoende bestemmingen tijdig beschikbaar voor het toepassen van overtollig licht verontreinigde baggerspecie en grond. Per 1 januari 2008 is het Besluit bodemkwaliteit in werking getreden voor waterbodems, per 1 juli 2008 wordt het besluit van kracht voor landbodems. Dit besluit geeft het kader voor het nuttig toepassen van vrijkomend (licht) verontreinigd materiaal. Naar verwachting geeft het Besluit bodemkwaliteit ruimere mogelijkheden voor het nuttig toepassen van vrijkomend materiaal. Dat betekent dat dit risico beter beheerst kan worden. Door PDR worden kansen voor het nuttig bestemmen van vrijkomend materiaal geïnventariseerd. Wellicht blijkt nuttige toepassing in het Haringvliet mogelijk. Een planstudie naar de mogelijkheden hiertoe is gestart. Anderzijds wordt onderzocht of innovatieve vergravingstechnieken kunnen worden ingezet om de hoeveelheid overtollig bodemmateriaal te minimaliseren. ~ De noodzaak van isolerende voorzieningen bij het inrichten van stortplaatsen voor baggerspecie. Door afstemming van acties naar de Europese Commissie is, voor het bestemmen van bij rivierverruimende maatregelen vrijkomend materiaal, een uitzonderingsbepaling opgenomen in de nieuwe GWR. In de vorige voortgangsrapportage is gemeld dat er een beroepsprocedure liep tegen het depot Ingensche Waarden. In 2007 heeft de Raad van State de vergunning in het kader van de Wet Milieubeheer voor baggerspeciedepot Ingensche Waarden vernietigd. De beroepsgronden die tegen de Wm-vergunning voor de Grensmaasdepots waren ingebracht, zijn door de Raad van State op de belangrijkste punten ongegrond verklaard. Uit de beide uitspraken van de Raad van State kan worden afgeleid dat de noodzaak voor het treffen van isolerende maatregelen moet worden vastgesteld aan de hand van de nationale regels voor depots. De verdere interpretatie van de Raad van State uitspraken en de consequenties daarvan voor het programma Ruimte voor de Rivier zullen in de komende verslagperiode worden verduidelijkt. Proces ~ Beperkte sturing op planning en budget door bestuurders. Lokale en regionale bestuurders zitten in een spanningsveld tussen enerzijds de voor het programma benodigde snelheid en daadkracht en anderzijds aandacht voor bewoners en eventueel verwerken van extra lokale wensen en eisen. Daarom steekt de programmadirectie veel energie in het overtuigen van bestuurders van de noodzaak van het uitvoeren van geplande maatregelen binnen tijd en budget. De planning wordt actief gedeeld met de initiatiefnemers en zoveel mogelijk worden potentiële problemen vroegtijdig gesignaleerd en gemonitord. ~ Ontbreken van ervaren projectmanagement. Bij maatregelen waarvan de planstudie is gestart blijkt een goed opgezette projectorganisatie dé succesfactor als het gaat om het halen van de planning, kwaliteit van het proces en een goede communicatie met alle geledingen binnen het project. Voor sommige initiatiefnemers is de kennis en kunde in de startfase niet altijd paraat. Het nu binnen RWS te hanteren Integraal Projectmanagementmodel (IPM) wordt stapsgewijs geïmplementeerd bij de projectorganisaties van de initiatiefnemers. In een organisatie volgens het IPM wordt recht gedaan aan alle competenties die een succesvolle projectorganisatie nodig heeft alsook het tijdbeslag die een zorgvuldige
~ 18 ~
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
uitvoering vraagt. Vanuit de programmadirectie is een IPM-opleiding voorbereid die vanaf 2008 zal worden verzorgd voor projectleiders. Daarnaast is de vierde kwartaalbijeenkomst georganiseerd met de projectleiders om door uitwisseling van ervaringen en kennis de projectuitvoering te versterken. ~ Onvoldoende aandacht voor de overdracht van gerealiseerde werken aan beheerders. Nadat de maatregelen gerealiseerd zijn, dient overdracht aan de beoogde eindbeheerders plaats te vinden. In de PKB is geen budget gereserveerd voor het beheer en onderhoud. Om problemen in de eindfase tijdens de overdracht te voorkomen worden de consequenties van de ontwerpen voor het beheer en onderhoud nu reeds in kaart gebracht. Daartoe behoort ook inbedding van beheer en onderhoud in de begroting van RWS dan wel van derden. Tevens wordt tijdens de planstudiefase geparticipeerd door de beheerders van het maatregelgebied, zodat tijdige toetsing is geborgd op de beheer- en onderhoudsaspecten. De programmadirectie toetst daarnaast bij de advisering omtrent de variantkeuze en de projectbeslissing op de beheer- en onderhoudparagraaf om dit risico te beheersen. ~ Vertraging bij de faseovergang van planstudie naar realisatie. Vrijwel alle maatregelen bevinden zich nu nog in de planstudiefase. Wel loopt een aantal maatregelen inmiddels tegen het eind van die fase. Aangezien de huidige bestuursovereenkomsten uitsluitend over de planstudiefase gaan, moeten voor het vervolg (de uitvoeringsfase) nieuwe overeenkomsten worden gesloten. Om ongewenste vertragingen te voorkomen, waarbij het proces tijdens en na de besluitvorming stil valt, is in de verslagperiode veel overleg geweest met ‘de koplopers’ om de overgang naar realisatie soepel te laten verlopen. Daartoe is ook een conceptmodel voor een uitvoeringsovereenkomst opgesteld, waarmee ook de financiering en de risicoverdeling voor deze fase wordt geregeld. Anticiperend op de uitvoering is in het kader van de door initiatiefnemers op te stellen inkoopstrategie een programmabrede marktscan en een portfolioanalyse opgesteld. Ook is voor € 48 miljoen aan ruilgronden aangekocht bij Jannezand (gemeente Werkendam) en Wieringermeer. Natuur ~ Niet tijdig realiseren van natuurcompensatie. In het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 worden in Nederland Natura 2000-gebieden aangewezen. In de vorige voortgangsrapportage is gemeld dat tussen V&W en LNV afspraken zijn gemaakt over instandhoudingsdoelen voor het rivierengebied. Uitgaande van de doelstelling van het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit door het programma Ruimte voor de Rivier conform de Nota Ruimte heeft behoud en ontwikkeling van onder andere landschappelijke en ecologische waarden bijzondere aandacht. Wel is het zo dat volledig behoud van bestaande waarden en de door de ingreep mogelijk gemaakte ontwikkeling soms op gespannen voet staan. De belangrijkste afspraak voor het Programma Ruimte voor de Rivier betrof het kwantificeren van het ‘ten gunste van’ principe. Ten gunste van het realiseren van specifieke Natura 2000 doelen (bijvoorbeeld de bescherming van de porseleinhoen) is enige achteruitgang van andere Natura 2000 doelen (bijvoorbeeld de kolgans) toegestaan. Beleidsmatige en juridische verankering van dergelijke afspraken en eventueel noodzakelijke vervolgacties moeten nog plaatsvinden in overleg tussen V&W en LNV. Hydraulica ~ Onvoldoende hydraulisch effect van de PKB-maatregelen. Het hydraulisch effect van de PKB-maatregelen is randvoorwaardelijk voor het realiseren van de veiligheidstaakstelling. Bij de precisering van de ontwerpen kan het voorkomen dat het vereiste hydraulisch effect niet haalbaar is. Dit risico is al in de PKB-fase benoemd en gekwantificeerd. Om de kans van optreden te
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~ 19 ~
beperken, zijn in de verslagperiode afspraken met Deltares gemaakt om de hydraulische berekeningen te borgen. Dit naast het bestaande beleid om tegenvallende hydraulische effecten van de maatregelen (en de som daarvan) te compenseren door waar mogelijk een overmaat aan rivierverruiming te realiseren. De bovenstaande top10-risico’s zijn door de programmadirectie Ruimte voor de Rivier als endogene risico’s in het risicoregister opgenomen. Dat betekent dat de programmadirectie zelf het voortouw heeft bij de beheersing van het risico; wat overigens veelal met medewerking van anderen moet plaatsvinden. 5.2.2. Exogene risico’s
Naast deze zogenaamde endogene risico’s zijn er ook exogene risico’s, die bij de start van het programma niet zijn voorzien voor budget en planning. De huidige belangrijkste exogene risico’s voor het programma zijn hieronder beschreven:
1. Op grond van de EU-Richtlijn prioritaire stoffen worden (extra) milieukwaliteitseisen gesteld. 2. Prijspeilontwikkelingen houden geen gelijke trend met budgetcompensatie op basis van IBOI-indexatie. De IBOI-indexatie volgt meestal maar voor een deel de reële prijsontwikkeling in de GWW-sector. Zowel prijsontwikkelingen als prijscompensatie vallen buiten de invloedsfeer van het programma. Daarnaast wordt het programma geconfronteerd met een bovenmatige stijging van de grondprijzen. Om de vergelijkingen in het budget adequaat te kunnen volgen is in het hoofdstuk over financiën de vergelijking van beide ontwikkelingen opgenomen. Dit zal een vast onderdeel blijven in de Voortgangsrapportage.
5.3 Gekwantificeerd risicoprofiel In verslagperiode is conform de eerder gedane toezegging een nieuw gekwantificeerd risicoprofiel opgesteld voor de endogene risico’s op programmaniveau.
Thema’s
Procesrisico’s Grond Vastgoed Hydraulica/ Dijken Natura 2000/ KRW Overige Markt & aanbesteding Echt onvoorzien Subtotaal Opgetreden risico Totaal
~ 20 ~
PKB4 (mln €) verwachtingswaarde
Verwachtingswaarde begin verslagperiode
96,9 116,4 40,0 54,2 11,1 65,4 384,2 384,2
67,7 120,7 19,3 51,4 6,6 65,4 331,1 50,5 381,6
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
Q4 2007 (mln €) verwachtingswaarde
64,6 87,6 23,4 51,4 6,6 6,9 19,4 65,4 325,3 50,5 375,8
Op basis van de tabel op de vorige pagina is te zien dat het risicoprofiel ten opzichte van de PKB licht gedaald is ondanks dat enkele nieuwe risico’s zijn gekwantificeerd. Voor een belangrijk deel wordt dat veroorzaakt, omdat de kans van optreden lager wordt ingeschat als gevolg van beheersmaatregelen. Bij de grondrisico’s is de inwerkingtreding van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) van grote invloed. Hiermee is het regime op vervuilde grond versoepeld. In de voorgaande voortgangsrapportages is uitgebreid ingegaan op het belang hiervan. Toch blijven er flinke restrisico’s op het gronddossier. De belangrijkste zijn in paragraaf 5.2 toegelicht. Op het thema vastgoed is een nieuw risico toegevoegd, waardoor het risicoprofiel licht is gestegen. Het blijkt dat het tijdig voorhanden hebben van ruilgronden voor agrarische bedrijven een zeer kritische factor zal worden. Door de PDR zijn in de verslagperiode al voor vier agrarische bedrijven ruilgronden aangekocht en de druk op meer aankopen neemt toe. De risicoreservering op het gebied van hydraulica blijft gehandhaafd totdat (vrijwel) alle planstudies zijn afgerond. Op dat moment kan bepaald worden of aanvullende maatregelen nog nodig blijken. Om de procesrisico’s te beheersen is veel energie gestoken in het organiseren van draagvlak en het genereren van commitment bij bestuurders. Ook is hard gewerkt aan het verder professionaliseren van de projectorganisaties. De risico’s op het gebied van markt en aanbesteding zijn in de verslagperiode uitgewerkt en gekwantificeerd. In 2001 heeft de toenmalige staatssecretaris met de gemeente Nijmegen afspraken gemaakt omtrent schadecompensatie als gevolg van planaanpassing bij de maatregel Dijkteruglegging Lent. Die afspraak is als bestuurlijke afspraak opgenomen in de PKB voor € 49 miljoen (zie ook de zevende voortgangsrapportage over de periode 1 juli – 31 december 2005). Het gaat hier om de aankoop van vastgoed door Ruimte voor de Rivier wat al eerder door de gemeente Nijmegen was aangekocht. In de afgelopen periode is die afspraak gematerialiseerd.
5.4 Beheersing van risico’s op initiatiefnemerniveau 5.4.1. Aanpak risicobeheersing op initiatiefnemers niveau
In de bestuursovereenkomsten en projectopdrachten met initiatiefnemers is de verantwoordelijkheid vastgelegd voor de risicoanalyse per maatregel en de keuze, uitvoering en evaluatie van bijbehorende beheersmaatregelen. In de overeenkomsten is ook vastgelegd dat de initiatiefnemer per kwartaal rapporteert over de risicoanalyse en beheersmaatregelen. Twee keer per jaar organiseert iedere initiatiefnemer een risicosessie volgens de programmabrede uitgangspunten. Op deze manier kunnen op programmaniveau de belangrijkste maatregelrisico’s worden vergeleken en onderling gewogen.
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~ 21 ~
5.4.2. Overzicht risico’s per maatregel
In onderstaande kaart is met vlaggen aangegeven welke thema’s bij welke maatregel met prioriteit om risicobeheersing vragen.
Afbeelding 5.1: Risico’s per thema
Grond Vastgoed Hydraulica Natura 2000 Proces risico ’s
5.4.3. Risicothema’s per maatregel Per risicothema wordt toegelicht naar welke maatregelen de meeste aandacht uitgaat wat betreft de risicobeheersing. Algemeen en procesrisico’s De meeste risico’s doen zich voor bij de maatregelen hoogwatergeul Veessen-Wapenveld, dijkteruglegging Lent, de ontpoldering Noordwaard en dijkverlegging Buitenpolder Munnikenland. Bij drie van deze maatregelen
~ 22 ~
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
speelt niet alleen het PKB-gebied, maar bredere belangen zoals Nieuwe Hollandse Waterlinie (Munnikenland), stadsontwikkeling en de inrichting van het eiland in de rivier (Lent) en bredere gebiedsinrichting (Veessen-Wapenveld). Door de omvang van de maatregel kent Noordwaard belangrijke risico’s op het gebied van grond en vastgoed. Het kaartje gaat uit van het PKB-basispakket. In deze verslagperiode zijn er twee maatregelen bij gekomen die ook vlaggetjes krijgen toegewezen. Dit zijn de hoogwatergeulen bij Zutphen en Kampen (IJsselsprong en IJsseldelta) vanwege het risico dat de omwisselbesluiten niet tijdig genomen kunnen worden waardoor vertraging ontstaat.
Grondrisico’s In de PKB is aangegeven dat sterk verontreinigd materiaal zal worden geborgen in de bestaande Rijksdepots voor baggerspecie. De verwerking van sterk verontreinigde grond (afkomstig uit binnendijks gebied dat na dijkverlegging deel uit maakt van de uiterwaardgebieden), past nu strikt genomen niet binnen de acceptatiecriteria van de vigerende Wm-vergunningen voor de Rijksdepots geldend voor binnendijkse gebieden. Hierdoor kan vooral de maatregel Noordwaard met hogere stortkosten worden geconfronteerd dan waarvan in de PKB is uitgegaan, tenzij het materiaal op andere wijze binnen het project verwerkt kan worden. De PDR zal, gegeven de verwachting dat het depotacceptatiebeleid aangesloten moet worden op de gewijzigde wet- en regelgeving, in overleg met de depotbeheerders en het bevoegd gezag, verkennen in hoeverre het storten van bodemmateriaal uit nieuw te vormen uiterwaardgebieden toch mogelijk is. Met de inwerkingtreding van de nieuwe normering van het Besluit bodemkwaliteit en de Circulaire waterbodemsanering 2008 is het risico op het aantreffen van sterk verontreinigd bodemmateriaal in de maatregelen sterk afgenomen. Desondanks blijft de kans aanwezig dat er in de maatregelen sterk verontreinigd bodemmateriaal wordt aangetroffen, dat naar de Rijksdepots dient te worden afgevoerd. Deze kans is het grootst bij de maatregelen Lent, Avelingen, Noordwaard en de zomerbedverdieping Beneden-IJssel. Verder vormt de aanwezigheid van een grote puntverontreinigingen bij de maatregel Meinerswijk en de dijkteruglegging Lent een specifiek maatregelrisico. Voor de realisatie van de hoogwatergeul Veessen-Wapenveld is de grote behoefte aan dijkenklei een specifiek maatregelrisico. Het programmarisico dat er niet tijdig voldoende bestemmingen (locaties) beschikbaar zijn voor het toepassen van overtollige licht verontreinigd bodemmateriaal manifesteert zich op maatregelniveau. Dit is van toepassing op meerdere maatregelen zoals Lent, Munnikenland, Noordwaard, Overdiepse Polder, Bolwerkplas, Keizers- en Stobbenwaarden, Veessen-Wapenveld, Scheller- en Oldeneler Buitenwaard, Westenholte en zomerbedverlaging Beneden-IJssel. Op basis van de bodemonderzoeken van initiatiefnemers en de grondstromenplannen behorend bij de adviezen aangaande de variantkeuzebeslissing zal hierover de komende tijd meer duidelijkheid komen. Op basis van de eerste plannen van de initiatiefnemers is inmiddels een actualisatie van de grondbalans uitgevoerd, waaruit is gebleken dat er op programmaniveau nog geen grote veranderingen zijn opgetreden. De Programmadirectie Ruimte voor de Rivier heeft in 2007 op programmaniveau een grondstromenstrategie vastgesteld die mogelijkheden biedt om het bestemmingenrisico te beheersen. Bij het nemen van projectbeslissingen (SNIP 3) zal duidelijk worden in hoeverre dit risico hiermee op maatregelniveau adequaat beheerst kan worden.
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~ 23 ~
Vastgoedrisico’s De vastgoedrisico’s zijn in belangrijke mate generiek en de omvang van de problematiek hangt nauw samen met het aantal aanwezige eigenaren en het aantal te verwerven percelen of hectares. De maatregelen Noordwaard, Overdiepse Polder, Lent en Veessen-Wapenveld zijn samen goed voor ca. 70% van de vastgoedraming. De formele onteigening kan pas starten als het projectbesluit (bijvoorbeeld wijziging bestemmingsplan) is genomen. Daarmee is Veessen-Wapenveld in de tijd momenteel het meest kritisch. Wel zijn voor Veessen-Wapenveld de eerste onderhandelingen op basis van minnelijke verwerving al gaande. Voor de berging Volkerak-Zoommeer geldt een ingewikkelde situatie, waarbij de vastgoedrisico’s nauw samenhangen met het ontwerp. In het ontwerp wordt er naar gestreefd zoveel mogelijk vastgoed (ook in termen van schade) te ontzien.
Hydraulicarisico’s De grootste hydraulische risico’s doen zich verspreid voor in het gehele PKB-maatregelgebied, afhankelijk van de specifieke situatie en het type maatregel. Het gaat om de volgende maatregelgebieden en risico’s: ~ Extra uiterwaardvergraving Millingerwaard (complexiteit van de afvoerverdeling); ~ Berging op het Volkerak Zoommeer (het inlaatwerk en het moment van inzetten is complex); ~ Uiterwaardvergraving Meinerswijk (complexiteit van de afvoerverdeling); ~ Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld (er wordt een nieuw splitsingspunt in de rivier gemaakt. Tevens is de modellering van het inlaatwerk complex); ~ Zomerbedverlaging Beneden-IJssel (morfologie is hier een belangrijk aandachtspunt); ~ Hondsbroeksche Pleij (complexiteit van de afvoerverdeling). In algemene zin is er een reservering op programmaniveau aangehouden, indien het totaal van de maatregelen niet in voldoende mate de hydraulische taakstelling weet te realiseren. Natura 2000 De meeste en grootste risico’s op het gebied van Natura 2000 doen zich voor in het IJsselgebied. Bij de twee Zwolse maatregelen is het risicoprofiel inmiddels verkleind door veelvuldig overleg en afstemming met de provincie Overijssel en LNV. Andere maatregelgebieden waar het risicoprofiel hoog is vanwege de (nabije) ligging in een Natura 2000-gebied (habitatgebied of vogelgebied), zijn de Noordwaard, Munnikenland, de Tollewaard en de Huissensche Waarden (privaat initiatief), Bypass Kampen. Natuureffecten worden eerst op een quick-scan achtige wijze in beeld gebracht en gebruikt voor keuzen. Tevens worden op basis van een opgesteld beheersplan de initiatiefnemers tijdig geattendeerd op het risico en faciliteerd bij de beheersing ervan.
5.5 Auditing In de verslagperiode zijn audits uitgevoerd op de Plannen van Aanpak voor de maatregelen Kribverlagingen Boven-Rijn/Waal en Voorster Klei/Cortenoever. Het Plan van Aanpak voor de Kribverlagingen is door de auditor van voldoende niveau bevonden. Voor Voorster Klei/Cortenoever dienen nog bijstellingen te worden aangebracht. Voor de maatregel bij Vianen (uiterwaardvergravingen Honswijkerwaarden, Stuweiland Hagestein, Hagesteinse Uiterwaard en Heerenwaard) en Munnikenland is het Plan van Aanpak in de verslagperiode vastgesteld.
~ 24 ~
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
6 6. De financiën van het programma 6.1 Algemeen 6.2 Programmabudget In de verslagperiode hebben geen budgetmutaties plaatsgevonden. Tabel 6.1 het programmabudget per 31 december 2007
Projectbudget Ruimte voor de Rivier
( mln. incl. BTW)
VGR 10
Wijzigingen
Totaal
Prijs-
(pp 2007)
(pp 2007)
einde 2007 (pp 2007)
indexering
in verslagperiode
PKB-fase Planstudiefase Uitvoeringsfase Programmamanagement Totaal projectbudget (incl. BTW)
39,17 59,70 2.040,80 105,60 2.245,27
-
39,17 59,70 2.040,80 105,60 2.245,27
-
Totaal VGR11 (pp 2007)
39,17 59,70 2.040,80 105,60 2.245,27
Het in de PKB geraamde bedrag en toegekende programmabudget bedraagt € 2,225 miljard (prijspeil 2005). In de vorige verslagperiode is het budget aangepast aan het prijspeil 2007 en opgehoogd naar € 2,245 miljard. De PKB hanteert een bandbreedte van 37%. De bandbreedte betekent dat verwacht wordt dat de daadwerkelijke uitgaven zullen uitkomen tussen € 1,4 miljard en € 3 miljard. Deze oorspronkelijke raming en de actualisatie ervan vinden plaats aan de hand van de vastgestelde PRI-systematiek (Project Ramingen Infrastructuur). Naarmate het project vordert zal de raming scherper worden en moet de bandbreedte navenant minder worden; namelijk 25% bij de variantkeuzebeslissing en 15% bij de projectbeslissing. Om de toereikendheid van het programmabudget ten opzichte van de ramingen en de bandbreedte te beoordelen is gekeken naar de prijsontwikkeling aan de hand van het landelijk kostprijsbestand van Rijkswaterstaat en de vastgoedindex van de Dienst Landelijk Gebied. De conclusie is dat vooral de bouwkosten een autonoom stijgende tendens vertonen en de raming hierdoor nu al een totale stijging laat zien van € 2,225 miljard naar € 2,354 miljard; een stijging van € 129 miljoen. In de figuur op de volgende pagina is de ontwikkeling van kosten per kostencategorie aangegeven en daaruit blijkt genoemde sterke stijging van de bouwkosten. De tabel geeft het grote beslag van de bouwkosten in de raming weer en de tamelijk grote bandbreedte van de bouwkosten in de raming.
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~ 25 ~
Figuur 6.1 ontwikkeling kosten per kostencategorie
Ontwikkeling kosten per kostencategorie
2005 2007
759
800
798
900
700
431 462
500 400
163 173
300
57 57
81 91
100
81 91
131 148
200
221 232
299 304
kosten _
600
0 Bouw
Vastgoed
Engineering
Overige Bijkomende kosten
IPK
Overige(BTW, Pakket techn. Bestuurlijke verschuiving, Onv keuzen ect)
Kosten PKB
kostencategorieën
De bandbreedte per kostencategorie ziet er als volgt uit: Tabel 6.2 Beslag en variatiecoëfficiënt per kostencategorie
Bandbreedte per kostencategorie
Kostencategorie Bouwkosten Vastgoedkosten Engineeringskosten Overige Bijkomende kosten Interne Produkt Kosten Overige (BTW, verschuiving, etc) Pakket techn. onvoorzien Bestuurlijke keuzen Kosten PKB Totaal
~ 26 ~
budget 2005
budget 2007
Aandeel in budget
Bandbreedte
Aandeel in budget
Bandbreedte
34% 13% 4% 6% 4% 19% 7% 10% 3% 100%
44% 25% 30% 30% 44% 35% 46% 46% 0% 37%
34% 13% 4% 6% 4% 19% 7% 10% 3% 100%
36% 25% 30% 30% 33% 35% 46% 46% 0% 34,5%
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
De genoemde prijsstijging van € 129 miljoen wijkt sterk af van de op basis van de IBOI verkregen prijsbijstelling van ‘slechts’ € 26 miljoen die in de vorige verslagperiode is ontvangen en aan het budget is toegevoegd. Door de ramingsaanpassing van € 2,225 miljard naar € 2,354 miljard ontstaat er een spanning tussen raming en budget. Het grootste deel van de spanning wordt veroorzaakt door het verschil tussen de prijsontwikkeling ten opzichte van de IBOI-prijscompensatie. De prijscompensatie via de IBOI zal worden gemonitord zodat kan worden gevolgd in hoeverre deze in de pas blijft lopen met de reële prijsontwikkeling. Grafisch ziet de ontwikkeling van het prijspeil ten opzichte van de IBOI er als volgt uit.
Figuur 6.2
IBOI versus LBK
budget (IBOI) projectraming (LBK)
2.400 2.350 2.300 2.250 2.200 2.150 2005
2007 jaren
Onmiddellijk wordt opgemerkt dat deze spanning van ruim € 100 miljoen door het dreigende risico van stijgende bouwkosten en tegenvallende IBOI-dekking, deels lijkt te kunnen worden opgevangen want uit de variantkeuzebeslissingen (SNIP 2A’s) van de eerste vier maatregelen blijken meevallende vastgoeduitgaven en risico’s. Wanneer in 2008 de projectbeslissingen (SNIP 3’s) hiervan worden genomen ontstaat meer duidelijkheid over de hardheid ervan.
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~ 27 ~
6.3 Uitgaven en aangegeven verplichtingen In tabel 6.3 zijn de uitgaven in de verslagperiode aangegeven. In de verslagperiode is een totaalbedrag van € 55,5 miljoen uitgegeven. Grootste uitgaven betreffen de vastgoedtransacties voor de maatregel Dijkteruglegging Lent van € 18,2 miljoen en voor de aankoop van ruilgronden bij Jannezand (gemeente Werkendam) en Wieringermeer voor in totaal € 16,6 miljoen. Daarnaast is voor € 10 miljoen aan planstudiekosten uitgekeerd aan decentrale initiatiefnemers.
Tabel 6.3: Uitgaven Ruimte voor de Rivier
Uitgaven Ruimte voor de Rivier
PKB fase PKB organisatie Ruimte voor de Rivier Lopende projecten Planstudiefase Boven-Rijn/Waal Benedenrivierengebied Ijssel Pannerdensch Kanaal, Neder-Rijn, Lek Uitvoeringsfase Boven-Rijn/Waal Benedenrivierengebied Ijssel Pannerdensch Kanaal, Neder-Rijn, Lek Opgetreden risico's Vastgoed Compensatie-/Ruilgronden Programmamanagement Programmadirectie Ruimte voor de Rivier Totaal artikel 16.02.02
~ 28 ~
( mln. incl. BTW)
Totaal VGR 10
Uitgaven deze periode
Totaal
39,2 11,6
-
39,2 11,6
1,7 4,5 16,0 0,5
3,6 2,5 4,9 1,1
5,3 7,0 20,9 1,6
0,5 0,2 0,4 0,2 48,5 10,0 -
18,2 17,3 0,3 1,6 2,8
18,7 17,5 0,7 1,8 48,5 10,0 2,8
14,5 147,8
3,2 55,5
17,7 203,3
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
In onderstaande tabel zijn de verplichtingen over de verslagperiode aangegeven.
Tabel 6.4 : Verplichtingen Ruimte voor de Rivier
Verplichtingen Ruimte voor de Rivier
( mln. incl. BTW)
Totaal VGR 10
PKB fase PKB organisatie Ruimte voor de Rivier Lopende projecten Planstudiefase Boven-Rijn/Waal Benedenrivierengebied Ijssel Pannerdensch Kanaal, Neder-Rijn, Lek Uitvoeringsfase Boven-Rijn/Waal Benedenrivierengebied Ijssel Pannerdensch Kanaal, Neder-Rijn, Lek Opgetreden risico's Vastgoed Compensatie-/Ruilgronden Programmamanagement Programmadirectie Ruimte voor de Rivier Totaal artikel 16.02.02
Aangegane verplichtingen deze periode
Totaal
39,2 11,6
-
39,2 11,6
4,1 10,3 19,7 0,8
5,5 2,1 6,6 1,0
9,6 12,4 26,3 1,8
0,4 0,7 8,6 48,5 10,0 -
18,2 16,8 0,2 2,8
18,6 17,5 8,8 48,5 10,0 2,8
23,2 177,1
2,650,6
20,6 227,7
6.4 Kasritme Ruimte voor de Rivier In de tabel op de volgende pagina is het kasritme opgenomen voor Ruimte voor de Rivier. Op basis van deze cijfers worden projecten in het Infrastructuurfonds en MIT/SNIP-projectenboek opgenomen. De geraamde kasuitgaven voor 2007 (€ 81,6 miljoen) zijn inclusief een verhoging van € 15 miljoen die in het kader van de Najaarsnota 2007 is ingediend en gehonoreerd. De kasrealisatie voor 2007 van € 76 miljoen betekent alsnog een doorschuif van € 5,3 miljoen naar latere jaren.
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~ 29 ~
Tabel 6.5: Kasritme Ruimte voor de Rivier
Kasprognose Kasritme Ruimte voor de Rivier
( mln. incl. BTW)
Prijspeil: 2007
t/m 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Later
194,76
285,14 320,08 1.134,86
Totaal
Budget Rijksbegroting IF 16.02.02
127,04
81,60 101,79
2.245,27
Kasritme Ruimte voor de Rivier Projectorganisatie Ruimte voor de Rivier
39,17
-
-
-
-
-
-
39,17
Planstudies
17,31
15,40
16,91
9,37
2,23
-
-
61,21
Uitvoeringsfase
62,70
51,03
76,66
7,86
9,84
9,90
10,08
76,27 103,47
194,76
Programmadirectie Ruimte voor de Rivier Totaal Kasritme Ruimte voor de Rivier
127,04
175,32 272,95 310,09 1.090,54 9,97
9,99
47,97
2.039,28 105,60
285,14 320,08 1.138,51 2.245,27
6.5 Ontvangsten
Het programma kent een ontvangstentaakstelling van € 100 miljoen. Ontvangsten worden vooral verwacht op het gebied van EU-subsidies en uit de verkoop van teveel aangekocht vastgoed. Voor vastgoed zou dat uitkomen op € 10 tot 15 miljoen. De ontvangsten uit EU-subsidies bedragen naar verwachting ca € 15 miljoen. Concrete toezeggingen zijn ontvangen omtrent Overdiepse Polder en Lent voor in totaal € 2,5 miljoen. Het risico is groot dat de taakstelling van € 100 miljoen niet volledig wordt gerealiseerd.
Tabel 6.6: Gerealiseerde ontvangsten Ruimte voor de Rivier ultimo 31 december 2007
Gerealiseerde ontvangsten Ruimte voor de Rivier 31 december 2007
~ 30 ~
Totaal vorige perioden
Deze periode
Totaal
Projectgebonden ontvangsten
-
-
-
EU-subsidie
-
-
-
Overige ontvangsten
-
-
-
Totaal
-
-
-
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
6.6 Monitoring post onvoorzien
Tabel 6.7: Benutting post onvoorzien
Onvoorzien Ruimte voor de Rivier
( mln. incl. BTW)
Prijspeil: 2007
Budget onvoorzien (stand bij PKB deel 4) Ontrekking tot verslagperiode Ontrekking in verslagperiode Restant onvoorzien
Bestuurlijke keuzes
Technisch
Totaal
221,2 48,5 172,7
162,9 2,0 160,9
384,2 50,5 333,7
In deze verslagperiode zijn geen ontwikkelingen te melden.
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~ 31 ~
Correspondentie met het Parlement Een overzicht van de stukken die de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat in de verslagperiode over het programma aan de Tweede en de Eerste Kamer heeft gezonden. ~ Op 16 juli 2007 heeft de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat een lijst van vragen en antwoorden over de 9e voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier aan de Kamer gezonden (TK 30080, nr 28). ~ Op 9 augustus 2007 heeft de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat vragen van de Tweede Kamer beantwoord met betrekking tot de bypass in de IJssel bij Kampen, (TK nummer 2006-2007, nr 2485) ~ Op 14 september 2007 heeft de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat de Kamer doen toekomen de procesevaluatie totstandkoming PKB Ruimte voor de rivier. Dit betreft een bijlage bij de brief van 17 september 2007 ter aanbieding van de procesevaluatie totstandkoming PKB ruimte voor de rivier, 30080, nr 29). ~ Op 4 oktober 2007 zond de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat de 10e Voortgangsrapportage over de eerste helft van 2007 aan de Tweede Kamer, vergezeld van een aanbiedingsbrief met kenmerk TK 30080, nr 30.
~ 32 ~
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
Bijlage 1a: Budgetmutaties PKB-fase en IBOI indexatie PKB-Fase Kasprognose Budgetmutaties en IBOI indexering PKB-fase Mutatie
PKB/TB Geen scopewijzigingen Saldo scopewijzigingen Geen tegenvallers Saldo mee- en tegenvallers Overheveling budget naar projecten in uitvoering Budget uit PKB-overig agv projectbesluit Hondsbroeksche Pleij + Zuiderklip Toevoeging budget Hondbroeksche Pleij agv projectbesluit Hondsbroeksche Pleij Toevoeging budget Zuiderklip agv projectbesluit Zuiderklip Correctie vanwege prijsdruk door ontwikkelingen in de bouw en doelmatig aanbesteden; verdeeld over Hondbroeksche Pleij -1,0, Zuiderklip 0,1; PKB overig -11,5 alle pp 2002) Toevoeging vanuit Noodoverloop EU en projectgebonden ontvangsten Correctie aanbestedingsmeevallers Correctie op afrondingenverschillen Saldo technische mutaties Totaal PKB/lopende projecten IBOI 2002-2006 Totaal
Bedrag pp 2002
Bedrag gecommuniceerd
( mln.)
in Tweede Kamer
Bron: VGR-nr
1.987,0
1.900 (1,9 mrd)
Basis
117,049,5-
117 (pp 2002) -51,5 (pp 2004)
1 4
44,7
46,5 (pp 2004)
4
4,8
5,0 (pp 2004)
4
12,6-
-13,1 (pp 2004)
4
-
191,5 95,8 18,20,4 139,9 2.126,9 105,6 2.232,4
200 100 -19 0,4
(pp (pp (pp (pp
2005) 2005) 2005) 2006)
6 6 6 9
Prijsindexpercentages 2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006
2,75% 1,23% 0,39% 0,66%
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~ 33 ~
Bijlage 1b: Budgetmutaties Planstudie- en Uitvoeringsfase Kasprognose Budgetmutaties ( min. incl. BTW) Mutatie
Bedragen
Bedrag gecommuniceerd
Bron: VGR-nr
in Tweede Kamer
PDR (pp 2006) Geen scopewijzigingen Saldo scopewijzigingen Geen tegenvallers Saldo mee- en tegenvallers Technische mutaties Saldo technische mutaties Totaal IBOI 2002-2006 Saldo prijsindexeringen Totaal (pp 2007)
2.232,4
2.232,4
9 + PKB4
0,4 (pp 2006)
10
105,6 (2006)
10
0,4 0,4 2.232,8 12,4 12,4 2.245,3
Prijsindexpercentages 2006-2007
0,44%
Bijlage 2: Bestuurlijke keuzes Onvoorzien Ruimte voor de Rivier - Bestuurlijke keuzes
( mln. incl BTW)
Prijspeil: 2005
Schadeclaim gemeente Nijmegen Totaal ontrekkingen
~ 34 ~
48,5 48,5
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
Bijlage 3: Vertragingen en planningsmutaties Kasprognose Vertragingen Mijlpaal
Bron: VGR-nr
vertraging
PKB-fase Trechtering alternatieven
2
6 maanden
FinanciĂŤle dekking
5
6 maanden
Vaststelling PKB Planstudiefase Geen vertragingen Realisatiefase n.v.t.
9
3 maanden
oorzaak
Verzamelen van benodigde basisinformatie om te komen van 600 maatregelen tot 5 MER-alternatieven. Zoeken naar aanvullende financiĂŤle middelen. Intensieve parlementaire behandelingen.
Kasprognose Planningsmutaties Mijlpaal
Datum Projectbesluit Uiterwaardvergraving Keizersen Stobbenwaarden en Olsterwaarden Datum Projectbesluit Dijkteruglegging Lent
was
wordt
01-07-2007
01-01-2009
01-07-2007
01-07-2008
oorzaak
De datum 01-07-2007 was gebaseerd op de vroegere status van de maatregel als NURG-project en daarmee niet realistisch. Procesgang stilgelegd tijdens de parlementaire behandeling van de PKB.
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007
~ 35 ~
Bijlage 4: Overzicht van projecten uit het NURG-programma Project
Riviertraject
Minimale bijdrage aan de PKB-taakstelling (in cm)
~ 36 ~
Uiterwaardvergraving Rijnwaardense uiterwaarden natuur Uiterwaardvergraving Millingerwaard natuur Uiterwaardvergraving Bemmelse waarden natuur Uiterwaardvergraving Afferdensche- en Deestsche waarden natuur Natuurontwikkelingsproject Noordwaard
Boven-Rijn Waal Waal Waal Benedenrivierengebied
11 6 5 6 17
Uiterwaardvergraving Renkumse Benedenwaard en Wageninger benedenwaard natuur en veerstoep Lexkesveer Uiterwaardvergraving Welsumerwaarden en Fortmonderwaarden natuur
Neder-Rijn
18
IJssel
6-8
11e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier 1 juli 2007 - 31 december 2007