
17 minute read
BIOGRAFIE MILA ‘POLLINATOR’ JANSEN
from High Life 18-05
by SoftSecrets




Tekst: Rob Tuinstra
“Ik heb er elf jaar aan besteed en ik ben blij dat het er is,” aldus Mila over haar autobiografie ‘How I Became The Hash Queen’. Op een hete zomerdag werd het kloeke boek (iets meer dan 500 pagina’s) in het Hash Marihuana & Hemp Museum in Amsterdam gepresenteerd. Velen namen de kans waar om een gesigneerd exemplaar te bemachtigen, waaronder Highlife natuurlijk ook.

MILA
Extra gepast was dat de presentatie van Mila’s boek plaatsvond tijden een tentoonstelling, We are Mary Jane: Women of Cannabis, waarin de rol van vrouwen in de cannabiswereld aandacht krijgt. En Mila Jansen is zonder twijfel het beste Nederlandse voorbeeld daarvan! Want Mila loopt al jaren mee en heeft met opzienbarende uitvindingen als de Ice-OLator, Pollinator en Bubbleator haar plek in de Cannabis Hall of Fame meer dan verdiend.
MEESLEPEND LEVENSVERHAAL
How I became the Hash Queen is het mee slepende levensverhaal van een van de zeldzame vrouwelijke iconen uit de internationale cannabisindustrie. Een persoonlijk relaas dat je meeneemt van de jaren zestig in Amsterdam naar de Himalaya, en naar de ontluikende legale wietscene in de VS. Als moeder, ondernemer, reiziger, vrouw en spiritueel beoefenaar, is Mila grote uitdagingen aangegaan en is ze begonnen aan onvoorstelbare avonturen. Haar autobiografie is op veel manieren intrigerend en inspirerend.
HASJ HOUDT ME GEZOND
Mila Jansen is een pionier in de cannabisindustrie, een wereld die van oudsher door mannen wordt gedomineerd. In de jaren zestig begon ze een theehuis in Amsterdam: de voorloper van de nu beroemde coffeeshops en de place to be voor de hippe underground scene. Sinds de jaren 1990 runt ze haar eigen bedrijf in gespecialiseerde apparatuur voor het maken van hasj: een revolutionair ontwerp waarmee ze eeuwenoude productiemethoden voor hasj permanent veranderde en de toekomst van de industrie bepaalde. Mila is onlangs uitgeroepen tot een van de 100 meest invloedrijke mensen in de wereld van cannabis. Een uitspraak van Mila: “Hasj houdt me geestelijk en lichamelijk gezond in alle gekte die het leven met zich meebrengt.”
1968 Via Afghanistan en Pakistan naar India
In haar geweldige biografie How I Became the Hash Queen vertelt Mila over haar reis van Amsterdam naar India, via Afghanistan en Pakistan. Met 600 dollar en 300 gulden op zak vertrekt ze met drie vrienden en haar dochter Miloes in een Volkswagen busje uit Amsterdam. Het is 1968.
Via Parijs en Italië gaat het richting het oosten. De VW bus moet dan omrijden want het gerucht gaat dat bij de grens van Albanië elke langharige hippie zijn haren kwijtraakt. Dit gerucht is waar, zoals ik onlangs zelf in een museum in Tirana zag. In Thessaloniki in Griekenland gaan Mila en haat vrienden verder per trein naar Istanbul. Vervolgens met de boot naar Trabzon waarna ze bij de Iraanse grens komen. Daarna reizen ze door naar Teheran en dan gaat het in een bus richting de Afghaanse grens. Lees mee met Mila’s avonturen hieronder in vertaalde fragmenten uit haar fascinerende biografie.
‘HUBBLY BUBBLY’
Mila: ‘Eindelijk arriveren we bij een aantal gebouwen van de douane en een paar theehuizen. Er is geen elektriciteit, er zijn alleen wat kleine kerosinelampen. Verder is alles pikdonker. Het plein waar we zijn is verlaten en je ziet geen vrouwen. De douanebeambten zijn allemaal bewapend. Net als iedereen in de theehuizen. We zijn de enige mensen zonder wapens hier. Elk theehuis heeft een centraal punt: de kookpotten en de ‘hubbly bubbly’, de grote Afghaanse waterpijp. We zitten al snel op een matras voor een van de theehuizen, met vers brood, bonen, en een heerlijk rokertje. Het theehuis waarvoor we zitten wordt meteen de



plek waar iedereen wil zijn, en al snel komt zelfs het douanepersoneel naar ons om ons hasj te geven voor onze waterpijp. Nadat ze ons uitleggen hoe we die pijp het beste kunnen gebruiken, laten ze ons weer alleen. Ik ben erg gelukkig om hier midden in Azië lekker te blowen. En als één van de douaniers een volgende pijp volstopt met hasj, zegt hij: Welkom in Afghanistan. Het is 14 september 1968.’
HINDU KUSH
In Afghanistan aangekomen gaat de reis verder naar Herat, waar Mila en haar vrienden vele ‘hubbly bubbly’s’ delen met de lokale bevolking. De landroute naar Kabul via Mazar-e-Sharif is afgesloten, dus besluiten ze te vliegen. Een ticket kost 25 dollar. Mila: ‘Een klein vliegtuig met vier propellers wacht op ons. Aan alle kanten van het toestel is technisch personeel aan het werk. Er werd hard gewerkt aan de machines. Ze probeer den alle vier propellers aan het werk te krijgen, maar dat lukte niet erg. Maar na anderhalf uur deden ze het allemaal en we moesten naar het toestel rennen, zodat het kon opstijgen zolang alle propellers het nog deden. Later vlogen we over de Hindu Kush.’
MAZAR-E-SHARIF
In Marar-e-Sharif bezoekt Mila de bazaar: ‘Jongens kwamen op ons af met valken of haviken op hun met lappen bedekte handen en vroegen of we de jachtvogels wilden kopen. De meeste mannen droegen geweren of andere wapens. Zelfs mannen zonder wapen hadden munitieriemen over hun schouders hangen, soms zelfs over beide schouders. De paar vrouwen die we zagen droegen indigo blauwe chadors. Er was lokale groente te koop, veel heerlijk gedroogd fruit en de yoghurt was dik en romig.’
RAMADAN
Mila: ‘In de middag hadden we wat prachtige smakelijke donkere hasj gehad, de beste sinds we aan onze reis begonnen, dus toen we later naar een restaurant gingen voelden we ons fantastisch. We deden onze schoenen uit, wasten onze handen en gingen zitten totdat er eten werd geserveerd. Er was heerlijke kebab en lamsstoofpot met gedroogd fruit, pilau rijst, brood en gebakken aubergine met yoghurt en mint. Vreemd genoeg at niemand anders in het restaurant. Maar ons eten rook fantastisch, dus aarzelden we niet en vielen we aan met veel trek. Na ongeveer 10 minuten, zonder aanwijsbare reden, barstte het restaurant plotseling los in activiteit. Alle andere gasten riepen nu om de obers en bestelden voedsel. Ik keek naar Bunny en zei: “Wat is er nu aan de hand?” Hij sloeg zichzelf op zijn voorhoofd: “Oh shit. Het is Ramadan. Helemaal niet aan gedacht.”’
ZOETE HASJ
Mila: ‘We waren dus met eten begonnen voor zonsondergang tijdens Ramadan. Maar niemand van de andere 40 of 50 gasten keek ons daarop aan. Ze wilden ons niet eens laten betalen voor onze maaltijd. Nadat iedereen had gegeten werden musici geroepen en kwamen de hubbly bubbly’s tevoorschijn. Er kwam thee en niemand behandelde mij, een jonge vrouw met een klein dochtertje, zonder respect. Het enige dat hen verdriette was dat wij niet van de landen van Alexander de Grote of Adolf Hitler kwamen, hun twee grote helden uit het Westen. We rookten hun zoete hasj van hun groene velden en probeerden hen te vertellen over onze groene velden uit ons eigen land. We probeerden ook de zee te beschrijven, maar hoe doe je dat bij mensen die in een woestijn wonen. Op een of andere manier kwam plotseling het onderwerp ruimtereizen aan bod. Al deze mannen waren er van overtuigd dat alle raketten naar de man vanaf Kabul moesten zijn opgestegen, dat was het centrum van hun wereld. We werden door een van hen uitgenodigd om op zijn boerderij te komen. Wat een land! Wat een mensen!’
ANGSTIGE VLUCHT
Na het bezoek aan de boerderij koopt het gezelschap vijgen op de markt. Miloes en Bunny vinden ze niet lekker, Mila eet ze allemaal. De volgende dag staat een volgende vlucht gepland, nu naar de hoofdstad Kaboel. Mila: ‘Deze keer duurde het maar een uur voor alle propellers het deden. We kenden de routine inmiddels, dus toen ze het allemaal deden waren we snel aan boord. We stegen op, alles ging goed. Totdat twee van de propellers uitvielen. Alle passagiers grepen
hun gebedskettingen en begonnen the bidden, sommigen zachtjes, anderen luid. Een man ging in het gangpad liggen en bedekte zijn hoofd met zijn tulband. De steward sprak geen Engels dus hadden we geen idee wat er aan de hand was. Omdat iedereen aan het bidden was vertelde niemand ons dat we in een soort glijvlucht vanaf een heel hoog punt naar Kabul daalden. De wind zorgde voor veel turbulentie en dat maakte ons heel erg
h ded op,a prop

We leave in the van, of to India. Bunny, Howard and Lee (1968)


The Khyber Pass between Afghanistan and Pakistan (1968)
z f g b geite

angstig. We waren erg blij toen we veertig minuten later veilig landden.’
KHYBER PASS
Die avond wordt Mila ziek. Het zijn waarschijnlijk de vijgen die ze at, die zijn gewassen in het rioolwater naast de bazaar. Misselijk, diarree, ze valt zelfs flauw in een smerig toilet. Er wordt een Russische arts bijgehaald en hij stelt de diagnose dysenterie. Na vier dagen is Mila weer opgekranpt. Het is tijd voor het volgende deel van de reis. Op naar de legendarische Khyber Pass, die Afghanistan met Pakistan verbindt. Mila: ‘Onderweg naar de Khyber Pass zag je weinig gewassen op het land, alleen wat groente
rond boerderijen. Verder leek alleen cannabis te groeien. Na een paar uur begon de bus eindelijk echt steil omhoog te gaan. Het landschap werd echt desolaat. We zagen prachtige turquoise blauwe meren, als parels tussen de bergen in het zonlicht. De boerderijen die we nu nog tegenkwamen
zagen er meer uit als forten. Ze hadden grote, dikke buitenmuren, vaak zelfs met een kanon boven de toegangspoort. De kanonnen zagen er antiek uit, alsof ze uit de zeventiende eeuw kwamen. Er werd meer cannabis geteeld hier hoger in de bergen. Soms zagen we kuddes geiten en schapen.’
DRIE KILO HASJ
Mila:’Eindelijk bereikten we de Khyber Pass. Het was koud en nat. Er waren ongeveer 20 tot 30 plekken om te eten of thee te drinken. Er waren veel vrachtwagens en een paar bussen, maar ik zag geen andere reizigers. Al het stof en de regen en de modder was in een moddertapijt verandert. Daarom droeg ik Miloes hier. De enige handel was de handel in hasj. Er waren veel trucks uit Pakistan en India, en die hadden echt niet alleen gedroogd fruit bij zich. In die tijd kon je gewoon naar regeringswinkels in India gaan en daar kon je hasj, slechte wiet, slechte drank en opium kopen. Het was echt open handel. Al snel konden we drie kilo geweldige Afghaanse hasj kopen. We kregen zelfs een kilo gratis. Baksheesh. We kochten het voor 20 dollar per kilo.’
AK 47’S
Mila: ‘Bij een theehuis bestelden we toen thee en wat eten. Om een zitplaats te vinden, moest ik wat AK 47’s opzij schuiven. Het is vreemd dat je zo snel gewend bent aan al die wapens om je heen, en zelfs vreemder als je je bedenkt dat ik me nooit geïntimideerd of bedreigd voelde door al die wapens om me heen. Of bij al die ruige en bewapende mannen om me heen. Ik heb nooit een wapen in woede zien gebruiken.’
DE GRENS OVER
Mila: ‘Nadat we maanden door de woestijn hadden gereisd, moest ik wennen aan de kou. We waren nu onderweg naar Peshawar in Pakistan. Miloes en ik waren met zes andere reizigers, en we moesten een plan bedenken om onze hasj de grens over te krijgen, want we hadden allemaal flink wat kilo’s gescoord. Hoe kregen we dat allemaal de grens over? Het plan was dat ik voorin de bus zou zitten met
Het plan was dat ik voorin de bus zou zitten met Milous, en dat alle hasj in mijn tas zou zitten. Twaalf kilo!
Milous, en dat alle hasj in mijn tas zou zitten. Twaalf kilo! Daarbovenop had ik wat kleren en spullen voor Miloes. De rest van onze groep bleef achterin de bus zitten. Een paar uur later kwamen we bij de grens. Onze eerste stop was bij de Afghaanse douane, maar omdat we het land verlieten kregen we alleen een stempel en werden we doorgewuifd.’
PAKISTAN
Mila: ‘Het landschap veranderde meteen. Alles was groen en het was heet! Bij Landl Kotil, de Pakistaanse grenspost, waren Miloes en ik als eersten uit de bus. We werden door een douanier begeleidt naar een tafel waar de leidinggevende zat. We gaven elkaar een hand en hij vroeg hoe onze reis was geweest. Hij bestelde thee voor ons en ik zette mijn tas op de grond. De thee kwam met biscuits en we keuvelden erop los terwijl de rest van de bus en de passagiers werden onderzocht. Alleen de tassen van de andere reizigers uit mijn groep werden onderzocht. Uiteraard werd daar geen hasj gevonden. Een uur later mochten we weer in de bus. De man van de douane droeg zelfs mijn zware tas weer de bus in. Hij was zo vriendelijk! Ik dankt hem voor de thee voor Miloes en mijzelf en we reisden verder.’
How I Became the Hash Queen
Mila Jansen
Te bestellen via www.pollinator.nl
info@pollinator.nl
DABBEN IN
KOSOVO
Vijf landen in vier weken; dat klinkt als een redelijke uitdaging. Maar Amerikaanse toeristen doen dat soms in een week, dus hup daar gaan we. Van Bulgarije via Macedonië en Kosovo naar Albanië, en dan met de boot naar Corfu in Griekenland.
Tekst: Rob Tuinstra
In de Bulgaarse hoofdstad Sofia was ik eerder geweest, maar voor een paar tientjes is het een goedkope vliegbestemming. De stad is levendig en spotgoedkoop. Toch, tijd voor een nieuwe uitdaging, dus op naar Skopje, de hoofdstad van Macedonië, dat eigenlijk de Former Yuguslav Republic Of Macedonia (FYROM) heet. Mogelijk gaat het Noord-Macedonië heten, want Griekenland en Macedonië kunnen het moeilijk eens worden. Wat opvalt in Skopje is dat de vorige rechtse regering met standbeelden heeft gestrooid. Met een tientallen meters hoge Alexander de Grote lijken ze de Grieken duidelijk te willen maken: hij is van ons.
Thuiskweken
Kosovo is één van de nieuwste landen in Europa, maar sinds het zich na een bloedige strijd heeft afgesplitst van Servië wordt het niet erkend door onder andere Servië, Rusland en China. Er wordt nu gepraat tussen de aartsvijanden Servië en Kosovo, maar gezien mijn ervaringen ben ik daar niet optimistisch over. Je spreekt met locals en alles is koek en ei. Maar zodra het over Servië gaat slaat meteen de vlam in de pan. Zo ook bij Etnik, wiens vader in het Kosovo Liberation Army vocht. Gelukkig vinden we een beter onderwerp over cannabis, want hij is een groot liefhebber. En opvallend goed geïnformeerd. De dab-revolutie is niet aan hem voorbijgegaan. Thuiskweken komt veelvuldig voor in Kosovo, zegt hij. En anders is daar Albanië, met een knipoog. Prizren is een onontdekte parel van de Balkan; het is een prachtige stad.
Albanië
Next stop: Tirana. In een museum kom ik er echter dat de legende dat langharige hippies aan de grens met Albanië geknipt werden waar is. In het museum in een voormalige ondergrondse bunker hebben ze zelfs een toen gebruikte kappersstoel staan. Dus had Mila groot gelijk (zie hiernaast) toen zij en haar vrienden Albanië indertijd vermeden. Het centrum van Tirana is aangenaam, met leuke terrasjes en goedkoop eten. Het is wel snikheet, 35 graden. Ik snak naar een verkoelende duik in de Middellandse Zee, dus reis ik verder naar Sarandë. Links en rechts word ik daar door jonge entrepeneurs gevraagd of ik wat wil roken. En of ik dan het liefst in euro’s wil betalen. Mijn eerste joint op deze reis smaakt uitstekend; vreemd genoeg kwam het er in Kosovo niet van. Na vijf dagen in de hoofdstad van de Albanese Rivièra is het tijd voor het Griekse Corfu. En daarna weer naar huis. Op naar de volgende trip.
Sofia


Prizren Tirana
Sarande


NOT ONLY A REALLY REALLY REALLY GOOD TRIP
Amsterdam heeft er een geweldige nieuwe attractie bij: Hunt the Hunter’s. Bezoek alle vestigingen van Hunter’s en maak van je reis naar Amsterdam een onvergetelijke trip. Iedere Hunter’s heeft een eigen sfeer en specialiteit. Je vindt maar liefst tien vestigingen in en rondom Amsterdam. Van de beroemde Warmoesstraat in het centrum tot makkelijk bereikbaar aan de snelweg in Amsterdam Noord. Er is zelfs een Hunter’s Coffeeshop in Haarlem en een vestiging bij het strand van Zandvoort. Dus maak je bezoek aan Amsterdam compleet en bezoek alle Hunter’s, of zoals ze het zelf zeggen: HUNT THEM ALL.


A STONERS THROW AWAY In het Nederlands kennen we het spreekwoord, waar rook is, is vuur. Maar in Amsterdam geldt: waar rook is, is een Hunter’s. Je vindt de coffeeshops en smoker friendly bars van Hunter’s werkelijk overal. Wie met de trein aankomt op Amsterdam Centraal hoeft zijn neus maar te volgen en vindt de eerste Hunter’s al op een steenworp afstand. Hier in de wereldberoemde Red Light District vind je aan de historische Warmoesstraat Hunter’s Bar. Een mooier begin van je trip door Amsterdam is er niet. Hunter’s Bar is namelijk smoker friendly en heeft alles in huis om je hunt the Hunter’s tour relaxt te beginnen.
HUNT THE NEW HUNTER’S Vlakbij de Warmoesstraat vind je twee nieuwe vestigingen van Hunter’s aan de Oudezijds Voorburgwal. Niet alleen handig omdat je zo tegelijk twee Hunter’s kunt afstrepen van je lijst, maar ook omdat Hunter’s hier twee dingen combineert die je als toerist in Amsterdam niet wilt missen: een coffeeshop en een smokers friendly bar. Dit maakt van de Oudezijds Voorburgwal een plek waar je kunt genieten van muziek, drankjes en mensen die net zo relaxt in het leven staan als jij. En dat allemaal nog steeds op loopafstand. Zoals Hunter’s Bar aan de Utrechtse straat, om de hoek bij het Rembrandtplein.
HUNT THE SPORTS BAR Als sportliefhebber moet deze Hunter’s zeker op je lijstje staan: de grootste smoker friendly sport bar ter wereld. Hier aan de Reguliersdwarsstraat kun je als sportliefhebber terecht om te sport te kijken, om sport te beleven en om de stimulerende sfeer te inhaleren. De sport bar biedt verschillende sporten op verschillende schermen. Daarnaast kun je er zelf ook een relaxt potje poolen op één van de pooltafels. Als je dan toch zo sportief bezig bent, waag dan ook de sprong naar Amsterdam-Noord. Hier vind je verschillende vestigingen van Hunter’s. Wel iets verder buiten het centrum en buiten de gebaande paden.
HUNT ON A HIGH WAY Na zoveel bezoeken aan de coffeeshops en smoker friendly bars van Hunter’s zijn er vast al mensen die high in the sky op weg zijn naar huis. Maar de echte avonturiers en volhouders pakken de high way en vervolgen de Hunt naar Haarlem. Voor een toerist vanuit hartje Amsterdam is het een flinke trip, maar met Hunter’s in Haarlem is het einde van de tour langs alle vestigingen in zicht. Het is namelijk de laatste stop op weg naar de ultieme beloning, een van de meest bijzondere vestigingen van Hunter’s in Zandvoort. Ook wel Amsterdam Beach genoemd. Hier kun je genieten van de heerlijke, relaxte zeelucht en kun je bijkomen van je geweldige trip langs alle Hunter’s.
HUNTER’S IS NOT FOR PUSSIES Het verhaal van Hunter’s is begonnen in 1985 in de bekende Warmoesstraat. Hier op deze beroemde plek bij de Amsterdamse Wallen, te midden van alle pussycats, markeerde een hond genaamd Hunter’s zijn territorium met een welgemikte plas tegen de gevel. De eigenaar van de hond besloot dat dit een goede plek was en de eerste Hunter’s Coffeeshop was geboren. Inmiddels is het territorium van Hunter’s uitgebreid en vind je het beroemde logo met de hond dus overal in Amsterdam, Haarlem en Zandvoort.
Wil je meer weten over Hunter’s? Kijk dan op www.hunters-coffeeshop.com of volg Hunter’s op Facebook.