6 minute read

Alleskunner Michiel Wallrave

Next Article
Grabbelton

Grabbelton

Door: Peter van Sparrentak

Michiel Walrave uit Rotterdam is illustrator, ontwerper en zanger in de punkband The Real Danger. Hij maakt illustraties voor posters, T-shirts en merchandise van internationale punk/ hardcorebands. Daarnaast ontwerpt hij skate- en snowboards.

Zelf komt hij ook uit de skateboardscene. “Daar ben ik eind jaren tachtig mee bezig gegaan. In die scene kwam eigenlijk alles bij elkaar wat ik wilde doen: skaten, in een band spelen en ontwerpen. Via skateboardvideo’s ontdekte ik bepaalde punkbands en dat kunstenaars de boards ontwierpen. Zo ben ik een grote fan van de Amerikaanse ontwerper Jim Phillips, van wie ik een aantal boards heb verzameld. Ik heb ook enkele tatoeages van zijn ontwerpen. Omdat ik van mijn eigen band het artwork doe en mensen dat zagen, ben ik gevraagd om dingen voor anderen te doen, zoals T-shirts, stickers, logo’s of een platenhoes. Er is geen band waar ik vast dingen voor doe, maar soms komen ze vaker bij me terug. Het zijn kleine punk- en hardcorebands over de hele wereld.” teboardaren

n. Via k bekunsteZo ben kaanse wie ik meld. Ik an zijn doet. He Yours de tie gevo damse “Ik maa zie ik vormge lustrato de mee

Ik ben beïnvloed door punkplatenhoezen uit de jaren tachtig en begin jaren negentig.

Do It Yourself

“Ik maak bijvoorbeeld een yer voor een Amerikaanse band die in Amsterdam speelt. Die geeft me daarna de opdracht om een T-shirt te maken. Ik stuur het ontwerp van dat shirt via internet op en dat komt in Amerika terecht. Een andere Amerikaanse band ziet dat en vraagt mij om een T-shirt of platenhoes te ontwerpen. Binnen de punkscene is het heel erg één op één: iedereen kent iemand die iets doet. Het is DIY, het Do It

Yourself-principe.”

Michiel tekende als kind op school al graag en heeft de richting illustratie gevolgd op de Rotterdamse kunstacademie. “Ik maak posters en toch zie ik mezelf niet als vormgever, maar als illustrator. Het beeld en de meeste letters teken ik zelf, foto’s gebruik ik alleen als inspiratie.” Naast zijn solowerk is hij lid van het Rotterdamse kunstenaarscollectief KAMP HORST. Dat bestaat uit ex-leden van het collectief Antistrot,

dat een paar jaar terug een echte cultstatus had bereikt, met exposities tot in New York, Berlijn en Tokio toe. Zij maken samen grote schilderingen op exposities. “We doen eigenlijk nog steeds hetzelfde, maar pro leren ons nu minder. Die grote schilderingen maken we met kwasten en frescolithe, een standbouwverf op waterbasis. De outlines doen we met inkt. Schilderen doe ik alleen binnen dat collectief.”

Griezelfiguren

Wie zijn ontwerpen bekijkt, valt meteen op dat het altijd om griezel guren, doodskoppen, roofdieren of horrorscènes gaat. Michiel: “Ik ben beïnvloed door punkplatenhoezen uit de jaren tachtig en begin jaren negentig. En die stijl is zo’n beetje waar skaters, punkers en hardcorebands van houden. Bands kijken vaak bij elkaar wat voor merchandise ze hebben. Verder haal ik inspiratie uit oude skateboards en daar staan vaak doodskoppen, slangen of tijgers op.” Hij maakt ook concertposters van hardcorebands voor popzalen. Eerder werkte hij voor 013, het Patronaat en de Melkweg. Nu doet hij dat voor enkele kleine podia, zoals ACU in Utrecht en Winston in Amsterdam. Zodoende maakte hij af ches voor grote namen als Pennywise, Sham 69 en Bad Religion. Bands waarbij hij soms zelf als support act speelde. “Er zijn niet zo veel Nederlandse punkbands, dus als een buitenlandse band hier optreedt, krijgen wij regelmatig de kans om in het voorprogramma te spelen,” vertelt hij.

Door eigen optredens, zijn concertaf ches en internet is hij als ontwerper binnen de internationale punkscene be-

kender geworden. Het werkt soms voor bands, die binnen die scene populair zijn. Michiel: “Ik heb in 2005 ontwerpen gemaakt voor de Amerikaanse band Mental. Bijna niemand kent die band nu nog, maar toen waren die heel populair. Daarop vroegen veel bandjes mij om voor hen iets in dezelfde stijl te maken.”

Snowboards

Naast artwork voor punkbands ontwerpt hij skate- en snowboards. Michiel: “Ik heb nu acht skateboards gemaakt, waarvan enkele als merchandise van onze band. Die kopen mensen om mee te skaten of om ze aan de muur te hangen. Deze zijn in kleine oplagen gemaakt.” Als tekenaar werkt hij voor het internationale snowboardmerk Lobster. Net als vorig jaar bedenkt hij zeven nieuwe boards voor het nieuwe seizoen. “Ik maak ontwerpen voor twee IJslandse snowboard professionals, die voor dat merk sporten. Voor een groot deel ben ik daarin uitvoerder van hun ideeën.” Die ideeën zijn net zo horror als zijn eigen werk.

“Een ontwerp voor een snowboard is anders dan voor een skateboard,” vertelt hij. “Bij skateboards gaat het vaak om één afbeelding, bijvoorbeeld een monster. Snowboards zijn breed en lang, 1 meter 60. Daarvoor willen ze heel gedetailleerde dingen, bijvoorbeeld een stad met een riool, waaruit een rat kruipt en een wolkenkrabber die in de k staat. Een heel verhaal dus. Aan de onderkant van het board staat altijd groot het logo van het merk. Bedenk dat die jongens in de sneeuw aankomen, waar alles om hen heen wit is en fotografen van alle kanten foto’s nemen. Bij skateboarders werkt dat niet, omdat zij de boards heel snel over de kop ippen: je ziet bijna niet wat er gebeurt.”

Slijten

Veel skateboards worden niet meer zoals vroeger direct op het hout gezeefdrukt. Tegenwoordig wordt de afbeelding meestal via plastic transfervellen met een hittetechniek op het board gezet. “De opdruk kan gezeefdrukt zijn of zelfs full color zijn gedrukt. Als een board na een tijdje gaat slijten, geeft dat een verschil. Bij rechtstreeks gezeefdrukte boards gaat de inkt dan in het hout zitten, bij boards die via een plastic folie zijn bedrukt gaat de inkt er juist van af. De manier waarop ik het artwork maak, blijft hetzelfde. Een ontwerp

begint altijd met een zwart-wit lijntekening met potlood en daarna met neliner en stiften. Die bewerk ik met de computer, waarbij ik de kleurlagen aanbreng. Dan stuur ik de bestanden via internet door.”

Pulpstrips

De stijl van zijn tekeningen grijpt terug naar oude horror- en science ction pulpstrips, tot aan de jaren vijftig toe. Er zijn meer tekenaars voor wie de inspiratiebronnen zo ver terug gaan. Michiel laat me als voorbeeld enkele oude Shock-strips zien uit de jaren zeventig. Stripboekjes

die goedkoop werden gemaakt, enkel in zwart-wit. “De tekenaar moest het binnen die beperking zo mooi mogelijk maken. Ik moet de sfeer ook proberen op te roepen met vaak alleen zwart-witlijnen. De

Bij skateboards gaat het vaak om één af- beelding, bijvoorbeeld een monster. Snow- boards zijn breed en lang, 1 meter 60. Daar kan een heel verhaal op.

ontwerpen voor T-shirts die ik maak, zijn meestal in één kleur, soms in twee kleuren. In strips van vroeger zie je verder, dat het allemaal nog een beetje edgy was. Tegenwoordig bestaat alles. We kunnen met elkaar praten via de computer terwijl we elkaar zien. Vroeger zag je dat alleen in Buck Rogers. Of dat je een persoon als een hologram zag in Star Wars, dat bestaat nu echt. Dat zie je terug in de illustraties van toen. Ze wisten nog niet hoe het allemaal zou gaan worden en verzonnen het dan zelf maar. Die knulligheid heeft zijn charme, maar ook dat het echt een beetje eng was.”

This article is from: