
7 minute read
Ondertussen in Terneuzen
from High Life NL 12-06
by SoftSecrets
Ondertussen in Terneuzen Blower gaat ondergronds
Door: Michiel Panhuysen
Sinds de invoering van de wietpas zijn alle ogen gericht op Maastricht. Sluiten de coffeeshops hun poorten of houdt het coffeeshop-systeem stand? Wat doen de blowers? Wat doen de ‘scooter-boys’? Maar Zuid-Nederland is groter dan Maastricht. In Terneuzen, een paar jaar geleden nog een grote trekpleister voor blowers uit Frankrijk en België, is het sinds 1 mei aan de oppervlakte rustig. En de minderjarige blower komt er makkelijker dan ooit tevoren aan zijn wiet.
In 2006 en 2007 nog stroomden dagelijks duizenden Belgische en Franse blowers naar Terneuzen, om daar in coffeeshops Checkpoint en Miami hasj en wiet in te kopen. Tot ver ten zuiden van Parijs was met name ‘le Check à Terneu’ een begrip voor ‘kif’, vanwege de kwaliteit en de sfeer. De zaak had voor velen iets mythisch. In
de hoogtijdagen verkochten alleen al medewerkers van Checkpoint dagelijks meer dan 10 kilo aan 3000 klanten. Zeven dagen per week. Een miljoen klanten per jaar. Het was er vaak zó druk dat klanten die iets wilden kopen eerst een nummertje uit een automaat moesten trekken om daarna een paar uren te wachten op hun beurt. Schuin tegenover Checkpoint lag coffeeshop Miami. Die shop trok aanzienlijk minder bezoekers dan Checkpoint, maar ook daar stond regelmatig een rij wachtende klanten tot ver buiten de voordeur. Terneuzen was het epicentrum voor de blower tussen Toulouse en Rotterdam.
Grootschalig
Das war einmal. De toeloop van zoveel mensen veroorzaakte parkeerproblemen in de binnenstad. Regelmatig verstopten de toegangswegen van de stad vanuit het zuiden, enkele opgefokte Franse drugstoeristen veroorzaakten een dodelijk verkeersongeluk. Daarbij begon justitie zich af te vragen in hoeverre de situatie in Terneuzen nog overeenkwam met de grondgedachte van het gedogen van coffeeshops in ons land. Het was allemaal wel erg grootschalig geworden daar in Terneuzen, was het idee. En dat moest wel gepaard gaan met een vorm van criminele organisatie aan de achterdeur, zo redeneerde het Openbaar Ministerie.
De twijfels van justitie mondden uit in twee politie-invallen bij Checkpoint in 2007 en 2008, en uiteindelijk de sluiting van
de shop, die door velen als grootste coffeeshop van Nederland werd gezien. Het was de ondergang van een fenomeen. Ook Miami moest het rustiger aan gaan doen. Justitie wilde de buitenlanders uit de coffeeshop weren en Miami mocht nog maar maximaal twee gram per klant verkopen, een hoeveelheid waarvoor je niet helemaal uit Parijs komt rijden. De laatste jaren nam ook het aantal klanten van Miami daardoor ink af.
Mei 2012
Het is inmiddels mei 2012. Uit Maastricht en Venlo komen wildwest verhalen over jongens op scooters die de verkoop van wiet aan de buitenlanders hebben overgenomen. De coffeeshops ogen leeg of zelfs gesloten. Met de aanmelding van lidmaatschappen bij de besloten clubs, die de coffeeshops in de zuidelijke provincies inmiddels zouden moeten zijn geworden, wil het niet echt vlotten. De coffeeshopbezoeker weigert zich te laten registreren. Er is vooral veel onzekerheid over de toekomst, zowel bij de blowers als de coffeeshops. Terneuzen. Het is een donderdagnamiddag in coffeeshop Miami. Boven op de dijk spoeden mensen in hun auto van hun werk naar huis. Binnen in Miami is het rustig, onwerkelijk stil. Enkele medewerkers checken hun facebookpagina op hun laptop, een klusjesman voert in een hoek een kleine verbouwing uit. Aan de tafel zit een klant. Eén klant, die niet blowt en geen consumptie nuttigt, maar wat wezenloos voor zich uitkijkt. Een deel van het montuur van zijn bril ontbreekt...
Grafsfeer
Na een half uur komt er een nieuwe klant binnen. Als ze wordt uitgenodigd om aan te schuiven bij het kleine gezelschap van medewerkers aan tafel voor een bakje kof e geeft ze aan daarvoor geen geld te hebben. Er hangt een sfeer die romantici met genoegen als een grafsfeer zouden omschrijven. Miami heeft inmiddels 150 ingeschreven leden. ‘Het loopt niet echt storm met aanmeldingen’, zegt een medewerker. ‘Mensen hebben er niet zo’n zin in om zich te laten registreren.’ Ook het feit dat ze eerst naar de gemeente moeten voor een uittreksel uit het bevolkingsregister valt niet in goede aarde. Het probleem is niet eens zozeer dat ze bij de gemeente aan moeten geven waarvoor ze het uittreksel nodig hebben. Dat is met een creatief antwoord wel te omzeilen. Het werkelijke probleem lijkt meer ‘het gedoe’. Alle opgelegde beperkingen aan de coffeeshops beginnen langzamerhand weerstand op te roepen bij blowers. Ze lijken iets te hebben van ‘als het zo moet dan zoeken we wel een andere manier om aan wiet te komen.’ De medewerker vreest voor zijn baan. ‘Kijk zelf maar. We staan hier nu met zijn drieën. Dat was tot voor kort ook altijd wel nodig. Nu hebben we nauwelijks nog wat te doen.’
Miami is de enige coffeeshop in ZeeuwsVlaanderen, een gebied met 100.000 inwoners. Gemiddeld 5% van alle Nederlanders blowt, zo’n 5000 Zeeuws-Vlamingen dus.
Als er van die 5000 pak hem beet 2500 zelf zouden kweken, of de reis door de Scheldetunnel (à raison van 5 euro tol voor een enkeltje) naar Goes ondernemen, waar ze in andere shops terecht kunnen, dan zijn er nog steeds zeker 2500 aangewezen op die ene shop in Terneuzen die nog open is. 2500 - 150 = 2350 blowers zijn dus van de radar af! Die moeten dus wel op een creatieve manier aan hun jointje komen.
Een van die ‘off radar’ blowers is Jerry, een sympathieke jongen van 19 jaar oud. Hij brengt mij naar de plek waar hij zijn wiet haalt. Het is een pandje in het oude centrum van Terneuzen, een beetje een vervallen buurtje, met kleine huisjes, in wisselende staat van onderhoud. Voor we aanbellen heeft Jerry even mobiel doorgegeven dat we eraan komen. We worden het huis binnengelaten en lopen door naar een achterkamertje van het huis, waar een bekende van Jerry vraagt hoeveel we willen kopen. ‘Voor 10 euro, zoals gebruikelijk?’ vraagt de jongen. Jerry knikt en de dealer weegt netjes de wiet af en stopt die in een zakje. Jerry betaalt en stopt de wiet in zijn jaszak. Het is net als bij een coffeeshop, maar dan in een gewoon woonhuis, de sfeer is relaxed. Er zijn toch wel wat verschillen met de coffeeshop. Zo heeft Jerry geen keuze in wietsoorten, er is geen menukaart. Ook kan Jerry als hij daar behoefte aan heeft met 40 gram naar buiten lopen. De huisdealer heeft niets te maken met AHOJ-G criteria, waaraan hij zich moet houden. Dat is wel zo prettig voor een vriend van Jerry die pas 17 is, en in de coffeeshop niet naar binnen zou mogen. De huisdealer handelt alleen in wiet. Na wat aandringen zegt hij dat hij klanten ook wel in contact kan brengen met iemand die ook andere zaken verkoopt. Het kan als het moet, maar het gaat bij deze dealer niet van harte...
Adresjes
Als je de verhalen van iedereen in Terneuzen hoort, lijkt het een beetje te zijn geworden zoals voor de komst van de gedoogde coffeeshops in Nederland: Blowers gaan naar adresjes waar ze hun wiet halen. Enkele kenners van de ‘scene’ in Terneuzen schatten dat er tussen de 150 en 200 huisdealers zijn in de stad, verspreid over alle wijken. Wat die huisdealers verkopen en aan wie is onduidelijk.
Het is op straat in het centrum van Terneuzen een stuk rustiger dan in de hoogtijdagen van Checkpoint. Er is op het eerste gezicht geen ál te zichtbare overlast van staatdealers die je aanspreken op straat, en je struikelt in het het centrum van de stad niet over de naalden en de schijtende junks in portieken. De situatie lijkt aan de oppervlakte prima. Het is er wel, maar je ziet het niet. Hier en daar lopen wel groepjes jongens met leren jassen aan, die ergens naar op zoek zijn. Ook rijden er constant wel auto’s met Belgische nummerborden zoekend door de stad. Die zoeken waarschijnlijk niet naar een plaatselijke kunstexpositie. Jerry geeft aan dat hij regelmatig wordt benaderd door Vlamingen, Franstaligen en Engelstaligen, met de vraag waar zij drugs kunnen kopen. Ernstige overlast is het niet, omaatjes kunnen nog met een gerust hart de straat op. En de overheid heeft op geen enkele wijze zicht of grip meer op de verkoop van wiet in ons land. Voor veel blowers is dat misschien ook wel zo prettig.
Volgens de Zeeuwse politie valt het wel mee met de overlast in Zeeland, sinds op 1 mei de wietpas werd ingevoerd. Zij controleren regelmatig de Zeeuwse coffeeshops, en zien daarbij geen overtredingen. Een toegenomen straathandel wordt ook niet direct gezien. Een heel ander verhaal komt van de Zeeuwen zelf. Zo ziet de Wijkraad Binnenstad Terneuzen een grote toename van de illegale handel. “Oude tijden herleven weer. Er wordt op allerlei plaatsen weer gedeald en er is ook weer overlast van autoverkeer.” Ook burgemeester Lonink geeft toe dat er “signalen” zijn dat de drugsoverlast weer toeneemt…