GRATIS VOORPUBLICATIE
Handelswaar
Van dezelfde auteur BLUN Ook als e-book verkrijgbaar
THRILLER
HANDELSWAAR KARIN HAZENDONK Deel 1 - Van Dijk & Ahmadi-reeks
HANDELSWAAR is een uitgave van Scelta Publishing, Amsterdam Copyright © 2014 Scelta Publishing Auteur: Karin Hazendonk Omslagbeeld: Jeff Thrower | Shutterstock.com Omslag- en opmaakontwerp: Evelien van Steenis Tekstredactie: Sandra Bakker en Daphne Loendersloot Eerste druk, november 2014 ISBN 978-94-91884-18-4 NUR 332 WWW.SCELTAPUBLISHING.COM WWW.KARINHAZENDONK.WORDPRESS.COM Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
‘A person may break your heart and damage your pride, But never give them the power to break your spirit.’ Susan Gale
Donderdag 21 februari 2013 Begraafplaats IJsselhof Marjan Op de ijskoude begraafplaats staat een kleine groep mensen bij het diepe gat in de aarde waar een witte kist boven staat die wordt tegengehouden door een paar smalle planken. Sneeuwvlokken dwarrelen naar beneden en leggen een dunne, witte deken over de verse aarde rondom het graf. Een vrouw staat snikkend tussen een man en een jongen van in de twintig jaar. De man ondersteunt haar terwijl hij zelf zijn bleke gezicht op de punten van zijn zwarte schoenen gericht houdt. ‘Mijn lieve Marjan. Ze was veel te jong. Dit had nooit mogen gebeuren.’ ‘Waarom zij?’ fluistert de vrouw. De man blijft zwijgen, alleen met zijn gedachten. ‘Zijn dochter! Zijn kleine meisje.’ Na maandenlang spoorloos verdwenen te zijn geweest, heeft de politie haar gevonden. Misbruikt. Dood. Vermoord! Ze had haar hele leven nog voor zich, ze was vijftien. 9
De man voelt de woede genadeloos door zijn lichaam kolken. Hij kan het niet tegenhouden. Dat wil hij ook niet. De dader zal hiervoor boeten, al is dat het laatste wat hij doet. Oog om oog, tand om tand. In zijn ooghoek ziet hij de twee mannen van de recherche staan die de afgelopen maanden naar zijn dochter hebben gezocht. ‘Daders komen vaak naar de begrafenis …’ Wat een dooddoener! De kleine groep mensen die er staat, zijn allemaal bekenden. Familie en een paar hele goede vrienden. Zelfs de klasgenoten van zijn dochter wilde hij er niet bij hebben. Haar laatste weg moest zij gaan uitsluitend in het bijzijn van de mensen die zij het meeste liefhad. Het begint harder te sneeuwen als het kleine gezelschap van het graf wegloopt in de richting van de aula. De snikken van zijn vrouw, haar moeder, worden meegenomen door de aanwakkerende wind.
10
November 2013
11
12
Zaterdag 2 november 2013 Houtmansplantsoen Een orkest van alarmbellen gaat af in mijn hoofd als ik haar zie liggen. Blond haar ligt in natte slierten om haar hoofd, voor een deel bedekt met modder en een paar takken, alsof iemand op simpele wijze geprobeerd heeft haar lichaam te verbergen. Voorzichtig, om de plaats delict niet te vervuilen, doe ik een stap dichterbij. Mijn ogen nemen de omgeving in zich op. De oude boom die met zijn wortels het aangelegde smalle pad, dat door het park loopt, laat scheuren, de struiken die aan de slootkant staan, waarvan een aantal takken er geknakt en slap bijhangen. Het lichaam van de vrouw ligt er nog geen twee meter vandaan, in een stukje gras dat schuin afloopt naar de sloot, haar hoofd afgewend van de struiken. Het park wordt omringd door een aantal lage flats, maximaal drie etages. Op een aantal van de kleine balkons hangen de eerste nieuwsgierigen over de balustrade. Ik doe net of ik al aan mijn onderzoek ben begonnen. Eerlijk gezegd ben ik doodsbang om fouten te maken. Dit is mijn eerste zelfstandige opdracht en ik voel me zo 13
onzeker als de pest. Volgens mijn teamleider en mentor ben ik er klaar voor, maar zelf ben ik daar allesbehalve van overtuigd. Ik wilde de forensische opleiding doen, ongetwijfeld geïnspireerd door de eerste series die daarover op de Nederlandse televisie werden uitgezonden. Het had me genoeg moeite gekost om mijn korpschef van de toegevoegde waarde voor het korps te overtuigen en ik kon na veel soebatten terug naar de schoolbanken. De opleiding en het feit dat ik een vrouw ben, scheen geen ideale combinatie te zijn. Ik mag me forensisch rechercheur noemen, ook al ben ik de enige vrouw die de opleiding heeft afgerond, tot grote verbazing van mijn mannelijke medestudenten. Ik stel mijn camera in en begin met foto’s maken. De houding van de vrouw is als van een slapend kind. Ze ligt op haar rechterzij met haar handen tot vuisten gebald tegen haar gezicht aan. Zelfs vanaf mijn plek zie ik al dat ze mooi is, was, verbeter ik mezelf in gedachten. Haar ogen zijn dicht en haar hartvormige gezicht is gaaf. Haar wenkbrauwen hebben de perfecte boog en voor zover ik kan zien draagt ze nagenoeg geen make-up. Haar kleding ziet er duur uit. Een grijze pantalon met nog steeds een messcherpe vouw, die nu nat aan haar benen plakt, een witte blouse subtiel doorweven met zilverkleurig draad waar de knopen vanaf getrokken zijn, de rafelige witte draadjes zijn op sommige plaatsen zichtbaar. In tegenstelling tot de, naar mijn idee, kwaliteitskleding is haar witte bh eenvoudig en lijkt niet in het plaatje te passen. Zoals ze erbij ligt zie ik geen verwondingen, geen bloed. 14
Een auto komt het park inrijden en stopt voor het smalle pad dat langs de sloot loopt. Tot mijn opluchting zie ik Herman van Waal, mijn mentor, tevens steun en toeverlaat, uitstappen en op me af lopen. ‘Wat hebben we, Fluffy?’ Mijn gezicht vertrekt in een grimas. De naam Fluffy heb ik opgelopen toen ik tijdens een college een pluizige witte angoratrui droeg en een aantal van mijn medestudenten mij vergeleek met een marshmallow. Ik ga door het leven als Monique van Dijk, maar in het korps zijn er, afgezien van de chef, maar weinig die me zo noemen. Ik haal lichtjes mijn schouders op. ‘Slachtoffer vrouwelijk, ik schat haar tussen de vijfentwintig en dertig jaar oud. Ik heb geen verwondingen geconstateerd. Ik heb eerlijk gezegd nog helemaal niets geconstateerd. Ze is gevonden door een man die zijn hond uitliet. Hij zit een stukje verderop bij de collega’s,’ zeg ik, terwijl ik een beweging met mijn hoofd in de richting van een van de surveillanceauto’s maak. ‘Hij dacht in eerste instantie aan een slapende dronkenlap of een junk. Pas toen hij zag dat het een drijfnatte vrouw was die er beangstigend stil bij lag, heeft hij 112 gebeld.’ Herman bekijkt op zijn eigen wijze de omgeving, zijn ogen vernauwd en met een diepe rimpel tussen zijn wenkbrauwen. Alsof er geen dode op het natte gras ligt. Hij rukt zich los van het idyllische plaatje van bomen, struiken en het grasveld dat er door de regen fris bijligt. ‘Laten we maar eens verder kijken.’ Herman knielt naast de dode vrouw neer en vraagt voor alle zekerheid: ‘Heb je alle plaatjes?’ Ik knik instemmend en volg op gepaste afstand zijn verrichtingen. Alsof ik weer in de klas zit legt Herman 15
me iedere handeling uit. Voorzichtig drukt hij op het oog van het slachtoffer en licht haar ooglid op. ‘Pupil vervormt als ik op het cornea druk, lijkstijfheid nog niet volledig. Als ik een voorzichtige schatting maak, denk ik dat ze tussen de drie en zes uur dood is.’ Voorzichtig, bijna teder, draait hij de vrouw op haar rug. Met het fototoestel in mijn hand doe ik voorzichtig een stap dichterbij. Mijn adem stokt als de blouse van de vrouw openvalt en ik zie wat er met de rechterkant van haar lichaam is gebeurd. Mijn ontbijt komt met een vaart naar boven. Uiterlijk onbewogen staat Herman op, maar ik registreer het zenuwtrekje naast zijn oog. ‘Ik bel de gemeentelijke lijkschouwer.’ Het is gestopt met regenen, een waterig zonnetje breekt door en daarmee komen ook de toeschouwers. Het kleine park krioelt van de mensen. Technische recherche en agenten die de nieuwsgierigen op een afstand moeten houden. Ongelooflijk hoeveel mensen zich vergapen aan een gruwelijke aanblik als dit. In allerijl wordt er een lint gespannen, vastgezet aan de bomen die aan weerszijden van het pad staan. Mijn blik gaat over de eerste rij mensen die zich achter het lint hebben verzameld. Twee zenuwachtige vrouwen die druk gebarend met elkaar in gesprek zijn, een man die constant op zijn hoofd krabbelt en een vader die met een nors gezicht zijn zoontje naar huis stuurt. Verbijsterd zie ik hoe een man, die iets verder naar achteren staat, een klein kind op zijn schouders hijst zodat die ook niets van het schouwspel hoeft te missen. Het maakt me misselijk en ik moet me bedwingen om die man niet met geweld uit het park te laten verwijderen. 16
Eindelijk wordt de vindplaats afgeschermd en het aantal kijkers neemt langzaam af nu ze verstoken blijven van het zicht op het lichaam. Ik hoor flarden van gesprekken tussen de overgebleven omstanders. Het schijnt geen bekende te zijn, niet uit deze omgeving in ieder geval. Een opmerking als zonde van zo’n mooie meid dringt tot me door. Onwerkelijk om dit aan te moeten horen van een kerel die waarschijnlijk qua leeftijd haar vader had kunnen zijn. De schouwarts komt samen met Herman op me af. ‘Het is duidelijk dat ze door een misdrijf om het leven is gekomen. Ik heb de nodige telefoontjes al gepleegd, officier is ingelicht, de raderen draaien en ik verwacht dat ze binnen een half uur wordt opgehaald. Dan kan het circus hier weer over tot de orde van de dag,’ zegt hij, gebarend naar de nog steeds aanwezige kijkers. ‘Ik denk ook niet dat ze hier vermoord is, er zit nagenoeg geen druppel bloed meer in. Het moet ergens een enorme rotzooi zijn.’
17
Wil je verder lezen? Vanaf 11 november 2014 is HANDELSWAAR bij elke (online) boekhandel verkrijgbaar.
TWAALF MOORDEN IN TWAALF DAGEN. VIERENTWINTIG UREN IN EEN DAG, VIERENTWINTIG LEDEMATEN. ZESTIG MINUTEN IN EEN UUR, ZESTIG ...
Een jeugdpsychologe en een bankmedewerkster worden levenloos in een foetushouding aangetroffen. Op klaarlichte dag wordt de hand van een Engelse studente afgehakt. Monique van Dijk, net afgestudeerd forensisch rechercheur en haar collega Herman de Waal, worden op deze zaak gezet. Als de patiëntgegevens van de dode psychologe onderzocht worden, blijkt dat het dossier van de zestienjarige Lisa van Veen een schat aan informatie bevat. Wat is er met Lisa gebeurd? Loopt er een gevaarlijke gek rond of is de zaak groter dan zij ooit konden vermoeden?
Productinformatie Uitvoering: paperback ISBN: 978-94-91884-18-4 Prijs: € 18,95
Uitvoering: ebook ISBN: 978-94-91884-19-1 Prijs: € 8,95
www.sceltapublishing.com