3 minute read

Patrick Roest doet het!

Eindelijk, eindelijk, eindelijk!

Patrick Roest hikte jarenlang aan tegen het ontbreken van een individuele wereldtitel op zijn erelijst, maar dat hiaat is nu gevuld. In het volgepakte Thialf kroonde Roest zich op de eerste dag van het wereldkampioenschap eindelijk tot wereldkampioen op een enkele afstand. Hij moest er diep voor gaan, maar klopte uiteindelijk toch de Italiaan Davide Ghiotto. En dat was ook nog eens de honderdste wereldtitel voor een Nederlander. In alle opzichten eentje voor de boeken dus.

Advertisement

Het was iets dat zelfs veel schaatsliefhebbers maar moeilijk konden geloven. Patrick Roest, 27 jaar, al jaren wereldtop en een indrukwekkende erelijst met alleen al drie wereldtitels allround, had nog geen wereldtitel op een afstand?

Toch was het waar, en als iemand dat besefte, was het Patrick Roest zelf. Altijd was er wel iets of iemand waardoor Roest werd gedwarsboomd in zijn jacht op een wereldtitel. Neem het laatste WK, waarin ene Nils van der Poel opeens iedereen naar huis reed.

Maar nu, weer in Thialf, maar deze keer met volle tribunes en voor het oog van zijn ouders, die na afloop deelden in de feestvreugde, lukt het Patrick Roest dan wel. ,,Er valt wel een last van mijn schouders’’, bekende Roest. ,,En het is heel prettig dat we nu een punt kunnen zetten achter al die verhalen over het ontbreken van een wereldtitel.’’

Schrikken

Toch was zijn succes ook deze keer geen vanzelfsprekendheid. Roest zag hoe in de rit voor hem de Italiaan Davide Ghiotto de lat bijzonder hoog legde. De Italiaan ging als een raket van start, maar moest dat in de laatste ronden beko - pen. Niettemin was zijn tijd er eentje om u tegen te zeggen. ,,Ik schrok daar best wel van’’, bekende Roest. ,,Zeker toen hij zo snel startte. Als hij dat zou volhouden, zou hij uitkomen op 6.03. Ik wist dat de omstandigheden zwaar waren, en hij ging er in ieder geval heel dapper in.’’ Ghiotto veranderde weinig aan het strijdplan van Roest, die zoals hij vaker al liet weten ’bij zichzelf wilde blijven’. Dat is goed gelukt, concludeerde hij. ,,Ik moest wel flink wat geven, want de rondetijden kwamen echt niet makkelijk. Ik probeerde de tijden tussen de 29.0 en de 29.2 te houden, en dat ik vlak kon rijden, daar was ik blij mee.’’

Dat was uiteindelijk ook de sleutel naar zijn wereldtitel, maar Roest was diep gegaan. ,,Het was gigantisch zwaar. Zelfs dat ererondje was zwaar. Maar ik heb alles eruit gehaald vandaag en ben blij dat dat genoeg was voor de wereldtitel.’’

Dat het na de eerste van Ids Postma in 1996 – oojk op de vijf kilometer – de honderdste was voor Nederland, gaf wat extra’s. Maar Roest bleef nuchter. ,,Mooi dat het de honderdste was, maar ik ben heel blij dat het mijn eerste was.’’

Schouten

Voor de gouden exercitie van Patrick Roest had eenzelfde rol ook weggelegd kunnen zijn voor Irene Schouten op de drie kilometer. Maar de olympisch kampioene moest uiteindelijk haar meerdere erkennen in de Noorse Ragne Wiklund. De Tsjechische Martina Sábliková, die gevoelsmatig al vijftig jaar meedoet op het internationale podium, reed toch wel verrassend naar het brons. Zo stonden er twee meer dan tevreden vrouwen op het podium: eentje op de hoogste trede, eentje op de laagste. Daarnaast Irene Schouten, die eigenlijk niet goed wist of ze nu blij moest zijn met zilver, of dat ze vooral moest balen vanwege het mislopen van de wereldtitel. ,,Mijn gevoel is dubbel’’, erkende de Noord-Hollandse. ,,Aan de ene kant ben ik heel blij met de progressie die ik in de afgelopen weken heb gemaakt, maar aan de andere word ik hier gewoon tweede. En dat vind ik geen leuke plek.’’

Helemaal verrassend was het voor Schouten echter niet dat ze naast het goud greep. Eigenlijk wist de rijdster van Albert Heijn Zaanlander al genoeg op het moment dat ze over de streep kwam. ,,Ik keek op het bord, zag 3.57 staan en wist dat dat niet de winnende tijd zou zijn. In de trainingen voor dit toernooi reed ik al beter en dat voelde ik ook al tijdens mijn rit. Je moet op dit niveau gewoon een toprit rijden om wereldkampioen te kunnen worden. En dit was geen toprit.’’

Maar Schouten was ook realistisch. Ze kon zichzelf, verzuchtte ze, ook niets verwijten. Niet na de moeizame aanloop, waarbij ze twee maanden geleden in Thialf voor de camera in tranen uitbarstte omdat ze er mentaal doorheen zat. ,,Ik heb alles gedaan om hier goed te zijn. Ik heb Worldcups overgeslagen om rust te nemen zodat ik hier goed kon zijn. Dit was het maximale. En toch baal ik een beetje dat ik geen wereldkampioen ben.’’

This article is from: