5 minute read

Sprintzege in pooldecor

Marathonschaatsen is al tientallen jaren een sport die boeit. Op kunstijs, maar zeker op natuurijs. Vooral dáár geldt het recht van de sterkste, en slechts een enkele keer dat van de gelukkigste. De schaatsers van de lange adem zijn avonturiers, doorzetters, de cowboys van het ijs. En ze maakten door de jaren heen ink wat mee. In deze serie verhalen haalt SkateNL voor de liefhebbers de mooiste en meest memorabele momenten terug. In deze editie het kunststukje dat Carla Ketellapper-Zielman uithaalde tijdens de derde Grand Prix-wedstrijd in het Zweedse Luleå,

Advertisement

Vrienden van het Marathonschaatsen

door Eric Korver

Ze was al bezig aan haar afscheidstournee na een loopbaan die haar voldoende moois had gebracht, maar Carla Ketellapper-Zielman voorzag haar afscheid in het Zweedse Luleå nog even van een gouden randje. In barre omstandigheden was ze de sterkste in de derde wedstrijd van de Grand Prix-reeks.

Een koers over slechts tachtig kilometer bezorgt de vrouwen van het peloton doorgaans niet al te veel problemen, en zeker rijdsters van het kaliber Carla KetellapperZielman niet. De nu 38-jarige Friezin – in 2009 nog de roemruchte Nederlands kampioene op het natuurijs van de Oostvaardersplassen – was wel wat gewend.

,,Maar dit was toch wel wat anders hoor’’, blikt ze terug op die 22e februari van 2017.

,,Het was de eerste keer dat we met de vrouwen in Luleå reden, en het leek me wel mooi die eerste te winnen. Daar was ik wel gebrand op. Maar het was echt heel slecht weer die dag. Het sneeuwde ink en ik weet nog dat tijdens het inlopen iemand naast me zij dat ze er echt zin in had. Ik kon alleen maar denken dat ik er helemáál geen zin in. Maar ja, je bent daar, dan rijd je natuurlijk wel.’’

Ze had er net een Weissensee opzitten die niet helemaal naar wens verliep, ook al pakte ze dan de winst in het veel minder aansprekende Open Oostenrijks kampioenschap. ,,Verder viel de Weissensee tegen. Ik was ook wat ziek geweest daar. Daarna was ik ook heel moe, heb veel geslapen en gerust, en in Zweden was ik er eigenlijk wel weer. Dat uitrusten had me goed, want ik was die weken wel goed in vorm. En in Zweden reed ik vaak wel goed. Dat bleek wel.’’

Skibril

Ketellapper-Zielman – die destijds uitkwam voor de ploeg van Koga – probeerde zo goed mogelijk om te gaan met de omstandigheden op het zee-ijs van Luleå. ,,De sneeuw vroor constant vast aan mijn skibril. Heel irritant, want daardoor zag je bijna niets. En je kon die bril natuurlijk ook niet afzetten, want daarvoor was het veel te koud. Het enige dat je kon doen, was af en toe even krabben met je handschoen, dan had je weer wat zicht.’’

Zij die erbij waren, repten destijds van een wedstrijd in een onvervalst pooldecor. Zeker de laatste ronde was het bar en boos. Dikke vlokken sneeuw werden over het ijs van de Botnische Golf gejaagd. Slechts de contouren van de schaatssters waren in de verte zichtbaar.

De sneeuw hinderde niet alleen het zicht, maar zorgde ook voor verraderlijk ijs.

,,Door dat laagje sneeuw zag je de scheuren niet meer’’, weet Ketellapper-Zielman nog maar al te goed. ,,Daardoor waren er best veel valpartijen en zo dunde het peloton behoorlijk uit. We gingen uiteindelijk maar met een klein groepje naar de nish. Ik vond het zelf ook echt pokkenweer.

Schaatsen is leuk, maar als het heel koud is en sneeuwt, dan sta ik niet echt te juichen. Het enige wat me overeind hield, was de gedachte dat ik goed reed. Dan moest ik ook maar goed eindigen, dacht ik.’’

’Rotwind’

En het was niet alleen de sneeuw, maar ook nog eens de snijdende wind die de schaatssters parten speelde. KetellapperZielman repte na de koers van ’die rotwind’. ,,Haha, dat weet ik niet eens meer zo heel goed. Dat het hard waaide wel, maar dat is in Zweden wel vaker het geval.’’

Wat volgde, was een sprint van de restanten van het peloton. ,,Ja, er waren er niet heel veel meer over. In de laatste kilometers waren er ook nog een paar die vielen. Elma de Vries ging onderuit, en ook Birgit Witte viel hard.’’ Ketellapper-Zielman rekende vervolgens vakkundig af met Iris van der Stelt en Ankie IJtsma.

Die nish eindigde op zich ook weer in een slagveld overigens, maar dan áchter de streep. In het sprintduel met Van der Stelt ging IJtsma onderuit, waarna op haar beurt Jessica Merkens haar niet meer kon ontwijken en ook tegen het ijs smakte. Dat lag ineens vol met uitgeputte en gekwetste rijdsters.

Carla Ketellapper-Zielman had er geen last van. Zij had de zege geboekt waarmee ze haar afscheid van het peloton dat gouden randje gaf, al had ze er op dat moment geen weet van dat die rand alleen maar mooier zou worden. Want een paar dagen later, nadat het voltallige peloton zich had verplaatst naar het zuidelijker gelegen Falun, sloeg de Friezin opnieuw toe. Op het Runnmeer hield ze Emma Engbers en Iris van der Stelt achter zich. Maar natuurijs was dan ook wel het ding van Ketellapper-Zielman. ,,Al kon ik aanvankelijk ook wel goed uit de voeten op kunstijs. Daar heb ik ook wel een en ander gewonnen.’’

Mooier

Daarmee zegt ze niets verkeerd. De vrouw uit Rottum, die tegenwoordig in Wolvega woont, heeft niet voor niets zestien zeges op kunstijs achter haar naam staan. Ze kroonde zichzelf in Utrecht tot Nederlands kampioen en veroverde een eindzege in de Marathon Cup. ,,Maar dat ging wel steeds minder goed. Natuurijs vond ik mooier. Kon ik ook beter.

Ik heb wel het goede slagje ervoor, denk ik. En ik kon me makkelijk aanpassen aan de verschillende situaties.’’

En in Zweden had ze het altijd wel naar haar zin. ,,Ja, zeker. Want aan de ene kant zeg ik wel dat ik niks had met die sneeuw en zo, maar aan de andere kant vond ik dat ook wel weer mooi, die strijd tegen de elementen. Zweden was voor mij ook altijd een beetje avontuur. Het was toch anders dan de Weissensee, ietsje rauwer, zeg maar. Al hebben we ook daar zware omstandigheden meegemaakt. Maar in Zweden is het kouder, is het ijs zwaarder, en de koersen meestal ook.’’

Bijzonder: het einde van haar loopbaan bleek voor Carla Ketellapper-Zielman uiteindelijk niet het einde. Ze had slechts het pauzeknopje ingedrukt en keerde een seizoen later weer terug in het peloton. ,,Ja, dat klopt. Maar dat wist ik toen ook nog niet.’’

De kans dat ze nu nog eens terugkeert, is niet zo groot, al mijmert ze daar weleens over. ,,Dan denk ik weleens dat ik het nog zou kunnen als ik er weer voor ging trainen. Maar die tijd heb ik niet meer.’’ Ze werkt als docente biologie op een middelbare school en heeft tegenwoordig samen met haar man Anton Ketellapper – succesvol trainer bij onder andere de marathonploeg Bouwselect – een gezin met drie kinderen, waarvan de jongste nog geen half jaar is. Daarmee streek ze afgelopen januari wel neer aan de Weissensee. ,,Dat was wel heel leuk. Ik blijf de sport ook mooi vinden. We hebben daar drie keer een uurtje wat gekrabbeld op het ijs. Dat was prima.’’

This article is from: