Een kinderhand is gauw geamputeerd
V
KORT
alentijn. Het brengt Schampers redacteurs op foute ideeën en dito artikels, maar het kartel dat de fabrikanten van pluchen hartjes met uw lief gevormd hebben, ruikt vast nog veel meer zijn kans. Wat me eraan doet denken: het verwondert me dat een bepaalde antikapitalistische studentenvereniging - die hier onvernoemd zal blijven - nog geen studiedag gewijd heeft aan “de neoliberale exploitatie van verliefdendag”. Een cultureel aanvaardbare manier om Sint-Valentijn te eren - een kaarsje opsteken bij een verdoken zijaltaar buiten beschouwing gelaten - is de tiende editie van de literaire avond Saint Amour. Dit jaar zijn, naast een hele rits auteurs, ook Admiral Freebee en, zeer spacey, Rocco Granata aanwezig. • Accordeonmuziek op een literair evenement? Niets belet Jo Vally nog om zijn kandidatuur voor volgend jaar in te dienen. Anyway, liefhebbers van Saint Amours “mengeling van humor, erotiek en tederheid” begeven zich op 15 februari om 21 uur naar de Vooruit. Tickets op 09/267.28.28, overigens. • Nog altijd kan u op het SintPieters-plein gratis een rondleiding krijgen op de site van de steeds verder gevorderde opgravingen. Wie zich op vrijdag 7 en 14 februari naar de werfkeet op het plein begeeft, zal het geweten hebben. • Op 8 en 9 februari is het Internationaal Congrescentrum in het Citadelpark het toneel voor de Sjacherbeurs. Een nog crimineler klinkende naam lijkt me eerlijk gezegd onmogelijk. Nu alleen nog posters met Jean-Pierre Van Rossem en we zijn er. Of zoiets. • Het Museum voor Industriële Archeologie en Textiel (MIAT) organiseert voor de forse som van 55 euro een reeks van drie lessen rond het thema “Zomerhoeden maken”. No kidding. Hoe men daar een stoommachine of een weefgetouw aan bod zal laten komen blijft me een raadsel, maar wie wil, kan zich om op dinsdag 11 februari om 10 uur aandienen. Meer info
vind je op www.miat.gent.be. • Holebivereniging Wel Jong Niet Hetero geeft op 8 februari om 22 uur een - tiens tiens holebifuif in de balzaal van de Vooruit. En exact een week later organiseert The Breakfast Club daar een “80’s Hits Night”. • Volgens de paradigma’s die ik hanteer overigens evenmin het meest heteroseksuele evenement. Maar kom. • Andere fielen nu. Cinefielen bijvoorbeeld. De fijne bioscoop Sphinx organiseert heden ten dage een filmweek met “Tweelingen” als thema. Op 13 februari is er “Lost Higway” van David Lynch (20 uur) en op 15 februari “Being John Malkovich” van Spike Jonze (22.30 uur). Meer info desgewenst op http://www.cinebel.be/NL/p114.html. • De Vooruit, echt, het is niet te schatten qua fijne activiteiten de laatste tijd. Op 6 februari passeert Kamagurka er met zijn nieuwe show “Een stroom van Tettergat”. Kama’s cartoons mogen wat van hun scherpte verloren hebben, op het podium blijft hij onovertroffen. De voorstelling vangt aan om 20 uur, en tickets kan je krijgen op 09/267.28.28. • Dezelfde avond kan u echter even goed met uw posse naar De Centrale trekken, waar onze eigenste Krewcial hem nogal eens hiphopgewijs van jetje geeft. Surf naar www.democrazy.be voor meer informatie. • De absurditeit van de persberichten van de RUG bereikt stilaan onpeilbare hoogten. De Vakgroep Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie laat immers weten dat ze een grootschalig onderzoek
naar “valgedrag bij ouderen” opgestart zijn. Vind daar maar eens vrijwilligers voor. Soit, wie geïnteresseerd is in de “valgeschiedenis van 803 bejaarden uit Melle” gaat best even langs bij Drik Cambier in het UZ. • Vervolgens: sport en aanverwanten. En ik moet eerlijk zeggen dat ik het nog nooit zo zout gevreten heb: op 8 februari kan u voor 7,50 euro de Leie op. In een tienpersoons indianenboot. Met verlichte fakkels. Naar aanleiding van Maria Lichtmis. Het ding heet “Lichtmis Kanofakkeltocht” en mijn God, ik ben dit écht niet aan het verzinnen. Wie de proef op de som wil nemen en een plaatsje wil reserveren, belle naar 09/251.60.25. • Op zondag 9 februari gaat in de Topsporthal aan de Blaarmeersen dan weer de enigzins professionelere Energizer Indoor Vlaanderen door. Op dat evenement kan u onder andere de ranke hinde Kim Gevaert de 60 meter zien sprinten. En er is meer: wie op dinsdag 4 februari tussen 12.15 en 12.45 uur naar de Sportdienst van de stad Gent belt (09/266.80.00), maakt kans op één van de twintig duotickets voor de happening. • Maar ook Schamper zelf deelt uit. En voor één keer zijn het geen muilperen, en heeft het zelfs met Cyriel Buysse te maken. (Cyriel Buysse, for crying out loud, het blijft erg. Is die mens me even aan een revival bezig.) Soit, Jo Decaluwe vertolkt, ongeveer twintig jaar na de zijn eerste voorstelling, opnieuw “De raadsheren van Nevele” van Buysse in Theater Tinnenpot. Persoonlijk wens ik uit menslievendheid iedereen toch nog eerder die muilpeer toe, maar de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat we 5 duotickets hebben klaarliggen. Geïnteresseerden mailen naar rinus@schamper.rug.ac.be. Er is geen onschuldige kinderhand of zo, dus de eerste vijf krijgen de kaarten. Weest snel. • Even ter verduidelijking: voor de muilperen hoeft u niet te mailen. En nee, er is géén onschuldige kinderhand, zei ik. Onthou u dus van het slijpen van slagersmessen en het sms’en aan een willekeurig neefje, om ons toch maar als eerste zo’n poezelig handje te bezorgen. • Schamper, het blijft uw morele baken in tijden van verval.
Rinus Emmery
inhoud SCHAMPER 3 FEB ‘03 NUMMER 410
2 Kort 3 Edito 4 Raad van Bestuur 5 Eredoctoraat Annan 6 25 000ste student 7 Emotie-onderzoek 8 Inburgeren met Zwaaf 10 Campus Ardoyen 11 Column / Verkiezingsdebat 12 Interview Dumont 14 Recht van antwoord 15 Liegende reporter 16 Interview Red Harmony 18 De Valentijn-beproeving 20 Restaurant / Boek 21 Naakte lichamen 22 Films 23 Kringen & Konventen 24 Agenda
Rectoraatsbezetting
De laatste keer dat het rectoraat echt bezet werd, is nu bijna drie jaar geleden. In de ochtend van 23 maart 2000 slopen een honderdtal kwaaie en teleurgestelde studenten via slinkse wegen het rectoraat binnen. Het werd een etmaal met mythische proporties. Aanleiding was de jarenlange verwaarlozing van studentenhuis de Brug en de onzekere huisvestingstoekomst van de studentenverenigingen. En er is eigenlijk nog niets veranderd. De Brug is nog minstens even bouwvallig als drie jaar geleden. Zulke dingen verbeteren dan ook meestal niet met de tijd. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar de blauwe steunberen die de trap onderstutten. Ze spreken kromgebogen, onderuitgezakte boekdelen. Maar wat nog veel erger is: de Brug was, is en blijft véél te klein. Helemaal verwonderlijk is dat niet. Studentenhuis de Brug werd door de universiteit aangekocht in 1956. De prehistorie van de studentenvoorzieningen kortom. De Universiteit Gent telde toen zo’n 7000 studenten. Een fel contrast met de 25000e ingeschreven student (zie pagina 6) die de RUG onlangs vierde. Tijden veranderen, het beleid blijkbaar niet. Ander voorbeeldje van dezelfde orde: we vinden in ons archief dat het budget voor Studentenactiviteiten in 1980 (!) 3,6 miljoen Belgische frank (plusminus 90 000 euro) was. 23 jaar later mogen een veelvoud aan studenten en studentenverenigingen 81 800 euro (327 200 frank) onder elkaar verdelen. Pas dààr dan ook nog maar eens een indexaanpassing op toe en je weet meteen waar je staat. Niet ver. Waar moet het dan heen met de studentenverenigingen? Vorig jaar bevestigde een architectenbureau dat zelfs na een kostelijke renovatie de Brug sowieso ongeschikt zou zijn om grote groepen studenten te ontvangen. Fijn, maar dat wisten we al. Prompt opperde de unief een andere optie, zij het dan wel in een onbestemde verre toekomst. De stookplaats aan de Faculteit Economie (geen grap) kan misschien het nieuwe studentenhuis worden. Toch is het absoluut niet bekend wanneer men zou verhuizen. Kwatongen spreken van ten vroegste 2009. Daar houdt het niet op: er staat zelfs nog helemaal niet vast of men überhaupt wel verhuist. Het architectenbureau zit nog in de “studiefase”. Afwachten. En er is mogelijk nog een ànder nakend probleem. Volgens de geruchtenmolen moeten de sociale voorzieningen voortaan op regionaal of provinciaal niveau geregeld worden. Dat wil zeggen dat de unief voor studentenvoorzieningen moet samenwerken met de hogescholen (zie Schamper 407). Het nieuwe studentenhuis moet in dat scenario voor ongeveer dubbel zo veel studenten dienen. Lees: nog veel gepalaver over geld, en hoogstwaarschijnlijk alles maar op de lange baan schuiven. Enfin, hoe heroïsch de caféverhalen over de bezetting nu ook mogen klinken, toch moet je vaststellen dat de studenten toen met een kluitje in het riet werden gestuurd. En in dat riet vinden ze het blijkbaar gezellig, want ze zitten er nog. De situatie nu: een te klein studentenhuis waar al jaren over geklaagd wordt. Een mogelijke nieuwe locatie zonder de minste garantie en zonder sprake van een concrete verhuisdatum. En het reële gevaar dat die nieuwe locatie er sowieso niet komt door een nog onduidelijke associatie. Niks dus. Eigenlijk is er geen reden om het rectoraat niet stante pede opnieuw te bezetten.
Jef Van Baelen 3
Helft Raad van Bestuur buitengewipt
D
Ook vice-rector loopt spitsroeden
e studenten wordt in een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap een niet te onderschatten kloot afgetrokken. In dat voorontwerp wordt de helft van de Raad van Bestuur van de RUG immers op straat gezet. Ook de vice-rector verliest zijn baan. Daarenboven komt er een Directiecomité dat de rector zelf samen mag stellen. Een nieuw tijdperk voor machtspotentaatjes?
Het decreet smijt de top van de universiteit overhoop. Niets van wat er nu bestaat, zal nog zijn. Alles moet weg. Mocht u het niet weten, momenteel is er een Bestuurscollege en een Raad van Bestuur aan onze universiteit. De Raad van Bestuur is het hoogste beslissingsorgaan van de universiteit en telt 34 stemgerechtigde leden. Dat zijn de rector, André De Leenheer, en de vice-rector, Marc De Clercq, twaalf proffen, drie assistenten, drie vertegenwoordigers van het Administratief en Technisch Personeel, vier studenten en tien externen. Die externen zijn tien mijnheren en madammen die niet van de universiteit zijn maar uit politieke, sociaal-economische of culturele kringen komen. De rector en zijn knecht, twee proffen en één afgevaardigde van elk van de overige geledingen vormen samen het Bestuurscollege. Zowel de Raad van Bestuur als het Bestuurscollege worden zonder pardon geschrapt in het decreet. De taak van de Raad van Bestuur wordt overgenomen door de Inrichtende Overheid van de Universiteit Gent. Welaan. Die Inrichtende Overheid is een ferm afgeslankte Raad van Bestuur: er schieten, naast de rector en de vice-rector, maar zes van de twaalf proffen meer over, slechts twee van de drie assistenten en er zijn maar twee in plaats van drie vertegenwoordigers van het ATP meer. Het aantal studentenvertegenwoordigers wordt teruggeschroefd van vier naar twee en ook het aantal vertegenwoordigers van openbare instanties en van politieke, sociaaleconomische en culturele kringen wordt gehalveerd, van tien naar vijf.
Profiteren
0Relatief gezien winnen de ATP’ers en de assistenten dus aan invloed: zij bewaren nog twee derden van hun mandatarissen terwijl de anderen de helft van hun vertegenwoordigers verliezen. Bovendien wordt het aantal studenten niet alleen gehalveerd, hun mandaat duurt, net zoals bij de assistenten, ook maar twee jaar terwijl dat bij de anderen vijf jaar is. Daarbovenop duurt hun mandaat slechts één jaar wanneer het wordt toegekend in het
4
jaar dat voorafgaat aan de vijfjaarlijkse hersamenstelling van de Inrichtende Overheid. De studenten, en in mindere mate de assistenten, wordt daarmee een ferme hak gezet. Een verkozen prof zal tijdens zijn mandaat drie keer andere studentenvertegenwoordigers tegenover zich krijgen. Terwijl hij of zij ruim de tijd - vijf jaar krijgt zich in te werken in de universitaire dossiers, wordt er om de twee jaar een nieuw paar onervaren studentjes gedropt in de Inrichtende Macht. Dat wil zeggen dat de anderen drie keer de kans krijgen om te profiteren van de onervarenheid van die studentjes wanneer ze hun mandaat beginnen. Daardoor kan men zo voorspellen wanneer de meest heikele en voor studenten nadelige dossiers besproken zullen worden.
Rector Dré I
Muil houden
De studenten die slechts een jaar in de Inrichtende Overheid kunnen zetelen, hebben het helemaal niet getroffen: nog voor ze enige echte dossierkennis opgedaan hebben, mogen ze het alweer aftrappen. Alleen de studenten die een mandaat van twee jaar hebben, kunnen nog enigszins op het beleid wegen. Van de vijf jaar dat een Inrichtende Overheid meegaat, zullen de studenten dus maar twee jaar echt iets te zeggen hebben. Het voorontwerp van decreet is bijgevolg bepaald geen cadeau voor de studenten. Beter zou zijn als er een roulatiesysteem ingevoerd zou worden. Stel dat twee studenten die in de Inrichtende Overheid zitten allebei een mandaat van twee jaar hebben maar niet op hetzelfde moment aan hun mandaat begonnen zijn. Daardoor zou er elk jaar een nieuwe vertegen-
woordiger zijn terwijl zijn meer ervaren collega nog kan wegen op de vergadering en tegelijk zijn ervaring en dossierkennis door kan geven. Naast een garantie voor continuïteit, zullen jaarlijkse verkiezingen van studentenvertegenwoordigers ook een grotere betrokkenheid van de modale student in de Inrichtende Overheid teweegbrengen. Maar dat wil men natuurlijk niet. Studenten moeten hun muil houden en ja knikken als hun dat gevraagd wordt.
Troela
Ook de vice-rector, Marc De Clercq, is niet tevreden over het decreet. Zijn functie komt immers niet voor in het voorontwerp van decreet, zelfs niet in de allerkleinste lettertjes. Alle bestuurlijke macht gaat naar de rector, die zelf een Directiecomité kan samenstellen met ten hoogste vier door hem aangewezen personen. Die mogen maar hoeven geen personeel te zijn van de Universiteit Gent. De rector zal daardoor een soort Chief Executive Officer worden. En straks zal de Vlaamse regering met die liberale troela van een Marleen Vanderpoorten gaan eisen dat de RUG ook winst maakt. Door de functie van vice-rector af te schaffen, breekt men ook met een eeuwenlange traditie aan deze pluralistische instelling. De rector en vice-rector komen immers altijd uit het tegenovergestelde ideologische kamp. Als de rector een tjeef is, dan is de vice-rector steevast een logebroeder of toch op zijn minst vrijzinnig. De huidige rector, de nog altijd onovertroffen Dré De Leenheer, is vrijzinnig en vice-rector Marc De Clerq zorgt voor de vrome touch. Door dat systeem af te schaffen, zullen heel wat evenwichten in de universiteit drastisch verschuiven. Nu worden vaak nog op basis van ideologie en poltieke voorkeur fantastische monsterverbonden gesmeed. Zo bedisselden de liberalen en de sossen onder elkaar wie welk directeurspostje kreeg bij de hervorming van de administratie vorig jaar. Oude politieke cultuur is soms fantastisch. Door ervoor te zorgen dat er aan de top altijd zowel een katholiek als een vrijzinnige zat, bleef heel dat zaakje mooi in evenwicht. Het is maar de vraag wat er zal gebeuren als dat doorbroken wordt. Dan zullen er wellicht heel andere verbonden gesmeed worden en zal het kamp dat de rector levert ofwel zwaar geviseerd worden ofwel te veel macht hebben. Foute boel.
Van der Mensbrugghe
Kofi Annan krijgt eredoctoraat
Over de zes overige eredoctors leest u meer in de volgende Schamper. Over het hoe, wat en waarom van de onderscheiding voor Kofi Annan, de opvallendste naam uit de bende, nu al een woordje. Kofi Annan werd in 1938 geboren in het pittoreske Ghana. Hij studeerde aan de universiteiten van Kumasi, Minnesota, Genève en Massachusetts, en in 1962 startte hij zijn loopbaan bij de Verenigde Naties. Sinds 1997 leidt hij de organisatie als secretaris-generaal.
Annan heeft al laten weten dat hij het eredoctoraat zal aanvaarden. Rector Andreas De Leenheer blijkt de man persoonlijk voorgedragen te hebben en er even goed op te staan dat hij zijn onderscheiding zelf in ontvangst komt nemen. Normaal gezien worden eredoctoraten uitgereikt op de dies natalis van de RUG. Maar die uitreikingsdatum, 21 maart 2003, kan nog voor problemen zorgen: als secretaris-generaal van de VN neem je niet zomaar een snipperdag. Tom De
Smedt, woordvoerder van de RUG, liet echter al weten dat er een andere datum gezocht zal worden indien Annan verhin-
derd is. De motivatie die de RUG verspreidt voor het toekennen van het eredoctoraat, is dat “de internationale rol van de Verenigde Naties en het persoonlijke optreden van dhr. Kofi Annan nauw aansluiten bij de waarden die de Universiteit Gent vooropstelt in haar opdrachtverklaring.” Een institutioneel eredoctoraat wordt namelijk niet voor wetenschappelijke, maar voor maatschappelijke verdiensten uitgereikt. Universiteiten kiezen er graag een alom geprezen en onbetwist personage voor, waardoor ze meteen ook hun eigen instelling wat meer glans en prestige kunnen geven.
Het bestuurscollege heeft hier met Annan dus wel érg op veilig gespeeld. De man kreeg op 10 december 2001 nog de Nobelprijs voor de vrede, en met een Nobelprijswinnaar zit je niet meteen fout qua eredoctoraat. Ook de Katholieke Universiteit Leuven lijkt na het debacle met Prins Filip vorig jaar zijn lesje geleerd te hebben. Zij lauweren op 3 februari Mario Vargas Llosa, de Peruaanse schrijver en essayist. Saai maar oncontroversieel, voorspelbaar maar degelijk. Zo heeft men ze graag in academische middens.
Rien Emmery
Advertentie
D
e dies natalis van de Universiteit Gent sluipt dichterbij, dus achtte het bestuurscollege van de RUG het weer tijd om met eredoctoraten te smijten. Naast de traditionele rist verdienstelijke wetenschappers, reikt de universiteit nu ook een “institutioneel eredoctoraat” uit. Dit jaar komt dat toe aan Kofi Annan, secretarisgeneraal van de Verenigde Naties.
25 000 studenten aan de RUG I
RUG zit KUL op de hielen
n januari van dit jaar telde de RUG voor het eerst 25 000 studenten. Het rectoraat organiseerde een heuse happening om dat heuglijke feit te vieren. David Van de Sype, de doctoraatsstudent die de eer had om het getal van 25 000 rond te maken, kreeg een symbolisch bloemetje aangeboden en de rector gaf ‘toelichting bij de belangrijkste cijfers en trends’.
Tom De Smedt, de woordvoerder van de RUG, gaf ons een woordje uitleg. SCHAMPER: Is het aantal studenten aan de andere Vlaamse universiteiten ook gestegen? De Smedt: “Die vertonen zeer wisselende tendensen. Het is enkel in Gent dat het aantal studenten zo continu blijft stijgen. Op 13 jaar tijd zijn we met 40% gegroeid. Dat is uniek in Vlaanderen.”
Stilte uit Leuven
SCHAMPER: Hoeveel studenten zijn er in Leuven? De Smedt: “Ik durf daar geen precieze uitspraken over te doen, maar het zijn er 26 000 à 27 000.” SCHAMPER: De KUL (Katholieke Universiteit Leuven) is dus toch nog iets groter dan de RUG. De Smedt: “Inderdaad, iets groter. Enfin, ja, het is dus wel dezelfde grootte-orde. Ze zullen voorlopig nog wel de grootste blijven. Het is leuk voor de cijfers, maar het is nu ook weer niet de bedoeling om per se de grootste te worden. Als wij met onze diploma’s zouden gaan leuren op straat, dan hebben we ook meteen 10 000 studenten meer en zijn we direct de grootste. Het staat vast dat kwaliteit toch wel de eerste vereist is van een universiteit. Of je dan de grootste of de tweede grootste bent, is van minder belang.”
SCHAMPER: Maar we zitten de KUL dus toch wel op de hielen... De Smedt: “Inderdaad, de cijfers zijn elkaar in de dertien jaar alsmaar meer genaderd. Zij waren in 1990 dubbel zo groot als wij.” SCHAMPER: Waren er mensen van Leuven uitgenodigd om mee de 25 000ste student aan de RUG te vieren? De Smedt: “Nee, dat was enkel intern. De pers was er uiteraard wel bij. Die heeft er heel wat aandacht aan besteed. Maar het is niet alsof we de hele stad op stelten hebben gezet.” SCHAMPER: Is er enige reactie
“Leuven is een onopvallende provinciestad”
gekomen uit Leuven? De Smedt: Nee, helemaal niet. Zij zijn collegiaal en gunnen ons onze resultaten. Nu ja, reactie, rechtstreeks in ieder geval niet. Maar we zien ook wel als we de tv opzetten of op de bus staan wachten, dat zij begonnen zijn met een enorm reclameoffensief. Misschien kunnen we dat wel als een reactie beschouwen, maar goed, dat is hun keuze. Daar ga ik mij niet over uitspreken. Dat is een piste die wij nooit gevolgd hebben en waar wij ook niet meteen voor staan te springen. Het is bij ons altijd voldoende gebleken om mogelijke studenten goed te informeren en geen miljoenen te investeren in een spotje van veertig seconden. Dat je op die manier waspoeder wil kiezen, daar kan ik nog inkomen, maar geen studie. SCHAMPER: Wat trekt de studenten zo aan in Gent? De Smedt: Een belangrijke factor is de aantrekkingskracht van Gent: de cultuur, het uitgaansleven... Kijk maar naar het succes van een reeks als Flikken. Gent trekt aan. Het is een ideale mix: de studenten verdwijnen er niet in de anonimiteit zoals in Brussel, maar de studenten heersen ook niet over de stad. Ga in het weekend eens naar Leuven, dan is dat een onopvallende provinciestad.
Geen complexen
SCHAMPER: Vanwaar kwam eigenlijk het idee om de 25 OOOste student te vieren? De Smedt: Dat is traditie geweest bij de vorige kapen. De 5 000ste en de 10 000ste zijn in de bloemetjes gezet en zo dus ook de 15 000ste. Eigenlijk is dat cijfer niet belangrijker dan 24 999, maar het is toch iets waarmee we kunnen uitpakken, om eens even onder de aandacht te brengen dat Gent er ís. Je kan dikwijls in de media aanvoelen dat men de indruk heeft dat Leuven zichzelf als enige universiteit wil profileren, terwijl het toch duidelijk is dat wij er ook mogen zijn. We gaan niet met complexen uit het verleden blijven rondlopen. SCHAMPER: Zo’n reportage in de krant en op tv is natuurlijk ook wel goedkoper dan een miljoenenspot van veertig seconden. De Smedt: Jaja, absoluut. Maar het is nu ook niet dat wij de media gebruiken voor promotie. We zijn een openbare instelling. Wij werken met vele miljarden oude Belgische franken van de burger, dus hebben wij de plicht om aan de bur-ger te vertellen wat we met zijn geld doen. Dat is de reden waarom ook wij de media inschakelen. SCHAMPER: Ten slotte: wat vond de argeloze student er zelf van? De Smedt: Hij was zeer vereerd en natuurlijk zeer blij. Hij heeft een geschenkje gekregen van de rector. SCHAMPER: Wat voor geschenkje? De Smedt: Een aantal bureau-attributen: een boekentas, een pen,.... Kwestie van nog beter aan zijn doctoraatsscriptie te kunnen werken. SCHAMPER: Waren dat van die spullen met het logo op van de RUG, uit het PR-winkeltje? (zie Schamper nr. 407) De Smedt: Uiteraard. Als we die dingen op zulke momenten niet gebruiken, kunnen we ze nooit gebruiken. SCHAMPER: Hij is wel een beetje BV geworden aan de RUG... De Smedt: Een klein beetje wel ja. Ik denk dat zijn moeder met veel trots naar AVS zal hebben gekeken.
Ilka De Bisschop
Wereldberoemde thesis D
Neuropsychologie in de kijker
e hersenen zijn niet direct een lichaamsonderdeel dat men aan Schamper zou koppelen maar vergissen is menselijk. Deze keer verschijnt er zelfs een compleet artikel over! Hoe een onderzoek toch een plaats in Schamper kan verdienen.
Als je een vader opbelt die net zijn jongste spruit ter wereld zag komen, voel je de trots soms door het telefoonnetwerk heen. Idem voor Prof. Guy Vingerhoets die de laatste weken overrompeld werd door de pers naar aanleiding van zijn laatste onderzoek. “Het is net als een storm,” zegt hij zelf en ook al haalt die pers vaak de nuances en de subtiliteit uit het onderzoek, toch kan hij er begrip voor opbrengen. Aandacht is natuurlijk altijd leuk, zeker als het voor een onderzoek is waar je toch al heel wat tijd in gestoken hebt. Natuurlijk deed Vingerhoets het niet allemaal alleen. Een heel team kwam tot de bevindingen die heel wat stof doen opwaaien. Maar waar gaat het over? Om het simpel te houden: onderzoek wees uit dat de linkerhelft van het menselijk brein instaat voor het decoderen van de letterlijke betekenis van emotiegebonden boodschappen. De rechterhemisfeer staat dan weer in voor de interpretatie van de emotionele geladenheid van de toon waarop een boodschap gebracht wordt. Iemand die door een ongeval bijvoorbeeld schade opliep aan de rechterhemisfeer zal problemen hebben om de emotionele geladenheid van een gesproken boodschap te kunnen inschatten. Als ik het zelf goed begrijp wil dat zeggen dat de boodschappen “ik heb een nieuw lief” en “ik ben niet geslaagd dit jaar” voor die personen dezelfde emotie uitstralen. Hun reactie op de boodschappen zal dan ook niet zo verschillend zijn.
Nieuw?
Mijn psychologisch inzicht is nooit groot geweest maar is dat wel nieuws? Eigenlijk niet. Het revolutionaire eraan is de techniek die toegepast werd. Een testgroep van 36 vrijwilligers werd afwisselend gevraagd aandacht te besteden aan de woordelijke betekenis van een dozijn zinnen, en aan de toon waarop die zinnen werden uitgesproken. Het team van Vingerhoets mat door middel van “transcranial doppler ultrasonography” de snelheid van de bloedtoevoer in de linker- en rechterhersenhelft. Zo kon men analyseren wat er precies gebeurt in de hersenen als de vrijwilligers een emotionele boodschap kregen. Die techniek is veel eenvoudiger, goedkoper en patiëntvrien-
delijker dan bij voorgaande onderzoeken. Ondertussen gaat het onderzoek verder. De resultaten toonden namelijk aan dat de activiteit in de linkerhersenhelft ook hoog was bij de interpretatie van emotionele geladenheid van boodschappen. Waren beide hersenhelften dan verantwoordelijk voor de interpretatie? Of bleef de linkerhemisfeer actief omdat men gewoon geen afstand kon nemen van de letterlijke betekenis van de boodschap? Dat wordt nu onderzocht met Italiaanse studenten die geen Nederlands begrijpen en dezelfde Nederlandstalige(!) zinnen als de vorige testgroep voorgeschoteld krijgen. Het zal je maar overkomen. Dan lig je eens gezellig op het strand van Ri-
mini.
Pers
Rimini, Gent,... je merkt het al: dit onderzoek gaat de wijde wereld in. En dat is vooral te danken aan de publicatie van het onderzoek in “Neuropsychology”, het tijdschrift van de American Psychological Association. Voor de leken onder ons: dat is hét prestigieuze blad van de sector, een publicatie kunnen versieren, is de natte droom van iedere onderzoeker. De vakpers pikte het verhaal op en toen de BBC het de moeite vond om er een stuk over te maken, was het hek helemaal van de dam. De wetenschappers van het Laboratorium voor Neuropsychologie van de Universiteit Gent werden overspoeld met vragen uit de journalistieke wereld, maar ook de collega-wetenschappers vonden opeens Gent op de wereldkaart. Neuropsychologen uit Japan en Australië stonden in de rij om het volledige artikel te bekomen. Natuurlijk kwamen er ook collega’s aan
het woord die eigenlijk hetzelfde onderzoek al eens gedaan hadden maar dan net iets anders. Prof. David Zald van de Vanderbilt University in Nashville verklaarde dat het resultaat van het onderzoek wel al gekend was - wat Vingerhoets overigens niet ontkent – maar gaf ook toe dat de techniek vernieuwend was. Puntje van kritiek: het onderzoek kon niet aantonen welke specifieke gebieden van de hersenen actief waren tijdens de test. Prof. Tonmoy Sharma zag dan weer liever de positieve kanten van de nieuwe techniek, volgens hem heeft de techniek een groot potentieel als werkinstrument om de effecten van hersenschade te onderzoeken.
Thesis
Als afsluiter wou Vingerhoets nog een hart onder de riem steken bij alle studenten die bezig zijn met een thesis, of er toch ondertussen al eens aan beginnen te denken. Het complete onderzoek ontstond door een thesis van een studente, met name Céline Berckmoes. Het ontwikkelen van de techniek werd uiteraard gedaan in samenspraak met de promotor maar het was toch de studente die de basis aanreikte. De resultaten waren verrassend en men besloot het in een artikel te gieten dat men opstuurde naar “Neuropsychology”. Met de gekende gevolgen en de complete heisa achteraf. Het spreekt voor zich dat de universiteit er alles aan ging doen om die studente in Gent te houden en dat is ook gelukt. Eerst vroeg men een FWO-mandaat (Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen) aan, maar de universiteit kwam zelf met geld over de brug waardoor de studente voor vier jaar gebonden blijft aan de RUG. De nieuwe inzichten in de verwerking van de emotionele boodschappen in het menselijk brein vormen uiteraard de basis van haar doctoraat. Het is alweer eens bewezen: wie energie steekt in zijn thesis kan er veel uithalen! Ook al komt deze gouden raad van Tante Kaat misschien een beetje te laat voor velen. Voor wie het allemaal eens wil lezen in het Engels: http://news.bbc.co.uk/go/em/fr//2/hi/health/2635269.stm
Ramon
7
J
Lenka Galajdova’ i
”Eerlijkheid wordt hier niet geap
e bent hier vreemd. Je volgt wel lessen aan de RUG maar je weet niet echt hoe alles hier ineen zit. Dan is er maar één oplossing: de cursus “kennismaking met de lage landen” volgen. Uit de rond de honderd deelnemers plukten we Lenka Galajdova’, Laika voor de vrienden. Een modern sprookje over een meisje dat Praag achterliet en hier haar hart verloor. “Ik was net afgestudeerd en kreeg hier voor een paar weken een job om een medisch programma van het Engels naar het Tsjechisch te vertalen. Dat was ongeveer drie jaar geleden. Het leek me niet slecht om wat bij te verdienen en tegelijkertijd hier op vakantie te komen. Zo ik ook nog mijn Frans wat bijschaven. Ik had niet gedacht in Vlaanderen terecht te komen, maar dat was wel leuk want iedereen spreekt hier toch Engels. Wat ik ook niet verwachtte was mijn huidige vriend tegen te komen. Het werd toen echt ingewikkeld want ik was heel verliefd. Ik wist niet wat ik moest doen: hem meenemen naar Tsjechië of hier blijven? Maar wat moest ik hier dan doen? Mijn vriend en ik gingen op reis. En hoe meer ik van de wereld zag, hoe meer mijn besluit vast stond. Ik besloot te immigreren. Eigenlijk heb ik Gent heel graag omdat de gotische bouwstijl en dergelijke mij aan Praag doen denken. Gent lijkt wel een mini-Praag.“ “Dat was ongeveer anderhalf jaar geleden. Toen bleek dat mijn diploma hier niet erkend werd en dus moest ik mijn laatste twee jaar herdoen aan de RUG. Daarenboven moest ik ook nog eerst niveau vijf voor Nederlands halen maar er bestaat
geen cursus Tsjechisch-Nederlands. In drie maanden leerde ik dan jullie taal vanuit het Engels.”
Euroangst
”Je denkt misschien dat vanaf mei 2004 mijn diploma wel zou erkend worden maar dat is niet zo. We mogen wel toetreden tot de EU maar Duitsland heeft verkregen dat het nog tien jaar zal duren vooraleer Oost-Europeanen hier hun diploma kunnen ratificeren en een werkvergunning kunnen krijgen. Ze waren bang dat de mensen massaal naar hier zouden komen. Waar we schrik van hebben bij de uitbreiding van de EU is dat alles gaat uitverkocht worden in Tsjechië. Voorlopig is het leven daar nog veel goedkoper. Alles is duur in Vlaanderen met een Tsjechisch salaris. Toen ik naar hier kwam, kon ik bijna niets kopen in de winkels. Aldi was de enige winkel waar ik iets kon kopen.” “Toetreden tot de EU lijkt een beetje zoals we toetraden tot de NAVO. In het begin was het ook leuk om lid te worden van de NAVO maar toen we soldaten moesten sturen naar de Golf en de factuur kregen was het enthousiasme al ver zoek.”
Revolutie!
”Na de revolutie hebben we in Tsjechië in een vlaag van vreugde onze gehele wapenindustrie opgedoekt. We waren vrij en wilden altijd vrede dus gedaan met wapens. Maar hierdoor werden mensen werkloos en arm. De eerste bedrijven gingen op de fles en we merkten dat het nieuwe systeem ook niet feilloos was. We voelden ons een beetje bedrogen en ontgoocheld.”
“Wat ik ook absurd vind is dat jullie moeten gaan stemmen.”
”Niks is enkel zwart of enkel wit natuurlijk. Het basisidee van het communisme was heel goed. Alles was gratis en werkloosheid was zelfs strafbaar. Het sociaal systeem hier lijkt een beetje op het communistische systeem. Maar overal zijn er profiteurs. De huidige regering in Praag heeft na de revolutie serieus moeten besparen op de sociale voorzieningen waardoor vele Tsjechen zelf moeten sparen voor een pensioen. Ik ben het nog altijd niet gewoon dat je bij een dokter moet betalen. Zelfs nu nog worden de dokters in Tsjechië rechtstreeks betaald door de mutualiteiten.” ”Wat mij hier wel een beetje ergert, is de bureaucratie waarbij je dingen moet aanvragen bij diensten die overal verspreid zijn. Bij ons in Tsjechië is alles centraal georganiseerd zoals bij de Sovjets, waardoor alles veel sneller gaat. Wat ik ook absurd vind is dat jullie moeten gaan stemmen. Dat is zoals voor de revolutie bij ons. Wij waren zo blij dat we na de revolutie vrij konden beslissen om al dan niet te gaan stemmen en op wie we zouden stemmen. Ik vond het heel raar dat mijn vriend moest gaan stemmen met paspoortcontrole enzo. Je hebt zelfs een doktersbriefje nodig als je niet wil stemmen!”
Geloof in de mode
Tijdens het communisme was het leuk om televisie te kijken. Het was wel brainwashing maar het is leuker dan de miserie van over heel de wereld te zien. Banden met extreemrechts deden de RKV de das om
8
”In Tsjechië zijn er 40% katholieken, 40% atheïsten en 20% andere godsdiensten. Tijdens het communisme was godsdienst verboden en na de revolutie is het mode geworden om gelovig te zijn en naar de kerk te gaan. Of het van binnen komt, weet ik niet maar nu is het bijzonder hip onder jongeren om katholiek te zijn. Alles wat verboden was, is populair.” ”Het Vlaams Blok is hier enorm tegen vreemdelingen net zoals een partij bij ons
a’ in de lage landen
eapprecieerd als je direct bent.” in Tsjechië, de Republikanen, tegen de zigeuners is. Het is altijd zo leuk als ik in mijn brievenbus die folders van het Vlaams Blok krijg. Ik zou ook eens moeten gaan om te vragen en te kijken wat ze van mij vinden. Veel zigeuners zijn na de revolutie naar hier gekomen als economische vluchtelingen maar dat was helemaal niet nodig. Bij ons was het nooit slecht. Maar ze hadden gehoord dat in Canada en hier de sociale uitkering hoger was en daarom kwamen ze naar hier.”
Uit elkaar
”De mensen die ik hier ontmoet heb, zijn over het algemeen vriendelijk. Tijdens mijn doktersstage0 ben ik wel een paar keer tegen de muur gelopen. Ik denk dat het in mijn Slavische karakter ligt om open te zijn terwijl je hier u beurt moet afwachten en best geen negatieve dingen over mensen zegt. Sommige mensen vonden het ook echt vervelend dat ik veel uitleg vroeg, toen ik nog niet voldoende Nederlands sprak. Eerlijkheid wordt niet geapprecieerd als je te direct bent. Je moet echt voorzichtig zijn met wat je zegt. Sinds de revolutie zijn we in Tsjechië juist blij dat we eindelijk alles direct kunnen zeggen zonder omwegen.” ”De breuk met Slovakije was eerder op aandringen van hen voornamelijk omdat ze vonden dat ze teveel geld aan ons moesten geven. Dat was eigenlijk helemaal niet zo. Cultureel verschilden we niet zoveel. Op een dag was er een politiek akkoord om uit elkaar te gaan, ook al leefde dat niet echt bij de bevolking. Het was voor de gewone bevolking eigenlijk een verrassing. Alles is uiteindelijk vlot verlopen. Het enige wat voor wat heibel zorgde was het feit dat wij de vlag hadden overgenomen en dat de Slovaken op zoek moesten naar een eigen vlag.” ”Ik denk dat de situatie tussen Walen en Vlamingen hier zeer vergelijkbaar is. Wallonië is dan Slovakije en Vlaanderen lijkt meer op Tsjechië. De Slovaken vonden het destijds niet leuk dat alles vanuit de Tsjechische hoofdstad Praag werd beslist. Als vreemdeling hier heb ik nooit gemerkt dat Vlamingen soms denigrerend over Walen doen. Tijdens mijn stage in ziekenhuizen hier viel het wel op dat een Franstalige patiënt verwachtte dat je Frans kon spreken. Dat zij Nederlands moet kunnen spreken, dat is minder. Dus heb ik ook mijn Frans moeten opfrissen.”
Gechenken
”Hé, schitterend: Iedereen Beroemd. Hartelijk dank, ga ik met plezier bekijken. De typische Tsjechische film is ook een beetje raar. Echt leuk is Akumulato, de enige Tsjechische actiefilm waarin een TV-verslaafde man vecht tegen zijn TV omdat hij vermoedt dat deze zijn energie afneemt. Leuk zo een Vlaamse film. Dat is de reden waarom ik ook nu de cursus volg. Om een beetje meer van die cultuur te weten te komen. We gingen eens naar een tombola en iemand zei “dat de hesp later komt”, maar dan moet je weten dat je een hesp kan winnen. ”Ik vind echt dat jullie TV-verslaafden zijn.
“Jullie zijn hier echt TVverslaafden!”
Nu we ook commerciële zenders hebben in Tsjechië zullen de mensen ook daar weer meer naar televisie kijken. Tijdens het communisme was het leuk om televisie te kijken. Elke avond vertelde men hoe goed men wel was en wat er allemaal gelukt was. Eigenlijk was dat leuk. Na de revolutie stak het nieuws vol met negatieve berichten. Bij de communisten was dat zeker ook wat brainwashing maar het was veel leuker dan al die mi-serie van over heel de wereld die men ons nu voorschotelt.”
Kokkerellen
”Wat ik voor jou meebracht, is moeilijk te beschrijven. Het is geen taart maar eerder cake-achtig. Bij ons heet dat Boechti en het is van rijzende deeg gemaakt. De vulling kan zowel fruit als witte kaas zijn. Voor jou heb ik er met kaas en maanzaad. Maanzaad is bij ons echt traditie terwijl dat hier blijkbaar veel
“Iedereen denkt hier aan opium als ik naar maanzaad vraag. “
minder gebruikt wordt. Iedereen denkt hier aan opium als ik om maanzaad vraag.” ”Er is een groot verschil tussen de keuken hier en in Tsjechië. Wij eten traditioneel veel varkensvlees, witte kool en knoedels. Daarbij drinken we een goed glas bier, natuurlijk. Wij zijn echt grote bierdrinkers. Ik denk dat er competitie zou kunnen zijn tussen ons twee landen.” “Wat ik lekker vind hier? Mmm, ik ben geen grote fan van frietjes en als vegetariër eet ik ook geen biefstuk natuurlijk. Jullie gebruiken wel veel andere groenten zoals broccoli, witlof en andijvie. Ik moet
wel zeggen dat het eerste wat ik altijd doe op bezoek in Tsjechië is een bakkerij binnenlopen want de ontbijtkoekjes die jullie maken vind ik niet echt schitterend. Het was dus niet zo dat ik direct jullie keuken fantastisch vond, ik moest daaraan wennen.”
En de cursus?
”Ik vind dat ik eigenlijk iets van achtergrond mis. Je kan een taal misschien leren maar om de mensen een beetje te begrijpen en oriëntatie te krijgen inzake politiek moet je ook iets van geschiedenis kennen. Bijvoorbeeld waarom er hier zes regeringen zijn, hoe die werken en hoe de scholen hier ineen zitten. Waarom wordt mijn diploma niet erkend?” “Toen ik hoorde dat de zoon van mijn vriendin van richting ging veranderen, keek ik raar op. Dat watervalsysteem kennen wij helemaal niet. Je kan blijven zitten maar van richting of school veranderen is een echte schande. Op je nieuwe school zou je trouwens weer in het eerste jaar moeten beginnen. Ook deliberaties kennen wij niet: je bent erdoor of je bent gebuisd.” ”De cursus is niet nuttig maar wel interessant. Het is een boeiend programma met van alles iets. Iets over taal, cultuur, geschiedenis en frietjes bakken. Dat laatste ga ik wel missen maar dat vind ik niet zo erg want ik vind ze helemaal niet lekker. Het is wel leuk om met de verschillende deelnemers te babbelen. Vanwaar ze komen maakt helemaal niet uit en het is veel interessanter om met de mensen te praten dan iets over hun cultuur te lezen in een boek. Daarbij merk je wel dat Praag maar 1000 kilometer van Brussel ligt en dat onze cultuur veel dichter bijeen ligt dan je zou denken. Vorige les ging het bijvoorbeeld over feodalisme en toen moest de professor dit begrip voor mensen uit Azië en Afrika uitleggen. Toen heb ik beseft dat ik toch nog in het hart van Europa woon.” Je kan samen met Lenka nog de rest van het kennismakingsprogramma volgen. Voor meer info bel naar Filip Devos op 09/264.40.82 of mail de man via filip.devos@rug.ac.be.
Frederik De Swaef
9
Proffen willen privé-resto D
Vakbond vreest begin van einde
e Sociale Raad van de Universiteit Gent heeft volkomen terecht een negatief advies gegeven voor de bouw van een resto op de Campus Ardoyen in Zwijnaarde. Die resto zou namelijk door een privé-firma uitgebaat worden terwijl er op heel die campus niet eens 100 studenten zijn.
De Campus Ardoyen is het technologiepark van de Universiteit Gent. Allerlei spin-offs rapen er het slijk der aarde met bakken op. De proffen die er hun bedrijfjes ingeplant hebben, komen voornamelijk uit de Faculteit Wetenschappen en de Faculteit Toegepaste Wetenschappen. Onder andere de wereldbefaamde Marc Van Montagu voert er zijn innoverend onderzoek naar genetica. Aangezien het Technologiepark vooral een verzameling bedrijven is waarmee proffen hun wetenschappelijke ontdekkingen en uitvindingen verzilveren, vind je er bijna geen studenten. Hoop en al zijn er slechts 100 te bespeuren.
Wereldvreemd
rust gegrom horen als ze zouden beginnen resto’s te privatiseren. “Dan komt er staking van!” stelde De Keyzer ferm, met het schuim net niet op zijn lippen. Uiteraard spreekt De Keyzer voor zijn eigen winkel. Hoe meer personeelsleden er zijn, hoe liever. De Keyzer is iemand die er alles aan doet om het personeel te beschermen en daarom wil hij dat resto’s openblijven zelfs al komt er geen kat, zoals in de Kleine Brug. Vroeger was hij dan ook te vinden voor een resto op Ardoyen. Maar nu hij hoort dat er geprivatiseerd wordt, steigert De Keyzer. Over die personeelsleden heeft hij ten eerste al niets te zeggen en ten tweede knijpt hij
Die studenten gaan meestal de brug over de Ringvaart over om in de universitaire resto aan de Sterre hun maal tot zich te nemen. Ofwel gaan ze ergens een broodje halen. Een resto op hun eigen campus vinden ze niet nodig als er zo dichtbij, aan de Sterre, toch al één is. Voor wie zou zijn resto dan zijn? Voor de proffen en hun personeel uiteraard. Te wereldvreemd om in de vreemde boze buitenwereld op zoek te gaan naar voedsel? Blijkbaar. In het verleden is al twee keer gepoogd om op de Campus Ardoyen een resto te openen maar dat is al twee keer mislukt wegens gebrek aan klanten. En toch probeert een aantal mensen er de universiteit toe te brengen weer een resto op te starten. En dan nog wel door een privébedrijf. De reden daarvoor is dat een resto onder de sociale voorzieningen voor studenten valt. Op de Campus Ardoyen weten ze immers ondertussen al dat de studenten het niet leuk vinden als geld dat voor hen bestemd is, naar het geprofte gaat. Dat geprofte is daarenboven niet zo stom om maar enigszins de schijn op te houden dat de resto vooral voor hen bedoeld.
Schuimbekkend
Daarom kwam men op het idee om de resto door een privé-firma uit te laten baten. Dan troggelen ze geen geld van die klagerige meer af maar hebben ze wel hun restaurant in de buurt. Wie zou daar nu over vallen? Tja, wie? Ten eerste al de vakbond. In Schamper 406 (12 november 2002) liet Peter De Keyzer al enig veront-
10
over genomen in het Bestuurscollege”, vertelt hij. Het is wel al besproken in de Sociale Raad en die gaf een negatief advies. Het valt af te wachten of het Bestuurscollege dat advies volgt. Waarschijnlijk zal dat het geval wel zijn aangezien de universiteit het advies van de studenten serieus neemt.”
Dat de Sociale Raad het voorstel niet goedkeurde, is maar normaal. Waarom zou de universiteit immers in zo’n avontuur rollen? Gewoon omdat enkele proffen en personeelsleden van de spin-offs te lui zijn om wat rond te rijden voor eten? Het enige wat voor de studenten enigszins handig zou zijn, is een standje waar ze broodjes zouden kunnen krijgen. Een resto hebben ze zoals gezegd al aan de overkant van de vaart. Bovendien riskeert de universiteit door met een privé-firma samen te werken alweer dat er gesjoemeld wordt. Niet dat de administratie een bende corrupte kinkels is maar er zijn er altijd, zoals Valère Meus van het Talencentrum (zie bijna alle Schampers van de vorige jaargang), die het niet al te nauw nemen met bepaalde regels en hun zakken beginnen te vullen zodra de universiteit in contact komt met de privé-sector.
Koteletten hem dat men na Ardoyen ook de andere resto’s zou privatiseren.
Verkeerde beleggingen
Dat viel ook regeringscommissaris Yannick De Clercq op. “Tot voor enkele jaren bestond er een consensus en werd er beslist om die resto er te zetten”, weet De Clercq. “Maar nu zijn ook de studenten er opeens tegen. Het gaat om dezelfde resto waarvan enkel de formule anders is. Het blijft in essentie een studentenresto, met dat verschil dat de universiteit niet moet investeren en geen personeel moet betalen.” Ideaal dus om te besparen in deze tijden van verkeerde beleggingen op de beurs. “Door samen te werken met de privésector, heeft de RUG een manier om die resto er te zetten zonder in de eigen zak te tasten”, gaat De Clercq verder. “En als er sluitende garanties zijn dat die resto het personeel en de studenten tegemoet komt, dan zie ik persoonlijk geen bezwaar.” De Clercq benadrukt wel dat hij neutraal is in dit dossier. “Er is nog geen beslissing
Bovendien kan zo’n private resto nooit enig voordeel opleveren voor de student. Tegenwoordig betaalt een student voor zijn eten in een resto slechts een derde van de werkelijke prijs. De rest legt de universiteit bij. Stel dat de universiteit ook mee zou betalen voor het eten van de resto in Ardoyen, dan profiteren vooral de proffen en hun personeel daarvan. Immers, van 100 studenten die op de campus zitten, zullen er niet veel die in de resto blijven eten. Maar ondertussen verliest de RUG wel geld aan personen die door hun bedrijfjes al genoeg poen hebben terwijl ze niet kan investeren waar het echt nodig is, zoals in het studentenhuis (zie pagina 3). En als de RUG geen geld toeschiet, zullen er al helemaal geen studenten komen. Maar is dat dan nog een universitaire resto? Dat er eens een prof een spin-off opricht die zich niet bezighoudt met genetica of metallurgie maar met het wetenschappelijk verantwoord bakken van koteletten en runderlapjes voor zijn hoogtechnologische collega’s.
Van der Mensbrugghe
e RUG is een klote-unief, het is maar dat u het weet. De RUG is echter niet de enige. Het hele universitaire systeem trekt op geen ballen. Wiens schuld dat is kan ik niet echt zeggen, maar het wordt tijd dat er wat verandering aan komt.
Belgie bezit enkele van de beste universiteiten in Europa en het niveau van de afgestudeerde studenten is blijkbaar van een groter kaliber dan dat van andere Europese afgestudeerden; yeah, right. Ik vraag me af hoe het dan komt dat wanneer ik met mijn medestudenten communiceer, ik in 99 procent van de gevallen tot de constatatie kom dat ik zonet mijn tijd verspild heb aan een complete randdebiel? Dat randdebielen zich geroepen voelen om een universitaire studie aan te vatten is niet echt de schuld van de unief zelf natuurlijk. Dat ze na het behalen van hun diploma noch altijd randdebielen zijn, is iets wat je natuurlijk wel in de schoenen van de universiteit kan schuiven. Overdrijf ik niet een beetje? Neen, neen en nog eens neen. Na mijn eerste kandidatuur was ik zwaar teleurgesteld in de mallemolen die wij een universiteit noemen.
verplicht worden om heelder cursussen uit het hoofd te blokken in de hoop dat ze er twintig procent van onthouden (een uitsprak uit de mond van een van de professoren aan de unief). Soit, dat is nog het ergste niet. Ik erger mij het meest aan de opwaardering van blokbeesten en het niet stimuleren van mensen die werkelijk intelligent zijn.
De taktiek die men aan de unief hanteert om de grote aantallen studenten wat in te perken zou Darwin in zijn graf doen omdraaien. Hier geldt niet het recht van de sterkste of in dit geval de sterkste op intellectueel vlak maar het recht van de grootste conformist. Diegene die heel erg goed kan blokken maar nog niet de helft van zijn cursus echt begrijpt wordt meestal beloond met ten minste een onderscheiding, terwijl de goede verstaander die moeite heeft met het memoriseren van triviale feitjes meestal afgeslacht wordt.
Enkele concrete voorbeelden: persoonlijk vind ik het een drama dat in een cursus zoals inleiding tot de voornaamste moderne literaturen de nadruk ligt op het uit het hoofd leren van de cursus en minder op het aantonen dat je echt iets zinnigs kan vertellen over een boek dat je hebt gelezen. Hetzelfde geld voor al de andere algemene vakken uit de Letteren en Wijsbegeerte.
C O L U M N
D
J’accuse
Als je dus het kaf van het koren wil scheiden, dan kan je volgens mij beter examens geven die de studenten testen, namelijk op hun kunnen en minder op hun kennen. De randdebielen zullen sneller ontmoedigd worden, waardoor er ook minder studenten zullen zijn, iets wat de kwaliteit van het onderwijs dan weer ten goede komt. Of zoals mijn hoofdredacteur het eens verwoorde: “de unief mag wat elitairder zijn” (intellectueel elitair dan, niet vanuit een economisch oogpunt welteverstaan - om de linkse student onder ons niet op de kast te jagen.)
Evelien Baeten
Verkiezingskoorts aan RUG
Ik vind het schandalig dat eerstekanners
D
e verkiezingen komen eraan, de campagnes zijn duidelijk al begonnen en dus kan de RUG niet achterblijven. Zowel de Vakgroep Sociologie als het Politiek en Filosofisch Konvent organiseren binnenkort activiteiten over politiek en de nakende stembusslag.
Onder coördinatie van de vakgroep Sociologie geeft professor Marc Swyngedouw, socioloog aan de Katholieke Universiteiten van Brussel en Leuven, vanaf 13 februari 2003 een lessenreeks over “maatschappelijke veranderingen en politieke ontwikkelingen”. Dit in het kader van de Francqui Leerstoel aan de Universiteit Gent.
Swyngedouw leidt aan de KUL het Instituut voor Sociaal en Politiek Opinieonderzoek (ISPO). Volgens de persmededelingen van de RUG bevindt zijn onderzoek zich “voornamelijk op het gebied van de politieke sociologie, verkiezingsonderzoek, waardeoriëntaties en minderheden.” De professor is ook de grondlegger van de exit-polls die de VRT sinds de verkiezingen van 1994 uitvoert om al naar de resultaten te peilen nog voor de stemmen geteld zijn. Op donderdag 13 februari geeft Swynge-
douw zijn inaugurale les in de Aula aan de Volderstraat, over de veranderingen in het politieke landschap sinds de jaren ‘80. Daarna volgt negen weken lang een reeks lessen over onder andere “Subjectieve motieven als verklaring voor het stemgedrag” (27 februari), “Theorieen over het succes van extreemrechts getoetst” (6 maart) en “Gepercipieerde discriminatie bij minderheden” (24 april). De volledige lijst van activiteiten, data en locaties vindt u tussen de persberichten van de universiteit, op www.rug.ac.be. Ook het Politiek en Filosofisch Konvent (PFK) laat zich niet onbetuigd. Op dinsdag 11 maart 2003 organiseert het convent een heus verkiezingsdebat. Het realiseren van dat idee had echter heel wat voeten in de aarde. Maar welke beslissing in het PFK heeft dat niet? Er was immers discussie over wie op het debat aanwezig mocht zijn: vertegen-
woordigers van de politieke partijen die met een vereniging in het PFK zitten of sprekers van alle partijen die in het Vlaams Parlement zetelen? Uiteindelijk werd geopteerd voor dat laatste voorstel, “wegens de werkbaarheid van het debat”, omdat binnen het PFK slechts vier verenigingen voor hun partijpolitieke binding uikomen. De Marxistisch-Leninistische Beweging protesteerde echter: de PvdA zetelt namelijk niet in het Vlaams Parlement. Uiteindelijk kwam het tot een compromis waarbij alle verenigingen nu een vertegenwoordiger mogen sturen. De Actief Linkse Studenten zagen meteen af van die mogelijkheid: eerst weigerden ze medewerking indien het debat, mét het Vlaams Blok, in een universiteitsgebouw zou doorgaan. Dus werd beslist het evenement elders te houden. Nu laat de ALS echter weten dat de aanwezigheid van het Vlaams Blok genoeg is om zelf niet deel te nemen, en zelfs actie te voeren daaromtrent. Tja. Wordt vast vervolgd.
Rien Emmery
11
We zijn met te ve
H
Professor ecologie Dumont ov
enri Dumont ziet rampen gebeuren. Niet alleen lopen er dra te veel mensen rond op de aardkloot, ook aan de universiteit loopt het fout. De docent ecologie stoort zich aan proffen die dynastietjes oprichten en genocides die ontstaan door overbevolking.
In 1987 liet professor Henri Dumont voor het eerst van zich horen in Schamper door enkele collega’s “ouwe zakken” te noemen. Dat leverde hem bepaald niet veel krediet op. In Schamper 402 (11 maart 2002) werd Dumont onterecht de huid volgescholden omdat men hem promoveerde tot hoofddocent terwijl hij een barslechte onderwijsevaluatie had gekregen. Nu blijkt dat er meer aan de hand was. Dumonts zogezegde onbestaande syllabus is een mooi uitgegeven en vlot leesbaar boek, ‘De ecologie van populaties’ en zijn studenten zijn niet anders dan lovend over hem. In dat boek staan enkele merkwaardige feiten. SCHAMPER: We zijn met te veel op de wereld, blijkt uit uw boek. Is het echt zo acuut? Henri Dumont: “Iedere seconde drie individuen acuter. Dat zijn er enkele duizenden per uur. Het is al heel acuut sinds de zeventiende eeuw. Men zegt nu dat Malthus in zijn ‘On Population’ ongelijk had omdat er twee eeuwen later nog altijd geen rampen gebeurd zijn op wereldniveau. Dat is waar maar er zijn voortdurend catastrofes op lokaal niveau, zoals in Afrika. Al die genocides in dat continent komen allemaal door overbevolking. In Burundi en Rwanda is dat sociologisch goed bestudeerd en daar hangt alles samen met het erfenisrecht. Door dat erfenisrecht is de landbouwgrond op den
12
duur opgesplitst in zodanig kleine perceeltjes dat ze beneden het leefbaarheidsniveau vielen. Dan komen die malthusiaanse mechanismes in wer-king waarbij alles gericht is op overleven. De mensen hebben daarbij op de eerste plaats loyauteit tegenover hun eigen gezin en familie, en dan hun dorp, hun streek en uiteindelijk hun volk of ras. En zo zijn de Hutu’s en de Tutsi’s beginnen te vechten.”
Halfslachtig
”De overbevolking is echter het meest acuut in Zuid-Oost-Azië. Op dit moment is één op de twee aardbewoners een Indiër of een Chinees. Ik heb veel respect voor de Chinezen die het enige volk zijn die het mes in hun eigen fertiliteit gezet hebben. Indië is daar veel halfslachtiger in. Onder sociale druk wordt het beleid ook in China iets losser. Daarenboven begint China steeds meer een consumentenland te worden. Stel je eens voor: 1 miljard Chinezen die allemaal een auto hebben. Dan heb je onmiddellijk een probleem met de ecologische voetafdruk. Die theorie van de ecologische voetafdruk zegt dat er op aarde een bepaalde hoeveelheid vruchtbare grond is. Er zijn zes miljard mensen. Het aantal hectare vruchtbare grond gedeeld door zes miljard, toont over hoeveel hectare elk mens rechtmatig kan beschikken en momenteel is dat al minder dan twee hectare per persoon. En
het daalt. De gemiddelde Belg gebruikt echter 6,20 hectare en de gemiddelde Amerikaan zit zelfs over de 10 hectare. Die arme Indische boer heeft dus maar 0,2 hectare om te consumeren.” ”Daarenboven gaat men er bij de redenering van een aantal hectare per persoon vanuit dat je kan leven van de opbrengst daarvan, van de ruimte. We leven echter ook van het kapitaal, de grond. We putten de planeet uit door erosie te veroorzaken en verzilting. Dat is een neerwaartse spiraal. Gelukkig daalt de nataliteit heel sterk - eindelijk. In Afrika en Zuid-Amerika stijgt ze echter wel nog. In China ook nog door de interne dynamiek. Zelfs als je één kind per familie hebt, duurt het nog 2,5 generatie voor dat die groei uit de bevolkingspiramide is. Daar zijn ze bijna aan toe.”
Zure appel
”Nu zitten ze aan de vergrijzing, waar zo veel over gezeverd wordt. Er is een probleem als al die mensen op pensioen gaan en onderhouden moeten worden door veel minder jongeren. Je hoort dan regelmatig pleidooien voor meer kinderen. Maar dat betekent potentieel ook veel jeugdwerklozen. Enerzijds wil men meer kinderen maar anderzijds klaagt men bij een crisis wel over de grote jeugdwerkloosheid. Ik denk dat we door die zure appel van vergrijzing moeten bijten.” SCHAMPER: Zal er binnen enkele jaren dan geen onevenwicht zijn tussen de groeiende bevolking van de ontwikkelingslanden en de dalende bevolking van de industrielanden? Dumont: “Ja, en voor mij is dat een normale evolutie. Het ziet er niet goed uit voor ons maar het is de beste oplossing. Rond 1900 was Europa nog een kwart van de wereldbevolking, nu zijn we daar maar 5% meer van. Als we twintig willekeurige aardbewoners zouden nemen, dan is de kans dat er één Europeaan is kantje boordje. Moeten we daarom concluderen dat we opeens meer kinderen moeten produceren? In 18401850 waren er ongeveer 3 miljoen Belgen. Dat ging ook en het was zelfs veel beter voor het milieu. Nu zitten we met 3,5 keer zo veel meer menselijke activiteiten en individuen en industrie. Het zou beter zijn als we een beetje ruimte lieten. Ik zou ons graag zien terugvallen van zes miljoen tot drie miljoen Vlamingen. En ondertussen komen er meer Brazilianen
veel op de wereld
over de universitaire populatie en Congolezen bij. Ze staan hier trouwens toch bijna allemaal tegenwoordig. Dat Fort Europa werkt niet.”
Blinde vlek
SCHAMPER: Was dat ook het onderzoek dat u deed voor de VN-commissie over duurzame ontwikkeling in 1992? Dumont: “Wel, toen was ik nog zo naïef om te denken dat duurzame ontwikkeling de natuur beschermen is. Maar tussen 1992 en 1995 heb ik veel bijgeleerd. Zo is de mens een soort tussen de andere soorten. Je moet kijken hoe die menselijke bedrijvigheid zich inpast in het natuurlijk ecosysteem - het is er een deel van. Het exceptionalisme zegt dat de mens buiten en boven de natuur staat en dat het menselijke intellect voor elk probleem een oplossing vindt. Dat is fout. Wij hebben hetzelfde dna en hetzelfde metabolisme als andere soorten. We hebben wel grote hersenen maar we gebruiken ze niet altijd.” ”Toen ik vijftig jaar ging worden, ontdekte ik dat de ecologie, de economie en de sociale aspecten een driehoek vormden. Waarom is mij dat nooit op de universiteit verteld? Waarom heeft men mij altijd poten leren tellen of de een of andere onnozele groep wormpjes leren dissecteren? Dankzij die ervaring geef ik nu de lessen die ik geef. Zonder dat zou ik die blinde vlek bewaard hebben zoals mijn collega-biologen. Bij mijn studenten merk ik gelukkig een grote openheid voor ecologie gekoppeld aan economie. Nu weten ze tenminste dat kapitaal productiemiddelen zijn.”
Conservatief
SCHAMPER: En uw collega’s? Dumont: “Zij kijken daar wat argwanend naar. Waar is hij nu weer over bezig? Een nieuwe hobby? Ze durven het wel niet afwijzen. Nu kunnen ze er niets aan doen dat ik dat in de tweede licentie geef. Maar in de BaMa-structuur wil ik daar een aparte cursus over, hoewel er weinig enthousiasme is. Biologen, zowel plant- als dierkundigen, zijn soms rare mensen. Zeer conservatief. Conservatisme is iets wat helaas een groot stuk van de universiteit beheerst. Je hebt hier oude mensen van dertig jaar rondlopen. Kijk eens naar de Biologie. Dat is grootste vakgroep in de Wetenschappen, heeft 200 perso-neelsleden en 20 docenten. Ze is groter dan de Faculteit Farmacie en zelfs de Faculteit Economie. Bij die laatste hebben ze
maar 16 docenten.” ”Hier maken ze daarenboven allemaal dynastietjes. Het eerste wat ze willen als ze docent zijn, is dat ook hun trouwste medewerker docent wordt. Dat is een kwaal die hier nog altijd woekert.”
Dom
“Onlangs is hier een jonge docent, Luc Lens, aangeworven voor terristrische ecologie. Eindelijk iemand van buiten, uit Antwerpen! Die Lens is zeer goed en had onmiddellijk een verfrissende invloed op heel de vakgroep. Als je echter systematisch aan inbreeding doet, doe je aan navelstaren. Bij de Amerikaanse universiteiten mòet je weg als je gedoctoreerd hebt. Dat is veel gezonder.” SCHAMPER: Wordt Lens niet overbelast met lesuren? Dumont: “Dat is toch belachelijk hé? Dat is de schuld van een collega waarmee ik goed bevriend was tot hij docent werd. Daarna was er geen land meer mee te bezeilen. Dat was precies iemand die jaren had zitten wachten op de kans om zich waar te maken. Sinds hij docent is, heeft Johan Mertens niets anders dan chaos aangericht. Hij hééft het gewoon niet. Ik ga niet zeggen dat hij dom is maar hij is verschrikkelijk wisselvallig, heeft heel veel grillen en kan nooit zes maanden hetzelfde doen. Hij leest een artikel en denkt: ‘Dat kan ik ook’. Hij zet er dan studenten op, die arme sukkels. Dan mislukt het en laat hij de studenten vallen en begint aan iets anders.”
Getatoeëerd
”Nu, over Luc Lens. Die is aangetrokken met de idee: we gaan die jongen enkele jaren gunnen om een researchgroep op te bouwen en hem dan in het onderwijs te schuiven. Die jongen geeft zelf graag les maar ik vind dat we dat een beetje moeten uitstellen zodat hij de kans krijgt zich hier in te nestelen. Maar dan komt Mertens met precies het tegenovergestelde: hij schakelt hem overal in terwijl hij mij bijna buitengooit. In zijn voorstel ging ik van 24 naar 6 lessen. Ik zou op een vierde komen van wat ik deed. Iedereen is echter op zijn achterste poten gaan staan tegen het voorstel-Mertens en het is compleet afgevoerd.” ”Het probleem is dat docenten ieder jaar opnieuw worden aangeduid. Dat proffen niet langer hun cursussen op hun buik getatoeëerd hebben tot hun vijfenzestig-
ste vind ik goed. Maar dat de docenten ieder jaar opnieuw aangeduid worden is te veel van het goede. Iets redelijker is om de drie jaar. Wie er jaarlijks uitgetrapt kan worden, zal immers niet geneigd zijn zware inspanningen te leveren.”
Pierlala
SCHAMPER: Hoe zit het nu met uw onderwijsevaluatie? Komt die er eindelijk? Dumont: “Wel, er is een nieuwe onderwijsdirecteur. De vorige wou mij niet meer evalueren. Drie jaar geleden kreeg ik een zeer negatieve evaluatie maar ik had het gevoel dat een aantal studenten opgeruid waren. Iemand moest namelijk de plaats ruimen voor mij, tegen zijn zin, toen ik terugkwam van die VN-commissie. Dat kan ik niet hard maken maar er zijn aanwijzingen voor. Het jaar daarop kon men mij opeens niet meer evalueren. Maar vorige week kreeg ik te horen dat men mij in mei een evaluatie zou gunnen. Ik ben benieuwd. Ik vraag namelijk niet beter. Ik heb een goed contact met de studenten. Drie jaar geleden moest men verhinderen dat ik bevorderd werd. Ze hebben toen waarschijnlijk ook Schamper SCHAMPER: Wat vindt u van het voorstel van rector André De Leenheer om jonge proffen de kans te geven meer onderzoek te doen en oudere proffen meer les te laten geven? Dumont: “Ik vind dat het beste idee dat ik de laatste tien jaar gehoord heb. We wilden Luc Lens ook meteen in zo’n systeem schuiven. Maar dan komt daar zo’n pierlala die het onmiddellijk anders gaat oplossen. Uiteindelijk doe je er wel het best aan iedere vogel te laten zingen zoals hij gebekt is. Luc zelf wil graag lesgeven. Maar in de Biologie hebben we twintig docenten met daarenboven nog enkele gastdocenten. Er zijn daar gewoon niet voldoende cursussen voor. Voor mijn part mogen ze het aantal verdrievoudigen. Maar voor een brandend actueel onderwerp als duurzame ontwikkeling lijkt er hier geen plaats terwijl de snelst groeiende tak bij de Economie de ecologische economie is. De economisten weten dat tenminste.”
Van der Mensbrugghe
13
LEZERSBRIEF
Naar aanleiding van Schamper nr. 409 (20 januari 2003) had ik graag gereageerd op bepaalde stellingen die over mijn persoon in het artikel verschenen zijn. Eerstens dien ik jullie op de hoogte te brengen dat ik nooit ofte nimmer een hakenkruisje of een ander symbool op mijn jassen draag en gedragen heb. Hoewel het door het wezen dat het artikel geschreven heeft opgemerkt is, waarom schrijven jullie dan leugens, gebaseerd dan nog op totaal onbetrouwbare en verkeerde getuigenissen en/of vaststellingen. Ik wens dan ook niet het voordeel van de twijfel te krijgen, daar het geschrevene geen waarheden bevat, noch de waarheid is en het zo gewoonweg niet kan zijn en er dus nooit van enige twijfel sprake kan zijn. Ten tweede heb ik mezelf nooit herkend in de bewuste persoonsbeschrijving, doch enkel andere personen die mij er zonder reden aan linken. Door deze voorgedane feiten heb ik inderdaad nogal wat schade ondervonden waaronder het verbod enkele zaken binnen te mogen gaan en vooral veel geroddel rond mijn persoon. Waar zit dan de zogenaamde ironie van het artikel wanneer het enkel de bedoeling was mij te kloten (heeft dat artikelschrijvend wezen mij toch gezegd) en schade te berokkenen aan mijn persoon. Ten derde is Vannaheim al jaren (vanwaar zou het een geheim zijn?) mijn pseudoniem in de muziekscène van mijn voorkeur –Black Metal- en heeft het bijgevolg niks te maken met politiek. Hierbij zou ik ten stelligste willen bevestigen dat ik geen lid ben van ook maar één politieke beweging of organisatie en dat politiek wegens de enorme kankerhypocrisie in dat wereldje me volledig koud laat. Met dit Recht van Antwoord hoop ik eindelijk eens een halt toe te roepen aan de hetze jegens mij - door jullie blad in gang gezet en hoop ik dat er in de toekomst eens nagedacht wordt alvorens over iemand een roddelartikel met nare gevolgen te publiceren of doe mij en vele anderen een plezier: maak er een einde aan. Frederik Van Hulle
Reactie van de Redactie
Het is waar dat u op die bewuste vergadering geen hakenkruisje droeg. Dat stond dan ook in het artikel: u kreeg het voordeel van de twijfel. Dat wil zeggen dat de redacteur de getuigenissen over u in twijfel trok en in uw voordeel heeft beslist. Het is wel raar dat wij onze bronnen - andere en meer betrouwbare bronnen dan over het hakenkruisje - niet vroegen: “Wie is Frederik Van Hulle?” Neen, onze vraag was: “Wie is dat manneke met dat brilleke van de Orde van Sint-Michiel?” Het antwoord was steevast: “Frederik Van Hulle, het vriendje van Pauwels”. Het is eveneens raar dat toen wij mailden naar vannaheim@hotmail.com, er een mailtje teruggezonden werd met enige uitleg over de Orde en hun principes en ondertekend met “F.” Daarenboven is het raar dat u, als wij u vragen ons uw rechtzetting via e-mail te zenden, eerst beweert dat u geen e-mail gebruikt en enkele dagen later een mail verstuurt vanuit een nieuw e-mailadres die u ondertekent - de macht der gewoonte? - met “F.” Het is raar maar waar. De Redactie Lezersbrieven zijn steeds welkom. Of ze gepubliceerd worden, is iets anders. Naamloos of politieke propaganda is namelijk de kortste weg naar de prullenmand. Gelieve ook uw Middelnederlands achterwege te laten. Wegens technische redenen kan de redactie beslissen de lezersbrief niet te plaatsen of in te korten. Op grondig gemotiveerd verzoek laten we de naam van de auteur weg.
Als u niet tevreden bent over een artikel, of klachten hebt over de universiteit, uw kotbazin of uw professor, schrijf dan een lezersbrief naar Schamper. Als hij onnozel genoeg is, wordt-ie zeker gepubliceerd. Maar steek in geen geval een Schamper in de fik! Schamper mag dan wel licht ontvlambaar zijn, ons boekje opbranden is zeer nefast voor het milieu en het stinkt. Niet doen dus. Waar heb je anders je syllabi voor?
14
H
Reusachtige vis in Leie Zwartkop toch niet uitgestorven
Urbaigneau: “Wel, als je zouden denken dat ik jullie gebruik voor mijn eigen onderzoek, dan moet ik dat beamen. Ik heb media-aandacht nodig om het volk te kunnen oproepen meer bewijzen te verzamelen. Ik zou duidelijke foto’s willen van de zwartkop. Die zouden ons geld voor verdere onderzoeken kunnen ople-veren. Bovendien krijgen we dan een beter beeld van waar we het beestje zoal kunnen vinden.”
SCHAMPER: Professor, wat is in hemelsnaam een zwartkop? Urbaigneau: “De zwartkop, onder paleontologen bekend onder de Latijnse naam capitus negro fingus, lijkt bijzonder goed op een dolfijn, maar mag daar zeker niet mee vergeleken worden! Het is wel een verre voorvader van de dolfijn, maar is in die zin anders dat het een zoetwatervis is en geen zoutwatervis. Het is daarom niet zó verrassend het dier in onze eigenste Leie terug te vinden. Wel verrassend is het omdat de laatste keer dat zo’n exemplaar is opgemerkt op (kijkt in vuistdik naslagwerk) 23 december 1981! Dat was in de Brahmaputra in India. Sindsdien hebben we nooit meer iets van dit – in zoetwatertermen – enorme beest opgevangen. Het is dan ook in 1991, nadat de ‘incubatieperiode’ was verstreken, dat de zwartkop officieel als uitgestorven staat geboekstaafd. Hier: lees maar in mijn encyclopedie van 1995.”
SCHAMPER: Wilt u het dier dan vangen? Urbaigneau: “Neen, absoluut niet! Dan zouden we verantwoordelijk kunnen zijn voor een nieuw uitsterfgeval. We willen het alleen van héél dicht bij bestuderen. De nieuwe kloontechnieken zouden zelf voor een kunstmatige aanwas van deze soort kunnen zorgen. Maar dat is natuurlijk nog toekomstmuziek.”
Groot was dan ook onze verbazing toen wij enkele dagen later een e-mail kregen van de befaamde professor Armand Urbaigneau. Hij is kenner van zeldzame en uitgestorven diersoorten en – saillant detail – een vermaard taxidermist. In zijn elektronisch kattebelletje laat hij ons weten dat sinds kort door meetapparatuur van de Gentse Universiteit een ongewone vorm door het water van de Leie doolt. Volgens de machines heeft het de vorm van een jawel, dolfijn. Maar de professor, kenner op dit gebied, heeft het vermoeden dat het geen dolfijn is, maar een zogenaamde zwartkop. Of wij eens met hem konden komen praten over dit curieuze geval.
Vierklauwens
Wij vroegen ons echter af waarom hij juist ons had uitgekozen en waarom hij zelf het initiatief had genomen om geïnterviewd te worden. Wou hij Schamper voor zijn eigen publicitaire karretje spannen om zo met óns belastingsgeld een onderzoek te starten naar iets dat niet bestaat? Onze hoofdredacteur wimpelde op zijn kenmerkende kordate manier alle opwerpingen af. Hij kende Urbaigneau als een integer persoon en uitzonderlijk wetenschapper. Hij maande ons dan ook aan te zwijgen en die man als de wiedeweerga een interview af te nemen. Wij dus vierklauwens naar professor Urbaigneau. Slechts Franz Kafka zelve had kunnen
SCHAMPER: Hoe komt het dan dat dat dier hier rondzwemt? Of bent u misschien niet zeker dat het een zwartkop is en is het tóch een dolfijn? Urbaigneau: “Ho, ho, ho, rustig hé. Eén vraag per keer. Ten eerste ben ik redelijk zeker dat het geen dolfijn kan zijn, want een dolfijn zou nooit zover tot hier kunnen geraken. Occasioneel zou een verdwaalde dolfijn een rivier kunnen binnenzwemmen, maar toch niet onze hoogst vervuilde Leie. Het is die vervuiling die trouwens in de kaart speelt van de zwartkop. In deze vervuilde rivieren voelt hij zich … als een vis in het water, zal ik maar zeggen. Dat hebben we ook gezien bij dat laatste geval in India. De Brahmaputra is immers een van de meest vervuilde waterlopen ter wereld. Op uw andere vraag moet ik u het antwoord schuldig blijven. Ik weet niet hoe het beestje hier is geraakt. Dat zou ik graag willen onderzoeken, uiteraard.”
Media-aandacht
SCHAMPER: Dat brent ons bij de vraag waarom u ons eigenlijk zélf hebt uitgenodigd?
SCHAMPER: Vreest u door dit in de openbaarheid te brengen, onrust te veroorzaken in de stad? Urbaigneau: “Misschien wel een klein beetje, maar dat is absoluut onnodig. Het beestje is totaal onschadelijk. Wel loert er het gevaar van zogezegde stropers die een ultieme trofee aan hun lijstje willen toevoegen. Dat zal tegenvallen, want iedereen die nu langs de Leie wandelt, zal wel in het water turen naar de zwartkop. Wie dan ongezien het, ik druk er nog eens op, enorme beest kan vangen, is een kanjer.”
R E P O R T E R
Fronsende wenkbrauwen alom op het redactielokaal, veel ongeloof ook. De slimsten onder de redacteurs wendden zich tot onze wetenschappelijke medewerker met de vraag wat een zwartkop is. Die moest echter, met het schaamrood op de wangen, bekennen dat hij ook niet wist wat dat precies was. Aangezien professor Urbaigneau een echte referentie is op het gebied van de paleontologie, werden de laatste twijfels over de waarheid van zijn woorden dan maar snel van tafel geveegd.
beschrijven wat voor labyrint wij moesten doorworstelen alvorens wij voor de deur van het bureel van de professor stonden. Een duidelijk opgewonden en zenuwachtige man, bijna schizofreen te noemen, stond ons te woord.
L I E G E N D E
Wij kregen hier op de redactie echter een – we moeten het toegeven – wazige foto van de Leie met daarin iets dat we niet anders kunnen omschrijven als een soort dolfijn. Dit pakje, dat ons uiteraard anoniem werd opgestuurd, werd snel afgedaan als een studentengrap. Een zoveelste kunstproject van de stad Gent was natuurlijk ook niet uitgesloten.
D E
oe vaak hebben wij aan een goedgekozen oever van de Leie niet met troebele ogen in het al even troebele water zitten turen. Nooit konden wij vermoeden welke geheimen deze waterloop écht verbergt.
SCHAMPER: Wat kunnen de mensen nu concreet voor u doen, professor? Urbaigneau: “Wel, wie langs de Leie komt en het beest denkt te zien, zou moeten proberen een scherpe foto ervan te nemen. Tot hiertoe hebben we alleen die vage foto, die maar weinig uitsluitsel biedt. Die foto’s mogen ze mij dan doorsturen naar mijn e-mailadres of binnenbrengen op mijn bureel. Daar zouden zij mij en vooral de wetenschap een groot plezier mee doen. Vergeet niet dat zulke foto’s zeker worden gepubliceerd in vaktijdschriften die wereldwijd worden gelezen, mét naam en toenaam van de fotograaf. Eeuwige roem is dan hun deel.”
U kan uw foto opsturen naar het volgende e-mailadres: armand.urbaigneau@hotmail.com of zenden naar het adres J. Neppstraat 123, 9000 Gent
Pierewiet
15
E
Red Harmony stijlvol
nkele jaren geleden vervulden de heren Hautekiet en Riguelle hun jongensdroom: een rockband. Met stevige ondersteuning van drummer Joost Van Den Broeck en jazzbassist Werner Lauscher overtuigden ze, na een langzame start, bij hun tourdebuut in ieder geval de Handelsbeurs in Gent. Het noodlot kan soms vreemd werken. Toen ik er nog van droomde om Riguelle en Hautekiet te mogen interviewen was een van de vragen die me het meest bezig hield of ze nu nooit eens zin hadden een rockband te starten en zelfgeschreven muziek te brengen. Maar voor ik de kans kreeg die vraag op hen af te vuren, hadden ze reeds bovengenoemde drummer (het “sexy beast” van de Laatste Showband) en bassist bij zich gevoegd en de naam Red Harmony aangenomen. Toch bleef de band stevig vasthouden aan het spelen van covers, en werd geen eigen werk ten tonele gebracht. Dat was anno 2000. Maar het verlangen om eigen werk op het podium te brengen, bleef kriebelen. Dus deden ze wat elke muzikant doet als hij of zij op zoek is naar inspiratie: ze zonderden zich af op een idyllische plaats. Daar waar dat voor sommigen de rand van een Spaans zwembad of de top van een Zwitserse berg betekent, vonden Riguelle en Hautekiet hun gading op een ietwat bescheidener locatie: de streek van het West-Vlaamse Dranouter. Wanneer ik hen vraag of dit nu het gevolg
is van geen al te grote behoeftes of een beperkt budget, antwoordt Riguelle breed glimlachend: “Ik ben opgegroeid in Dranouter en omstreken, mijn roots liggen daar, in het West-Vlaamse, dus dat was al een belangrijke factor voor de inspiratie. Bovendien woont daar een vriend van mij die een café uitbaat, waar we dan mochten schrijven, wat uiteraard veel goedkoper uitkwam” “West-Vlaanderen is ons Zwitserland,” voegt Hautekiet er aan toe. Of het nu de Westvlaamse invloed is of niet: de muziek van Red Harmony klinkt in ieder geval bijzonder stevig, oerdegelijk, maar toch charmant en stijlvol, zonder ook maar het minste teken van misplaatste pretentie te vertonen.
Lennon & McCartney van de Vlaamse Rock De pers had zich nochtans in vrij groteske termen over het nieuwbakken Vlaamse wonderduo uitgedrukt. Riguelle en Hautekiet waren plotseling Lennon & McCartney, Riguelle was een extraverte rocker en Hautekiet een kraaknet teruggetrokken type, terwijl producer Geoffrey Burton voor Red Harmony hetzelfde zou gedaan hebben als Rick
Rubin voor de Red Hot Chili Peppers (dat laatste volgens hun eigen website, www.redharmony.be). “Muziek is iets wat zo moeilijk te beschrijven is dat men gemakkelijk teruggrijpt naar algemene vergelijkingen om de ervaringen duidelijk te maken”, beweert Hautekiet. Riguelle heeft dan ook geen enkel probleem met de aangevoerde clichés: “Mij interesseert dat totaal niet, zo beschrijft men de zaken nu eenmaal.” Maar opdringerig als ik ben, ga ik toch nog even door op de LennonMcCartney vergelijking en vraag hen wie van hen met een Japanse trouwt en wie over enkele jaartjes voor Paola zal optreden. Riguelle antwoordt wijselijk: “We zullen eerst beiden een Japans lief zoeken, en daarna voor de koningin gaan spelen.”
Of ze het niet erg vinden dat ze nog steeds Riguelle & Hautekiet genoemd worden terwijl ze nu in feite een band zijn? “Het project is nu eenmaal begonnen als Riguelle & Hautekiet, en daarna geleidelijk in een echte band geëvolueerd. Aangezien iedereen ons nu onder die naam kent, worden we ook vaak zo genoemd”, meent Riguelle. Maar ondanks alle aandacht die uitgaat naar het duo Riguelle & Hautekiet, was toch duidelijk dat de groep nooit hetzelfde zou zijn zonder het subtiele en gevarieerde drumwerk van Joost Van den Broeck en het bijzonder veelzijdige basspel van Werner Lauscher. Deze laatste leverde bij de ietwat dromerige, jazzy nummers met de contrabas een onmisbare ondersteuning, zowel met als zonder strijkstok; terwijl hij tijdens de rocknummers perfect de Fender bas wist te hanteren.
Hoe de loodgieterij de muziek vond
16
Het viel ook op dat zowel de naam van de groep als de naam van het nieuwe album, Dielectric Union, bijzonder plechtig klonken. Ik vermoedde dat dit duidde op het feit dat beiden mekaar eindelijk muzikaal gevonden hadden en vanaf nu op bovennatuurlijke wijze samengesmolten waren, maar de waarheid bleek veel toevalliger te zijn: “Het is een term uit de loodgieterij die ik toevallig van een vriend gehoord heb. Het duidt op de chemische binding die ontstaat als men twee verschillende metalen samenbrengt (de volledige uitleg vind je op de startpagina van de Red Harmony-website). Ik vond de term wel leuk klinken, en toen ik de betekenis ervan ontdekte, paste het natuurlijk perfect. Maar het was zeker niet de bedoeling, alhoewel het wel een beetje samenvat hoe Patrick en ik elkaar aanvullen.”
ol in Dielectric Union Het muzikaal tiemenu
degusta-
Hun optreden in de Handelbeurs op 15 januari had een nummertje of twee nodig om echt op gang te raken, maar eenmaal dat gebeurd was, bracht de groep een muzikaal degustatiemenu dat de luisteraar steeds op het puntje van zijn stoel hield. De variatie in de nummers verried een gezonde dosis muzikale nieuwsgierigheid en bovendien werden de eigen nummers afgewisseld door covers die met een gezonde dosis aan respect voor de Past Masters werden gebracht, iets wat tegenwoordig meer en meer vergeten wordt. Over de variatie in hun repertoire
aan een tafel met wijdopen mond de artiesten zit te beluisteren. Dit was echter perfect op zowel de zaal als op het publiek afgestemd. Van zodra ik immers op Sweet Hangover, een heerlijk dansbare rocksong die voor mij als een van de beste nummers van de set gold, mijn aerodynamisch achterwerk van de zetels lichtte en begon te dansen werd mij duidelijk gemaakt dat dit helemaal niet paste. Bovendien is de Handelsbeurs sowieso niet echt de beste zaal om rockoptredens te brengen, aangezien ze een vrij hoog Karel de Gucht-gehalte bezit, en voor mij in ieder geval niet echt meteen gezellig aanvoelde. “Het was gewoon
boards, die bij tijden zelfs deden terugdenken aan The Doors. Maar voor sommige nummers was er gewoon nood aan een simpele bezetting met gitaar, bas en drums, en op die momenten ging de piano dan weer lichtelijk geforceerd klinken. Het enige wat mij opviel, was dat Hautekiet, wiens warme radiostem nog steeds overtroffen dient te worden, nooit meezong tijdens de meerstemmige delen van nummers. Wanneer ik naar de reden hiervan vraag, verschijnt een brede grijns op het gezicht van Hautekiet. “Laat ons stellen dat het een heel stuk veiliger is voor de volksgezondheid wanneer ik het zingen beperk tot mijn badkamer. Laat het zingen maar over aan de mensen die het kunnen.” Patrick Riguelle bijvoorbeeld. Met zijn rauwe, schurende en toch gevoelige stem draagt Patrick Riguelle duidelijk voor een zeer groot deel bij aan de eigenheid van Red Harmony. Slechts weinig zangers zouden zo’n gevarieerde setlist kunnen brengen zonder op bepaalde momenten ongepast te klinken. Riguelle zorgde echter in alle songs voor het volwassen en stijlvolle geluid dat Red Harmony nu net zo aantrekkelijk maakt. Bovendien was zijn gitaarspel ook nog eens rechttoe rechtaan, zonder overbodige solo’s maar met op het juiste moment de juiste riff. Het enige wat voor mij ontbrak, waren één of twee echt vettige bluesnummers die spetterden van de energie, maar dat is natuurlijk afhankelijk van de smaak van de individuele luisteraar. Maar op enkele zeldzame momenten voelde dat wel aan als een gebrek aan muzikale viriliteit die ik persoonlijk graag in elk optreden aanwezig zie.
zegt Riguelle: “Er zitten inderdaad vele muzikale invloeden in elk van ons. Zo heeft Joost zijn roots in de metal, terwijl Werner eerder een jazzbassist is.” Hautekiet vervolgt: “Dat is nu net het leuke aan Red Harmony, alles mag, maar niets moet. Er is ook geen echte afspraak of compromis gemaakt over wie wat mag inbrengen, net zomin als het ons plan is om beroemd te worden met deze formatie. Minder is altijd meer, zoals men wel eens zegt.” Slechts enkele nummers brachten een echt spetterend rock & roll-gevoel dat opriep tot wild dansen. De meesten brachten een stijlvolle en jazzy intimiteit met een aangename dosis melancholie, die men normaal gezien kent van doorrookte jazzclubs waar het publiek gezeten
anders, er zijn inderdaad zaken, zoals dansen, die niet echt gepast zijn in een theaterzaal, maar het is wel makkelijker voor het publiek om de muziek te laten bezinken en ze te begrijpen. Dat hangt gewoon in grote mate af van het persoonlijk gevoel van de luisteraar. We hebben ook in clubs gespeeld, en de sfeer daar is volledig anders, op geen enkele ander plaats heb je zo’n unieke interactie met je publiek. Op die plaatsen ga je dan ook automatisch anders gaan spelen”, beweert Hautekiet. Geen nood dus, het lag gewoon aan mijn persoonlijk gevoel.
Maar laat mijn muggenzifterij de pret voor u niet bederven. Red Harmony speelt over het algemeen de sterren van de hemel met een aangename dosis variatie en met onvoorstelbaar veel stijl. De volwassen, beheerste aanpak resulteert dan ook in een kleine twee uur puur luistergenot, waarbij het publiek steeds vrij op zoek kan gaan naar dat ietsje meer, en bovendien is de set zo gevarieerd dat iedereen dat naar eigen persoonlijke smaak kan doen. Of hoe een mid-life crisis positief kan uitdraaien.
Volwassen & Stijlvol
Jan Hautekiet bracht vaak schitterend toetsenwerk, zowel op een vrij intiem klinkende vleugelpiano, als op de key-
Gert
17
V
“Liefde is meestal m
alentijn nadert en samen met de druk van het kapitalistisch systeem neemt ook de druk op ons hart toe. Dimitri Mortelmans, prof aan de UIA, haalde onlangs het nieuws met een onderzoek naar de geschenkcultuur in Vlaanderen. Schamper trok de straat op en ging na waarmee de medemens zoal verrast wordt rond Valentijn.
We gingen ook op zoek naar een prof aan de RUG die op dit vlak onderzoek doet, maar prof Vincke kende niemand bij de vakgroep sociologie die zich met dergelijk “wetenschappelijk” onderzoek bezig houdt. “Het kan zijn dat Dhr. Vincke dergelijk wetenschappelijk onderzoek niet ernstig neemt”, valt Mortelmans de vakgroep sociologie van de RUG aan. “Wat ervan in de pers verschijnt, zijn trouwens meestal de meer frivole resultaten van dit onderzoek. Dat dit onderzoek zich schaart in een lange traditie van sociologisch en antropologisch onderzoek is misschien minder bekend. Klassiekers uit ons vakgebied als Mauss, Simmel, Sahlins, Gouldner en Lévi-Strauss hebben onderzoek naar de geschenkcultuur gedaan. Als docent Algemene Sociologie zou het mij verbazen als Vincke hier nog nooit over gehoord heeft anders getuigt dit toch van een redelijke zelfoverschatting.”
Geen cadeauman
Eén van die frivole resultaten waar hij over sprak is het feit dat mannen bij een verjaardag gemiddeld 17 euro meer aan een geschenk besteden dan vrouwen. Mannen geven gemiddeld 73 euro aan hun partner waar vrouwen 56 euro geven. “Als je iets geeft is, dat omdat je dat graag geeft en niet omdat je iets terug verwacht. Het gebaar is zeer belangrijk. Er staat echt geen prijs op, het hangt af van wat hij graag ziet”, meent Joke (34). “Zoals uit de bedragen al duidelijk werd, spelen mannen en vrouwen een verschillende rol als het om geschenken gaat”, vertelt professor Mortelmans. “Dat wil echter niet zeggen dat mannen zich niet met geschenken bezighouden. Het blijkt namelijk dat mannen actief worden als het gaat om het onderhouden van een romantische relatie, zeg maar de relatie met hun partner. Daar hechten zij veel belang aan. We zien dat ook aan de prijs die uitgegeven wordt aan een geschenk. Mannen geven door de bank genomen duurdere cadeaus dan vrouwen. Dat komt doordat mannen het geven van een cadeau meer als een economische ruil zien om de balans in een relatie terug in evenwicht te brengen.”
18
“Mannen geven vlugger grotere sommen uit aan pakjes omdat ze denken dat ze moeten imponeren”, denkt Karolien (35). “Ze kijken minder lang rond dan vrouwen en berekenen veel minder. Als ik van mijn man iets krijg is het meestal duur maar ik ben al geïmponeerd als ik überhaupt iets krijg. Veel geschenken moet ik niet verwachten van mijn man, ik heb geen cadeauman. Hij vindt dat als ik iets nodig heb, ik het zelf maar moet gaan halen. Een tof geschenk moet iets zijn dat je zelf niet graag zou kopen, maar wel graag zou hebben. Iets groters maar toch altijd iets dat men kan gebruiken. Ik haat nutteloze cadeaus.” Liliane, de mama van Karolien, hoeft niet te klagen over de kooplust van haar man. “Het is zodanig veel dat ik niet meer weet wat hij ooit allemaal voor mij
“Ik ben al geïmponeerd als ik überhaupt iets krijg.”
heeft gekocht”, lacht ze. “Nog niet lang geleden kreeg ik op vakantie met mijn
man nog een gouden ring. Valentijn fleuren we op met een gezellig etentje en dan koop ik een kleinigheid die hij kan gebruiken.”, bevestigt ze de resultaten. “Het zijn ook altijd wìj die pakjes voor heel
Geschenken zeg
de familie kopen met de feesten want daar willen onze mannen niks mee te maken hebben”, vertrouwen Karolien en Liliane ons nog toe. Dat komt overeen met wat prof. Mortelmans in zijn onderzoek te weten kwam. Vrouwen hebben in het kiezen en kopen van geschenken een heel centrale positie. Ze zijn meer betrokken bij het hele proces en dat uit zich in het feit dat zij aan veel meer mensen geschenken geven, vroeger beginnen met het kopen van geschenken dan mannen en meer tijd uittrekken om elk cadeautje te zoeken, te keuren en te kopen. Hierdoor zijn ze ook veel succesvoller in het kiezen van het juiste geschenk dan mannen.
Foute geschenken
Dat het bij mannen wel eens fout durft lopen bij het kiezen van een cadeautje voor vrouwlief kan An (18) getuigen: “Zeker niet hartjes of zo. Ik ben niet zo romantisch, de knuffelbeer die ik ooit kreeg, vond ik vreselijk. Het is aangenaam een geschenkje te krijgen maar liever geen dan een slecht.” De man van Mimi beging zijn grootste miskoop bij de zestigste verjaardag van zijn vrouw. “Hij zit ermee verveeld als hij iets heeft miskocht. Voor mijn zestigste verjaardag gaf hij mij een kamerplant. Dat was totaal verkeerd. Het probleem is dat hij iets koopt in een winkel die op de dag zelf
open is. Die dag waren er enkel bloemenwinkels open. Hij heeft wel een druk leven. Hij heeft dat nog altijd niet goed gemaakt dus heb ik die plant buiten laten kapotgaan.” “Het is nog enkele keren misgelopen,
l meer dan genoeg”
zeggen niet alles
T
I
J
N
Met dank aan Isabel Coppens & Joachim Van Der Fraenen
I
“De laatste categorie geschenken waarin dit nog veel sterker naar voor komt, zijn
N
“Eén van onze respondenten in de survey schreef dat ze het verschrikkelijk vond om
je ook altijd een geschenk teruggeven aan diegene die jou een geschenk geeft. Wie op café een pintje getrakteerd krijgt, zal diezelfde avond zelf ook een rondje geven.” Maaike (18) en Annelies (19) kunnen dit beamen: “Bij je lief hoef je niet direct een geschenk terug te kopen maar bij een vriendin wel. Als ik een cadeautje zou gekocht hebben en ik krijg niets terug, dan zou ik wel boos zijn. Hoe boos hangt af van de prijs van mijn cadeau. Hierbij is de waarde heel belangrijk.”
“Neen, aan Valentijn doen we zelfs niet mee want het is een opgefokte bedoening”, zegt Lieselot. “Laurens en ik kopen een cadeautje als we het echt menen. Vaste data kun je moeilijk negeren maar een verrassing is veel leuker.” De meningen zijn hierover wel verdeeld. Sonja (“moet ik dat echt zeggen? Wel, 56”) is er zeker van dat haar man Valentijn niet zal vergeten: “Vergeten zal hij Valentijn niet. Hij gaat naar een winkel en daar staat alles voor Valentijn klaar. Hij wordt er zo met zijn neus opgedrukt. Hij zal mij twintig keer vragen of ik iets goed vind vooraleer hij het mij koopt.” “Ik weet nog niet of ik wel iets voor mijn man ga kopen met Valentijn. Een goede fles wijn en eten doen al veel. Ik heb trouwens speciale bordjes in hartvorm gekocht, dat vind ik wel romantisch. Hij heeft mij eens mijn leeftijd in rode rozen gekocht. Maar cadeaus? Hij heeft alles, wat moet ik hem nog kopen?”, vraagt Sonja. “Het leukste geschenk dat hij mij ooit gaf, was een advocaat. Dat was naar aanleiding van een ruzie toen ik vijftig werd. Dat was de enige ruzie waarbij een geschenk geholpen heeft. Meestal kan een cadeau niet helpen bij ruzie. De afwas doen daarentegen wel.”
E
Nefast voor liefde
“Een tweede en ergere categorie in de ogen van onze respondenten zijn cadeaus die te weinig of te veel waard zijn. Met een cadeau geven we niet alleen een symboolwaarde aan elkaar, aan het symbool hangt ook een prijskaartje vast. De socioloog Schwartz zegt dat door dat prijskaartje een schuldbalans tussen twee mensen wordt gecreëerd. Omdat je niet “in schuld” wil staan bij de ander, zal
Valentijn vergeten
L
Bert (18) was het slachtoffer, die de regel bevestigt dat vrouwen een neus voor geschenken hebben. Hij kreeg vorig jaar een flesje parfum van het merk van JeanPierre Van Rossem. Hij is zo al geen fan van jongensparfum maar hier had het meisje wel helemaal verkeerd gekozen. “Het is pour femme riep ik uit”, lacht Bert. “Dat was natuurlijk nefast voor de feestvreugde.”
“ Hoe boos hangt af van de prijs van mijn cadeau.”
geschenken met een negatieve bijbedoeling. In het onderzoek geven nogal wat vrouwen bijvoorbeeld aan dat zij dergelijke geschenken kregen van hun overste. Het ging daarbij om “weekendjes” of “juwelen” waar de relatievormende ondertoon zeer duidelijk was. Dat soort cadeaus wordt als zeer ergerlijk ervaren en wordt ook vaak botweg geweigerd”, besluit onderzoeker Mortelmans.
A
Dat kan je van vrouwen niet altijd zeggen. “Uiteraard koop ik iets met Valentijn voor haar maar ik mag nog niet zeggen wat”, fluistert Kim (20). “Bwa, jawel”, lacht zijn vriendin Sofie (19). “Ik zou het hem kwalijk nemen als hij niets kocht. Het hoeft daarom niet origineel te zijn, met een pluchen hart ben ik ook al heel blij. Het mooiste wat hij mij ooit gaf was trouwens een grote beer van Metrio. Natuurlijk koop ik hem meestal iets terug uit liefde maar hij krijgt in ruil toch al veel liefde”, besluit Sofie waarop haar lief dan maar vergoeilijkt: “Maar dat is al meer dan genoeg. Je kan niet alles met geschenken zeggen.” Laurens (20) gaf een muts aan Lieselot (“bijna 21”). “Hij was zo lief om zelf de wol te kiezen en ze zijn ma te laten breien”, lacht ze. Zelf heeft ze hem geen geschenkje gekocht maar Laurens bleef niet met lege handen achter: “Leuke cadeaus zijn niet altijd bij naam benoembaar.”
op Valentijn van haar vriend een fietsreflector cadeau te krijgen”, vertelt Mortelmans. “De brave man mocht zijn biezen pakken. Dat is een mooi voorbeeld van een cadeau waarbij de gever een slechte inschatting maakt van de ontvanger en een cadeau naast de kwestie geeft. Andere voorbeelden in deze categorie zijn sigaretten geven aan niet-rokers of kledij geven die te klein of te groot is.”
V
bijvoorbeeld toen de eigenares van mijn favoriete winkel hem een aantal dingen had meegegeven die ik nooit zou dragen. Zo gaf ze hem ooit iets in bont mee en ik kan daar absoluut niet tegen. Ik draag dat niet. Een cadeaubon van mijn kinderen voor bij favoriete klerenwinkel was een geestig geschenk. Nu heb ik hem eindelijk kunnen wijsmaken dat ik een bon ook heel leuk vind. Voor mijn man koop ik altijd kleren. De waarde is niet zo belangrijk, als het maar mooi is. Ik weet perfect wat hij graag heeft. Hij koopt tenminste altijd iets terug.”
Frederik De Swaef
19
Erin Brockovich voor historici
O
B
nder eindredactie van de geschiedenisprofessoren Eric Vanhaute en Erik Thoen verschijnen sinds kort monografieën die kaderen in de reeks “Historische Economie en Ecologie”. In december van vorig jaar stelden twee jonge historici aan de RUG, Thijs Lambrecht en Christophe Verbruggen, hun nieuwe boeken in die reeks voor. Deze week bespreken we “De stank bederft onze eetwaren” van laatstgenoemde.
O
Suckers voor Julia Roberts als we zijn, heeft iedereen bij Schamper al “Erin Brockovich” gezien, de film over de werkloze moeder die een chemieconcern een massale schadevergoeding laat betalen voor de gevolgen van milieuverontreiniging. Hoogstwaarschijnlijk zonder fabuleus decolleté peilde Christophe Verbruggen, assistent Nieuwste Geschiedenis aan de RUG, naar de reacties op industriële milieuhinder in het 19deeeuwse Gent.
E K
”De stank bederft onze eetwaren” heeft een duidelijke structuur. De auteur begint met een inleiding die de lijnen uitzet: probleemstelling, begripsafbakening, typologie, milieubesef en een algemene schets van de demografische en sociaaleconomische ontwikkeling van de bevolking van deze stede in de 19de eeuw. Het
A
wordt duidelijk dat het onderzoek vooral een mentaliteitsstudie is, waarin via onderzoek naar de wetgeving en de bezwaarschriften in de vergunningsdossiers bekeken wordt in welke mate de opinie over industriële vervuiling veranderde. Eerst neemt Verbruggen de nationale en de Gentse hinderwetgeving onder de loep. Daaruit wordt duidelijk dat men steeds tussen twee vuren zat: de economie en de volksgezondheid. Maar ook de tegenstelling landbouwbelangen industriële belangen komt uit de opeenvolging van wetten en decreten naar voren. Daarna onderzoekt Verbruggen via twee casussen (het waterhuishouden en de chemische nijverheid) de veranderende perceptie van milieuproblemen door de overheid en de publieke opinie.
Het leukste aan het boek is misschien dat het niet een louter geschiedkundig werk is. Het is een veelzijdig onderzoek dat niet enkel voor doorwrochte historici bedoeld is. Iedereen die ook maar enigszins geïnteresseerd is in economie, ecologie, chemie, bedrijfs- en menta-liteitsgeschiedenis of gewoon enkel Gent, zal het werk zeker weten te appreciëren. ”De stank bederft onze eetwaren” van Christophe Verbruggen werd uitgegeven door Academia Press.
Rinus Emmery
Belgian designer soep
ls je aan winters eten denkt, dan denk je meestal wel aan stoofpotjes, hutsepot en dergelijke zaken. Soep is ook zo’ n typisch gerecht. Op een koude winterse dag trokken we dus naar Soep+.
R E S T A U -
Van der MensbruggheSoep+ is een klein, clean restaurantje in de Lammerstraat. Je kan er naast verschillende soorten soep ook nog salades, desserten en allerlei dranken krijgen. Je kan kiezen tussen een grote en een kleine soep en ook de salades kan je in een grote of kleine vorm krijgen. Spijtig genoeg bestaan de desserten slechts in één maat.
Op de menukaart stonden die bewuste middag preisoep met croutons, witloofsoep met kaas, wortelsoep, linzen fetasalade, pastasalade met chorizo en als dessert kon je kiezen tussen een chocolade-mascarponemousse of yoghurt met mango. We proefden van de preisoep, de witloofsoep en van de chocolade- mascarponemousse. De soep was heel erg lekker en je krijgt er bovendien gratis wit of bruin brood bij. De mousse was ook wel best te pruimen maar hij viel wat zwaar uit. Een kleine soep kost drie en een halve euro, een
20
Telkens wanneer een nieuw bedrijf werd opgericht, was het voor omwonenden namelijk mogelijk om een bezwaarschrift in te dienen. Terwijl men oorspronkelijk vooral bezorgd was om de stank en de rook van vervuilende industrieën, legde men later ook het verband met het gevaar voor de gezondheid dat hieruit kon voortkomen. Ook waardevermindering van het eigendom en waterverontreiniging nemen doorheen de tijd een steeds grotere plaats in als argumenten in de klachtenbrieven.
grote kost twee euro meer. De chocomousse was een euro zestig. Je zou kunnen denken dat soep niet echt vult, niets is minder waar Een waarschuwing voor de ijlhoofdigen onder ons: je moet aan de toog je eten bestellen en pas daarna kan je gaan zitten. Doe dus niet zoals die drie personen die zomaar ineens gingen zitten en vriendelijk doch vastberaden door de dame achter de toog teruggefloten werden. Je kan je een beetje schaamte besparen. Het restaurantje is niet zo groot, er kunnen zo’n vijfentwintig mensen binnen, dus iedereen kan elke beweging volgen. Het restaurantje ziet heel gesofistikeerd en uiterst design uit; kale witte muren, minimalistische stoelen en tafels in verschillende tinten grijs en niets meer dan dat. Als je het van dicht bekijkt, wordt het duidelijk dat het slechts fake design is. Echte designlovers wouldn’t be caught
dead there, maar de niet zo architectuurminnende mens zal er zich niet aan storen. Ik moet echter wel bekennen dat ikzelf een beetje teleurgesteld was dat de uitbuiters niet beter hun best hebben gedaan om de fakeheid te camoufleren. Het interieur is eigenlijk een beetje saai en het stimuleert niet echt het sociaal contact tijdens het eten. Wat ik echter bijzonder intrigerend vond, was dat een van de toogdames een hele tijd in een of ander kookboek zat te snuisteren. Bijzonder origineel of zelfgevonden zullen de soeprecepten dus waarschijnlijk wel niet zijn. Als je dus zelf soep wil maken, wat wellicht goedkoper uitkomt dan een lunch in de Soep+, dan moet je maar een keer in de kast achter de toog kijken, daar vind je genoeg boeken die je op weg kunnen helpen. Soep+ is dus alsnog de moeite waard om, minstens een keer dan, eens binnen te gaan. Het is er lekker en niet duur; what more do you want.
Evel B
Naakte lichamen e hoeveelheid rose stijgt onrustwekkend, de woorden oorlog en Irak worden vervangen door “roses are red, violets are bleu, sugar is sweet and so are you.” Beste semesterslachtoffers, vergeet al je zorgen en geef je over aan de platte commercie. Kortom: Valentijn is weer in het land. Een ware nachtmerrie voor degenen die het voorlopig nog zonder prins op witte paard moeten stellen, maar pas een ware hel voor degenen die al van straat zijn. Een goede therapeutische begeleiding is hier niets te veel gevraagd. Schamper bedient u op uw wenken, meester!
TIP 1: Op de keukentafel
Valentijnsviering voor mensen die platzak zijn, tip twee absoluut niet zien zitten, over een keuken beschikken en een lief hebben of in elk geval plannen een lief te hebben na deze onvergetelijke avond.
Tijd voor de laatste stap: je neemt de aardappelen uit de microgolfoven en knijpt er eens stevig in. Als ze meegeven, zijn ze klaar voor gebruik. Je snijdt het topje eraf en holt ze volledig uit. Wat eruit gehaald is, meng je met de Boursin kruidenkaas
Valentijnsviering voor mensen die elkaar al een tijdje kennen en al zeer vertrouwd zijn met elkaars lichaam. De zogenaamde volwassen relaties (brrrrrr).
je binnen in het rijk van de rust, de kalmte, de zaligheid, maar ook wel de naaktheid. Maar geen paniek, het went zeer snel en al gauw kijk je niet meer op van een penis
TIP 2: Naakt!
Waarmee doe je het? Met twee handdoeken en twee badjassen (ook wel ter plaatse te huur) en verder helemaal niets, behalve 28 euro inkom voor twee personen. Hoe doe je het? Laat u betoveren door Sauna Aqua Azul in het Drongenhof. Misschien iets duurder dan het gemiddelde Valentijnscadeau, maar het gevoel dat je krijgt als je opnieuw buitenstaat is ronduit overweldigend. De verwondering begint als je binnenkomt, het herenhuis is ronduit prachtig en het straalt één en al rust uit. Tijdens het hele gebeuren mag dan ook niet gepraat worden, noch mogen er expliciete blikken op je partners of iemand anders lichaam geworpen worden. Men wil een kopie zijn van de oude badhuizen waar een mens zijn innerlijke kracht kon terugvinden. De kleedkamers zijn dan ook geen hokjes, maar relaxte salons waar jij en je partner je samen kunnen uitkleden en elkaar toch een beetje moed kunnen inspreken. Moed is nodig want eens je beneden komt, treed
Voor het dessert ben je beter creatief. Eet in elk geval samen uit één kom en neem iets dat prikkelt. Zo geraak je van een chocoladefondue absoluut in de zevende hemel, ook ijskoude dingen maken het kussen een heel pak aangenamer. Zorg ervoor dat je de afwas samen doet tussen het hoofdgerecht en het dessert, bij de afwas kan je praten, bij het dessert mag de passie hoogtij vieren.
buiten, voetenbad, stille rust-ruimte en een binnenplaats. Hoewel het hier toch om een sauna gaat liggen mijn persoonlijke voorkeuren bij de buitenactiviteiten, het bubbelbad en de rustruimte. Het geeft een kick om midden in de winter naakt in een bad te springen waar het ijs op staat en daarna lekker te gaan relaxen in een heerlijk warm bubbelbad. De leeszaal is ook een aanrader, hoewel je lezen niet te letterlijk mag nemen want je vindt hier ook de Flair en consorten. In de leeszaal is het zalig om je in je badjas gewikkeld in een leren zetel te nestelen vlak voor het haardvuur en je daar dan aan een spelletje schaak te wagen.
links en een vrouwenborst rechts. Manieren genoeg om te genieten: droge en vochtige sauna, stoombad, bubbelbad, plonsbad binnen, koud dompelbad
Absolute aanrader! Laat je vooral niet tegenhouden door de combinatie van naakt en publiek, ik ben er nog nooit een prof tegengekomen en ook nog nooit het perfecte lichaam (over een pleonasme gesproken): ontspan en geniet! En voor degenen die mijn West-Vlaamse ridder op zijn koersfiets tegenkomen, zeg hem dat hij weet wat hem te doen staat!
Ellen
21
V A L E N T I J N
Hoe doe je het? Wie zijn lief aan de kook wil brengen, geeft best zelf het goede voorbeeld. Je smijt dus die vier aardappelen met schil en al op een bord in de microgolfoven en laat ze vijf minuten op
(MET look) en stop je er gewoon weer in. Ook het hoedje plaats je er weer netjes bovenop. Met andere woorden: je herstelt dus de aardappel in zijn oorspronkelijke staat. Nog even alles fatsoenlijk op een bord schikken en klaar is kees.
F I N A L
Waarmee doe je het? Met vier grote aardappelen, twee Ardeense hamburgers, spekreepjes, boontjes, worteltjes mét loof, een blokje Boursin kruidenkaas en natuurlijk rode servetjes die je in een hartvorm vouwt, kaarsjes en alle andere romantische bucht.
de hoogste stand wat rondjes draaien, dan draai je ze om en geeft ze opnieuw een sessie van vijf minuten. Intussen bak je de Ardeense hamburgers in een pan en kook je de boontjes en de worteltjes. Aan de worteltjes laat je het best het bovenste stukje loof hangen. Dat geeft een hoger niveau aan je kookkunst. Wanneer de boontjes gaar zijn, maak je er een bundeltje van dat je vastmaakt door ze te omwikkelen met de spekreepjes. Dat bundeltje bak je kort in de pan.
Y O U R
D
En andere hete dingen
All or Nothing A
ls er ooit in een film een plotse en drastische ommekeer van ongeluk naar geluk gebeurde, dan was het wel in deze nieuwe en best wel te smaken film van regisseur Mike Leigh.
De cast van de film is in één woord schitterend. Timothy Spall speelt Phil, de mijmerende taxichauffeur die constant rondloopt als een geslagen hond, met gebogen rug en onvoorstelbaar laag hangende lip. Het is iemand die meteen een karrevracht aan medelijden oproept. Zijn echtgenote Penny is de hardwerkende vrouw die alle plezier in haar leven verloren heeft, net als de rest van de familie trouwens. Ze hebben moeite om de eindjes aan elkaar te knopen, hun dochter werkt in een bejaardentehuis, terwijl hun ongezond dikke zoon duidelijk de grootste moeite ter wereld heeft een vriendelijk woord tegen wie dan ook te zeggen. De setting is een Londense arbeidersflat. De sfeer is realistisch en pikzwart, maar wordt getemperd door de typisch Britse humor. Er is de constante afgunst tussen Samantha en Donna, dochters van Penny’s vriendinnen. Donna wordt in de steek gelaten door haar vriend nadat blijkt
dat ze zwanger is, en nog geen vijf minuten later geeft Samantha hem “the best blowjob of his fucking life”. U begrijpt het al, deze film speelt zich af in de marge van de maatschappij. Maar in plaats van te focussen op het sociale onrecht dat de personages wordt aangedaan, kijkt regisseur Mike Leigh liever naar de psychologische neergang waar ze zich in bevinden. De situatie van Phil lijkt uitzichtloos: de liefde tussen hem en zijn vrouw is uitgedoofd, hij slaapt een gat in de dag en heeft in feite nergens nog zin in, behalve in nadenken over de ellende van zijn situatie. Dat alles verandert wanneer zoon Rory een hartaanval krijgt. Hij wordt in allerijl naar het ziekenhuis gebracht, en blijkt een ongeneselijke hartafwijking te hebben. Phil is die hele dag onbereikbaar terwijl Penny doodsbang in het ziekenhuis zit. Dat leidt tot het uiteindelijke keerpunt: ‘s avonds hebben
The Dancer Upstairs E
cht indrukwekkend kun je de intrede van John Malkovich in de regisseurswereld niet noemen. Toch zal voor sommigen de eerste film van deze steracteur niet onopgemerkt voorbijgaan. In de prent zit een politieke en een emotionele boodschap, en daar is het Malkovich om te doen. Wanneer een acteur op de regisseurstoel plaatsneemt, zijn we op ons hoede. Zo bewijzen Mel Gibson en Kevin Costner dat regietalent niet iedereen gegeven is. Maar dat een geslaagde overstap van voor naar achter de camera kan, bewezen onder andere reeds Sean Penn en Kenneth Brannagh. En ook Malkovich doet het met The Dancer Upstairs lang niet slecht. Helemaal overtuigen doet hij met deze politieke thriller echter nooit.
The Dancer Upstairs speelt zich af in een fictief Zuid-Amerikaans land, waarmee scriptschrijver Nicholas Shakespeare het verhaal een universeel karakter wilde geven. Daar slaagt hij mooi in. De fanatieke inspecteur Rejas (magnifiek vertolkt door Xavier Bardem, eerder te zien in Before the Night Falls en in Carne Tremula) moet de daders van een reeks lugubere terroristenaanslagen opsporen om zo een nakende revolutie te verhinderen. Zijn onderzoek wordt gedwars-
22
boomd wanneer de regering beslist om in de crisistijd de krijgswet toe te passen. Rejas wordt zo buitenspel te zetten. Hij is woedend en machteloos maar gaat, terwijl de militairen over zijn schouders meekijken, toch door.
Verhaaltechnisch en structureel zit het verhaal goed in elkaar. Daarvoor zorgt een flashback in de eerste minuten van de film waarin the good guy and the bad guy elkaar toevallig ontmoeten. Zonder verder het spektakel onnodig op te zoeken of overdreven sensatie in te lassen, blijft de film over de hele lijn intrigerend en spannend. Echt bloedstollend wordt het echter nooit. Daarvoor is het script iets te ongecompliceerd. Maar een film hoeft niet gecompliceerd te zijn om te kunnen imponeren. Malkovich vond het zichtbaar leuk om achter de camera plaats te nemen. Zijn gretigheid zorgt voor mooie plaatjes maar als er te veel nagedacht is, komt zijn techniek
FFILMM
ze een vlammende ruzie waarin Phil zijn hart uitstort, en waarin Penny uiteindelijk beseft dat ze toch nog van haar man houdt. Vanaf dat moment begint Phil vroeg op te staan en hard te werken, aangezien hij beloofd heeft zijn zoon naar Disney World mee te nemen als hij uit het ziekenhuis is. De slotscène ademt dan ook puur en onversneden geluk uit. Phil maakt grapjes, Rory snauwt zijn moeder niet meer af en elk lid van de familie heeft zich duidelijk uit de put gewerkt. Een happy end dat echter ook realistisch aanvoelt. In plaats van een verpakt en ongemakkelijk aanvoelend Hollywood happy end heeft elk lid van de familie gewoon een nieuwe levensadem gevonden, en de toekomst voelt dan ook levensecht rooskleurig aan. Een hartroerende film die zowel medeleven oproept, confronterend werkt en een nieuw licht werpt op the bright side of life.
Gert
FFILMM
soms te maniëristisch en te vergezocht over. De spanning zou er dan ook nooit zijn gekomen door de manier waarop hij de camera hanteert, als de ervaren Malkovich niet genoeg mensenkennis en inzicht in de menselijke ziel had. Niet enkel met de openings- en de eindscène – met de stem van Nina Simone is de toon van de film onmiddellijk gezet toont Malkovich dat hij een neus heeft voor sfeervolle en eerlijke cinema. Het hele verhaal is geloofwaardig en de strijd die het hoofdpersonage zowel met een vijandig regime als met zijn naaste omgeving voert, is op een aangrijpende manier in beeld gebracht. Alleen vreemd dat Spaanstalige acteurs Engels spreken en dan nog eens gedubd worden in het Spaans, of zoiets. In elk geval, in het begin kost het wat moeite om eraan te wennen maar uiteindelijk moeten we toch toegeven dat Malkovich zijn bescheiden start als regisseur niet gemist heeft. Puik werk. The Dancer Upstairs speelt in de Studio Skoop.
JVdb
k r i n g e n e n AAGENDAA konventen
DINSDAG 4 FEBRUARI WOENSDAG 5 JANUARI
DONDERDAG 6 FEBRUARI
VRIJDAG 7 FEBRUARI
DINSDAG 11 FEBRUARI
WOENSDAG 12 FEBRUARI
DONDERDAG 13 FEBRUARI VRIJDAG 14 FEBRUARI
ZATERDAG 13 FEBRUARI
VG
Girls Night Out (Girls only), Kammerstraat 22 Queer as Folk (Boys only), Kammerstraat 10
Politeia
Cocktail Night, Kitsch
IFECS
Prayer Evening, 18:30, Kortrijksesteenweg 500
Romania
Fuif, Tequila
LVSV
Globaliseringsdebat, 20u, Aud. C, Fac. Rechten
Ronduit N-VA!
Actie-avond, 20u, de Brug
Slavia, OAK, KK Bal Masqué VBK Valentijnskaterfuif, Tam Tam Wina Valentijnsfuif, Twieoo VRG VTK
Galabal, 22u, ICC Citadelpark Survivalweekend
Volledige agenda is te vinden op: http://www.student.rug.ac.be
Colofon
Schamper is het kritische en onafhankelijke studentenblad van de Universteit Gent. De Redactie bestaat uit vrijwilligers en komt elke dinsdag samen om 19u op het volgende adres:
Schamperredactie Studentenhuis De Brug St-Pietersnieuwstraat 45 9000 Gent 09/264.70.87 schamper@student.rug.ac.be Rek.nr.: 890-0144049-35
Lezersbrieven zijn welkom, liefst op diskette. Naamloos is prullenmand. Vermeld ook studierichting, jaar en contactadres. Op grondig gemotiveerd verzoek laten wij uw naam weg. Lezersbrieven dienen betrekking te hebben op de studentenproblematiek en de RUG in het algemeen of artikels in Schamper in het bijzonder. De redactie behoudt het recht voor om ingezonden stukken verkort weer te geven, of om technische reden niet te plaatsen.
Oplage: 5000 exemplaren op gerecycleerd papier, gratis verspreid in alle faculteiten, resto’s en homes van de RUG Verantwoordelijke uitgever: Jef Van Baelen St-Pietersnieuwstraat 45, 9000 Gent Drukkerij: Druk in de Weer c.v. Forelstraat 35 9000 Gent
Redactie:
Hoofdredacteur Jef Van Baelen Coördinator Evelien Baeten Advertenties Ellen Bernaers Eindredactie Jef Van Baelen, Pieter Loncke, Tom De Paepe, Annelies Jeannin, Stefanie Deman, Frederik De Swaef, Ilka De Bisschop, Joost Vandenbroele, Tim F. Van der Mensbrugghe Redactie Evelien “Reinhilde” Baeten, Ellen “Sérafine” Bernaers, Gert “Adolphe” Boel, Bruno “Reinhard” Claeys, Ilka “Hadewych” De Bisschop, Tom “Ambrosius” De Paepe, Frederik “Adelbert” De Swaef, Stefanie “Eufrasie” Deman, Stefaan “Boudewijn” Duc, Rien “Livinus” Emmery, Pieter “Berthold” Everaerts, Annelies “Hildegard” Jeannin, Karel “Valère” Lambert, Pieter “Juliaan” Loncke, Christophe “Leonard” Ramont, Stijn “Konrad” Segers, Jef “Lanseloet” Van Baelen, Joost “Berwout” Vandenbroele, Tim “Fernandus” Van der Mensbrugghe, Jan “Abraham” Vermeulen Vormgeving Papieren versie: Pieter Loncke, Tom De Paepe, Stefaan Duc Tim F. Van der Mensbrugghe Internet versie: StijN Segers, Cover: Tim F. Van der Mensbrugghe Cartoons Tim F. Van der Mensbrugghe, Bruno Foto’s Evelien Baeten, Tim F. Van der Mensbrugghe Schamper op internet www.schamper.rug.ac.be
23
CULTUUR AGENDA •Maandag 3 februari Jazz: Mingus Amungus USA, 22u - Damberd, Korenmarkt 19 (gratis) Concert: Daithi Rua, 21u - Trefpunt, Bij St.Jacobs 18 (gratis) •Dinsdag 4 februari Openbare vergadering OCMW - Stadhuis Arsenaalzaal, Botermarkt, 19u Film:’Some like it hot’, Wilder, USA, 20u - FilmPlateau Daan Vandewalle, Logos Tetrahedron, 20u •Woensdag 5 februari Filmparade: ‘Le Mépris’, Godard, Fr./It, 20u Sphinx Lezing: J.M. De Decker en W.Grootaers, Hoe rijdt ik tegen 210 in de bebouwde kom zonder iemand te raken? (i.s.m. Ik denk dus ik ben debiel), 0u50 E4O, afrit 12 (gratis) •Donderdag 6 februari Lezing: Marlene Dumas - Visserij 107 (gratis) Film: ‘Les Guerriers de la Beauté’, Fabre en Coulibeuf 2002, België, 20u (lezing om 16u) Film-Plateau •Vrijdag 7 februari Generale repetitie ‘Il Re Pastore’ (Mozart) Vlaamse Opera (gratis) Rondleiding opgravingen Sint-Pietersplein, 15u (gratis)
Geschiedenis van de psychiatrie, Museum Dr. Guislain, tot 31/12/03
•Dinsdag 11 februari Concert: David Fiuczynski’s KIF Feat. Lian Amber, 22u - Damberd (gratis) Film: ‘The Third Man’, Welles, GB 1949, 20u (lezing om 18u) - FilmPlateau
Jan Fabre: ‘Gaude succurrere vitae’, SMAK, tot 2/02/03
•Woensdag 12 februari Filmparade: ‘What’s new pussycat?’, Donner, 2Ou Sphinx
Hassan Nadim en Ali Chraîbi: ‘air Maroc’ fotografie, De Centrale, tot 21/02/03 (gratis)
•Donderdag 13 februari Film: ‘Psycho’, Van Sant, 20u - Sphinx Film: ‘Last Tango in Paris’, Bertolucci 1971, 20u Film-Plateau M&M: Man en Machine, Logos Tetrahedron, 20u
Tweelingen in kunst en wetenschap, Museum Dr. Guislain, tot 03/2003
•Vrijdag 14 februari Film: ‘De Spiegel’, Tarkovsky, 1974, 20u Sphinx Rondleiding opgravingen Sint-Pietersplein, 15u (gratis) •Maandag 17 februari Film: ‘Dead Ringers’, Cronenberg, 1988, 20u Sphinx Film: ‘Gemini’, Tsukamoto, 1999, 20u - Sphinx Concert: Anton (Chanson) - Trefpunt, Bij St.Jacobs 18 (gratis)
Maria Magdalena, zondares van de Middeleeuwen tot vandaag, Museum voor Schone Kunsten, tot 6/04 Eet es genetisch: interactieve tentoonstelling over biotechnologie in de landbouw en voeding, Hortus Thiery, Berouw 55, tot 30/09/03 - gratis
Schamper geeft 5 vrijkaarten weg van elk concert van Logos (www.logosfoundation.org). Schrijf ons een kaartje of stuur een mailtje met uw coördinaten naar schamper@student.rug.ac.be