1 minute read

MEETRESULTAAT DAT STERK AFWIJKT VAN HET GEMIDDELDE

Ik ben ne lange smalle. Dat ik maar liefst zeven centimeter groter ben geworden dan dat wat het grafiekske van het CLB voorspelde toen ik net naar de middelbare school ging, beschouw ik als een van mijn mooiste verwezenlijkingen. Op diezelfde grafiek stonden ook een aantal lijnen voor BMI-curves, met een lijn voor het ‘perfect’ gewicht, overgewicht en ondergewicht. Mijn lijn zakte jaar na jaar los onder de laagste projectie. “Zorgwekkend”, vond de hulpverlener.

Hele vragenlijsten over mijn eetgewoontes hebben ze mij laten invullen. Ik begrijp dat het hun job is om mogelijke probleemgevallen op te sporen, maar er zijn zeker prettigere dingen als 12-jarig jongetje. Mijn oma ging bovendien helemaal mee in dat verhaal. Toen ik met haar naar de dokter moest om een sportattest te krijgen, kreeg ze hem bijna zo ver om mij af te keuren. “Het is toch maar een smal ventje, vind je niet? Hij eet niet veel thuis.” Voor alle duidelijkheid, ik at wél meer dan genoeg (en gezond). Toen ik buitenkwam was ik opgelucht dat ik toch mocht basketballen het komende jaar.

Advertisement

Flash forward naar enkele jaren later. De andere jongens van mijn klas waren volop in hun groeispurt en torenden boven mij uit. Leander fitneste en Ronald was de sterspeler van de lokale rugbyploeg. Ik was plots een tenger jochie, zonder baardgroei en met een piepstemmetje. Niet dat ik daarvoor gepest werd, ik had geluk. En toch stak dat natuurlijk.

This article is from: