de Bondt
Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 1
08-07-2010 19:30:09
de Bondt
Mercuriusweg 16-16a 9482 WL Tynaarlo Nederland Tel: +31 (0)592-542828
Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 2
08-07-2010 19:30:09
4001 – DAMESVEST VAN PERU
Points utilisés: Jersey envers : envers sur l’endroit, endroit sur l’envers. Jersey : endroit sur l’endroit, envers sur l’envers.
4001
Maten: 36/38 – 40/42 – 44/46 Materiaal: Scheepjes Peru ecru (10) 11-12-13 bollen Naalden: nr. 9 Stekenverhouding: 10 steken en 14 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Averechte tricotsteek: averecht op de goede, recht op de verkeerde kant. Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Werkwijze: Rugpand: Zet 48-52-56 st. op en brei 26 cm av. tricotsteek, 15 cm tricotsteek, 7 cm av. tricotsteek, 15 cm tricotsteek en verder in av. tricotsteek. Minder vanaf onderkant 2x1 st. aan weerszijden van elke 12e nld. Meerder vanaf 30 cm hoogte 2x1 st. aan weerszijden van elke 10e nld. Kant bij 51-50-49 cm hoogte voor de armsgaten 1x2 en 1-2-3x1 st. af aan weerszijden van elke 2e nld. Kant bij 70 cm totale hoogte aan weerszijden 3-4-4 st. af en zet de overige st. op een hulpnld. LinkerVoorpand:Zet 43-46-49 st. op en brei strepen als bij rugpand. Minder en meerder aan de rechter zijnaad als bij rugpand. Brei de kantsteek aan sluitzijde zowel in de heengaande als de teruggaande nld. recht. Minder voor het armsgat als bij rugpand. Kant op dezelfde hoogte als bij het rugpand aan armsgatzijde 3-4-4 st. af voor de schoudernaad en zet de overige st. op een hulpnld. RechterVoorpand: brei dit in spiegelbeeld. Mouwen: Zet 24 st. op en brei 15-17-19 cm av. tricotst., 15 cm tricotst., 7 cm av. tricotst., 15 cm tricotst. en verder in av. tricotst. Meerder vanaf de opzet voor de mouwwijdte 5-6-7x1 st. aan weerszijden van elke 12e-10e-8e nld. Kant bij 48 cm hoogte voor de mouwkop 1x2 en 5-7-8x1 st. aan weerszijden van elke 2e nld. Kant de overige st. af.
Tricot: Dos: Montez 48-52-56 mailles et tricotez 26 cm en jersey envers, 15 cm en jersey endroit, 7 cm en jersey envers, 15 cm en jersey endroit et continuez en jersey envers. Diminuez de 2x1 mailles de chaque côté tous les 12 rangs. A partir de 30 cm de hauteur, augmentez de 2x1 maille de chaque côté tous les 10 rangs. Pour les emmanchures, faites 1x2 et 1-2-3x1 diminutions de chaque côté tous les 2 rangs à 51-50-49 cm de haut. A 70 cm de hauteur totale, rabattez 3-4-4 mailles et glissez les mailles restantes sur une aiguille.
Demi-devant gauche: montez 43-46-49 mailles et tricotez de la même manière que pour le dos. Faites les diminutions et les augmentations du côté droit comme pour le dos. Tricotez droit la maille lisière côté fermeture sur l’endroit comme sur l’envers. Pour l’emmanchure, faites les mêmes réductions que pour le dos. A la même hauteur que pour le dos, rabattez 3-4-4 mailles pour l’épaule et glissez les mailles restantes sur une aiguille.
Demi-devant droit: tricotez-le comme le demi-devant gauche, en l’inversant.
Manches: montez 24 mailles et tricotez 15-17-19 cm en jersey envers., 15 cm en jersey endroit., 7 cm en jersey envers, 15 cm en jersey endroit et continuez en jersey envers. Dès le début, faites 5-6-7x1 augmentations pour la largeur de la manche de chaque côté, tous les 12-10-8 rangs. A 48 cm de hauteur, rabattez 1x2 et 5-7-8x1 mailles tous les 2 rangs. Rabattez ensuite les mailles restantes. Assemblage : Fermez les épaules. Tricotez toutes les mailles des aiguilles sur 16 cm de jersey endroit (l’envers est alors à l’extérieur) et rabattez. Fixez les manches, le milieu de la manche se trouvant au niveau de la couture d’épaule. Faites les coutures latérales et des manches. 4001
4002 MUTS VAN PERU Muts: hoofdomvang 54-56 cm.
Afwerking: Sluit de schoudernaadjes. Brei over alle st. van de hulpnaalden 16 cm tricotst. (na omslag naar buiten ligt de averechte kant boven) en kant af. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit zij- en mouwnaden.
Materiaal: Scheepjes Peru ecru (10) 2 bollen
Naalden: nr. 9
4001 – Veste pour dame en Peru
Tailles: 36/38 – 40/42 – 44/46 Fil: Scheepjes Peru écru (10) 11-12-13 pelotes
Gebruikte steken: en 1 st. averecht. Boordsteek: afwisselend 1 st. recht Gerstekorrelsteek: 1e nld.: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht. 2e nld.: averecht boven recht, recht boven averecht. Herhaal deze 2 naalden.
Aiguilles: n° 9 Echantillon: 10 mailles et 14 rangs, soit 10x10 cm. Assurezvous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire.
Werkwijze dames muts: Zet 48 st. op met ecru en brei 7 naalden boordsteek. Brei verder in gerstekorrelsteek en brei in de eerste naald in elke
3 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 3
08-07-2010 19:30:09
tweede steek 1 st. recht en 1 st. averecht, = 72 st. Plaats bij 15 cm hoogte 6 merkdraden in het werk als volgt: tussen de 6e en 7e steek, vervolgens een merkdraad na elke 12 st. Minder vervolgens 4x1 st. aan weerszijden van elke merkdraad in elke 2e nld. Brei in de 2e volgende naald 1 kantst., 11x 2 st. samenbreien, 2 st. breien. In de volgende nld. 1 kantst. 6x2 st. samenbreien, 1 kantst. Rijg de draad door de overige 8 st., trek stevig aan en hecht af. Sluit de achternaad. 4002 Bonnet en Peru Bonnet: périmètre crânien 54-56 cm. Fil: Scheepjes Peru écru (10) 2 pelotes Aiguilles: n° 9 Points utilisés: Côte : une maille endroit, une maille envers Point de blé : 1er rang : alterner une maille endroit et une maille envers. 2ème rang : envers sur endroit, endroit sur envers. Répétez ces deux rangs. Tricot: Montez 48 mailles et tricotez 7 rangs de côtes. Continuez ensuite en points de blé et augmentez, sur chaque premier rang, sur la deuxième maille, un point endroit et un point envers, = 72 mailles. A 15 cm de hauteur, placez des anneaux ou des fils marqueurs dans l’ouvrage comme suit : entre la 6ème et la 7ème maille, puis toutes les 12 mailles. Faites ensuite 4x1 diminution de chaque côté de chaque fil marqueur sur tous les deuxièmes rangs. Sur le deuxième rang suivant, tricotez une maille lisière, 11x2 mailles ensemble, 2 points jersey. Sur le rang suivant, une maille lisière, 6x2 mailles ensemble, 1 maille lisière. Passez le fil dans les 8 mailles restantes, tirez fortement et fermez. Fermez la couture.
4003 – DAMESJURK VAN PERU Maten: 36/38 – 40/42 – 44/46 Materiaal: Scheepjes Peru roodbruin (40) 5-6-6 bollen
1 r. vanaf eerste kabelnld., 1 r., 2 r. vanaf tweede kabelnld., 2 av. 8e nld.: 2 r., 2 av., 2 r., 2 av., 2 r. Werkwijze: Rugpand: zet 46-50-54 st. op met nld. nr. 8 en brei 13 nld. boordsteek. Brei verder met nld. nr. 9 in de volgende indeling: 2 av., 2 r., 2 av., 12-14-16 st. tricotst., 10 st. kabel, 12-14-16 st. tricotst., 2 av., 2 r., 2 av. Kant bij 61-60-59 cm totale hoogte aan weerszijden de 6 st. boordsteek af. Meerder vervolgens 5x1 st. aan weerszijden van elke 4e nld. Kant bij 75 cm totale hoogte voor de hals de middelste 18 st. af en brei beide delen afzonderlijk verder. Minder aan halszijde nog 1x3 en 1x2 st. in elke 2e nld. Kant bij 80 cm totale hoogte de st. voor de schouders af. Voorpand: brei als het rugpand tot 70 cm totale hoogte. Kant voor de hals de middelste 12 st. af en brei beide delen afzonderlijk verder. Minder aan halszijde nog 1x3, 1x2 en 3x1 st. in elke 2e nld. Kant de st. voor de schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand. Afwerking: Sluit een schoudernaad. Neem met nld. nr. 8 langs de hals 82 st. op en brei 1 kantsteek, 80 st. kabelpatroon (de 10 st. kabelpatroon zoals boven staat beschreven steeds in de breedte herhalen), 1 kantsteek. Laat de kabels hierbij in het midden van de panden doorlopen. Kant na 14 naalden in patroon af. Sluit de schoudernaad. Neem langs de armsgaten met nld. nr. 8 steken op en brei 6 cm boordst. Kant in boordst. af. Sluit de zijnaden.
Jersey : endroit sur l’endroit, envers sur l’envers Torsade : 1er, 3ème et 5ème rang (endroit): 2 m. env., 2 m. end., 2 m. env., 2 m. end., 2 m. env. 2ème, 4ème et 6ème rang : tricotez comme les points se présentent. 7ème rang : 2 m. env., glissez une maille sur une aiguille à torsades, 2 mailles sur une deuxième aiguille à torsades et les mettre derrière, 2 m. end., 1 m. end. sur la première aguille à torsades, 1 m. end., 2 m. end. sur la deuxième aiguille à torsades, 2 m. env. 8ème rang : 2 m. end, 2 m. env., 2 m. end., 2 m. env., 2 m. end. Tricot: Dos: montez 46-50-54 mailles sur une aiguille n° 8 et tricotez 13 rangs de côtes. Continuez avec les aiguillez n°9 comme suit : 2 m. env., 2 m. end., 2 m. env., 12-14-16 mailles jersey., 10 mailles torsade, 12-14-16 mailles jersey, 2 m. env., 2 m. end., 2 m. env. A 61-60-59 cm de hauteur totale, rabattez de chaque côté les 6 mailles lisières. Faites ensuite 5x1 augmentations de chaque côté, tous les 4 rangs. A 75 cm de hauteur totale, rabattez les 18 mailles centrales pour l’encolure et continuez chaque côté séparément. Côté encolure, faites 1x3 et 1x2 diminutions tous les 2 rangs. A 80 cm de hauteur totale, rabattez les mailles pour les épaules. Devant: tricotez comme le dos jusqu’à 70 cm de hauteur totale. Pour l’encolure, rabattez les 12 mailles centrales et continuez chaque côté séparément. Côté encolure, faites 1x3, 1x2 et 3x1 diminutions tous les 2 rangs. Rabattez les mailles pour les épaules à la même hauteur que pour le dos.
SJAAL: ca. 15 cm breed en 180 cm lang Materiaal: Soft Mammut bruin (10) 400 gram Naalden: nr. 6 Werkwijze SJAAL: Zet 6 steken op en brei steeds tussen de bollen 1 steek recht, geen kantsteken. Brei tot ca. 180 cm lengte en kant af. Sjaal in de lengte dubbelvouwen en dichtnaaien. Uiteinden aan elkaar naaien. Sjaal draaien, draaien en draaien en vervolgens dubbelvouwen zodat een gedraaide sjaal ontstaat. Dit met een paar steken vastzetten.
Assemblage : Faites la couture d’une épaule. Avec une aiguille n°8, reprenez 82 mailles sur l’encolure et tricotez 1 côte, 80 mailles de torsade (les 10 mailles de torsade décrites ci-dessus à répéter dans la largeur), 1 côte. Faites continuer les torsades au milieu des pans. Rabattez après 14 rangs. Fermez l’épaule. Sur les emmanchures, reprenez les mailles avec une aiguille n°8 et tricotez 6 cm de côtes, puis rabattez en côtes. Faites les coutures. Châle: env. 15 cm de large sur 180 cm de long Fil: Soft Mammut brun (10) 400 grammes Aiguilles: n° 6
Naalden: 8 en 9 Stekenverhouding: 10 steken en 14 naalden in tricotsteek gebreid met nld. nr. 9, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
4003 – Robe en Peru
Taille: 36/38 – 40/42 – 44/46 Fil: Scheepjes Peru rouge brun (40) 5-6-6 pelotes
Gebruikte steken: Boordsteek: afwisselend 2 st. recht, 2 st. averecht, 1e nld. is verkeerde kant. Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Kabelpatroon: 1e, 3e en 5e nld. (goede kant): 2 st. av., 2 st. r., 2 st. av., 2 st. r., 2 st. av. 2e, 4e en 6e nld.: breien zoals de steken zich voordoen. 7e nld.: 2 av., 1 st. op een hulpnld. voor het werk houden, 2 st. op een tweede hulpnld. zetten en achter het werk houden, 2 r.,
Aguilles: 8 et 9
Tricot: Montez 6 mailles et tricotez droit, sans mailles lisière. Après 180 cm de long environ, rabattez toutes les mailles. Repliez le châle en deux et cousez-le. Cousez les extrémités ensemble. Faites-le tourner, tourner et tourner et pliez-le ensuite en deux afin d’obtenir un châle tors. Fixez le tout avec quelques points.
Echantillon: 10 mailles et 14 rangs de jersey avec l’aiguille 9, soit en 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire. Points utilisés: Côtes : alternez 2 mailles endroit, 2 mailles envers, 1er rang est l’envers.
4 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 4
08-07-2010 19:30:10
4003
tot 2 st. ribbelsteek door 2 st. samen te breien. Minder bij 19 cm hoogte elke 2 st. ribbelsteek tot 1 st. ribbelsteek. Brei bij 28 cm hoogte 4 nld. ribbelsteek en brei verder in tricotsteek. Kant bij 34 cm hoogte voor de armsgaten 1x2 en 1x1 st. af in elke 2e nld. Kant bij 49 cm hoogte voor de hals de middelste 15 st. af en brei beide delen afzonderlijk verder tot 51 cm hoogte. Kant de st. voor de schouders af,. LinkerVoorpand:Zet 28 st.op en brei 4 st. boordst. voor de sluitbies, te beginnen met 1 st. av. (1e nld. = verkeerde kant) en 24 st. ribbelst. Brei verder als bij rugpand. Minder als bij rugpand. Zet bij 46 cm hoogte de 4 st. sluitbies op een stekenhouder en kant aan halszijde 1x3, 1x2 en 1x1 st. af in elke 2e nld. Kant de st. voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.
RechterVoorpand:brei dit in spiegelbeeld met op 31 en 39 cm hoogte een knoopsgat. Kant voor een knoopsgat de 3e steek af en zet deze er in de volgende nld. weer bij op. Mouwen: Zet 22 st. op en brei 3 nld. recht. Brei verder in tricotst. Meerder voor de mouwwijdte 4x1 st. aan weerszijden van elke 8e nld. Kant bij 30 cm hoogte voor de mouwkop 1x2, 2x1 en 1x2 st. af aan weerszijden van elke 2e nld. Kant de overige st. af.
4004– MEISJESJAS EN MUTS VAN PERU Maat: 128 Materiaal: Scheepjes Peru groen/grijs (50) 5 bollen voor de jas en 2 bollen Peru ecru (10) voor de muts Fournituur:3 knopen
Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem de st. van de stekenhouder van het rechtervoorpand op de naald, neem rond de hals een oneven aantal steken op en zet aansluitend de st. van de stekenhouder van het linkervoorpand op de nld. Brei over alle st. boordst. Brei op 47 cm hoogte nog een knoopsgat. Kant na 5 nld. boordst. alle st. in boordst. af. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit zij- en mouwnaden. Naai de knopen aan.
Naalden: 9 Stekenverhouding: 10 steken en 14 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Ribbelsteek: alle naalden recht. Boordsteek: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht. Nop : In dezelfde steek (1 r., 1 av., 1 r., 1 av., 1 r.) breien. Keren en brei 5 av. Keren en de 2e, 3e, 4e en 5e st. één voor één over de 1e st. halen en dan deze steek gedraaid recht breien. Points Patroonsteek:1 kantsteek, 1 av. tricotst., *1 av. tricotst., 3 ribbelsteek, 1 av. tricotst., nop, herhaal vanaf *. Brei de nop in elke volgende 4e nld., de naalden daartussenin wordt deze steek in tricotsteek gebreid. Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Av. tricotsteek: averecht op de goede, recht op de verkeerde kant. Gerstekorrelsteek: 1e nld.: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht. 2e nld.: averecht boven recht, recht boven averecht. Herhaal deze 2 naalden. Werkwijze: Rugpand: Zet 51 st. op en brei 3 nld. ribbelsteek. Brei verder in patroonsteek. Minder bij 10 cm hoogte elke 3 st. ribbelsteek
Werkwijze meisjes muts: Zet 42 st. op met ecru en brei 7 naalden boordsteek. Brei verder in gerstekorrelsteek en brei in de eerste naald in elke tweede steek 1 st. recht en 1 st. averecht = 63 st. Plaats bij 14 cm hoogte 6 merkdraden in het werk als volgt: tussen de 6e en 7e steek, vervolgens een merkdraad na elke 10 st. Minder vervolgens 4x1 st. aan weerszijden van elke merkdraad in elke 2e nld. Brei in de 2e volgende naald 1 kantsteek, 8x2 st. samen breien, 2 st. breien. Rijg door de overige 11 st. een draad, trek aan en hecht af.
4004– Veste et bonnet pour fille en Peru Taille: 128 Fil: Scheepjes Peru vert/gris (50) 5 pelotes pour la veste et 2 pelotes de Peru écru (10) pour le bonnet. Fournitures: 3 boutons Aiguilles: 9 Echantillon: 10 mailles et 14 rangs en jersey, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire.
Points utilisés: Point mousse : toutes les mailles sont tricotées à l’endroit. Côtes : une maille endroit, une maille envers. Noppe : tricotez dans la même maille (1 end., 1 env., 1 end., 1 env., 1 end.). Retournez et tricotez 5 mailles env. Retournez et faites passer la 2ème, la 3ème, la 4ème et la 5ème maille une par une sur la première et tricotez cette maille endroit tournée. Motif : 1 m. lisière, 1 m. env., *1 m. env., 3 m. mousse, 1 m. env., noppe, répétez à partir de *. Tricotez la noppe tous les 4 rangs, les rangs intermédiaires sont tricotés en jersey. Point jersey : endroit sur l’endroit, envers sur l’envers. Jersey envers : envers sur l’endroit, endroit sur l’envers. Point de blé : 1er rang : alterner une maille endroit et une maille envers. 2ème rang : envers sur endroit, endroit sur envers. Répétez ces deux rangs. Tricot: Dos : montez 51 mailles et tricotez 3 rangs de point mousse. Continuez ensuite avec le motif. A 10 cm de hauteur, faites une diminution dans tous les 3 points mousse en tricotant 2 mailles ensemble. A 19 cm de hauteur, faites de même pour n’avoir plus qu’un point mousse. A 28 cm de hauteur, tricotez 4 rangs de point mousse et continuez ensuite en jersey. A 34 cm de hauteur, rabattez 1x2 et 1x1 mailles pour les emmanchures tous les deux rangs. A 49 cm de hauteur, rabattez les 15 mailles centrales pour l’encolure et continuez les deux épaules séparément jusqu’à 51 cm de hauteur. Rabattez toutes les mailles pour les épaules. Demi-devant gauche: montez 28 mailles et tricotez 4 rangs de côtes pour le galon, en commençant avec une maille env. (1er rang = envers) et 24 mailles de point mousse. Continuez comme pour le dos, et faites les mêmes réductions. A 46 cm de hauteur, glissez les 4 mailles du galon sur une aiguille à torsades et rabattez 1x3, 1x2 et 1x1 mailles tous les 2 rangs côté encolure. Rabattez les mailles pour l’épaule à la même hauteur que le dos. Demi-devant droit: faites le même travail que pour le demi-devant gauche mais en sens inverse. Prévoyez une boutonnière à 31 et 39 cm de hauteur. Pour la boutonnière, rabattez la troisième maille et reprenez-la sur le rang suivant. Manches: montez 22 mailles et tricotez 3 rangs endroit. Continuez en jersey. Pour la largeur de la manche, faites 4x1 augmentations de chaque côté tous les 8 rangs. A 30 cm de hauteur, rabattez 1x2, 2x1 et 1x2 mailles de chaque côté tous les 2 rangs. Rabattez ensuite les mailles restantes. Assemblage : fermez les épaules. Reprenez les mailles de l’aiguille à torsades du demi-devant droit sur votre aiguille, reprenez un nombre impair de mailles autour de l’encolure et reprenez les mailles de l’aiguille à torsade du demi-devant gauche. Tricotez le tout en côtes. A 47 cm de hauteur, faites une boutonnière. 5 rangs plus haut, rabattez toutes les mailles en côtes. Assemblez les manches, le milieu de la manche venant sur la couture de l’épaule. Refermez les manches et les côtés. Cousez les boutons. Bonnet: Montez 42 mailles d’écru et tricotez 7 rangs en côtes.
5 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 5
08-07-2010 19:30:10
Continuez ensuite en point de blé et sur le premier rang, toutes les deux mailles, faites une maille endroit, une maille envers = 63 mailles. A 14 cm de hauteur, disposez 6 fils marqueurs comme suit : entre la 6ème et la 7ème maille, ensuite un fil marqueur toutes les 10 mailles. Faites ensuite 4x1 diminutions de chaque côté de chaque fil marqueur, tous les deux rangs. Sur le 2ème rang suivant, faites une maille lisière, 8x2 mailles tricotées ensemble, 2 mailles tricotées. Passez un fil dans les 11 mailles restantes, tirez et fermez. 4004
Rugpand + Mouwen: Zet 58 st. op en brei als het voorpand. Kant op 30-32-34 cm hoog voor de hals aan de linkerkant 2x1 st. af in elke 4e nld. Zet op 54-56-58 cm hoogte aan halskant 2x1 st. op de nld. erbij in elke 2e nld. Brei tot dezelfde hoogte als het voorpand. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Naai aan weerskanten van de middelste 44-48-52 cm, aan de binnenkant, het voor- en rugpand aan elkaar, de bovenste 20-21-22 cm open laten voor de armsgaten. De mouwen blijven aan de onderkanten open. Zet voor de halsbies 11 st. op en brei 62 cm tricotst. Naai de uiteinden aan elkaar en naai de bies in de halsopening. De bies moet naar binnen toe omrollen, de tricotkant buiten. Zet voor de onderkant 11 st. op en brei 88-96-104 cm tricotst. Naai de bies rondom de onderkant van de trui, ook deze bies omrollen naar binnen. Zet voor een kabel 13 st. op en brei 104 cm kabel, één steek is voor het vastnaaien aan de mouwen. Let op dat bij de kabel voor de andere mouw de steek voor het vastnaaien aan de andere kant komt. Naai de kabels aan de mouwen.
rangs. Continuez jusqu’à la même hauteur que le devant. Assemblage : fermez les épaules. De part et d’autres du milieu 44-48-52 cm, face intérieure, cousez le devant et le dos ensemble, en laissant les 20-21-22 cm du dessus ouvert pour les emmanchures. Les manches restent ouvertes dans le bas. Pour le galon du col, montez 11 mailles et tricotez 62 cm en jersey. Cousez les extrémités ensemble et cousez le galon à l’encolure. Le galon doit s’enrouler vers l’intérieur, jersey vers l’extérieur. Pour le bas, montez 11 mailles et tricotez 88-96-104 cm en jersey. Cousez le galon autour du bas du pull, et roulezle également vers l’intérieur. Faites une torsade de 13 mailles sur 104 cm, avec une maille pour la fixation aux manches. Attention, pour la torsade pour l’autre manche, la maille de fixation à la manche se trouve de l’autre côté. Cousez les torsades aux manches. 4005 16-17-18
32-31-30
4
2
3
18-19-20
4005 – Pull dame en Mundo Tailles: 36/38 – 40/42 – 44/46
Fil: Scheepjes Mundo violet (10) 1 pelote Aiguilles: n°7
4005 - DAMESTRUI VAN MUNDO Maten: 36/38 – 40/42 – 44/46 Materiaal: Scheepjes Mundo paars (10) 1 bol Naalden: nr. 7 Stekenverhouding: 11 steken en 18 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Kabel over 12 steken: 1e nld. (g.k.): recht. 2e en alle even Naalden: averecht. 3e nld.: zet 4 st. op een hulpnld. voor het werk, brei de volgende 4 st. recht, dan de 4 st. van de hulpnld. r. breien, 4 r. 5e en 7e nld.: recht. 9e nld.: 4 r., zet 4 st. op een hulpnld. achter het werk, brei de volgende 4 st. r., dan de 4 st. van de hulpnld. r. breien. 11e nld.: recht. Herhaal deze 12 naalden. Werkwijze: De gehele trui wordt in twee delen overdwars gebreid. Voorpand + Mouwen: zet 58 st. op en brei tricotst. Kant bij 30-32-34 cm hoogte voor de hals aan de rechterkant 2x1 st. af in elke 2e nld. en 2x1 st. in elke 4e nld. Zet op 51,5-53,5-55,5 cm hoogte aan halskant 2x1 in elke 4e nld. en 2x1 st. in elke 2e nld. op de nld. erbij en brei verder tot 88-92-96 cm hoogte. Kant af.
Echantillon: 11 mailles et 18 rangs en jersey, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire. Points utilisés: Point jersey : endroit sur l’endroit, envers sur l’envers. 16-17-18 32-31-30 4 Torsade sur 12 mailles : 1er rang (g.k.): endroit. 2ème rang et tous les rangs pairs : envers. 3ème rang : glissez 4 mailles sur une aiguille à torsades placée devant, tricotez les 4 mailles suivantes à l’endroit, puis les 4 mailles de l’aiguille à torsades à l’endroit, 4 mailles end. 5ème et 7ème rang : endroit. 9ème rang : 4 m. end., glissez 4 mailles sur une aiguille à torsades placée derrière, tricotez les 4 m. suivantes à l’endroit, puis les 4 m. de l’aiguille à torsades à l’endroit. 11ème rang : endroit. Répétez ces 12 rangs.
2
32-31-30
18-19-20
44-46-48
30-32-34 22
52
52
Tricot: Le pull est tricoté transversalement en deux parties. Devant + Manches: montez 58 mailles et tricotez en jersey. A 30-32-34 cm de hauteur, rabattez à droite 2x1 mailles tous les deux rangs et 2X1 mailles tous les 4 rangs pour l’encolure. A 51,5-53,5-55,5 cm côté encolure, faites 2x1 augmentations tous les 4 rangs et 2x1 augmentations tous les 2 rangs et continuez jusqu’à 88-92-96 cm de hauteur. Rabattez toutes les mailles.
52
52
0
4006 - PONCHO VAN MUNDO
Maten: 128 – 140 – 152 Materiaal: Scheepjes Mundo bruin (2) 1 bol
Dos + manches: montez 58 mailles et tricotez comme le devant. A 30-32-34 cm de hauteur, à gauche, rabattez 2x1 mailles tous les 4 rangs pour l’encolure. A 54-56-58 cm de hauteur, côté encolure, faites 2x1 augmentations tous les 2
Naalden: nr. 7 Stekenverhouding: 11 steken en 18 naalden in tricotsteek
6 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 6
08-07-2010 19:30:10
gebreid, zijn 10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Kabel over 17 steken: 1e nld. (goede kant): 1 av., 15 r., 1 av. 2e nld.: 1 r., 15 av., 1 r. 3e nld.: 1 av., zet 5 st. op een hulpnld. achter het werk, brei de volgende 5 st. r., dan de 5 st. van de hulpnld. r. breien, 5 r., 1 av. 4e, 6e, 8e, 10e, 12e nld.: als 2e nld. 5e, 7e, 11e nld.: als 1e nld. 9e nld.: 1 av., 5 r., zet 5 st. op een hulpnld. voor het werk, brei de volgende 5 st. recht, dan de 5 st. van de hulpnld. r. breien, 1 av. Herhaal deze 12 naalden. Werkwijze: Zet 63-67-72 st. op en brei 1 nld. averecht. Brei verder in de volgende indeling: over de eerste 12 steken verdeeld meerderen tot 17 steken en de kabel breien, 51-55-60 st. tricotst. Minder bij 35-38-41 cm hoogte in de teruggaande nld. de 17 steken kabel weer tot 12 steken. Kant in de volgende naald de eerste 24-25-st steken af en brei verder in tricotsteek tot 92-99-106 cm. Kant af. Sluit de naad, zie merktekens op de maatschets. Zet voor de capuchon 46-50-52 st. op en brei tricotsteek. Minder 3x1 st. aan beide kanten van elke 4e nld. Meerder 3x1 st. in elke 4e nld. aan beide kanten van de 2 middelste steken. Splits bij 24-26-28 cm hoogte het werk en brei beide kanten apart verder. Minder vanaf middenachter 1x1, 1x3, 2x6, 1x7-9-10 st. Sluit de bovennaad. Naai de capuchon in de halsopening (punt is middenvoor). Zet voor de kabel 2 steken op en brei in de teruggaande nld. 1 st. av., 1 st. r. Meerder in elke volgende naald aan de linkerkant (goede kant) steeds 1 steek. Als er tot 12 steken is gemeerderd met de 3e naald van de kabel beginnen, meerder ondertussen tot 17 steken voor de kabel + 1 kantsteek voor het aannaaien. Als de korte kant langs de zijkant past (van punt tot punt) aan de linkerkant in elke naald 1 steek minderen tot er nog 2 st. over zijn. Afkanten. Brei nog eenzelfde kabel. Naai de kabels langs de lange kanten en naai de punten tegen elkaar. Maak een pompon van ca. 6 cm doorsnede. Haak met dubbele draad ca. 18 cm koord en bevestig de uiteinden aan de pompon en capuchon.
2ème rang : 1 end., 15 env., 1 end. 3ème rang : 1 env., faites glisser 5 mailles sur une aiguille à torsades placée derrière, tricotez endroit les 5 m. suivantes, puis les 5 m. de l’aiguille à torsades à l’endroit, 5 end., 1 env. 4ème, 6ème, 8ème, 10ème, 12ème rang : comme le 2ème rang. 5ème, 7ème, 11ème rang : comme le 1er rang. 9ème rang : 1 env., 5 end., faites glisser 5 mailles sur une aiguille à torsades placée devant, tricotez endroit les 5 m. suivantes, puis les 5 m. de l’aiguille à torsades à l’endroit, 5 end., 1 env. Répétez ces 12 rangs. Tricot: Montez 63-67-72 mailles et tricotez un rang à l’envers. Continuez comme suit : répartir des augmentations sur les 12 premières mailles pour en avoir 17 et tricoter la torsade, 51-55-60 mailles en jersey. A 35-38-41 cm de hauteur, faites des réductions sur le rang envers pour repasser de 17 à 12 mailles dans la torsade. Dans le rang suivant, rabattez les 2425 premières mailles et continuez en jersey jusqu’à 92-99-106 cm. Rabattez toutes les mailles. Faites la couture, voyez les marquages sur le patron. Pour la capuche, montez 46-50-52 mailles et tricotez en jersey. Faites 3X1 réductions de chaque côté tous les 4 rangs. Faites 3X1 augmentations de chaque côté des deux mailles centrales tous les 4 rangs. A 24-26-28 cm de hauteur, scindez le travail en deux et tricotez chaque partie séparément. Faites 1x1, 1x3, 2x6, 1x7-9-10 réductions depuis le milieu arrière. Fermez la couture supérieure. Cousez la capuche dans l’ouverture de l’encolure (point milieu avant). Pour la torsade, montez deux mailles et tricotez, sur le rang envers, 1 m. env., 1 m. end. Augmentez d’une maille sur tous les rangs suivants à gauche (bon côté). A 12 mailles d’augmentation, commencez avec la troisième aiguille de la torsade, faites des augmentations jusqu’à 17 mailles pour la torsade + 1 maille lisière pour la couture. Lorsque le côté court correspond au côté (de pointe à pointe) du côté gauche de chaque rang, faites 1 réduction jusqu’à ce qu’il reste 2 mailles. Rabattez-les. Tricotez encore une torsade. Cousez les torsades le long des longs côtés et cousez les pointes ensemble. Faites un pompon d’environ 6 cm de diamètre. Crochetez environ 18 cm de cordon avec un fil double et fixez les extrémités au pompon et à la capuche. 4006
22-23-24
35-38-41
92-99-106
v
4006 - PONCHO EN MUNDO
4007 - MEISJESVEST VAN MUNDO Maten: 116 – 128 – 140 Materiaal: Scheepjes Mundo rood/rose (11) 1 bol, satijnband voor sluiting Naalden: nr. 7 Stekenverhouding: 11 steken en 18 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Gerstekorrelsteek: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht. Alle volgende naalden: recht boven averecht, averecht boven recht. Werkwijze: Rugpand: Zet 56-60-62 st. op en brei tricotsteek. Minder 9-10-10x1 st. aan beide kanten van elke 5e-6e-6e nld. Kant bij 43-47-51 cm hoogte voor de hals de middelste 10-12-14 st. af en brei beide delen apart verder. Kant aan halskant nog 1x5 st. af in de 2e nld. Kant bij 45-49-53 cm hoogte de steken voor de schouders af. RechterVoorpand:Zet 14-15-16 st. op en brei tricotsteek. Zet aan het einde van de 1e nld. (= verkeerde kant) 4 st. op de naald erbij voor de ronding van het voorpand. Zet nog 1x4, 2x3, 3-4-4x2 en 4-4-5x1 op de nld. erbij aan het einde van elke volgende 2e nld. Zet nog 3x1 st. op de nld. erbij in elke 4e nld. Minder ondertussen aan de zijnaad als bij het rugpand. Kant bij 30-33-36 cm hoogte voor de hals afwisselend 7-8-9x2 en 3x3 st. af in elke 2e nld. Kant de steken voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand. LinkerVoorpand: brei het rechtervoorpand in spiegelbeeld. Mouwen: Zet 28-30-32 st. op en brei 5 cm gerstekorrelsteek en verder in tricotsteek tot 26-29-33 cm hoogte. Kant af. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit zij- en mouwnaden. Zet 7 st. op en brei gerstekorrelsteek tot een lengte die langs de onderkant van het rugpand, de voorpanden en de hals past. Naai de bies aan het vest.
Tailles: 128 – 140 – 152 4007 – Veste fille en MUNDO Fil: Scheepjes Mundo brun (2) 1 pelote
*
Tailles: 116 – 128 – 140
Aiguilles: n° 7 Echantillon: 11 mailles et 18 rangs en jersey, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire. Points utilisés: Point jersey : endroit sur l’endroit, envers sur l’envers. Torsade sur 18 mailles : 1er rang (endroit) : 1 env., 15 end., 1 env.
*
35-38-41
Fil: Scheepjes Mundo rouge/rose (11) 1 pelote, ruban de satin pour la fermeture Aiguilles: n°7
v 57-61-65
0
Echantillon: 11 mailles et 18 rangs en jersey, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire.
7 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 7
08-07-2010 19:30:10
Points utilisés: Point jersey : endroit sur l’endroit, envers sur l’envers.Point de blé :1er rang : alterner une maille endroit et une maille envers. 2ème rang : envers sur endroit, endroit sur envers. Tricot: Dos: montez 56-60-62 mailles et tricotez en jersey. Faites 9-10-10x1 réductions de chaque côté tous les 5-6-6 rangs. A 43-47-51 cm de hauteur, rabattez les 10-12-14 mailles centrales pour l’encolure et continuez les deux parties séparément. Côté encolure, rabattez encore 1x5 mailles au 2ème rang. A 45-49-53 cm de hauteur, rabattez les mailles pour les épaules. Demi-devant droit: montez 14-15-16 mailles et tricotez en jersey. A la fin du 1er rang, (envers), ajoutez 4 mailles pour l’arrondi du demi-devant. Ajoutez encore 1x4, 2x3, 3-4-4x2 et 4-4-5x1 mailles sur l’aiguille à la fin de tous deux rangs suivants. Ajoutez encore 3x1 mailles sur l’aiguille tous les4 rangs. Entretemps, faites des réductions à la couture latérale comme pour le dos. A 30-33-36 cm de hauteur, rabattez alternativement 7-8-9x2 et 3x3 mailles pour l’encolure, tous les deux rangs. Rabattez les mailles de l’épaule à la même hauteur que pour le dos. Demi-devant gauche: faites le même travail que pour le demi-devant droit mais en sens inverse. Manches: montez 28-30-32 mailles et tricotez 5 cm en points de blé, puis continuez en jersey jusqu’à 26-29-33 cm de hauteur. Rabattez toutes les mailles. Assemblage : fermez les épaules.Venez y attacher les manches, le milieu de la manche arrive sur la couture de l’épaule. Fermez les manches et les côtés. Montez 7 mailles et tricotez en points de blé jusqu’à une longueur qui correspond au dos, aux demi-devants et à l’encolure. Cousez le galon à la veste. 4007 7
18-20-22
7
45-49-53 43-47-51
26-29-33
33-36-39 30-33-36 5
20-21-22 12-13-14
0 37-39-41
13
0
4008 - COL EN MUTS VAN HELSINKI
Echantillon: 14 mailles et 23 rangs en jersey, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire.
Hoofdomvang: 52-54 cm. Points utilisés Point jersey : endroit sur l’endroit, envers sur l’envers. Côtes : 2 mailles endroit, 2 mailles envers
Col: S/M – L/EL Materiaal: Scheepjes Helsinki ecru (100) voor de col 3 bollen, voor de muts 2 bollen, zwart sierband Stekenverhouding: 14 steken en 23 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Boordsteek: afwisselend 2 st. recht en 2 st. averecht. Werkwijze: Col: Zet 86-92 st. op en brei 1 nld. recht (=verkeerde kant) en verder in tricotsteek. Minder 12-13x1 st. aan beide kanten van elke 4e nld. Minder als volgt: 1 kantsteek, 1 st. afhalen, 1 st. breien en de afgehaalde steek overhalen, brei de naald uit tot er nog 3 st. op de naald staan, 2 st. samenbreien, 1 kantst. Maak bij 21-22 cm hoogte 6-7x een dubbele mindering aan beide kanten als volgt: 1 kantst., 2 st. samenbreien, zet de samengebreide steek op de linkernaald en haal de daarop volgende steek over. Zet de steek weer op de rechternaald en brei de naald uit tot er nog 4 st. op de naald staan, 1 st. afhalen, 2 st. samenbreien en de afgehaalde steek overhalen. Brei op de overgebleven 38 st. nog 16 cm boordsteek. Kant in boordsteek af. Brei nog eenzelfde deel. Sluit de zijnaden, let hierbij op dat het halsboord wordt omgeslagen. Knip draden van ca. 18 cm en knoop deze dubbel onderaan de col. Naai eventueel sierband boven de franjes Muts: Zet 74 st. op en brei 3 cm boordst. en verder in tricotsteek. Minder bij 16 cm hoogte verdeeld 18 st. Herhaal dit in de 6e volgende naald en nogmaals in de 4e volgende naald. Brei de 4e daarop volgende naald als volgt: 1 kantsteek, brei over de gehele naald 2 st. samen, 1 kantsteek. Haal door de overige steken een draad, trek aan en hecht af. Sluit de achternaad. Knip 6 draden van 70 cm, trek deze door de punt van de muts, zodat er 12 draden zijn en vlecht deze. Maak een pompon en bevestig deze aan het uiteinde van de vlecht. Zet 3x10 steken op en brei banen van ca. 110 cm lengte.Vlecht de banen en naai de vlecht aan de voorkant van de muts (zie foto). Deze muts kan ook worden gemaakt met een aangenaaide vlecht rondom de onderkant, zonder pompon en met opgenaaid sierband.
Tricot: Col: montez 86-92 mailles et tricotez un rang endroit (=l’envers) puis continuez en jersey. Faites 12-13x1 réductions de chaque côté tous les 4 rangs. Faites les réductions comme suit : 1 maille lisière, 1 maille coulée, 1 maille endroit et reprendre la maille coulée, continuez le rang sauf 3 mailles, tricotez 2 mailles ensemble, 1 maille lisière. A 21-22 cm de hauteur, faites 6-7x réductions doubles de chaque côté comme suit : 1 maille lisière, 2 mailles tricotées ensemble, faites passer les mailles tricotées ensemble sur l’aiguille de gauche et passez la maille suivante par-dessus. Repassez la maille sur l’aiguille de droite et continuez jusqu’au bout sauf 4 mailles, 1 maille coulée, 2 mailles tricotées ensemble et repasser la maille coulée. Tricotez en côtes les 38 mailles restantes sur 16 cm. Rabattez toutes les mailles. Tricotez une deuxième partie semblable. Faites les coutures latérales, en veillant à ce que le bord du col soit retourné. Coupez des fils d’environ 18 cm et fixez-les en double sous le col. Fixez éventuellement le croquet au-dessus des franges. Bonnet: montez 74 mailles et faites 3 cm de côtes, puis continuez en jersey. A 16 cm de hauteur, répartissez 18 diminutions. Répétez ces diminutions sur le 6ème rang suivant et le 4ème rang suivant. Tricotez ensuite les 4ème rang suivant comme suit : 1 maille lisière, tricotez 2 mailles ensemble sur toute l’aiguille, 1 maille lisière. Faites passer un fil dans toutes les mailles, tirez et fermez. Fermez la couture arrière. Coupez 6 fils de 70 cm, passez-les dans la pointe du bonnet de manière à obtenir 12 fils, et tressez-les. Faites un pompon et fixez-le à l’extrémité de la tresse. Montez 3x10 mailles et tricotez des bandes d’environ 110 cm de long. Tressez-les et cousez la tresse à l’avant du bonnet (voir photo). Ce bonnet peut également être réalisé avec une tresse cousue sur le pourtour, sans pompon, et avec un croquet cousu. 4008 13
42-44
26-28
4008 – Col et bonnet en HELSINKI
Périmètre crânien: 52-54 cm. 5
Col: S/M – L/EL
0
Fil: Scheepjes Helsinki écru (100) 3 pelotes pour le col, 3 pelotes pour le bonnet, croquet noir.
30-32
8 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 8
08-07-2010 19:30:10
4009 - DAMESTRUI VAN HELSINKI Maten: 36/38 – 40/42 Materiaal: Scheepjes Helsinki ecru/grijs (100) 6-7 bollen Naalden: nr. 5 ½, nr. 5 ½ zonder knop Stekenverhouding: 14 steken en 23 naalden in patroonsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Patroonsteek: 1e nld. (verkeerde kant): *2 av., 2 r., herhaal vanaf *. Alle volgende naalden breien zoals de steken zich voordoen. Kabel over 16 steken: 1e nld. (g.k.): *2 r., 2 av.,V3V (=neem 2 st. op een hulpnaald voor het werk, brei de volgende steek av., dan de 2 st. van de hulpnld. r. breien), 1 av., 2 r., 1 av.,V3A (= neem 1 steek op een hulpnld. achter het werk, brei de volgende 2 st. r., dan de steek van de hulpnld. av. breien), 2 av., herhaal vanaf *, eindig met 2 r. 2e nld.: *2 av., 3 r., 2 av., 1 r., 2 av., 1 r. 2 av., 3 r., herhaal vanaf *, 2 av. 3e nld.: *2 r., 3 av.,V3V, 2 r.,V3A, 3 av., herh. vanaf *, 2 r. 4e nld.: *2 av., 4 r., 6 av., 4 r, herh. vanaf *, 2 av. 5e nld.: *2 r., 4 av.,V3V,V3A, 4 av., herh. vanaf *, 2 r. 6e nld.: *2 av., 5 r., 4 av., 5 r., herh. vanaf *, 2 av. 7e nld.: *2 r., 5 av., K4V (=2 st. op een hulpnld. achter het werk nemen, de volgende 2 st. recht breien, dan de 2 st. van de hulpnld. r. breien), 5 av., herh. vanaf *, 2 r. 8e nld.: als 6e. 9e nld.: *2 r., 4 av., K3A (=neem 1 st. op een hulpnld. achter het werk, 2 r., steek van hulpnld. av. br.), K3V (= neem 2 st. op een hulpnld. voor het werk, 1 av., 2 st. van hulpnld. r. br.), 4 av., herh. vanaf *, 2 r. 10e nld.: als 4e. 11e nld.: *2 r., 3 av.,V3A, 2 r.,V3V, 3 av., herh. vanaf *, 2 r. 12e nld.: als 2e. 13e nld.: *2 r., 2 av.,V3A, 1 av., 2 r., 1 av.,V3V, 2 av., herh. vanaf *, 2 r. 14e nld.: *2 av., 2 r., (2av., 2 r.)3 maal, herh. vanaf *, 2 av. 15e nld.: *2 r., 2 av., (2 r., 2 av.)3 maal, herh. vanaf *, 2 r. 16e nld.: *2 av., 2 r., (2 r., 2 av.)3 maal, herh. vanaf *, 2 av. Herhaal de laatste 2 nld. nog 4x. Brei nog 1x de 1e t/m 6e nld. Werkwijze: Rugpand: Zet 66-70 st. op en brei patroonsteek, begin de eerste maat met 2 av., de tweede maat met 2 r. (1e nld. = verkeerde kant). Op 25 cm hoogte 1x het kabelpatroon breien, voor de tweede maat aan beide kanten 2 st. patroonsteek door laten lopen. Na het kabelpatroon weer verder breien in patroonsteek. Kant bij 44-43 cm hoogte voor de armsgaten 1x2 en 2x1 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant bij 62 cm hoogte voor de hals de middelste 20 st. af en brei beide kanten apart verder. Kant aan halskant nog 1x6 st. af in de 2e nld. Kant bij 64 cm hoogte de st. voor de schouders af. Voorpand: Brei als het rugpand tot 57 cm hoogte. Kant
voor de hals de middelste 16 st. af en brei beide kanten apart verder. Kant aan halskant nog 1x3, 1x2 en 3x1 st. af in elke 2e nld. Kant de st. voor de schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand. Mouwen: Zet 30 st. op en brei patroonsteek. Meerder voor de mouwwijdte 8-10x1 st. aan beide kanten van elke 12e-10e nld. Brei de gemeerderde steken in patroonsteek. Kant bij 46 cm hoogte voor de mouwkop 1x2, 8x1, 1x2 en 1x3 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant de overige st. af. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem met naalden zonder knop ca. 72 st. op rondom de hals en brei 8 cm boordsteek. Kant in boordsteek af. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit zij- en mouwnaden. 4009 – Pull dame en HELSINKI Tailles: 36/38 – 40/42 Fil: Scheepjes Helsinki écru/gris (100) 6-7 pelotes Aiguilles: n°5 ½, n°5 ½ double pointe Echantillon: 14 mailles et 23 rangs en jersey, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire. Points utilisés Maille fantaisie : 1er rang (envers ): *2 env., 2 end., répétez à partir de *. Tricotez tous les rangs suivants avec les points comme ils se présentent. Torsade sur 16 mailles : 1er rang (endroit): *2 end., 2 env.,V3V (=faites glisser 2 mailles sur une aiguille à torsades placée devant, tricotez la maille suivante à l’envers, puis les 2 mailles de l’aiguille à torsades à l’endroit), 1 env., 2 end., 1 env.,V3A (= faites glisser 1 maille sur une aiguille à torsades placée derrière, tricotez les deux mailles suivantes à l’endroit, puis la maille de l’aiguille à torsade à l’envers), 2 env., répétez à partir de *, terminez avec 2 end. 2ème rang : *2 env., 3 end., 2 env., 1 end., 2 env., 1 end. 2 env., 3 end., répétez à partir de *, 2 env. 3ème rang :*2 end., 3 env.,V3V, 2 end.,V3A, 3 env., répétez à partir de *, 2 end. 4ème rang : *2 env., 4 end., 6 env., 4 r, répétez à partir de *, 2 env. 5ème rang :*2 end., 4 env.,V3V,V3A, 4 env., répétez à partir de *, 2 end. 6ème rang : *2 env., 5 end., 4 env., 5 end., répétez à partir de *, 2 env. 7ème rang : *2 end., 5 env., K4V (=2 mailles glissées sur une aiguille à torsades placée derrière, tricotez endroit les 2 mailles suivantes, puis tricotez endroit les 2 mailles de l’aiguille à torsades), 5 env., répétez à partir de *, 2 end. 8e rang : comme le 6ème 9e rang : *2 end., 4 env., K3A (=1 maille glissée sur une aiguille à torsades placée derrière, 2 end., la maille de l’aiguille à torsades à l’end.), K3V (=2 mailles glissées sur une aiguille à torsades placée devant, 1 env., tricotez endroit les 2 mailles de l’aiguille à torsades), 4 env., répétez à partir de *, 2 end. 10ème rang : comme le 4ème.
11ème rang : *2 end., 3 env.,V3A, 2 end.,V3V, 3 env., répétez à partir de*, 2 end. 12ème rang : comme le 2ème. 13ème rang : *2 end., 2 env.,V3A, 1 env., 2 end., 1 env.,V3V, 2 env., répétez à partir de*, 2 end. 14ème rang : *2 env., 2 end., (2env., 2 end.)3 fois, répétez à partir de*, 2 env. 15ème rang : *2 end., 2 env., (2 end., 2 env.)3 fois, répétez à partir de*, 2 end. 16ème rang : *2 env., 2 end., (2 end., 2 env.)3 fois, répétez à partir de*, 2 env. Répétez les deux derniers rangs 4 fois. Tricotez encore une fois du premier au sixième rang. Tricot: Dos: montez 66-70 mailles et tricotez le motif, commencez la première taille avec 2 env., la deuxième taille avec 2 end. (1er rang = l’envers). A 25 cm de hauteur, tricotez une fois la torsade, pour la deuxième taille, faire de chaque côté deux mailles fantaisie. Après la torsade, continuez en maille fantaisie. A 44-43 cm de hauteur, formez les emmanchures en rabattant 1x2 et 2x1 mailles de chaque côté, tous les 2 rangs. A 62 cm de hauteur, rabattez les 20 mailles centrales pour l’encolure et continuez chaque côté séparément. Côté encolure, rabattez encore 1x6 mailles au 2ème rang. A 64 cm de hauteur, rabattez toutes les mailles pour les épaules. Devant: Tricotez comme le dos jusqu’à 57 cm de hauteur. Pour l’encolure, rabattez les 16 mailles centrales et continuez chaque côté séparément. Côté encolure, rabattez encore 1x3, 1x2 et 3x1 mailles tous les 2 rangs. Rabattez les mailles restantes pour les épaules à la même hauteur que le dos. Manches: montez 30 manches et tricotez selon le motif. Pour la largeur des manches, faites 8-10x1 augmentations de chaque côté tous les 12-10 rangs. Tricotez les augmentations selon le motif. A 46 cm de hauteur, rabattez 1x2, 8x1, 1x2 et 1x3 mailles de chaque côté tous les 2 rangs. Rabattez ensuite les mailles restantes. Assemblage : Faites la couture des épaules. Avec l’aiguille à double pointe, reprenez environ 72 mailles autour de l’encolure et tricotez 8 cm de côtes. Rabattez en côtes. Montez les manches, le milieu de la manche arrivant contre la couture de l’épaule. Fermez les côtés et les manches. 4009
11
9-11-13 3
64 62
16-17
57
56
46
44-43
25
0 11 0 23-25
9 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 9
08-07-2010 19:30:10
4010 - MEISJESVEST MET CAPUCHON VAN HELSINKI
4010 – Veste à capuche pour fille en HELSINKI
Maten: 116 – 128 – 140
Tailles: 116 – 128 – 140
Materiaal: Scheepjes Helsinki donkerrood (106) 3-4-4 bollen, 3 knopen
Fil: Scheepjes Helsinki rouge foncé (106) 3-4-4 pelotes, 3 boutons
Naalden: nr. 5 ½
Aiguilles: n° 5 ½
Stekenverhouding: 14 steken en 23 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Echantillon: 14 mailles et 23 rangs en jersey, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire. Points utilisés Côtes : alterner 2 m. end. et 2 m. env. Jersey : endroit sur l’endroit, envers sur l’envers.
Rabattez en côtes. Cousez les coutures latérales aux galons. Fixez les manches, le milieu de la manche arrivant à la couture d’épaule. Fermez les coutures latérales et des manches. Fixez les boutons. 4010 3 7-8-8
14-14-16
7-8-8 3
52-56-60 50-54-58 48-52-55
11-12-13
36-39-43
25-28-32 36-39-42
Gebruikte steken: Boordsteek: afwisselend 2 st. recht en 2 st. averecht. Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Werkwijze: Rugpand: zet 50-50-54 st. op en brei 6 cm boordsteek, meerder in de laatste nld. tot 50-52-56 st. Brei verder in tricotsteek. Op 23-25-26 cm hoogte verder breien in boordst., de maten 128 en 140 beginnen en eindigen met een kantsteek. Kant op 36-39-42 cm hoogte voor de armsgaten 1x2 en 2x1 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant bij 50-54-58 cm hoogte voor de hals de middelste 12-12-14 st. af en brei beide kanten apart verder. Kant aan halskant nog 1x4 st. af in de 2e nld. Kant bij 5256-60 cm hoogte de steken voor de schouders af. Voorpand:Brei als het rugpand tot 29-31-32 cm. Brei de eerste 22-23-25 st. in boordst., de 2e en 3e maat weer beginnen met een kantst., en zet aan het einde van de naald 6 st. op de naald erbij. Over deze 28-29-31 st. verder in boordst. breien. Kant voor het armsgat af als bij het rugpand. Kant bij 48-52-55 cm hoogte voor de hals 1x7, 1x3, 1x2 en 1-1-2x1 st. af in elke 2e nld. Kant de steken voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand. Brei de laatste 28-29-31 st. op de naald in spiegelbeeld. Brei op 3, 10-11-12 en 17-19-21 cm bieshoogte een knoopsgat. Kant hiervoor 1 steek af en zet deze er in de volgende naald weer bij op. Mouwen: Zet 28-30-30 steken op en brei boordst. Meerder voor de mouwwijdte 2-3-4x1 st. aan beide kanten van elke 20e18e-16e nld. Kant bij 25-28-32 cm hoogte voor de mouwkop 1x2, 10x1 en 1x2 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant de overige st. af. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem vanaf midden sluitbies, langs de hals, tot midden andere sluitbies 48-48-54 st. op en brei tricotsteek. Meerder middenachter aan weerskanten van de 2 middelste steken 3x1 st. in elke 4e nld. Kant bij 3 cm hoogte 3x1 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Splits bij 2628-30 cm hoogte het werk en brei beide kanten apart verder. Kant vanaf middenachter 1x1, 1x3, 1x6-6-7 en 2x7-7-8 st. af in elke 2e nld. Sluit de bovennaad. Neem langs de capuchon steken op (deelbaar door 4 + 2 en brei 2 cm boordst. Kant in boordst. af. Naai de zijkantjes aan de sluitbiezen. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit zij- en mouwnaden. Naai de knopen aan.
Tricot: Dos: montez 50-50-54 m. et faites 6 cm de côtes, sur le dernier rang, répartissez des augmentations pour arriver à 50-52-56 m. Continuez en jersey. A 23-25-26 cm de hauteur, continuez en côtes. Les tailles 128 et 140 commencent et se terminent par une maille lisière. A 36-39-42 cm de hauteur, rabattez 1x2 et 2x1 m. de chaque côté et tous les 2 rangs pour les emmanchures. A 50-54-58 cm de hauteur, réalisez l’encolure en rabattant les 12-12-14 m. centrales et continuez chaque côté séparément. Côté encolure, rabattez encore 1x4 m. sur le second rang. A 52-56-60 cm de hauteur, rabattez les mailles restantes pour les épaules. Devant: Tricotez comme pour le dos jusqu’à 29-31-32 cm. Tricotez les 22-23-25 premières mailles en côtes, la deuxième et la troisième tailles commencent par une maille lisière, et ajoutez 6 mailles à la fin du rang. Tricotez ces 28-29-31 m. en côtes. Réalisez l’emmanchure avec les mêmes réductions que pour le dos. A 48-52-55 cm de hauteur, réalisez l’encolure en rabattant 1x7, 1x3, 1x2 et 1-1-2x1 m. tous les 2 rangs. Rabattez les mailles pour les épaules à la même hauteur que pour le dos. Tricotez les dernières 28-29-31 m. de l’aiguille en sens inverse. A 3, 10-11-12 et 17-19-21 cm de hauteur du galon, tricotez une boutonnière en rabattant une maille que vous reprenez sur le rang suivant. Manches: montez 28-30-30 m. et tricotez en côtes. Pour la largeur, faites 2-3-4x1 augmentations de chaque côté tous les 20-18-16 rangs. A 25-28-32 cm de hauteur, rabattez 1x2, 10x1 et 1x2 m. de chaque côté tous les 2 rangs. Rabattez les mailles restantes. Assemblage : Fermez les coutures des épaules. A partir du milieu du galon, le long du col, et jusqu’à l’autre galon, reprenez 48-48-54 m. et tricotez en jersey. A l’arrière, de part et d’autre des deux mailles centrales, faites 3x1 augmentations tous les 4 rangs. A 3 cm de hauteur, rabattez 3x1 m. de chaque côté tous les 2 rangs. A 26-28-30 cm de hauteur, scindez le travail en deux et tricotez les deux côtés séparément. A partir du milieu, rabattez 1x1, 1x3, 1x6-6-7 et 2x7-7-8 m. tous les 2 rangs. Fermez la couture supérieure. Le long de la capuche, reprenez des mailles (divisibles par 4 + 2 et tricotez 2 cm en côtes).
29-31-32
9-10 -10
0
6 0 15-16-17
4
15-16-17
4011 - MEISJESJAS VAN HELSINKI Maten: 116 – 128 – 140 Materiaal: Scheepjes Helsinki rose (102) 4-4-5 bollen, rood (106) 1 bol, 8 knopen Naalden: nr. 5 en 5 ½, haaknaald nr. 5 Stekenverhouding: 14 steken en 23 naalden met nld. nr. 5 ½ in triotsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Boordsteek: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht. Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Werkwijze: Rugpand: zet 50-52-56 st. op met rose en nld. nr. 5 ½ en brei 10 cm boordsteek,. Brei verder in tricotsteek. Kant bij 41-44-47 cm hoogte voor de armsgaten 1x2 en 2x1 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant bij 56-60-64 cm hoogte voor de hals de middelste 10-10-12 st. af en brei beide kanten apart verder. Kant aan halskant nog 1x5 st. af in de 2e nld. Kant bij 5862-66 cm hoogte de steken voor de schouders af. LinkerVoorpand:zet met rose voor de binnenzak 18 st. op en brei 10 cm tricotsteek. Deze steken op een hulpnld. zetten. Zet 30-31-33 st. op met rose en nld. nr. 5 ½ en brei 10 cm boordst., de 1e steek is een av. st. en de 1e nld. is de verkeerde kant. Bij 10 cm hoogte de eerste 23-24-26 st. in tricotsteek breien en de laatste 7 st. in boordst. doorbreien voor de sluitbies. Bij 20 cm hoogte de eerste 18 st. op een hulpnld. zetten en hiervoor in de plaats de steken van de binnenzak breien. Brei over alle steken verder. Kant voor het armsgat af als bij het rugpand. Zet bij 54-58-61 cm hoogte de steken van de sluitbies op een stekenhouder en kant voor de hals 1x3, 2x2 en 1-1-2x1 st. af in elke 2e nld. Kant de st. voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.
10 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 10
08-07-2010 19:30:10
RechterVoorpand:brei het linkervoorpand in spiegelbeeld. Brei op 5-6-5, 16, 25-26-27, 34-36-38,43-46-49 en 52-56-60 cm hoogte een knoopsgat. Kant voor een knoopsgat 1 steek af en zet deze er in de volgende naald weer bij op. Mouwen: zet 28-30-32 st. op en brei 8 cm boordsteek. Brei verder in tricotsteek en meerder voor de mouwwijdte 2-3-3x1 st. aan beide kanten van elke 14e-12e-14e nld. Kant bij 25-28-32 cm hoogte voor de mouwkop 1x2, 10x1 en 1x2 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant de overige st. af. Afwerking: Neem de steken van de hulpnld. van de zakken op de naald en brei nog 3 cm boordst. Kant in boordst. af. Naai de zijkantjes op de panden en zoom de binnenzakken tegen. Sluit de schoudernaden. Neem de steken van de stekenhouder van het rechtervoorpand op nld. nr. 5, neem 37-37-41 st. op rond de hals en de laatste steken van de stekenhouder, = 5151-55 st. Brei boordsteek. Brei op 3 cm hoogte verder met nld. nr. 5 ½. Kant bij 5 cm hoogte 3x1 en 2x2 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Brei nog 2 nld. recht en kant af. Zet voor de pat op de rug 14-15-16 st. op en brei 10 cm tricotst.Vouw de pat dubbel en naai de openingen dicht. Naai de pat op het midden van het rugpand op taillehoogte. Zet de mouwen aan, het midden van de mouwen komt tegen de schoudernaad. Sluit zij- en mouwnaden. Haak met donkerrood een randje langs de kraag en zakken als volgt: *1 vaste, 2 lossen, herhaal vanaf *. Naai de knopen aan. 4011 – Veste fille en HELSINKI Tailles: 116 – 128 – 140 Fil: Scheepjes Helsinki rose (102) 4-4-5 pelotes, rouge (106) 1 pelote, 8 boutons Aiguilles: n° 5 et 5 ½, crochet n° 5 Echantillon: 14 mailles et 23 rangs en jersey, avec l’aiguille n°5,5 soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire. Points utilisés: Côtes: alterner 1 m end et 1 m env. Jersey endroit: endroit sur l’endroit, envers sur l’envers.
tricotez les 23-24-26 premières m. en jersey et les 7 dernières en côtes, continuez pour le galon. A 20 cm de hauteur, glissez les 18 premières m. sur une aiguille d’attente et glissez à leur place les 18 mailles de la poche intérieure. Tricotez ensuite sur toutes les mailles. Pour l’emmanchure, rabattez comme pour le dos. A 54-58-61 cm de hauteur, glissez les mailles du galon sur une aiguille d’attente et rabattez, pour l’encolure, 1x3, 2x2 et 1-1-2x1 m. tous les 2 rangs. Rabattez les mailles restantes pour l’épaule à la même hauteur que le dos. Demi-devant droit: faites le même travail que pour le demi-devant gauche mais en sens inverse. A 5-6-5, 16, 25-2627, 34-36-38,43-46-49 et 52-56-60 cm de hauteur, faites une boutonnière. Pour une boutonnière, rabattez une maille et reprenez-la sur le rang suivant.
Manches: montez 28-30-32 m. et faites 8 cm de côtes. Continuez en jersey et faites 2-3-3x1 augmentations de chaque côté tous les 14-12-14 rangs. A 25-28-32 cm de hauteur, rabattez 1x2, 10x1 et 1x2 m. de chaque côté tous les 2 rangs. Rabattez les mailles restantes. Assemblage : Reprenez les mailles des aiguilles d’attente pour les poches et tricotez 3 cm de côtes. Rabattez en côtes. Fermez les coutures latérales et faites un ourlet au niveau des poches intérieures. Fermez les coutures des épaules. Reprenez les mailles de l’aiguille d’attente du demi-devant droit sur une aiguille n°5, reprenez 37-37-41 m. autour de l’encolure et les dernières mailles de l’aiguille d’attente = 51-51-55 m. Tricotez en côtes. A 3 cm de hauteur, continuez avec l’aiguille 5,5. A 5 cm de hauteur, rabattez 3x1 et 2x2 m. de chaque côté tous les 2 rangs. Tricotez encore deux rangs en jersey et rabattez. Pour la patte sur le dos, montez 14-15-16 m. et tricotez 10 cm en jersey. Pliez cette patte en deux et fermez l’ouverture. Cousez la patte au milieu du dos, au niveau de la taille. Fixez les manches, le milieu de la manche arrivant à la couture de l’épaule. Fermez les coutures des manches et latérales. Crochetez, avec le fil rouge, un bord le long du col et des poches en procédant comme suit : *1 m. chaînette, 2 m. coulées, répétez à partir de *. Fixez les boutons. 4011 3 7-8-8
14-14-16
7-8-8 3
Tricot: Dos: montez 50-52-56 mailles de fil rose avec l’aiguille 5,5 et tricotez 10 cm de côtes. Continuez en jersey. A 41-44-47 cm de hauteur, formez les emmanchures en rabattant 1x2 et 2x1 m. de chaque côté tous les 2 rangs. A 56-60-64 cm de hauteur, formez l’encolure en rabattant les 10-10-12 m centrales et continuez chaque côté séparément. Côté encolure, rabattez encore 1x5 m sur le second rang. A 58-62-66 cm de hauteur, rabattez toutes les mailles pour les épaules. Demi-devant gauche:pour la poche intérieure, montez 18 mailles de fil rose et faites 10 cm de côtes. Glissez ces mailles sur une aiguille d’attente. Montez 30-31-33 m. de fil rose avec l’aiguille 5,5 et tricotez 10 cm de côtes, la première m. est une m. env. et le premier rang est l’envers. A 10 cm de hauteur,
58-62-66 56-60-64 54-58-61
11-12-13
36-39-43
25-28-32 41-44-47
8
20
15-16-17
4
0 9-9,5 -10
4012 - DAMESTOP VAN MADRAS Maten: 36/38 – 40/42 – 44/46 Materiaal: Scheepjes Madras zwart (355) 5 bollen, rose/lila melée (390) 3 bollen Naalden: nr. 7, nr. 7 zonder knop Stekenverhouding: 11 steken en 16 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Boordsteek: afwisselend 2 st. recht en 2 st. averecht. Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Averechte tricotsteek: averecht op de goede, recht op de verkeerde kant. Werkwijze: Rugpand: zet 50-54-58 st. op met zwart en brei 8 cm boordst., meerder in de laatste teruggaande nld. verdeeld tot 54-58-64 st. Brei verder in tricotsteek. Kant bij 59-58-57 cm hoogte voor de armsgaten 2x1 st. af in elke 2e nld. Kant tegelijkertijd voor de pas de middelste 24 st. af en brei beide delen apart verder. Kant vanaf het midden nog 2x3, 3x2 en 1x1 st. af in elke 2e nld. Voorpand: brei als het rugpand tot 55-54-53 cm hoogte. Kant voor de hals af als bij het rugpand. Mouwen: zet 44-46-48 st. op met rose en brei 3 nld. boordst., 4 nld. tricotst. en verder in av. tricotst. Kant na 7 nld. voor de mouwkop 6x1, 1x2 en 1x3 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant de overige st. af. Afwerking: Sluit de zijnaden. Neem voor de pas met rose langs het rugpand 50-52-54 st. op, zet 22-24-26 st. op de nld. erbij voor de schouder, neem langs het voorpand 56-58-60 st. op en zet aansluitend weer 22-24-26 st. op de nld. erbij. Brei over alle steken en minder 1-0-0x6. 10-9-5x8 en 0-2-6x9 st. in elke 2e toer. Brei 3 nld. av. tricotst., 4 nld. tricotst., 10-11-12 nld. av. tricotst., 4 nld. tricotst., 11 nld. av. tricotst. en 16 nld. tricotst. Kant af. Sluit de mouwnaadjes en naai de mouwen in de armsgaten. Naai de bovenkant van de mouwen 4-5-6 cm onder de pas vast. 4012 – Top femme en MADRAS Tailles: 36/38 – 40/42 – 44/46 Fil: Scheepjes Madras noir (355) 5 pelotes, rose/lilas mêlée (390) 3 pelotes
10
Aiguilles: n° 7, n° 7 double pointe
0
Echantillon: 11 mailles et 16 rangs en jersey, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire.
15-16-17
11 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 11
08-07-2010 19:30:11
gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Points utilisés: Côtes : 2 mailles endroit, 2 mailles envers Point jersey : endroit sur l’endroit, envers sur l’envers. Jersey envers : envers sur l’endroit, endroit sur l’envers. Tricot: Dos: montez 50-54-58 mailles de fil noir et tricotez 8 cm de côtes, répartissez des augmentations sur le dernier rang envers pour arriver à 54-58-64 mailles. Continuez en jersey. A 59-58-57 cm de hauteur formez les emmanchures en rabattant 2x1 tous les 2 rangs. En même temps, rabattez les 24 mailles centrales et continuez les deux côtés séparément. A partir du milieu, rabattez encore 2x3, 3x2 et 1x1 mailles tous les 2 rangs. Devant: tricotez comme le dos jusqu’à 55-54-53 cm de hauteur. Pour l’encolure, faites comme pour le dos. Manches: montez 44-46-48 mailles en fil rose et faites 3 rangs de côtes, 4 rangs de jersey et continuez en jersey envers. Après 7 rangs, rabattez 6x1, 1x2 et 1x3 mailles de chaque côté tous les 2 rangs. Rabattez les mailles restantes. Assemblage : Fermez les côtés. Pour le col, reprenez sur le dos 50-52-54 mailles avec le fil rose, montez 22-24-26 mailles pour l’épaule, reprenez sur le devant 56-58-60 et ajoutez encore 22-24-26 mailles sur l’aiguille. Tricotez tous les points et faites 1-0-0x6. 10-9-5x8 et 0-2-6x9 diminutions tous les 2 rangs. Tricotez 3 rangs de jersey envers, 4 rangs de jersey, 1011-12 rangs de jersey envers, 4 rangs de jersey, 11 rangs de jersey envers et 16 rangs de jersey. Rabattez les mailles. Fermez les manches et cousez les manches aux emmanchures. Fixez le haut de manches 4-5-6 cm sous le col. 4012
Gebruikte steken: Boordsteek: afwisselend 3 st. recht en 3 st. averecht. Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Werkwijze: De top wordt overdwars gebreid en begint bij de linkermouw. Zet 52-54-58 st. op en brei 3 cm boordsteek en verder tricotsteek tot 13 cm hoogte. Meerder nu aan beide kanten 0-0-2x6, 2-3-1x7 en 1-0-0x8 st. in elke 2e nld. Splits bij 26-2830 cm hoogte het werk voor de hals en brei beide delen apart verder. Brei eerst het rechterdeel. Minder aan de linkerkant 2x1 st. in elke 2e nld. voor de achterhals. Meerder bij 44-46-48 cm hoogte aan de linkerkant 2x1 st. in elke 2e nld. Brei verder tot 46-48-50 cm hoogte en laat het werk rusten. Kant aan de rechterkant van het linkerdeel 1x6 st. af. Kant nog 7x6 st. af in elke 2e nld. Zet 6 st. op en nog 7x6 st. in elke 2e nld. Brei hierna over de gehele breedte verder tot 55-59-64 cm hoogte. Minder aan beide kanten 0-0-2x6, 2-3-1x7 en 1-0-0x8 st. brei bij 69-7377 cm hoogte nog 3 cm boordsteek en kant de overige steken af. Neem aan de onderkant van het rugpand 51-57-60 st. op en brei 20 cm boordst. Kant in boordst. af. Brei aan de onderkant van het voorpand eenzelfde boord, de punten aan de onderkant van de hals komen tegen elkaar. Afwerking: Zet voor het halsboord 21 st. op en brei 140 cm boordst. Kant in boordst. af. Naai het halsboord in de hals, middenvoor rechts over links (zie foto). Sluit de zijnaden. 4013 – Top dame en MADRAS Tailles: 36/38 – 40/42 – 44/46
25-27-29
2
66
19-20-21
59-58-57 55-54-53
14 4 0
Fil: Scheepjes Madras orange (353) 8-9-9 pelotes Aiguilles: n° 7 Echantillon: 11 mailles et 16 rangs en jersey, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire. Points utilisés: Côtes : alterner 3 m. end. et 3 m. env. Jersey : endroit sur l’endroit, envers sur l’envers.
8 0 27-29-31
4013 - DAMESTOP VAN MADRAS Maten: 36/38 – 40/42 – 44/46 Materiaal: Scheepjes Madras oranje (353) 8-9-9 bollen Naalden: nr. 7 Stekenverhouding: 11 steken en 16 naalden in tricotsteek
Tricot: Ce top se réalise en diagonale et commence à la manche gauche. Montez 52-54-58 m. et tricotez 3 rangs de côtes, continuez en jersey jusqu’à 13 cm de hauteur. Faites 0-0-2x6, 2-3-1x7 et 1-0-0x8 aug. de chaque côté tous les 2 rangs. A 26-28-30 cm de hauteur, séparez le travail en deux pour l’encolure et continuez chaque partie séparément. Commencez par la partie de droite. Du côté gauche, faites 2x1 dim. pour l’arrière de l’encolure. A 44-46-48 cm de hauteur, faites 2x1 aug. tous les 2 rangs à gauche. Continuez jusqu’à 46-48-50 cm de hauteur et laissez en attente. Sur le côté droit de la partie gauche, rabattez 1x6 m. Rabattez encore 7x6 m. tous les 2 rangs. Montez 6 m. et puis 7x6 m. tous les 2 rangs. Tricotez ensuite sur toute la largeur
jusqu’à 55-59-64 cm de hauteur. De chaque côté, faites 0-0-2x6, 2-3-1x7 et 1-0-0x8 dim. A 69-73-77 cm de hauteur, tricotez encore nog 3 cm de côtes et rabattez les mailles restantes. Au bas du dos, reprenez 51-57-60 m. et tricotez 20 cm de côtes. Rabattez en côtes. Sur le bas du devant, tricotez un même bord, les pointes du bas de l’encolure se rejoignent. Assemblage : Pour le bord de l’encolure, montez 21 m. et tricotez 140 cm de côtes. Rabattez en côtes. Faites la couture du bord de l’encolure au col, le milieu devant droit sur le gauche (voir photo). Fermez les coutures latérales. 4013
42
36-38-40
26-28-30 17 13 3 0 48-50-52
20-19-18
20-19-18
4014 - DAMESVEST MADRAS
Maten: 36/38 – 40/42 – 44/46 Materiaal: Scheepjes Madras gold (391) 6-7-7 bollen Naalden: nr. 7 Stekenverhouding: 8 steken en 12 naalden in patroonsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Boordsteek: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht. Patroonsteek: Heengaande nld.: recht, hierbij de draad 2x om de naald slaan. Teruggaande nld.: averecht en de omslagen laten vallen. Herhaal deze 2 naalden. Werkwijze: Rugpand: Zet 42-46-48 st. op en brei patroonsteek. Meerder vanaf 30 cm hoogte 9x1 st. aan beide kanten van elke 2e nld. Kant bij 66-67-68 cm hoogte voor de hals de middelste 16 st. af en brei beide delen apart verder tot 68-69-70 cm hoogte. Kant de st. voor de schouders af. RechterVoorpand:Zet 4-6-7 st. op en brei patroonsteek. Zet aan het einde van de 1e nld. (=verkeerde kant) 3 st. op de naald erbij voor de ronding. Zet in elke 2e nld. nog 1x3, 2x2 en 4x1 st. op de nld. erbij. Hierna nog 2x1 st. in elke 4e nld. Meerder bij 30 cm hoogte aan de zijkant als bij rugpand. Minder bij 41 cm hoogte aan halskant 7x1 st. in elke 4e nld. Minder door naast de kantst. 1 overhaling te maken (=1 st. afhalen, 1 st. breien en de afgehaalde steek overhalen). Kant de st. voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.
12 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 12
08-07-2010 19:30:11
LinkerVoorpand:brei het rechtervoorpand in spiegelbeeld. Minder door 2 st. samen te breien.
4014 10,5
26-28-30
Afwerking: Sluit de schouder- en zijnaden. Neem langs onderkant rugpand, langs voorpanden en hals steken op (ca. 13 st. per 10 cm, op de rondingen iets meer) en brei 5 cm boordst. Kant in boordsteek af. Neem langs de armsgaten 32-36-40 st. op en brei 5 cm boordst.; de mouwtjes zijn iets gerimpeld. Kant in boordsteek af.
68-69-70 66-67-68
der knop 76 st. op rondom de hals en brei 5 cm boordst. Kant in boordst. af. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit zij- en mouwnaden. SJAAL: Zet 26 st. op en brei 160 cm ribbelsteek. Kant af.
45 41
30
4014 – Veste dame en MADRAS Tailles: 36/38 – 40/42 – 44/46
4015 – Pull pour homme et écharpe en HIGHLANDS Tailles: 46/48 – 50/52 – 54/56 Fil: Scheepjes Highlands beige (504), pour le pull 11-12-12 pelotes, 4 pelotes pour l’écharpe
Fil: Scheepjes Madras gold (391) 6-7-7 pelotes Aiguilles: n°7 Echantillon: 8 mailles et 12 rangs en point fantaisie, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire.
0 11,5
25-27-29
4015 - HERENTRUI EN SJAAL VAN HIGHLANDS
Points utilisés Côtes : alterner 1 m. end. et 1 m. env. Point fantaisie : Premier rang : endroit, tourner 2 fois le fil sur l’aiguille. Second rang : envers et laisser tomber les tours. Répétez ces deux rangs.
Maten: 46/48 – 50/52 – 54/56
Tricot: Dos: montez 42-46-48 m. et tricotez en point fantaisie. A partir de 30 cm de hauteu, faites 9x1 aug. de chaque côté tous les 2 rangs. A 66-67-68 cm de hauteur, rabattez les 16 mailles centrales pour l’encolure et continuez les deux parties séparément jusqu’à 68-69-70 cm de hauteur. Rabattez les mailles restantes pour les épaules.
Stekenverhouding: 16 steken en 20 naalden in patroonsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Demi-devant droit: montez 4-6-7 m. en point fantaisie. A la fin du premier rang (envers), ajoutez 3 m. pour l’arrondi. Tous les deux rangs, faites 1x3, 2x2 et 4x1 aug. sur l’aiguille. Ensuite encore 2x1 m. tous les 4 rangs. A 30 cm de hauteur, faites des augmentations sur le côté comme pour le dos. A 41 cm de hauteur, faites 7x1 dim. côté encolure tous les 4 rangs. A côté de la maille lisière, faites encore une diminution à l’aide d’un surjet (surjeter une m., tricoter une m. et passer la maille au-dessus). Rabattez les m. de l’épaule à la même hauteur que pour le dos. Demi-devant gauche:tricotez-le comme le demi-devant droit, mais en sens inverse. Faites les diminutions en tricotant 2 mailles ensemble. Assemblage : Fermez les coutures des épaules et latérales. Le long du bas du dos, des demi-devants et de l’encolure, reprenez environ 13 m par 10 cm, un peu plus aux arrondis, et faites 5 cm de côtes. Rabattez en côtes. Le long des emmanchures, reprenez 32-36-40 m. et faites 5 cm de côtes, les mancherons sont un peu plus côtelés. Rabattez en côtes.
Materiaal: Scheepjes Highlands beige (504), voor de trui 1112-12 bollen, voor de sjaal 4 bollen Naalden: nr. 5 ½, nr. 5 zonder knop
Gebruikte steken: Patroonsteek: 1e nld.: *2 st. r., 2 st. av., herhaal vanaf *. Alle volgende naalden breien zoals de steken zich voordoen. Boordsteek: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht. Ribbelsteek: alle naalden recht. Werkwijze: Rugpand: Zet 74-82-86 st. op en brei patroonsteek. Kant bij 47-46-45 cm hoogte voor de armsgaten 1x2 en 3x1 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant bij 66 cm hoogte voor de hals de middelste 16 st. af en brei beide delen apart verder. Kant aan halskant nog 1x6 st. af in de 2e nld. Kant bij 68 cm totale hoogte de steken voor de schouders af. Voorpand:brei als het rugpand tot 60 cm hoogte. Kant voor de hals de middelste 12 st. af en brei beide delen apart verder. Kant aan halskant nog 1x3, 1x2 en 3x1 st. af in elke 2e nld. Kant de steken voor de schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand. Mouwen: Zet 38 st. op en brei patroonsteek. Meerder voor de mouwwijdte 7-8-10x1 st. aan beide kanten van elke 12e-11e10e nld. Kant bij 51 cm hoogte voor de mouwkop 1x2, 8x1, 1x2 en 1x3 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant de overige steken af.
Aiguilles: n°5 ½, aiguille double n° 5 Echantillon: 16 mailles et 20 rangs en point fantaisie, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire. Points utilisés: Point fantaisie : 1er rang : *2 m. end., 2 m. env., répétez à partir de *. Tricotez tous les rangs suivants comme les points se présentent. Côtes : alterner 1 m. end. et 1 m. env. Point mousse : tous les points endroit Tricot: Dos: montez 74-82-86 m. et tricotez en point fantaisie. A 4746-45 cm de hauteur, rabattez pour les emmanchures 1x2 et 3x1 m. de chaque côté tous les 2 rangs. A 66 cm de hauteur, rabattez les 16 mailles centrales pour l’encolure et continuez les deux parties séparément. Côté encolure, rabattez encore 1x6 m. sur le second rang. A 68 cm de hauteur totale rabattez toutes les mailles pour les épaules. Devant: procédez comme pour le dos jusqu’à 60 cm de hauteur. Pour l’encolure, rabattez les 12 m. centrales et continuez les deux parties séparément. Côté encolure, rabattez encore 1x3, 1x2 et 3x1 m. tous les 2 rangs. Rabattez les mailles pour les épaules à la même hauteur que pour le dos. Manches: montez 38 m. et tricotez en point fantaisie. Faites 7-8-10x1 aug. de chaque côté tous les 12-11-10 rangs. A 51 cm de hauteur, rabattez 1x2, 8x1, 1x2 et 1x3 m de chaque côté tous les 2 rangs. Rabattez les mailles restantes. Assemblage : Fermez les coutures des épaules. Avec les doubles aiguilles, reprenez 76 m. autour de l’encolure et faites 5 cm de côtes. Rabattez en côtes. Attachez les manches, le milieu des manches arrive à la couture de l’épaule. Fermez les coutures latérales et des manches. Echarpe : Montez 26 m. et tricotez 160 cm en point mousse. Rabattez toutes les mailles.
Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem met naalden zon-
13 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 13
08-07-2010 19:30:11
4015 9
11-13-15 3
68 66
16-17-18
60
62
51
47-46-45
0 0
11
23-25-27
4016 - HERENTRUI VAN HIGHLANDS
patroonsteek, begin en eindig met 4 st. recht. Meerder voor de mouwwijdte 7-9-10x1 st. aan beide kanten van elke 10e-8e-8e nld. Brei de gemeerderde steken in patroonsteek. Kant bij 51 cm hoogte voor de mouwkop 1x3, 1x2, 7x1, 1x2 en 1x3 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant de overige steken af. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem langs de hals voor de capuchon 54 st. op en brei patroonsteek. Merk de middelste 2 steken en meerder aan beide kanten hiervan 5x1 st. in elke 4e nld. Minder vanaf de opzet 2x1 st. aan beide kanten van elke 6e nld. Splits bij 30 cm hoogte het werk en brei beide delen apart verder. Minder vanaf middenachter 1x1, 1x3, 1x6, 1x9 en 1x13 st. in elke 2e nld. Sluit de naad. Neem langs de split en capuchon steken op (ca. 15 st. per 10 cm en deelbaar door 4 + 2) en brei 3 cm boordst. Kant in boordsteek af. Naai de rits in de split. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit zij- en mouwnaden. 4016 – Pull pour homme en HIGHLANDS
Maten: 46/48 – 50/52 – 54/56
Tailles: 46/48 – 50/52 – 54/56
Materiaal: Scheepjes Highlands geelgroen (508) 12-13-14 bollen, 1 rits
Fil: Scheepjes Highlands jaune-vert (508) 12-13-14 pelotes, 1 fermeture éclair
Naalden: nr. 6
Aiguilles: n°6
Stekenverhouding: 14 steken en 21 naalden in patroonsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
Echantillon: 14 mailles et 21 rangs en point fantaisie, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire.
Gebruikte steken: Boordsteek: afwisselend 2 st. recht en 2 st. averecht. Patroonsteek: 1e nld. (g.k.): *6 st. recht, 6 st. averecht, herhaal vanaf *. 2e t/m 8e nld.: breien zoals de steken zich voordoen. 9e nld.: *6 st. averecht, 6 st. recht, herhaal vanaf *. 10e t/m 16e nld.: breien zoals de steken zich voordoen. Herhaal deze 16 naalden.
Points utilisés: Côtes : alterner 2 m. end. et 2 m. env. Point fantaisie : 1er rang. (env.): *6 m. end, 6 m. env., répétez à partir de *. 2ème au 8ème rang : tricotez les mailles comme elles se présentent. 9ème rang : *6 m. env, 6 m.. end., répétez à partir de *. 10ème au 16ème rang : tricotez les mailles comme elles se présentent. Répétez ces 16 rangs.
les 2 rangs. Rabattez les mailles pour les épaules de la même manière que pour le dos. Manches: montez 34 m. et faites 8 cm de côtes, et faites des augmentations sur le dernier rang envers pour arriver à 38 m. Continuez en points fantaisie, commencez et terminez avec 4 m. end. Pour la largeur des manches, faites 7-9-10x1 augmentations de chaque côté tous les 10-8-8 rangs. Tricotez les augmentations en points fantaisie. A 51 cm de hauteur, rabattez 1x3, 1x2, 7x1, 1x2 et 1x3 m. de chaque côté, tous les deux rangs. Rabattez les mailles restantes. Assemblage : Faites les coutures des épaules. Le long de l’encolure, reprenez 54 m. pour la capuche, et tricotez-les en points fantaisie. Marquez les 2 m. centrales et faites de part et d’autre 5x1 augmentations tous les 4 rangs. Depuis la reprise, faites 2x1 diminutions de chaque côté tous les 6 rangs. A 30 cm de hauteur, séparez le travail en deux et continuez chaque partie séparément. Faites ensuite 1x1, 1x3, 1x6, 1x9 et 1x13 diminutions depuis le milieu tous les deux rangs. Fermez la couture. Le long de la séparation et de la capuche, reprenez des mailles (env. 15 m. par 10 cm, divisible en 4 + 2) et faites 3 cm de côtes. Rabattez en côtes. Cousez la couture dans la fente. Attachez les manches, le milieu de la manche arrive à la couture de l’épaule. Fermez les coutures latérales et des manches. 4016 9
Werkwijze: Rugpand: Zet 66-74-78st. op en brei 8 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande nld. tot 68-74-80 st. Brei verder in patroonsteek, begin en eindig met 1 kantsteek - 4 r. - 1 kantsteek. Kant bij 44-43-42 cm hoogte voor de armsgaten 1x3, 1x2 en 1x1 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant bij 66 cm hoogte voor de hals de middelste 14 steken af en brei beide delen apart verder. Kant aan halskant nog 1x6 st. af in de 2e nld. Kant bij 68 cm hoogte de steken voor de schouders af. Voorpand:Brei als het rugpand tot 44-43-42 cm hoogte. Minder voor de armsgaten als bij het rugpand. Kant tegelijkertijd voor de split de middelste 8 steken af en brei beide delen apart verder. Kant bij 61 cm hoogte voor de hals 1x4, 1x2 en 3x1 st. af in elke 2e nld. Kant de steken voor de schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand. Mouwen: Zet 34 st. op en brei 8 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande nld. verdeeld tot 38 st. Brei verder in
11-13-15 4
68 66
18-19-20
62
51
44-43-42
8 8 0
0 13
24-26-28
Tricot: Dos: montez 66-74-78 m. et faites 8 cm de côtes, et sur le dernier rang envers, faites des augmentations pour arriver à 6874-80 m. Continuez en points fantaisie, commencez et terminez avec 1 maille lisière - 4 m. end. - 1 m. lisière. A 44-43-42 cm de hauteur, faites les emmanchures en rabattant 1x3, 1x2 et 1x1 m. de chaque côté tous les 2 rangs. A 6 cm de hauteur, rabattez les 16 mailles centrales pour l’encolure, et continuez chaque partie séparément. Côté encolure, rabattez encore 1x6 m. sur le 2ème rang. A 68 cm de hauteur, rabattez toutes les mailles pour les épaules. Devant: Tricotez comme le dos jusqu’à 44-43-42 cm de hauteur, et faites les mêmes réductions pour les emmanchures que pour le dos. En même temps, rabattez les 8 mailles centrales et continuez chaque partie séparément. A 61 cm de hauteur, rabattez 1x4, 1x2 et 3x1 m. pour l’encolure tous
4017 – HERENTRUI VAN HIGHLANDS
Maten: 46/48 – 50/52 – 54/56 Materiaal: Scheepjes Highlands groen (507) 12-13-14 bollen Naalden: nr. 6 Stekenverhouding: 14 steken en 20 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Boordsteek: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht.
14 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 14
08-07-2010 19:30:11
Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Kabelpatroon: Om de breedte van het werk te behouden wordt in de onderste kabels een steek gemeerderd en in de bovenste kabels een steek geminderd. = 2 st. op een hulpnaald achter het werk nemen, 3 st. recht, uit het dwarslusje voor de 2 st. van de hulpnld. 1 st. recht breien, dan de 2 st. van de hulpnld. recht breien. Elke volgende kabel boven deze kabel: 3 st. op een hulpnld. achter het werk nemen, de volgende 3 st. recht breien, dan de 3 st. van de hulpnld. recht breien. = 3 st. op een hulpnld. voor het werk nemen, 2 st. recht, 1 st. breien uit het dwarslusje na deze 2 st., dan de 3 st. van de hulpnld. recht breien. Elke volgende kabel boven deze kabel: 3 st. op een hulpnld. voor het werk nemen, 3 st. recht breien, dan de 3 st. van de hulpnld. recht breien. Werkwijze: Rugpand: Zet 64-70-76 st. op en brei 7 cm boordst., meerder in de laatste teruggaande naald verdeeld tot 69-75-81 st. Brei verder in tricotst. Begin op 12 cm hoogte over de middelste 5 st. te kabelen volgens schema. Elke kabel is 16 naalden hoog, elke 8 nld. komt aan weerskanten 1 kabel erbij, tot de zijnaad is bereikt.Vergeet niet in de laatste kabelnaalden 1 st. te minderen. Kant bij 47-46-45 cm hoogte voor de armsgaten 1x3, 1x2 en 1x1 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant bij 66 cm hoogte voor de schouders voor de 1e maat 2x6, voor de 2e maat 1x7 + 1x8 en voor de 3e maat 2x8 st. af in elke 2e nld. Kant de overige st. af. Voorpand:brei als het rugpand tot 63 cm hoogte. Kant voor de hals de middelste 19 st. af en brei beide kanten apart verder, vergeet ook hier niet in de laatste kabelnaald te minderen. Kant aan halskant nog 1x3, 1x2 en 2x1 st. af in elke 2e nld. Kant de st. voor de schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand. Mouwen: Zet 32 st. op en brei 7 cm boordst., meerder in de laatste teruggaande naald verdeeld tot 36 st. Brei verder in tricotsteek. Meerder voor de mouwwijdte 11-12-14x1 st. aan beide kanten van elke 7e-7e-6e nld. Begin bij 21 cm hoogte over de middelste 5 st. te kabelen, ook hier net als bij de panden elke 8 nld. een kabel aan weerskanten erbij maken. Kant bij 52 cm hoogte voor de mouwkop 1x3, 1x2, 7x1, 1x2 en 1x3 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant de overige st. af. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit mouw- en zijnaden. Zet voor de col 72 st. op en brei 3 nld. boordst. Brei verder in tricotst. Brei na 4 naalden kabels over de gehele breedte volgens het omlijnde gedeelte in de schematekening. Hier ook in elke 1e kabel een steek meerderen. Na 8 naalden de andere kant op kabelen Brei 37 naalden kabelpatroon, in de laatste kabelnaald elke kabel weer minderen tot 5 st. Brei 4 naalden recht. Naai de steken, met de kabels naar binnen, op de goede kant langs de hals. Sluit de zijnaad van de col, let hierbij op dat de col naar buiten wordt omgeslagen. 4017 – Pull pour homme en HIGHLANDS Tailles: 46/48 – 50/52 – 54/56 Fil: Scheepjes Highlands vert (507) 12-13-14 pelotes
Aiguilles: n°6 Echantillon: 14 mailles et 20 rangs en jersey, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire. Points utilisés: Côtes : alterner 1 m. end. et 1 m. env. Jersey : endroit sur l’endroit, envers sur l’envers Torsade : pour garder la largeur du travail, faites une augmentation dans les torsades du bas et une diminution dans les torsades du haut. = 2 m. sur une aiguille à torsades placée derrière, 3 m. end., tricotez une m. end. devant les 2 m. de l’aiguille à torsades, de la boucle horizontale du rang précédent, puis à l’endroit les 2 m. de l’aiguille à torsades. Chaque torsade suivante : 3 m. sur une aiguille à torsades placée derrière, tricotez end. les 3 m. suivantes, les 3 m. suivantes end., et les 3 m. de l’aiguille à torsade à l’endroit. = 3 m. sur une aiguille à torsades placée devant, 2 m. end., tricotez une m. de la boucle horizontale du rang précédentaprès ces 2 m., puis à l’endroit les 3 m. de l’aiguille à torsades. Chaque torsade suivante : 3 m. sur une aiguille à torsades placée devant, tricotez end. les 3 m. suivantes, et les 3 m. de l’aiguille à torsade à l’endroit. Tricot: Dos: montez 64-70-76 m. et faites 7 cm de côtes, faites des augmentations sur le dernier rang envers pour arriver à 6975-81 m. Continuez en jersey. A 12 cm de hauteur, commencez les torsades sur les 5 mailles centrales, en suivant le schéma. Chaque torsade fait 16 rangs de haut, tous les 8 rangs, une torsade vient s’ajouter de part et d’autre, jusqu’à arriver aux côtés. N’oubliez pas de faire une réduction sur les dernières torsades. A 47-46-45 cm de hauteur, faites les emmanchures en rabattant 1x3, 1x2 et 1x1 m. de chaque côté tous les 2 rangs. A 66 cm de hauteur, rabattez pour les épaules 2x6 m. pour la première taille, 1x7 + 1x8 m. pour la deuxième taille et 2x8 m. pour la troisième taille, toujours tous les deux rangs. Rabattez les mailles restantes. Devant: Procédez comme pour le dos jusqu’à 63 cm de hauteur. Pour l’encolure, rabattez les 19 m. centrales et continuez chaque côté séparément, en n’oubliant pas de faire la réduction dans la dernière torsade. Côté encolure, rabattez encore 1x3, 1x2 et 2x1 m. tous les 2 rangs. Rabattez les mailles pour les épaules à la même hauteur que pour le dos.
col, montez 72 m. et faites 3 cm de côtes. Continuez ensuite en jersey. Après 4 rangs, continuez sur toute la longueur selon la partie entourée dans le schéma. Ici encore, faites une augmentation dans chaque première torsade. Après 8 rangs, faites les torsades de l’autre coté. Faites 37 rangs de torsades dans chaque dernière torsade faites une diminution pour arriver à 5 m. Tricotez 4 m. endroit. Cousez les mailles, avec les torsades face vers l’intérieur, sur le bon côté le long de l’encolure. Fermez la couture du col, en veillant à ce que le col soit tourné vers l’extérieur. 4017
33 25 17 9 1
8-10 -12
12
12
8-10 -12
4
20-21-22
68 66 63
63
52 4
68 66 63
20-21-22
63
47-46-45 52
47-46-45
7 7 7
24-26-28
24-26-28 0
0
7 0
0 13
13
4018 - MEISJESJURKJE EN MUTS VAN INVICTA COLOUR Maten: 104 – 116 – 128 Materiaal: Scheepjes Invicta Colour paars (959) 2-3-3 bollen, fuchsia (963) 1 bol, 5 knopen Naalden: 4 ½, nr. 4 ½ zonder knop, haaknaald 4 ½
Manches: montez 32 m. et faites 7 cm de côtes. Sur le dernier rang envers, répartissez 4 augmentations. Continuez en jersey. Pour la largeur des manches, faites 11-12-14x1 augmentations de chaque côté tous les7-7-6 rangs. A 21 cm de hauteur, commencez la torsade sur les 5 m. centrales, en ajoutant de part et d’autres, tous les 8 rangs, une nouvelle torsade, comme pour le devant et le dos. A 52 cm de hauteur, rabattez 1x3, 1x2, 7x1, 1x2 et 1x3 m. de chaque côté tous les 2 rangs. Rabattez les mailles restantes. Assemblage : Fermez les coutures des épaules. Attachez les manches, le milieu de la manche arrive contre la couture de l’épaule. Fermez les coutures latérales et des manches. Pour le
Stekenverhouding: 20 steken en 28 naalden met dubbele draad in tricotsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Boordsteek: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht. Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Averechte tricotsteek: averecht op de goede, recht op de verkeerde kant. Ribbelsteek: alle naalden recht. Kabelgedeelte: 1e nld. (g.k.): *1 av., 1 av. afhalen, 2 r., 1 av., 3 r., herh. 4x vanaf *, 1
15 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 15
08-07-2010 19:30:11
3
2
1
av., 1 av. afhalen, 2 r., 1 av. 2e nld.: *1 r., 2 av., 1 av. afhalen, 1 r., 3 av., herh. 4x vanaf *, 1 r., 2 av., 1 av. afhalen, 1 r. 3e nld.: *1 av., 1 st. op een hulpnld. voor het werk zette,. 2 r., steek van hulpnld. r. breien, 1 av., 3 r., herh. 4x vanaf *, 1 av., 1 st. op hulpnld. voor het werk, 2 r., steek van hulpnls. r. 4e nld.” breien zoals de steken zich voordoen. Herhaal deze 4 naalden. Bloem: Haak met dubbele draad 4 lossen en sluit met een halve vaste tot een ring. 1e toer: 4 lossen, *1 stokje, 1 losse, herhaal nog 6x vanaf *, = 8 boogjes. Sluit elke toer met een halve vaste. 2e toer: in elk boogje: 1 vaste, 1 losse, 2 stokjes, 1 losse, 1 vaste. 3e toer: *1 vaste aan de achterkant tussen de onderliggende 2 vasten, 3 lossen, herh. vanaf *. 4e toer: in elk boogje: 1 vaste, 1 losse, 3 stokjes, 1 losse, 1 vaste. 5e toer:*1 vaste aan achterkant onderliggende steek, 4 lossen, herh. vanaf *. 6e toer: in elk boogje: 1 vaste, 1 losse, 4 stokjes, 1 losse, 1 vaste. Hecht af. Werkwijze: Het jurkje en de muts worden met dubbele draad gebreid. Rugpand: Zet 62-66-70 st. op en brei 3 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald verdeeld tot 73-77-81 st. Brei verder in tricotsteek. Brei bij 7-8-9 cm hoogte als volgt: 12-14-16 st. tricotsteek, 49 st. ruitjes in averechte tricotsteek volgens teltekening (het omlijnde), 12-14-16 st. tricotsteek. Na het telpatroon verder breien als volgt:14-16-18 st. tricotsteek, het kabelgedeelte over 45 st., 14-16-18 st. tricotsteek. Bij 27-30-33 cm hoogte verder breien in tricotsteek, brei boven elk kabeltje van 5 st. 2x2 steken samen, er zijn nu 61-65-69 st. Kant bij 32-35-38 cm hoogte voor de armsgaten 1x3, 1x2 en 1x1 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant bij 42-46-50 cm hoogte voor de hals de middelste 31-33-35 st. af en brei beide delen apart verder tot 46-50-54 cm. Kant de st. voor de schouders af. Voorpand:Brei als het rugpand tot 38-42-46 cm. Kant voor de hals de middelste 31-33-35 st. af. Kant de st. voor de schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand. Mouwen: Zet 38-42-46 st. op en brei 3 cm boordst. Brei verder in tricotsteek en meerder voor de mouwwijdte 2x1 st. aan beide kanten van elke 4e nld. Kant bij 6-7-8 cm hoogte voor de mouwkop 1x3, 1x2, 9x1, 1x2 en 1x3 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant de overige st. af. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem met naalden zonder knop langs de hals steken op (22 st. per 10 cm en deelbaar door 2) en brei 5 toeren boordst. Op de hoeken in elke toer als volgt minderen: brei tot 1 steek voor de hoeksteek, 2 st. als bij recht breien samen afhalen, 1 st. r. en de beide afgehaalde steken overhalen. Kant in boordsteek af. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit zij- en mouwnaden. Naai knopen op het voorpand boven de kabeltjes. Muts: Zet met dubbele draad 88-90-92 st. op en brei ribbelsteek. Minder bij 14-15-16 cm hoogte verdeeld over de naald 17 st. Minder nog 1x17 st. in de volgende 6e nld., 1x17 st.
in de volgende 4e nld. en 1x17 st. in de volgende 2e nld. In de 2e daarop volgende naald tussen de kantsteken steeds 2 steken samenbreien. Haal door de overige steken een draad, trek aan en hecht af. Sluit de achternaad. Haak een bloem en zet die op de muts vast. 4018 – Robe et bonnet pour fille en INVICTA COLOUR Tailles: 104 – 116 – 128 Fil: Scheepjes Invicta Colour violet (959) 2-3-3 pelotes, fuchsia (963) 1 pelote, 5 boutons Aiguilles: 4 ½, 4 ½ à double pointe, crochet 4 ½ Echantillon: 20 mailles et 28 rangs en jersey à fil double, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire.
tricotez comme suit : 12-14-16 rangs de jersey, 49 carrés en jersey envers selon schéma (encadré), 12-14-16 rangs en jersey. Après le schéma, continuez ensuite comme suit : 14-16-18 rangs en jersey, torsade sur 45 rangs, 14-16-18 rangs de jersey. A 27-30-33 cm cm de hauteur, continuez en jersey, et au-dessus de chaque torsade de 5 mailles, tricotez 2x2 m. ensemble. Il reste 61-65-69 m. A 32-35-38 cm de hauteur, rabattez 1x3, 1x2 et 1x1 m. de chaque côté tous les deux rangs pour les emmanchures. A 42-46-50 cm de hauteur, faites l’encolure en rabattant les 31-33-35 m. centrales et continuez chaque côté séparément jusqu’à 46-50-54 cm. Rabattez les mailles restantes. Devant: Tricotez comme pour le dos jusqu’à 38-42-46 cm. Faites l’encolure en rabattant les 31-33-35 mailles centrales. Rabattez les mailles pour les épaules à la même hauteur que le dos. Manches: Montez 38-42-46 m. et faites 3 cm de côtes. Continuez en jersey et faites 2x1 aug. de chaque côté tous les 4 rangs. A 6-7-8 cm de hauteur, rabattez 1x3, 1x2, 9x1, 1x2 et 1x3 m. de chaque côté tous les 2 rangs. Rabattez les mailles restantes.
Points utilisés: Côtes : Alterner 1 m. endroit, 1 m. envers. Jersey : Endroit sur l’endroit, envers sur l’envers. Assemblage : Fermez les épaules. Avec des aiguilles à Jersey envers : Envers sur l’endroit, endroit sur l’envers. double pointe, reprenez des mailles le long de l’encolure (22 Point mousse : Tout endroit. m. par 10 cm, divisibles par 2) et faites 5 rangs de côtes. Sur Torsade : 1er rang (envers) : *1 env., 1 m. env. glissée, 2 end., 1 env., 3 end., les pointes, faites des diminutions comme suit : Tricotez toutes les mailles sauf la maille de coin, glissez 2 m. endroit, 1 m. end. recommencez 4x à partir de *, 1 env., 1 m. glissée env., 2 end., et reprendre les 2 m. glissées. Rabattez en côtes. Attachez les 1 env. manches, le milieu de la manche arrive à la couture de l’épaule. 2ème rang : *1 end., 2 env., 1 m. env. glissée, 1 end., 1 env., 3 Fermez les coutures latérales et des manches. Attachez les env., recommencez 4x à partir de *, 1 env., 2 env., 1 m. glissée boutons sur le devant, au-dessus des torsades. env., 1 end. 3ème rang : *1 env., glissez 1 m. sur une aiguille à torsades Bonnet: Montez, en fil double; 88-90-92 m. et tricotez placée devant. 2 end., tricotez endroit la m. de l’aiguille à en point mousse. A 14-15-16 cm de hauteur, répartissez 17 torsades, 1 env., 3 end., recommencez 4x à partir de *, 1 env., diminutions sur le rang. Faites de même 6 rangs plus haut, 4 glisser 1 m. sur une aiguille à torsades placée devant, 2 end., rangs plus haut et 2 rangs plus haut. Sur le deuxième rang qui tricotez end. la m. de l’aiguille à torsades. suit, entre les mailles lisières, tricotez toujours 2 m. ensemble. 4ème rang : comme les m. se présentent. Passez un fil dans les mailles restantes, tirez et fermez. Fermez Répétez ces 4 rangs. la couture. Crochetez une fleur et cousez-la sur le bonnet. Fleur : Avec le fil double, faites 4 mailles en l’air et fermez en un anneau avec une maille coulée. 1er tour : 4 m. en l’air, *1 bride, 1 m. en l’air, répétez encore 6x 4018 44à partir de * = 8 boucles. Fermez chaque tour par une maille 4,5 4,5 16-17-18 10-11-12 3 -5 -5 3 coulée. 15-16-17 46-50-54 2ème tour : Pour chaque boucle : 1 m. serrée, 1 m. en l’air, 2 42-46-50 38-42-46 brides, 1 m. en l’air, 1 m. serrée. 6-7-8 3 3ème tour : *1 m. serrée à l’arrière entre les 2 m. serrées sous32-35-38 0 jacentes, 3 m. en l’air, répétez à partir de *. 9-10 -11 4ème tour : Pour chaque boucle : 1 m. serrée, 1 m. en l’air, 3 brides, 1 m. en l’air, 1 m. serrée. 444,5 4,5 5ème tour : *1 m. serrée à l’arrière de la m. serrée sous16-17-18 10-11-12 3 -5 -5 3 15-16-17 46-50-54 jacente, 4 m. en l’air, répétez à partir de *. 42-46-50 6ème tour : Pour chaque boucle : 1 m. serrée, 1 m. en l’air, 4 3 38-42-46 0 6-7-8 brides, 1 m. en l’air, 1 m. serrée. 3 36-38-40 32-35-38 0 Fermez. 9-10 -11
Tricot: La robe et le bonnet se tricotent en fil double. Dos: Montez 62-66-70 m. et faites 3 cm de côtes, en répartissant des augmentations sur le dernier rang pour arriver à 73-77-81 m. Continuez en jersey. A 7-8-9 cm de hauteur,
x
x
3 0
36-38-40
16 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 16
08-07-2010 19:30:11
4019 - MEISJESTOP VAN INVICTA COLOUR
Maten: 128 – 140 – 152 Materiaal: Scheepjes Invicta Colour bruin (956) 4-4-5 bollen Naalden: nr. 4 ½, nr. 4 ½ zonder knop Stekenverhouding: 15 steken en 25 naalden in patroonsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Ribbelsteek: alle naalden recht. Patroonsteek: 1e nld. (g.k.): recht, hierbij de draad 2x om de naald slaan. 2e nld.: averecht en de omslagen laten vallen. 3e en 4e nld.: recht. Herhaal deze 4 naalden. Werkwijze: Rugpand: Zet 67-71-73 st. op en brei 8 cm ribbelsteek. Brei verder in patroonsteek. Kant bij 55-59-63 cm hoogte voor de hals de middelste 7-11-13 st. af en brei beide kanten apart verder. Kant aan halszijde nog 3x3 st. af in elke 2e nld. Kant bij 59-63-67 cm totale hoogte de steken voor de schouders af. Voorpand:Brei als het rugpand tot 35-37-39 cm hoogte. Zet voor de hals de middelste steek op een stekenhouder en brei beide kanten apart verder. Minder aan halskant 12-14-15x1 st. in elke 4e nld. Minder in de naald met ribbelsteek. Kant de steken voor de schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem met naalden zonder knop rond de hals 145-157-169 st. op incl. de steek van de stekenhouder en brei ribbelsteek. Minder middenvoor in elke 2e toer als volgt: brei tot 1 steek voor de middelste steek, haal 2 steken samen als bij recht breien af, brei 1 steek en haal beide afgehaalde steken samen over. Kant bij 8 cm boordhoogte alle st. af. Neem voor de mouwboorden aan weerszijden van de schoudernaad over 24-26-28 cm, = 48-52-56 cm totaal, 96-104112 st. op en brei ribbelsteek. Minder aan beide kanten + in het midden in elke 8e nld. 1 steek, = 3 st. per keer. Kant bij 8 cm hoogte alle st. af. Sluit de zijnaden.
Points utilisés: Point mousse : toutes les mailles endroit. Point fantaisie : 1er rang (env.): endroit, tourner le fil 2x autour de l’aiguille. 2ème rang : envers, et laisser tomber les doubles mailles. 3ème et 4ème rang : endroit. Répétez ces 4 rangs Tricot: Dos: montez 67-71-73 m. et faites 8 cm de point mousse. Continuez en point fantaisie. A 55-59-63 cm de hauteur, faites l’encolure en rabattant les 7-11-13 m. centrales et continuez chaque côté séparément. Côté encolure, rabattez encore 3x3 m. tous les 2 rangs. A 59-63-67 cm de hauteur totale, rabattez les mailles restantes pour les épaules. Devant: tricotez comme pour le dos jusqu’à 35-37-39 cm de hauteur. Pour l’encolure, mettez la maille centrale en attente et continuez chaque côté séparément. Côté encolure, faites 12-14-15x1 dim. tous les 4 rangs. Faites les diminutions dans le rang en point mousse. Rabattez les mailles pour les épaules à la même hauteur que pour le dos. Assemblage: fermez les coutures des épaules. Avec des aiguilles doubles, reprenez 145-157-169 mailles autour de l’encolure, avec la maille en attente, et tricotez en point mousse. Au milieu, tous les deux rangs, faites des diminutions comme suit : tricotez tout sauf une maille avant la maille centrale, faites glisser deux mailles comme une maille endroit, tricotez une maille et faites repasser les deux mailles par dessus. A 8 cm de hauteur, rabattez toutes les mailles. Pour les emmanchures, reprenez de chaque côté de la couture de l’épaule, sur 24-26-28 cm, = 48-52-56 cm au total, 96-104112 m. et tricotez-les en point mousse. De chaque côté et au milieu, tous les 8 rangs, faites 3 diminutions. A 8 cm de hauteur, rabattez toutes les mailles, et fermez les coutures latérales. Pour l’écharpe, voir les explications du patron 4023.
Maten: 116 – 128 – 140 Materiaal: Scheepjes Invicta Colour blauw (952) 3-4-4 bollen Naalden: nr. 4 ½ Stekenverhouding: 20 steken en 28 naalden met dubbele draad in tricotsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Ribbelsteek: alle naalden recht. Werkwijze: Het gehele vest wordt met dubbele draad gebreid. Rugpand: Zet 66-70-74 st. op en brei tricotsteek. Minder 3x1 st. aan beide kanten van elke 4e-5e-6e nld. Meerder vanaf 6-7-7 cm hoogte 3x1 st. aan beide kanten van elke 10e-12e-14e nld. Kant bij 20-22-24 cm hoogte voor de armsgaten 1x3, 1x2 en 1x1 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant bij 33-36-39 cm hoogte voor de hals de middelste 18-20-22 st. af en brei beide delen apart verder. Kant aan halskant nog 1x5 st. af in de 2e nld. Kant bij 35-38-41 cm hoogte de steken voor de schouders af. RechterVoorpand:Zet 10-11-12 st. op en brei tricotsteek. Zet voor de ronding aan het einde van de 1e nld. (=verkeerde kant) 4 st. op de naald erbij. Meerder op deze wijze nog 2x3, 4x2 en 4x1 st. aan het einde van elke 2e nld. en 2-3-4x1 st. aan het einde van elke 4e nld. Minder en meerder ondertussen aan de zijnaad als bij het rugpand. Kant bij 16-18-20 cm aan halszijde 15-16-17x1 st. af in afwisselend elke 2e en 4e nld. Hiervoor na de kantsteek 1 st. afhalen, 1 st. breien en de afgehaalde st. overhalen. Kant de steken voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.
4019 8,5 9,5 10,5
LinkerVoorpand: brei het rechtervoorpand in spiegelbeeld. 13
59-63-67 55-59-63
37-39-41 35-37-39
Zie voor het sjaaltje patroon 4023. 4019 – Top fille en INVICTA COLOUR Tailles: 128 – 140 – 152 Fil: Scheepjes Invicta Colour brun (956) 4-4-5 pelotes
8
Aiguilles: n° 4 ½, n° 4 ½ double Echantillon: 15 mailles et 25 rangs en point fantaisie, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire.
4020 - MEISJESVEST VAN INVICTA COLOUR
21,5-22,5-23,5
0
Mouwen: Zet 78-82-86 st. op en brei ribbelsteek. Minder verdeeld 3x10-10-11 en 1x10-12-11 st. in de 4e-12e-20e en 30e nld. Brei verder in tricotsteek. Meerder voor de mouwwijdte 4-5-6x1 st. aan beide kanten van elke 10e nld. Kant bij 25-28-31 cm hoogte voor de mouwkop 1x3, 1x2, 9x1, 1x2 en 1x3 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant de overige steken af. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de mouw- en zijnaden. Neem langs de voorpanden, hals en onderkant rugpand steken op (20 st. per 10 cm) en brei ribbelsteek. Meerder in de 4e nld. als volgt: *4 st. r., 1 st. meerderen uit het dwarsdraadje tussen de volgende steek, herhaal vanaf *. Herhaal deze meerderingen in de 10e, 16e en 22e nld. Kant na 23 nld. alle steken af.
17 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 17
08-07-2010 19:30:11
4020 4020 – Veste pour fille en INVICTA COLOUR
30
grijs (4198) 1 bol, ca. 85 cm zwart-zilverkleurig band met bloemen, set blank houten tasbeugels, 40 cm of korter. Naalden: nr. 4 ½, haaknaald nr. 3 ½
Tailles: 116 – 128 – 140 10-9-8
Fil: Scheepjes Invicta Colour bleu (952) 3-4-4 pelotes 0
Aiguilles: n° 4 ½
16-18-20
Echantillon: 20 mailles et 28 rangs en jersey à double fil, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire.
2
39-43-47
2
16-18-20
4021 – DAMESHES VAN ELINE Maat: S
Points utilisés: Jersey : envers sur l’envers, endroit sur l’endroit. Point mousse : toutes les mailles à l’endroit.
Materiaal: Scheepjes Eline grijs melée (14) 1 verpakking Naalden: nr. 4 ½
Tricot: Toute la veste se tricote avec un fil double. Dos: montez 66-70-74 m. et tricotez en jersey. Faites 3x1 dim. de chaque côté tous les 4-5-6 rangs. A partir de 6-7-7 cm de hauteur, faites 3x1 aug. de chaque côté tous les 10-12-14 rangs. A 20-22-24 cm de hauteur, faites les emmanchures en rabattant 1x3, 1x2 et 1x1 m. de chaque côté tous les 2 rangs. A 33-36-39 cm de hauteur, faites l’encolure en rabattant les 1820-22 m. centrales et continuez chaque côté séparément. Côté encolure, rabattez encore 1x5 m. tous les 2 rangs. A 35-38-41 cm de hauteur, rabattez toutes les mailles pour les épaules. Demi-devant droit: montez 10-11-12 m. et tricotez en jersey. Pour l’arrondi à la fin du 1er rang, (envers), ajoutez 4 mailles. Faites encore de la sorte 2x3, 4x2 et 4x1 aug. à la fin de tous les 2 rangs et 2-3-4x1 aug. à la fin de tous les 4 rangs. Faites les augmentations et les diminutions côté couture comme pour le dos. A 16-18-20 cm de hauteur, côté encolure, rabattez 15-16-17x1 m. en alternant tous les 2 et 4 rangs. Pour ce faire, après la maille lisière, passez une maille, tricotez une maille et repassez la maille passée. Rabattez les mailles pour les épaules à la même hauteur que pour le dos. Demi-devant gauche:comme le demi-devant droit, mais en sens inverse. Manches: montez 78-82-86 m. et tricotez en point mousse. Répartissez 3x10-10-11 et 1x10-12-11 dim. sur les 4ème-12ème20ème et 30ème rangs. Continuez en jersey. Faites 4-5-6x1 aug. de chaque côté tous les 10 rangs. A 25-28-31 cm de hauteur, rabattez 1x3, 1x2, 9x1, 1x2 et 1x3 m. de chaque côté tous les 2 rangs. Rabattez les mailles restantes. Montage: Fermez les coutures des épaules. Attachez les manches, le milieu de la manche arrive contre la couture de l’épaule. Fermez les coutures latérales et des manches. Le long des demi-devants, de l’encolure et du bas du dos, reprenez des mailles (20 m. tous les 10 cm) et tricotez-les en point mousse. Sur le 4ème rang, faites des augmentations comme suit : *4 m. end., 1aug. avec la boucle horizontale du rang précédent avant la maille suivante, répétez à partir de *. Répétez ces augmentations sur les 10ème, 16ème et 22ème rang. Après 23 rangs, rabattez toutes les mailles.
Werkwijze: Aan één kant van het garen zitten lusjes. Steek een naald door de eerste 28 lussen. Keer het werk om en steek met de andere naald door het eerste lusje van de opgezette steken en haal dan de volgende lus van het garen door. Brei op deze manier verder. Brei bij 10 cm hoogte verder over de eerste 12 steken tot 30 cm lengte. Brei over de volgende 28 st. verder tot 30 cm hoogte. Brei over de laatste 12 st. eveneens tot 30 cm hoogte. Afwerking: Neem langs de voorpanden steken op en brei 2 toeren.Vouw de voorpanden naar het midden en sluit de schoudernaden vanaf de armsgaten over een breedte van 8 cm. 4021 – Top en ELINE Taille: S Fil: Scheepjes Eline gris melée (14) 1 emballage Aiguille: n° 4 ½ Tricot: Sur un côté du fil, il y a des boucles. Passez une aiguille dans les 28 premières boucles du fil. Retournez le travail et avec l’autre aiguille, passez dans la première boucle des mailles montées, et passez la boucle suivante du fil au travers. Continuez de la sorte. A 10 cm de hauteur, continuez sur les 12 premières mailles jusqu’à 30 cm de longueur. Tricotez sur les 28 mailles suivantes jusqu’à 30 de hauteur. Tricotez sur les 12 dernières mailles jusqu’à 30 cm.
Werkwijze: Aan 1 kant van het garen zitten lusjes, steek de ene naald door de eerste 25 lussen van het garen. Keer het werk om en steek met de andere naald eerst door het eerste lusje van de opgezette steken en haal dan de volgende lus van het garen door. Brei zo 20 laagjes. Brei nog eenzelfde lap. Haak bovenaan van elke lap 62 stokjes met Nicola, 8 toeren hoog. Hecht af. Naai de zij- en onderkanten aan de binnenkant dicht. Naai het bloemenband op de baan met stokjes.Voor de handvaten op de eerste en laatste 21 stokjes nog 10 toeren stokjes haken met Nicola. Deze stukjes naar binnen vouwen en tegenzomen. Handvaten op maat zagen. Om de handvaten dubbelzijdig tape plakken en grijze Nicola er omheen binden. Schuif de stokken in de openingen van stokjes. Naai of haak de zijkantjes dicht. 4022 – Sac en ELINE et NICOLA Dimensions: environ 35 cm de large et 37 cm de haut. Fil: Scheepjes Eline gris clair (2) 1 emballage, Nicola gris (4198) 1 pelote, environ 85 cm de ruban noir argenté avec des fleurs, deux poignées en bois de 33 cm de long Aiguilles: n°4 ½, crochet n°3 ½ Tricot: D’un côté du fil il y a des boucles, glissez une aiguille dans les 25 premières boucles du fil. Retournez le travail et avec l’autre aiguille, passez dans la première boucle des mailles montées et glissez la boucle suivante du fil au travers. Tricotez ainsi 20 rangs, et tricotez une deuxième partie semblable. Sur chacune, crochetez 62 brides en Nicola, faites 8 tours et attachez. Attachez les côtés et le bas à l’intérieur. Cousez le ruban fleuri à l’aide des brides. Pour les poignées, crochetez encore 10 tours de brides en Nicola sur 21 premières et dernières brides. Repliez ces parties vers l’intérieur et faites un ourlet intérieur. Sciez les poignées à mesure, et fixez de l’adhésif double face dessus avant de tourner du fil Nicola gris autour. Glissez les poignées dans les ouvertures des brides. Fermez ou crochetez les côtés. 4023 – SJAAL VAN ELINE Afmeting: ca. 110 cm lengte Materiaal: Scheepjes Eline bruin (4) 1 verpakking
Assemblage : sur les devants, reprenez des mailles et tricotez deux tours. Repliez les pans sur le milieu et fermez les coutures des épaules depuis les emmanchures sur une longueur de 8 cm. 4022 – TAS VAN ELINE EN NICOLA Afmeting: ca. 35 cm breed, 37 cm hoog. Materiaal: Scheepjes Eline lichtgrijs (2) 1 verpakking, Nicola
Naalden: nr. 4 ½ Werkwijze: Aan 1 kant van het garen zitten lusjes. Steek de ene naald door de eerste 6 lussen van het garen. Keer het werk om en steek met de andere naald door het eerste lusje van de opgezette steken en haal dan de volgende lus van het garen door. Brei op deze wijze door. Meerder op 8 cm hoogte aan weerskanten 1 steek, op 22 cm hoogte nogmaals aan weerskanten 1 st. meerderen en op 32 cm hoogte nogmaals, = 12 steken. Brei tot 78
18 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 18
08-07-2010 19:30:12
cm hoogte. Minder aan weerskanten 1 steek, herhaal dit op 88 en 102 cm. Hecht bij 110 cm hoogte af.
Stekenverhouding: 22 steken en 29 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
4023 – Echarpe en ELINE Dimensions: env. 110 cm de longueur
Gebruikte steken: Boordsteek: afwisselend 2 st. recht en 2 st. averecht. Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant.
Fil: Scheepjes Eline brun (4) 1 emballage Aiguilles: n° 4 ½ Tricot: Sur un côté du fil, il y a des boucles. Passez une aiguille dans les 6 premières boucles du fil. Retournez le travail et avec l’autre aiguillez, passez dans la première boucle des mailles montées, et passez la boucle suivante du fil au travers. A 8 cm de hauteur, faites 1 aug. de chaque côté, et à nouveau à 22 cm et à 32 cm, pour arriver à 12 m. Continuez jusqu’à 78 cm de hauteur. Faites alors une dim. de chaque côté, et à nouveau à 88 et 102 cm, et arrêtez le travail à 110 cm. 4024 – SJAAL VAN ELINE Afmeting: 10 cm breed, 165 cm lang Materiaal: Scheepjes Eline wit (3) 1 verpakking Naalden: nr. 4 ½ Werkwijze: Aan 1 kant van het garen zitten lusjes, steek de ene naald door de eerste 10 lussen van het garen. Keer het werk om en steek met de andere naald eerst door het eerste lusje van de opgezette steken en haal dan de volgende lus van het garen door. Brei op deze wijze door tot 165 cm lengte. Hecht af. 4024 – Echarpe en ELINE Dimensions: 10 cm de large, 165 cm de long
Werkwijze: Rugpand: Zet 86-102-114 st. op en brei 8 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald tot 88-102-114 st. Brei verder in tricotsteek. Kant bij 38-37-36 cm hoogte voor de armsgaten 1-2-3x2 en 3x1 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant bij 52 cm hoogte voor de hals de middelste 8 st. af en brei beide delen apart verder. Minder aan halskant nog 1x3, 1x2 en 6x1 st. in elke 2e nld. Kant bij 60 cm hoogte de steken voor de schouders af. Voorpand:brei als het rugpand tot 24 cm hoogte. Het rechterbovenstuk wordt nu eerst afgebreid. Kant hiervoor vanaf de linker zijnaad 4x4-6-7 st. af in elke 2e nld. Minder voor de schuining van de hals 43-42-44x1 st. in elke 2e nld. Maak de minderingen als volgt: brei aan het begin van elke heengaande nld. 1 steek, brei 2 st. recht samen, brei de naald uit. Minder voor het armsgat als bij rugpand. Kant de steken voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand. Linkerdeel Voorpand: Zet 70-77-83 st. op en brei 14 naalden tricotst. Minder voor de schuining van de hals aan de linkerkant 44x1 st. in elke 2e nld. Maak de minderingen als volgt: brei de naald uit tot de laatste 3 steken, brei 2 steken verdraaid recht samen, brei 1 steek. Kant de steken voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand. Mouwen: zet 50 st. op en brei 8 cm boordst., meerder in de laatste teruggaande naald verdeeld tot 52-54-56 st. Brei verder in tricotsteek en meerder voor de mouwwijdte 7-8-10x1 st. aan beide kanten van elke 13e-12e-9e nld. Kant bij 46 cm hoogte voor de mouwkop 1x2, 13x1, 1x2 en 1x3 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant de overige steken af.
Fil: Scheepjes Eline blanc (3) 1 emballage Aiguilles: n° 4 ½ Tricot: Sur un côté du fil, il y a des boucles. Passez une aiguille dans les 10 premières boucles du fil. Retournez le travail et avec l’autre aiguille, passez dans la première boucle des mailles montées, et passez la boucle suivante du fil au travers. Procédez de la sorte jusqu’à 165 cm de longueur, et arrêtez le travail.
Afwerking: Sluit de schoudernaden. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit de zijnaden, waarbij het linkerdeel voorpand onder het voorpand wordt gelegd. Zoom aan de binnenkant de onderkant van het linkerdeel voorpand losjes tegen het voorpand. Haak langs de achterhals een toer vasten. Naai bloemenband op het rechter voorpand. Naai de knopen tussen de bloemen. 4025 – Pull pour femme à motif floral en NICOLA
cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire. Points utilisés: Côtes : alterner 2 m. end. et 2 m. env. Jersey : endroit sur l’endroit, envers sur l’envers. Tricot: Dos: montez 86-102-114 m. et faites 8 cm de côtes, sur le dernier rang envers faites des augmentations pour arriver à 88-102-114 m. Continuez en jersey. A 38-37-36 cm de hauteur, faites les emmanchures en rabattant 1-2-3x2 et 3x1 m. de chaque côté tous les 2 rangs. A 52 cm de hauteur, rabattez les 8 m. centrales pour l’encolure et continuez chaque partie séparément. Côté encolure, rabattez encore 1x3, 1x2 et 6x1 m. tous les 2 rangs. A 60 cm de hauteur, rabattez toutes les mailles restantes. Devant: tricotez comme pour le dos jusqu’à 24 cm de hauteur. La partie supérieure droite est celle terminée en premier. A gauche, rabattez pour ce faire 4x4-6-7 m. tous les 2 rangs. Pour le biais de l’encolure, rabattez 43-42-44x1 m. tous les 2 rangs. Faites les diminutions comme suit : au début de chaque rang endroit, tricotez une maille, puis 2 mailles ensemble, et continuez le rang. Faites l’emmanchure comme pour le dos. Rabattez les mailles pour l’épaule à la même hauteur que pour le dos. Partie gauche du Devant: montez 70-77-83 m. et tricotez 14 rangs de jersey. Pour le biais de l’encolure, rabattez 44x1 m. tous les 2 rangs. Faites les diminutions comme suit : tricotez le rang sauf 3 m., tricotez 2 m. tournées ensemble, tricotez une m. Rabattez les mailles pour l’épaule à la même hauteur que pour le dos. Manches: montez 50 m. et faites 8 cm de côtes, sur le dernier rang envers, répartissez des augmentations pour arriver à 52-54-56 m. Continuez en jersey et faites 7-8-10x1 m. de chaque côté tous les 13-12-9 rang. A 46 cm, rabattez 1x2, 13x1, 1x2 en 1x3 m. de chaque côté tous les 2 rangs. Rabattez les mailles restantes. Assemblage : Fermez les coutures des épaules. Fixez les manches, le milieu de la manche arrive contre la couture de l’épaule. Fermez les coutures latérales, en plaçant la partie gauche du devant sous le devant. Faites un ourlet sur le bord intérieur inférieur de la partie gauche, contre le devant. Faites un tour de crochet le long de l’encolure. Attachez le ruban fleuri sur le pan droit du devant. Fixez les boutons entre les fleurs.
4025 - DAMESTRUI MET BLOEMEN VAN NICOLA Tailles: 36/38 – 40/42 – 44/46 Maten: 36/38 – 40/42 – 44/46 Materiaal: Scheepjes Nicola ecru (1062) 5-6-6 bollen, ca, 65 cm bloemenband, 4 kleine, 3 middelgrote en 1 grote sierknoop
Fil: Scheepjes Nicola écru (1062) 5-6-6 pelotes, 65 cm de ruban fleuri, 4 petits, 3 moyens et 1 grand bouton décoratif Aiguilles: n°3 ½, aiguille à crochet n° 3 ½
Naalden: nr. 3 ½, haaknld. nr. 3 ½ Echantillon: 22 mailles et 29 rangs en jersey, soit 10x10
19 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 19
08-07-2010 19:30:12
samen als bij recht breien afhalen, 1 st. breien en de afgehaalde steken overhalen.
4025
7
2 3 11-13-15 4
60
2 3 4 11-13-15
27-30-33
60
52
38-37-36
38-37-36
24
8
8
0
0 20-23-26
15-16-17 2 3 4 11-13-15
27-30-33
40-46-52
57
46
60
18,5
2 3 11-13-15 4
38-37-36
36
8
16-15-14
5
24
0 31,5-34,5-37,5
0 11-11,5 -12
38
8 0
40-46-52
4026 - DAMESVEST VAN NICOLA
Maat: 36/38 Materiaal: Scheepjes Nicola bruin (10229) 6 bollen, 150 cm sierband
2 3 11-13-15 4
18,5 Werkwijze: 38 Rugpand: Zet 99 st. op met nld. nr. 4 en brei 5 nld. ribbelsteek. Brei verder in ajourpatroon. Minder 7x1 st. aan beide kanten van afwisselend elke 10e en 12e nld. Let op dat er geen omslagen worden gemaakt als deze niet kunnen worden weg 16-15-14 geminderd. Meerder vanaf 32 cm 4x1 st. aan beide kanten van elke 12e nld. Kant bij 51 cm hoogte voor de armsgaten 1x2 en 5 2x1 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant bij 70 cm voor 0 de 31,5-34,5-37,5 hals de middelste 25 st. af en brei beide delen apart verder. Kant aan halskant nog 1x5 st. af in de 2e nld. Kant bij 72 cm hoogte de steken voor de schouders af.
RechterVoorpand:Zet 60 st. op en brei 5 nld. ribbelsteek. Brei verder in de volgende indeling: 19 st. boordst., begin met 1 st. r., 41 st. ajourpatroon. Minder en meerder aan de zijnaad als bij rugpand. Minder vanaf 46 cm hoogte voor de hals 10x1 st. in elke 6e nld. Minder als volgt: 19 st. boordst., 1 overhaling. Kant de steken voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand, hierbij de eerste 19 st. van de sluitbies op een stekenhouder zetten.. LinkerVoorpand:brei dit in spiegelbeeld. Minder voor de hals door voor de sluitbies 2 st. samen te breien. Mouwen: Zet 48 st. op met nld. nr. 3 ½ en brei 5 nld. ribbelsteek en verder in tricotsteek. Meerder voor de mouwwijdte 10x1 st. aan beide kanten van elke 12e nld. Kant op 47 cm hoogte voor de mouwkop 1x2, 9x1, 1x2 en 1x3 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant de overige steken af. Ceintuur: Zet 19 steken op en brei 150 cm boordst. Kant in boordst. af. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem de steken van de stekenhouder op de naald en brei boordsteek tot middenachter. Naai beide delen aan elkaar. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Lijm het sierband op de ceintuur met textiellijm.
Naalden: 3 ½ en 4 TAS Stekenverhouding: 20 steken en 28 naalden met nld. nr. 4 in ajourpatroon gebreid, zijn 10x10 cm. 22 steken en 29 naalden met nld. nr. 3 ½ in tricotsteek gebreid, zijn 10x0 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Ribbelsteek: alle naalden recht. Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Boordsteek: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht. Ajourpatroon: breien volgens teltekening. Alleen de haangaande naalden zijn aangegeven, de teruggaande naalden breien zoals de steken zich voordoen. Aan het einde van de laatste herhaling op de teltekening 2 steken samenbreien i.p.v. 3. + = kantsteek, open hokje = recht, >= 2 st. recht samenbreien, <= 1 st. als bij recht breien afhalen, 1 st. breien en de afgehaalde steek overhalen. ^ = 1 steek als bij recht breien afhalen, 2 st. recht samenbreien en de afgehaalde steek overhalen. m = 2 st.
Afmeting: 24 cm breed, 16 cm hoog zonder handvaten Materiaal: Scheepjes Nicola bruin (10229) 1 bol, 1,40 m ruches band, set handvaten. Haaknld.: nr. 3 ½ Werkwijze: Haak 46 lossen en haak hierop 44 stokjes, het 1e stokje in de 3e losse vanaf de haaknld. Meerder in de volgende 8 toeren 1 stokje aan beide kanten. Hierna aan beide kanten in elke toer 1 stokje minderen. Na 20 toeren afhechten. Haak nog eenzelfde deel. Zijkanten + onderkant aan de binnenkant aan elkaar haken. Om de handvaten aan het TASje vast te zetten aan beide kanten naast de zijnaden 4x een stukje haken van 4 stokjes en 4 toeren. Naai verdeeld in de hoogte 3x een ruche rondom het TASje. Zet de handvaten vast.
4026 – Veste pour dame en NICOLA Taille: 36/38 Fil: Scheepjes Nicola brun (10229) 6 pelotes, 150 cm de ruban décoratif Aguilles: 3 ½ et 4 Echantillon: 20 mailles et 28 rangs avec les aiguilles n°4 en mailles ajourées, soit 10x10 cm. 22 mailles et 29 rangs en jersey avec les aiguilles n° 3.5, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire. Points utilisés: Mousse : toutes les mailles à l’endroit. Jersey : endroit sur l’endroit, envers sur l’envers. Côtes : alterner 1 m. end. et 1 m. env. Motif ajouré : tricotez selon le schéma. Seuls les rangs endroits sont indiqués, les rangs envers doivent être tricotés comme les mailles se présentent. A la fin du dernier rang du schéma, tricotez 2 m. ensemble et non 3. + = m. lisière, carré ouvert = endroit, >= 2 2 m. ensemble à l’endroit, <= 1 m. glissée à l’endroit, 1 m. tricotée et reprendre les mailles glissées. ^ = 1 m. glissée à l’endroit, 2 m. tricotées ensemble et reprendre les mailles glissées. m = 2 m. glissées ensemble à l’endroit, 1 m. tricotée et reprendre les mailles glissées. Tricot: Dos: montez 99 m. sur une aiguille 4 et faites 5 rangs de point mousse. Continuez ensuite en motif ajouré. Faites 7x1 dim. de chaque côté tous les 10 et 12 rangs en alternance. Faites attention à ne pas faire de jetés si vous ne savez pas faire les diminutions. A partir de 32 cm de hauteur, faites 4x1 aug. de chaque côté tous les 12 rangs. A 51 cm de hauteur, faites les emmanchures en rabattant 1x2 et 2x1 m. de chaque côté tous les 2 rangs. A 70 cm de hauteur, faites l’encolure en rabattant les 25 m. centrales et continuez chaque partie séparément. Côté encolure, rabattez encore 1x5 m. sur le second rang. A 72 cm de hauteur, rabattez toutes les mailles. Demi-devant droit: montez 60 m. et faites 5 rangs de point mousse. Continuez selon la répartition suivante : 19 m. de côtes, en commençant avec une 1 m. end., 41 m. de motif ajouré. Faites les augmentations et les diminutions comme pour le dos. A 46 cm de hauteur, faites 10x1 dim. tous les 6 rangs pour l’encolure. Diminuez comme suit : 19 m. en côtes, 1 surjet. Rabattez les mailles pour l’épaule à la même hauteur que pour le dos, en gardant les 19 premières mailles du galon sur une aiguille en attente. Demi-devant gauche:comme le demi-devant droit, mais en sens inverse. Pour l’encolure, faites les diminutions du galon en tricotant 2 mailles ensemble. Manches: montez 48 m. sur une aiguille 3 ½ faites 5 rangs
20 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 20
08-07-2010 19:30:12
de points mousse puis continuez en jersey. Faites 10x1 aug. de chaque côté tous les 12 rangs. A 47 cm de hauteur, rabattez 1x2, 9x1, 1x2 et 1x3 m. de chaque côté tous les 2 rangs. Rabattez les mailles restantes. ++ m <o <o <o <o <o <o o o >o o> o> >o o> >o > ++
7x1, 1x2 en 1x3 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant de overige steken af.
4026 9
11,5
2
15
72 70
47 45 o>o >o >+ +m o < o < o 43 omo < o o > omo + + 41 o m o o m o + + 39 Ceinture: montez 19 m. et faites Rabattez o o ^côtes. o >+ + m o150 cm en 37 o >+ o> < o +m o 35 en côtes. o o>o^ o<o o +m >+ 33 o >o > < o< o + + 31 o >o>o ^ o<o<o + + 29 o>o>o> < o<o< o + + 27 o < o < o +les 25 > o ^ o < Reprenez + o > odes > o épaules. Assemblage : Fermez les coutures o>o >o> < o< o<o + + 23 o > ojusqu’au > o > o m omilieu < o < odu + < odos. 21 mailles en attente et tricotez en+ côtes o> o > o m o < o < o + 19 + o m o < o le+ 17 > o mo + o Attachez Attachez les deux parties ensemble. les manches, o m o o m o + + 15 o le omo +^ o > + 13 milieu de la manche arrive à la couture de l’épaule. Collez o> + o m o + <o 11 o o>o >+ + ^ o de < o la ocollempour 9 ruban décoratif sur la ceinture avec otextile. + < o< o >o> + 7 o>o>o>+ +^ o<o <o 5 o >o>o > + + <o <o<o 3 +^ o<o< o<o o>o>o>o>+ 1 Sac
56 47
51 46
4027 – Pull pêcheur en NICOLA Tailles: 46/48 – 50/52 – 54/56
0
Dimensions: 24 cm de large, 16 cm de haut sans les poignées
10,5
Fil: Scheepjes Nicola brun (10229) 1 pelote, 1,40 m de ruban à ruches, 2 poignées
Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem langs de hals 81 st. op en brei 20 cm patroonsteek, laat hierbij de patroonsteek zoveel mogelijk doorlopen. Kant in patroonsteek af. Naai de rits in de split, vouw de kraag dubbel naar binnen en zoom rekbaar tegen. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit mouw- en zijnaden.
Aiguilles: n°5 Echantillon: 18 mailles et 24 rangs en double fil en point fantaisie, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire.
0 4,5
Fil: Scheepjes Nicola bleu nuit (1092) 10-11-11 pelotes, fermeture éclair de 20 cm
20
Crochet : n°3 ½ 4027 - SCHIPPERSTRUI VAN NICOLA
Crochet : Crochetez 46 mailles en l’air et faites-y 44 brides, la première bride dans la 3ème m. en l’air au départ du crochet. Sur les 8 tours suivants, augmentez d’une bride de chaque côté. Ensuite, de chaque côté, sur chaque tour, faites une diminution d’une bride. Finissez après 20 tours. Crochetez une deuxième partie semblable. Attachez ensemble les côtés et le bas à la partie intérieure. Pour fixer les poignées au sac, à côté des coutures, crochetez 4x une pièce de 4 brides et 4 tours. Sur la hauteur, cousez 3x une ruche autour du sac. Fixez les poignées.
Maten: 46/48 – 50/52 – 54/56 Materiaal: Scheepjes Nicola nachtblauw (1092) 10-11-11 bollen, rits 20 cm Naalden: nr. 5 Stekenverhouding: 18 steken en 24 naalden met dubbele draad in patroonsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
4026 9 + < +mo +m + + +m o +m +m + + + + o + + o + + o + +^ o + < + ^ o + < +^ o + < +^ o
o< o< < o<o o< o< omo o m
o>o>o> o <o o>o >o >o o o >o >o < o o > omo o m o o o^ o o o o> < o o o o>o^ o<o o o >o > < o< o o >o>o ^ o<o<o o>o>o> < o<o< o >o >o>o ^ o< o<o<o o>o >o> < o< o<o > o > o >omo < o < o< o o> o > o m o < o < o omo < o > o mo o m o o m o o omo o o> o m o o o>o m < o o o< o o>o> o>o>o <o <o o >o>o > o <o<o <o< o<o o>o>o>o
+ >+ >+ + + >+ >+ >+ + + + + + + + + + >+ + >+ + >+ + >+
47 45 43 41 39 37 35 33 31 29 27 25 23 21 19 17 15 13 11 9 7 5 3 1
11,5 2 15 Gebruikte steken: 56 72 Patroonsteek: 70 1e nld. (verkeerde kant): 2 r., 1 av., *3 r., 1 av., herhaal vanaf *. 2e nld.: 1 av., *3 r., 1 av., herhaal vanaf *. 47 Herhaal deze 2 naalden.
Werkwijze: 51met dubbele draad gebreid. De gehele trui wordt Rugpand: Zet 85-93-101 st. op en brei patroonsteek. Kant 46 bij 46-45-44 cm hoogte voor de armsgaten 1x2 en 3x1 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant bij 66 cm hoogte voor de hals de middelste 23 st. af en brei beide delen apart verder. Kant aan halszijde nog 1x5 st. af in de 2e nld. Kant bij 68 cm hoogte de steken voor de schouders af. Voorpand:brei als het rugpand tot 50 cm hoogte. Kant bij 60 cm hoogte voor de sluiting de middelste steek af en brei beide delen apart verder. Kant bij 60 cm hoogte aan halszijde 1x5, 0 1x3, 2x2 en 4x1 st. af in elke 2e nld. Kant de steken voor de 10,5 schouders op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.
4,5
Points utilisés: Point fantaisie : 1er rang (envers) : 2 end., 1 env., *3 end., 1 env., répétez depuis *. 2ème rang : 1 env., *3 end., 1 env., répétez depuis *. Répétez ces deux rangs. Tricot: Tout le pull se tricote en fil double. Dos: montez 85-93-101 m. et tricotez en point fantaisie. A 4645-44 cm cm de hauteur, formez les emmanchures en rabattant 1x2 et 3x1 m. de chaque côté tous les 2 rangs. A 66 cm de hauteur, rabattez les 23 m. centrales pour l’encolure. Côté encolure, rabattez encore 1x5 m. sur le second rang. A 68 cm de hauteur, rabattez les mailles restantes pour les épaules. Devant: tricotez comme pour le dos jusqu’à 50 cm de hauteur. A 60 cm de hauteur, côté encolure, rabattez 1x5, 1x3, 2x2 et 4x1 m. tous les 2 rangs. Rabattez les mailles pour les épaules à la même hauteur que pour le dos. Manches: montez 41 m. en point fantaisie. Faites 11-12-14x1 aug. de chaque côté tous les 10-10-8 rangs. A 51 cm de hauteur, rabattez 1x2, 7x1, 1x2 et 1x3 m. de chaque côté tous les 2 rangs. Rabattez les mailles restantes. Assemblage : Fermez les coutures des épaules. Sur l’encolure, reprenez 81 m. et faites 20 cm en points fantaisie, en le prolongeant autant que possible. Rabattez en points fantaisie. Cousez la fermeture éclair dans la fente, repliez le col vers l’intérieur et faites un ourlet. Attachez les manches, le milieu de la manche arrive contre la couture de l’épaule. Fermez les coutures des manches et latérales.
Mouwen: Zet 41 st. op en brei patroonsteek. Meerder voor 0 de mouwwijdte 11-12-14x1 st. aan beide kanten van elke 20e-8e nld. Kant bij 51 cm hoogte voor de mouwkop 1x2, 10e-10
21 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 21
08-07-2010 19:30:12
4027 9
11-13-15 3
68 66
17-18-19
60
62
51
50 46-45-44
0 0
11
23-25-27
4028 - MEISJESVEST VAN NICOLA Maten: 128 – 140 – 152 Materiaal: Scheepjes Nicola rood (4267) 3-4-4 bollen, 5 knopen Naalden: nr. 3 ½ Stekenverhouding: 22 steken en 29 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Boordsteek: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht. Patroonsteek: 1e en 2e nld.: tricotsteek. 3e nld.: 3 r., *1 av., 7 r., herh. vanaf *. 4e t/m 14e nld. tricotst. 15e nld.: *7 r., 1 av., herh. vanaf *. 16e t/m 24e nld.: tricotst. Herhaal deze 24 nld. Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Kabelpatroon: 1e nld. (goede kant): *6 st. recht, 3 st. av., 3 st. r., 3 st. av., herhaal vanaf *. Alle even naalden breien zoals de steken zich voordoen. 3e nld.: *zet 3 st. op een hulpnld. achter het werk, brei de volgende 3 st. recht, dan de 3 st. van de hulpnld. recht breien, 3 st. av., 3 st. r., 3 st. av., herh. vanaf *. 4e t/m 8e nld.: breien zoals de steken zich voordoen. Herhaal 3e t/m 8e nld. Kabelboord: 1e nld.: verk. kant: *2 r., 6 av., herhaal vanaf *. Alle volgende naalden breien zoals de steken zich voordoen. In de 2e en 8e nld. de 6 st. recht kabelen. In de 11e nld. boven de 6 st. kabel 3x2 st. av. samenbreien. Brei nog 13 naalden tricotsteek en kant af.
Werkwijze: Rugpand: Zet 93-99-105 st. op en brei 12 nld. boordsteek, 1 nld. recht recht op de verkeerde kant (= ribbel op goede kant) en verder kabelpatroon, begin voor de 1e maat met 3 r., 3 av., voor de 2e maat met 3 av., 3 r., 3 av. en voor de 3e maat met 3 r., 3 av., 3 r., 3 av., Brei verder het herhaalrapport, eindig met de beginsteken in spiegelbeeld. Brei op 8-8-9 cm hoogte in elke averechte baan (goede kant) 2 st. av. samen. Minder op 12— 12-13 cm hoogte in elke baan van 3 st. recht 1 st. door 2 st. samen te breien. Brei op 16-17-18 cm hoogte 2 cm boordsteek en brei verder in patroonsteek. Kant bij 26-28-30 cm hoogte voor de armsgaten 1x2 en 2x1 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant bij 39-42-45 cm hoogte voor de hals de middelste 20 st. af en brei beide delen apart verder. Kant aan halskant nog 1x8 st. af in de 2e nld. Kant bij 41-44-47 cm hoogte de steken voor de schouders af. RechterVoorpand: Zet 54-57-60 st. op en brei 12 nld. boordst., 1 nld. recht op de verkeerde kant en verder in kabelpatroon, begin voor alle maten met 3 r., 3 av., 3 r., 3 av., brei het herhaalrapport en eindig met 3 av., 3 r./3 av., 3 r., 3 av./3 av., 3 r., 3 av., 3 r. Brei verder als bij het rugpand. Brei op 10-9-8, 17-1717, 24-25-26 en 31-33-35 cm hoogte een knoopsgat. Kant hiervoor de 5e, 6e en 7e st. af en zet deze er in de volgende naald weer bij op. Laat na de boordsteek in de taille aan sluitkant 4 steken doorlopen als bij het onderdeel. Kant op 36-39-42 cm hoogte voor de hals 1x13, 1x5, 1x2 en 3x1 st. af in elke 2e nld. Kant de steken voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand. LinkerVoorpand: brei dit in spiegelbeeld, maar zonder knoopsgaten. Mouwen: Zet 38-42-46 st. op en brei 2 cm boordsteek, meerder in de laatste teruggaande naald verdeeld tot 46-50-54 st. Brei verder in patroonsteek en meerder voor de mouwwijdte 3-4-4x1 st. aan beide kanten van elke 20e-18e-20e nld. Kant bij 28-32-36 cm hoogte voor de mouwkop 1x2, 6x1, 1x2 en 1x3 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant de overige steken af. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem langs de hals 158 st. op en brei kabelboord. Brei op 2 en 6 cm boordhoogte een knoopsgat.Vouw het halsboord op de helft naar binnen en zoom rekbaar tegen. Festoneer het knoopsgat. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit zij- en mouwnaden.Vouw het onderboord op de ribbel naar binnen en zoom rekbaar tegen. Naai de knopen aan.
4028 – Veste fille en NICOLA
Tailles: 128 – 140 – 152 Fil: Scheepjes Nicola rouge (4267) 3-4-4 pelotes, 5 boutons Aiguilles: n°3 ½
cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire. Points utilisés: Côtes : alterner 1 m endroit, 1 m. envers. Point fantaisie : 1er et 2ème rang : jersey. 3ème rang : 3 end., *1 env., 7 end., répétez depuis *. 4-14ème rang : jersey. 15ème rang : *7 end., 1 env., répétez depuis *. 16 au 24ème rang : jersey. Répétez ces 24 rangs. Jersey : endroit sur l’endroit, envers sur l’envers. Torsade : 1er rang (endroit) : *6 m. end., 3 m. env., 3 m. end., 3 m. env.., répétez depuis *. Tricotez toutes les mailles des rangs pairs comme elles se présentent. 3ème rang : *glissez 3 m sur une aiguille à torsades placée derrière, tricotez les 3 m. suivantes à l’endroit, puis à l’endroit les 3 m. de l’aiguille à torsades, 3 m env., 3 m. end., 3 m. env., répétez depuis *. 4 à 8ème rang : tricotez les mailles comme elles se présentent. Répétez du 3ème au 8ème rang. Bord torsadé : 1er rang : envers : *2 end., 6 env., répétez depuis *. Tricotez toutes les mailles des rangs suivants comme elles se présentent. Sur le 2ème et le 8ème rang, tricotez droit. Sur le 11ème rang au-dessus des 6 m. de torsade, tricotez ensemble 3x2 m. envers. Faites encore 13 rangs de jersey. Rabattez. Tricot: Dos: montez 93-99-105 m. et tricotez 12 rangs en côtes, 1 rang endroit sur l’envers (= mousse sur l’endroit) puis en torsade. Pour la 1ère taille, commencez avec 3 end., 3 env. Pour la 2ème Taille: 3 env. 3 end. Et pour la 3ème taille 3 end. et 3 env. Continuez la répétition, terminez en sens inverse. A 8-8-9 cm sur le rang envers (sur l’endroit), tricotez 2 m. env. ensemble. A 12-12-13 cm de hauteur, faites 3 dim. tous les rangs en tricotant 2 m. ensemble. A 16-17-18 cm de hauteur, tricotez 2 cm de côtes et continuez en point fantaisie. A 2628-30 cm, faites les emmanchures, rabattez 1x2 et 2x1 m. de chaque côté tous les 2 rangs. A 39-42-45 cm de hauteur, rabattez les 20 m. centrales pour l’encolure et continuez chaque partie séparément. Côté encolure, rabattez encore 1x8 m. sur le second rang. A 41-44-47 cm de hauteur, rabattez les mailles pour les épaules. Demi-devant droit: montez 54-57-60 m. et tricotez 12 rangs en côtes, 1 rang sur l’envers puis continuez en torsades, pour toutes les tailles, commencez avec 3 end., 3 env., 3 end., 3 env., continuez et terminez avec 3 env., 3 end./3 env., 3 end., 3 env./3 env., 3 end., 3 env., 3 end. Continuez comme pour le dos. A 10-9-8, 17-17-17, 24-25-26 et 31-33-35 cm de hauteur, faites une boutonnière. Pour ce faire, rabattez la 5e, 6e et 7e m. et reprenez-la sur le rang suivant. Après la maille lisière à la taille côté fermeture, laissez 4 mailles courantes comme pour le bas. A 36-39-42 cm de hauteur, rabattez 1x13, 1x5, 1x2 et 3x1 m. centrales pour l’encolure. Rabattez les mailles pour l’encolure à la même hauteur que pour le dos.
Echantillon: 22 mailles et 29 rangs en jersey, soit 10x10
22 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 22
08-07-2010 19:30:12
Demi-devant gauche:comme le demi-devant droit, mais en sens inverse, et sans boutonnières. Manches: montez 38-42-46 m. et faites 2 cm de côtes, faites des augmentations sur le dernier rang envers pour arriver à 46-50-54 m. Continuez en point fantaisie et faites 3-4-4x1 aug. de chaque côté tous les 20-18-20 rangs. A 28-32-36 cm de hauteur, rabattez 1x2, 6x1, 1x2 et 1x3 m. de chaque côté tous les deux rangs, puis rabattez toutes les mailles. Assemblage : Fermez les coutures des épaules. Le long de l’encolure, reprenez 158 m. et tricotez en bord de torsades. A 2 et 6 cm de hauteur, faites une boutonnière. Repliez le bord sur la moitié vers l’intérieur, et faites un ourlet. Festonnez la boutonnière. Attachez les manches, le milieu de la manche arrive contre la couture de l’épaule. Repliez le bord de mousse vers l’intérieur, et faites un ourlet. Attachez les boutons.
4028 2
8
6,57,58,5 2
41-44-47 39-42-45 36-39-42
12-13-14
34-38-42 28-32-36
26-28-30 18-19-20 16-17-18
4 0
2 0 10-11 -12
18,5-19,5-20,5
4029 - DAMESVEST VAN MIMOSA
Maten: 36/38 – 40/42 – 44/46 Materiaal: Scheepjes Mimosa ecru (740) 22-24-27 bollen Naalden: nr. 9 Stekenverhouding: 10 steken en 15 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Boordsteek: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht. Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Kabel over 9 st.: 1e nld. (verk.k.): 1 r, 4 av., 2 r., 2 av. 2e nld.:V3V (=zet 2 st. op een hulpnld. voor het werk, brei de volgende steek averecht, dan de 2 st. van de hulpnld. r.),V3A (=zet 1 st. op een hulpnld. achter het werk, brei de volgende 2 st. r., brei dan de st. van de hulpnld. av.),V3V. 3e nld.: 2 av., 2 r., 4 av., 1 r. 4e nld.: 1 av., zet 2 st. op een hulpnld. achter het werk, brei 2 st.
recht, dan de 2 st. van de hulpnld. r. breien, 2 av., 2 r. 5e nld.: als 3e nld. 6e nld.:V3A,V3V,V3A. 7e nld.: 1 r., 4 av., 2 r., 2 av. 8e nld.: 2 r., 2 av., neem 2 st. op een hulpnld. voor het werk, brei de volg. 2 st. r., dan de 2 st. van de hulpnld. r. breien, 1 av. Herhaal deze 8 naalden. Werkwijze: Rugpand: Zet 48-52-56 st. op en brei 7 cm boordsteek. Brei verder in tricotsteek. Minder op 18 en 25 cm hoogte aan beide kanten 1 st. Meerder op 38 en 44 cm hoogte aan beide kanten 1 steek. Kant bij 52-51-50 cm hoogte voor de armsgaten 1x2 en 1x1 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant bij 70 cm hoogte voor de hals de middelste 18 st. af en brei beide delen apart verder tot 72 cm hoogte. Kant de st. voor de schouders af. RechterVoorpand:Zet voor de binnenzak 19 st. op en brei 14 cm tricotst. Minder op 11 cm hoogte aan het einde van de nld., op de goede kant, 1 st. Zet de steken op een hulpnld. en laat deze rusten. Zet 30-32-34 st. op en brei als volgt: 2-3-4 st. boordst., begin met r./av./r., 1 r., 9 st. kabel, 1 r., 1 av., 1 r., 1 av., 1 r., 9 st. kabel, 1 r., 3-4-5 st. boordst., begin met av. Op 7 cm hoogte boven de eerste 3-4-5 st., de 3 st. boordst. tussen de kabels en de laatste 2-3-4 st. in tricotst. verder breien tot 21 cm hoogte, minder ondertussen op 18 cm hoogte aan de linker zijkant 1 st. Brei verder als volgt: brei 3-4-5 steken en aansluitend de steken van de binnenzak op de hulpnld., de overige steken van het voorpand op een draad zetten. Brei verder in tricotst. en minder op 25 cm hoogte aan de zijnaad nog 1 st. Meerder op 38 en 44 cm hoogte aan de zijnaad 1 st. Minder op 48 cm hoogte voor de hals 7x1 st. in elke 4e nld.; maak hiervoor na de kantsteek een overhaling. Minder voor het armsgat als bij het rugpand. Kant de st. voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand. Neem de steken van de draad op de naald en brei nog 4 cm, boven de tricotst. in boordst. Kant in patroon af, hierbij boven de kabels 3x2 st. samenbreien. LinkerVoorpand:brei dit in spiegelbeeld. Minder aan halszijde door voor de kantsteek 2 st. samen te breien. Mouwen: Zet 27 st. op en brei 8 st. boordst., begin met r., 1 st. r., 9 st. kabel, 1 st. r., 8 st. boordst. in spiegelbeeld. Meerder bij 7 cm hoogte 1 st. en brei boven de boordst. verder in tricotst. Meerder voor de mouwwijdte 3-4-5x1 st. aan beide kanten van elke 14e-12e-10e nld. Kant bij 47 cm hoogte voor de mouwkop 1x2, 5x1, 1x2 en 1x3 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant de overige st. af.
mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit zij- en mouwnaden. TAS Afmeting: 42 cm breed, 15 cm hoog zonder handvaten Materiaal: Scheepjes Mimosa grijs (777) 5 bollen, turquoise (750) 2 bollen, fuchsia (779) 1 bol, set ronde blankhouten handvaten, leren gesp Naalden: nr. 9 Stekenverhouding: 10 st. en 16 naalden in dubbele gerstekorrelsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Dubbele gerstekorrel: 1e nld.: *2 st. recht, 2 st. averecht, herhaal vanaf *. 2e nld.: breien zoals de steken zich voordoen. 3e nld.: *2 st. averecht, 2 st. recht, herhaal vanaf *. 4e nld.: breien zoals de steken zich voordoen. Herhaal deze 4 naalden. Werkwijze: Zet met grijs 40 st. op en brei dubbele gerstekorrel tot 45 cm hoogte. Kant af. Zet voor een zijkant 16 steken op en brei dubbele gerstekorrel tot 15 cm hoogte. Brei nog eenzelfde deel. Zet met turquoise 16 st. op en brei 50 cm dubbele gerstekorrel. Kant af. De zijkanten van de TAS in elkaar spelden en aan de buitenkant dichthaken. Dik stevig vlieseline en mooie turquoise voeringstof in de maten van de TAS knippen, in elkaar stikken en in de TAS naaien. Om de handvaten dun doorzichtig tape plakken en het fuchsia garen er omheen binden. Handvaten vastzetten aan de turquoise strook en de strook op de TAS vastnaaien. Gesp op blauwe strook vastnaaien. 4029 – Veste pour dame en MIMOSA
Tailles: 36/38 – 40/42 – 44/46 Fil: Scheepjes Mimosa écru (740) 22-24-27 pelotes Aiguilles: n° 9
Ceintuur: Zet 7 st. op en brei 150 cm boordst.
Echantillon: 10 mailles et 15 rangs en jersey, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire.
Afwerking: Naai de binnenzakken tegen de voorpanden. Sluit de schoudernaden. Neem langs de voorpanden en hals steken op (ca. 12 st. per 10 cm) en brei boordst. Brei de 1e nld. tot 6 st. voorbij het midden van de achterhals, keer, maak een omslag en brei 12 st., keer, maak een omslag en brei 18 st., de omslag van de vorige toer met de daarop volgende steek samenbreien (dit is om gaatjes te voorkomen), keer, omslag, 24 st. breien enz. Brei tot er 72 st. worden gebreid. Brei nu over alle steken tot de bies middenvoor 6 cm hoog is. Kant in boordst. af. Zet de
Points utilises: Côtes : Alterner 1 m. endroit, 1 m. envers. Jersey : Endroit sur l’endroit, envers sur l’envers. Torsade sur 9 m. : 1er rang : (envers) : 1 end., 4 env., 2 end., 2 env. 2ème rang :V3V (= 2 m. sur une aiguille à torsades placée devant, tricotez la m. suivante à l’envers, puis les 2 m. de l’aiguille à torsade à l’end.),V3A (= 1 m. sur une aiguille à torsades placée derrière, tricotez les 2 m. suivantes à l’endroit,
23 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 23
08-07-2010 19:30:12
puis les 2 m. de l’aiguille à torsade à l’env.),V3V. 3ème rang : 2 env., 2 end., 4 env., 1 end. 4ème rang : 1 env., glissez 2 m. sur une aiguille à torsades placée derrière, 2 m. end. puis les 2 m. de l’aiguille à torsades à l’endroit, 2 env., 2 end. 5ème rang : Comme le 3ème rang. 6ème rang :V3A,V3V,V3A. 7ème rang : 1 end., 4 env., 2 end., 2 env. 8ème rang : 2 end., 2 env., glissez 2 aiguilles sur une aiguille à torsades placée devant, 2 m. end. puis les 2 m. de l’aiguille à torsades à l’end., 1 env. Répéter ces 8 rangs. Tricot: Dos: Montez 48-52-56 m. et faites 7 cm de côtes. Continuez en jersey. A 18 et 25 cm de hauteur, faites 1 dim. de chaque côté. A 38 et 44 cm de hauteur, faites une aug. de chaque côté. A 52-51-50 cm de hauteur, faites les emmanchures en rabattant 1x2 et 1x1 m. de chaque côté tous les 2 rangs. A 70 cm de hauteur, faites l’encolure en rabattant les 18 m. centrales et continuez chaque côté séparément jusqu’à 72 cm de hauteur. Rabattez les mailles restantes.
devants. Fermez les coutures des épaules. Le long du col et des demi-devants, reprenez des mailles (env. 12 par 10 cm) et tricotez en côtes. Tricotez le 1er rang jusqu’à 6 m. après l’arrière de l’encolure, retournez le travail, faites un jeté et tricotez 18 m., faites un jeté et tricotez 12 m. retournez le travail, faites un jeté et tricotez 18 m. tricotez ensemble le jeté du tour précédent avec la maille suivante (pour qu’il n’y ait pas de trou), retournez le travail, faites un jeté, tricotez 24 m., etc. Tricotez jusqu’à 72 m. Tricotez maintenant sur toutes les mailles jusqu’à ce que le galon fasse 6 cm de haut au milieu. Rabattez en côtes. Attachez les manches, le milieu de la manche arrive à la couture de l’épaule. Fermez les coutures latérales et des manches.
4029 3 11-13-15
18
11-13-15 3
72 70
15-16-17
57
47
52-51-50 48
7
12
Sac
0
7
Dimensions: 42 cm de large, 15 cm de haut sans les poignées. Fil: Scheepjes Mimosa gris (777) 5 pelotes, turquoise (750) 2 pelotes, fuchsia (779) 1 pelote, ensemble de poignée en bois, boucle en cuir.
0 20-22-24
46-50-54
4030 - DAMESVEST VAN MIMOSA Maten: 36/38 – 40/42 – 44/46
Demi-devant droit: Pour la poche intérieure, montez 19 m. et tricotez 14 cm en jersey. A 11 cm de hauteur, à la fin du rang, sur l’endroit, faites 1 dim. Glissez les mailles sur une aiguille et laissez-les en attente. Montez 30-32-34 m. et tricotez comme suit : 2-3-4 m. de côtes, en commençant par 1 m. end/ env/end., 1 m. end., 9 m. de torsade, 1 m. end. 1 m. env., 9 m. de torsade, 1 end., 3-4-5 m. de côtes, en commençant par une m. env. A 7 cm de hauteur au-dessus des 3-4-5 premières m., continuez les 3 m. de côtes entre les torsades et les 2-3-4 dernières m. en jersey jusqu’à 21 de hauteur, en faisant 1 dim. à 18 cm de hauteur du côté gauche. Continuez comme suit : Tricotez 3-4-5 m. puis les m. de la poche intérieure en attente, glissez les mailles restantes du demi-devant sur un fil. Continuez en jersey et faites encore 1 dim. à 25 cm de hauteur, côté couture. A 38 et 44 cm de hauteur, faites 1 aug. côté couture. A 48 cm de hauteur, faites l’encolure en rabattant 7x1 m. tous les 4 rangs. Faites pour ce faire glisser une maille après la m. lisière. Faites l’emmanchure de la même manière que pour le dos. Rabattez les m. pour les épaules à la même hauteur que pour le dos. Reprenez les m. du fil sur une aiguille et tricotez encore 4 cm, au-dessus du jersey, en côtes. Rabattez les mailles en continuant les torsades sur 3x2 m. Demi-devant gauche: Comme le demi-devant droit, mais en sens inverse. Côté encolure, faites la diminution en tricotant 2 m. Manches: Montez 27 m. et tricotez 8 m. en côtes en commençant par 1 m. end, 9 m. de torsade, 1 m. end., 8 m. de côtes en miroir. A 7 cm de hauteur, faites 1 aug. et continuez en jersey au-dessus des côtes. Faites 3-4-5x1 aug. de chaque côté tous les 14-12-10 rangs pour la largeur de la manche. A 47 cm de hauteur, rabattez 1x2, 5x1, 1x2 et 1x3 m. de chaque côté tous les 2 rangs. Rabattez les mailles restantes.
Aiguilles: N° 9 Echantillon: 10 mailles et 16 rangs en point de blé double, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire. Points utilisés : Point de blé double : 1er rang : *2 m. end, 2 m. env, répétez depuis *. 2ème rang : Tricotez les mailles comme elles se présentent. 3ème rang : *2 m. env, 2 m. end, répétez depuis *. 4ème rang : Tricotez les mailles comme elles se présentent. Répétez ces 4 rangs. Tricot : Montez 40 m. de fil gris et tricotez en point de blé double jusqu’à 45 cm de hauteur. Rabattez les mailles. Pour un côté, montez 16 mailles et tricotez en point de blé double jusqu’à 15 cm de hauteur. Tricotez un deuxième côté semblable. Montez 16 m. de fil turquoise et tricotez en point de blé double jusqu’à 50 cm de hauteur. Rabattez les mailles. Epinglez ensemble les côtés et attachez-les à l’extérieur. Découpez une toile solide et épaisse et une belle doublure turquoise aux dimensions du sac, couse-les ensemble puis ensemble. Enroulez de l’adhésif transparent autour des poignées et enroulez ensuite le fil fuchsia. Fixez les poignées à la bande turquoise et attachez la bande au sac. Cousez la boucle sur la bande bleue.
Materiaal: Scheepjes Mimosa bruin (773) 13-14-15 bollen, fuchsia (779) 5-6-6 bollen, 1 knoop Naalden: nr. 9 Stekenverhouding: 10 steken en 15 naalden in tricotsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden. Gebruikte steken: Tricotsteek: recht op de goede, averecht op de verkeerde kant. Gerstekorrelsteek: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht. Alle volgende naalden: recht boven averecht, averecht boven recht. Werkwijze: Rugpand: Zet 48-52-56 st. op met bruin en brei tricotsteek. Minder aan beide kanten 4x1 st. in afwisselen elke 2e en 4e nld. Meerder vanaf 10 cm hoogte 4x1 st. aan beide kanten van elke 6e nld. Kant bij 30 cm hoogte voor de armsgaten 1x2 en 1x1 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant bij 48-49-50 cm hoogte voor de hals de middelste 18 st. af en brei beide kanten apart verder tot 50-51-52 cm hoogte. Kant de st. voor de schouders af. RechterVoorpand:Zet 11-13-15 st. op met bruin en brei tricotst. Zet aan het einde van de 1e nld. (=verkeerde kant) 3 st. op de naald erbij voor de ronding. Zet nog 2x2 en 2x1 st. op de nld. erbij in elke 2e nld. en 3x1 st. in elke 4e nld. Minder en meerder ondertussen aan de zijnaad als bij het rugpand. Minder vanaf 26 cm hoogte voor de hals 8x1 st. in elke 4e nld. Maak hiervoor, na de kantsteek, een overhaling (=1 st. als bij recht breien afhalen, 1 st. breien en de afgehaalde steek overhalen). Kant de st. voor de schouder op dezelfde hoogte af als bij het rugpand.
Ceinture: Montez 7 mailles et tricotez 150 cm en côtes. LinkerVoorpand:brei het rechtervoorpand in spiegelbeeld. Brei voor de minderingen 2 st. samen voor de kantsteek.
Assemblage : Attachez les poches intérieures aux demis-
24 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 24
08-07-2010 19:30:13
Mouwen: Zet 24 st. op met fuchsia en brei 6 cm gerstekorrelsteek, meerder in de laatste nld. tot 26-26-28 st. Brei verder met bruin in tricotsteek. Meerder voor de mouwwijdte 3-44x1 st. aan beide kanten van elke 14e-12e-12e nld. Kant bij 46 cm hoogte voor de mouwkop 1x2, 5x1, 1x2 en 1x3 st. af aan beide kanten van elke 2e nld. Kant de overige st. af. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Zet de mouwen aan, het midden van de mouw komt tegen de schoudernaad. Sluit mouw- en zijnaden. Neem met fuchsia langs de voorpanden, hals en onderkant rugpand steken op (10 st. per 10 cm, op de rondingen onderaan de voorpanden ca. 11 st.) en brei gerstekorrelsteek. Brei de 1e nld. tot 5 st. voorbij het midden van de achterhals, keer, maak een omslag en brei 10 st., keer, maak een omslag en brei 15 st., brei de omslag van de vorige toer samen met de daarop volgende steek om gaatjes te voorkomen. Brei op deze wijze steeds 5 st. meer tot er over 70 st. wordt gebreid. Brei nu over alle steken op de naalden. Brei in het rechtervoorpand op 2,5 cm hoogte, in het midden van het rechte stuk middenvoor, een knoopsgat. Kant hiervoor 1 st. af en zet deze er in de volgende naald weer bij op. Kant op 6 cm bieshoogte (onderaan gemeten) alle steken losjes af. Naai de knoop aan. 4030 – Veste dame en MIMOSA Tailles: 36/38 – 40/42 – 44/46 Fil: Scheepjes Mimosa brun (773) 13-14-15 pelotes, fuchsia (779) 5-6-6 pelotes, 1 bouton
dim. pour l’encolure : 8x1 m. tous les 4 rangs. Pour ce faire, avant la m. lisière, faites 1 m. glissée à l’endroit, 1 m. tricotée et reprendre la m. glissée. Rabattez les mailles pour les épaules à la même hauteur que pour le dos. Demi-devant gauche:comme le demi-devant droit, mais en sens inverse. Pour les diminutions, tricotez 2 mailles ensemble avant la maille lisière.
Assemblage : Fermez les épaules. Attachez les manches, le milieu de la manche arrive à la couture de l’épaule. Fermez les coutures latérales et des manches. Avec un fil fuchsia, reprenez des mailles le long des demi-devants, du dos et de l’encolure (10 m par 10 cm, env. 11 m. sur les arrondis dans le bas des demis-devants) et tricotez en point de blé. Tricotez le 1er rang jusqu’à 5 m. avant le milieu de l’arrière de l’encolure, retournez le travail, faites un jeté et tricotez 10 m., retournez le travail, faites un jeté et tricotez 15 m., tricotez le jeté du tour précédent avec la m. suivante pour éviter d’avoir des trous. Continuez de la sorte, 5 m. de plus jusqu’à plus de 70 m. Tricotez maintenant sur toutes les mailles des aiguilles. Sur le demi-devant droit, tricotez à 2.5 cm de haut, au milieu, une boutonnière. Pour ce faire, rabattez 1 m. et reprenez-la sur l’aiguille suivante. A 6 cm de galon (en partant du bas), rabattez souplement toutes les mailles. Fixez le bouton. 4030 3 11-13-15
18
11-13-15 3
50-51-52 48-49-50
15-16-17
57
46 30 26
Points utilisés: Jersey : endroit sur l’endroit, envers sur l’envers. Point de blé : alterner 1 m. endroit et 1 m. envers. Tous les rangs suivants : endroit sur envers, envers sur endroit. Tricot: Dos: montez 48-52-56 m. de fil brun et tricotez en jersey. Tous les 2 et 4 rangs en alternance, faites 4x 1 dim. de chaque côté. A partir de 10 cm de hauteur, faites 4x 1 aug. de chaque côté, tous les 6 rangs. A 30 cm de hauteur, faites les emmanchures en rabattant 1x2 et 1x1 m. de chaque côté, tous les 2 rangs. A 48-49-50 cm de hauteur, faites l’encolure en rabattant les 18 m. centrales, et continuez chaque côté séparément jusqu’à 50-5152 cm de hauteur. Rabattez les mailles restantes.
Maten: 36/38 – 40/42 – 44/46 Materiaal: Scheepjes Mimosa lila (759) 19-20-22 bollen, 6 knopen Naalden: nr. 9
Manches: montez 24 mailles en fil fuchsia et tricotez en point de blé. Sur le dernier rang, répartissez des aug. pour arriver à 26-26-28 m. Continuez en jersey avec le fil brun. Faites 3-44x1 aug. de chaque côté tous les14-12-12 rangs. A 46 cm de hauteur, rabattez 1x2, 5x1, 1x2 et 1x3 m. de chaque côté tous les 2 rangs. Rabattez les mailles restantes.
Aiguilles: n°9 Echantillon: 10 mailles et 15 rangs en jersey, soit 10x10 cm. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire. Assurez-vous de ces dimensions et changez d’aiguilles si nécessaire.
4031 - DAMESVEST VAN MIMOSA
10
0
12-12-13
Demi-devant droit: montez 11-13-15 m. en fil brun et tricotez en jersey. A la fin du 1er rang (envers), ajoutez 3 m. sur l’aiguille pour l’arrondi. Ajoutez encore 2x2 et 2x1 m. sur l’aiguille tous les 2 rangs et 3x1 m. tous les 4 rangs. En même temps, faites les augmentations et les diminutions côté couture comme pour le dos. A partir de 26 cm de hauteur, faites les
Gebruikte steken: Patroonsteek: Voorpanden: 1e nld. (verk. kant): 2 r., *2 av., 4 r., 2 av., 2-3-4 r., herhaal vanaf *. Alle volgende nld. breien zoals de steken zich voordoen. Rugpand: 1e nld. (verk. kant): 3-4-5 r., *2 av., 4 r., 2 av., 3-4-5 st. r., herhaal vanaf *. Alle volgende naalden breien zoals de steken zich voordoen. Kabel over 8 st.: 1e nld. (g.k.): K3V (=2 st. op een hulpnld. voor het werk nemen, 1 av., brei de 2 st. van de hulpnld. r.), 2 av., K3A (=1 st. op een hulpnld. achter het werk nemen, brei de volgende 2 st. r., dan de steek van de hulpnld. av. 2e en alle even naalden: breien zoals de steken zich voordoen. 3e nld.: 1 av., K3V, K3A, 1 av. 5e nld.: 2 av. neem 2 st. op een hulpnld. voor het werk, brei de volgende 2 st. r., dan de 2 st. van de hulpnld. r. breien, 2 av. 7e nld.: 1 av., K3A, K3V, 1 av. 9e nld.: K3A, 2 av. K3V. 11e nld.: 2 r., 4 av., 2 r. 13e nld.: als 11e nld. Herhaal deze 14 naalden. Boordsteek: afwisselend 1 st. recht en 1 st. averecht. Werkwijze: Rugpand: Zet 69-76-83 st. op en brei patroonsteek voor rugpand tot 40 cm hoogte. Brei verder in de volgende indeling: 3-4-5 av., *8 st. kabel, 3-4-5 st. av., herh. vanaf *. Kant bij 68 cm hoogte voor de hals de middelste 33-32-33 st. af en brei beide delen apart verder tot 70 cm hoogte. Kant de steken voor de schouders af.
6
20-22-24 46-50-54
Stekenverhouding: 14 steken en 15 naalden in patroonsteek gebreid, zijn 10x10 cm. Controleer dit en gebruik indien nodig andere naalden.
0
RechterVoorpand:Zet 39-42-45 st. op en brei als volgt: 32-35-38 st. patroonsteek voor voorpanden en 7 st. boordsteek voor de sluitbies. Brei in de sluitbies op 6, 17, 28, 39, 50 en 61 cm hoogte een knoopsgat. Kant voor een knoopsgat de 4e steek af en zet deze er in de volgende nld. weer bij op. Bij 40 cm hoogte als volgt breien: 7 st. sluitbies, 2 av., *8 st. kabel, 2-3-4 st. av., herh. vanaf *. Zet bij 63 cm hoogte de 7 st. van de sluitbies op een stekenhouder en kant aan halskant 7 st. af. Kant nog 1x4, 1x2 en 1x1 st. af in elke 2e volgende nld. Kant bij 70 cm hoogte de st. voor de schouder af. LinkerVoorpand:Brei als het rechtervoorpand in spiegelbeeld, maar zonder knoopsgaten. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem langs de hals
25 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 25
08-07-2010 19:30:13
73 st. op, inkl. de 2x7 st. van de stekenhouder en brei 5 cm boordst. Kant in boordst. af. Neem langs de armsgaten 56-5860 st. op en brei boordsteek in verkorte toeren als volgt: brei 20 st., keer het werk, maak een omslag en brei 24 st., keer, een omslag en brei 28 st. De omslag van de vorige toer samenbreien met de daarop volgende steek (dit is om gaatjes te voorkomen). Brei op deze wijze steeds 4 steken meer tot de zijkanten zijn bereikt. Brei verder tot het midden 8 cm hoog is. Kant in boordst. af. Sluit de mouw- en zijnaden. Naai de knopen aan.
rang suivant. A 40 cm de hauteur : tricotez comme suit : 7 m. de galon, 2 env., *8 m. de torsade, 2-3-4 m. env., répétez depuis *. A 63 cm de hauteur, faites glissez les 7 m. de galon sur une aiguille, et laissez-les en attente. Côté encolure, rabattez 7 m. Rabattez encore van 1x4, 1x2 et 1x1 m. tous les 2 rangs. A 70 cm de hauteur, rabattez les m. restantes.
4031 - Veste dame en MIMOSA
Assemblage : Fermez les coutures des épaules. Le long de l’encolure, reprenez 73 m. avec les 2x7 m. de l’aiguille en attente et tricotez 5 cm de côtes. Rabattez en côtes. Le long des emmanchures, reprenez 56-58-60 m. et tricotez en côtes en réduisant les tours comme suit : tricotez 20 m., retournez le travail, faites un jeté et tricotez 24 m., retournez le travail, faites un jeté et tricotez 28 m. Reprenez le jeté du rang précédent avec la maille suivante (pour éviter les trous). Tricotez de la sorte toujours 4 m. jusqu’à atteindre les côtés. Tricotez jusqu’à ce que le milieu fasse 8 cm de haut. Rabattez en côtes. Fermez les coutures des manches et des épaules. Fixez les boutons.
Tailles: 36/38 – 40/42 – 44/46 Fil: Scheepjes Mimosa lilas (759) 19-20-22 pelotes, 6 boutons Aiguilles: n°9 Echantillon: 14 mailles et 15 rangs en point fantaisie, soit 10x10 cm.
Demi-devant gauche:comme le demi-devant droit, mais en sens inverse et sans boutonnières.
Werkwijze: Zet 20 steken op brei steeds 2 rechte steken tussen de bolletjes, ook de eerste en laatste steek breien. Kant bij 40 cm hoogte af. Lap dubbel vouwen en de zijkanten aan de buitenkant met naaigaren dichtnaaien. Band met ritsen op de TAS naaien, ca. 7 cm vanaf de zijnaad, het band door laten lopen voor de handvaten. De binnenkant van het band dat als handvat gebruikt wordt, beplakken met dubbelzijdig tape en losgeknipte bolletjes van het garen erop plakken. Eventueel voor de zekerheid de bolletjes met kleine steekjes vastzetten. 4032 – Sac en SOFT MAMMUT Dimensions: 37 cm de large, 20 cm de haut sans les poignées Matériel: Soft Mammut violet mêlée (10) 2 pelotes, env. 2 m de ruban violet avec fermetures éclair cousues. Aiguilles: n°3 ½
Points utilisés: Point fantaisie : Demi-devants : 1er rang (envers): 2 end., *2 env., 4 end., 2 env., 2-3-4 end., répétez depuis *. Pour les rangs suivants, tricotez les m. comme elles se présentent. Dos: 1er rang (envers): 3-4-5 end., *2 env., 4 end., 2 env., 3-4-5 end., répétez depuis *. Pour les rangs suivants, tricotez les m. comme elles se présentent. Torsade sur 8 mailles : 1er rang (envers) : K3V (=2 m. glissées sur une aiguille à torsades placée devant, 1 env., les 2 m. de l’aiguille à torsades à l’end.), 2 env., K3A (=1 glissée sur une aiguille à torsades placée derrière, 2 m. end., puis la maille de l’aiguille à torsades à l’env.) 2ème rang et tous les rangs pairs : tricotez les m. comme elles se présentent. 3ème rang : 1 env., K3V, K3A, 1 env. 5ème rang : 2 env., 2 m. glissées sur une aiguille à torsades placée devant, 2 . end., les 2 m. de l’aiguille à torsades à l’end, 2 env. 7ème rang : 1 env., K3A, K3V, 1 env. 9ème rang : K3A, 2 env. K3V. 11ème rang : 2 end., 4 env., 2 end. 13ème rang : comme le 11ème. Répétez ces 14 rangs. Côtes : alternez 1 m endroit, 1 m envers. Tricot: Dos: montez 69-76-83 m. et tricotez en point fantaisie pour le dos jusqu’à 40 cm de hauteur. Tricotez ensuite comme suit : 3-4-5 env., *8 m. de torsade, 3-4-5 env., répétez à partir de *. A 68 cm de hauteur, faites l’encolure en rabattant les 33-32-33 m. centrales et continuez les deux côtés séparément jusqu’à 70 cm de hauteur. Rabattez toutes les mailles. Demi-devant droit: montez 39-42-45 m. et tricotez comme suit : 32-35-38 m. en point fantaisie pour le demidevant et 7 m. en côtes pour le galon. Dans le galon, tricotez à 6, 17, 28, 39, 50 et 61 cm de hauteur une boutonnière. Pour faire la boutonnière, rabattez la 4ème m. et reprenez-la sur le
4031
10
13-15-17
70 68 63
50-49-48
40
Tricot: Montez 20 mailles et tricotez toujours 2 m. end entre les pelotes, et tricotez également la première et la dernière maille. Rabattez à 40 cm de hauteur. Repliez en deux et attachez les côtés à la partie extérieure avec du fil à coudre. Coudre les fermetures éclair, environ 7 cm à partir de la couture latérale, faire courir le ruban devant les poignées. La face intérieure du ruban servant de poignée sera encollée avec de l’adhésif double face, sur lequel vous collerez des pompons. Par sécurité, vous pouvez éventuellement coudre ces pompons.
0 3
23-25-27
2
4032 – TAS VAN SOFT MAMMUT Afmeting: 37 cm breed, 20 cm hoog zonder handvaten Materiaal: Soft Mammut paars melée (10) 2 bollen, ca. 2 m paars band met opgenaaide ritsen Naalden: nr. 3 ½
26 Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 26
08-07-2010 19:30:13
Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 27
08-07-2010 19:30:13
Scheepjeswol_DB_TEKST.indd 28
08-07-2010 19:30:13