Gids Cultuureducatie en amateurkunst

Page 1

LOKAAL EN PROVINCIAAL BELEID IN SCHOOL EN VRIJE TIJD

GIDS CULTUUREDUCATIE EN AMATEURKUNST

CLICKAB PDF

LE

VOLGENDE


 Voorwoord  Inleiding  A. Cultuureducatie en amateurkunst  B. Kunst- en cultuurbeleid  C. Het belang van cultuureducatie en amateurkunst  D. Taakverdeling tussen de overheden  E. Rijksgesubsidieerde instellingen voor cultuureducatie en amateurkunst  F. Landelijk programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit in het primair onderwijs’  G. De sectoren Cultuureducatie en Amateurkunst kort in beeld  H. Lokaal cultuureducatie- en amateurkunstbeleid

INHOUD

1. Handreikingen  1.a. Cultuureducatie  1.b. Amateurkunst  1.c. Algemeen

2. Basisinformatie  2.a. Sectorgegevens  2.b. Cultuur en school  2.c. Onderzoek  2.d. Subsidiëring en financiën

3. Achtergrondinformatie  3.a. Internationaal perspectief  3.b. Betekenis van kunst- en cultuureducatie  3.c. Scenario’s en plannen voor de toekomst  3.d. Algemene beleidsinstrumenten 4. Landelijke instellingen – netwerken – websites

VORIGE

VOLGENDE


Voor u ligt de ‘Gids cultuureducatie en amateurkunst: Lokaal en provinciaal beleid in school en vrije tijd’. De Gids is samengesteld voor ambtenaren op het gebied van kunst, cultuur en onderwijs, maar ook voor professionals en beleidsmakers die werkzaam zijn in de cultuureducatie en amateurkunst en bestuurders en politici die zich met deze onderwerpen bezig houden. Deze Gids schetst in de Inleiding globaal de ontwikkelingen rond cultuureducatie en amateurkunst in algemene zin, en bij de diverse overheden in het bijzonder. Op de Inleiding volgt een deel met de titels en beschrijvingen van bestaande handreikingen, modellen, verordeningen, onderzoeken en relevante publicaties. Achtereenvolgens is opgenomen: 1. Handreikingen, 2. Direct bruikbare basisinformatie, 3. Achtergrondinformatie voor wie meer wil weten. Deze Gids is samengesteld uit het op moment van verschijnen beschikbare materiaal. Handig om in sneltreinvaart een idee te krijgen van relevante begrippen, de stand van zaken in de politieke discussie, de belangrijkste spelers en vigerende regelingen en beleid. Om de Gids actueel te houden zal deze in 2013 uitgebouwd worden tot een webversie, waaraan steeds nieuwe inzichten en producten worden gekoppeld.

VOORWOORD

Deze Gids wordt u aangeboden door vier landelijke organisaties: Cultuurnetwerk Nederland, Kunstconnectie, Kunstfactor en de VNG. Zij hebben de handen ineen geslagen, omdat zij een publicatie als deze raadzaam achten in deze tijd van snelle ontwikkelingen in de kunst- en cultuursector en daardoor in het beleid op dit terrein. Dit geldt niet alleen op landelijk niveau, waar geldstromen en instellingen sterk veranderen, maar ook op provinciaal en lokaal niveau. Laat deze Gids u op weg helpen naar een goed onderbouwd, actueel en bruisend kunst- en cultuurbeleid.

Cultuurnetwerk Nederland Kunstconnectie Kunstfactor VNG

VORIGE

INDEX

Expertisecentrum voor Cultuureducatie Branchevereniging Kunsteducatie-instellingen Sectorinstituut Amateurkunst Vereniging van Nederlandse Gemeenten

VOLGENDE


A. CULTUUREDUCATIE EN AMATEURKUNST A.1. // Wat is cultuureducatie? Cultuureducatie bestaat uit kunst-, erfgoed- en media-educatie. Literatuureducatie hoort bij kunsteducatie, maar in sommige publicaties wordt het apart benoemd. Kunsteducatie omvat de disciplines audiovisuele kunst, beeldende kunst, dans, literatuur, muziek en theater. Het gaat om alle vormen van educatie, zowel vorming, onderwijs als opvoeding, waarbij kunst in alle verschijningsvormen als doel of als middel wordt ingezet. Met educatie worden alle methoden van onderwijzen en leren binnen ĂŠn buiten schoolse omgevingen bedoeld. Erfgoededucatie omvat een breed spectrum aan activiteiten voor allerlei publieksgroepen, die kennis, begrip en beleving van erfgoed ten doel hebben. Bij erfgoed gaat het om musea, monumenten, de gebouwde omgeving, archieven, archeologie, industrieel en mobiel erfgoed, landschap en immaterieel erfgoed. Erfgoededucatie is leren over, door en met erfgoed. Media-educatie betreft het leren interpreteren van de inhoud van media, het bepalen door welke belangen of waardesystemen deze worden gestuurd en het bewust worden van de plaats en de rol van de media in het persoonlijke en maatschappelijke leven. Maar ook het zelf gebruiken van deze media en het zelf vervaardigen van (digitale) audiovisuele producties is onderdeel van media-educatie.

INLEIDING

A.2. // Wat is amateurkunst? Amateurkunst is het actief beoefenen van kunst, uit passie, liefhebberij of engagement, zonder daarmee primair in het levensonderhoud te willen voorzien. De mensen die een vorm van amateurkunst beoefenen doen dat in de eerste plaats omdat die ervaring en het eventuele resultaat daarvan waardevol zijn voor henzelf in persoonlijke en sociale zin. In de praktijk hebben hun activiteiten echter vaak een bredere werking, omdat zij hun producten in veel gevallen presenteren aan anderen in de lokale samenleving. Binnen de amateurkunst zijn zes disciplines te onderscheiden: audiovisueel/multimedia, beeldende kunst, dans, muziek, schrijven en theater. Dit alles vindt plaats binnen verenigingen, bij culturele en maatschappelijke instellingen, op school (inclusief de brede school), in informeel verband en op de particuliere markt. Een andere benaming die steeds vaker voor amateurkunst wordt gebruikt is actieve kunstbeoefening.

VO R I G E

INDEX

VOLGENDE


B. KUNST- EN CULTUURBELEID

C. HET BELANG VAN CULTUUREDUCATIE EN AMATEURKUNST

B. 1. // Snelle ontwikkelingen leiden tot beleidsactualisering Maatschappelijke en politieke ontwikkelingen gaan snel. Wat vandaag nog staand beleid is kan morgen verouderd of achterhaald zijn. Nieuwe inzichten komen in hoog tempo op ons af en vragen om actualisering van beleid en regelgeving. De waarde van kunst en cultuur is onomstreden, maar de wijze waarop de overheden deze ondersteunen staat wel ter discussie.

C.1. // De relevantie van kunst en cultuur Kunst en cultuur zijn in staat om positieve effecten te genereren voor zowel afzonderlijke individuen, groepen mensen, als de samenleving als geheel. Kunst en cultuur scheppen voorwaarden voor economische welvaart: ze zijn gunstig voor het vestigingsklimaat van bedrijven en professionals/ creatieven, zorgen voor banengroei en werkgelegenheid, vergroten innovatiekracht, versterken de concurrentiepositie en laten directe bestedingen en spin-offinkomsten groeien. Kunst en cultuur leveren een bijdrage aan de leefbaarheid en aantrekkingskracht van gemeenten. Ze genereren een gevoel van trots op de eigen woonomgeving, zorgen voor een prettig leefklimaat en levendige steden en dorpen. Daarnaast kunnen ze bijdragen aan de groei van het toerisme.

B. 2. // Principiële discussie over rijkssubsidie kunst en cultuur Hoewel de betekenis van kunst en cultuur wordt onderkend is er qua beleid in de afgelopen jaren veel veranderd. Met de komst van het kabinet Rutte in 2010 zijn er nieuwe elementen ingevoerd in het beleidsdebat daarover. Dat heeft op landelijk niveau geleid tot een nieuwe blik op kunst en cultuur en een verlaging van het cultuurbudget. Kunst en cultuur moeten rekenen op een kritischer benadering en de zorg voor de organisaties en de financiering ervan wordt in toenemende mate bij de initiatiefnemers zelf gelegd. Deze zienswijze wordt gaandeweg overgenomen door de andere overheden. Politiek en ambtenaren op lokaal niveau gaan de bakens verzetten of worden daartoe aangezet. Amateurkunst en cultuureducatie krijgen daardoor niet alleen landelijk maar ook regelmatig binnen gemeenten te maken met deze nieuwe visie.

C.2. // De betekenis van cultuureducatie Het Fonds voor Cultuurparticipatie, Cultuurnetwerk Nederland, Kunstconnectie, Kunstfactor en enkele andere landelijke organisaties hebben in hun pamflet ‘Kunst is horen, zien, voelen en doen’ (mei 2012) het volgende opgenomen over de betekenis van cultuureducatie: ‘Dat deelname aan kunst en cultuur van belang is voor mensen is evident. Cultuureducatie en cultuurparticipatie vergroten de kunstzinnige en creatieve vermogens van mensen en verschaffen kennis en inzicht in kunstvormen. Kennis van kunst en cultuur versterkt onze binding met heden en verleden. Kunst is een onmisbaar middel tot expressie, tot persoonlijke ontplooiing, tot maatschappelijke betrokkenheid en een rijker leerklimaat. Cultuureducatie geeft mensen de middelen om een gemotiveerde keuze te maken uit het kunstaanbod en actief deel te nemen aan het culturele leven. De grote intrinsieke en sociale waarde van kunst zijn niet meer elkaar in tegenspraak, ze liggen in elkaars verlengde.’

B. 3. // Aanscherping lokaal beleid vergt kennis en inzicht Voor het ontwikkelen van nieuw beleid, het aanscherpen van bestaande regels en voorzieningen zijn kennis en inzicht nodig. Zowel bij de VNG als bij de landelijke organisaties voor cultuureducatie en amateurkunst is merkbaar dat gemeenten behoefte hebben aan goede voorbeelden, modellen en berekeningen voor hun nieuwe beleid. Deze Gids beoogt de ambtenaar op weg te helpen. B. 4. // Verleden mag niet uitgewist worden De ontwikkelingen gaan zo snel dat sommige informatie al verouderd is op de dag van publicatie. Mede door de bezuinigingen sinds 2011 zijn structuren, voorzieningen en politieke standpunten aan snelle veranderingen onderhevig. Dat maakt dat oudere publicaties niet altijd zonder meer en zeker niet integraal toepasbaar zijn. Dat neemt niet weg dat kennis van de historie in veel gevallen van nut kan zijn, zelfs als het heden en de toekomst wezenlijk anders zullen worden ingevuld. VORIGE

C.3. // De waarde van amateurkunst Over de waarde van amateurkunst wordt in het onder punt 2 genoemde pamflet het volgende gemeld: ‘In Nederland doet de helft van de bevolking aan amateurkunst; één derde van de bevolking is wekelijks actief, soms alleen door te schilderen of te schrijven, maar ook heel vaak in groepsverband in dansgezelschappen,

INDEX

VOLGENDE


D. TAAKVERDELING TUSSEN DE OVERHEDEN

theatergroepen, orkesten en koren. In de categorie jongeren worden verschillende kunstvormen gecombineerd, in ad hoc groepen, solostukken, in buurthuizen, bij centra voor de kunsten of juist op straat. Met kunst en cultuur hebben bestuurders een krachtig middel in handen om de maatschappelijke deelname en gemeenschapsvorming te bevorderen. Want in toneelclubs, koren, bandjes, blaasorkesten en leesclubs ontmoeten mensen elkaar. Ze leven hun passie uit en maken daar anderen blij mee. Dat kweekt saamhorigheid en wederzijdse waardering, van jong tot oud, wat ook blijkt uit het feit dat in deze sector één miljoen vrijwilligers wekelijks werkzaam zijn. Kunstbeoefening staat midden in de samenleving: het is voor jong en oud, in stad en regio. Amateurkunst brengt miljoenen Nederlanders ontspanning en plezier, maar het is ook talentontwikkeling, zien, gezien worden en elkaar ontmoeten.’

VORIGE

De taakverdeling tussen de overheden is niet wettelijk vastgelegd. Toch houden de drie overheden zich al decennia lang aan de ongeschreven wetten op het terrein van cultuureducatie en amateurkunst. Hieronder worden enkele actuele ontwikkelingen weergegeven. D.1. // Cultuureducatie In mei 2012 stelden de staatssecretaris van OCW, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de VNG het ‘Algemeen kader interbestuurlijke verhoudingen cultuur’ op. Hierin staat een passage over de taakverdeling rond cultuureducatie, met name daar waar het gaat om het onderwijs. Hieronder wordt dit aangevuld met een tekst over de buitenschoolse cultuureducatie. - Het Rijk zorgt voor: a) de bekostiging en het wettelijk kader van het onderwijs, b) de opdracht aan culturele instellingen met rijksfinanciering, c) de landelijke ondersteuning (innovatie, kennis en netwerken). Het Rijk bekostigt ten aanzien van het buitenschoolse deel algemene (kennis)ondersteuning (derdelijns werk), landelijke experimenten en stimuleringsprogramma’s. - Provincies spelen een rol in de tweedelijns ondersteuning, in het bevorderen van de kwaliteit door deskundigheidsbevordering en in de regionale spreiding. - De gemeenten zijn de plaats waar de feitelijke kennismaking met cultuur doorgaans plaatsvindt, in een nauw samenspel van scholen en cultuuraanbieders (met en zonder subsidie). De gemeente heeft daarbij de regie en faciliteert: a) een breed en samenhangend cultureel aanbod voor scholen, b) bemiddeling van het aanbod, c) aansluiting binnenschools en buitenschools, d) afspraken met scholen (bijvoorbeeld in het kader van de ‘Lokale Educatieve Agenda’). Daarnaast kunnen gemeenten activiteiten op het gebied van cultuureducatie in de vrije tijd bekostigen.

INDEX

VOLGENDE


E. RIJKSGESUBSIDIEERDE INSTELLINGEN VOOR CULTUUREDUCATIE EN AMATEURKUNST

D.2. // Amateurkunst Binnen de amateurkunst geldt de volgende taakverdeling tussen overheden: - Het Rijk bekostigt algemene ondersteuning (derdelijns werk), excellente instellingen, landelijke experimenten en stimuleringsprogramma’s. - Voor de provincies wordt de amateurkunst tot de zelf in te vullen ‘plus’-taken gerekend. Dit is zo ontstaan na de recente forse kortingen op het provinciefonds en het daardoor moeten focussen op de kerntaken. Tot deze kortingen bekostigden de provincies in principe de steunfunctie (tweedelijns werk), distributie, bemiddeling en innovatieve projecten. - De gemeenten zijn de financiers van de zogeheten uitvoerende activiteiten (eerstelijns werk).

E.1. // Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunst Per 2013 wordt het landelijke Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunst gevormd uit Cultuurnetwerk en Kunstfactor. De educatietaken van het vroegere Erfgoed Nederland zijn in 2012 naar Cultuurnetwerk gegaan en komen daarmee eveneens per 2013 in het nieuwe instituut. Ook de cultuurondersteuning in het kader van de Brede impuls combinatiefuncties wordt door dit nieuwe instituut overgenomen van de organisatie Cultuurformatie. Het nieuwe Kennisinstituut richt zich op het versterken van de kwaliteit van de culturele levensloop. De ambitie is om kinderen, jongeren en volwassenen te laten leren met en over kunst en cultuur en daarnaast zoveel mogelijk mensen te stimuleren een leven lang deel te nemen aan kunst en cultuur. De inzet is om samen met professionals de kwaliteit van voorzieningen en activiteiten voor de culturele levensloop voor iedereen te vergroten. Het instituut kent vier prioriteiten: 1. ontwikkelen van een infrastructuur, 2. zorgen voor kwaliteit en samenhang in de amateurkunst, 3. cultuureducatie brengen naar het hart van het onderwijs, 4. verbinden van educatie en amateurkunst voor een optimale culturele levensloop. E.2. // Fonds voor Cultuurparticipatie Het Fonds voor Cultuurparticipatie wil op basis van zijn beleidsplan 20132016 zoveel mogelijk mensen de kans geven hun creativiteit tot ontwikkeling te brengen en te benutten. Daartoe voert het drie programma’s uit, die zich op de volgende aspecten richten: cultuur aan de basis in het onderwijs (leren & leren doen), cultuur in de vrije tijd (participeren & ontwikkelen), cultuur naar de top (ontwikkelen & presteren). De programma’s worden uitgewerkt in subsidieregelingen onder de noemers cultuureducatie met kwaliteit; innovatie amateurkunst; talentontwikkeling en manifestaties. In totaal is ruim 22 miljoen per jaar beschikbaar.

VORIGE

INDEX

VOLGENDE


F. LANDELIJK PROGRAMMA ‘CULTUUREDUCATIE MET KWALITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS’

- ontwikkel een referentiekader cultuureducatie, - bevorder de deskundigheid op school, - stel de culturele infrastructuur meer in dienst van de scholen. Volgens de raden zijn dit noodzakelijke maatregelen die ervoor moeten zorgen dat cultuureducatie in het hart van het onderwijs terechtkomt. Zo krijgen de scholen de touwtjes in handen bij het onderwijzen van kunst en cultuur. De minister en de staatssecretaris van OCW hebben eind oktober 2012 het advies van de raden overgenomen.

F.1. // Rijksoverheid kiest voor primair onderwijs Binnen het landelijke beleid kiest het Rijk voor de doelgroep kinderen en jongeren; dit leidt tot de inzet van cultuureducatie binnen het onderwijs. De focus ligt daarbij op het primair onderwijs. Het beeld van cultuureducatie in het onderwijs, van kunstzinnige oriëntatie, erfgoedonderwijs en mediaeducatie, is gemengd. De randvoorwaarden en mogelijkheden voor cultuureducatie in het basis- en voortgezet onderwijs zijn de afgelopen jaren over het algemeen verbeterd. Maar de kwaliteit van de instructie (het leren en beoordelen), én die van de vakinhoud, de vakdidactiek of methodiek en de leeropbrengsten hebben daarmee geen gelijke tred gehouden. De komende jaren wordt vanuit landelijk beleid door het programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit in het primair onderwijs’ ingezet op verbetering van de cultuureducatie in primair onderwijs.

F. 4. // Verschillende programmalijnen Het Rijk wil de doelen van het programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit’ via verschillende lijnen realiseren. F. 4.1. // Regeling voor scholen Via de Regeling Prestatiebox Primair Onderwijs 2012-2015 is er € 10,90 per leerling per jaar beschikbaar voor het versterken van de samenhang binnen en de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs. Daarnaast is er een reguliere bekostiging in lumpsum.

F.2. // Doelen programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit’ Doelen van het programma zijn: Het ontwikkelen en toepassen van een instrumentarium voor het beoordelen van de culturele ontwikkeling van leerlingen, Het stimuleren van de ontwikkeling, de verdieping en de vernieuwing van het curriculum met het doel een doorgaande leerlijn te realiseren, Het bevorderen van de deskundigheid van leraren en van educatief medewerkers van culturele instellingen op het gebied van cultuureducatie in het primair onderwijs, Het versterken van de relatie tussen scholen met hun culturele omgeving om de inhoudelijke bijdrage van culturele instellingen aan het behalen van de kerndoelen van het leergebied kunstzinnige oriëntatie te vergroten.

F. 4.2. // Regeling voor culturele instellingen bij provincies en gemeenten Het Rijk, 35 grote gemeenten en de provincies hebben in het kader van de matchingsregeling ‘Cultuureducatie met kwaliteit 2013-2016’ bestuurlijke afspraken gemaakt voor een bedrag van twintig miljoen euro per jaar. Culturele instellingen worden op voordracht van gemeenten en provincies uitgenodigd programma’s op te stellen die op lokaal niveau scholen en instellingen ondersteunen bij de versterking van de kwaliteit van cultuureducatie. Deze regeling is ondergebracht bij het Fonds voor Cultuurparticipatie en is op 1 augustus 2012 gepubliceerd. F. 4.3. // Landelijk flankerend beleid Het Fonds voor Cultuurparticipatie heeft voor landelijk flankerend beleid een budget van 3,8 miljoen euro per jaar beschikbaar. De regeling ondersteunt financieel de landelijke ontwikkeling van concrete inhoudelijke handvatten en programma’s voor deskundigheidsbevordering van scholen, leerkrachten, educatief medewerkers en instellingen. Deze regeling wordt samen met het nieuwe Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateur-

F.3. // Advies Onderwijsraad en Raad voor Cultuur De staatssecretaris van OCW heeft de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur om een gezamenlijk advies gevraagd over ‘hoe scholen ondersteund kunnen worden bij het verzorgen van kwalitatief goede cultuureducatie’. De essentie van hun gezamenlijke advies ‘Cultuureducatie: leren, creëren en inspireren’ (juni 2012) luidt:

VORIGE

INDEX

VOLGENDE


kunst vormgegeven. Onder meer worden pilots en cultuurwerkplaatsen ondersteund bij lerarenopleidingen voor primair en voortgezet onderwijs, bijvoorbeeld voor het kunstvakonderwijs, kunstzinnige oriëntatie, didactiek en beroep. Het Fonds begeleidt verder netwerken van betrokken overheden en instellingen.

G. DE SECTOREN CULTUUREDUCATIE EN AMATEURKUNST KORT IN BEELD

F.5. // Komende vier jaar cruciaal voor de scholen De komende vier jaar zal moeten blijken of het landelijke programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit’ daadwerkelijk de gewenste, en vooral blijvende, uitwerking zal hebben. Het onderwijs staat voor meerdere uitdagingen. Leeropbrengsten van taal en rekenen moeten worden verhoogd, en tegelijk moet er voldoende aandacht besteed worden aan andere, meer op de maatschappij gerichte vakken zoals kunstzinnige oriëntatie en erfgoedonderwijs. Om dit te organiseren zouden op elke school (één of meer) leerkrachten geschoold moeten worden tot expert in deze maatschappelijke vakken.

G.1.1. // Basisonderwijs Het basisonderwijs hanteert kerndoelen waarin globaal is opgenomen wat een leerling aan het einde van de schoolperiode moet kennen en kunnen. Voor cultuureducatie gelden de drie kerndoelen van het vakgebied ‘Kunstzinnige oriëntatie’ die zeer globaal van aard zijn: - Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. - Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. - Kerndoel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. Ook zijn enkele kerndoelen uit het vakgebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’ relevant voor cultuureducatie. Binnen het speciaal onderwijs gelden aangepaste kerndoelen. Uit de meest recente Monitor Cultuureducatie 2008 – 2009 (Sardes/Oberon, 2010) blijkt dat ruim driekwart van de basisscholen in een beleidsplan een visie op cultuureducatie heeft vastgelegd. Ook heeft ruim de helft van de basisscholen een interne cultuurcoördinator aangesteld, van wie de meesten de landelijke gecertificeerde cursus hebben gevolgd. Een groep 2 besteedt 10,2 uur per week aan cultuureducatie, bij de groepen 4 en 7 is dat gemiddeld 5,5 uur. In alle groepen wordt nog eens ongeveer 24 uur per jaar gewijd aan projecten en bijzondere activiteiten. Voor de invulling van het programma is het afnemen van een kant-en-klaar kunstmenu het meest populair (26%). Het aantal scholen dat een eigen programma ontwikkelt groeit en is inmiddels 24%. Vakleerkrachten voor kunstvakken komen steeds minder voor in het basisonderwijs: nog op 20% van de scholen. Daarentegen is de laatste jaren een aantal scholen gaan werken met cultuurcoaches (combinatiefunctionarissen cultuur) voor de verbinding tussen binnenschoolse en buitenschoolse cultuureducatie.

G.1. // Cultuureducatie onder schooltijd

F.6. // Gemeenten en provincies relevant voor het onderwijs Gemeenten en provincies houden (zie D.1.) een rol als het gaat om de bevordering van de onderwijskwaliteit van kunstzinnige oriëntatie, erfgoedonderwijs en media-educatie. Met de matchingsregeling ‘Cultuureducatie met kwaliteit’ van het Fonds voor Cultuurparticipatie kunnen de grotere gemeenten rechtstreeks, en de kleinere gemeenten samen met de provincies, scholen stimuleren werk te maken van cultuureducatie. Maar de gemeentelijke inbreng kan ook vorm krijgen via andere wegen zoals een autonoom ondersteunend beleid, de inzet van de Brede impuls combinatiefuncties c.q. de cultuurcoaches, de Lokale Educatieve Agenda en de Brede School. Aandachtspunt is wel dat de uitwerking van de (vaak noodzakelijke) bezuinigingen op lokaal en provinciaal niveau nadelig kan zijn voor de kwaliteit van cultuureducatie en de verschillende wegen waarop deze wordt nagestreefd.

VORIGE

INDEX

VOLGENDE


G.1.2. // Voortgezet onderwijs De onderbouw van het voortgezet onderwijs werkt net als het basisonderwijs met globale kerndoelen. In de onderbouw volgen leerlingen tenminste twee kunstvakken. In het VMBO gaat het om gemiddeld 3,6 uur per week en in HAVO/VWO om 3,2 uur. In de bovenbouw is de vakinhoud duidelijker vastgelegd in de eindtermen van alle vakken, waaronder de kunstvakken. Vakdocenten verzorgen de lessen van de kunst- en cultuurvakken. In de bovenbouw van het VMBO-T is kunst een keuzevak. Op HAVO/VWO is het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) een verplicht onderdeel van de tweede fase (bovenbouw). Dit vak heeft tot doel de cultuurdeelname van leerlingen te bevorderen. De leerlingen gaan op bezoek bij culturele instellingen en nemen deel aan culturele activiteiten. Op het moment van schrijven van deze Gids ligt er een wetsvoorstel om CKV als verplicht vak in de bovenbouw af te schaffen, wat daarmee gaat gebeuren is echter nog niet bekend. Op het VWO kunnen leerlingen in plaats daarvan kiezen voor het vak Klassieke Culturele Vorming (KCV). Dit vak wordt in de toekomst samengevoegd met Latijn en Grieks. Leerlingen kiezen in de tweede fase een profiel. Bij het HAVO/VWO profiel Cultuur & Maatschappij kunnen leerlingen het vak Kunst kiezen; dit vak kent een praktische en een theoretische component. Erfgoed- en mediaeducatie worden veelal geïntegreerd in andere vakken: gemiddeld 85% van de scholen besteedt aandacht hieraan. Literatuureducatie komt bij 82% van de scholen voor. Er zijn in Nederland ruim 30 scholen voor voortgezet onderwijs die cultuurprofielschool zijn. Op cultuurprofielscholen zijn de kunst- en cultuurvakken geïntegreerd in andere vakken en sommige van deze scholen bieden vooropleidingen naar kunstvakopleidingen aan.

gingsleven en gesubsidieerde instellingen om. Recent onderzoek wijst uit dat er circa 1 miljoen vrijwilligers actief zijn in de amateurkunst. Het aantal verenigingen is naar schatting 30.000 en het aantal bezoeken aan amateurkunstvoorstellingen (podiumkunsten) is ruim 20 miljoen per jaar. De omzet in de sector bedraagt € 2,7 miljard. G.2.2. // Buitenschoolse kunsteducatie Het aantal organisaties in de buitenschoolse kunsteducatie is niet exact te bepalen. Veel gemeenten maken gebruik van een (gesubsidieerd) centrum voor de kunsten (kunsteducatie-instelling, muziekschool e.d.). Daarnaast is er een grote markt van private personen en instellingen. Kunstconnectie, de brancheorganisatie van (gesubsidieerde) centra voor de kunsten, heeft 181 leden (2011), verspreid over heel Nederland. Het aantal particuliere aanbieders is niet precies bekend, maar bedraagt een veelvoud daarvan. Bij de kunstbeoefening in lesverband heeft het particuliere circuit met 40% veruit het grootste marktaandeel van de bevolking van 16 jaar en ouder. Dit aandeel is tweemaal zo groot als dat van de centra voor de kunsten (kunsteducatie-instellingen en muziekscholen). In de laatste jaarmeting over 2007 hadden deze instellingen 476.000 cursisten van wie 362.000 kinderen en jongeren tot 18 jaar. Daarnaast bedienden zij 53% van de leerlingen op de basisschool en respectievelijk 32% en 22% van de leerlingen in de onder- en bovenbouw van het voorgezet onderwijs. Het aandeel van de particuliere aanbieders is driemaal zo groot als dat van verenigingen, die 13% van de lessen geven. Daarbij moet bedacht worden dat veel verenigingen om principiële redenen zelf geen lesaanbod (meer) verzorgen en (soms) tegen gereduceerde tarieven gebruik maken van de centra voor de kunsten om hun leden les te geven.

G.2. // Amateurkunst en kunsteducatie in de vrije tijd G.2.1. // Amateurkunst De deelname aan amateurkunst is het laatste decennium min of meer stabiel. Ongeveer de helft van de Nederlanders (7,3 miljoen) beoefent in de vrije tijd een kunstdiscipline, waarvan 4,5 miljoen minstens een maal per week. De sector telt ruim negentig koepelorganisaties, die over het algemeen op vrijwilligers draaien. Het overgrote deel van de amateurkunst vindt plaats buiten gesubsidieerde instellingen. Een groeiend aantal (jongere) kunstbeoefenaars kiest nieuwe organisatievormen buiten het traditionele vereni-

VORIGE

INDEX

VOLGENDE


kunst en zet zich mede op die manier in om de amateurkunst een stevige plek te geven binnen de gemeenschap. Amateurkunstorganisaties spelen daar op in door extra activiteiten te ontplooien en zich meer te profileren.

H. LOKAAL CULTUUREDUCATIE- EN AMATEURKUNSTBELEID H. 1. // Algemeen In juni 2012 verscheen de jaarlijkse statistiek ‘Uitgaven overheid cultuur, sport en recreatie’ van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze meting gaat over het jaar 2010. Ten opzichte van de jaren daarvoor, stegen de gemeentelijke netto-uitgaven voor cultuur met ruim 100 miljoen tot meer dan € 1,8 miljard. De netto-uitgaven voor de zogenoemde ‘muzische en culturele vorming’ zijn omhoog gegaan en bedroegen € 250 miljoen. Ook aan de amateurkunst werd meer besteed en wel € 46 miljoen netto.

H. 4. // Ongewisse tijden voor lokale kunsteducatie-instellingen De ongeveer 180 gesubsidieerde instellingen voor kunsteducatie, die nagenoeg landsdekkend werken, maken het mogelijk dat mensen van alle leeftijden actief en passief kennismaken met, en toegang krijgen tot, kunst en cultuur. En dat zij hun artistieke vermogens op een passende en blijvende manier kunnen verkennen en ontplooien. Veel gemeenten hebben deze waarde (opnieuw) erkend. Wel zijn het door de gemeentelijke bezuinigingen voor diverse kunsteducatie-instellingen ongewisse tijden. Toch blijven instellingen zich inzetten om via kwaliteitszorg, certificering en deskundigheidsbevordering van docenten de kwaliteit te bieden die van een professionele bedrijfstak verwacht mag worden. Dat maakt dat onder schooltijd oriëntatie op het gebied van cultuureducatie en in de vrije tijd verdieping, verbreding en talentontwikkeling in kunst en cultuur geboden worden.

Een probleem met de CBS-statistieken is dat de gemeentelijke uitgaven voor cultuureducatie binnen het onderwijs niet exact te traceren zijn. Ditzelfde geldt voor de gemeentelijke bijdragen aan cultuureducatieve activiteiten van algemene culturele organisaties zoals musea en schouwburgen. H. 2. // Gemeenten moeten vaak kiezen tussen doelgroepen Bezuinigingen op kunst en cultuur zijn in deze economisch mindere tijden aan de orde van de dag. Daardoor is de infrastructuur van kunst- en cultuureducatie op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau onderhevig aan forse veranderingen. Overheden maken bij de financiële ondersteuning van cultuureducatie steeds meer de keuze voor kinderen en jongeren. Daardoor moeten burgers die op latere leeftijd nog les willen op het gebied van kunst, media of erfgoed, de kosten daarvoor zelf dragen. Wel zijn er voor minima speciale kortings- of tegemoetkomingsregelingen.

H. 5. // Klantgericht en flexibiliteit noodzakelijk Het is van belang dat culturele organisaties zoals de instellingen voor kunsteducatie meer gaan sturen op ondernemerschap en steeds gerichter inspelen op een veranderende vraag. Zij moeten kunnen meebewegen met de consument die veelsoortige en steeds nieuwe eisen heeft. In de kunsteducatie liggen anno 2012 de thema’s ondernemerschap, professionalisering, marktgerichtheid en samenwerking ten grondslag aan de vernieuwingstrajecten die al in gang zijn gezet. Zonder flexibilisering wordt het efficiënt en effectief inspelen op de steeds veranderende behoefte van burgers lastig. Op het personele vlak wordt de flexibiliteit echter bemoeilijkt. Kunsteducatie-instellingen zijn gebonden aan de gemeentelijke rechtsregeling, de CAR-UWO, of - het overgrote merendeel - aan de CAO Kunsteducatie. Deze arbeidsvoorwaarden-regelingen kennen vanuit de ambtelijke geschiedenis kostbare saneringsbepalingen. Wanneer gemeentelijke bezuinigingen leiden tot gedwongen ontslagen binnen een kunsteducatie-instelling dan zal de gemeente de frictiekosten hiervan in ogenschouw moeten nemen.

H. 3. // Veel en veelsoortige lokale amateurkunstorganisaties Tot in de kleinste hoeken van ons land doen mensen actief aan kunstbeoefening. Er zijn ongeveer 30.000 verenigingen voor amateurkunst. Elk dorp, hoe klein ook, kent enkele van deze groepen. Naast de formeel georganiseerde verbanden, ontstaan er meer losse initiatieven in de vorm van projecten, evenementen en activiteiten met steeds wisselende deelnemers. De gemeente biedt faciliteiten en/of ondersteuning aan amateurkunstorganisaties, bijvoorbeeld in de vorm van een cultuurmakelaar of steun aan een overlegplatform. Dit is soms ter compensatie van teruglopende subsidies, maar komt ook voor als aanvulling daarop. Een groeiend aantal gemeenten neemt deel aan de Week van de Amateur-

VORIGE

INDEX

VOLGENDE


H. 6. // Afstemming onderwijs- en cultuureducatiebeleid verbeteren Het reguliere onderwijs is in toenemende mate een klant of een samenwerkingspartner van culturele organisaties. Deze organisaties ontwikkelen zelfstandig of met anderen en met de scholen doorlopende leerlijnen. Bij de afstemming hiervan ligt een kans om het gemeentelijke onderwijsbeleid te betrekken. Gemeenten en provincies formuleren beleid op het gebied van cultuureducatie, echter vaak afzonderlijk van hun ambities op het gebied van onderwijs. Het is van belang de samenhang te bewaken tussen de rol van de gemeente als opdrachtgever voor kunsteducatie-instellingen enerzijds, en de afspraken die de gemeente maakt met (brede) scholen over binnen- en buitenschoolse kunstonderwijs anderzijds. Hierdoor kunnen vraag en aanbod op het gebied van cultuureducatie beter op elkaar aangesloten worden.

VORIGE

INDEX

VOLGENDE


1.A CULTUUREDUCATIE Cultuureducatie: de kracht van lokaal en provinciaal beleid M. van der Putten; F. Willems, Kunstconnectie/VKV/Erfgoed Actueel/VNG, 2006

Deze beleidshandreiking bestaat uit drie delen: inleidend katern over cultuureducatie en twee handreikingen (erfgoed- en kunsteducatie) over beleidsontwikkeling op gemeentelijk en provinciaal niveau. De handreiking erfgoededucatie legt uit wat dit inhoudt en wat je er als gemeente mee kunt. De handreiking kunsteducatiebeleid geeft informatie over de waarde en de praktijk van kunsteducatie en biedt een concreet stappenplan om visie en beleid verder te ontwikkelen. www.vng.nl > Beleidsvelden > Cultuur en sport > Cultuureducatie en amateurkunst > Publicaties >Handreikingen/ Publicaties > VNG-ledenbrief Handreiking cultuureducatie – bijlage 1; inleiding cultuureducatie 2006 www.vng.nl > Beleidsvelden > Cultuur en sport > Cultuureducatie en amateurkunst > Publicaties > Handreikingen/Publicaties > VNG-ledenbrief Handreiking cultuureducatie – bijlage 2; erfgoededucatie 2006 www.vng.nl > Beleidsvelden > Cultuur en sport > Cultuureducatie en amateurkunst > Publicaties > Handreikingen/Publicaties > VNG-ledenbrief Handreiking cultuureducatie – bijlage 3; kunsteducatie 2006

1

HANDREIKINGEN

VO R I G E

Model meerjaren convenant prestaties budgetsubsidie privaatrechtelijke kunsteducatie-instellingen Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Kunstconnectie, 2007

Door Kunstconnectie en VNG opgesteld model voor het maken van heldere afspraken tussen de instellingen en de gemeente. Het betreft hier afspraken over de volgende soorten activiteiten: cursorisch of projectmatig buitenschools kunstonderwijs, opleidingen en ondersteuning van de amateurkunst, ontmoetingsplaats en informatiepunt voor kunst en cultuur, activiteiten voor scholen en maatschappelijke instellingen, spil in het kunst- en cultuureducatienetwerk. De afspraken omvatten ook kwalitatieve en kwantitatieve prestatiecriteria. Onafhankelijke externe kwaliteitstoetsing door Kunstkeur is hierbij het uitgangspunt. www.vng.nl > Beleidsvelden > Cultuur en sport > Cultuureducatie en amateurkunst >Publicaties > Modelverordeningen > Model meerjaren convenant 2007

INDEX

VOLGENDE


Netwerken binnenschoolse cultuureducatie: een handreiking voor gemeenten

1.B AMATEURKUNST

S. van den Hoek, J. Poll; P. Vogelezang, Cultuurnetwerk Nederland, 2010

Amateurkunstbeleid OK: handreiking voor gemeenten

Praktisch instrument voor gemeenteambtenaren die een netwerk binnenschoolse cultuureducatie willen oprichten. De handreiking onderscheidt verschillende soorten netwerken: uitsluitend onderwijs, uitsluitend culturele instellingen en gemengde netwerken. Ook zijn de noodzakelijke randvoorwaarden, afstemming met andere beleidsterreinen en het proces van een netwerk beschreven. www.cultuurnetwerk.nl > Zoeken op: ‘netwerken binnenschoolse cultuureducatie’ > Netwerken binnenschoolse Cultuureducatie

Kunstfactor, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, 2008

A. de Vries, P. Grooten, H. Haest, Kunstconnectie, 2006/2008

Het eerste deel van deze handreiking biedt aanknopingspunten voor een gemeentelijk amateurkunstbeleid, een beschrijving van amateurkunst en een inhoudelijke verkenning van ‘het veld’. Vervolgens komen aan de orde: ontwikkelingen en trends, de spelers in het veld, beleidsinstrumenten en een stappenplan gemeentelijk amateurkunstbeleid. Ter inspiratie en illustratie volgen een aantal voorbeelden uit de praktijk. Het tweede deel bevat bijlagen met relevante praktijkinformatie, zoals een model subsidieverordening en tips voor een goed amateurkunstbeleid. www.vng.nl > Beleidsvelden > Cultuur en sport > Cultuureducatie en amateurkunst > Publicaties > Handreikingen/Publicaties > VNG-ledenbrief en Handreiking Amateurkunst OK 2008

Een verkenning van mogelijke samenwerkingsverbanden tussen verschillende aanbieders in de kunsteducatie (zowel gesubsidieerd als particulier). Daarnaast biedt het handvatten voor potentiële samenwerkingspartners. www.kunstconnectie.nl > Diensten > Downloads > Samen of solo?

Subsidieverordeningen Vereniging van Nederlandse Gemeenten i.s.m. Kunstfactor

Samen of solo?: een verkenning van en handreiking voor samenwerking tussen gesubsidieerde en particuliere aanbieders van kunsteducatie

Kwaliteitskader cultuureducatie door culturele instellingen: indicatoren en gebruik in de praktijk

Modelverordening incidentele subsidies amateurkunst (2008) Modelverordening voor het verstrekken van incidentele subsidies aan amateurkunst. www.vng.nl > Beleidsvelden > Cultuur en sport > Cultuureducatie en amateurkunst > Publicaties > Modelverordeningen > Modelverordening incidentele subsidies amateurkunst 2008

C. Oomen, M. Reinink M. van der Grinten, Oberon, 2011

In het najaar van 2010 heeft onderzoeks- en adviesbureau Oberon in opdracht van het ministerie van OCW onderzoek naar cultuureducatie bij culturele instellingen. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een richtinggevend kwaliteitskader dat kan worden gebruikt bij onder andere visitatie. www.oberon.eu > Publicaties > Cultuureducatie > Kwaliteitskader cultuureducatie door culturele instellingen > Bekijk de publicatie

VORIGE

Verordening structurele en startsubsidies amateurkunst (2008) De wijzigingen die in dit model zijn doorgevoerd leiden tot een aanzienlijke reductie van administratieve lasten voor de burger. Met het nieuwe Model subsidies amateurkunst is de burger 46% minder tijd kwijt met een aanvraag dan onder het oude model. www.vng.nl > Beleidsvelden > Cultuur en sport > Cultuureducatie en amateurkunst> Publicaties > Modelverordeningen > Verordening structurele en startsubsidies amateurkunst 2008

INDEX

VOLGENDE


1.C ALGEMEEN Samenwerken onder één dak: handreiking voor het opzetten van een Cultuurhuis E. Schins, F. Brandsma, Provincie Utrecht/Bisc/Grontmij, 2007

Deze publicatie beschrijft stappen om een cultuurhuis van de grond te krijgen. De verschillende hoofdstukken behandelen de voorbereidingsfase om de samenwerking en de culturele formule te bepalen, het bouwconcept en de bouwfase, en ten slotte het beheer en de exploitatie. Handig voor iedereen die met verschillende partijen wil samenwerken in een multifunctioneel gebouw. www.provincie-utrecht.nl > Zoeken op ‘samenwerken onder één dak’ > Samenwerken onder één dak: opzetten van een Cultuurhuis > Bestanden – Samenwerken onder één dak: opzetten van een Cultuurhuis, november 2007 (PDF) Zorg voor kwaliteit, Kwaliteitskader kunsteducatie en amateurkunst Kunstconnectie, 2005

De kwaliteitstoetsing van de buitenschoolse instellingen voor kunsteducatie en amateurkunst en van de opleidingen in de amateurkunst. Het kader is opgesteld door Kunstconnectie, Kunstfactor, IPO en VNG. www.vng.nl > Beleidsvelden > Cultuur en sport > Cultuureducatie en amateurkunst > Publicaties > Handreikingen/publicaties > Ledenbrief Kwaliteitstoetsing kunsteducatie en amateurkunst en bijlagen 2006

VORIGE

INDEX

VOLGENDE


2.A SECTORGEGEVENS Handboek Cultuurbeleid Reed Business, 2012

2

BASISINFORMATIE

VORIGE

INDEX

Het Handboek Cultuurbeleid biedt actuele en uitgebreide informatie van het huidige kunst- en cultuurbeleid. Het is de enige uitgave in Nederland die compleet informeert over alle sectoren van het cultuurbeleid (toneel, dans, film, mediakunst, vormgeving, letteren enz.) inclusief actuele wet- en regelgeving. Er zijn speciale paragrafen gewijd aan amateurkunst en cultuureducatie. Tevens bevat de uitgave informatie over financiering en accommodaties en alle belangrijke adressen uit de kunst- en cultuurwereld. www.producten.reedbusiness.nl > Welzijn > Handboek Cultuurbeleid (zonder abonnement) > meer informatie Amateurkunst: Feiten en Trends. Monitor Amateurkunst in Nederland. A. Deekman, H. Heimans, L. Volz, Kunstfactor, 2011

Met de Monitor Amateurkunst levert Kunstfactor politiek, beleidsmakers en beslissers binnen verschillende overheden en het management van culturele organisaties feiten en cijfers op het gebied van amateurkunst. Dit kan hen helpen beleid te maken op het gebied van de actieve kunstbeoefening. Het gaat om alle vormen van amateurkunst, of dat nu is in cursusverband, binnen een vereniging, op individuele basis of binnen informele groepen. www.kunstfactor.nl > Cijfers en feiten > Amateurkunst: feiten en trends (PDF) Kunstzinnige vorming 2005 en 2007 Drs. H. Visser, drs. J.A.J. van der Meulen, CBS/Kunstconnectie, 2009

Dit rapport geeft een cijfermatig overzicht van de kunstzinnige vorming in Nederland. Het gaat hierbij om kunstzinnige vorming die buiten schoolverband gegeven wordt door muziekscholen, creativiteitscentra en gecombineerde instellingen (de eerste lijn). Ook instellingen met uitsluitend steunfunctie activiteiten (de tweede lijn) zijn meegenomen in het onderzoek. De publicatie bestaat uit een samenvatting en een reeks tabellen waarin gegevens worden gepresenteerd over de instellingen, de leerlingen en cursisten, het personeel en de baten en lasten. www.vng.nl > Beleidsvelden > Cultuur en sport > Cultuureducatie en amateurkunst > Publicaties> Handreikingen/Publicaties > Kunstzinnige vorming 2005 en 2007

VOLGENDE


2.B CULTUUR EN SCHOOL

In vier artikelen wordt onderzoek naar het landelijke beleidsprogramma Cultuur en School tussen 1997 en 2007 beschreven. De vier artikelen richten zich op de doelstellingen van het beleidsprogramma, beleidsonderzoek, een evaluatie van de regeling Versterking cultuureducatie in het primair onderwijs en op cultuureducatie in het voortgezet onderwijs. www.cultuurnetwerk.nl > Producten & Diensten > Publicaties > Cultuur + Educatie > Pegasus’ vlucht gevolgd. Cultuur en School 1997-2007: doelstellingen, onderzoek en resultaten – download publicatie (PDF)

Jaarberichten Brede School Onderzoeks- en adviesbureau Oberon brengt vanaf 2001 de ontwikkeling van brede scholen in Nederland in kaart via jaarberichten op basis van een systematische dataverzameling bij gemeenten, brede scholen en overige betrokken sectoren (welzijn, zorg, kinderopvang, sport en cultuur). De jaarberichten bevatten zowel cijfermatige gegevens (aantallen brede scholen, huisvesting, financiën) als inhoudelijke informatie (visie, doelen, processen, opbrengsten). Tot 2007 richtten de jaarberichten zich voornamelijk op het primair onderwijs. Vanaf 2007 bevatten deze een apart deel over het voortgezet onderwijs. www.oberon.eu > Thema’s > Brede School > Jaarbericht Brede School

Cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs. Monitor 2008-2009 Sardes, Oberon, 2009

Meest recente grootschalige monitor van de stand van zaken van cultuureducatie in het primair en voortgezet. Met aandacht voor vakinhouden, samenwerking met culturele instellingen, organisatorische aspecten, tijdsbesteding aan cultuureducatie, beoordeling en waargenomen opbrengsten. www.oberon.eu > Publicaties > Cultuureducatie > Monitor cultuureducatie PO en VO. Monitor 2008-2009 – Bekijk de publicatie

Cultuureducatie op de brede school E. Wervers, Kunstzone, 2009 (nr. 4 / april / jaargang 8 / p. 18–20)

Een overzicht van ontwikkelingen rondom cultuureducatie en de brede school. Aan bod komen o.a.: Pilotproject brede school en cultuureducatie (Cultuurnetwerk Nederland 2008), investeringen OCW in de brede school, talentontwikkeling, scenario’s, combinatiefuncties, interne cultuurcoördinator (ICC’er), voorwaarden en knelpunten. www.kunstzone.nl > Magazines > Kunstzone 2009 > April > Download deze Kunstzone (PDF)

Motivatie voor invulling onderwijs m.b.t. kerndoelen kunstzinnige oriëntatie. P. Timmermans en S. Plantinga, TNS NIPO, 2012

Onderzoek naar motivatie, belang en ondervonden belemmeringen bij cultuureducatie in het primair onderwijs. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Onderwijsraad en Raad voor Cultuur ten behoeve van het gezamenlijke advies Cultuureducatie: leren, creëren, inspireren! www.onderwijsraad.nl > Zoeken op ‘kunstzinnige’ > Cultuureducatie in het basisonderwijs > Download integrale tekst (pdf)

Kunst in cijfers Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2010

In deze brochure zijn de volgende gegevens gepubliceerd: -Financiering, publieksbereik en eigen inkomsten van 127 (deels) rijksgesubsidieerde cultuurproducerende instellingen. -Cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs inclusief de besteding van de cultuurkaart in het voortgezet onderwijs -Het kunstvakonderwijs en de arbeidsmarkt www.rijksoverheid.nl > Zoeken op ‘kunst in cijfers’ > Kunst in cijfers > Kunst in cijfers (PDF)

Zingen en als je echt niet durft neem je toch gewoon de douche mee de klas in? Muziek telt!: over muziekeducatie in het basisonderwijs J.J. Knol, S. Haaij, T. Hiemstra, R. Slob, Muziek telt, 2012

Muziek telt! is een initiatief van Muziek Centrum Nederland, Fonds voor Cultuurparticipatie en Kunstfactor. Met deze samenwerking willen de organisaties meer muziek brengen in het leven van kinderen, in het onderwijs en daarbuiten. Deze publicatie bevat de resultaten van een onderzoek naar de stand van zaken rond muziekeducatie in het primair onderwijs. www.muziektelt.nl > Muziek telt! > Publicaties > ‘Over muziekeducatie in het basisonderwijs’

Pegasus’ vlucht gevolgd. Cultuur en School 1997-2007: doelstellingen, onderzoek en resultaten M. van Hoorn, Cultuurnetwerk Nederland, 2008

VORIGE

INDEX

VOLGENDE


Cultuureducatie: een kwestie van onderwijskwaliteit

2.C ONDERZOEK

M. van Hoorn, Cultuurnetwerk Nederland, 2012

Handreiking effectevaluaties van subsidies. Randvoorwaarden, uitvoering en benutting

Deze publicatie besteedt aandacht aan drie kernvragen over cultuureducatie met kwaliteit: Wat verstaan we onder kwaliteit van cultuureducatie in het (primair) onderwijs? Hoe is het gesteld met die kwaliteit? Wie is er verantwoordelijk voor en kan er iets aan doen? www.cultuurnetwerk.nl > Producten & Diensten > Publicaties > Cultuur + Educatie > Cultuureducatie: een kwestie van onderwijskwaliteit – meer informatie en bestellen.

Drs. M. Gorree, drs. M.E. van den Dongen, drs. F.J. Israël, drs. ing. M.A.T. van der Kraan, A.N. de Witte MSc, Algemene Rekenkamer, 2011

Deze handreiking is geschreven om beleidsambtenaren te ondersteunen bij de evaluaties van subsidies. De publicatie bevat ook tips die kunnen bijdragen aan de kwaliteit van een effectevaluatie. Naast deze publicatie is er ook een uitgebreid webdossier over overheidssubsidies. Downloaden via www.rekenkamer.nl.

Cultuureducatie op niveau. De rol van het schoolbestuur in beleid en praktijk.

Performing Arts and the City: municipal performing arts policy in the Brave New World of evidence-based policy

K. Admiraal, M. Haas, C. Himmelreich, Plein C, 2012

Deze publicatie beschrijft de resultaten van een onderzoek naar de betrokkenheid van schoolbesturen bij cultuureducatie. Uit het onderzoek komen drie scenario’s voort voor de rol die een schoolbestuur kan aannemen bij cultuureducatie. De publicatie bevat tevens tien portretten van schoolbesturen en aanbevelingen voor schoolbesturen. www.pleinc.nl > Onderwijs > Schoolbesturen > Plein C voor schoolbesturen > Onderzoek

Quirijn Lennert van den Hoogen, Universiteit van Groningen, 2010

Hoe meet je het maatschappelijk effect van cultuurbeleid? Is er een wetenschappelijke basis om culturele prestaties zowel kwantitatief als kwalitatief te meten? In dit proefschrift presenteert Van den Hoogen een model om te komen tot zogenoemd evidence based cultuurbeleid. Er is een samenvatting beschikbaar. www.vng.nl > Beleidsvelden > Cultuur en sport > Cultuur, kunst en kunstenaars > Publicaties > Handreikingen/Publicaties >Cultuur- en kunstbeleid > Proefschrift effecten cultuurbeleid

Hart(d) voor cultuur Taakgroep Cultuureducatie Primair Onderwijs, 2003

Niet tellen maar wegen: over de zin en onzin van prestatieafspraken in de culturele sector

Rapport met drie scenario’s voor de invulling van cultuureducatie die nog steeds een bruikbaar handvat bieden voor scholen, gemeenten en instellingen om ambities en beleid te formuleren. De scenario’s beschrijven de wijze waarop scholen voor primair onderwijs in samenwerking met het culturele veld cultuureducatie kunnen vormgeven. Bij ieder scenario komt tevens de rol van de gemeente en provincie aan bod. www.cultuurplein.nl > Primair onderwijs > Cultuur op school > Cultuurbeleid > Publicaties - Scenario’s voor cultuurbeleid op school > Rapport Hart(d) voor cultuur! (PDF)

VORIGE

Claartje Bunnik, Edwin van Huis, Boekmanstudies, 2011

Welke mogelijkheden hebben culturele instellingen en subsidiërende overheden om het onderlinge gesprek en hun afspraken over resultaten te verbeteren? In deze publicatie geven de auteurs de betrokken partijen aanwijzingen voor het maken van zinvolle prestatieafspraken. Aan de hand van praktijkvoorbeelden gaan zij in op goed partnerschap, het onderscheid tussen kwantitatieve en kwalitatieve resultaatafspraken, het inzetten van deugdelijke prestatie-indicatoren en op het belang van maatwerk. www.boekman.nl > Publicaties > Boekmanstudies publicaties > Niet tellen maar weten > Lees meer

INDEX

VOLGENDE


Kunst en cultuur in de brede school: een onderzoek naar de randvoorwaarden

Ondernemerschap bij Centra voor de Kunsten > Klik hier voor het rapport

Oberon, 2008

Bedrijfsmodellen voor kunsteducatie

In opdracht van het ministerie van OCW heeft Oberon een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de randvoorwaarden voor de verdere ontwikkeling van kunst- en cultuureducatie in de brede school. In het onderzoek komen ook knelpunten en mogelijke oplossingen naar voren. www.oberon.eu > Publicaties > Brede School > Kunst en cultuur in de brede school > Bekijk de publicatie

B. Vinkenburg; T. Syderius; P. van Gennip; I. van Maurik, Berenschot, 2010

Beleidsmakers, subsidiegevers, brancheorganisaties en de instellingen voor kunsteducatie zoeken vaak naar passende bedrijfsmodellen om hun toekomst te bestendigen. Berenschot heeft in 2010 in opdacht van het Ministerie van OCW onderzoek gedaan naar bedrijfsmodellen bij instellingen op het gebied van kunsteducatie. Hierbij is gekeken naar de financieringsvorm, marketing en de interne organisatie. Centraal staat de vraag of de verschillen in de bedrijfsmodellen verband houden met een aantal onderscheidende kenmerken van instellingen voor kunsteducatie. Daarnaast is de effectiviteit van de verschillende modellen getoetst. De uitkomsten bieden een goede basis voor de ontwikkeling van nieuw beleid. www.berenschot.nl > Markten & Sectoren > Kunst en cultuur > Cultuurparticipatie en cultuureducatie > Downloads – Onderzoek ‘Bedrijfsmodellen voor kunsteducatie’ (PDF)

Cultuurcoach: schakel tussen school en culturele instelling D. Monsma, H. Muiderman, De Cultuurformatie, 2010

Onderzoek naar het succes en de invulling van de in 2008 ingestelde combinatiefunctie ‘cultuurcoach’ als gevolg van de Impuls brede scholen, sport en cultuur. Het onderzoek besteedt aandacht aan de invulling, bereikte effecten en ondersteuning van deze cultuurcoaches. www.dirkmonsma.nl > Publicaties > Cultuurcoach als schakel tussen school en culturele instelling > Cultuurcoach (PDF) Nieuwe cultuurfuncties: een urgente verkenning naar meerwaarde en typologie. Handreiking voor overheden, culturele en maatschappelijke organisaties en professionals A. van der Horst, J. Groenendijk, O. Reydon, W. Rosenboom, J. Lemmens, DSP-Groep, 2010

Cultuurintendanten, cultuuraanjagers, cultuurmakelaars, cultuurverkenners, cultuur- en mediacoaches, cultuurscouts, kwartiermakers. Wie schuilen achter deze nieuwe cultuurfuncties, wat doen ze, wat is het profiel achter hun functie, wat is hun meerwaarde voor opdrachtgevers als overheden, culturele, maatschappelijke en onderwijsorganisaties? Deze publicatie bevat een verkenning naar de typologie, reikwijdte en meerwaarde van deze nieuwe beroepsgroepen www.kunstfactor.nl > Publicaties > Zoek op ‘nieuwe cultuurfuncties’ > Nieuwe cultuurfuncties > PDF Cultureel Ondernemerschap bij Centra voor de Kunsten Dr. Th.B.J. Noordman, Drs. J. Stoelhorst, Adviesbureau Cultuurtoerisme, 2007

Onderzoeksrapport naar de stimulerende en belemmerende factoren voor het cultureel ondernemerschap bij centra voor de kunsten. www.kunstconnectie.nl > Diensten > Downloads > Rapport Cultureel

VORIGE

INDEX

VOLGENDE


2.D SUBSIDIERING EN FINANCIEN

www.cultuurparticipatie.nl > Subsidies > Cultuureducatie met Kwaliteit > Volledige regeling Cultuureducatie met Kwaliteit (pdf)

Bestuursakkoord primair onderwijs 2012-2015

Cultuureducatie: leren, creëren, inspireren!

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; PO-Raad, 2012

Onderwijsraad, Raad voor Cultuur, 2012

Bestuursakkoord om de kwaliteit van het primair onderwijs te verhogen. Het akkoord richt zich op opbrengstgericht werken en professionalisering. Schoolbesturen ontvangen voor de extra inspanningen die dit vergt aanvullende middelen in een zogeheten prestatiebox, die onderdeel is van de lump sum. De middelen vanuit het programma ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’ ad € 10,90 per leerling zijn opgenomen in deze prestatiebox en zijn bedoeld om de kwaliteit van cultuureducatie te versterken. www.poraad.nl > Zoeken op ‘Bestuursakkoord primair onderwijs’ > Bestuursakkoord Primair onderwijs getekend > Bestuursakkoord (PDF)

In opdracht van het ministerie van OCW brachten de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur een advies uit ter onderbouwing van het programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit in het primair onderwijs’. De raden geven drie hoofdaanbevelingen: 1. ontwikkel een referentiekader cultuureducatie 2. bevorder de deskundigheid op school 3. stel de culturele infrastructuur meer in dienst van de scholen. www.cultuur.nl > Adviezen > Cultuureducatie: leren, creëren en inspireren! > Lees hier het advies Betaalbaarheid van cursusactiviteiten bij Centra voor de Kunsten

Bestuurlijk kader Cultuureducatie met Kwaliteit 2013-2016 - enDeelregeling Cultuureducatie met Kwaliteit in het primair onderwijs Fonds voor Cultuurparticipatie 2013-2016 In het bestuurlijk kader staan de afspraken tussen Rijk, provincies en gemeenten met betrekking tot de Deelregeling Cultuureducatie met Kwaliteit in het primair onderwijs. De deelregeling is een matchingsregeling uitgevoerd door het Fonds voor Cultuurparticipatie. Culturele instellingen kunnen op voordracht van een gemeente of provincie een aanvraag indienen om cultuureducatie met kwaliteit in het primair onderwijs te bevorderen. De regeling sluit aan op het Rijksbeleid Cultuureducatie met Kwaliteit. De regeling richt zich op activiteiten gericht op: 1. de ontwikkeling van doorgaande leerlijnen cultuureducatie; 2. de bevordering van de deskundigheid van leerkrachten en educatief medewerkers; 3. de versterking van duurzame samenwerking tussen scholen en culturele partners; 4. de ontwikkeling van een instrumentarium om de opbrengsten van cultuureducatie te meten. www.vng.nl > Beleidsvelden > Cultuur en sport > Cultuureducatie en amateurkunst > Cultuureducatie > Beleid, wet- en regelgeving > Cultuureducatie met kwaliteit in het primair onderwijs > Bestuurlijk kader 2012 en VORIGE

Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD), 2009

In dit onderzoek geeft het Nibud inzicht in de betaalbaarheid van actieve kunstbeoefening voor huishoudens met een laag inkomen. Daarnaast is ook de betaalbaarheid van de kosten van sportbeoefening voor huishoudens met een laag inkomen meegenomen. www.vng.nl > Beleidsvelden > Cultuur en sport > Cultuureducatie en amateurkunst > Publicaties > Handreikingen/Publicaties > Betaalbaarheid van cursusactiviteiten bij Centra voor de Kunsten 2009 Alle kinderen doen mee!: inspirerende manieren om sport en cultuur in te passen in gemeentelijk armoedebeleid Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen; Cultuurnetwerk Nederland, 2010

Cultuurnetwerk Nederland en het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen inventariseerden gemeentelijke beleidsmaatregelen in het kader van de regeling ‘Kinderen doen mee!’, die deelname van kinderen uit arme gezinnen aan sport en cultuur bevordert. Deze publicatie beschrijft de doelen van het programma en biedt een overzicht van instrumenten en strategieën die gemeenten in 2009 hebben gehanteerd om sport en cultuur in te passen in het armoedebeleid. www.cultuurnetwerk.nl > Zoeken op ‘alle kinderen doen mee’ > Alle kinderen doen mee (2010) > Download

INDEX

VOLGENDE


Kunnen meer kinderen meedoen? Veranderingen in de maatschappelijke deelname van kinderen, 2008 – 2010

Indexering en wijziging subsidies welzijn en cultuur

A. Roest, Sociaal en Cultureel Planbureau, 2011

De VNG verzendt elk jaar na overleg met de betrokken werkgeversverenigingen een ledenbrief over de ontwikkelingen in de CAO’s publieke en private kunsteducatie (plus bibliotheken en welzijn). Dit gebeurt met het oog op de indexering van de gemeentelijke subsidies. Gelet op de financiële situatie bij gemeenten is er de laatste twee jaar ook aandacht besteed aan de wijziging van subsidies door gemeenten. De laatste ledenbrief is verschenen op 23 april 2012. www.vng.nl > Producten & Diensten > Brieven > Ledenbrieven > Ledenbrief Indexering en wijziging subsidies welzijn en cultuur 2011-2013, 23 april 2012

Vereniging van Nederlandse Gemeenten, 2012 (en eerder)

Gemeenten ontvingen in 2008 en 2009 extra geld voor het beleidsinitiatief ‘Kinderen doen mee!’. Het kabinet wilde op die manier dat het aantal kinderen dat door armoede niet meedoet aan sport en cultuur zou halveren. Deze studie vergelijkt de situatie voor en na de inzet van dat beleid. Het rapport brengt in kaart hoeveel kinderen in 2008 (0-meting) en 2010 (nameting) niet meededen, en of financiële redenen daarbij een rol speelden. Ook is onderzocht in welke mate mensen gebruikmaakten van de gemeentelijke regelingen en vergoedingen op dit terrein. De studie mondt uit in de aanbeveling het beleid in de toekomst gerichter in te zetten. www.scp.nl > Publicaties > Alle publicaties > Publicaties 2011 > Kunnen meer kinderen meedoen? > Kunnen meer kinderen meedoen (PDF)

Eenvoudig subsidiëren, onderzoek naar het gemeentelijk subsidiebeleid voor amateurkunstbeoefening Drs. M. Blom-Laschek, Drs. A. Dorrestein, PON, 2005

Brede impuls combinatiefuncties Combinatiefuncties moeten sport of cultuur verbinden met het onderwijs. De Brede impuls combinatiefuncties richt zich op de realisatie van combinatiefuncties inclusief buurtsportcoaches. Het gaat om de per 2008 bestaande combinaties vanuit de Impuls brede scholen, sport en cultuur, vanaf 2012 uitgebreid met de inzet van buurtsportcoaches vanuit het VWS-programma Sport en bewegen in de buurt. De doelstellingen van de oorspronkelijke Impuls betreffen ten aanzien van cultuur:

Samenvatting van een onderzoek dat als doel heeft het ontwerpen van een modelregeling voor het toekennen van gemeentelijke subsidies voor amateurkunst. Het onderzoek richt zich op Brabantse gemeenten en instellingen, maar is gericht op een bredere werking. www.vng.nl > Beleidsvelden > Cultuur en sport > Cultuureducatie en amateurkunst > Publicaties > Modelverordeningen > Onderzoeksrapport Eenvoudig subsidiëren 2005

- de uitbreiding van het aantal brede scholen met cultuuraanbod in zowel het

Subsidiestromen in de amateurkunsten

primair als het voortgezet onderwijs, om te beginnen in de 40 krachtwijken;

T. Syderius, R. Beerepoot, M. Lalleman, Berenschot, 2010

Dit rapport is de weerslag van een onderzoek van Berenschot naar de subsidiestromen in de amateurkunsten. Het rapport laat zien dat in de jaren 2007 – 2010 een min of meer constante subsidierelatie is tussen gemeenten en verenigingen. Vernieuwende activiteiten hebben de aandacht van subsidiërende overheden. De meer traditionele amateurkunstuitingen komen moeilijker aan subsidie. Ook de landelijke koepelorganisaties binnen de amateurkunst hebben het moeilijk. Juist zij zien een negatief effect van de herstructurering van de subsidiestromen (40%). www.kunstfactor.nl > Nieuws > Rapport Subsidiestromen in de amateurkunsten (4 maart 2010) > Rapport Subsidiestromen in de amateurkunsten (PDF)

- het bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met één of meer kunst- en cultuurvormen en het onder jongeren stimuleren van actieve kunstbeoefening.

Alle gemeenten komen voor rijksgelden in aanmerking, waarbij zij 60% cofinanciering moeten regelen. Er kunnen vanaf 2012 structureel ongeveer 1800 combinatiefuncties gerealiseerd worden, waarvan 6% voor cultuur. Daar komen buurtsportcoaches bij, eind 2013 in totaal 1100 structureel. www.rijksoverheid.nl > Documenten en publicaties > Circulaires > Zoeken op trefwoord ‘gemeentefonds 2012’ > Junicirculaire gemeentefonds 2012 > Junicirculaire gemeentefonds 2012 (PDF)

VORIGE

INDEX

VOLGENDE


Subsidieaanbeveling amateurkunst van overkoepelende belangenorganisaties. Voor subsidiëring van: amateur-blaasmuziekorkesten, slagwerkkorpsen, majorette- en twirl- en color guardverenigingen Koninklijke Nederlandse Federatie van Muziekverenigingen/Verenigde Nederlandse Muziekbonden, 2011

De overkoepelende belangenorganisaties van de blaasmuziek stellen elk jaar een subsidieaanbeveling op. Hoewel de activiteiten van amateurmuziekverenigingen grotendeels worden gefinancierd uit contributies van en activiteiten door de leden is het op kwalitatief niveau in stand houden ervan niet mogelijk zonder financiële ondersteuning van de gemeentelijke overheid. De aanbeveling bevat richtlijnen voor de wijze waarop subsidiëring door de gemeente gestalte kan worden gegeven. www.knfm.nl > Zoeken op ‘subsidieaanbeveling’ > Subsidieaanbeveling 2012 > Download hier de Subsidieaanbeveling 2012

VORIGE

INDEX

VOLGENDE


3.A INTERNATIONAAL PERSPECTIEF Routekaart voor Kunsteducatie Kunstconnectie, 2006

3

ACHTERGRONDINFORMATIE

VORIGE

INDEX

Deze publicatie is een vertaling van ‘Road Map for Arts Education, building creative capacities for the 21st century’, die in 2006 is gepubliceerd door UNESCO. Het is een pleidooi voor kunsteducatie en -participatie en onderstreept de waarde van toegang tot de kunsten en creatieve ontwikkeling. De “Routekaart” is bedoeld als aanzet om te komen tot een gemeenschappelijk besef onder alle belanghebbenden van het belang van kunsteducatie en de essentiële rol daarvan bij het verbeteren van de onderwijskwaliteit. www.kunstconnectie.nl > Diensten > Downloads > Routekaart voor kunsteducatie Netwerken en verbindingen: arts and cultural education in The Netherlands A. Bamford, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2007

In opdracht van het ministerie van OCW heeft de Australische professor Anne Bamford in 2007 onderzoek gedaan naar de kunst- en cultuureducatie in ons land. Deze heeft ze vergeleken met de situatie elders in de wereld. Conclusie is dat Nederland het goed doet. Maar toch heeft ze een aantal aanbevelingen met het oog op verbetering en verankering. Onder andere dat kunst- en cultuureducatie als basistaak moet gelden voor de scholen binnen het primair onderwijs en dat hierbij aansluiting met het voortgezet onderwijs verzekerd moet zijn onder andere via doorlopende leerlijnen. De samenwerking tussen scholen en culturele instellingen moet verstevigd worden en er dient inzichtelijker gemaakt te worden wat de opbrengst van kunst- en cultuureducatie is. Het tekort aan vakleerkrachten dient met spoed aangepakt te worden en er moet bezien worden of er wel genoeg aandacht voor kunst- en cultuureducatie is binnen de pabo’s. Schoolleiders, schoolbesturen en onderwijsinspectie moeten beter toegerust worden voor het realiseren en bewaken van hoogstaande kunst- en cultuureducatie. www.rijksoverheid.nl >Zoeken op ‘netwerken en verbindingen’ > Netwerken en verbindingen: arts and cultural education in the Netherlands > Netwerken en verbindingen: arts and cultural education in the Netherlands (PDF)

VOLGENDE


Community of Knowledge on Arts and Cultural Education in Europe (ComACE)

leiders en begeleiders, inspecteurs en anderen die bij het basisonderwijs betrokken zijn. Voor alle leergebieden is de uitwerking te vinden op www.slo.nl > Zoeken op ‘Tule’ > Tule

Cultuurnetwerk Nederland (coördinatie)

De ComACE website bevat informatie over kunst- en cultuureducatie in de Europese lidstaten en heeft als doel uitwisseling van kennis te stimuleren en informatie en praktijkvoorbeelden te vergelijken. Een pilot met vier landen is online. Van deze landen is informatie beschikbaar over cultuureducatiebeleid, formele en non-formele cultuureducatie, onderzoek op het gebied van cultuureducatie en ‘good practices’.

Cultuurmonitor Primair Onderwijs: de kwaliteit van cultuureducatie Cultuurnetwerk Nederland, 2009

Een evaluatie-instrument specifiek voor cultuureducatie bedoeld voor het primair onderwijs en pabo’s. De cultuurmonitor kan - op beleid- en op praktijkniveau - gebruikt worden om te achterhalen: 1. Hoe de visie ten aanzien van cultuureducatie is vertaald in het onderwijs programma; 2. Hoe de organisatie bijdraagt aan het vormgeven van cultuureducatie; 3. Hoe de randvoorwaarden mede bepalend zijn voor de uitvoering van cultuureducatie. www.cultuurnetwerk.nl > Zoeken op ‘cultuurmonitor’ > De cultuurmonitor voor de kwaliteit van cultuureducatie.

http://www.comace.org/

3.B BETEKENIS VAN KUNST- EN CULTUUREDUCATIE Cultuur in de spiegel: naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs B. van Heusden, Rijksuniversiteit Groningen/Stichting Leerplanontwikkeling Nederland, 2010

Onderzoek ten behoeve van een theoretisch kader en een raamleerplan voor cultuuronderwijs gericht op leerlingen van 4 tot 18 jaar. Deze publicatie beschrijft het theoretisch kader. Hierin gaan de onderzoekers uit van een brede opvatting van het begrip cultuur en cultuuronderwijs. Cultuuronderwijs draagt bij aan de vorming van cultureel (zelf)bewustzijn waartoe mensen vier culturele basisvaardigheden hanteren. Een raamleerplan en praktische instrumenten voor het onderwijs en culturele aanbieders volgen naar verwachting in 2013. www.cultuurindespiegel.nl > Bibliotheek > Direct naar – Het ‘zwarte boekje’ > Dit PDF bestand downloaden

Intelligentie, geluk en gezondheid: wat de wetenschap zegt over de effecten van kunst en cultuur Faqt, Paradigma, 2010

De afgelopen tien jaar is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de effecten van kunst op de maatschappij. Daaruit blijkt dat zowel zelf kunst beoefenen als er naar kijken en luisteren positieve effecten heeft op de intelligentie, het geluk en de gezondheid van mensen. www.kunstfactor.nl > Infotheek > Zoeken op ‘intelligentie’ > Intelligentie, geluk en gezondheid

TULE: inhouden en activiteiten bij de kerndoelen van 2006

De aantrekkelijke stad: moderne locatietheorieën en de aantrekkingskracht van Nederlandse steden

Stichting Leerplanontwikkeling Nederland, 2009

In het project Tussendoelen & leerlijnen (TULE) van Stichting Leerplanontwikkeling Nederland (SLO) zijn de globale kerndoelen van alle leergebieden in het primair onderwijs uitgewerkt in concretere leerlijnen en vakinhouden. Het geeft zicht op de manier waarop bij ieder kerndoel de kennis en vaardigheden en activiteiten (van kinderen en leraren) kunnen worden verkaveld over de groepen 1 tot en met 8. Dit maakt de doorgaande ontwikkeling van de inhoud van het onderwijsaanbod zichtbaar en is tevens een handreiking aan leraren, maar ook aan studenten, ontwikkelaars van leermiddelen, op-

VORIGE

G. Marlet, VOC uitgevers, 2009

Steden in de Randstad (centrum) doen het beter dan steden in de rest (periferie) van Nederland. En met het noorden van de Randstad gaat het weer beter dan met het zuiden. In grensregio’s in de provincies Groningen en Limburg doen steden als Groningen en Maastricht het beter dan Heerlen en Emmen. Voor een groot deel is dat volgens onderzoek door Gerard Marlet te verklaren aan de hand van geografische, demografische en economische factoren. De vraag is hoe dat komt. Het onderzoek naar de aantrekkelijke

INDEX

VOLGENDE


De economische bijdrage van amateurkunst en kunsteducatie

stad combineert inzichten uit de stedelijke economie (urban economics) met die uit de geografische economie (de New Economic Geography). www.voc-uitgevers.nl > Boeken bestellen > De aantrekkelijke stad

H. Heimans; A. de Vries, Kunstfactor/Kunstconnectie, 2009

Kunstfactor, sectorinstituut amateurkunst, en Kunstconnectie, branchevereniging voor kunsteducatie en kunstbeoefening, lieten in 2009 door Adviesbureau Cultuurtoerisme onderzoeken hoe groot de economische impact van amateurkunst in Nederland is. De belangrijkste conclusies van dit onderzoek zijn samengevat in het rapport ‘Actieve kunstbeoefening en geld’ (oktober 2009), dat te vinden is op de websites van Kunstfactor en Kunstconnectie. In de publicatie ‘De economische impact van amateurkunst en kunsteducatie’. www.kunstfactor.nl > Publicaties > Zoeken op titel ‘economische bijdrage’ > De economische bijdrage van amateurkunst en kunsteducatie > PDF

Muziek in de stad: het belang van podiumkunsten, musea, festivals en erfgoed voor de stad G. Marlet, VOC uitgevers, 2010

‘Muziek in de stad’ is het vervolg op ‘De aantrekkelijke stad’ en tracht antwoord te geven op vragen waarmee lokale beleidsmakers zeker in een tijd van krimpende financiën vaak worstelen: Moet er geld gestopt worden in cultuur, fietspaden, parken, veiligheid of sociale zekerheid? De auteur stelt een methode te presenteren om het maatschappelijk nut van cultuur te bewijzen en te berekenen. www.voc-uitgevers.nl > Boeken bestellen > Muziek in de stad

Alles is talent. Handreiking talentontwikkeling I. Miedema; F. Studulski; W. van Es; H. Versteegen; O. Abell, Sardes, 2010-2011

De waarde van cultuur in cijfers

Samen met de voorbeelden en formulieren op de website www.sardes.nl, vormen deze drie boekjes de handreiking talentontwikkeling. Centraal staat het ontdekken en verder ontwikkelen van talent bij kinderen in de wijken. Beleidsambtenaren, medewerkers van scholen en andere instellingen die actief zijn in de wijk, kunnen deze handreiking gebruiken om in samenwerking met elkaar en andere partijen tot passende activiteiten te komen. Het eerste boekje beschrijft de processen, het tweede bevat een selectie van instrumenten en formulieren die partners in een wijk kunnen inzetten en het derde boekje belicht het perspectief van de ouders. www.sardes.nl > Publicaties > Zoeken op titel ‘alles is talent’ > Alles is Talent - Handreiking talentontwikkeling

G. Marlet; J. Poort, Atlas voor gemeenten, 2011

De maatschappelijke waarde van de culturele sectoren is hoger dan de maatschappelijke kosten. Cultuur voegt jaarlijks meer toe aan de welvaart dan de belastingbetaler erin stopt. Dat is de belangrijkste conclusie van dit rapport, waarin zoveel mogelijk maatschappelijke waarden van kunst en cultuur zijn becijferd. Voor cultuurparticipatie is de sociale waarde naar verwachting het belangrijkst: het effect van actieve cultuurdeelname op gezondheid, productiviteit, integratie, sociale samenhang en leefbaarheid in de wijk. www.atlasvoorgemeenten.nl > Publicaties > Recent > De waarde van cultuur in cijfers – download Zicht op… de waarde van kunst- en cultuureducatie

Woekeren met talenten of woekeren met projecten? Rapportage over de eerste fase van een evaluatieonderzoek naar talentontwikkelingsprojecten in de kunst- en cultuursector

M-J. Kommers, Cultuurnetwerk Nederland, 2010

Verzameling citaten van politici, beleidsmakers en adviesraden waaruit het maatschappelijk belang van kunst- en cultuureducatie blijkt. De citaten zijn voornamelijk afkomstig uit beleidsstukken van de rijksoverheid, provincies en gemeenten. De publicatie is bedoeld voor beleidsambtenaren, scholen en culturele instellingen die in de eigen organisatie of met partners het gesprek over de waarde van cultuureducatie willen onderbouwen. www.cultuurnetwerk.nl > Producten & Diensten > Publicaties > Zicht op… > Zicht op… de waarde van kunst- en cultuureducatie: update 2010 – Download

VORIGE

M. Windhorst; P. van der Zant, Bureau ART, 2010

Rapportage over de eerste fase van een evaluatieonderzoek naar talentontwikkelingsprojecten in de kunst- en cultuursector. www.bureau-art.nl > Verder > Publicaties > Talentontwikkeling > Woekeren met talenten 2010 > Download

INDEX

VOLGENDE


3.C SCENARIO’S EN PLANNEN VOOR DE TOEKOMST

Cultuur nieuwe stijl: praktijkboek community arts en nieuwe cultuurfuncties. Handleiding voor de projectscan en landelijke databank voor culturele interventies in maatschappelijke ontwikkeling

Algemeen

S. Cleveringa, CAL-XL, 2011

Kunst is zien, horen, voelen en doen Open brief aan de landelijke politieke partijen in het kader van de verkiezingen van 12-09-2012. Geplaatst: 16 mei 2012 op o.a. website www.kunstconnectie.nl,

Dit praktijkboek trapt af met een reflectie op actuele ontwikkelingen in kunst en samenleving en geeft een toelichting op het begrip cultuur nieuwe stijl. In hoofdstuk twee worden de projectscan en creatieregie geïntroduceerd als hulpmiddelen voor doelmatig werken aan sociaal artistieke praktijken. Aan de hand van vijf voorbeeldprojecten in hoofdstuk drie krijgen eerder gepresenteerde concepten verder vorm. Het vierde hoofdstuk is een informatieve tekst over de missie, visie en positie van cultuuraanjagers in een poging direct betrokkenen meer grip te geven op deze nieuwe cultuurfuncties. Het boek besluit met een overzicht van de ondersteuning die beleidsmakers en professionals in culturele en maatschappelijke sectoren kunnen krijgen van Cal-xl. www.cal-xl.nl > Webshop > Cultuur nieuwe stijl > Voorproefje (PDF)

www.kunstfactor.nl, www.cultuurnetwerk.nl

Cultuurnetwerk Nederland, Fonds voor Cultuurparticipatie, Jeugdcultuurfonds Nederland, Kunstconnectie, Kunstfactor, Nederlands Instituut voor Volkscultuur, Raad van Twaalf en CJP doen in deze notitie een gezamenlijke oproep aan de politiek om een brede basis te leggen voor een innovatieve en creatieve bevolking. www.cultuurnetwerk.nl > Zoeken op ‘kunst is zien’ > Kunst is zien, horen, voelen en doen kunst is van…(PDF)

De Kracht van Cultuur: effectieve cultuurimpulsen in de wijk S. van Dommelen; S. Ketelaars; T. Metze, Stichting Cultuurimpuls/Nicis Institute, 2011

Deze publicatie bevat resultaten van twee jaar onderzoek en kennisontwikkeling in de praktijk van vijftien cultuurprojecten in aandachtswijken verspreid over Nederland. Onder de naam ‘Community of Practice Cultuurimpuls’ zijn kunstenaars, cultuurscouts, vertegenwoordigers van corporaties, wijkorganisaties, welzijnsinstellingen en tal van culturele en intermediaire organisaties met elkaar in discussie gegaan over de professionalisering en legitimering van kunst en cultuur in aandachtswijken. www.cultuurimpuls.nl > Onderzoek > Publicatie kracht van cultuur verschenen > Download de publicatie hier in pdf vorm

VORIGE

INDEX

VOLGENDE


Toekomstverkenning kunstbeoefening

Periode 2013-2016

A. van den Broek, Sociaal en Cultureel Planbureau, 2010

Beleidsplan 2013-2016 Fonds voor Cultuurparticipatie

Grootschalig onderzoek naar de mogelijkheden voor kunstbeoefening in de vrije tijd. De uitgave omvat drie publicaties: Mogelijkheden tot kunstbeoefening in de vrije tijd, Toekomstverkenning kunstbeoefening en FAQ’s. www.scp.nl > Publicaties > Publicaties 2010 > Toekomstverkenning kunstbeoefening

J.J. Knol; G. Mesters; C. van Rensen; M-L. Smolenaars; F. Willems, Fonds voor Cultuurparticipatie, 2012

Beleidsplan van het Fonds voor Cultuurparticipatie. De centrale doelstelling is zoveel mogelijk mensen de kans te geven hun creativiteit tot ontwikkeling te brengen en te benutten. Daartoe voert het fonds drie programma’s uit, die zich op de volgende aspecten richten: cultuur aan de basis in het onderwijs (leren & leren doen), cultuur in de vrije tijd (participeren & ontwikkelen) en cultuur naar de top (ontwikkelen & presteren). De programma’s worden uitgewerkt in subsidieregelingen onder de noemers cultuureducatie met kwaliteit; innovatie amateurkunst; talentontwikkeling en manifestaties. www.cultuurparticipatie.nl > 2013-2016 > Beleidsplan 2013-2016 > Lees hier het volledige Beleidsplan 2013-2016

Kunstbeoefening met ambitie: naar een lokaal stimulerings- en faciliteringsprogramma voor kunstbeoefening door ouderen Prof. Dr. R. Hortulanus; Dr. M. Jonkers; D. Stuyvers MSc, Landelijk Expertisecentrum Sociale Interventie, 2012

In deze publicatie wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de effecten van actieve kunstbeoefening op het welzijn van ouderen. De publicatie bevat tevens aanbevelingen voor de inrichting van kunstzinnig aanbod voor ouderen. www.kunstfactor.nl > Infotheek > Zoeken op titel ‘kunstbeoefening met ambitie’ > Kunstbeoefening met ambitie > Link naar PDF

Activiteitenplan 2013-2016 Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst Cultuurnetwerk Nederland; Kunstfactor, 2012

Activiteitenplan van het Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst dat vanaf 1 januari 2013 volgt uit een fusie van Cultuurnetwerk Nederland en Kunstfactor. De hoofddoelstelling van het kennisinstituut is het versterken van de kwaliteit van de culturele levensloop. Het instituut kent vier prioriteiten: 1. ontwikkeling infrastructuur 2. zorgen voor kwaliteit en samenhang in de amateurkunst 3. cultuureducatie brengen naar het hart van het onderwijs 4. het verbinden van educatie en amateurkunst voor een optimale culturele levensloop. www.cultuurnetwerk.nl > Cultuurnetwerk.nl > Nieuw instituut > Meer informatie – Activiteitenplan Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst www.kunstfactor.nl > Nieuws > Activiteitenplan nieuw Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (16.07.2012) > Downloads – Activiteitenplan Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (PDF)

Een caleidoscoop van kunstbeoefening: hoe stimuleer je de kunstbeoefening in de lokale samenleving I. Docter; H. Heimans; A. Schillings; G. van Veldhuizen; C. Vleeshouwer, Kunstfactor, 2012

Publicatie met best practices en adviezen om kunstbeoefening te faciliteren. Bedoeld voor beleidsmakers en intermediairs. www.kunstfactor.nl > Publicaties > Zoeken op ‘caleidoscoop’ > Een caleidoscoop voor kunstbeoefening > PDF

Eerste en tweede Jaarboek cultuurparticipatie T. IJdens; M. van Hoorn; A. van den Broek; T. Hiemstra; C. van Rensen, Fonds voor Cultuurparticipatie, 2010 en 2011

Met de jaarboeken wil het Fonds voor Cultuurparticipatie onderzoek en ken-

VORIGE

INDEX

VOLGENDE


3.D ALGEMENE BELEIDSINSTRUMENTEN

nis over cultuurparticipatie delen. Het eerste jaarboek bevat negen columns van mensen uit de praktijk van de kunst, cultuur(educatie) en media. In de beschouwingen staan drie thema’s centraal: landelijk en decentraal beleid, cultuureducatie, amateurkunst en volkscultuur, en de invloed en evaluatie van cultuurbeleid. Het tweede jaarboek is gericht op projecten en participanten èn zoomt in op de uitwerking van diverse regelingen van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Jaarboek 2010 www.cultuurparticipatie.nl > Over het fonds > Verslagen & plannen > Publicaties > Jaarboek actieve cultuurparticipatie 2010 – Download PDF Jaarboek 2011 www.cultuurparticipatie.nl > Over het fonds > Verslagen & plannen > Publicaties > Jaarboek actieve cultuurparticipatie 2011 – Download PDF

Code Cultural Governance: pas toe of leg uit Stichting Kunst & Zaken, 2006

Doel van deze publicatie is het ondersteunen van culturele instellingen bij het bevorderen van good governance. De publicatie gaat uit van drie hoofdvormen van besturingsmodellen en gaat in op de rol van stakeholders, de overheid en steun- of vriendstichtingen. www.cultuur-ondernemen.nl > Culturele organisaties > Organisatie > Bestuur > Code Governance > Download hier de Code Cultural Governance (PDF) Code Culturele Diversiteit Stuurgroep Code Culturele Diversiteit, 2011

De Code Culturele Diversiteit is een gedragscode bedoeld voor culturele instellingen om ambities en doelstellingen op het gebied van culturele (etnische) diversiteit te formuleren en in praktijk te brengen. De Code Culturele Diversiteit kent geen verplichtend karakter. www.vscd.nl > Dossiers > Belangenbehartiging > Code Culturele Diversiteit > Klik hier om de Code te downloaden

Zicht op… provinciale instellingen cultuureducatie: achtergronden, literatuur en websites P. Hagenaars; V. Meewis, Cultuurnetwerk Nederland, 2010

In opdracht van de Raad van twaalf onderzocht Cultuurnetwerk Nederland de functies, rollen, taken en werkvelden van de provinciale ondersteuningsinstellingen voor cultuurparticipatie en –educatie. www.cultuurnetwerk.nl > Producten & Diensten > Publicaties > Zicht op… > Zicht op... provinciale instellingen cultuureducatie – Download

VORIGE

Code Cultuursponsoring Stichting Code Cultuursponsoring, 1993 (actualisering 1999) In de Code Cultuursponsoring zijn gedragsregels opgenomen die voor de betrokken partijen gelden bij de sponsoring van culturele activiteiten. www.cultuur-ondernemen.nl > Culturele organisaties > Financiën > Sponsoring > Zie hier de Code Cultuursponsoring (pdf)

INDEX

VOLGENDE


Boekmanstichting www.boekman.nl – studiecentrum voor kunst, cultuur en beleid Brede impuls combinatiefuncties www.combinatiefuncties.nl – toegangssite tot impuls-ondersteunende organisaties voor gemeenten, onderwijs, sport en cultuur

4

Cultuurcoördinator www.cultuurcoordinator.nl – site van Cultuurnetwerk Nederland, voor allen die met cultuurcoördinatoren in het primair onderwijs te maken hebben Cultuurkaart www.cultuurkaart.nl – site voor allen die met de cultuurkaart in het voortgezet onderwijs te maken hebben Cultuurnetwerk Nederland1 www.cultuurnetwerk.nl – expertisecentrum voor cultuureducatie

LANDELIJKE INSTELLINGEN NETWERKEN WEBSITES

Cultuurplein* www.cultuurplein.nl – site van Cultuurnetwerk Nederland, hét startpunt voor iedereen die actief is met cultuur op school Fonds voor Cultuurparticipatie www.cultuurparticipatie.nl – stimuleert mensen actief aan kunst en cultuur te doen Interprovinciaal overleg www.ipo.nl – biedt belangenbehartiging en platform aan provincies en stimuleert vernieuwing Jeugdcultuurfonds www.jeugdcultuurfonds.nl – stimuleert kinderen in achterstandsposities mee te doen d.m.v. actieve kunstbeoefening Kunstconnectie www.kunstconnectie.nl – branchevereniging voor kunsteducatie-instellingen Kunsten ‘92 www.kunsten92.nl – vereniging van instellingen voor kunst, cultuur en cultuurbehoud Kunstfactor www.kunstfactor.nl – sectorinstituut amateurkunst 1

VORIGE

INDEX

Cultuurnetwerk en Kunstfactor vormen per 2013 het Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateur kunst. Wellicht krijgt de website ‘Cultuurplein’ van Cultuurnetwerk hierdoor een andere naam en vorm.

VOLGENDE


Mediawijzer www.mediawijzer.net – expertisecentrum voor mediawijsheid Ministerie van OCW www.rijksoverheid.nl/ministeries/ocw – ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Onderwijsraad www.onderwijsraad.nl – onafhankelijk adviesorgaan van de regering voor onderwijs Raad van 12 www.raadvantwaalf.nl – bundeling van provinciaal werkende cultuurinstellingen Raad voor Cultuur www.cultuur.nl – onafhankelijk adviesorgaan van de regering voor kunst, cultuur en media SLO www.slo.nl – nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Sociaal en Cultureel Planbureau www.scp.nl – interdepartementaal wetenschappelijk instituut Stichting Kunstkeur www.kunstkeur.com - het landelijk erkende kwaliteitsinstituut voor de kunsteducatie en amateurkunst Stichting Lezen www.lezen.nl – bevordert het lezen en adviseert het ministerie van OCW hierover Vereniging van Nederlandse Gemeenten www.vng.nl –biedt belangenbehartiging, dienstverlening en platform aan gemeenten

VORIGE

INDEX


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.