Werkboek PWS inkijkexemplaar

Page 1

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo

kopiëren zonder schriftelijke toestemming van IntroScience. Ondanks alle aan de samenstelling van deze handleiding bestede zorg kan IntroScience geen aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.

ISBN 978-94-91625-04-6

9 789491 625046

R AA PL M XE KE

logo’s en teksten, uitdrukkelijk voor. Het is dan ook niet toegestaan de informatie te verspreiden of te

Klas:

KI J

Disclaimer: IntroScience behoudt zich het auteursrecht van de op deze uitgave aanwezige beeldmerken,

Naam:

IN

Website: www.introscience.nl – e-mail: info@introscience.nl

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo - Stappenplan voor zelfstandig onderzoek

Dit is een uitgave van IntroScience V.O.F. – Valkenboskade 620, 2563 JP Den Haag

Stappenplan voor zelfstandig onderzoek



Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo

IN

KI

JK

EX

EM

PL

AA

R

Stappenplan voor zelfstandig onderzoek


Inhoud 1. WAT IS ONDERZOEK?

8

AA

R

1.1 Wat is onderzoek? 1.2 Vijf stappen van onderzoek

EX

EM

Onderwerp kiezen Onderwerp afbakenen Onderzoeksvragen formuleren Onderzoeksvoorstel

JK

2.1 2.2 2.3 2.4

3. INTRODUCTIE

IN KI

3.1 Hoe schrijf je een introductie?

4. METHODE

4.1 Waarom een methode? 4.2 Hoe ziet een methode eruit? 4.3 Hoe gebruik je een methode?

4

PL

2. EEN ONDERZOEK STARTEN

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo

8 9

12

12 13 17 27

32 32

36

36 38 53


5. RESULTATEN

6. DISCUSSIE

JK

EX

EM

6.1 Wat is een discussie? 6.2 Hoe ziet een discussie eruit? 6.3 Hoe schrijf je een discussie?

CONCLUSIE

IN KI

7.

AA

R

55

PL

5.1 Wat zijn resultaten? 5.2 Hoe zien resultaten eruit? 5.3 Hoe beschrijf je de resultaten?

55 58 61

63

63 63 81

83

8.

BRONNENLIJST

85

9.

LOGBOEK

90

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo

5


AA

R

Beste leerling,

JK

EX

EM

PL

Het maken van een profielwerkstuk (afgekort PWS) is een verplicht onderdeel van je opleiding. De term ‘profielwerkstuk’ is wat onhandig gekozen. Voor het maken van je profielwerkstuk ga je namelijk een onderzoek uitvoeren, waardoor de term ‘profielonderzoek’ beter zou passen. Houd bij het maken van je profielwerkstuk daarom altijd goed in gedachten dat je eigenlijk een onderzoek uitvoert en geen werkstuk aan het maken bent!

IN KI

In het onderzoek dat je uitvoert voor het PWS, toon je aan dat je de volgende vaardigheden beheerst: informatie verwerken, het opzetten en uitvoeren van een onderzoek, verslagleggen van resultaten, communiceren, presenteren en samenwerken. Dit werkboek zal je ondersteunen bij het uitvoeren van je onderzoek. Het volgen van de stappen en het maken van de opdrachten zal je helpen bij het uitwerken van je profielwerkstuk. De antwoorden op de opdrachten noteer je in het werkboek. Het letterlijk overschrijven van informatiebronnen noemen we ‘plagiaat’. Dit is strikt verboden. Als je de inhoud van een informatiebron wilt gebruiken, zal je die in je eigen woorden moeten overnemen. De bronnen die je hebt gebruikt voor het PWS, vermeld je overzichtelijk en op alfabetische volgorde in een bronnenlijst. Achterin dit werkboek vind je richtlijnen voor het maken van een bronnenlijst. Ook houd je hier de door jou gebruikte bronnen bij.

6

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo


R AA

EX

EM

PL

Op de universiteit en de hogeschool is het gebruikelijk om een logboek bij te houden tijdens het uitvoeren van een onderzoek. Dit ga je ook voor het PWS doen. In het logboek vermeld je gedetailleerd wat je hebt gedaan, wanneer je dit hebt gedaan en hoelang je hier mee bezig bent geweest. Achterin dit werkboek houd je het logboek bij.

IN KI

JK

Tijdens het hele proces van het PWS kan je met vragen terecht bij je begeleidende docent, mentor of de coördinator PWS. Daarnaast kun je met specifieke vragen over het doen van onderzoek terecht bij ons (info@introscience.nl). Communiceren is een belangrijk onderdeel van onderzoek. Zo kan je namelijk op nieuwe ideeën komen of samen nadenken over welke stappen je het beste kan nemen. Gebruik deze mogelijkheid om te overleggen, want dit kan de kwaliteit van je PWS positief beïnvloeden!

Heel veel succes!

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo

7


1. WAT IS ONDERZOEK? 1.1 Wat is onderzoek?

EX

EM

PL

AA

R

Voor je kunt beginnen aan het ‘profielonderzoek’, is het belangrijk dat we de titelvraag van dit eerste hoofdstuk beantwoorden. Wat is onderzoek precies? Kort gezegd is onderzoek een manier om een vraag te beantwoorden. De meeste vragen zijn simpel om te beantwoorden: je kunt het antwoord opzoeken, of je vraagt het aan iemand die het antwoord al weet. Soms kom je echter vragen tegen waarvan het antwoord nog niet bekend is. In dat geval kun je, door onderzoek te doen, zélf proberen je vraag te beantwoorden.

IN KI

JK

Het beeld dat veel mensen hebben van onderzoek, is dat van wetenschappers met witte jassen die proefjes doen in een laboratorium. Dit is een van de manieren om onderzoek te doen, maar het is zeker niet de enige manier. Als je bijvoorbeeld voor het vak geschiedenis onderzoek doet naar de vraag ‘Wat was de rol van vrouwelijke soldaten in de Tweede Wereldoorlog?’, dan zal je geen experiment gaan uitvoeren. In plaats daarvan zoek je naar bronnen in boeken of op internet die informatie bevatten over dit onderwerp. De gevonden informatie ga je vervolgens analyseren om een antwoord op je vraag te kunnen geven. Ook als je een maatschappelijke vraag hebt, bijvoorbeeld ‘Wat vinden Nederlanders van Zwarte Piet?’, ligt een proefje niet voor de hand. In dit geval kun je wel een enquête houden om de mening van deze groep te weten te komen. In een onderzoek probeer je een vraag te beantwoorden. De manier waarop je dit doet hangt sterk af van de vraag die je stelt. De meest gebruikte manieren om onderzoek te doen zijn: een experiment uitvoeren, een enquête houden of bronnen met elkaar vergelijken. Onafhankelijk van welke methode je gebruikt, gaat dit werkboek je stap voor stap helpen bij het doen van jouw onderzoek.

8

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo


1.2 Vijf stappen van onderzoek

EM

PL

wat er onderzocht wordt (introductie); hoe het onderzoek uitgevoerd wordt (methode); wat er gevonden is (resultaten); wat de resultaten betekenen (discussie); wat er uit het onderzoek geconcludeerd kan worden (conclusie).

EX

1. 2. 3. 4. 5.

AA

R

Een boek heeft een gestructureerd verhaal, waarin de hoofdstukken een logische volgorde hebben. Als de schrijver een hoofdstuk vergeet of weglaat, dan mist de lezer informatie waardoor hij of zij het verhaal niet goed kan volgen. Net als een boek, heeft een onderzoek een structuur. Deze bestaat uit een vijftal ‘hoofdstukken’. Dit kan je zien als een stappenplan voor het doen van onderzoek. Deze stappen hebben een vaste volgorde met elk een eigen functie. We noemen dit het ‘onderzoeksproces’. Door dit proces letterlijk te beschrijven in je verslag wordt duidelijk:

IN KI

JK

De eerste twee stappen uit het onderzoeksproces (introductie en methode) doorloop je al vóórdat je het onderzoek gaat uitvoeren. Ze zijn nodig om je onderzoek op te zetten. Andere stappen kun je pas doorlopen nadat het onderzoek is uitgevoerd (de resultaten, discussie en conclusie). Bij elke stap maak je keuzes die invloed hebben op de rest van het onderzoek.

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo

9


VOORBEELD In de onderstaande tabel is een voorbeeld onderzoek naar verkeersongevallen uitgewerkt. De onderzoeksvraag van dit onderzoek kan op verschillende manieren worden beantwoord. Om te laten zien dat het onderzoeksproces hetzelfde is bij een experiment, enquête of bronnenonderzoek, zijn de 5 stappen van onderzoek voor deze drie typen uitgewerkt. Let op de overeenkomsten tussen de onderzoeksvragen en de conclusies die worden getrokken. Enquête Veel verkeersongevallen worden

Veel verkeersongevallen

ongevallen worden

veroorzaakt door te hoge snelheden.

worden veroorzaakt door te hoge

veroorzaakt door te

Hier onderzoeken we welke

snelheden.

hoge snelheden.

bestuurders te hard rijden in de

Hier onderzoeken we welke

Hier onderzoeken

binnenstad.

bestuurders te hard rijden in de binnenstad.

we welke bestuur-

PL

In een interview vragen of mensen

Rapporten over verkeersover-

meting het automerk

weleens te hard rijden en welk merk

tredingen vergelijken. Snelheids-

en de gereden

auto ze rijden.

overtredingen in de binnenstad in

snelheid noteren. Het gemiddelde

BMW Citroën Volks-

Gemiddelde snelheid

Merk

53

gemiddelde boetebedrag per merk wordt berekend.

Nee

Aantal respondenten

Merk

Aantal snelheidsovertredingen

Euro

Volvo

77%

23%

23

Audi

31%

€ 88,-

55

Mercedes

81%

19%

8

Volvo

17%

€ 78,-

48

Hyundai

33%

67%

17

Citroën

8%

€ 55,-

52

Volks-

42%

78%

28

Volks-

24%

€ 122,-

...%

€ ...

wagen ...

2016 worden gebruikt en het

Ja

IN KI

Audi

JK

wordt berekend.. Merk

EM

Bij een snelheids-

EX

Methode

de binnenstad.

Resultaten

R

Veel verkeers-

ders te hard rijden in

Discussie

Bronnen

AA

Introductie

Experiment

wagen ...

wagen ...%

...%

...

De gemiddelde

Het hoogste percentage ‘hard’ rijders

Bestuurders met een Volkswagen

snelheid van

werd gevonden bij Mercedes-bestuur-

hadden gemiddeld de hoogste

BMW-rijders was het

ders, maar die groep bestond maar uit

boetes, maar Audi-bestuurders

hoogst, maar het

8 mensen.

maakten vaker een verkeersovertreding.

verschil met Audi

Conclusie

was erg klein.

10

BMW-bestuurders

Mercedes-bestuurders rijden het

Audi-bestuurders braken het

rijden het hardst in

vaakst te hard in de binnenstad.

vaakst de snelheidslimiet, en

de binnenstad.

reden dus het vaakst te hard in de binnenstad.

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo


R AA PL EM EX

IN KI

JK

De informatie die je in bronnen vindt over een onderwerp, bepaalt in zekere zin de onderzoeksvraag die je stelt. De onderzoeksvraag die je wilt beantwoorden bepaalt ook het type onderzoek dat je gaat doen (bijvoorbeeld een experiment uitvoeren, enquêtes afnemen of bronnen met elkaar vergelijken). Het soort resultaat dat je krijgt, wordt bepaald door het type onderzoek dat je uitvoert (bijvoorbeeld getallen uit een experiment of geschreven tekst uit een interview). Deze eerste paar stappen samen, hebben invloed op de betekenis van de resultaten en bepalen wat er uiteindelijk geconcludeerd kan worden. Het is dus belangrijk dat je deze vijf stappen in de bovenstaande volgorde doorloopt en dat elke stap duidelijk terug te vinden is in je verslag. Het onderzoeksproces loopt als rode draad door dit werkboek. We beginnen met het voorbereiden van het onderzoek in Hoofdstuk 2: ‘Een onderzoek starten’. Vervolgens behandelen we in Hoofdstuk 3 tot en met Hoofdstuk 7 de vijf bovengenoemde stappen.

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo

11


2. EEN ONDERZOEK STARTEN 2.1 Onderwerp kiezen

IN KI

O P D R AC H T 1

JK

EX

EM

PL

AA

R

Voordat je kunt beginnen aan je onderzoek, moet je eerst een onderwerp kiezen. Een onderwerp is vaak erg breed, zoals ‘de Tweede Wereldoorlog’, ‘de Nederlandse politiek’, ‘voeding’ of ‘gedrag’. Omdat het maken van je PWS veel tijd zal kosten, is het belangrijk dat je een onderwerp kiest dat jij leuk of interessant vindt. Probeer een onderwerp te kiezen waar je graag meer over zou willen weten. Denk hierbij aan hoe iets werkt, welke invloeden iets heeft (gehad), of een onderwerp met een relevante aanleiding uit het nieuws.

Bedenk een onderwerp.

12

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo


2.2 Onderwerp afbakenen

AA

R

Onderwerpen zijn te breed om te onderzoeken. Als iemand zegt dat hij ‘de Tweede Wereldoorlog’ gaat onderzoeken, dan weet je niet precies waar het onderzoek over gaat. Het onderzoek kan betrekking hebben op het ontstaan van deze oorlog, op een bepaalde veldslag of op de verdragen die na de oorlog zijn getekend. Dit geldt ook voor het onderwerp ‘voeding’, waarbij een onderzoek bijvoorbeeld kan gaan over verschillende eetculturen, de Schijf van Vijf, bepaalde voedselkeurmerken of het verschil tussen huismerken van verschillende supermarkten.

IN KI

JK

EX

EM

PL

Een goed onderzoek naar alle onderdelen die bij een onderwerp horen, zou jaren duren. Om die reden is het beter om één van de onderdelen te kiezen. Dit noemen we een ‘deelonderwerp’. Het beschrijft preciezer en in meer detail wat je wilt onderzoeken. Het op deze manier verkleinen van je onderzoek noemen we ook wel het ‘afbakenen’. Dit is een belangrijke stap die je zal helpen om een overzichtelijk onderzoek op te stellen, dat je kunt uitvoeren binnen de beschikbare tijd. Hieronder staan een aantal oefeningen die je zullen helpen bij het afbakenen van je onderwerp.

O P D R AC H T 2

Bedenk een deelonderwerp.

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo

13


O P D R AC H T 3

Noteer tien termen die te maken hebben met jouw (deel)onderwerp. Denk bijvoorbeeld aan definities, gebeurtenissen, namen, theorieĂŤn of tijdsperiodes. 1. 2.

AA

R

3.

PL

4.

EM

5.

EX

6.

9. 10.

14

IN KI

8.

JK

7.

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo


O P D R AC H T 4

AA

R

De termen uit de lijst van opdracht 3 ga je nu invullen in het vierkant hieronder. Doe dit door de termen die veel met elkaar te maken hebben bij elkaar in de buurt te schrijven (zie het voorbeeld op de v0lgende bladzijde). Zo ontstaan er denkbeeldige ‘groepen’ van woorden die met elkaar te maken hebben. Terwijl je deze groepen maakt, ga je voor jezelf na waarom de termen een verband met elkaar hebben. Als een term niet direct bij het deelonderwerp hoort, maar er toch zijdelings mee te maken heeft, kan je het woord net buiten het vierkant schrijven. Het vierkant is een visuele representatie van het (deel)onderwerp.

Deelonderwerp:

IN KI

JK

EX

EM

PL

Onderwerp:

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo

15


V O O R B E E L D : Energiedrank

Verschillende merken Alcohol

Concentratievermogen

Reactiesnelheid

Koffie

Cafeïne

R

Sportdrank

Taurine

PL

AA

Suiker

Toelichting: het onderwerp is hier ‘voeding’ en het deelonderwerp ‘energiedrank’.

EM

Denkbeeldige groepen zijn bijvoorbeeld: werkzame stoffen: cafeïne, taurine en suiker;

IN KI

JK

EX

dranken met vergelijkbare effecten: alcohol, koffie en sportdrank.

16

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo


2.3 Onderzoeksvragen formuleren

AA

R

Een onderzoek geeft altijd antwoord op een hoofdvraag. Met een hoofdvraag probeer je bijvoorbeeld te achterhalen hoe of waarom iets gebeurt, hoe het is verlopen, wat de invloed van iets is, of hoe of waarom iets (zo) werkt. Vaak is het beantwoorden van een hoofdvraag lastig, omdat het antwoord afhankelijk is van veel verschillende aspecten. Een goed geformuleerde hoofdvraag houdt in dat je het antwoord niet direct uit een informatiebron kunt halen; je moet bijvoorbeeld zelf een experiment uitvoeren, een doelgroep ondervragen of een vergelijking maken van verschillende bronnen. V O O R B E E L D : Enkele voorbeelden van goede hoofdvragen:

PL

1. Wat zegt het merk auto dat je rijdt over iemands persoonlijkheid? 2. Gedragen dieren zich anders in steden dan in natuurlijke gebieden?

JK

O P D R AC H T 5

EX

EM

3. Hoe werven winkeliers nieuwe klanten?

IN KI

Maak combinaties van termen die een logisch verband met elkaar hebben en een basis vormen voor het formuleren van goede onderzoeksvragen. Doe dit door cirkels om de termen te trekken die je bij opdracht 4 in het vierkant hebt geschreven. Je zet een cirkel om termen die met elkaar te maken (kunnen) hebben. Termen kunnen binnen meerdere cirkels vallen. In de onderstaande figuur hebben we cirkels gezet in het voorbeeld van opdracht 4.

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo

17


V O O R B E E L D : Energiedrank

Concentratievermogen

Verschillende merken Alcohol

Reactiesnelheid

Koffie Sportdrank

Cafeïne

AA PL

Toelichting van de verbanden in de cirkels:

Taurine

R

Suiker

- cafeïne en taurine zijn de oppeppende stoffen in energiedrank. De effecten van de stoffen

EM

verschillen misschien;

- concentratievermogen en reactiesnelheid kunnen beide worden beïnvloed door

EX

energiedrank;

- energiedrank, alcohol en koffie zijn dranken die mensen (kunnen) beïnvloeden. Voor

JK

sportdrank geldt dit misschien in mindere mate, maar dat zou getest kunnen worden; - verschillende merken kunnen het concentratievermogen misschien anders beïnvloeden.

IN KI

Koffie zou als drank ook getest kunnen worden.

Net als het afbakenen van je onderwerp, is het belangrijk dat je je hoofdvraag voldoende afbakent. Aan de hand van de combinaties uit het voorbeeld van opdracht 5, zou je de hoofdvraag ‘Wat is het effect van energiedrank?’ kunnen stellen. Toch is deze hoofdvraag nog te breed geformuleerd. Het is namelijk niet duidelijk welk effect van energiedrank je wilt onderzoeken of op welke doelgroep. Een goed afgebakende hoofdvraag zou dan kunnen zijn ‘Wat is het effect van energiedrank op het concentratievermogen van jongeren?’.

18

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo


O P D R AC H T 6

EX

EM

PL

AA

R

Formuleer een hoofdvraag aan de hand van de omcirkelde termen voor het afgebakende (deel)onderwerp. Deze vraag kan betrekking hebben op verschillende clusters/cirkels.

IN KI

JK

Omdat het beantwoorden van een hoofdvraag vaak lastig is, kan het helpen om deelvragen te formuleren die enkele aspecten afzonderlijk behandelen. Deelvragen worden zo geformuleerd dat ze meestal met ‘ja’ of ‘nee’ beantwoord kunnen worden. Deze formulering zorgt ervoor dat je vaak een relatief eenvoudig antwoord kunt geven.

Werkboek Profielwerkstuk havo/vwo

19


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.