Raak die steen niet aan!
TONEELLEZEN
Wie zijn wij?
Tim
Ik ben Tim.
Ik ben gek op stenen. Stenen zijn echt niet saai, hoor! Je hebt kwarts en jade en agaat.
Maar de zwarte steen in dit verhaal … Die is echt niet normaal.
Mirte
Hallo, ik ben Mirte dus. Ik woon naast Tim. Ik vind stenen saai.
Nou ja, ik vond stenen saai. Tot we die zwarte steen zagen. Wat er toen gebeurde …
Agaat
Aangenaam, ik ben Agaat. Ik heb een winkel met stenen. Zeldzame stenen.
Maar stiekem is het meer dan een winkel.
Raak de zwarte steen maar eens aan!
Steen
De zwarte steen zingt: Tim en Mirte, blijf niet staan. Wil je reizen? Raak mij aan!
Wachter
IK BEN DE WACHTER
VAN HET KASTEEL. WAT IS HET WACHTWOORD VAN TWAALF?
ZEG OP!
NU!
Zwarte Ridder
Ik ben de Swarte Ridder. Ik heb een geheim. Een paar geheimen selfsss. Maar dat leesss je self maar.
Spion Geheimen?
Die heb ik ook!
JE HEBT ÉÉN KANS!
Hallo, ik ben Tim.
Dit boek gaat over mij en Mirte.
Mirte en ik zijn buren.
We zijn ongeveer even oud.
We kennen elkaar al heel lang.
Van toen we nog peuters waren.
In dit boek beleven we iets heel spannends.
Wat?
Dat moet je zelf maar lezen!
Dit boek lees je samen, en hardop.
Je doet net alsof je iemand uit het boek bent.
Je mag kiezen wie je wilt zijn.
Speel toneel met je stem.
Er staan ook stukjes tekst met schuine letters.
Spreek af wie die zinnen voorleest.
Je kunt het om de beurt doen.
Tim 8 Eerst
dit
even
Zo laat je het echt klinken:
Geef elke persoon een eigen stem.
Bijvoorbeeld:
De vrouw in de winkel praat deftig.
Zij klinkt als een dame van adel.
Probeer dan ook echt zo te praten.
Een zin met ! klinkt luid.
Bij ? moet de zin klinken als een vraag.
Wacht even bij een punt of een komma.
Dik gedrukte woorden mag je lekker hard lezen.
Staat het woord in HOOFDLETTERS?
Dan mag je zelfs roepen.
Maar is het klein gedrukt?
Dan moet je juist fluisteren.
Is iemand bang, boos of moe?
Denk dan na: hoe klinkt zo iemand?
En laat dat horen met je stem.
9
Tim en Mirte staan voor een winkel.
Het is een winkel met stenen.
Ze kijken door de ruit.
Tim wil wel naar binnen,
maar hij durft niet zo goed.
Je zult wel horen waarom.
Tim vindt het dus erg spannend.
Dat hoor je aan zijn stem.
Mirte vindt het juist een saaie winkel.
En ze vindt dat Tim zich aanstelt.
Mirte Ik snap het niet.
Wat is er nou leuk aan deze winkel?
Ik zie alleen maar beelden.
En boeken.
En stenen.
Stenen, stenen, stenen.
Saai!
10
Mirte Tim
Een winkel vol stenen
Tim Stenen zijn niet saai.
En trouwens …
Het zijn niet zomaar stenen.
Tim wijst door de ruit.
Tim Dat is kwarts.
Dat is jade.
En dat is een maansteen.
Die komt niet van de maan, hoor.
Die heet gewoon zo.
En … wow!
Tims ogen worden groot.
Tim Dat is een zeldzame steen.
Die komt van Mars.
Mirte Mars?
Kun je die eten dan?
Tim Doe niet zo flauw.
Die steen is heel erg duur, hoor.
Mirte Zo ziet hij er niet uit.
Volgens mij is het een baksteen.
Tim Echt niet.
Zie je dan niet hoe hij glinstert?
Dat komt doordat er stukjes ijzer in zitten.
Mirte Het zal wel.
Zullen we doorlopen?
11
Ik wil naar huis.
Ik wil iets leuks doen.
Tim Nog even kijken.
Daar achterin staan nog meer stenen.
Hij duwt zijn neus tegen de ruit.
Mirte Waarom ga je niet naar binnen?
Tim Nou ja … eh …
Dat mag niet van mijn vader en moeder.
Ik mag niet alleen een winkel in.
Mirte Maar je bent niet alleen.
Ik ben toch bij je?
Kom mee!
12
Mirte pakt Tims hand vast.
Ze wil hem meetrekken.
Maar Tim trekt zijn hand los.
Tim Nee, nee!
L-l-laten we maar naar huis gaan.
Mirte Waarom ben je bang?
Tim Ik ben niet bang!
Mirte Zo klink je wel.
Je st-st-stottert helemaal.
Tim Nou ja …
Misschien ben ik een beetje bang.
Hij begint te fluisteren.
Tim Volgens mijn broer …
woont er een heks in die winkel.
Mirte Een heks?!
Tim Sssst!
Mirte Heksen bestaan niet.
Ja, alleen in sprookjes.
Maar niet in het echt.
Of geloof jij nog in sprookjes?
Ben je soms een peutertje?
Koetsjie, koetsjie.
Tim Hou op!
Het is geen sprookje.
Mijn broer heeft haar gezien.
13
Ze is heel oud.
En ze heeft een lange, zwarte jurk.
Mirte En ze vliegt zeker op een bezem?
Je bent gewoon een bange poepbroek.
Ik ga naar binnen!
Ik wil die heks wel eens zien!
Tim Nee, wacht!
Mirte Kom maar mee.
Als je durft …
14
Waar is de heks?
Tim en Mirte gaan de winkel in.
Tim vindt het erg spannend.
Hij stottert soms.
Mirte klinkt stoer.
Ze is wel benieuwd naar die heks.
Straks ontmoeten ze een vrouw.
Zij praat deftig.
Speel je Mirte?
Dan mag je ook de oude vrouw spelen.
Tim We hadden dit niet moeten doen.
We hadden niet naar binnen moeten gaan.
Mirte Waarom fluister je?
Ben je bang dat de heks je hoort?
Tim Sssst!
Stil nou!
Mirte Waarom?
Ik wil wel eens een echte heks zien.
Tim 15
Agaat Mirte
Tim En je zei net dat heksen niet bestaan.
Mirte Nou ja, wie weet …
Hallo, is daar iemand?
HALLOOOO?
Het blijft stil in de winkel.
Tim Er is niemand.
Misschien kunnen we beter weggaan.
Mirte Wil je dan al die stenen niet zien?
Je bent hier nu toch.
En die heks is er niet.
Tim Dat is waar.
Kijken kan geen kwaad.
Hoop ik.
Tim loopt naar een grote glazen kast.
Hij wordt helemaal blij.
Hij wijst allemaal stenen aan.
Tim Dat is granaat.
Mirte Wat?!
Wegwezen!
Tim Nee joh, zo heet hij gewoon.
En dat is zwart opaal.
Ik ben benieuwd of die echt is.
Er zijn heel veel neppe.
De echte zijn superduur.
16
Mirte En die?
Die roze.
Is dat een diamant?
Tim Nee, joh.
Dat is topaas of …
Agaat Welkom in mijn winkel.
17
‘Raak die steen niet aan!’ roept Tim.
Maar Mirte doet het toch.
Flits.
Ze doen hun ogen open.
Waar zijn ze?
Het lijkt wel een andere wereld!
Hoe komen ze nou weer terug?
Dit boek lees je samen, en hardop.
Jullie verdelen de rollen.
Speel toneel met je stem.
Veel plezier!
met tekeningen van Madeleine van der Raad
Tim Mirte
NUR 287
ISBN 978-90-487-4494-7
9 789048
744947