Arbo rendement 2014 04

Page 1

JA ARGANG 8

Ik weet waar je huis woont!

4

Daar zijn we weer

NUMMER 4

10

APRIL 2014

Wel/geen bedrijfsarts

15

Eerst even uittesten

18

Agressie op het werk kan veel pro-

De Inspectie SZW is geen adviesbu-

De arboverpleegkundige kan een

Wilt u eerst eens uitproberen welk

blemen opleveren. In arbocatalogi

reau. Ze zijn er niet om u goede raad

goed alternatief zijn voor een be-

werk een arbeidsgehandicapte werk-

vindt u allerlei mogelijkheden om

te geven, maar om te controleren of

drijfsarts. Zolang u maar niet ver-

nemer nu eigenlijk kan doen voordat

agressie tegen te gaan. Een over-

u zich wel aan de arboregels houdt.

geet dat u voor sommige taken een

u hem in dienst neemt? Dat kan.

zicht van de beste oplossingen.

Want die moet u gewoon kennen.

bedrijfsarts móet inschakelen!

Met een proefplaatsing.

Wilt u meer of minder pollen? Door de zachte winter en het droge, zonnige voorjaar is het hooikoortsseizoen van 2014 vroeg begonnen. De belangrijkste bomen en planten die met hun pollen uw medewerkers de adem benemen, vindt u in de tabel hieronder. Wat kunt u ondertussen doen om klachten van hooikoortspatiënten te beperken? Een paar tips. Houd ramen tussen april en september zo veel mogelijk gesloten. Zorg daarnaast voor een schone en stofvrije werkplek en een goede

Zit uw organisatie ook op de 3,9%? De cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over het ziekteverzuim in 2013 kwamen voor u misschien niet meer als een verrassing. Zoals verwacht, is het verzuim uitgekomen op een historisch laag percentage, namelijk 3,9%. Sinds 1996 was dit aantal niet zo laag. Wel ziet het CBS grote verschillen tussen organisaties. Kleine werkgevers (met minder dan tien werknemers) blijken succesvol in de beperking van ziekteverzuim. Met een ver-

zuimpercentage van 1,6% presteerde het kleinbedrijf heel goed. Cijfers Grote organisaties hadden in 2013 een bovengemiddelde hoog verzuimpercentage: 4,7%. Middelgrote organisaties (tussen de tien en honderd werknemers) zaten net onder het landelijk gemiddelde (3,4%). Dit zijn interessante cijfers. Maar wat heeft u daar aan? Heel weinig, als u het verzuimprecentage van

uw organisatie niet eens weet. Het verzuimpercentage is totaal aantal verzuimde dagen in procenten van het totaal aantal gewerkte dagen van een werknemer in een periode. Wilt u hier beter zicht op, gebruik dan de vaktool ‘Verzuimpercentage berekenen’ op rendement.nl/arbotools. Op basis van de berekening kunt u beoordelen hoe succesvol het verzuimbeleid van uw organisatie eigenlijk is. Lees verder op pagina 2

luchtvochtigheid (40-60%).

Pollen

Soort

Bloeitijd

Gras Brandnetel Berk Den/spar Kastanje/eik Els Zuring Weegbree Bijvoet Cipresbomen

mei–sept juni–sept maart–mei april–mei april–juni feb–mei mei–aug mei–sept juli–aug maart–mei

IN DIT NUMMER

Agressie in arbocatalogi

4

Vraag ’n antwoord

6

Inwerken en arbo

7

Inspectie SZW

10

Rechtspraak 13 Arboverpleegkundige 15 Vraag ’n antwoord

17

Proefplaatsing 18 Checklist Tocht

20

Adembescherming 21 Bron: gezondheidsnet.nl

Luchtig 24

… en natuurlijk veel nieuws


financieel premie

arbobeleid verzuim

Welkom terug bij UWV, hier is de nieuwe rekening!

A

ls uw organisatie eigenrisicodrager is voor de ZWflex, betaalt uw werkgever zelf de Ziektewetuitkeringen van (ex-)medewerkers die ziek zijn bij het einde van hun dienstverband. Hij hoeft dit risico niet zelf te dragen; hij kan het ook herverzekeren bij een private verzekeraar. Deze kan bijvoorbeeld lagere premies bieden dan UWV.

Stokje Tot voor kort konden werkgevers bij beëindiging van het eigenrisicodragerschap voor de ZW-flex premievoordeel behalen. UWV rekent namelijk in de eerste twee jaar de minimumpremie voor de ZW-flex (0,14%

in 2014) en deze ligt al snel lager dan de verzekeringspremie. Hier heeft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onlangs een stokje voor gestoken. In die eerste twee jaar kunnen namelijk wel flexwerkers instromen in de Ziektewet en dan loopt UWV een te groot risico. Bovendien wil de minister dat werkgevers niet overstappen uitsluitend wegens een lage premie, maar dat ze ook andere aspecten meewegen, zoals verantwoordelijkheid voor de re-integratie en de stabiliteit van de premie. Daarom heeft hij besloten om per 1 januari 2015 de terugkeerpremie ZW-flex voor (middel)grote werkgevers te verhogen.

arbobeleid verzuim

Laag verzuim is niet altijd de verdienste van de werkgever Vervolg van de voorpagina Het ziekteverzuim in Nederlandse organisaties daalt al ruim tien jaar. Volgens het CBS komt dit door wetgeving als de Wet verbetering Poortwachter. Hierdoor heeft de werkgever de verantwoordelijkheid voor de verzuimbegeleiding en re-integratie van een zieke werknemer.

Addertje Als u die wettelijke verplichtingen naleeft, ziet u dat zeker terug in de verzuimcijfers van uw organisatie. Maar er zit ook een addertje onder het

2

Arbo Rendement 4-2014

gras: de crisis. Het lage verzuim wordt – en dat is geen verrassing – ook veroorzaakt door de economische omstandigheden. Werknemers melden zich niet snel ziek, bang om hun baan bij te verliezen bij een reorganisatie. Ze werken ziek door, maar dat kan op termijn grotere gevolgen voor de gezondheid hebben. Wees kritisch. Vergelijk het verzuimpercentage van uw organisatie met branchecijfers of met die van een vergelijkbare bedrijfsgrootte. Ligt het verzuim fors onder het gemiddelde, dan is dat ook reden voor zorg!

MKB is onderverzekerd Als een medewerker langdurig ziek uitvalt, kost dat al snel tienduizenden euro’s. Met een verzuim-, ongevallen- of arbeidsongeschiktheidsverzekering kunt u dit risico deels afdekken, maar dit is geen goedkope oplossing.

Onderzoeken Volgens adviesbureau Mercer heeft daarom ruim de helft van de ondernemers in het

Nederlandse midden- en kleinbedrijf hiervoor geen verzekeringen. Dat kan risicovol zijn voor werkgever en werknemers. Wilt u een goede afweging maken voor uw organisatie? Dan moet u eerst het verzuim goed onderzoeken. Dat doet u door een goede verzuimregistratie bij te houden. U kunt dan de kosten van verzuim afzetten tegen de kosten van een verzekering.

preventie brandveiligheid

De klok horen luiden...

M

aar liefst 40% van de Ne­ derlanders neemt geen poolshoogte als in de directe omgeving een alarm afgaat. Dat blijkt uit onderzoek van beveiliger Securitas. Als arboprofessional heeft u ongetwijfeld al eens meegemaakt dat mensen stug bleven doorwerken als het brandalarm door uw pand schalde. Als u ervoor wilt zorgen dat medewerkers zichzelf in veiligheid kunnen brengen

bij ernstig gevaar, is een goed calamiteitenplan cruciaal.

A4’tje In dit plan staan de ontruimingsprocedures en de taakverdeling voor uw BHV-team. Zet een samengevatte versie van het calamiteitenplan, met een plattegrond, vluchtwegen en blusmiddelen, op een A4’tje en verspreid dit zodanig dat niemand er omheen kan.

werkplek hulpmiddelen

Werken in de veilige modus Werknemers brengen bijna de helft van hun werkdag achter de computer door. Daarom is beeldschermwerk één van de grootste arbeidsrisico’s.

Richtlijn Wilt u weten of u medewerkers op dit gebied voldoende beschermt, raadpleeg dan de nieuwe ‘Multidisciplinaire Richtlijn Computerwerk’ van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskundigen (NVAB). De

volgende vier gezondheidsrisico’s komen hierin aan bod: ▪▪ arm-, nek-, en schouderklachten; ▪▪ zittend werk en lichamelijke inactiviteit; ▪▪ oogklachten; ▪▪ stress door nieuwe technologie of informatieoverbelasting. Per risico krijgt u adviezen voor het nemen van preventieve maatregelen. U kunt de richtlijn downloaden via de website nvab.artsennet.nl.


wetgeving aansprakelijkheid

arboverplichtingen RI&E

Ten minste houdbaar tot morgen

D

e Arbowet eist van de werkgever dat hij een volledige RI&E opstelt en deze actueel houdt. Hij moet de RI&E bijstellen als ‘de daarmee opgedane ervaring, gewijzigde werkmethoden of werkomstandigheden of de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening daartoe aanleiding geven’. Maar wanneer moet u precies de RI&E aanpassen?

Jaarlijks Elke wijziging van de arbeidsomstandigheden vraagt om een nieuwe RI&E (zie de voorbeelden in de afbeelding hieronder). Andere redenen voor aanpassing zijn:

▪▪ een opvallende stijging van het ziekteverzuim of het aantal arbeidsongevallen; ▪▪ nieuwe normen en arboregels; ▪▪ nieuwe beschermingsmaatregelen of hulpmiddelen. Wilt u zeker weten dat uw RI&E up-to-date is, dan is het verstandig om jaarlijks de RI&E te evalueren. Ook is het raadzaam de RI&E elke drie tot vijf jaar opnieuw uit te voeren. Dat is de beste garantie voor een veilige en gezonde werkplek, én zo voorkomt u ook dat de Inspectie SZW bij een controle een boete oplegt. Een verouderde RI&E kost maximaal € 750!

Compensatie voor asbestosepatiënten Wie door werken met asbest stoflongen heeft gekregen, kan voortaan aanspraak maken op een financiële tegemoetkoming van € 19.000 van de overheid, vooruitlopend op een schadevergoeding van de werkgever. Eerder gold dat alleen voor mensen met de ziekte maligne mesothelioom.

Bouwmateriaal Nu is asbest verboden, maar tot 1993 werd het veel gebruikt als bouwmateriaal. Als er asbestvezels vrijkomen, ontstaan gezondheidsrisico’s. De schadevergoeding die werkgevers dan aan een zieke werknemer moeten betalen, kan oplopen tot € 55.000. Komen in de werksituatie mogelijk asbestdeeltjes vrij? Zorg dan dat werknemers contact ermee vermijden en laat het asbest door een gecertificeerd bedrijf verwijderen.

wetgeving arboregels

Een hele vierkante ­meter pauzeruimte

wetgeving cao

Achterhaalde arbo-afspraken? Valt uw organisatie onder een cao, kijk dan goed of de arbobepalingen hierin nog steeds voor u gelden. Werkgeversvereniging AWVN heeft uitgerekend dat sinds 1 april 2014 maar liefst 518 van de 900 cao’s verlopen zijn. Dit kan gevolgen hebben voor uw arbobeleid.

Nawerking Als een cao verloopt, betekent dat niet automatisch dat de bepalingen daarin niet meer geldig zijn. U heeft vaak te maken met nawerking: bestaande bepalingen blijven gelden totdat de sociale partners

een nieuwe cao hebben gesloten. Maar onder de nawerking vallen alleen gebonden werkgevers en hun werknemers. Of en wanneer u gebonden bent aan de caoafspraken over arbobeleid, ziekteverzuim en re-integratie, hangt af van het karakter van de cao. De vaktool ‘Soorten cao’s’ op rendement.nl/arbotools geeft u een overzicht van de cao’s die er zijn en in hoeverre u gebonden bent aan de bepalingen hierin. Uiteraard moet u zich altijd houden aan de wettelijke regels én aan de afspraken die staan in de individuele arbeidsovereenkomsten.

In de wetgeving en diverse cao’s staan bepalingen voor pauzes. Er zijn niet alleen regels voor de pauzetijden, maar ook voor de pauzeruimte. Als arboprofessional moet u erop toezien dat uw organisatie deze regels naleeft.

Rookvrij Het Arbobesluit verplicht de werkgever om een pauzeruimte voor zijn medewerkers in te richten. Ook noemt het besluit criteria waaraan de ruimte moet voldoen. Zo moet de pauzeruimte: ▪▪ zich in of vlakbij de organisatie bevinden; ▪▪ rookvrij zijn; ▪▪ voldoende stoelen en tafels hebben. Ook moet de pauzeruimte groot genoeg zijn. Als richtlijn wordt daarbij één vierkante meter per pauzerende werknemer gehanteerd.

Arbo Rendement 4-2014

3


PSA

Welke arbocatalogi bieden goede oplossingen tegen agressie?

Eerst tot tien tellen Zoals u weet, is agressie een vorm van ongewenst gedrag op de werkvloer die u moet bestrijden. Het is belangrijk dat u goed beleid heeft om agressie op de werkvloer tegen te gaan. En komt agressie regelmatig voor in uw organisatie, of krijgen uw medewerkers het gevoel dat het ‘erbij’ gaat horen, dan is het tijd voor een gedegen aanpak. Misschien heeft u dan iets aan oplossingen uit een arbocatalogus.

A

Als u serieus werk gaat maken van de aanpak van agressie en geweld in uw organisatie, begin dan bij uw eigen arbocatalogus. Daarin staan immers de oplossingen die het beste passen bij uw eigen branche of sector. U kunt via veiligengezondwerken.nl of arboportaal.nl nagaan of er voor uw branche een arbocatalogus bestaat. Maar net als met de oplossingen voor werkdruk die in een eerder artikel aan bod kwamen (zie hiervoor Arbo Rendement 10-2013), is er veel kwaliteitsverschil binnen catalogi die agressie behandelen.

Bomen De ene catalogus is in enkele pagina’s klaar, de andere heeft hele boekwerken op de site geplakt waarin u door de bomen het bos niet meer ziet. Ook zijn er veel branches die het onderwerp niet hebben opgenomen in de arbocatalogus. In de speurtocht naar de catalogi met de beste oplossingen voor agressie vielen acht catalogi in positieve zin op. U kunt deze terugvinden in het kader hiernaast. Er zijn een aantal redenen waarom juist deze arbocatalogi echt opvielen. Zo waren ze gebruiksvriendelijk, boden goede oplossingen, die bovendien goed pasten bij de branche, en gingen ook in op de 4

Arbo Rendement 4-2014

implementaie van de maatregelen uit de catalogus. Het is natuurlijk belangrijk dat u de informatie gemakkelijk kunt vinden. De websites waarop deze acht catalogi staan, zijn overzichtelijk, logisch en duidelijk. De arbocatalogus van de drogisterijen verdient hier de eerste eervolle vermelding. Een duidelijke site, met een logisch menu en korte, maar krachtige informatie. Ook de site van de verzekeraars oogt rustig en duidelijk. De catalogus van de Verpleeg-, Verzorgingshuizen & Thuiszorg (VVT) maakt een logisch onder-

scheid in oplossingen die u voor, tijdens of na een incident in kunt zetten. Ook de uitzendbranche biedt een mooie logische indeling aan de hand van zes vragen of thema’s: ▪▪ Wat is agressie? ▪▪ Wanneer ga je aan de slag met agressie? ▪▪ Hoe ga je aan de slag met agressie? ▪▪ Minimale maatregelen agressie; ▪▪ Aanvullende maatregelen agressie; ▪▪ Agressie: wet- en regelgeving. Deze indeling nodigt zeker uit tot doorklikken!

Zelfinspectietool Het tweede punt gaat over de kwaliteit van de oplossingen. Een arbocatalogus is bedoeld als oplossingenboek. Dus u moet er dan ook wel echt oplossingen in kunnen vinden, niet alleen informatie over het onderwerp en het belang van het aanpakken ervan. Bij oplossingen tegen agressie liggen huis- en gedragsregels, voorlichten en trainen, opvang en nazorg

Acht goede arbocatalogi over agressie Bent u op zoek naar goede en toepasbare oplossingen om agressie in uw organisatie tegen te gaan? Ga dan het web op en kijk er de volgende acht arbocatalogi eens op na: 1 Drogisterijen (metplezierwerkenindedrogisterij.nl) 2 Gehandicaptenzorg (profijtvanarbobeleid.nl) 3 Gemeenten (zoeken naar arbocatalogus agressie 2.0 op aeno.nl, of aeno.nl/programmas/arbocatalogus-gemeenten/ arbocatalogus-agressie-en-geweld-20/)

4 Tankstations (mobiliteit.arbocatalogus. net) 5 Uitzendbranche (arbocatalogus-uitzendbranche.nl) 6 Verpleeg-, Verzorgingshuizen & Thuiszorg (arbocatalogusvvt.nl) 7 Voortgezet onderwijs (arbocatalogusvo.nl) 8 Verzekeraars (gezondverbond.nl) Als u werkt in één van deze acht branches, heeft u dus geluk. Maar dat wil niet zeggen dat u geen inspiratie kunt halen uit een catalogus van een andere branche.


voor de hand. Hierin zijn ook vaak de 11 punten uit de zelfinspectietool agressie en geweld van de Inspectie SZW (zelfinspectie.nl/agressie) herkenbaar. Hiermee kunt u uw beleid tegen agressie en geweld toetsen. Er zijn echter ook branches die nog een stapje verder gaan dan deze 11 punten en originele oplossingen concreet uitwerken.

Olifantshuid Zo heeft de gehandicaptenzorg werkbladen ontwikkeld die u in teamoverleg kunt inzetten. Medewerkers gaan bijvoorbeeld met de vraag ‘Olifantshuid? Of toch geraakt?’ met elkaar om tafel om te bespreken hoe ze op agressie reageren en wat het met hen doet. Ook de werkbladen ‘Doe er wat mee, dat helpt’ en ‘Kun jij je ei wel kwijt?’ bieden goede openingen om het gesprek aan te gaan over agressie op het werk. Ook de VVT heeft in de eigen catalogus diverse werkvormen opgenomen om agressie op een effectieve manier bespreekbaar te maken. De werkvorm ‘Hier is mijn grens’ nodigt

De werkvorm ‘Hier is mijn grens’ nodigt uit om te reflecteren

medewerkers uit te reflecteren en met hun collega’s in gesprek te komen rond specifieke agressiedilemma’s. Het voortgezet onderwijs blinkt uit in originaliteit, met name met haar ‘schoolvoorbeelden’. De twee verhalen over ‘Echt recht-conferenties’ en ‘Relatie herstellen om school veilig te maken’ laten u op een andere manier kijken naar agressie-incidenten en de mogelijke aanpak ervan. Ook bieden ze medewerkers handvatten om elkaar steun te geven én te leren elkaar aan te spreken op ongewenst gedrag. Ook organisaties buiten het onderwijs kunnen hiervan leren. Het derde aandachtspunt is dat de catalogus een branche-instrument is. Dus om een goede catalogus te zijn, is het belang-

rijk dat de oplossingen passen bij het soort agressie en de werksoorten in de branche. Oplossingen waarbij een medewerker een collega nodig heeft, slaan de plank mis als werknemers in een branche vooral alleenarbeid verrichten. En specifieke bouwtechnische oplossingen voor het bedrijfspand zijn niet uitvoerbaar als uw medewerkers op huis- of klantbezoek gaan. De acht catalogi uit het kader scoren in dit opzicht allemaal goed. Het is duidelijk dat ze specifiek voor de betreffende branche zijn opgesteld. Maar betekent het dan ook dat de oplossingen alleen bij die branche passen? Gelukkig niet. Als u inspiratie wilt opdoen bij een andere branche, kan dat wel degelijk. In het kader ‘Leentjebuur spelen’ hiernaast vindt u juist die oplossingen die brancheoverstijgend kunnen inspireren. Dilemma’s rond alleen werken spelen op veel plekken, agressie-dilemma’s rond social media ook. Ga dus gerust eens bij deze catalogi grasduinen!

Veiligheidsglas Het laatste criterium dat maakt of de oplossingen voor agressie bruikbaar zijn, is of ze ook echt tot leven komen. Zorgen de opstellers van de catalogi (de sociale partners) ervoor dat ze actueel blijven? Er zijn helaas nogal wat catalogi die na hun ontwikkeling (in 2009 of 2010) geen update meer hebben gehad. De gemeentes zijn wel zeer actueel: ze hebben een arbocatalogus agressie versie 2.0 (die voor dit artikel is bekeken), die naar verwachting in de komende maanden naar de Inspectie SZW gaat voor de toetsing. Gelukkig was het concept al op internet beschikbaar! Ook de VVT scoort hier goed: uit de agenda blijkt dat er vaak workshops over de catalogus plaatsvinden. In dit licht is ook de arbocatalogus van de tankstations bijzonder. Waar de meeste arbocatalogi vrijblijvend zijn geformuleerd, heeft deze catalogus een rechtstreekse link naar afspraken in de cao. Er staan bijvoorbeeld specifieke branchenormen in over veiligheidsglas en dat werknemers bij het afsluiten van het tankstation na 21.00 uur met z’n tweeën moeten werken. Dit zijn heel veilige afspraken. De link biedt de

Leentjebuur spelen Deze originele oplossingen uit deze catalogi zijn erg geschikt om leentjebuur te spelen: ▪▪ Drogisterij ▶ onderwerpen ‘Omgaan met geld’ en ‘Hoe om te gaan met winkeldiefstal’ ▪▪ Gehandicaptenzorg ▶ werkpakket agressie met werkbladen om in teamoverleg agressie bespreekbaar te maken ▪▪ Gemeenten ▶ handelingsinstructies ‘Agressie aan de telefoon’ en ‘Agressie social media en webcare’, checklists ‘Veilig op huisbezoek’ en ‘Inbraakbeveiliging’ ▪▪ Tankstations ▶ onderwerpen ‘Veilig geldbeheer en kassagebruik’ en ‘Alleen werken’ ▪▪ Uitzendbranche ▶ voorbeelden agressieprotocol en registratieformulier ▪▪ Verzekeraars ▶ handreikingen voor medewerkers en voor leidinggevenden met tips hoe te handelen bij arbeidsconflicten en ongewenst gedrag ▪▪ Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg ▶ onderwerp ‘Veiligheidsmedewerker of -coach’ ▪▪ Voortgezet onderwijs ▶ diverse ‘Schoolvoorbeelden’

garantie dat de arbo­catalogus in de branche tot leven komt. De acht genoemde catalogi zijn mooie documenten, met veel branche-overstijgende inspiratie. Als u een eigen beleid tegen of aanpak van agressie ontwikkelt, is het zeker verstandig deze catalogi eens te bekijken. Wel nog een tip: kijk niet alleen naar de catalogi als u uw beleid opstelt of wijzigt. Wat alle acht catalogi nog beter hadden kunnen doen, is verwijzen naar relevante actuele sites rond de aanpak van agressie, zoals duidelijkoveragressie.nl en evpt.nl (expertisecentrum veilige publieke taak). Aukje van den Bent, organisatieadviseur bij Ergo-balans en De Goede Praktijk, tel: 06 14 91 38 65 e:mail: a.vandenbent@ ergo-balans.nl, www.degoedepraktijk.nl Arbo Rendement 4-2014

5


Moeten wij meebetalen aan de brandveiligheid van ons huurpand? Een tijdje geleden is de brandweer langsgekomen om de brandveiligheid in ons pand te bekijken. Na onderzoek bleek dat er nogal wat zaken niet klopten en dat we de nodige aanpassingen moesten doen. Nu hebben we ons pand gehuurd. De verhuurder van het pand zegt dat wij alle kosten voor aanpassingen in het pand voor onze rekening moeten nemen. Klopt dat wel? De verhuurder van uw bedrijfspand kan niet zomaar alle verantwoordelijkheden op uw organisatie afwentelen. Hij moet namelijk een pand leveren waarin u uw werkzaamheden op een goede manier kunt uitoefenen. Ook is de verhuurder van uw bedrijfspand verantwoordelijk voor eventuele bouwkundige aanpassingen. De verhuurder mag niet alle kosten voor brandpreventie bij uw organisatie leggen. Wat hij wel kan doen, is een deel van de kosten opnemen in de huurprijs en servicekosten die hij u berekent.

Rookmelders Let er wel op dat u – als huurder – ook verantwoordelijkheden heeft om aan de brandveiligheid te voldoen. U moet dus wel zorgen voor bijvoorbeeld brandblusapparaten en rookmelders. Deze kosten komen voor rekening van uw organisatie. Bij het in gebreke blijven van verbeteringen of herstelwerkzaamheden aan het gehuurde pand, waarvoor de verhuurder aansprakelijk is, kunt u hem in uw geval met een aangetekende brief sommeren alsnog de geadviseerde werkzaamheden van de brandweer op te pakken. Geef de verhuurder wel voldoende tijd om aan zijn verplichtingen te voldoen. Doet hij toch te weinig, stel hem dan alvast officieel in gebreke. In dat geval kan uw organisatie de geadviseerde werkzaamheden oppakken op kosten van de verhuurder. De kosten die u dan maakt, kunt u compenseren door ze te verminderen met de huur die u voor uw pand moet betalen. Stel de verhuurder wel van deze actie op de hoogte!

Actie Wettelijk zit het zo dat de verhuurder die een pand verhuurt voor bedrijfsactiviteiten, een gebruiksmelding moet doen voordat de huurder het pand in gebruik neemt. Dit is verplicht als in uw pand meer Heeft u ook een inhoudelijke vraag

6

Arbo Rendement 4-2014

dan vijftig mensen tegelijk komen te werken of verblijven. Het gaat dan niet alleen om werknemers, maar ook om bezoekers of cliënten. Veel bedrijven moeten dus een gebruiksmelding doen. Denk hierbij aan grote kantoren, restaurants, sportaccommodaties en supermarkten.

Gemeente Als er in het pand mensen overnachten of het is bedoeld als dagopvang voor kinderen of gehandicapten, is een gebruiksvergunning nodig. De verhuurder moet de gebruiksmelding bij de gemeente doen, minstens vier weken voordat uw organisatie het pand in gebruik neemt, maar nog eerder als het even kan. Voordat uw organisatie het pand gaat betrekken, controleert de brandweer dan of het pand aan alle brandveiligheidseisen voldoet. Voordat uw organisatie een pand huurt, moet u dus nagaan of de verhuurder inderdaad een gebruiksmelding heeft gedaan. Is dit niet het geval, dan kan de gemeente namelijk zelf besluiten wie zij verantwoordelijk stelt als er brand in uw pand uitbreekt. Behalve nagaan of de verhuurder wel een gebruiksmelding heeft gedaan, is het daarom ook verstandig altijd goed vast te leggen wie verantwoordelijk is voor het verkrijgen en het behouden van de ontheffingen en vergunningen die wettelijk nodig zijn.

Aansprakelijk Leg verder in de huurovereenkomst duidelijk en gedetailleerd vast waarvoor uw organisatie het gehuurde pand gebruikt (werkzaamheden, activiteiten) en wie voor welke verplichtingen aansprakelijk is. Voordat u een huurovereenkomst ondertekent, is het dus van groot belang dat u alle verplichtingen voor beide partijen schriftelijk vastlegt, zodat hier achteraf geen onenigheid over kan ontstaan.

Stel hem dan op www.rendement.nl/premium/adviesdesk


arbosamenwerking preventiemedewerker

Eén dagje blokken en stampen

I

edere werkgever met meer dan 25 werknemers moet een preventiemedewerker aanstellen. Kleine werkgevers met minder dan 25 medewerkers mogen zelf de preventietaken uitvoeren. De Arbowet bepaalt dat de preventiemedewerker ‘voldoende kennis en ervaring’ moet hebben.

Stoomcursus Het is niet verplicht om de preventiemedewerker op cursus te sturen. Maar verstandig is het wel. Dan weet u namelijk zeker dat hij de vereiste basiskennis heeft om zijn wettelijke taken uit te voeren. Een goede basiscursus preventiemedewerker is bedoeld als een stoomcursus die ervoor zorgt dat de cursist: ▪▪ de taken en bevoegdheden van de preventiemedewerker kent; ▪▪ zelfstandig aan de slag kan met de uitvoering en ontwik­ keling van het arbobeleid; ▪▪ weet wat de relevante arbowetten zijn en waar hij nadere, relevante regelgeving kan opzoeken; ▪▪ weet wat de RI&E is en hoe hij die moet opstellen; ▪▪ de belangrijkste partijen kent waarmee hij moet samenwerken.

De basiscursus is bedoeld voor iedere werkgever en werknemer die belast is met het preventiewerk, maar die niet of nauwelijks thuis is in arbozaken. Bij de meeste opleiders duurt de basiscursus preventiemedewerker maar één dag. Deze tijdsinvestering is eigenlijk minimaal. Zeker als u bedenkt dat een gekwalificeerde preventiemedewerker de veiligheid en gezondheid van werknemers een stimulans geeft.

Start U kunt niet op elk gewenst moment beginnen met de cursus, maar bij de meeste aanbieders start zij wel meerdere keren per jaar. U moet zich dan inschrijven voor een bijeenkomst op een specifieke datum. Of de training daadwerkelijk van start gaat, is meestal afhankelijk van een minimumaantal inschrijvingen dat de opleider voor de betreffende datum hanteert. Heeft u deze training met succes afgerond, dan kunt u zich bij de meeste aanbieders verder specialiseren, bijvoorbeeld als preventiemedewerker in de kantooromgeving of in de industrie.

werkplek veiligheid

De Inspectie is onderweg U denkt misschien dat de Inspectie SZW alleen grote organisaties controleert waar grote arbeidsrisico’s spelen. Niets is minder waar.

Rolsteigers De inspecteurs bezoeken in mei vooral kleine bouwlocaties om te controleren of lad-

ders, trappen en rolsteigers op kleinere bouwlocaties veilig worden gebruikt. Dat vindt de Inspectie SZW belangrijk. Want per jaar komen vijf mensen om het leven en houden tientallen bouwvakkers blijvend letsel over door een val van een ladder of steiger. U bent dus gewaarschuwd.

arbobeleid voorlichting

Gezond en veilig inwerken Een nieuwe medewerker moet meestal nog veel leren. Zeker als hij nog weinig werkervaring heeft, komt er veel op hem af. Maar ook voor meer ervaren werknemers is een inwerkperiode bepaald geen overbodige luxe. Het is handig als uw organisatie hiervoor een procedure op papier heeft staan. Ga wel na of er ook voldoende aandacht aan veilig en gezond werken is tijdens de inwerkperiode. Zeker grote organisaties doen er goed aan om een inwerkprotocol op te stellen. Op die manier krijgen alle werknemers dezelfde informatie en ziet u geen essentiële zaken over het hoofd. In zo’n protocol staan de algemene zaken, waarvan alle nieuwe werknemers op de hoogte moeten zijn. Denk dan aan sleutels of een toegangspas, ICT-zaken en een rondleiding door het bedrijfspand.

Vluchtroutes Daarna kunt u nader uitsplitsen naar functies. Een nieuwe manager heeft natuurlijk een andere inwerkperiode dan een nieuwe magazijnmedewerker of de secretaresse. Zorg ervoor dat de arbeidsomstandigheden ook aan bod komen tijdens de inwerkperiode, zowel in het algemene deel als in het specifieke deel. In het algemene gedeelte kunt u uitleg geven over wat alle medewerkers moeten weten over gezond en veilig werken, zoals: ▪▪ de organisatie van uw bedrijfshulpverlening (BHV); ▪▪ uw bedrijfsnoodplan en het ontruimingsplan; ▪▪ het beleid van uw organisatie bij ziekte en re-integratie; ▪▪ de toegang tot bedrijfsarts en vertrouwenspersoon; ▪▪ eventuele gezondheidsprogramma’s, zoals een fietsenplan of bedrijfsfitness. Vindt u dat het nuttig is, dan kunt u ook uitleggen wat een RI&E is en waar de nieuwe werknemer die kan inzien. Bij de rondleiding door het gebouw kunt u aandacht besteden aan de vluchtroutes, de brandblussers, de EHBOtrommels en wat hij moet doen bij een calamiteit.

Beeldschermwerk Geef de nieuweling deze informatie ook – beknopt – op papier, want in zo’n eerste periode moet hij vaak zoveel informatie verwerken dat hij het toch niet allemaal kan onthouden. Als uw medewerkers vooral beeldschermwerk doen, hoort een instructie over de inrichting van de werk▶▶▶

Arbo Rendement 4-2014

7


preventie voorlichting

Arbo-ezelsbruggetjes

◀◀◀ plek heel beslist ook bij de inwerkperiode. Instrueer uw medewerkers over de stand van het beeldscherm, de instelling van stoel en bureau en hulpmiddelen als voetenbankjes en pauzesoftware. U kunt dit uiteraard ook overlaten aan een ergonoom. Vertel dan ook wat werknemers moeten doen als ze klachten krijgen door hun beeldschermwerk. Doen uw werknemers (zwaar) fysiek werk of lopen ze grote arbeidsrisico’s, dan moet u daar in de inwerkperiode vanzelfsprekend aandacht aan besteden. U bent immers ook wettelijk verplicht werknemers goed en herhaaldelijk te instrueren over de risico’s op de werkplek.

Machines Staan uw medewerkers aan veel of grote arbeidsrisico’s bloot, dan moet de arbo-inwerkperiode in ieder geval de volgende punten bevatten: ▪▪ informatie over de fysieke en mentale arbeidsrisico’s die werknemers lopen; ▪▪ instructie over het gebruik van gereedschappen en machines; ▪▪ uitleg over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen; ▪▪ de uitgangspunten van uw organisatie voor een veilige werkplek; ▪▪ wat u van de nieuwe werknemer verwacht op het gebied van veilig werken; ▪▪ de sancties als de werknemer de veiligheidregels overtreedt. Het ligt voor de hand dat de leidinggevende dit voor zijn rekening neemt, of anders een heel ervaren collega. Toch is het handig dat u er ook bij bent, in ieder geval bij de eerste instructie. Zo weet u dat de instructie goed gebeurt. Bovendien geeft u dan meteen het signaal af aan de nieuwe werknemer dat uw organisatie veiligheid heel belangrijk vindt. Zorg ervoor dat de nieuwe werknemer de veiligheidsinstructie altijd op papier krijgt. Het is ook slim om hem deze instructie voor gezien te laten ondertekenen. Als machines of veiligheidsprocedures erg ingewikkeld zijn, of werken met persoonlijke beschermingsmiddelen bepaalde vaardigheden vereist, is het soms nodig dat de werknemer hiervoor een training volgt. Neem dit dan ook op in het inwerkprotocol.

Een goed doortimmerd arbobeleidsnotitie, prachtig geformuleerde veiligheidsinstructies of een mooi opgemaakt ontruimingsplan: u kunt uw zaakjes nog zo goed op orde hebben, als uw medewerkers de informatie niet kunnen vinden en onthouden, schiet u uw doel alsnog voorbij. Werknemers worden overspoeld met informatie, maar ze vergeten meer dan ze onthouden. Toch zijn er manieren waarmee u ervoor kunt zorgen dat uw arbo-informatie blijft hangen.

Brokjes Het is in ieder geval belangrijk om goed na te denken over wie u wilt bereiken (doelgroep) en wat u wilt vertellen (boodschap). Ook de keuze van het communicatie­ middel (e-mail, gesprek, training) is belangrijk. Probeer in elk geval samenhang aan te brengen tussen de verschillende brokjes informatie. Als u bijvoorbeeld een veiligheidsprocedure beschrijft als een verzameling stap­ pen met een duidelijke onderlinge samenhang, zullen medewerkers de juiste volgorde veel gemakkelijker onthouden.

werkplek veiligheid

Check op brandveiligheid Elk jaar ontstaat er in tientallen organisaties brand. Of het nu gaat om een binnenbrandje of een uitslaande brand, vaak was die te voorkomen. Door een goede analyse van de risico’s op brand in uw organisatie kunt u niet alleen de financiële gevolgen van een brandschade beperken. Met voldoende aandacht voor brandveiligheid verkleint u ook de kans dat werknemers ooit slachtoffer worden van een bedrijfsbrand.

Online

Veilig inwerken met werkbuddies De campagne ‘Werkbuddies’ van Veiligheid.nl heeft tot doel de veiligheid op de werkvloer te vergroten. Het uitgangspunt is dat een onervaren werknemer en een ervaren werknemer werk­buddies worden. Jonge medewerkers zijn vaak beter op de hoog­te van de nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied, ervaren werknemers hebben de nodige kennis van de praktijk. Dit vormt een goede com­binatie. Meer informatie kunt u vinden op werkbuddies.nl. Los van deze campagne is het handig om een nieuwe werk­ nemer een tijdje te laten optrekken met een oude rot in het vak.

Wilt u in kaart brengen hoe groot het risico op brand in uw organisatie is, vul dan de checklist van het Verbond van Verzekeraars in. Deze bevat vragen over: ▪▪ de locatie van het pand; ▪▪ de opslag van goederen; ▪▪ het alarmsysteem en de aanleg van de verlichting; ▪▪ het gevoerde beleid. Nadat u de vragenlijst heeft ingevuld, ontvangt u een e-mail met een pdf. Deze pdf bevat een overzicht van de zwakke plekken en een beknopt advies om de brandveiligheid op die punten te verbeteren. U vindt de checklist van het Verbond van Verzekeraars op de website checklistbrand.nl/voorkomen-brandstichting.

8

Arbo Rendement 4-2014


WEtgeving arboregels

financieel boetes

Zorg ook goed voor de flexwerkers Steeds meer werknemers hebben een flexibele arbeidsrelatie met hun werkgever. Omdat de flexibele schil voor organisaties steeds belangrijker wordt, is het belangrijk dat ook u extra aandacht heeft voor deze groep werknemers. Flexwerkers vallen immers gewoon onder de zorgplicht van uw werkgever.

Arbospreekuur Bovendien betalen middelgrote werkgevers, sinds op 1 januari 2014 de Ziektewet is gewijzigd, een tijd lang een hogere premie als een flexwerker na het einde van

zijn contract instroomt in de Ziektewet. Toch worden flexwerkers vaak niet voor vol aangezien. Als het gaat om medische zorg hebben flexwerkers een achterstand. Uit onderzoek blijkt dat veel tijdelijke krachten niet weten of ze toegang hebben tot een bedrijfsarts. Voor hen gelden echter dezelfde regels als voor vaste werknemers. Bij ziekteverzuim heeft iedere werknemer recht op contact met bedrijfsarts. Flexwerkers mogen dus een afspraak maken met een bedrijfsarts. Zij hebben het recht om naar het arbospreekuur te gaan met vragen over ziekte en gezondheid.

Juist preventie levert vaak geld op Als het gaat om investeringen in betere arbeidsomstandigheden en preventie zijn werkgevers met name gevoelig voor een doortimmerde kosten-batenanalyse. De wetenschappelijk bewezen effectiviteit van een oplossing is meestal een minder effectief argument. Wilt u uw directie overtuigen van de noodzaak van bepaalde arbomaatregelen, gooi het dan over een zakelijke boeg. Voor dat soort argumenten zijn werkgevers vaak zeer gevoelig.

Besparing welzijn werk-privé

Doe alles in perfecte balans

D

e Nederlandse Vereniging voor Arbeidsen Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) publiceerde onlangs de richtlijn ‘Werk-Privé Balans’. Volgens de NVAB is die noodzakelijk omdat werk en privé in de samenleving steeds meer door elkaar lopen. Moderne communicatiemiddelen en ontwikkelingen als Het Nieuwe Werken (zie ook de afbeelding hieronder) hebben dit proces versneld. Aan de hand van de richtlijn kunt u medewerkers helpen die lijden onder een verstoorde balans tussen werk en privé.

Emoties De thuissituatie van een medewerker beïnvloedt de werksituatie. Omgekeerd kunnen beslommeringen op het werk ook invloed

hebben op de emoties en het gedrag van een werknemer in de privésfeer. Op dat aspect ligt de nadruk in deze richtlijn. Zaken als stress en een te hoge werkdruk kunnen immers leiden tot ziekte en verzuim. Bewezen effectieve maatregelen zijn: ▪▪ Bied flexibiliteit in werktijden en de keuze voor een werkplek. ▪▪ Geef werknemers ruime mogelijkheden om thuis te werken. De NVAB raadt af om in te zetten op de ontwikkeling van programma’s voor het verbeteren van sociale steun door leidinggevenden. Volgens de richtlijn is er onvoldoende bewijs gevonden dat een begripvolle manager helpt bij het herstellen van de werk-privébalans.

Veel werkgevers zien preventie nog altijd als last en niet als iets dat ook geld oplevert. Door als arboprofessional met argumenten over de brug te komen waarin de nadruk ligt op omzet en besparingen, kunt u de werkgever veel eerder bewegen tot investeringen. Denk daarbij aan: ▪▪ arbowetten: met preventiebeleid voldoet uw werkgever aan wettelijke verplichtingen. Zo voorkomt hij hoge boetes van de Inspectie SZW als gevolg van een ontoereikend arbobeleid, bedrijfsongevallen en beroepsziekten; ▪▪ verzuimkosten: uit onderzoek blijkt dat één derde van het verzuim werkgerelateerd is. Dit betekent dat u met behulp van de verzuimregistratie uw werkgever exact kunt laten zien welk ‘return on investment’ hij met investeringen in preventie kan behalen; ▪▪ productiviteit: mensen die prettig en gezond werken, zijn productiever en creatiever. Het loont dus de moeite om te zorgen voor een gezonde en stimulerende werkomgeving, en voor prettige werk-, rust- en pauzetijden; ▪▪ aantrekkelijk werkgeverschap: mensen werken liever in een organisatie met een goed preventiebeleid. Ze voelen zich beter gewaardeerd, waardoor ze loyaler zijn en gemotiveerder om zelf ook hard te werken.

Arbo Rendement 4-2014

9


inspectie szw

Goede arbeidsomstandigheden horen bij een goede bedrijfsvoering

Veilig aan de slag ‘Zacht waar het kan, hard waar het moet’, was jarenlang het motto van de Inspectie SZW – ook toen deze dienst nog de Arbeidsinspectie heette. De komende tijd zal de nadruk bij de inspecties vooral liggen op het ‘hard waar het moet’. De Inspectie gaat strenger inspecteren en legt sneller boetes op, zeker bij bedrijven die herhaaldelijk de regels overtreden. De Inspectie geeft nog steeds advies in de vorm van nalevingscommunicatie vooraf, maar inspecteurs inspecteren. Wat kunt u verwachten?

H

Het doel van de Inspectie SZW is niet om zoveel mogelijk boetes uit te delen, maar om ervoor te zorgen dat werknemers in Nederland gezond en veilig kunnen werken. Als een inspecteur bij een controle constateert dat een werkgever zijn arbobeleid niet op orde heeft, krijgt hij één keer de kans om daar wat aan te doen. Werkgevers die geen aan­dacht hebben voor goede arbeidsomstandigheden, krijgen sinds 2013 bij herhaling van dezelfde of soortgelijke overtreding direct een boete.

Asbestsanering Ook kan de Inspectie SZW als sanctie het werk stilleggen. Dit deed een inspecteur vóór 2013 alleen als er acuut gevaar dreigde voor werknemers. Als die dreiging was weggenomen, kon de werkgever het werk weer hervatten. Nu is stillegging echt een nieuwe straf, die kan worden opgelegd bij recidive: als een werkgever de tweede keer een boete krijgt voor dezelfde of soort­ gelijke overtreding, krijgt hij een waarschuwing. Bij de derde overtreding wordt ook het werk stilgegeld voor één tot drie maanden. Dat kan voor een bedrijf een fors productieverlies betekenen. Volgens de Inspectie hebben bedrijven geen enkel excuus om hun arbozorg niet op orde te 10

Arbo Rendement 4-2014

hebben. Goede arbeidsomstandigheden horen gewoon bij een goede bedrijfsvoering en goed werkgeverschap. Er zijn ook veel hulpmiddelen om de werkgever te helpen: branche-RI&E’s, arbocatalogi, zelfinspectietools, nalevingscommunicatie van Inspectie SZW zelf en hulp van brancheorganisaties als Stigas, Arbouw en 5x beter. Veel van deze hulpmiddelen zijn digitaal, dus 24 uur per dag beschikbaar. Het inspectieprogramma richt zich de komende tijd vooral op grote misstanden en notoire overtreders in sectoren waar het ziekteverzuim of het aantal arbeidsongevallen hoger is dan gemiddeld. Zo kunnen in 2014 organisaties in de zorg, de me-

taal, de asbestsanering en de aardolie-, chemie- farmacie-, kunststof- en rubberindustrie, de bouw, het transport en de logistieke sector inspecties verwachten. In elke sector kijkt de Inspectie naar specifieke risico’s. Zo letten de inspecteurs in de metaal onder meer op fysieke belasting, en in de zorg op psychosociale arbeidsbelasting (PSA), straling en biologische agentia. In deze programma’s is ook ruimte voor voorlichting en communicatie. Voor de metaal is er bijvoorbeeld een ‘serious game’, die jonge werknemers leert over machineveiligheid, en komen voor elke sector congressen over risico’s.

Hoogrisicobedrijven De aanpak in 2014 van de inspectie SZW in de hout-, timmer- en meubelindustrie, de bouwmaterialenindustrie, de vleessector, de afvalverwerking en recycling, over­ heidsdiensten en het onderwijs bestaat vooral uit inspectieprojecten. Daarnaast is er onverminderd aandacht voor hoogrisico­ bedrijven die vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (Brzo). Verder komt de Inspectie in actie op basis van ongevalmeldingen, klachten en signalen

Vroeger was alles een stuk beter U heeft het al eerder kunnen lezen in Arbo Rendement: uit eigen onderzoek van de Inspectie SZW bleek dat organisaties sinds 2006 de arboregels eerder slechter dan beter zijn gaan naleven. Zo heeft 55% van de werkgevers geen RI&E, terwijl dat in 2006 nog 50% was en heeft ook 55% geen preventiemedewerker (tegen 47% in 2006). Grote én kleine werkgevers zijn zich minder aan de regels gaan houden. Bij kleine

werkgevers komt dit vooral doordat ze de regels niet (goed) kennen. Dat is voor de Inspectie SZW echter geen reden om deze bedrijven niet aan te pakken. Werkgevers hebben een grote vrijheid om hun arbozorg naar eigen inzicht in te vullen, en dus ook veel verantwoordelijkheid. Daarbij hoort dat ze ervoor zorgen dat werknemers in hun bedrijf veilig en gezond kunnen werken.


van zware overtredingen. De Inspectie krijgt steeds beter op de radar welke bedrijven in de fout gaan. Dit komt door risicoanalyses, door samenwerking tussen inspecties en betere interne afstemming. De Inspectie SZW controleert namelijk niet alleen op arbeidsomstandigheden, maar bijvoorbeeld ook op het minimumloon en vreemdelingenarbeid. Sectoren waar werk­nemers worden uitgebuit, kampen vaak ook met slechte werkomstandigheden. Nu er één Inspectie SZW is, lopen zulke malafide organisaties sneller tegen de lamp. Behalve misstanden in bepaalde branches aanpakken, wil de Inspectie ook heel werkend Nederland aansporen hun arbozaken te regelen. De Inspectie doet dat bijvoorbeeld door branche­organisaties te stimuleren om gezond en veilig werken op de agenda te houden en hen uit te nodigen aan te haken bij SZW-initiatieven die gezond en veilig werken promoten. De Inspectie zelf heeft diverse hulpmiddelen ontwikkeld (zie hierboven). Werkgevers, werk­nemers, medezeggen-

Helpende handjes voor de werkgever U hoeft het wiel niet zelf uit te vinden. Er zijn diverse hulpmiddelen en tools die u helpen uw arbobeleid vorm te geven. ▪▪ Voor uw RI&E kunt u zich laten inspireren door de ruim 150 branche-RI&E’s die u kunt vinden op rie.nl. Dit zijn een soort standaard-RI&E’s, opgesteld per branche, met aandacht voor de risico’s die in een branche veel voorkomen. Deze RI&E’s kunt u dan als basis gebruiken voor uw eigen RI&E. U hoeft zich natuurlijk niet te beperken tot de RI&E van uw eigen branche, het staat u vrij ook eens in andere branche-RI&E’s te snuffelen. ▪▪ De Inspectie SZW heeft een aantal zelfinspectietools ontwikkeld, waarmee u de

schapsorganen, preventiemedewerkers, arboprofessionals, arbodiensten, branches en beroepsverenigingen kunnen hiermee hun ver­antwoordelijkheid nemen.

arbozorg in uw organisatie kunt verbeteren. Op zelfinspectie.nl vindt u momenteel de volgende instrumenten: ▪▪ de algemene zelfinspectie Arbo op orde; ▪▪ zelfinspectie Voorkom ongevallen; ▪▪ zelfinspectie Gevaarlijke stoffen; ▪▪ zelfinspectie Transport & logistiek ▪▪ zelfinspectie Agressie en geweld. ▪▪ Voor werknemers zijn er de praktijkgerichte zelfinspecties Veilig asbest verwijderen, de Virtuele garage, en Machinale houtbewerking. Zo’n zelfinspectie kan de RI&E niet vervangen. Het is bedoeld als hulpmiddel. ▪▪ Voor preventiemedewerkers is er de website inPreventie.nl.

Wat dat inhoudt, staat op hoofdlijnen in de wet. De werkgever vult natuurlijk zijn eigen gegevens in en zo ontstaat maatwerk voor zijn werk­nemers. Zo kan hij zelf alle risico’s die zijn werknemers lopen, in kaart brengen en beoordelen in een actuele RI&E op basis van een branche-RI&E. In een plan van aanpak legt hij vervolgens vast welke maatregelen hij neemt om die risico’s te beheersen. Voor de juiste maatregelen kan hij weer gebruikmaken van de arbocatalo­gus voor zijn branche.

Aankaarten De werkgever kan zich daarbij laten ondersteunen door deskundigen, zoals de preventiemedewerker en de bedrijfsarts of arbodienst. Ondernemings­raden en personeelsvertegenwoordigingen hebben ook tot taak de arbeidsveiligheid aan de orde te stellen. Als werk­nemers niet veilig werken, kan de medezeggenschap bij de werkgever aankaarten dat hij passende maatregelen moet treffen. De hulpmiddelen voor de werkgever kan de medezeggenschap natuurlijk gebruiken om na te gaan wat de aanbevolen maatregelen zijn. Met dank aan mw. ir. M.A. Zuurbier, directeur Arbeidsomstandigheden bij Inspectie SZW Arbo Rendement 4-2014

11


arbobeleid laaggeletterdheid

preventie voorlichting

Wie dit kan lezen, loopt op het werk geen gevaar

I

n ons land zijn ongeveer anderhalf miljoen mensen laaggeletterd. Dat betekent dat ze zoveel moeite hebben met lezen en schrijven dat ze daarvan hinder ondervinden in het dagelijks leven. Ook op de werkvloer zorgt dit voor problemen. Het hindert medewerkers niet alleen bij hun functioneren en ontwikkeling, maar kan ook leiden tot veiligheidsrisico’s. Bijvoorbeeld omdat laaggeletterde medewerkers de veiligheids­instructies of gebruiksaanwijzingen niet goed begrijpen.

Smoesjes Als arboprofessional kunt u ervoor zorgen dat laaggeletterdheid bespreekbaar wordt op de

werkvloer. Veel medewerkers die moeite hebben met lezen en schrijven, schamen zich daarvoor en hebben vaak allerlei trucs en smoesjes om hun probleem te verhullen. Daarom is het goed om de veiligheidsinstructies die binnen uw organisatie nageleefd moeten worden nog eens kritisch te bekijken op leesbaarheid. De volgende tips kunnen u hierbij helpen: ▪▪ Korte zinnen en veel opsommingen maken een tekst vaak veel beter begrijpelijk. ▪▪ Met plaatjes, foto’s of afbeeldingen maakt u instructies nog inzichtelijker. ▪▪ Een aanvullende mondelinge toelichting – liefst door een collega – helpt vaak enorm.

wetgeving arboregels

Keurig werknemers keuren

Bewaken

de regels houden. De Wet op de medische keuringen bevat geen lijst met functies waarvoor een aanstellingskeuring is toegestaan. Of een werkgever zo’n keuring mag laten uitvoeren, moet hij zelf bepalen. Alleen als de sollicitant voor de functie aan bepaalde medische eisen moet voldoen én u die eisen niet kunt omzeilen door arbomaatregelen te nemen, mag u een aanstellingskeuring houden. In alle andere gevallen is zo’n keuring niet toegestaan.

Een dergelijk medisch onderzoek is voor iedere organisatie waardevol. Het is een uitstekend middel om de gezondheid van medewerkers te bewaken en te bevorderen. Maar als u werknemers wilt keuren, moet u zich wel aan

De vaktool ‘Uitvoeren van een aanstellingskeuring’ op rendement.nl/ arbotools beschrijft welke acties u moeten nemen om een aanstellingskeuring juist uit te voeren.

Werkgevers in de transportsector gaan 13.000 werknemers checken op gezondheid en mobiliteit. Deze keuring is onderdeel van het sectorplan voor de Transport- en Logistiek en heeft als doel het (om)scholen van medewerkers, de begeleiding van ontslagen werknemers naar nieuw werk en het creëren van extra leerwerkplekken voor bijvoorbeeld Wajongers en langdurig werklozen.

12

Arbo Rendement 4-2014

Opgewarmd broodje aap Werken medewerkers in ploegendiensten of maken ze vaak overuren op kantoor? Dan warmen zij vast wel eens een maaltijd op in de magnetron. Over de microgolven waarmee dat gebeurt, bestaan nog altijd broodjeaapverhalen. Zo zou door de magnetron opgewarmd voedsel geen vitamines meer bevatten. Onzin, zo liet een Wageningse hoogleraar onlangs weten. Eten uit de magnetron is niet ongezonder dan voedsel uit de pan

of de oven. Sterker nog, door verhitting in de magnetron blijft de voedselkwaliteit juist beter behouden! Want bij gekookt voedsel verdwijnen vitaminen bij het afgieten in de gootsteen. Nadeel van de magnetron is wel dat voedsel niet overal gelijkmatig wordt verwarmd. En dan hebben salmonellabacteriën een kans om te overleven. Zorg er dus voor dat werknemers hun magnetronmaaltijd altijd lang genoeg opwarmen.

welzijn gezondheid

Ruisend door ’t struikgewas

H

eeft u veel medewerkers in de buitendienst die werken in een groene omgeving? Dan moeten zij zichzelf geregeld controleren op tekenbeten.

Lyme Deze controle is belangrijk, omdat een tekenbeet de ziekte van Lyme kan overbrengen. Dit is een ernstige infectieziekte die grote gezondheidsschade kan aanrichten. Voorlichting van

werknemers die buiten werken – zoals in de agrarische sector – is dus cruciaal. Zorg ervoor dat werknemers weten hoe ze teken­beten kunnen voorkomen én wat ze moeten doen als ze een teek of tekenbeet ontdekken. Besteed hier aandacht aan. Vorig jaar werd in Nederland een recordaantal teken gevangen. Door de milde winter is de verwachting dat dit aantal in 2014 verder zal stijgen.

welzijn PSA

De roze wolk bestaat niet Het is nog altijd niet best gesteld met de relatie tussen werkgevers en zwangere werkneemsters. Onlangs behandelde het College voor de Rechten van de Mens vier gevallen waarbij vrouwen geen contractverlenging kregen omdat ze zwanger waren. Het is in Nederland verboden om zwangerschap of moederschap te gebruiken als reden voor ontslag of het niet ver-

lengen van een arbeidsovereenkomst. Kunt u hieraan iets doen? Jazeker! Net als andere vormen van PSA moet u discriminatie bestrijden. Dit betekent dat u de risico’s op dit gebied in de RI&E in kaart moet brengen, en een plan van aanpak moet samenstellen. De maatregelen die u neemt kunt u opnemen in het personeelsreglement of een gedragscode.


Overnemende werkgever moet loon van zieke werknemer doorbetalen Bij ‘overgang van onderneming’ neemt de ene organisatie de andere over. De regel is dat de overnemende werkgever ook alle werknemers van de overgenomen werknemer overneemt. U kunt dan niet voor arbeidsongeschikte werknemers een aparte regeling treffen. Een transportbedrijf dat dit had afgesproken werd door de rechter teruggefloten. Het ging om een chauffeur die arbeidsongeschikt was toen een deel van de organisatie waarvoor hij werkte door een andere onderneming werd overgenomen. Beide ondernemingen spraken af dat de werknemer in dienst van de oude werkgever zou blijven zolang hij arbeidsongeschikt bleef. Pas als hij weer 100% arbeidsgeschikt was, zou hij bij de nieuwe werkgever in dienst treden. De oude werkgever stopte op een gegeven moment met de loondoorbetaling. De werknemer vroeg eerst zijn oude, en toen de nieuwe werkgever om betaling van zijn loon. De oude werkgever zei dat de loondoorbetaling bij de nieuwe werkgever lag, en de nieuwe werkgever verwees naar de afspraak dat de werknemer pas in zijn dienst zou treden als hij weer helemaal hersteld was. De werknemer vroeg daarop een WIA-uitkering aan, maar dat vond de oude werk-

gever geen goed idee en hervatte de loondoorbetaling. Daarna oordeelde UWV dat de werkgever een loonsanctie kreeg, omdat hij zich niet genoeg had ingespannen voor re-integratie. De werknemer vroeg de rechter te bepalen welke werkgever nu de loondoorbetalingsplicht had. De nieuwe werkgever stelde dat de loondoorbetalingsplicht bij de oude werkgever lag. Dat hadden ze immers afgesproken.

Ondubbelzinnig De rechter wees erop dat het juridisch gezien helemaal niet kan dat één of meer werknemers buiten overgang van onderneming worden gehouden. Alleen de werknemer zelf kan besluiten niet voor een nieuwe werkgever te gaan werken, maar dat moet hij dan ondubbelzinnig aangeven. Daar was hier geen sprake van. Bovendien zou de werknemer volgens de behandelend arts uiteindelijk weer zijn bedongen arbeid kunnen verrichten, zij het met wat hulpmiddelen voor laden en lossen. De nieuwe werkgever was verantwoordelijk voor de loondoorbetaling en de re-integratie. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 4 maart 2014, ECLI (verkort): 588

Instructie moet u schriftelijk bewijzen Zorg ervoor dat u uw instructiebeleid altijd op papier zet. Het is de enige manier om voor de rechter te bewijzen dat u aan uw zorgplicht heeft voldaan. Neem hierin op wat de instructie inhoudt en hoe vaak u die herhaalt. Ook moet u erin opnemen wat u doet om routine tegen te gaan bij werknemers die gevaarlijk werk doen. Werkgevers laten hierbij nogal eens steken vallen, zoals ook het geval was in een recente rechtszaak.

Molens Een werknemer werkte in een fabriek die zich bezighoudt met het malen van industriële mineralen in grote molens. Tijdens zijn werk raakte hij gewond aan zijn pols en moest daarvoor naar het ziekenhuis. De kantonrechter was er niet van overtuigd dat de werknemer zijn letsel door het werk had opgelopen, waardoor de werkgever niet

aansprakelijk was. De werknemer ging in hoger beroep. Het hof vond dat wel degelijk vast was komen te staan dat de werknemer het letsel door het werk had opgelopen. Dit hield automatisch in dat de werkgever nu moest aantonen dat hij aan de zorgplicht had voldaan. De werkgever beweerde dat de werknemer voldoende was ingewerkt en duidelijke veiligheidsintructies had gekregen. Diverse ploegbazen zagen toe op de naleving van deze instructies. De werkgever kon dit beleid volgens het hof echter onvoldoende bewijzen. Ook kon hij niet aantonen dat de werknemer opzettelijk of bewust roekeloos had gehandeld. Daarom was hij aansprakelijk voor de schade die de werknemer had geleden. Gerechtshof Amsterdam, 31 december 2013, ECLI (verkort): 4941

Arbo Rendement 4-2014

13


praktijkdag

in een dag aan de belangrijkste arboverplichting voldoen

RI&E maken is een fluitje van een cent Voor iedere organisatie is een RI&E (risico-inventarisatie en -evaluatie) verplicht, maar door alle gecompliceerde regelgeving heeft meer dan de helft van de organisaties de RI&E niet op orde. Het opstellen van een RI&E is ingewikkeld en kan ook enorm in de papieren lopen. Tijdens de training RI&E in één dag stelt u uw eigen goedgekeurde RI&E op, waardoor u aan de belangrijkste verplichting uit de Arbowet voldoet. Hierdoor is het maken van een RI&E dus een fluitje van een cent.

I

Is er in uw organisatie een goedgekeurde RI&E aanwezig? Zo niet, dan voldoet u niet aan de belangrijkste verplichting uit de Arbowet en heeft uw organisatie kans op een forse boete. Er gloort echter een oplossing aan de horizon. Kom naar de training RI&E in één dag en u wandelt na afloop met een RI&E onder uw arm naar buiten. Voorafgaand aan de training ontvangt u een vragenlijst. Aan de hand van uw antwoorden en eventueel meegestuurde foto’s van bijzondere werksitua-

ties stelt de arbodeskundige de basis van uw RI&E samen.

Beperkt aantal plaatsen, dus snel inschrijven De Praktijkdag RI&E in één dag vindt plaats op dinsdag 17 juni a.s. in Utrecht. Als lezer van Arbo Rendement betaalt u voor deze praktijkdag maar € 725 in plaats van € 825. Bent u Premium-abonnee, dan betaalt u zelfs maar € 695. Uw collega’s krijgen nog een extra korting en betalen € 645 per persoon. Kijk voor meer informatie en een inschrijfformulier op rendement.nl/rie. Zorg dat u er snel bij bent, want er is maar een beperkt aantal plaatsen beschikbaar.

Verbetertips Tijdens de trainingsdag gaat u zelf onder begeleiding van een ervaren deskundige aan de slag met de RI&E-rapportage en het plan van aanpak. Daarnaast krijgt u aan de hand van duidelijke praktijkvoorbeelden uit uw eigen branche zicht op alle wet- en regelgeving. Heeft uw organi-

satie minder dan 50 werknemers, dan ontvangt u binnen twee werkdagen na afloop van de training een toetsingsbrief van de gecertificeerde arbodeskundige. Door deze toetsingsbrief voldoet uw RI&E aan de wettelijke verplichting. Eventueel bevat de brief nog een aantal verbetertips om de RI&E aan de wettelijke eisen te laten voldoen.

Volg ook de andere arbo-opleidingen van Rendement! Naast de training RI&E in één dag biedt Rendement meer arbo-opleidingen aan: ▪▪ Grip op verzuim ▪▪ dinsdag 24 juni 2014 in Utrecht ▪▪ dinsdag 28 oktober 2014 in Utrecht ▪▪ Preventiemedewerker basis: ▪▪ dinsdag 13 mei 2014 in Eindhoven ▪▪ donderdag 22 mei 2014 in Utrecht ▪▪ Preventiemedewerker gevorderd: ▪▪ dinsdag 27 mei 2014 in Utrecht

14

Arbo Rendement 4-2014

▪▪ Vertrouwenspersoon basis: ▪▪ dinsdag 13 mei 2014 in Utrecht ▪▪ donderdag 15 mei 2014 in Eindhoven ▪▪ Vertrouwenspersoon gevorderd: ▪▪ donderdag 22 mei 2014 in Utrecht ▪▪ Voorkom een burn-out ▪▪ juni 2014 (datum binnenkort bekend) in Utrecht Meer informatie en een inschrijfformulier vindt u op arbodag.nl.

Begeleiden Werken er meer dan 50 werknemers in uw organisatie, dan krijgt u na de training binnen twee werkdagen een adviesbrief. De brief bevat eventueel nog een aantal verbetertips om uw RI&E aan de wettelijke eisen te laten voldoen. Uw RI&E is nog niet getoetst, maar geeft wel een perfecte basis voor de verdere uitvoering. Uiteraard kunnen wij u hier verder in begeleiden.


arboverplichtingen RI&E

Arbosamenwerking ARBOVERPLEEGKUNDIGE

Arboregels zijn een kans Geen RI&E, geen plan van aanpak, geen preventiemedewerker, geen BHV-plan: hopelijk behoort u niet tot die groep organisaties die de arboregels overtreedt. Uit onderzoek van Inspectie SZW blijkt namelijk dat 75% van de bedrijven zijn arbozaken niet op orde heeft. Hoewel de Inspectie SZW constateert dat werkgevers goede beschermingsmaatregelen ne-

men, leggen ze de arbeidsrisico’s niet vast in de RI&E.

Systematisch Maar juist door systematisch de risico’s in uw organisatie te inventariseren, kunt u gerichter maatregelen nemen. Het helpt u niet alleen bepalen welk risico met prioriteit moet worden aangepakt, maar ook hoe u dat het beste kunt doen.

veiligheid BHV

Alles blijft (bijna) bij het oude

E

r komt niet één Algemene Maatregel van Bestuur voor de interne en bedrijfshulpverlening, zo heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid laten weten. De Nederlandse Vereniging van Gemeenten (NVG) en het Overlegplat­form Bouwregelgeving (OPB) hadden aangedrongen op de samenvoeging van de Arbeidsomstandighedenwet, de Woningwet en de Wet veiligheids-

regio’s op het punt van de hulpverlening. Maar daar ziet de minister geen heil in.

Als arboprofessional moet u van vele markten thuis zijn. Gelukkig zijn er deskundigen die u kunnen helpen. Bijvoorbeeld bij het opzetten van arbobeleid of het uitvoeren van de RI&E. Eén van de meest toegankelijke deskundigen is de arboverpleegkundige, die meestal samenwerkt met de bedrijfsarts. Hoewel sommige organisaties zelf een arboverpleegkundige in dienst hebben, zijn deze experts doorgaans werkzaam bij een arbodienstverlener. Uw werkgever laat zich op arbogebied waarschijnlijk bijstaan door een gecertificeerde arbodienst. Het eerste aanspreekpunt voor inhoudelijke zaken kan dan de arboverpleegkundige zijn. Maakt uw organisatie gebruik van de maatwerkregeling, dan kunt u ervoor kiezen om zelf een contract te sluiten met een vrijgevestigde arboverpleegkundige. U kunt er natuurlijk ook voor kiezen om een arboverpleegkundige in dienst te nemen.

Verduidelijken De Arbowet blijft dus voorschriften bevatten over evacuatie in noodsituaties, bestrijding van brand en EHBO. De minister heeft wel aangekondigd dat hij de werkingssfeer van deze voorschriften in de wet wil verduidelijken.

welzijn psa

Online de zinnen verzetten Werkstress is één van de belangrijkste oorzaken van ziekteverzuim. Als een medewerker door werkstress verzuimt, wilt u hem natuurlijk weer zo spoedig mogelijk aan werk hebben. Wat is dan effectief? Er zijn aanwijzingen dat een online behandelprogramma heel goed werkt om mentale klachten van werknemers te verminderen. Zeker in combinatie met een serie persoonlijke gesprekken tussen de werknemer en zijn behande-

Toegankelijke ondersteuning

laar. Deze aanpak is niet alleen heel effectief. Omdat de werknemer zelf aan de slag gaat met zijn mentale weerbaarheid, zijn de kosten per behandeling ook nog eens heel laag.

Power Voorkomen is beter dan genezen. Met de POWER-methode houdt u werknemers gezond aan het werk, ook bij stress. Download de tool hierover op rendement.nl/arbotools.

Specialist De kennis en expertise van de arboverpleegkundige beperken zich meestal niet tot (medische) dienstverlening. Zo is de arboverpleegkundige behalve in gezondheid en welzijn ook thuis in organisatiestructuren en allerhande veiligheidsvoorschriften. Vanwege zijn brede kennis kan de arboverpleegkundige de aangewezen persoon zijn om de arbeidsomstandigheden binnen uw organisatie te onderzoeken. Ook kan hij u ondersteunen bij het formuleren van beleid op dit gebied. Als u daarbij op bijzonderheden stuit, weet de arboverpleegkundige ook tot welke specialist u zich kunt wenden voor aanvullende kennis.

Spreekuur Tot de kerntaken van de arboverpleegkundige behoren in elk geval: ▪▪ Het begeleiden van (zieke) werknemers en het monitoren van re-integratietrajecten: de arboverpleegkundige houdt een vinger aan de pols bij het herstel van de medewerker en brengt hierover advies uit aan uw werkgever en de betrokken bedrijfsarts. ▪▪ Ondersteuning bieden bij het inventariseren van de arbeidsgerelateerde risico’s: hij brengt de belastende factoren van het werk en de belastbaarheid van de individuele medewerkers in kaart. ▶▶▶

Arbo Rendement 4-2014

15


arbeidsongeschiktheid loondoorbetaling

◀◀◀ ▪▪ Ondersteuning bieden bij het uitvoeren van bijvoorbeeld een preventief medisch onderzoek (PMO). ▪▪ U bijstaan bij het uitvoeren van een RI&E. ▪▪ Meedenken bij een periodiek sociaal-medisch overleg. ▪▪ Een telefonisch spreekuur houden: werknemers kunnen bij de arboverpleegkundige terecht met vragen over arbeidsomstandigheden, aanpassingen van werkplek, werkinhoud of werktijden, verzuim en overige zaken. De arboverpleegkundige kan u op bijna alle fronten ondersteunen bij uw taken. Ook in preventief opzicht kan hij van grote waarde zijn. Want door zijn ‘helicopter view’ op uw organisatie kan de arboverpleegkundige al in een vroeg stadium risico’s en problemen vaststellen. Mogelijk is de arboverpleegkundige hiervoor zelfs beter geschikt dan de bedrijfsarts. Zijn kerntaak is immers de behandeling van zieke werknemers. En misschien is de drempel voor de arboverpleegkundige lager dan die voor bedrijfsarts.

Duurder Daarnaast is het duurder om een bedrijfsarts in te schakelen. Houd er wel rekening mee dat uw organisatie zich volgens de Arbowet voor sommige taken, zoals de verzuimbegeleiding, móet laten bijstaan door een bedrijfsarts. Gebeurt dit niet, dan voldoet uw werkgever niet aan zijn verplichtingen. Dat kan uw werkgever – na twee jaar ziekte van de werknemer – op een loonsanctie van UWV komen te staan. Daarom moet u er goed op letten dat uw arbodienst de arboverpleegkundige geen taken laat uitvoeren die eigenlijk door een bedrijfsarts moeten worden gedaan. Een arboverpleegkundige is immers geen arts. Hij mag dus geen medische onderzoeken verrichten en geen medisch oordeel vellen over de ziekte of aandoening van de werknemers. Ook mag hij geen probleemanalyse opstellen als een medewerker ziek is. Daarvoor beschikt hij niet over de juiste opleiding en bevoegdheden.

Let op registratie en certificatie Vakbekwame arboverpleegkundigen moeten zelfstandig en op basis van gelijkwaardigheid kunnen opereren in de eerste lijn van de arbodienst. Daarom moeten ze minimaal hbo-werk- en denk-­ niveau hebben. Om de kwaliteit van de beroepsgroep te bewaken, heeft de Beroepsorganisatie Arboverpleegkundigen (BAV) een register voor gecertificeerde arboverpleegkundigen aangelegd. Arboverpleegkundigen die een opleiding verpleegkunde en een erkende specialisatie arboverpleegkunde hebben afgerond, kunnen worden opgenomen in het BAV-register. Ze moeten dan kunnen aantonen dat ze twee jaar werkervaring hebben en in die tijd gemiddeld zestien uur per week actief waren op het gebied van arbeid en gezondheid. Ook stelt de BAV eisen aan het kennis- en vaardigheidsniveau van haar leden.

UWV heeft het laatste woord bij een aanvraag Als een werknemer twee jaar ziek is, heeft hij mogelijk recht op een WIA-uitkering. Een werknemer heeft dat recht als hij door zijn ziekte nog maar 65% of minder van zijn oude loon kan verdienen. Afhankelijk van zijn situatie krijgt hij dan een WGA-uitkering of IVA-uitkering. Voordat de werknemer een WIA-uitkering krijgt, toetst UWV of de werkgever en de werknemer zich voldoende hebben ingespannen voor de re-integratie. UWV beoordeelt de inspanningen aan de hand van het re-integratieverslag.

Strenger Oordeelt UWV dat u niet genoeg heeft gedaan om de werknemer te re-integreren, dan kan uw werkgever een loonsanctie krijgen. Uw organisatie betaalt dan maximaal een jaar langer het loon door van de zieke werknemer. Het blijkt dat UWV steeds strenger oordeelt en sneller een loonsanctie oplegt. U kunt bezwaar en beroep tegen een loonsanctie aantekenen, maar dat levert in de praktijk vaak niet veel op.

arbosamenwerking medezeggenschap

Preventiemedewerker is zaak van werkgever én OR

D

e preventiemedewerker is een centrale figuur bij het arbo­beleid. Maar hoewel organisaties verplicht zijn om een preventiemedewerker aan te wijzen, menen vakcentrales FNV, CNV en MHP dat dit niet optimaal werkt. Daarom pleitten de vakcentrales eerder dit jaar voor een gekozen preventiemedewerker. Deze zou meer betrokken zijn bij werknemers op de werkvloer en daardoor kunnen zorgen voor groter draagvlak voor preventiebeleid. Voorlopig moet u nog werken met de oude regels voor het aanwijzen van de preventiemedewerker. Het is dus zaak dat u weet hoe de rollen zijn verdeeld bij deze beslissing.

Samenwerken De werkgever kan zelf een preventiemedewerker aanwijzen. Deze is echter niet alleen betrokken bij praktische zaken zoals het opstellen van de RI&E, maar moet ook veelvuldig samenwerken met de ondernemingsraad. Bovendien heeft de OR instemmingsrecht bij het vaststellen van de taken van de preventiemedewerker. Hierbij komen ook de deskundigheidsvereisten aan bod. Het is dus nuttig om de raad bij deze beslissing te betrekken. Lees verder op pagina 7

16

Arbo Rendement 4-2014


Hoe houden we het zelf schoon? Onze organisatie moet bezuinigen, dus we willen in plaats van vijf keer per week nu drie keer per week laten schoonmaken. Wat kunnen onze medewerkers doen om ervoor te zorgen dat de werkplekken toch nog redelijk schoon blijven? Bezuinigen op de schoonmaak is niet per se een verstandige keuze. Een minder schone werkplek kan gezondheidsklachten veroorzaken. Bovendien vinden werknemers hygiëne op de werkplek erg belangrijk. Vooral vieze wc’s kunnen ergernis opwekken.

Welbevinden Een frisse werkplek heeft een positieve invloed op het gevoel van welbevinden. Werknemers kunnen wel wat doen om hun werkplek schoon te houden: ▪▪ Zorg op de schoonmaakdagen voor een ‘clean deskpolicy’. Laat uw medewerkers hun bureau aan het einde van de dag leegmaken, zodat de schoonmakers overal goed bij kunnen.

▪▪ Om de verspreiding van bacteriën en schimmels tegen te gaan, moeten uw medewerkers hun handen wassen voor en na gebruik van het toetsenbord. Iets eten achter de pc is niet aan te raden, want etensresten vormen een ideale voedingsbodem voor bacterie- en schimmelgroei. ▪▪ Laat uw medewerkers eens een – antibacterieel – doekje halen over hun toetsenbord, de muis en het beeldscherm. Voor toetsenborden zijn er busjes met perslucht die de viezigheden tussen de toetsen vandaan blazen. ▪▪ Gebruik zo’n doekje ook voor de plekken die ze vaak aanraken, zoals de stoelleuningen, het bureaublad of het lichtknopje.

Is het bedrijfsartsconsult verplicht? Eén van onze medewerkers is nu twee maanden ziek. De bedrijfsarts heeft hem twee keer opgeroepen voor een consult, maar hij is beide keren niet komen opdagen. Maar dat is toch verplicht? Kunnen we de werknemer dwingen naar de bedrijfsarts te gaan? Een werknemer moet meewerken aan zijn re-integratie. Het consult bij de bedrijfsarts bij langdurige ziekte valt onder deze medewerking. Als de werknemer niet naar de bedrijfsarts gaat, kan deze niet vaststellen wat de werknemer mankeert, wat dit voor zijn werk betekent en dus geen re-integratieadvies geven. Als een werknemer niet meewerkt aan zijn re-integratie, kunt u daarop sancties stellen, zoals het opschorten of stopzetten van de loondoorbetaling. U kunt ook de kosten van het gemiste consult doorberekenen aan de werknemer. U moet deze sancties dan wel opnemen in uw verzuimprotocol. Als de werknemer het erg bont maakt, kunt u hem zelfs ontslaan. Maar u moet zich tegelijkertijd als goed werkgever gedragen en hem de kans geven zijn leven te beteren. Probeer eerst contact te zoeHeeft u ook een inhoudelijke vraag

ken met de werknemer. Leg hem rustig uit dat u zonder het advies van de bedrijfsarts niet aan re-integratie kunt beginnen. Benadruk dat u er sámen uit wil komen. Als de werknemer zich halsstarrig of agressief opstelt, ga dan meer op uw strepen staan en wijs hem erop dat hij verplicht is zich bij de bedrijfsarts te melden. Krijgt u geen contact, stuur dan een aangetekende brief waarin u uw positie uitlegt en vermeldt welke sancties u kunt opleggen.

Waarschuwen Blijft de werknemer weigeren, dan moet u hem eerst waarschuwen voordat u tot sancties overgaat. Jurisprudentie laat zien dat u in dit soort gevallen niet terughoudend genoeg kunt zijn. Leg van al uw acties bovendien een gedegen dossier aan.

Stel hem dan op www.rendement.nl/premium/adviesdesk

Arbo Rendement 4-2014

17


arbeidsongeschikt

een proefplaatsing is bedoeld voor mensen met een uwv-uitkering

Laat een werknemer eens proefdraaien Wil uw organisatie best een arbeidsgehandicapte in dienst nemen, maar zou u graag eerst willen uitproberen of hij het werk echt aankan? Dat is mogelijk met een proefplaatsing. U zit niet per se aan de nieuwe werknemer vast als hij na proefplaatsing niet geschikt blijkt te zijn voor uw organisatie. Ook biedt een proefplaatsing financieel voordeel, want in de periode van de proefplaatsing hoeft u de werknemer geen loon te betalen. UWV betaalt de uitkering door tijdens de proefplaatsing.

E

Een proefplaatsing is onbetaald en bedoeld om de werkgever en de nieuwe werknemer te laten kijken of het werk bevalt. U hoeft dus niet meteen voor langere tijd met de nieuwe werknemer in zee te gaan en hem een contract aan te bieden. Voor beide partijen is dit erg gunstig, omdat ze elkaar en het werk even rustig kunnen aftasten. Toch is een proefplaatsing zeker niet vrijblijvend: uw organisatie moet wel de intentie hebben om de werknemer uiteindelijk in dienst te nemen. Ook mag u na de proefplaatsing niet nog een proeftijd instellen.

Diploma’s Een proefplaatsing is dus uitdrukkelijk niet bedoeld om iemand een tijdje gratis voor uw organisatie te laten werken en hem dan weer weg te sturen. Als proefplaatser heeft u verantwoordelijkheden en verplichtingen. Niet iedereen met een uitkering komt zomaar in aanmerking voor een proefplaatsing. Iemand die een half jaar werkloos thuiszit, maar wel de goede diploma’s bezit en veel werkerva18

Arbo Rendement 4-2014

Dit is het vierde artikel in de reeks over stimuleringsmaatregelen voor arbeidsgehandicapten. Eerder kwamen al de premiekorting, de loonkostensubsidie en de no-riskpolis aan bod. In volgende nummers is nog aandacht voor de jobcoach en de meeneembare en nietmeeneembare voorzieningen.

ring heeft, kan prima op eigen kracht werk zoeken. De voorziening is vooral bedoeld voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, die het niet op eigen houtje redden. Concreet gaat het om mensen die een WW-, WIA-, WAO-, Ziektewet-, WAZ- of Wajong-uitkering van UWV ontvangen. In principe kan iedereen, jong of oud, in aanmerking komen voor een proefplaatsing. De voorziening is namelijk niet leeftijdsgebonden. De enige leeftijdgrens aan de proefplaatsing is die van de AOW. Mensen die AOW-gerechtigd zijn, komen er dus niet meer voor in aanmerking. Een proefplaatsing duurt twee maanden. Toch is

deze periode niet rigide. Als u verlenging wilt van de proefplaatsing van de werknemer, is dit onder sommige omstandigheden mogelijk. Het kan bijvoorbeeld zijn dat u vanwege iemands arbeidshandicap moeilijk kunt inschatten in hoeverre de werknemer geschikt is voor de functie. Twee maanden kunnen te kort zijn om iemands competenties en vaardigheden in te schatten. Heeft u die twijfel, dan kunt u bij UWV een verzoek indienen om opnieuw een proefplaatsingsperiode vast te stellen. UWV kan de proefplaatsingsperiode met maximaal vier maanden verlengen tot in totaal zes maanden.

Verlenging Wordt de werknemer ziek tijdens zijn proefplaatsing? U kunt de proefplaatsing dan verlengen met de tijd dat de werknemer ziek was. Bij verlof of vakantie tijdens de proefplaatsing is echter geen verlenging mogelijk. Aan een proefplaatsing zijn strenge voorwaarden verbonden. UWV bekijkt kritisch in hoeverre een werkgever en de kandidaat voor proefplaatsing aan deze voorwaarden voldoen. Pas als u aan al deze voorwaarden voldoet, kunt u de proefplaatsing van start laten gaan. Criteria voor proefplaatsing zijn dat de werknemer in kwestie: ▪▪ een arbeidsongeschiktheids- of WWuitkering heeft; én, ▪▪ moeilijk plaatsbaar is; én, ▪▪ nieuw is, dus nog niet eerder voor uw organisatie geeft gewerkt. Alle drie de factoren moeten dus meespelen. Een werknemer met een WW-uitke-


ring moet minimaal drie maanden werkloos zijn en aantoonbaar moeilijk te plaatsen. Is de werknemer een WW’er die jonger is dan 27 jaar en heeft hij geen startkwalificatie? Dan hoeft hij nog geen drie maanden werkloos te zijn. Dit geldt ook voor proefplaatsingskandidaten die voorafgaand aan de WW voor langere tijd een Ziektewet- of arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvingen.

Lastig Maar ook dan moet duidelijk zijn dat het geen optie is om terug te keren in de functie die ze hadden voordat ze arbeidsongeschikt werden en dat een baan vinden zonder proefplaatsing erg lastig wordt. Let er dus ook op dat de werknemer niet al eens in dienst van uw organisatie is geweest. Alleen in bepaalde uitzonderlijke gevallen geeft UWV u goedkeuring voor proefplaatsing van een voormalig werknemer. Voorwaarde is dan wel dat zijn situatie dusdanig is veranderd, dat zijn mogelijkheden om aan werk te komen aanzienlijk zijn afgenomen in vergelijking met de periode dat hij eerder bij u in dienst was.

Een voorwaarde is dat u de werknemer moet verzekeren

Een laatste heel logische voorwaarde die UWV stelt, betreft de verzekeringen voor de werknemer. Ook al is de werknemer officieel nog niet in dienst, u moet toch

een ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering voor hem afsluiten op het moment dat de proefplaatsing start.

Vergoedingen U kunt de werknemer tijdens zijn proefplaatsing de gebruikelijke vergoedingen verstrekken die voor alle werknemers gelden, zoals reiskostenvergoedingen. U heeft dan al wel de persoonlijke gegevens van de werknemer nodig om dit in de administratie te kunnen verwerken. Een proefplaatsing kunt u aanvragen bij UWV. Of eigenlijk: uw medewerker moet de aanvraag indienen, maar het invullen van de aanvraag doet u samen. Niet alleen de werknemer ondertekent de aan-

Intentie tot arbeidscontract na proefplaatsing Het is de bedoeling dat de werkgever het voornemen heeft de werknemer na zijn proefplaatsing een aanstelling te geven van minstens zes maanden en voor hetzelfde aantal uren als de proefplaatsing. Daarvoor moet hij een intentieverklaring ondertekenen. Besluit hij na afloop van

de proefplaatsing niet met de werknemer verder te gaan, dan moet hij dit verantwoorden aan UWV. Zo wil UWV voorkomen dat werkgevers de voorziening misbruiken om tijdelijk gratis arbeidskrachten te hebben. Tijdens de proefplaatsing is de werknemer namelijk nog niet in dienst.

vraag, maar de werkgever ook. Wilt u de werknemer gaan detacheren of als uitzendkracht inzetten? Dan moet ook de organisatie waar de werknemer wordt gedetacheerd of naartoe wordt uitgezonden,

Het formulier voor proefplaatsing kunt u downloaden van uwv.nl

de aanvraag ondertekenen. Het formulier voor proefplaatsing kunt u downloaden via de website uwv.nl. Bij een WIA-, WAO-, WAZ-, Wajong- of WW-uitkering moet het formulier naar het dichtstbijzijnde Werkplein voor de werknemer. Ontvangt de werknemer een Ziektewetuitkering, dan moet het formulier naar het regionale UWV-kantoor. Het kan gebeuren dat de uitkering die de werknemer van UWV krijgt, afloopt tijdens de proefplaatsing. Dat maakt voor u echter niets uit. U kunt de proefplaatsing gewoon laten doorlopen, ook al heeft uw werknemer in die resterende periode geen inkomen. Arbo Rendement 4-2014

19


Tocht op de werkplek U bent misschien geneigd om medewerkers die klagen over tocht op het werk te beschouwen als aanstellers. Toch moet u als arboprofessional proberen om tocht op de werkplek zo veel mogelijk te beperken. Tocht kan namelijk leiden tot een hogere spierspanning. Ook belemmert tocht de doorbloeding van het lichaam en verhoogt het de kans op RSI/KANS.

1 Ventilatie Als lucht in beweging is, spreken we van ventilatie. Is de luchtbeweging op het werk – in de binnenruimtes – te groot, dan spreken we van tocht. Ventileren met koude en vooral droge lucht kan zeer hinderlijk zijn. Tocht wordt vaak veroorzaakt door openstaande deuren of slecht sluitende kozijnen. U moet dan ook niet verbaasd zijn als medewerkers over tocht klagen als ze in de buurt van slecht geïsoleerde ramen zitten. Bovendien blijken mensen tocht in de nek en op hun blote schouders en bovenarmen beter te voelen naarmate ze ouder worden.

de winter. Onderzoek van TNO heeft uitgewezen dat ongeveer 16% van de werknemers wel eens te maken heeft met hinderlijke tocht.

3 Overleg U moet er rekening mee houden dat de ene medewerker meer last heeft van tocht dan de ander. Iedereen ervaart tocht immers anders. U kunt bij tochtklachten bijvoorbeeld de volgende stelregel hanteren: als meer dan 10% van de werknemers gedurende 90% van de verblijfstijd klaagt dat het te koud is of te veel tocht, is het tijd om serieus werk te maken van de klachten. In dat geval doet u er goed aan om in overleg te treden met de bewuste medewerkers. Praat met de werknemers over het binnenklimaat bij kou en over de verschillende beleving van tocht en kou. Tijdens het gesprek kunt u ook afspraken maken over de mate van ventilatie en verwarming. Een mogelijke oplossing is dat de werknemers die last hebben van tocht en kou van plek ruilen met collega’s die hier minder last van hebben.

2 Arbobesluit Als arboprofessional moet u voorkomen dat medewerkers last hebben van tocht. Arbobesluit 6.2 zegt over tocht dat ‘luchtverversingsinstallaties zodanig moeten functioneren dat werknemers niet hinderlijk aan tocht worden blootgesteld’. Werknemers ervaren tocht als hinderlijk als de luchtverplaatsing meer dan 0,15 m/s is in de winter en 0,25 m/s in de zomer. Dat komt omdat tocht in de zomer meestal acceptabeler is dan in

20

Arbo Rendement 4-2014

4 Maatregelen U kunt natuurlijk ook de koude- of tochtbron zelf aanpakken. Ga bijvoorbeeld na of de problemen zijn op te lossen door een extra verwarming te plaatsen of door thermostaatknoppen op de radiatoren te plaatsen. Ook moet u ervoor zorgen dat de temperatuur tussen twee aansluitende ruimtes niet al te veel verschilt. Let erop dat werkplekken niet tegen ramen aansluiten en zeker niet als het

glas niet goed is geïsoleerd. Daarnaast kunt u tochtstrips plaatsen op slecht sluitende deuren en ramen. Een andere mogelijkheid is het afkitten van de kieren. Bij deuren die vaak open en dicht gaan – bijvoorbeeld in winkels of in een fabriekshal – kunt u een extra tochtdeur plaatsen. Een personendeur in een grote loodsdeur voorkomt bovendien dat de grote deur onnodig vaak openstaat.

5 Rol medewerkers U kunt ook van uw medewerkers verwachten dat ze zelf een steentje bijdragen. Vraag of ze deuren en ramen niet onnodig open laten staan of tegen elkaar openzetten. Ook is het niet verstandig om bureaus naast een raam, airco of luchtzuiveringsinstallatie te plaatsen. U kunt ook vragen of werknemers die het altijd koud hebben, zich wat warmer kunnen kleden, bijvoorbeeld door diverse lagen over elkaar aan te trekken. Dit is ook een oplossing als er grote individuele belevingsverschillen zijn in kou.

6 Bescherming Ook al doet u uw best om tocht te voorkomen, toch kunt u soms niet vermijden dat werknemers op een tochtige werkplek zitten. Dat is bijvoorbeeld het geval als mensen in een loods of fabriekshal werken, waar de deur vaak open- en dichtgaat. Ook winkelpersoneel en baliemedewerkers kunnen last hebben van tocht. In dat geval moet u ervoor zorgen dat medewerkers beschermende kleding krijgen, zodat ze minder last hebben van tocht en kou.


werkplek gevaarlijke stoffen

PBM ademhalingsbescherming

Groot gevaar voor de baby Als zwangere vrouwen in de periode vóór hun bevalling blootstaan aan bepaalde stoffen, kan dat schadelijk zijn voor de gezondheid van hun ongeboren kind. Prenatale risico’s zijn het duidelijkst aangetoond voor: ▪▪ lood; ▪▪ methylkwik; ▪▪ PCB’s (polychloorbifenyl); ▪▪ dioxineachtige stoffen; ▪▪ organofosfaten.

Bij DDT/DDE, PBDE’s en perfluorverbindingen zijn risico’s ‘waarschijnlijk’ en in het geval van ftalaten, cadmium en bisfenol A (BPA) worden de risico’s als ‘mogelijk’ getypeerd. De Gezondheidsraad waarschuwt dat de bestaande Europese strategie om gevaarlijke stoffen te identificeren tekortschiet en dat dus ook genomen beschermingsmaatregelen onvoldoende zijn.

welzijn PSA

Pestkoppen en plaaggeesten

M

edewerkers die op het werk te maken hebben met structurele pesterijen, zijn niet alleen vaker ziek op het moment dat ze slachtoffer zijn van pestkoppen. Ze houden ook daarna het gevoel dat ze minder inzetbaar zijn.

Betrokken Pesten heeft hierdoor ook op lange termijn een negatieve invloed op iemands carrière.

De werkgever heeft er belang bij dat werknemers behalve gekwalificeerd ook gemotiveerd en betrokken zijn. Maar juist voor dit laatste is pesten funest. U moet dus alert zijn op structureel getreiter in de organisatie. Maar schakel hierbij ook de hulp van leidinggevenden in. Zij kunnen pesten actief bestrijden en daarom moet ook juist deze groep pestgedrag kunnen signaleren.

preventie arborisico’s

Computerklachten: game over Nekklachten, pijnlijke armen en schouders en rugpijn behoren tot de grootste gezondheidsrisico’s van kantoorwerkers. De ‘Richtlijn Computer­werk’ van de NVAB benoemt de manieren waarop u RSI/ KANS kunt voorkomen: ▪▪ Beperk computer- en beeldschermwerk tot maximaal vier uur per dag. ▪▪ Verstrek pols- en armsteunen zodat werknemers comfortabel hun muis en toetsenbord bedienen.

▪▪ Wissel computerwerk geregeld af met andere taken. ▪▪ Als afwisseling van taken geen optie is, laat werknemers dan frequent micropauzes nemen. U denkt misschien dat u werknemers een gezonde werkhouding kunt aanleren? Helaas, de NVAB heeft geen bewijs gevonden dat u met advies en training over een ergonomische zithouding RSI-klachten kunt voorkomen of verminderen.

Adem in, adem uit! Werknemers die tijdens hun werk in aanraking komen met stof, dampen en gassen, kunnen ademhalingsbescherming nodig hebben. Ademhalingsbescherming zorgt ervoor dat de lucht die medewerkers inademen vrij is van gevaarlijke stoffen. Als arboprofessional moet u in de RI&E inventariseren of dit soort persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) noodzakelijk zijn. Ook moet u nagaan welke ademhalingsbescherming nodig is. Werknemers die tijdens hun werk (fijn)stof inademen, kunnen hier gezondheidsklachten van ondervinden. Ze krijgen bijvoorbeeld last van forse niesbuien of te maken met ernstige kortademigheid. Ook dampen, gassen of vezels die werknemers tijdens hun werk inademen, kunnen slecht zijn voor hun gezondheid. Als u niet kunt voorkomen dat medewerkers stof, gas of dampen inademen, moet u ervoor zorgen dat zij tijdens hun werk ademhalingsbescherming dragen.

Kosten In de RI&E inventariseert en beschrijft u de ademhalingsbescherming die uw medewerkers nodig hebben. Als arboprofessional bent u de aangewezen persoon om samen met uw medewerkers te bepalen welke ademhalingsbescherming nodig is. Werknemers kunnen met hun kennis en praktijkervaring immers een belangrijke bijdrage leveren aan de aanschaf van de juiste middelen. Uw werkgever moet de kosten van de PBM dragen. Ademhalingsbescherming zorgt ervoor dat de lucht die werknemers inademen vrij is van gevaarlijke stoffen. Welke ademhalingsbescherming voor medewerkers het beste is, hangt af van: ▪▪ de aard van de vervuiling en de gezondheidsrisico’s die hiermee samenhangen; ▪▪ de grenswaarde: welke concentratie aan stof, gas of damp is maximaal toegestaan? Voor een beperkt aantal stoffen heeft de overheid namelijk grenswaarden vastgesteld; ▪▪ de locatie van de werkzaamheden en de voorzieningen die daar aanwezig zijn; ▪▪ de duur van de werkzaamheden. Er zijn verschillende soorten ademhalingsbescherming, variërend van een eenvoudig wegwerpmasker tot een ge▶▶▶

Arbo Rendement 4-2014

21


preventie voorlichting

Tijd voor de vrijmivo

◀◀◀ zichtsbedekkend masker met ademlucht. Ademhalingsbescherming kan afhankelijk of onafhankelijk zijn. Bij onafhankelijke ademhalingsbescherming gebruiken medewerkers lucht uit afgesloten capsules. In bepaalde gevallen is het absoluut noodzakelijk om onafhankelijke ademhalingsbescherming te gebruiken. Bijvoorbeeld als er onvoldoende zuurstof is in de ruimte waar uw medewerkers moeten werken, als er een kans bestaat dat het zuurstofgehalte in een ruimte afneemt of als de verontreiniging te groot is. Ademluchttoestellen zijn een vorm van onafhankelijke ademhalingsbescherming. Deze toestellen werken met ademlucht, die zich onder hoge druk in flessen bevindt. De lucht wordt gedoseerd in het masker gebracht, naar de behoefte van de medewerker. Voordeel van werken met een ademluchttoestel is dat de medewerker bewegingsvrijheid heeft. Nadeel is dat de toestellen maar een beperkte tijd te gebruiken zijn.

Luchtslang Een andere vorm van onafhankelijke ademhalingsbescherming is aansluiting op een ademluchtleidingnet. De werknemer krijgt dan schone lucht via een leidingnetsysteem. Voordeel is dat er geen tijdslimiet zit aan het werken met deze vorm van ademhalingsbescherming. Wel is de medewerker beperkt in zijn bewegingsvrijheid, omdat de lengte van de luchtslang zijn actieradius bepaalt. Bij afhankelijke ademhalingsbescherming maken medewerkers gebruik van een filter en een masker. Er zijn filters die stof tegenhouden, filters die gas/damp absorberen en filters die allebei tegenhouden, zogenaamde combinatiefilters. Filters kunnen worden aangebracht in diverse soorten maskers. Wegwerpmaskers – ook wel snuitjes genoemd – bieden werknemers de minste bescherming. Daarnaast kunnen werknemers gebruikmaken van halfgelaatsmaskers en volgelaatsmaskers. Halfgelaatsmaskers bedekken ongeveer de helft van het gezicht. De ademhaling vindt altijd plaats door het masker, waardoor medewerkers alleen gefilterde lucht inademen. Omdat maar de helft van het gelaat bedekt is, kunnen werknemers ongehinderd werken. Volgelaatsmaskers bieden de beste bescherming, omdat ook de ogen beschermd zijn.

Bij communicatie draait het niet alleen om de inhoud, maar ook om timing. Door een gunstig moment te kiezen voor uw boodschap, kunt u medewerkers beter bereiken. Het omgekeerde geldt ook: als u arbovoorlichting geeft op een onhandig moment, ontstaat een onrustige sfeer en komt uw boodschap niet over. Kies dus het juiste tijdstip om arbonieuws te versturen. Een goed moment is het einde van de middag. Het werk is dan grotendeels gedaan en medewerkers zullen minder snel in conclaaf gaan in de wandelgangen. Onderling beklag en het uiten van frustratie krijgen hierdoor minder kans.

Vrijdagmiddag Ook de dag van de week speelt een rol. Het einde van de vrijdagmiddag is het meest geschikte moment voor een belangrijke mededeling. Medewerkers zijn dan al met hun hoofd bij het weekend en verschuiven dan vaak hun prioriteiten. Eventuele gevoeligheden kunnen dan in het weekend wat wegzakken. En als er dan na het weekend alsnog opmerkingen volgen, kunt u dat goed gefundeerd becommentariëren.

welzijn PSA

Slapeloze nachten Steeds meer werknemers hebben last van spanning, stress, slapeloosheid en zelfs depressies omdat hun huis ‘onder water’ staat. De restschuld die veel medewerkers hebben nu hun huis minder waard is geworden, gaat velen niet in de koude kleren zitten. Om medewerkers die hierdoor psychische klachten hebben inzetbaar te houden, kan schuldhulpverlening helpen.

Donker

Doe een fittest! Als arboprofessional moet u zich realiseren dat de juiste pasvorm en gedegen onderhoud van ademhalingsbescherming heel belangrijk is. U kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om bij gespecialiseerde bedrijven een fittest (‘fit’ verwijst hier naar passend) te laten uitvoeren. Zo’n test controleert niet alleen of medewerkers goed passende ademhalingsbescherming dragen, maar ook of ze die correct gebruiken en onderhouden. Belangrijk is dat medewerkers een fittest doen voordat ze voor de eerste keer met ademhalingsbescherming gaan werken.

22

Arbo Rendement 4-2014

Een werknemer die door financiële omstandigheden zijn huis gedwongen moeten verkopen, krijgt hiervoor vaak minder terug dan hij ervoor betaald heeft. Hij komt dan geld tekort om zijn hypotheek volledig af te lossen en zit met een restschuld. Die kan als een donkere wolk boven zijn hoofd blijven hangen, tenzij hij zijn hypotheek had afgesloten met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) of voldoende financiële middelen heeft. U kunt medewerkers die hier last van hebben, hulp laten zoeken bij instanties die begeleiding bieden bij het afbouwen van schulden. Denk aan de websites Wijzeringeldzaken.nl en Nibud.nl (van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting). Hier vinden medewerkers allerlei tips om grip op hun financiën te krijgen en schulden af te bouwen.


Colofon Arbo Rendement is het nieuws- en adviesmagazine voor arboprofessionals, preventiemedewerkers en ondernemingsraden. Arbo Rendement is een uitgave van Rendement Uitgeverij BV Groot Handelsgebouw unit D1.109 Conradstraat 38, Rotterdam Postbus 27020, 3003 LA Rotterdam tel. (010) 243 39 33, fax (010) 243 90 28 www.rendement.nl/arbo

Nieuw in uw Premium-account: MKB E-learning

Hoofdredacteur Jasmijn Bovendeert e-mail: j.bovendeert@rendement.nl Redactie Diny Basoski, Boukje van den Berg-Thijs, Anouk Bosman, Dennis Bruggemans, Cindy Burton, Silvija van Dalen, Vildan Fidan, Nanouk van Gennip, Tim Kersjes, Renske van de Merbel, Minka Mertens, Dominik van Mierlo, Amy MoiThuk-Shung, Marianne Schiltmans-Verhoeven, Muriël Simons, Nicole Slagboom, Jeanine Tanis, Justin Verbeek, Lenne Verrips Medewerkers Rick Bekker, Maya Dornseiffer, Bastiaan Geleijnse, Tycho van der Klip, Ellen Kraft, Frank Molenaar, John Reid, Tessy van Rossum, Jean-Marc van Tol, Remco Visschers (Ravestein & Zwart), Eric Weijers, Petra van Zijst, Marga Zuurbier, Saskia Zwartjes Website Sander Divendal, Waldemar de Haas, Roland Hakkaart, Jan-Willem van der Heiden, Paul Valk Algemeen hoofdredacteur Robert Hiemstra Uitgever Marnix Hoogerwerf Abonnementenadministratie Rendement Uitgeverij BV Postbus 27020, 3003 LA Rotterdam tel. (010) 243 39 33, fax (010) 243 90 28 e-mail: info@rendement.nl Advertentie-exploitatie Arnout Bonselaar tel: (010) 224 80 33, fax: (010) 243 90 28 e-mail: a.bonselaar@rendement.nl Basisontwerp Pino Design, Arnhem Druk Ten Brink, Meppel Abonnementen Arbo Rendement verschijnt maandelijks. Abonnementsprijs: € 299, exclusief de bewaarband à € 29,95 die in januari wordt verzonden en het Premium-account à € 60 per jaar. Losse nummers: € 28. Tweede abonnement op dezelfde titel: € 225 inclusief de bewaarband. Alle prijzen zijn exclusief BTW en inclusief verzendkosten. (Proef)abonnementen kunnen ieder moment ingaan, maar slechts worden beëindigd indien uiterlijk twee maanden voor het einde van de abonnementsperiode is opgezegd. Zonder of bij niet-tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. De looptijd van de verlenging hangt af van de duur van het vorige abonnement. Het volledige overzicht vindt u in artikel 9.1 van onze algemene voorwaarden. Abonnementen zijn zakelijk en derhalve is de consumentenwetgeving niet van toepassing. Rendement behoudt zich het recht voor om prijzen en inhoud van de algemene voorwaarden te wijzigen. U kunt onze volledige algemene voorwaarden en ons privacybeleid ook nalezen op www.rendement.nl/av.

Petje af voor deze gratis VideoColleges! Cursussen die aansluiten op uw dagelijks werk • Leren waar en wanneer het u uitkomt • Certificaat als bewijs van deelname • Start nu direct een cursus op: rendement.nl/e-learning

© Rendement Uitgeverij BV 2014 ISSN 1874-2742 Niets uit deze uitgave mag, noch geheel, noch gedeeltelijk, worden overgenomen en/of vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de gevolgen hiervan.

Nóg meer Premium-voordelen MKB Vaktools bestaat uit ruim 2.400 vaktools en MKB Adviesdesk stelt maar liefst 35 experts tot uw beschikking, maar dat is nog niet alles. U kunt namelijk ook van de vele zakelijke voordelen van MKB Voordeelshop gebruikmaken. Deze voordelen zijn door Rendement met haar samenwerkingspartners onderhandeld, zodat u exclusieve kortingen ontvangt op diverse producten, diensten en uitjes. Daarnaast kunt u als Premium-abonnee ook gratis vijf vacatures per jaar plaatsen op MKB Banenbank, zodat u zonder extra kosten een geschikte kandidaat vindt.

Arbo Rendement 4-2014

23


Een dubbele arboburger a.u.b. Goed arbobeleid is niet alleen belangrijk om werknemers gezond en veilig te laten werken. Het draagt ook bij aan de tevredenheid van werknemers. Maar daar denkt een grote fastfoodketen in de Verenigde Staten kennelijk heel anders over. Onlangs deed een vijftigjarige medewerker van een Amerikaans hamburgerrestaurant een boekje open over de omstandigheden waarin hij zijn werk moet doen: lange

werkdagen, geen betaalde vakantiedagen, geen loon bij ziekte, een uurloon net boven het minimumloon.

Hel De lijst van klachten is lang. Elke werkdag is een ware hel. Klanten zijn onbeschoft, maar het allerergste zijn de managers. Die terroriseren het personeel en schelden werknemers uit. Kortom, een vet probleem voor de arboprof!

Chocolade helpt, altijd! Dat de werkdruk in veel organisaties oploopt, is wel bekend. Om te voorkomen dat werknemers hierdoor gestrest raken, heeft de overheid zelfs aangekondigd dat de aanpak van werkdruk topprioriteit heeft. Maar misschien zou de oplossing voor een te hoge werkdruk wel eens heel simpel kunnen zijn: chocolade! Onderzoek heeft opnieuw aangetoond dat werknemers die chocolade eten

vrolijker zijn en productiever zijn. En door de chocoladekick kunnen ze ook nog eens beter presteren onder druk.

Kul Dus weg met die flexibele werktijden. Werkdruk bespreekbaar maken? Wat een softe flauwekul! Laat werknemers de dag beginnen met een flinke chocoladereep. Dan kunnen ze er tenminste echt tegenaan!

‘Ik haat arbo, ik haat arbo’ Hopelijk doet u uw arbowerk met veel plezier. Maar als dat niet zo is, laat u dan niet verleiden tot de daden van een dronken stenograaf van een rechtbank in New York. Deze typte tijdens rechtszittingen allerlei onzin die uiteindelijk in de verslagen terechtkwam.

Haat De rechtbankstenograaf drukte tijdens zittingen soms willekeurig op de toetsen van zijn typemachine. En sommi-

24

Arbo Rendement 4-2014

ge verslagen bevatten eindeloze herhalingen van de zin ‘Ik haat mijn werk, ik haat mijn werk, ik haat mijn werk.’ Maar als u de werkgever een oor wilt aannaaien, is het een idee om in de RI&E onder de belangrijke arbeidsrisico’s een aantal keer de zin ‘Ik haat arbo, ik haat arbo,’ neer te zetten. Eens kijken wat de Inspectie SZW daarvan vindt als die komt controleren of de RI&E van de organisatie compleet en up-to-date is.

Preventiemedewerker kiezen? Doe het zoals in Noord-Korea De aanstelling van de preventiemedewerker, wat moet u daar nou mee? Gewoon één van uw medewerkers benoemen, de werkgever die klus laten klaren of wilt u toch verkiezingen organiseren zoals enkele vakbonden hebben gesuggereerd. Wilt u de interne democratie zijn werk laten doen, maar er toch voor zorgen dat uiteindelijk uw favoriete kandidaat door werknemers wordt gekozen tot preventiemedewerker? Laat u inspireren door verkiezingen volgens het NoordKoreaanse model. Vorige maand ging Noord-Korea naar de stembus voor de parlementsverkiezingen. Hoe-

wel er meerdere partijen aan meededen, was er in sommige kiesdistricten maar één kandidaat. De Noord-Koreanen hadden in zo’n geval de keuze om vóór of tegen die kandidaat te stemmen.

Stemhokje Tegen stemmen mocht, maar die tegenstemmers moesten wel even naar een ander stemhokje in het stembureau lopen dan de voorstemmers. En dat durfden maar weinig kiezers. Zo’n aanpak is natuurlijk bijzonder effectief. U heeft uw favoriete kandidaat en de werknemers hebben ook hun zegje kunnen doen. Echt win-win!

Hou je adem nu maar in en probeer niet te stikken De gezondheidsrisico’s van beeldscherm- en computerwerk zijn u natuurlijk wel bekend. Als werknemers langdurig verkeerd achter de computer zitten, liggen klachten aan de armen, schouders, nek en rug op de loer. Maar beeldschermwerk is ook gewoon levensbedreigend! Omdat kantoorwerkers te pas en te onpas hun adem inhouden.

Scherm-apneu Tijdens het checken van hun mailbox, het opstellen van een mailtje of als er onverwacht nieuws binnenkomt, stoppen veel beeldschermwerkers een fractie van een

seconde met ademen. En dat kan op de lange termijn heel schadelijk zijn. Omdat de hersenen tijdelijk minder zuurstof krijgen, ontstaat er stress in het lichaam. En dat kan zelfs weer leiden tot depressies. Dit fenomeen is ook wel bekend onder de term scherm-apneu. De oorzaak is de werkhouding achter het beeldscherm: omdat medewerkers met hun schouders en armen vooruit zitten, kunnen ze niet diep genoeg ademhalen. En bij een volle mailbox of groots nieuws, houden mensen sowieso hun adem in. Erg geschrokken van dit nieuws? Even flink ademhalen!


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.