experts in sociale zaken
ief r b s w u ie N or boekhouders
vo
en accountants Maart 2013 - N° 90 Verschijnt 6x per jaar: januari, maart, mei, juni, september, november
Afgiftekantoor: Antwerpen X
Inhoud â Onvoldoende bedrijfsvoorheffing inhouden = VAA betalen! â Xerius lanceert unieke app voor jobstudenten â Comissie Arbeidsrelaties gaat van start â Uw Digitaal Loket: meer en meer mogelijkheden â De rechten als zelfstandige â Bedrijfsvoorheffing bedrijfsleiders: hoe belastingverhogingen vermijden?
â Prestatiegebonden loonbussen: voordeel brokkelt (een beetje) af â ‘Onvolledige refertejaren’? En nu in het Nederlands graag â Voordeel alle aard gratis woonst: coëfficiënt van 3.8% niet altijd nodig â Opiniestuk: voor wanneer het eenheidsstatuut?
Onvoldoende bedrijfsvoorheffing inhouden = VAA betalen! In de praktijk komt het vaak voor dat bij de loonberekening van de bedrijfsleider de in te houden bedrijfsvoorheffing wordt vastgesteld op een vast bedrag. Eventuele verminderingen in de personenbelasting (zoals alimentatie, woonkredieten etc.) worden dan reeds in rekening gebracht. De wet bepaalt de barema’s voor de voorheffing zonder rekening te houden met de verminderingen in de personenbelasting. Daarop mag u niet ingrijpen. Als de ingehouden bedrijfsvoorheffing lager ligt dan het barema, ontstaat er immers een voordeel voor de bedrijfsleider. De bedrijfsleider betaalt dan minder dan wettelijk voorzien en de overheid verliest zijn gratis lening.
“Onvoldoende bedrijfsvoorheffing laten inhouden, kan leiden tot het aanrekenen van een voordeel alle aard.” Nu oordeelt de fiscus dat dit voordeel, het verschil tussen in te houden bedrijfsvoorheffing volgens barema en de werkelijke ingehouden bedrijfsvoorheffing, integraal gezien moet worden als voordeel alle aard. Dit heeft tot gevolg dat de bedrijfsleider op dit voordeel personenbelasting moet betalen waardoor ook de berekeningsbasis verhoogt voor het bepalen van de sociale bijdragen. Indien u de bedrijfsvoorheffing door SD Worx laat berekenen, zullen wij steeds op de brutolonen en voordelen voldoende voorheffing inhouden.
Xerius lanceert unieke app voor jobstudenten België telt maar liefst 400.000 jongeren die tegelijkertijd studeren en werken. Maar er is ook een keerzijde aan de medaille. Studenten (én hun ouders) komen vaak voor onprettige verrassingen te staan wanneer wettelijk opgelegde limieten onbewust overschreden worden. Xerius speelt hierop in met de lancering van de JobCalc, een gratis applicatie die met een simulatie op maat - voorkomt dat men de kinderbijslag en het recht op een aantal voordelen zou verliezen. Op basis van tewerkstellingsgegevens en het aanmaken van een profiel (leeftijd, type onderwijs enzovoort) kan elke jobstudent met de JobCalc berekenen hoeveel dagen hij/zij nog mag werken of hoeveel hij/zij nog mag verdienen. De JobCalc kan vanaf nu gratis gedownload worden. De app is beschikbaar voor iPhone, iPad en Android. Surf naar www.xerius.be/ jobcalc.
Commissie Arbeidsrelaties gaat van start Op 11 februari 2013 verscheen het koninklijk besluit dat de administratieve commissie ter regeling van de arbeidsrelaties instelt. De Programmawet van 2006 had onder meer als doel de schijnzelfstandigheid tegen te gaan en voorzag al in de oprichting van deze commissie. Maar het duurde tot nu voor ze er effectief kwam. De overheid stelt een toenemend misbruik van het socialezekerheidsstelsel voor zelfstandigen vast. De wet voorziet nu een objectief kader om arbeidsrelaties (werknemer of zelfstandige) te benoemen. Bovendien biedt ze de mogelijkheid om voor verschillende beroepssectoren specifieke criteria vast te leggen die de aard van deze relaties bepalen. De commissie die nu officieel van start gaat, is bevoegd om over de aard van arbeidsrelaties te beslissen. Algemene en neutrale criteria Om de aard van de arbeidsrelatie te bepalen, legt de wet algemene en neutrale criteria vast en baant ze de weg voor specifieke criteria voor ‘fraudegevoelige’ sectoren. De algemene criteria, die gelden voor elke arbeidsrelatie, zijn de volgende: • de wil van de betrokken partijen • de vrijheid om te werken en de werktijd te regelen • de mogelijkheid om een hiërarchische controle uit te oefenen op andermans werk. Neutrale criteria die de aard van de arbeidsrelatie niet bepalen, zijn bijvoorbeeld de inschrijving bij een sociaal verzekeringsfonds, bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO), bij de btw-administratie of de manier waarop de inkomsten werden aangegeven bij de fiscus.
Investeer je in het bedrijf met eigen middelen? Neem je deel aan de winsten en verliezen? Ben je eigenaar of huurder van de werkruimte? Werk je met je eigen materiaal? Bepaal je mee het aankoop- en prijsbeleid? Dit zijn slechts enkele van de vragen. Weerlegbaar vermoeden van werknemersstatuut Voor vier beroepssectoren gaat de wet uit van een weerlegbaar vermoeden van het werknemersstatuut: de bouw-, schoonmaak-, vervoers-, en bewakingssector. Wil je dit vermoeden weerleggen, moet je aan minstens de helft van de specifieke criteria beantwoorden. Kan je dat niet, dan ben je werknemer. De algemene criteria spelen natuurlijk ook een rol in de beslissing. Het weerlegbaar vermoeden geldt niet bij familiale arbeidsrelaties. Vanaf wanneer is deze wet van toepassing? Het onderdeel van de programmawet over de arbeidsrelaties en de bevoegde administratieve commissie trad in werking op 1 januari 2013. Verdere instructies over de werking van de commissie volgen. We houden u zeker op de hoogte. Hebt u nog vragen over deze materie? Uw Xerius-adviseurs of –dossierbeheerders geven u graag een antwoord.
Specifieke criteria zullen bij koninklijk besluit vastgelegd worden voor bepaalde beroepssectoren. Het antwoord op een aantal vragen bepaalt mee welke criteria gebruikt zullen worden.
Uw Digitaal Loket: meer en meer mogelijkheden In één van de vorige edities van deze nieuwsbrief las u dat wij ons Digitaal Loket vernieuwden. Een nieuwe look, handiger in gebruik, betere prestaties en meer mogelijkheden. Deze trend zetten wij de volgende maanden voort! U kunt uw klant nog beter adviseren als Xerius u online een duidelijk beeld schetst van zijn socialezekerheidsdossier. Daarom verlenen wij u inzage in steeds meer documenten via ons Digitaal Loket. Binnenkort voegen we daarom alvast de aansluitingsverklaringen en de ontslagverklaringen toe aan de documenten die u kunt inkijken. Later willen we ook alle financiële afrekeningsstaten van uw klanten raadpleegbaar maken. Ook de kwartaalfacturen, eventuele herinneringsbrieven, aanmaningen en herzieningen zullen in de toekomst beschikbaar zijn via uw Digitaal Loket. Uit ervaring weten we dat u als boekhouder vaak het eerste aanspreekpunt bent wanneer Xerius uw klant een factuur stuurt. Handig toch als u slechts met een muisklik hier een overzicht van zou krijgen? Continu verbeteren blijft ons streefdoel!
De rechten als zelfstandige Als zelfstandige in hoofdberoep of meewerkende echtgeno(o)t(e) in het maxistatuut, betalen uw klanten sociale bijdragen. Deze bijdragen leveren hen heel wat rechten op. Verschillende organisaties staan klaar om uw klanten alle informatie te verstrekken over de rechten, de voorwaarden waaraan ze moeten voldoen enzovoort. Er bestaan ook oplossingen om hen te helpen bij een tegenslag, van financiële of van andere aard. Dit document geeft u een algemeen overzicht van de rechten en maatregelen om uw klanten bij te staan en uiteraard ook de gegevens van de organisaties waar zowel u als zij terecht kunnen voor meer informatie. http://www.xerius.be/docs/ uw-rechten-als-zelfstandige.pdf
Bedrijfsvoorheffing bedrijfsleiders
Hoe belastingverhogingen vermijden? De betaling van de bedrijfsvoorheffing is verplicht, ook voor bedrijfsleiders. Het is echter niet ondenkbaar dat bedrijfsleiders geconfronteerd worden met een belastingsupplement ondanks dat de bedrijfsvoorheffing correct werd berekend. Er zijn verschillende manieren om de belastingverhoging te vermijden. • Er wordt soms aangeraden om voorafbetalingen te doen om een belastingverhoging te vermijden. • Een andere manier kan ook zijn om in december extra bedrijfsvoorheffing te laten berekenen. Hierdoor zorgt men ervoor voldoende ‘intresten te hebben verdiend’ om de belastingverhoging te compenseren. • Sommigen gaan nog een stapje verder: om het belastingsupplement te compenseren kan nog overwogen worden om extra bedrijfsvoorheffing op het voorbije jaar te laten berekenen. Dit kost de vennootschap dan wel nalatigheidsintresten bedrijfsvoorheffing (nog altijd 7% op jaarbasis), maar deze intresten zijn wel aftrekbaar.
‘Onvolledige refertejaren’? En nu in het Nederlands graag Sociale bijdragen voor zelfstandigen worden berekend op het netto belastbaar inkomen van een bij de wet bepaald kalenderjaar, in vakjargon noemen we dit het ‘refertejaar’. Een starter betaalt de eerste drie volledige kalenderjaren bijdragen op de inkomsten van deze respectievelijke jaren. Stel, uw klant begint op 1 april 2013 als zelfstandige in hoofdberoep te werken. Hij zal in 2013 dus geen volledig kalenderjaar werken, maar slechts drie kwartalen. Waarop worden de sociale bijdragen van 2013 dan berekend? Wel, op het netto belastbare jaarinkomen van het eerste volledige kalenderjaar, 2014 dus. Uw klant betaalt in deze situatie geen sociale zekerheidsbijdragen die berekend worden op zijn bedrijfsinkomsten van 2013. Dit wekt geregeld wrevel bij klanten wanneer hun inkomsten van 2014 veel hoger zijn dan die van 2013. Wijs uw klanten dus op deze problematiek van bij het begin. Maar wat als de starter uit ons voorbeeld stopt met werken op 30 september 2014? Dan werkt hij geen enkel volledig kalenderjaar als zelfstandige. In ons vakjargon spreken we over een ‘onvolledig refertejaar’. Wat stelt de wet dan? Voor alle kwartalen betaalt hij definitief de minimumbijdrage voor een hoofdberoep, volgens het barema van 2013 677,63 euro per kwartaal. Ook als hij zowel in 2013 als in 2014 meer dan 100.000 euro zou verdienen.
Prestatiegebonden loonbonussen: voordeel brokkelt (een beetje) af Hoewel voor het jaar 2013 het maximale bedrag is gestegen van 2.488 euro naar 3.100 euro brokkelt toch het uiteindelijke voordeel voor werkgever en werknemer stilaan een beetje af. Elke betaling immers die in 2013 gebeurt, is onderworpen aan een bijzondere sociale zekerheidsinhouding van 13,07%, waardoor het uiteindelijk nettobedrag zou dalen tot 2.695 euro. Maar… omdat de fiscus de stijging van de RSZ niet volgt en zich vasthoudt aan het maximumbedrag van 2.488 euro, zal de werknemer uiteindelijk nog op het verschil van 207 euro belastingen betalen. Eén positief element in dit verhaal blijft: zowel de bonus als de patronale bijdragen (33%) blijven aftrekbaar als beroepsuitgaven. De loonbonus blijft een interessante alternatieve verloningsvorm voor werkgevers die de betrokkenheid en motivatie van hun werknemers willen belonen, zeker nu er een loonmatiging werd ingevoerd.
Voordeel alle aard gratis woonst: coëfficiënt van 3.8% niet altijd nodig Indien het kadastraal inkomen meer bedraagt dan 745 euro moet men 100/60 van het geïndexeerd kadastraal inkomen vermenigvuldigen met een coëfficiënt van 3,8. Dit is een groot verschil: onder de 745 euro moet men maar vermenigvuldigen met een coëfficiënt van 1,25. Tot voor kort werd gesteld dat men voor de bepaling van de hoogte van het kadastraal inkomen het volledige gebouw in aanmerking moet nemen. Maar in antwoord op een Parlementaire vraag van de heer Uyttersprot op 6 november 2012 komt hier verandering in:
“Als een gebouw maar voor een gedeelte wordt ter beschikking gesteld van de bedrijfsleider, dan mag voor de bepaling van de grens (745 euro) ook het kadastraal inkomen pro rata worden verminderd.”
Voor wanneer het eenheidsstatuut?
Opiniestuk door Koen Magerman, senior juridisch expert bij SD Worx. Het is duidelijk dat de ondernemingen ongerust zijn over het eenheidsstatuut dat er moet komen voor arbeiders en bedienden. Wat zal dat voor gevolgen hebben? Wie zal voor de rekening opdraaien? Hoe ver staat men al? Zijn er al ontwerpteksten klaar? “Ik denk niet dat we snel een bevredigend antwoord op die vragen zullen krijgen. De vooruitzichten zijn echt niet goed. Het Hof heeft het wettelijk onderscheid tussen arbeiders en bedienden ongrondwettelijk verklaard, en de overgangsperiode van twee jaar loopt af op 8 juli 2013. Vanaf 9 juli is het onderscheid tussen arbeiders en bedienden in België ongrondwettelijk. Waarom zou een radicale vakbond dan nog moeten onderhandelen, en dus toegevingen doen, wanneer de oplossing zo maar in de schoot geworpen zal worden? En die zuiverste oplossing zou dan zijn dat elke arbeider voortaan als een bediende moet behandeld worden (de zogenaamde ‘levelling up’).
“Vanaf 9 juli is het onderscheid tussen arbeiders en bedienden in België ongrondwettelijk.” Onderhandelingstechnisch snijdt een dergelijke strategie wel degelijk hout. Juridisch-technisch is die strategie echter op los zand gebouwd. In de redenering worden er bochten
afgesneden die echt wel hun belang hebben. Zal die situatie bijvoorbeeld tot gevolg hebben dat de arbeidsrechters na 8 juli aan de arbeiders het statuut van bedienden zullen toekennen? Die zogenaamde levelling up? Nee, dat zal niet het geval (kunnen) zijn. Zoals gezegd is de uitspraak van het Hof een appel aan de wetgever om een deftige verandering aan te brengen. Als de wetgever dat niet doet (niet zal gedaan hebben) dan kan een arbeidsrechter dat niet zomaar in zijn plaats gaan doen, want welke wettelijke bepalingen zou hij moeten toepassen? Er is helemaal geen andere wet. De rechter mag niet de plaats innemen van de wetgever. Het Hof van Cassatie waakt daarover en heeft in die zin al eerder arresten van arbeidshoven vernietigd. Dat deed de voorzitter van het arbeidshof van Gent al zeggen dat het arbeidshof in geen geval een levelling up van de arbeiders zal toepassen. Rechters zullen zich dus onbevoegd moeten verklaren. In de tweede plaats is het niet duidelijk in welke richting een rechter een gelijkschakeling zou moeten opleggen. Het statuut van de bedienden is niet altijd een bevoorrecht statuut, en een toepassen van de opzeggingstermijnen van de bedienden op de arbeiders kan
ook nadelig zijn voor die arbeiders, bijvoorbeeld wanneer ze zelf ontslag willen geven. De rechters in nieuwe zaken zijn dus geenszins juridisch verplicht om de arbeiders automatisch gelijk te schakelen met de bedienden.
“Voor alle partijen zal er een grote mate van rechtsonzekerheid bestaan.” We gaan dus op dit juridisch terrein een chaotische tijd tegemoet – voor alle partijen zal er een grote mate van rechtsonzekerheid bestaan, voor langere tijd. De mogelijke onderhandelingsstrategie van de vakbond die erin bestaat om het arrest van het Grondwettelijk Hof te laten spelen, zonder enige wettelijke oplossing, is gedoemd om te mislukken en van aard om ethische bedenkingen op te roepen, gelet op de praktische negatieve consequenties ervan voor alle partijen. Daarbij is er wel een klein lichtpuntje voor de werkgevers. In de mate dat die in concrete gevallen toch zouden veroordeeld worden tot een levelling up van hun arbeiders, kunnen ze overwegen om de Belgische overheid aansprakelijk te stellen voor de gevolgen daarvan.”
experts in sociale zaken www.sdworx.com info@sdworx.com 078 15 04 50
www.xerius.be info@xerius.be 078 15 00 15
Aalst • Antwerpen • Brugge • Brussel • Deurne • Geel • Gent • Hasselt • Heist-op-den-berg • Herentals Kapellen • Kortrijk • Leuven • Lier • Mechelen • Overpelt • Schelle • Temse • Turnhout • Vilvoorde