SEA Foundation (SEA) is een privaat, non-profit, kunstenaarsinitiatief dat evenementen, residenties, tentoonstellingen organiseert. SEA ondersteunt kunstenaars en maakt ruimte voor productie, presentatie en onderzoek. In alle activiteiten van de organisatie is beeldende kunst het vertrekpunt. Worden verbanden gelegd, de grenzen afgetast en verbintenissen gesmeed. In de verschillende disciplines van hedendaagse cultuur plaatst SEA altijd de context en het idee voor het medium. SEA ontplooit wereldwijd activiteiten en genereert discussie. Door het blootleggen van culturele processen of hierin te interveniĂŤren vraagt SEA aandacht voor processen die zich richten op de huidige (nieuwe) sociale, politieke en ecologische kwesties. Door deel te nemen aan deze processen werkt SEA van binnen uit om ze productiever, zichtbaarder en meer solide te maken. SEA Foundation (SEA) is a private, non-profit, artist-run initiative that initiates and coordinates events, residencies and exhibitions. SEA provides on-going space for production, presentation and research. In all their activities the organization is fueled by visual arts. Transgressing the boundaries between different cultures and disciplines, SEA always puts context and the idea before the medium. By working in different cultural contexts worldwide, the foundation generates discussion by exposing and intervening within, as well as being part of, cultural processes that concentrate on current (emerging) social, political and ecological issues. SEA supports these processes in becoming more productive and solid by transforming them into in longterm working relationships and provides continuous support to guide these temporary projects in society, arts and culture.
Project Space Tilburg – Gust van Dijk
11 June 28 August 2016
Duiding is een vraag, geen antwoord
Van de vlakte de diepte in
In haar woonkamer hangt een van haar werken op de breedste muur van haar appartement. Het is een directe blikvanger: aarde-achtige kleuren – gouache – met daarin vormen die in het werk lijken te liggen of er juist uit opbollen. De sculpturen die erop bevestigd zijn versterken deze illusie. Het zijn botten en een schedel, haast cartoonesk in hun eenvoudigheid. Als driedimensionale iconen laten ze het werk de kamer in springen. Begonnen als schilder, maakte Lisa Couwenbergh de onzekere sprong naar sculpturen, zonder de schilderkunst volledig los te laten. Ze had naar eigen zeggen al langer in de gaten dat haar werk iets van sculpturen weg had. Afgebeelde lijnen waren zelden vlak, maar kenden in hun schaduwwerk een aanwezigheid in ruimte, terwijl het afgebeelde allerminst anekdotisch te noemen is. Abstracte vormen gestold tot iets tastbaars. Couwenbergh zegt dat sommigen haar werk zwaar vinden, anderen juist licht, terwijl we allemaal hetzelfde zien; althans, letterlijk. Is het grote werk met de botten een luchtige knipoog naar de dood? Je zou ironie kunnen zien in de stripachtige weergave, maar het blijft een werk waarin je niet ontkomt het verband met de dood te leggen, voor velen een zwaar onderwerp. Of is het een puur spel met vorm, kleur en materiaal? De kunstenares zegt moeite te hebben naar vragen naar betekenis in haar werk. Iedereen is vrij te zien wat hij of zij wil zien. Juist die verschillende interpretaties maken haar werk interessanter, ook voor haarzelf. Opgeborgen in haar atelier bewaart ze nog schilderijen die ze het exposeren niet meer waard vindt. Zo bezit ze een schilderij waarop torenspitsen te zien zijn, geïnspireerd door haar
One of her works hangs on the main wall of her living room and almost instantly catches your eye. Earthlike colors, gouache, combined with shapes that both seep into the canvas or seem to be on top of it. The sculptures attached to the painting strengthen this optical illusion. It’s a pair of bones and a skull, a cartoonish look in all it’s simplicity and together they indent the room as a pair of three-dimensional icons. Lisa Couwenbergh started out as a painter but gradually incorporated sculptures in her work. She thinks her paintings resembled something like sculptures all along. Her lines were rarely even, but gain presence through their shading, while her depictions are anything but anecdotic. They are abstract shapes turned into something tangible. According to Couwenbergh some people consider her work to be deep, while others think it’s light-hearted, while they all literally see the same thing. Is her work with skull and bones a light-hearted wink at death? One could see the ironic touch in the cartoonish display, but death remains a heavy subject. Or is it nothing more than a playful combination of shapes, colors and material? The artist struggles with questions about the meaning behind her work. To her it’s a matter of interpretation and it’s those different interpretations that make her work interesting, also for herself. At her studio she keeps some older work she deems unworthy of exposing. Like a painting with spires, inspired by her stay in Italy. The spires seem off because their wonky perspective, but they yet remain just spires (or with a little fantasy you could recognize them as tombstones). That’s why Couwenbergh considers them to be
Interpretation is a matter of questions, not answers
Right into the deep end
verblijf in Italië. Hoewel de spitsen door een verwrongen perspectief uit het lood geslagen lijken, blijven het enkel en alleen torenspitsen (hoewel er met enige fantasie ook grafzerken in te herkennen zijn). Daarom vindt Couwenbergh ze zelf niet geslaagd, te illustratief, te beperkend voor de toeschouwer. Er blijft maar weinig te vragen in over. En is de vraag niet belangrijker dan het antwoord? Het is dan ook niet verrassend dat de kunstenares bewondering kent voor Afrikaanse kunst. Talismannen, idolen en spijkerbeeldjes, maar ook maskers. Het zijn veelal sculpturen die niet verwijzen naar iets in de wereld, maar een intrinsieke betekenis hebben of juist verwijzen naar iets buiten de zichtbare wereld of buiten de tijd. Voorouderverering of pogingen dichter bij goden of geesten te komen. Het zijn pogingen tot contact, tussen gebruiker of toeschouwer en een idee, een magische wereld. Het zijn voorwerpen die iets onkenbaars verbergen. Maar of datgene dat ze zouden verbergen bestaat, is nog maar de vraag. Wellicht bestaat het onkenbare enkel bij de gratie van de verwijzingen ernaar. Ook Couwenbergh lijkt van dit mysterie dankbaar gebruik te maken. Zo bezit ze een aantal ‘boeken’ die ze beschilderd heeft met patronen die de schijn ophouden dat de kaften reliëf kennen. Deze veronderstelde diepte zit hem niet alleen in de manier van afbeelden, maar ook in het gegeven dat de boeken gesloten blijven; het zijn kunstvoorwerpen die je als toeschouwer niet zo maar aanraakt. Toch nodigen ze ertoe uit; boeken moeten geopend worden om gekend te worden. Wat er in de boeken staat is gissen, zolang de boeken gesloten blijven. In werkelijkheid zijn de gebruikte boeken lege kistjes en is dus zelfs de snede van het
unsuccessful, because they’re too illustrative and restrictive for her spectators. There’s not much left to question and shouldn’t questions be more important than answers? That’s why her admiration for ethnic art comes as no surprise. Talismans, idols, wooden statues, but also masks. These sculptures usually don’t refer to anything earthly, but they carry an intrinsic value or refer to something something outside our world and time. A way to honor ancestors or to get closer to gods or ghosts. Attempts to make contact between user or spectator and an underlying idea, a magic world. Objects that hide something unexplicable. But if that what they hide actually exists, remains to be seen. Perhaps it only exists by the grace of us. Couwenbergh seems to use this mystery gratefully. She owns a couple of books she covered with patterns that seem to suggest the covers carry a sort of relievo. The suggestion of depth is not just in the way of picturing, it’s also because the books remain closed, objects you can’t easily touch as a spectator. Yet they invite you to, because books need to opened in order to be acknowledged as meaningful. As long as they’re closed they remain a mystery. But in reality those books are just empty boxes and even the suggestion of paper is an illusion. Couwenbergh takes this to the next level - or is it a step back? - by making a painting one these books. The untitled painting
papier een illusie. Couwenbergh gaat nog een stap verder – of is het een stap terug? – met dit principe door een dergelijk beschilderd boekje te schilderen: een schilderij, dit keer zonder sculpturen, laat een vergrote weergave van een gesloten boek zien, titel onbekend. Een afgebeeld boek is onmogelijk te openen en toch wekt het nieuwsgierigheid op, alsof wel echt tekst, dus duiding, kan bevatten. Couwenbergh heeft de sprong naar sculpturen gewaagd, maar springt dus ook zo nu en dan terug. Oppervlakten krijgen letterlijke diepte door de toevoeging van sculpturen en sculpturen worden ontastbaar, haast weer buitenruimtelijke ideeën, doordat ze de vlakte opzoeken. Het geschilderde boek kent een groot aantal ogen of vormen die op ogen lijken. Het is niet het enige werk van Couwenbergh dat ogen kent. In 2013 plaatste ze een enorm oog in een kerk, met daarnaast een eveneens met ogen beschilderd boek. Tranen van keramiek rollen uit een oog dat op een muur getekend is. Een afgebeelde kast kent gezichten met ogen, uit hout gevormd. En impliciet: meerdere werken laten ons een maan zien, het nachtelijk oog op de wereld. Ze weet haar fascinatie voor ogen niet te verklaren en duiden kan op allerlei manieren. Hoe dan ook zorgen ogen voor identificatie en voor contact met de kijker. Wij kijken naar het werk en het werk kijkt terug. Of andersom: het werk kijkt naar ons en vangt daarmee onze blik. Vormen worden mensen of dieren, zonder dat ze daar daadwerkelijk naar verwijzen. En ogen zijn niet eens per se nodig om identificatie te bewerkstelligen, bewijst Couwenbergh. Zo laat ze een viertal sculpturen zien die naast elkaar
shows us a magnified version of one of the closed books. Needless to say it’s impossible to actually open a book painted on canvas, but yet it evokes our curiosity, like it can actually contain text, and thus meaning. Couwenbergh incorporated sculptures into her work, but stays in touch with her roots as a painter. Surfaces contain depth through adding sculptures and sculptures become unpregnable, almost like spatial ideas, because they touch the surface. The books contain a considerable amount of shapes that resemble something like eyes. It’s not her only work that contains eyes. In 2013 she installed a gigantic eye in a church, alongside one of her books covered in eyes. Ceramic tears stream out of one of the eyes painted on a wall and there’s a closet with faces and eyes shaped out of wood. But also more implicitly: several works contain a moon, the night’s perspective on our world. Couwenbergh can’t really explain her fascination for eyes and you can interpret it in many ways. The eyes however form a huge part in the identification and contact with spectators. We look at the work and the work looks right back at us. Or maybe it’s the other way around: the work looks at us and catches our eye. Shapes become people or animals, without actually referring to them. But Couwenbergh proves she doesn’t need eyes to give her work an identity. She shows us four sculptures lined up next to each other. All four look identical, but with different dimensions. One is short and thick, one tall and thin and the other two are somewhere right in between. At first glance they look like melted statues, their limbs morphed into something unrecognizable. Couwenbergh
staan. Ze lijken alle vier op elkaar, met als grootste verschil hun dimensies: de ene is kort en dik, een ander lang en dun, de overige twee vallen daar net tussen. Het zijn op het eerste gezicht gesmolten standbeelden, hun ledematen onherkenbaar vervormd naar of bedekt door dik, gestold materiaal dat van ze af hangt. Couwenbergh zegt op het idee gekomen te zijn door pakken sneeuw die naaldbomen bedekken, hun takken onherkenbaar verborgen. Mensen die het werk zagen, vinden het een gezinnetje lijken: de figuren lijken op elkaar, maar verschillen in grootte. Toch kennen ze weinig menselijks, geen gezichten, hun lichamen verborgen onder een materiaal of misschien wel in hun materiaal. Verbergen lijkt een motief in Couwenberghs werk. De hierboven genoemde figuren verstoppen zich onder een laag sneeuw, de botten in het eerst genoemde werk zijn onderhuids verborgen, evenals de dood die ontastbaar in iedereen schuilt. En er zijn ook onderzeese ‘scènes’, zoals de kamer die Couwenbergh in 2015 in Diepenheim voor de voorstelling Arcadia beschilderde: de muren zijn blauw, tot een stuk onder het plafond. In dat blauw ligt een gezicht of masker op zijn kant, erboven zwemt een traanvormige figuur (een vis?) en op de aangrenzende muur zien we een stapel stenen die ook net zo goed botten en schedels kunnen zijn. Een eveneens recent werk laat opnieuw een onderwaterwereld zien, althans, dat is de meest voor de hand liggende duiding: vis- en octopusachtige vormen bewegen zich door donker water. De ‘vis’ heeft een stippenpatroon dat we ook tegenkomen in keramieke stenen die doen denken aan de ruggen van jonge herten,
Verbergen
claims this work was inspired by treebranches covered in snow. Some spectators thought of it as a family, the sculptures look alike but differ in height. Yet they resemble nothing human-like, without faces, hidden underneath a layer.
Hiding
Hiding seems to be a theme in Couwenbergh’s work. The aforementioned sculptures hide underneath a layer of snow, the painting with skull and bones hide in their own way like death, which is concealed in all of us. And then there are nautical themes, like the room Couwenbergh painted for the Arcadia exposition in Diepenheim in 2015, with walls almost completely covered in blue. In the shades of blue lies a face or a mask on it’s side, above a tearshaped figure (perhaps a fish?), while the neighboring wall contains pile of bricks that could be just as easily a pair of bones and skulls. The nautical scenery shines through in of her more recent works of art, or at least it’s the most obvious interpretation, where we can see shapes moving through the dark water that resemble a fish and an octopus. The ‘fish’ consists out of a dotted pattern, which reminds us of ceramic stones, or maybe the backs of young deer, that barely stick out of the grass. Or it’s a puffer, still shiny from the water it just came out of. Or it’s just a stone. That’s the charm that comes with the open interpretation of visual arts. There’s a moon inside a cage, attached to a painting that resembles a forrest at night. The forrest consists out of vertical lines with here and there a branch sticking out horizontally. No leaves, no slopery landscape, not a single trace of animals, just lines. The cage is sticking out of the
net boven het gras uitstekend. Of, in combinatie met de vis met een gelijksoortig patroon, het is een kogelvis, glimmend van het water haar hij net uit opgevist is. Of ook: het is gewoon een steen. Dat is de charme van beeldende kunst die open is. In een kooi zit een maan, bevestigd aan een schilderij dat een nachtelijk bos lijkt te verbeelden. Het bos bestaat uit verticale lijnen met her en der een horizontale zijtak. Geen bladeren, geen glooiend landschap, geen spoor van dieren, enkel lijnenspel. De kooi steekt uit het werk, bestaat uit dezelfde lijnen als het bos, is er als een kubusvormige kluwen takken, geconstrueerd door natuur of door een menselijke hand. De sculptuur bespeelt het lijnenspel van de vlakte als je langs het werk loopt. Dan beweegt het, dan kruisen de lijnen van de kooi telkens anders met de vlakke lijnen op het doek. Een logisch effect, iets dat we in ons dagelijks leven onbewust waarnemen. Maar nu, op een doek, op een schilderij dat vlak verondersteld wordt te zijn, valt het op. Als je stilstaat is de kooi onderdeel van de wereld in het doek, zodra je beweegt verbreekt de illusie: de kooi zit erop, steekt onze ruimte in vanuit zijn ruimte. Ironisch: de kooi ontsnapt van het doek, komt ons oog tegemoet, terwijl hij tegelijkertijd de maan tegenhoudt. Een symbolisch oog is opgesloten terwijl ons oog vrij is van illusie. Het zou een doorsnee tafereel zijn – de maan schijnt door de bomen – als deze doorbroken zinsbegoocheling er niet zou zijn. Couwenbergh drukt ons met onze neus op het gegeven dat afbeelden illusies opwekken is, dat
work of art and consists out of the same lines as the forrest and looks like a cubically shaped clew of branches, constructed by nature or by human hands. The sculpture plays with lines when you pass by. It moves, the lines of the cage continue to cross differently with the lines on the canvas. The effect is easy to explain, it’s something we experience in daily life. But it stands out on canvas, on a painting that is considered to be flat. The cage is part of the world on canvas when you stand still, but this illusion comes to an end as soon as you move. The cage is on top of painting and sticks out into our space. It’s quite ironic the way the cage seems to escape the painting but at the same time it keeps the moon inside. A symbolic eye remains locked inside while we free ourselves from every optical illusion. Couwenbergh makes us realize that depicturing means creating illusions and that interpretation lies hidden in both the spectator and the work itself. You can leave interpretation to what happens between work and spectator, not to what an artist says or what a writer thinks he needs to write. Of course, some elements can’t be denied, whether it’s a book, an eye, a face or a book, but the real meaning doesn’t lie in the literal depiction or in what we consider to be heavy or light-hearted art. Interpretation happens in the moment itself, when people and art interact.
duiding verborgen ligt in de kunst, maar ook in de toeschouwer. Laat duiding maar over aan wat er tussen het werk en kijker gebeurt, niet aan wat de kunstenaar zegt of wat een schrijver zegt te moeten denken. Natuurlijk, sommige elementen zijn onmiskenbaar – de maan, een oog, een gezicht of een boek – maar echte duiding zit hem niet in het letterlijk afgebeelde of in ongeschreven regels van wat we als zwaar of licht bestempelen. Duiding is interactie op het moment zelf, met de persoon zelf en met het werk zelf.
Lisa Couwenbergh
Lives and works in Amsterdam
EDUCATION Rietveld Academy, Amsterdam (NL) AWARDS 1989 - Prix de Rome for Painting 1996 - Jeanne Oosting Award for Painting COMMISSIONS 1988 - Municipality of Almere, primary school de Piramide 1993 - Municipality of Amsterdam, apartment building Hofmanstraat 2001 - Municipality of Den Haag, primary school de Triangel 2004 - Municipality of Amsterdam, two sculptures on the building. 2008 - Housing association de Alliantie, Amsterdam, sculpture on a building. SOLO SHOWS 1998 - De Expeditie Gallery, Amsterdam (NL) 2000 - Museum Jan Cunen, Oss (NL) 2005 - Ink jet prints, RC de Ruimte, IJmuiden (NL) 2007 - Buro Dijkstra gallery Rotterdam (NL) 2009 - CBK Apeldoorn (NL) 2016 - “Under the Skin” Sea Foundation, Tilburg (NL)
GROUP SHOWS (selection from 2005) 2005 - “How much is that doggy”, Storefront Exhibition, Haarlem (NL) 2005 - “Inkjet prints and sculptures”, Amsterdams Grafisch Atelier (NL) 2005 - “Painting”, CBK, Dordrecht (NL) 2006 - “Painters”, RC de Ruimte, IJmuiden (NL) 2006 - “Just Painting”, Van Kranendonk Gallery, Den Haag (NL) 2006 - “Family”. TENT, Rotterdam (NL) 2006 - “De Salon”, Historical Museum Rotterdam (NL) 2007 - “Steile Wand” mural, WG Amsterdam (NL) 2007 - W139, Amsterdam (NL) 2007 - Buro Dijkstra Art Amsterdam (NL) 2007 - “Quantumvis”, RC de Ruimte IJmuiden (NL)
2007 - “The Eye of the Beholder”, De Vishal, Haarlem (NL) 2008 - “Sculpture by Painters”, Diepenheim (NL) 2008 - Sign, Groningen (NL) 2008 - “Salon”, Loods 6 Amsterdam (NL) 2009 - Buro Dijkstra Art Amsterdam )NL) 2009 - “Friendly Fire” Witte de With, Rotterdam (NL) 2009 - “Monologue Interieur” nomadic project, Rotterdam (NL) 2009 - “Geertgen tot Sint Jans”, Vishal, Haarlem (NL) 2010 - “Peinture Céramique”, Museum Gouda (NL) 2010 - “Moment of Silence, Top Secret”, Museum Le Secet (NL) 2010 - Retort Projectspace, Amsterdam (NL) 2011 - “Zwaan kleef aan”, De Nieuwe Vide, Haarlem (NL) 2012 - Galerie Phoebus, Rotterdam (NL) 2012 - Raw Art Fair, Rotterdam (NL) 2013 - “Weltauge” Tortch Gallery, Amsterdam (NL) 2014 - “Nothing but Good Live”, Park, Tilburg (NL) 2014 - “Vier schilders” Angle Gallery, Amsterdam (NL) 2014 - (with Merijn Bolink and Marjan Teeuwen) Ram Gallery, Rotterdam (NL) 2015 - PHK 18 Gallery, Rotterdam (NL) 2015 - “Arcadia” Mural 3x24 meter Diepenheim (NL) 2015 - “De keuze van Henk van Os” Museum Jan Cunen, Oss (NL) 2015 - “Nature Cabinet” Museum Boijmans van Beuningen Rotterdam (NL) 2016 - Mister Motley ( http://www.mistermotley.nl/salon/ lisa-couwenbergh ) 2016 - Drawing Front, Dakota, Amsterdam (NL) 2016 - Van Gogh Mini’s (kijkdozen), Museum MOTI, Breda (NL) 2016 - Aningahof, Zwolle (NL) PUBLICATIONS/ REVIEWS (selection) 1991 - Lisa Couwenbergh schilderijen/ paintings 1989-1991 (NL) 2000 - Lisa Couwenbergh, publication, solo show at Jan Cunen Museum, Oss (NL) 2016 - Under the Skin, exhibition artist publication, SEA foundation, Tilburg (NL)
© SEA Foundation 2016 www.seafoundation.eu
Artist Lisa Couwenbergh http://www.lisacouwenbergh.com Curator Riet van Gerven www.vangervenvanrijnberk.com Designer Yanda Li & Weiran Han Text and poem Robert Proost www.robertproost.nl Translation / Editing Teun de Rooij / Rowena Mehefin Office assistant Debbie van den Broek Printwork Mezclado, Tilburg SEA Foundation Jan-Willem van Rijnberk Chair Without our volunteers, sponsors and donators, who are dedicated to supporting SEA Foundation and artistic production, our activities could not be possible. Thank you. Š 2016 SEA Foundation www.seafoundation.eu Project Space Tilburg – Gust van Dijk Tivolistraat 22, 5017 HP Tilburg, The Netherlands Tel +31(0)13 54 44 495