II()S'l' IIll lil..111) ,r11N
I)I~ I~(~ONO)IIS(~III~ IlJl(~IJI/I'I~"1'
Noor de Bruin Bert Brunninkhuis Rob de Klerk Hans Soons Mic van \'Jijk Alweer bijgekomen van de traangasda mp en van de rtig april? Dan kunt u nu rustig in uw stoel van dez e nieuwe ROSTRA gaan genieten. Weet u niet, waar te beginnen, dan volgen hier enkele suggesties o
111)1ll~S Jodenbreestraat kamer
23
1339
tel. 5252497 1011 NH
Amsterdam
Copij naar: Faculteitsbureau Kamer 2141 Adreswijzigingen: Studentenadministratie Jodenbreestraat
23
Bij voorkeur schriftelijk tf telefonisch: 5252497 en 020-249175
Een kip-special van onze co lumn- schri jver prof. van den Doel, die een ruim twee pa Rina's lang ei heeft gelegd; het is een voorpublikatie va n een gedeelte uit zijn nieuwe bo ek , dat ov er enkele maanden zal verschijnen o De serie 'Professor en ' is geprolongeerd: u kunt alles te weten komen over de mens ach ter de professor Wim Driehuis van makro-ekonomie e Benieuwd nua r het weI en wee en de achtergrond van de huidige eerstejaars? Drs. Woudhuysen en drso Wesseling hebben een enquete hierover verwerkt tot een fraai artikel . Mocht u er nog niet genoeg van hebben: er rest nog Teulings over Thoben over Ricardo; Heertje met z'n bonte ekonomen volk; een ander ei uit een ander ne st: Galbraith's nieuwste boek enzovoort en ~o verder. Vindt u het aanbod niet voldoende, weI, geef u w kreatieve vermogens ook eens een kans en wrocht zelf ietso Uw stukken zijn i mme r we lkom! Zo ook nieuwe redakteuren, want helaas moeten we van onze vriend Jos Willenbor g afscheid nemen. We doen dat node, maar vele oorzaken noopten hem hiertoe. We zulle n hem missen en danken hem voor z'n werk en prettige aanwe z igheid .
Tarieven: 1/1 pagina f
275,-
1/2 pagina f
225,-
1/3
175,-
pagina f
Bij 4 plaatsingen resp.
f 260,-
,
f 210,- en f 165,-
OPLAGE: 2500
(~(),rl~lll)l~ SI (; N Dick van Hell, Noor de Bruin
1)ll1JK Drukkerij Kaal Nieuwe Herengracht 61
.,
-
pag. 3 : recensie boek Galbraith, door Bert Bo pag. 4: interview Wi m Driehuis, door Bert en Noor. pag. 10 : col umn van Hans vod. Doel. pag. 12 : recensie Bonte Ekonomenvolk, door Hans. pag. 14: eerstejaars van toen en nu, door drs.Woudhuysen en drs . Wessel ing . pag. 16 : wilde , verneukte busjes, door Joris J. Meltzer. pag. 17: ronduitderaad , door Coen Teulings. pag. 18: studenteno nderzo ek en WeWi, door Rob Henneman. pag. 20: ekonoor. pag. 21 : Teulings over Thob en. pag. 23: illegale waarheid, door Piet de Vrijer. pag • 25: mentoren gevraagd en nieuw geboekt.
,
s
De bestaande verklaringen voor de massale armoede voldoen niet of slechts ten dele. Veel
ge~emoreerde
oorzaken als
de aard van het landsbestuur, het economisch systeem of het ontbreken van natuurlijke rijkdommen kennen z6veel uitzonderingen, dat ze de algemene regel onmogelijk kunnen bevestigen. Andere oorzaken zijn tevens een ge volg: kapitaalgebrek, het ontberen van een geschoold kader, de afwezigheid van industrie, de aanwezigheid van corruptie en onvoldoende kennis. En vanzelfsprekend worden er factoren aangehaa ld, die Galbraith borrelpraat noemt: ethnische aanleg, het klimaat of armoede als uitvloeisel van het kapitalisme. Wat betreft het laatste: Latijs-Amerika is reeds meer dan een eeuw onafhan kelijk, doch arm. Engelse koloni~n daarentegen Z1Jn i.h.a. succesvoller, wellicht als gevo lg van de infrastructuur, die de Britten overal bevorderden. Andere, niet gekolonialiseerde landen als Ethiopi~ e n Thailand, zijn s traa tarm . Ondanks intensief onderzoek in de laatste 30 jaar bestaat er voor het versch ijnsel armoede geen afd oende verklaring. i,len blijft steken bij deelaspekten, die weliswaar een redelijke benadering lijken, maar bij nader inzien niet overtuigen. Toch is een gedegen analyse van de oorzaken erg belangrijk. Toepassing van een remedie zou anders een slag in de lucht zijn. E~n element komt uit de veIe onderzoekingen als onbetwistbaar naar voren: voor effektieve bestrijding van de massale armoede is geboortebepe rking onontkoomba r,.r • In veel landen met een geringe economische ontwikke li ng is er een situatie van armoede-evenwicht. De grote massa leeft op de rand van het bestaansminimum. Daardoor is sparen onmogelijk. Invester ingen in nieuwe landb ouw t echnie ken derhalve ook. Inko mens v ergroting is du illu so ir. Ecr.ter , deze vic euze cir kel is ook om ur andere redenen moeili j k te door-
breken. Allereerst is er de huiver v~~r vernieuwing, omdat deze een mis lukking kan betekenen , hetgeen honger of dood ten gevo lge heeft. Risico-aversie is dan ook begrijpe lijk. Twe edens doet een eventueIe inkomensstijging zichzelf teniet. Er blijven meer mensen in leven. De opbrengst van het land is dus voor meer monden bestemd. Daarom is geboortebeperking zeer gewenst. Derdens is er e e n apathie, een berusting in het lot, wellicht het meest saill ante in Ga lbra ith's boek; de berusting in de uitzichtloze situatie van a rmoede maakt de a r moede hardnekkig. De berusting wordt door de diverse religies geprezen. Zo gaat de arme namelijk "door het oog van de naald het paradijs binnen". De rijken begrijpen de apathische opstelling niet. Ze rechtvaardi gen daarmee de handhaving van de bestaande orde. Bovendien staat het op gespannen voet met eni f aanmoedigingsbeleid. Niet vreemd, d~t er in de economische literatuur weinig gewicht aan wordt toegekend . Galbraith ziet de berusting al s d~ belangrijke determinerende factor voor de levensstandaard. Belangri jke r d~n aIle in de aanher genoemde oorzaken. De ruilvoettheorie van Pr~bisch acht hi ~ waardevol, doch niet veel me e r dan dat . 06k wanneer d e
11(.EIl ruilvoet verbetert, wordt de armoede niet doorbroken: er v a lt weinig of niets te verkopen. Een beleid, dat gericht is op armoedebestrijding, dient vooral de berusting te bestrijden. Dat impliceert, dat bewustmaking middels scholing all~~n, niet zal werken. Er moet daarnaast een alternatief geboden worden om die scholing te effectueren. Anders ontvlucht men de armoede zonder zelfs iets aan de verbetering daarvan bij te dragen: men emigreert. Dat wil niet zeggen, dat migratie niet zou werken. i'!lassale emigratie van vooral Zweden, Schott en, Ieren Italianen en Oost-Europese joden naar landen buiten Europa hebben in het verleden het armoede-evenwicht doorbroken. hligratie werkte twee~rlei: zowel de migranten als de niet-migranten waren beter af. Een andere mogelijkheid am de armoede te doorbreken, ind us trialisatie~is langs twee wegen mogelijk, via de socia listische en de kapitalistische. Galbraith benadrukt vooral de nadelen van de socialistische wijze: de ontwikkelingslanden mis sen de daarvoor noodzakelijke instrumenten: een centraal apparaat vere ist bestuurlijk talent, gespecialisee rde kennis, ervaring en discipline. Dat aIleen China geslaagd is, dankt het aan het simpele feit, dat het van oudsher juist deze middelen bezit. Galbraith komt niet aan politieke oorzaken van armoede toe. Het is waarschijnlijk een duidelijke keuze. Het boek laat zich gemakkelijk lezen, doch de letter doet wat overdadig aan. Ik moet daarbij denken aan boeken, die geschreven zijn voor kinderen of hoog bejaarden. Blijkbw;r nodig om het boekje wat volumineuzer te doen zi,ln. BB John Kenneth Galbraith, Armoede . 13':> pp. Elsevier, Amsterdam-Brussel
"Tltl
I)IIII~II'JIS: ".fA, (J
NI El', n1l1' II{
'TI~ I~ 11'1' 1(;
tJtJ It
"Or ik tele'J"isie-optredens leuk vind? Nee, helem,' lal niet.
zijn
was 't zo, dat de presentator zei: "Ja meneer, er
va~morgen
nieuwe cijfers van het C.P.B. bekend geworden,
wilt u d33r wat over zeggen'?". Ik zeg: "Nou, d'l.ar heb ik geen zin in, moet ik Vieer helem'l.al naar jullie toekomen enzo". Heb toch toegestemd, maar ik
ze ~
nog tegen die man, jat ik
over de loon p olitiek niet wil praten. Vragen ze: "Zullen we ee;'! taxi naar u w huis aturen?". Dat yond ik dus wel een beetje vfirgaan, ik heb toen maar zelf de moeite genomen naa r Den Haag te gaan. En wat denk je, ter plekke begint die man t6ch over de loon po litiek!".
De b lauwe ogen kijken ons vanac hter het John Len~on brilletje fel en vorsend aan, alsof hij ons wil bestraffen voor de voorzichtige giechel, die na dit verontw aa rdigde verhaal ons gezicht doet plooien. Hij zal ons nog vaker zo aankijken tijdens het gesprek, dat plaatsvindt achter de lange vergadertafel op zijn kamer op de Stichting voor Ekonpmisch Onderzoek. We praten met Wim Driehuis, een tengere man van achter in de dertig, die er veal jonger uitziet. Een vlotte, zelfverzekerde prater vol humor, die niet bang is te zeggen wat hij denkt: "Ja natuurlijk vind ik het erg dat e~ foto's gemaakt worden". We do en het toch.
Zeven jaar geleden ward hij op zijn dertigste lektor, thans is hij hoogleraar makro-ekono'mie: Was vroeger reeds voorbestemd om onder-
rl'()(~11
" I)I~ It 'fl~ I~ I{"TI~ It I{ .~ •
Toe nou, dat meen ik w§l! Kijk, de laatste keer met Den Ha3g Va~daag
nENI{1'
wijzer te worden, hetgeen ook gelukt is. Hij z~t al bijna op de kweekschool toen hij tot verdriet van zijn ouders overstapte op de studie van het wat lukratiever accountantsberoep. Tot hij opeen avond op bezoek ging b{j een vriend, die studeerde. Dat was andere koek: "Ik raakte enthousiast voer het student zijn enzo, het vrije leven trok me weI". Het lag in de lijn, dat hij ekonomie, en daarvan de bedrijfsekonomie ging studeren.
"Maar geleidelijk aan yond ik dat dat toch te weinig body had, wc inig wetenschappelijks, en ik ging me steeds meer aangetrokken voelen tot de algemene ekonomie". Of zijn kollega's van bedrijfsekonomie hem dat in dank zullen afnemen? Hij kan het rustig zeggen, want die van toen zijn bijna allemaal weg. En hoe is het dan nu? "Eh •. • no'l, hier past bescheidenheid, want ik kan het niet meer helemaal beoordelen. Het is zeker mogelijk in die sfeer wetenschappelijk werk te verrichten. Neem bijvoorbeeld
van der Zwan (commerci~le ekonomie in Rotterdam) en hier de Jong van Externe OrganiJiatie".
Ook op ons onderwijssysteem heeft Driehuis zo het een en anaer aan te merken: het leidt te sterk op tot het beantwoordcn van vragen, niet het stellen ervan. Volgens hem moe ten lee~lingen van het middelpaar (of zelfs lager) onderwijs reeds meer getraind worden i~ het kritisch zijn
t.o.v; de stof en de docenten die z ij voorge~choteld krijgen. "Je moet je niet schamen voor het stellen van vragen. Het 'afgaan' van een student komt in 11ijn vocab--.tlaire ~iet v~~r. Hoe ik dat zelf in kolleges oplos? Door veel met de stujenten te diskussieren. Ik zeg ook zo TIU en dan iets provocere~ds, en dat werpt ook we I vruchten af, want er zijn mens e n, die kunnen dat dan niet meer harden en die gaan daar da .':"! op in". Zijn grote snor begint licht te trillen. Van de binnenpret? "De on:ier<;oekscommissie heeft eens voorgesteld om bij het klein-tentamen iedere student een ~aar pagina's van de verp lichte literatuur op kritische: wi jze te late,n bestuderen en daarover op het tentamen te laten praten en vragen telaten stellen.
I)OJ)I~I. I.JI' Je zou ook studenten veel meer moeten betrekken bij het onderzoek op de fakulteit. Dat aIleen maar absorberen van de stof, ja, eigenlijk is dat dodelijk, he".
Behalve hoogleraar is Driehuis o.a. nog direkteur van de Stichting voor Ekonomisch Onderzoek (SEO) aan deze fakulteit. Voor de goede orde: de SE~ heeft vijf onderzoekspoten: de financien van de lagere overheidj kunst en kultuurj bedrijfstakken; de arbeidsmarkt en de makroekonomie. Al met al doet men onderzoek op een vrij breed terrein. Op onze vraag of het energievraagstuk iets is voor de Stichting, antwoordt hij bevestigend: "Ja, dat is weI wat en het komt er ook weI. Het is niet uitgesloten, dat wij dus een grote opdracht zullen krijgen op dit terrein. Ik denk, dat Ekonomische Zaken de opdracht zal geven aan het Centrum voor Energiebesparing, en die zal, zoals 't er nu ui tziet, het is nog niet v~~r honderd procent zeker, onderzoek uitbesteden aan de Stichting". Maar E.Z. houdt vooral het energievraagstuk toch liever in eigen hand en? "Ja! Maar kijk, er is besloten tot een brede maatschap-
pelijke diskussie en de minister kon er in dit kader dus niet omheen ook anderen op dit vlak onderzoek te laten doen. Hij kon dus niet anders, hoeweI hij het liever niet zou doen, want andere uitkomsten dan die van E.Z, en het CPB roepen diskussie op en dat is voor politici minder prettig" •
Driehuis blijkt een druk baasje. Of hij Uberhaupt weI tijd heeft voor andere zaken naast zijn werk? "Ja, u denkt toch niet dat ik veertig uur per week werk? Dat is veel te weinig. Overigens vind ik dat weI ongezond worden zolangzamer:1and. Je moet 's avonds je bezigheden beperken en in het weekend al helemaal niet aan ekonomie denken, laat staan in de vakanties. Dat is uit den boze. Een mens heeft toch een gezin. Je kunt toch niet als je 's avonds thuis bent zeggen: het eten was lekker en bedankt; en dan je studeerkame.r in verdwijnen?".
.JllZZ Tijd voor hobbies blijft er weI: het bespelen van de klarinet en het slagwerk. Een fervent jazz-liefhebber. We overhandigen hem halverwege het gesprek het boek 'History of jazz'. Dat hadden we beter aan het eind kunnen doen, want het was direkt "effe kijken, hoor. Oh! Mabel's Dream, fantastisch nummer. Nou heb ik helemaal geen zin meer om over ekonomie te praten". We pakken het boek nog maar even af. En gaan weer terug naar het verleden: v~~r zijn hoogleraarschap is Driehuis jarenlang werkzaam geweest bij het Centraal Plan Bureau. Over die tijd komen de sappige verhalen gelijk los. Het aanstellingsbeleid aldaar bijvoorbeeld: "Ja, als je daar net komt kijken krijg je een afgekloven bot toegeschoven, waar al enkele voorgangers op stuk gelopen zijn. Dat is om te kijken wat v~~r kreatieve vermogens je aan de dag kunt leggen. Er is iemand gaan kluiven aan het maken van het jaargangenmodel, en dat is uiteindelijk een onderdeel van Vintaf geworden. Zijn naam wordt later nog genoemd in een voetnoot van een publikatie over Vintaf II, als medewerker. Ik kreeg ook een kluif, ja. Dat was ••• de verklaring van het saldo van de primaire inkomens van en naar het buitenland. Ach, dat lukte toen weI aardig, maar die grootheid is dus niet goed te verklaren, want een deel ervan is volkomen onvoorspelbaar. Daarna heb ik een verklaring gemaakt voor het dienstenverkeer. Maar als je de pu-
-
~)
r blikaties van het jaarmodel, waar dat dienstenverkeer bij hoort, ziet, dan staan die vergelijkingen daar dus niet bij". Geheimhouding? "Nee, dat zal ik je vertellen, da's best aardig. Kijk, er was een bepaalde groep binnen het CPB die met dat jaarmodel bezig was. Ik werkte op een andere afdeling, ik moest me helemaal niet bezig houden met modellen. En ik stond dus buiten dat kringetje.
weer es In aardiB tekeningetje te maken. Ik bedoel geen kartoons, ne e . Hoewel in wetenschappelijk werk best erg ens een kartoon zou kunnen staan. Ja, waarom niet ? Het verluchtiBt het geheel, en v~~r het wetenschappelijk gehalte is de tekst toch maatgevend ':". Op hetzelfde CPB heeft Dr~e huis zijn proefschrift geschreven: een kwartaalmodel voor de Nederlandse ekonomie, wat overige ns nog steeds wordt gebruikt.
Want i k wil weI graac dat ze hun potlood slijpen, maar daarnaast ook een beetje op kl e ine schaal beginnen: tast eerst maar af, of ergens een onderwerp in zit. Doe je dat niet, dan loop je de kans dat je je eraan vertilt. Dus niet van: jongens, ik ga een proefschrift schrijven, oh, dit onderwerp gaat niet, dan maar iets anders, maar ik z~l een proefschrift schrijven' Dan heo ik liever, dat ze het maar niet doen". Op dit moment staat onze fotograaf Hans startklaar om een foto te maken. Driehuis: "He, er staat een plant precies achter m'n hoofd, dat wordt geen goede foto, . hoor!". Hij blijft trouwens gedurende het hele gesprek in de richting van de lens kijken.
Ik denk, dat men het nooit helemaal heeft kunnen accepteren, dat een buitenstaander vergelijkingen maakte. En daarom werden ze dus ook niet in publikaties opgenomen. Het kwam niet in je hoofd op om daar tegen te protesteren ofzo, nee. Ik denk, dat ik daar nu weI anders op zou reageren". Vlat een konkurrentie! "Ja nou, vergis je niet, er is zeker konkurrentie binnen dat Bu-· reau, hoor. Dat is trouwen~ ook weI goed, je krijgt dan ook es wat nieuws".
Of hij, net als Goedhart, zijn medewerkers verplicht een proefschrift te schrijven? "Nou, nee. Kijk, je moet weI een enorme drang hebben om dat af te maken en dat is dank ik wat veel medewerkers ontberen. Kijk, intellektueel zeg ik altijd, is de gemiddelde medewerker in staat een proefschrift te maken. Zo niet, dan heeft er iets geschort aan het aanstellingsbeleid.
II'N .tt)'rl.. o«)I) "'t Is ook zo, dat vee I onderzoek niet wordt gepubliceerd; zie je bijvoorbeeld in een Centraal Ekonomisch Plan een tekeningetje, dan zit daar vaak een heel onderzoek achter. De direkteur zei altijd: "Er moeten ook een paar leuke plaatjes in" en ik probeerde ieder jaar mijn kreativi tei t aan te wenden om
Maar waarom komen er dan toch zo weinig proefschriften tot stand? Omdat de wens dat af te maken erg diep ingrijpt in je persoonlijk leyen ook, en vooral op 't laatst is het een groot organisatievraagstuk. En die mensen, die achter hun bureau gaan zitten en zeggen: "Kom, ik slijp m'n potlood en begin maar eens", daar komt dus niks van terecht.
~e blijven nog even bij Goed hart. Di e heeft geze g d, dat h e t met de groei van de kollektieve sektor maar eens afgelopen moet wezen. Eens of niet? Alvorens te antwoorden, wordt er stevig in de ogen gewreYen, "Dat kan je in zln algemeenheid niet zeggen. Trouwens, ekonomen kunnen daar eigenlijk geen specifieke uitspraken over doen. Waar het om gaat is dit~ de behoeftenbevrediging in de samenleving kan tot stand komen via de marktsektor en de kollektieve sektor. En nu gaat het er maar om, welk~ voorkeuren de maatschappij aan de dag legt. Dat heeft tevens zln konsekwenties voor de financiering en het inkomen. En dat is het analytisch vraagstuk: welke konsekwenties zijn dat dan?
" Ik ben het met Goedhart eens, als hij dat tenminste bedoelt, dat er t~ wejnig bezinning pJaatsvindt over bepaalde aktiviteiten, die de overheid vprricht en die rnissc~ien efficienter door de marktsektor zo~den kunnen worden verri cht. Neem nou kunst, zwaar gesubsidieerd en je kan het vreemd vin~ den, dat de hogere inkomens dual" ook van profiteren". "Het lij k t me weI eens
goed, dat de kam erdoor heen f,aat , ja. Je moet verschillende zaken uit elkaar houden, moet alles, wat de overheid op een g egeven moment doe~, in stand gehou~en worden, uitg ebreid worden, moe ten ar accentverle~~ingen pla&t s vinden -binnen de colJ ectieve sektor, .... dut zijn ;;0 van die zaken". Peinzende b:iik " i£aa r dat het allemaal Dlisloop-';, als het zo doorgaat , d4t ga ~ t me te ver". Het vraagstuk van de personele inkowensverdeling is volgens Driehui s in deze een belancrijk aspekt. ~en zou voor collectieve voorzieningen moeten betaleI! naar <lraagkrac, ht, rna",.r "hervero.el inc van inkomen is in dit soort ekonomie~n alti~d moeilijk te realiseren : de reaktie op tet beleii, dst gericht was op inkomensnivellering Vias gewoon :ninder sparen. En wie kunnen ontsparen? Juist meneer, de hogere inkomens~".
Loonpoli tiek beRChonv.t hi,i als een sluitstuk van ieder kabinetsbeleid, omdat je =e 1 een bepa~lde ef:ectiviteit aan loonpolitiek kunt tqeschrijven, maar het daarnaast ook ge.c oepteerd moet worden. Als je loonbeheersin~ oplegt en er is geen perspektief vocr de monsen, heeft hct ~een maatschappelijk draagvlak, dan heeft het ook weinig z:i.r,. "Maar als e00noom kU~l ,ie daar weinig van zegc en, je kunt het konstateren"o Maar je kunt tach alternatieven aandragen? "Jawel, maar lwt komt er dan op neer, dBt je een be18id moet gaan voeren, dat weI aan bepaslde voorwaa~dcn voJdoet met betrekking tot effestiviteit. acceptatie enzovoorts". "De ontkoppeling van de ' cmbtenarensalarissen aande CAO-lollen? Nee, daar heb ik niet zo'n moeite mee. Een minimumloner bij de overheid houdt nog altijd ondeveer honderdvijftig gulden per maand meer in handen over, dan iemand die in het bedrijfsleven het minimum-
loon verdient . En dat vind ik onrechtvaardig. Maar of het nou allemaal op de manier moet gebeuren zoals het ~ebeurd is, dat vind ik wat moeilijker te aanvaarden ••• "
En mag er gebruik gemaakt worden van de schaarsteverhou ding en op de arbeidsmark t als instrument voor beloning? "Ja, er mogen bijvoorbee ld op grond van verschillende werkzaamheden binnen een zelfde funktie best loonverschillen zijn. iilaar hoe stel je dat vast, dat is het probleem van de funktieklassifikatie. Je moet weI oppassen, dat degenemet de meeste macht op de arbeidsmarkt niet ook het meeste weet binnen te halen, en het is natuurlijk niet ondenkbaar dat zoiets gebeurt ". Een bijna onafgebroken stroom woorden, we zitten overduidelijk tegenover een groot brok makro-kennis. Ook een blad als ESE plukt daar craag de vru chten van. Onlangs nog verscheen een veertien (!) pagina's tellend arti k el v an Driehuis' hand in dit gerenommeerde blad (20-2-'80). Verdient dat nou? "Ach, geld speelt hierbij
geen enkele rol. Ik geloof, dat het honderd gulden was, het wordt gewoon op je giro overgemaakt. Daar merk je weinig van, ik vergeet het ook op te geven aan de be lasting. Dan krijg ik die later aan m'n broek".
Zijn boeken leveren niets op, hij wenst er geen honorarium voor te ontvangen. Geen ambities om eens wat in het engels te vertalen? "Nou, mijn voornaamste pub li katies zijn in het engels geschreven . En die nederlandse p~blikaties, ach joh, da's folklore, zuiver folklore. Nee hoor, dat is niet frustrerend, ik kan niet doen alsof ik niks met Nederland te maken heb".
(.I~III~I)I ... Driehuis is van diverse kommissies voorzitter (geweest). Onder andere van de benoemingskommissie, die de opvolger van Zimmerman moet voordragen. In Folia Civitatis (19-4 jl.) werd vermeld, dat professor Frank de uitverkorene zou zijn. Wesr gaan de ogen fel glinsteren als we daarover begin.nen. Ongeduldig gaat hij verzitten, roert heftig in zijn kop koffie, en werkt vervolgens een klontje suiker naar binnen. "Dat is geheim, ik klap niet uit de kommissie. Bovendien hoort dit niet in Folia te stg,an". Het komt er geirriteerd uit, maar we houden nog even vol.
I
Kortai' : "J a , ik kan h et na tuurlijk nie ~ ontkennen , ze g gen dat het iemund &nder s i s , da t zo u be lac he l i J k ~ i j n . J a , n &tuur l ijk, er moet er gens eer. lek h ebben cezete n ~ce , i k ze ~ ni e t ~at i k d e nk , da t kan ik niet h a rd r:tl k eno . Als we he t onderwerp Iaten rust en , wordt hi j d i rekt weer even vriendelijk en goedluchs als tijdens de r est van het gesprek .
l ..l')II.. I~ NI)I f, III~I I) Beha lv e van diverse benou minp,sko mmi ss ies , is Drie hu is ook voo rz itter geweesl var. de kommissie Avondopleidine . "Ja, dat was de e ers t e kommissie d i e i k moe st doe n, toen i k h ier k wam in " 13 , ik was koud binnen , ze ~ . Ik heb me toen samen met van der We el zeer ingespannen om die av ond oplei dinc van de e r oni te krijgen . Ik heb mij nergens zo aan ge ergerd i nder ti jd als aan dl: weerstand , die bij s ommi g en binnen deze faku lteit hi e r te e en bestond . Ik zal eeen namen noemen, maar het heeft mi j met afs chuw vervuld . Waarom men er tegen was? Heel s impe l: het kost te tijd, men zag extra werk op zich afkomen . Ach , ' t was e ewoon la ~ lendicheid , dat ma C j e rus t i e opschrijven; h oewe l
EFFE DENKEN , HOOR !
sommige vakeroepen e cht de m u n / vro u~krac ht niet had den . En je moet nu eens kijken , hoevl:u l docenten hun baan tje dankcn aan die avondop lei din p, ! ;. :r zijn ook weI docenten 1S8-~eest , die bchoorlijk door d e mand vi e len; er zaten student en bij u e uvo nd op l e iding , d i e zo ' t ee n en ander van bedrijfsekonomie afwist en , en er stonuen we I ee n s mensen v~~r d e kJau , d : e no g nooit een beurijf van binnen hadd en ~ e z i cn . Daar heeft de avondopleid i ng hope lijk teel verhelde rend voor ITe werkt" .
or we h em oo i t no e eens kwijt ~ ull en rak e n a an de politiek, hi j u taat toch bekend als PvdA - ekonoom? ~a t laat ste hadden we beter niet kunnen zeLGen: "Ik vind d at hinderlijk hoor, dat soo rt opmerkinpen .
W~t is dan een PvdA - ekonoom,
dat moet j e mij nou eens vertellen . Is dat een ekonoom , die •.. eh •• door een partij wordt ingef luisterd wat hij moet ze fw en ofzo? Nee , da t kan It ni et wezen . J e hebt ge,'IOon te maken met een ekonoom , die ook nog lid is van een partij en d u a rop stemt ",
KIJK , DAT ZIT ZO
Hang , dat z lJn wetenschap pelij ke inte g riteit in twij fel wo rdt ge trokk e n ? "Ja , precies en daar heb i k een godsgruwelijke heke l aan . ~a ar verd er , ik vind het politieke bedr i jf verre van aantrekk elijk . Men i s te weinig principi~el, erg opportunistisch, men denk t erg op de korte termijn . De PvdA h eef t dat heel sterk : steeds maar k l eine stapjes en g een goe d lang e termijn plan me t een bepaa lde vicie ". Voelt zic h ni et geroepen om daar als lid verandering in aan te brengen : "Nee , ik niet! Dat kost allemaal tijd , meneer . En ik ben geen zen deling, als u dat soms denkt" .
Me t deze laat s te zin slui ten we h e t interview a f . He t was erg v erfrissend eens met een ho ogleraar te praten , die g een blad voor de mond neemt . Als we afscheid nemen , krijgen we net j es alled r i e een ha nd . We vragen, waarom hij ook zo v aak u tegen ons z ef,t, h i j ant woordt l ac hend: "I k ben een zeer formele man , hoor !". NdB , BB ioto's: HS
*
**
DAT KLINKT NIET SLECHT
Heus, de speakerboxen bepalen de hoorbare stereokwaliteit van uw installatie. Met Bose-boxen komt daar nog eens een ruimtelijke dimensie bij. Die reflekteren een groot deel van de muziek via uw kamermuren. Zodanig, dat u op elke plek in uw kamer een ruimtevullend stereobeeld krijgt Net zo ruimtelijk en realistisch als bij een live konsert U hoort de natuurlijke klankkleur en juiste plaatsbepaling van de instrumenten. Zo werkt het Direct/Reflecting System速, het
geniale luidsprekerkonsept dat in alle Bose-boxen werd toegepast Afhankelijk van uw luistersituatie en budget, kunt u kiezen: de Bose-301 boekenplankspeaker, Bose-501 of 601 vloerboxen, of de ideale 901-konsertboxen. Bij elke Bose specialist mag u ze naar hartelust uittesten. Voor komplete dokumentatie is een telefoontje of de bon insturen voldoende. 速
ruimtelijkrealisme in de huiskamer
IIIION~:';;O~~301.~Ol~01" en 901 beter kennen! I
I naam _ _ _ _ _ _ _ _ __ I
ladres _ _ _ _ _ _ _ _ ___
I
I postcode/plaats _ _ _ _ __
I
IBose b.v. - Postbus 2181 1000 CD
ILAmsterdam - tel. (020)-25 5183 _________________
~
I)I~ I{II' '~'N (~('I~(J)III'JS Al si~ds 1976 vGr~ondig ik re gRl matig de stelling dat niet de ekcnoDen , maar de Ne d erl ~ ndse
st~atsburgers
mo e ten kiezâ&#x201A;Ź~ tussen meer frjsdrank en meer onderwijs9 d.w.z. tussen de partikuliere en de kollektieve sektor. Een dereelijke kens zou kun nen plaatsvinden in h,)t ka.der van een re:erendum of , nog beter, via algemene verkiezingen waario de regering kiest voor de ene se~tor en de oppositie voor de andere~ De burgers hebben dus de vrije keus , mits ze inderdaad ~lezen en nie t al i es t egeli j k wi lle n nebben. Er i6 seitter een aan tal ekonomen van zeer linkse en reehtse huize dat ontkent dat er v an een eeht vrij e keuze sprake is. Deze ekonome n vinden dat f rimair gekoze n moet worden voor de partikuliere sektor omdat deze het draagvlak vormt v an de kollektie ve sektoro
THEORIEEN OVER DE MEERWAARDE
In de gese hiedcnis van de ekonomie hebben zij beiangrijkesupporters, met name Quesnay en Marx. Quesnay is de grondlegger van de zoge naamde fysiokraten, die menen dat de natuur (d.w.z o de grond) het draagvlak vormt van de handel en de industrie. AIleen de g ro n d brengt iets nieuws voort, iets dat er nog niet was . AIleen de gron~ is daarom produktief. De industrie beperkt zieh tot het omvorrnen van goederen: van ruw ijzer wordt bijvocrbeeld een machine gemaakt. Maar dat is niet produktj.ef vindt Quesnay . Er wordt niet iets gemaakt dat wezenlijk nieuw Iso De industrie is d aarom steriel. Dit geldt a fortiori voor de handel , die zich in Quesnay 's ge d aeh tengang beperkt tot het verplaatsen van goedereno De werkers in de industrie en in de handel doen dus niet ve e l meer dan het konsumeren wat in de produktieve sektor, het grondbedrijf, i s verdiend.
10
Ook Jo theorie van Marx g~at ui t V i-H', sen sc iJe rp onder scheid tussen pro~lk tieve en niet produktieve arbe id. In het vierda hoof'lstuk v <" n zij!'J. Theorie tiber den t-<lehrwert val.t hij m~t de deur in huis: "Nur die Lohnarbeit ist prod~ktiv, die Kapital produeiert". AIl e en die v o rm vun loonarbeid i6 produktief w~~ rmee goedoren en diensten tot stand komen die eAn onderneme r op de markt kan verkope r. en die aldus meerwaarde ( ~eg ma a r winst) opleveren. "Dami t i:ot au ch abeolut festgesetzt, was unproduktive Arbeit i st ", vervo]gt hij enkele bladzijden v erde r.
En daze onproduktieve a rb eid b~ijkt te bestaan uit dientverlening tegen een salaris of een honorarium. Marx noemt het voorbee ld vail een toneelspeler. Als deze zich verhuurt aan een partik ul iere theaterdirekt eu r, die ~ijn vuorstellingeL met meerwaarda aan het publiek verkoopt, is de tc neel~peler p roduktief. AlB hij da a rentescn bij de theaterdirekteur thuis op een kinderfeestje de clown komt uithangen, is hij improduktie ook a1. ontvangt hij voor zijn werk "c'; ];vg( vergoeding. Lllidkee]s valt Marx Adam Smith bij die overigens op geheel andere gronden - het werk van dienstbodes als improduktief had bestempeld. Maar wat vo or dienstbodes geldt , ~eldt ook voor "sogenannter hohere r Arbeiter": ambtenaren, militairen, artsen , advokaten, rechters en pri este rs, kortom allen die behoren tot wat wij tegenwoordi g de kwartaire sektor noemen o Al hun werk is volgen Marx improduktief, ja (zo voegt hij er po lemisch aan toe), zelfs destruktief.
HET MONOPOLIEKAPITAAL Paul Baran en Paul Sweezy hebben de opvattingen van Marx gemoderniseerd. Zij duryen het niet meer aan te beweren dat het werk in de
VrEER
EEN EI GELEGD !
DE BAAS KAN
TEVREDEN
ZIJN!
kwartaire sektor improduktief is. Maar w~l konkluderen zij dat de kwartaire sektor alle~n kan bestaan dank z ij de meerwaarde (de winst) in de partikuliere sektor als financieringsbron. Het hoofdp robleem van hun in 1966 v ers chenen boekje Monopoly Capital is, dat de in de marktsektor gevormde meerwaarde ook moet worden besteed, wil een chronische stagnatie van de ekonomie worden vermeden. De normale weg zou zijn dat de meerwaarde wordt uitgekeerd in de vorm van hoge dividenden en dan konsumptief wordt besteed. Maar deze weg is geblokkeerd omdat hoge dividenden zouden leiden tot hoge belastingen. Evenmin is het moge~ijk de meerwaarde steeds opnieuw te investeren o Zonder stijging van de af~et worden de investerin~en immers onren4abel.
geruchtmakende artikelen in Volgens Baran en Sweezy hebben de kapitalistische samende Sunday Times. Eerlijk levingen dit probleem opgelost gaven zij het toe: ~~n van door de kwartaire sektor te hen had juist een tweejarige vergroten. Zij noemen daarbij studie van de werken van de militaire uitgaven, die in Quesnay volfooid. Daardoor de Verenigde Staten in de pegeinspireerd vielen zij de riode 1929-1959 gestegen zijn to en zittende Labour-regering van 1% tot 10% van het nati~ aan met de stelling dat de onale inkomen. Weliswaar is ekonomische stagnatie en de het noemen van deze cijfers werkeloosheid worden veroortyperend voor hun demagogie: zaakt door de snelle groei in 1929 lag het nivo van de van de kollektieve sektor, waardoor de financiering defensie uitgaven op een dieptepunt omdat de toen regerende van de marktsektor is gedraiRepublikeinen tegen overheids- neerd. uitgaven waren (ook tegen militaire uitgaven), terwijl het nivo van de defensie in 1959 op een hoogtepunt lag als gevolg van de koude oorlog. f~ J)
1)1\-1..1
Maar deze demagogie doet aan de kern van hun redenering niets af. Sinds 1960 zijn in de V.S. vooral de overheidsuitgaven voor onderwijs, gezondheidszorg en volkshuisvesting gestegen. Volgens Baran en Sweezy is deze stijging gefinancierd met de meerwaarde die in de marktsektor is gevormd. De marktsektor vormde voor de kollektieve sektor dus het draagvlak.
NI~f)-14YSlf) Dat Uitersten elkaar raken heb ik al eens eerder opgemerkt. In dit geval zijn het de marxisten en de neo-conservatieven die zich (ongetwijfeld tot wederzijdse verbazing) in elkaars ge~elschap bevinden. Ook de neo-konservatieven hebben een draagvlaktheorie. Ook zij durven heden ten dage niet meer te zeggen dat de arbeid in de kwartaire sektor improduktief is. Ook zij menen echter dat de kollektieve sektor parasiteert op de marktsektor. De marktsektor is de melkkoe, en die wordt door de kwartaire sektor leeg
De neo-konservatieve draagvlakideologie van de jaren zeventig is het eerst verwoord door twee Oxford-ekonomisten: Robert Bacon en Walter Eltis. November 1975 publiceerden zij een serie
Ook Nederland heeft zijn neofysiokraten. Dr. B. de Vries, inmiddels kamerlid voorhet C.D.A., heeft een tweetal ESB-artikelen en een persoonlijk tournee door het land op zijn naam staan. E~n van de dire~teuren van de Nederlandse Bank, onze eigen professor G.A. Kessler, stelde een ingenieus overzicht op waaruit moest blijken dat de toegevoegde waarde yam de marktsektor niet vol~oende wa~ om de groei van de kollektieve sektor te kunnen financieren. Naar mijn mening heeft De Vries het hoe en waarom van het draagvlak het beste uit de doeken gedaan: "In de marktsektor worden individue Ie goederen vervaardigd en verkocht Dat zijn goederen waarover het individu aIleen beschikkini kankrij~ gen tegen betaling van een prijs. In de budgetsektor (kollektieve sektor, J.v.d.D.) worden oak goederen en diensten vervaardigdj deze worden echter zonder direkte geldelijke tegenpre~tatie aan de bevolking ter beschikking gesteld".
Deze zin maakt in een klap duidelijk dat het geloof in het draagvlak van de marktsektor gebaseerd is op een misverstand. Het is waar, dat de individuele goederen (brood, kleren) tegen een pr~Js worden afgezet. De prijs van individuele goede-
ren bestaat uit een geldsom per eenheid. De prijs van kollektieve goederen bestaat uit een belasting voor het gehele pakket per jaar. Principieel maakt dat niets uit. Zolang de me~sen bereid zijn voor de kollektieve goederen, semi-kollektieve goederen of sociale verzekeringen te betalen wordt een behoefte bevredigd en is de overheid dus produktief. Dit is de bekende "benefit"-benadering in de leer van de openbare financian, die al stamt uit de vorige eeuw (Pantaleoni, Mazzola, Sax, Wicksell). Slechts om louter technische redenen heeft de prijs bij individuele goederen een andere juridische vorm dan hij bij kollektieve goederen heeft. Dit technisch-juridische verschil valt in het niet bij de ekonomische overeenkomst: in beide gevallen worden goederen tegen een prijs afgezet.
Illlf)f)l)
.
Natuurlijk zijn er financieringsstromen van de marktsektor naar de kollektieve sektoro De bakker betaalt m(~e aan het salaris van de ambtenaar. Maffir evengoed zijn er financieringsstromen van de kollektieve sektor naar de marktsektor. De ambtenaar koopt zijn brood weer bij de bakker. Als de bakker zijn brood niet aan de ambtenaar zou kunnen leveren, zou de bakker zeker geen dra'a gkracht hebben voor het medefinancieren van het amhtelijk salaris. Uiteindelijk wordt driekwart van het in de kollektieve sektor verdiende inkomen in de marktsektor besteed o
Dit is inderdaad de kern van de zaak. De hedendaagse voorstanders van de draagvlaktheorie houden onvoldoende rekening met het bestaan van
II wt" , , I
â&#x20AC;˘â&#x20AC;˘
de ekonomische kringJoop, waarvan het cestaan nota bene door Quesnay is uitgevonden. Zijn 20e eeuwse epigonen zien goed dat er eerst een inkomen moet worden verdiend voordat daaruit een stuk belasting aan de ambtenaar kan worden betaald. Maar zij zien niet dat er ook eerst een inkomen moet worden verdiend voordat daaruit een prijs vo o r een stuk brood kan worden betaald. En om belastingen en om prijzen te kunnen betalen moet inkome n worden verdiend. En hoe wordt dat inkomen verdiend. Door iets te produceren (ambtelijke diensten of brood) waarvoor de mensen graag belastingen of prijzen betalen!
It II' -I~I -ItI P Dat is het grondbeginsel van de kringloop "kip-ei-kip" dat dat aan aIle eerstejaars studenten in de ekonomie wordt uitgelegd maar dat de afgestudeerden negeren. Zij denken met de draagvlaktheorie het ei van Columbus te te hebben gevonden.Maar de kip van Columbus wordt door hen totaal over het hoofd gezien.
Dit artikel is een voorpublikatie van een klein gedeelte van hoofdstuk 14 van mijn nieuwe bo ek "De economie van de onbetaalde rekening" dat midden-augustus verschijnt Hans van den Doel.
* ** 12
,rf)I~I' Eind 1979 verscheen het boek: "Dat bonte economenvol~' van Arnold Heertje en Ria Kuip. In dit boek wordt een portret gegeven van een aantal vooraanstaande Nederlandse ekonomen. Deze portretten geven een korte levensbeschrijving, de be langrijkste thema's uit het werk van de betreffende ekonoom, en in een aantal gevallen een interview. In het boek treft de lezer vele bekende namen aan, zo als Tinbergen, Van den Doel, Zijlstra, Goedhart, enz â&#x20AC;˘â&#x20AC;˘ Daar de z e ekonomen bij de gemiddelde le ze r weI bekend zijn, wil ik het hier hebben over een minder bekende ekonoom. Een ekonoom waarover Van den Doel tijdens een k ollege opmerkte da t hij op het gebied van de welvaartstheorie een belangrijker bijdrage heeft geleverd dan menig vooraanstaand Amerikaans ekonoom: Piet Hennipman. Hennipman we rd geboren in 1911 te Leiden, studeerde ekonomie aan de Universiteit van Amsterdam bij de hoogleraren Yr1Jaa, Limperg, Losecaat Vermeer, en Posthumus. Na zijn kandidaatsexamen volgde hij ook kolleges van Tinbergen. In 1940 promoveerde hij cum laude op het proefschrift 'Economisch motief en economisch princiep'. In 1945 werd hij hoogleraar in Amsterdam. Sinds enige jaren heeft hij zich uit de ak tieve universitaire we reId teruggetrokken, teneinde zich geheel aan onderzoek te kunnen wi jden.
In het denken van Hennip man over ekonomie spelen de voorkeuren van de mensen een beslissende rol bij het verklaren van de ekonomische verschijnselen, het zg. 'methodologisch individualisme'. Dit i.t.t. de marxistische beschouwingen, waarin het optreden van groepen of klassen veelal centraal staat. Het begrip methodologisch individualisme is van belang voor Hennipmans visie op welvaart.
Volgens hem gaat het de consumenten uiteindel ijk niet om het inkomen dat zij verwerven, maar om het nut van de goederen, die zij ~et behulp van dat inkomen kunnen verwerven. Welvaart best aat dus niet a Ileen uit materiele, maar ook uit im mat eriel e zaken, zoals vrije tijd en mil ieu. Het gaat uiteindelijk dus niet om h r t nominale geldinkomen, maar om het psychisch inkomen. Dit psychisch inkomen is niet langs objektieve weg te me tE: n.
Tot de welvaart wordt alles gerekend, wat door de burgers geacht ~ordt ertoe te behoreno Dit houdt dus in, dat aIle individuele en kollektieve wensen binnen het gezichtsveld van de ekonomie vallen, voorzover hun verwezenlijking tot het omgaan met schaarse middelen noopt, ongeacht de wij z e waarop deze wensen tot uitdrukking wo rden gebracht. Deze welvaartsopvatting houdt o.a. in, dat er geen konkrete normen voor praktisch handelen kunnen worden gegeven . In dit verband is dan heel belangrijk de besluitvormingo Het prijsmechanisme is zo'n methode van besluitvorming, maar er kleeft een groot gebrek aan, omdat er" geen rekening gehouden wordt met d e potentiele voorkeuren van toekomstige generaties. De organisatie van de besluitvorming moet dus de komende jaren in het brandpunt van de belangstelling staan. Tot zover het portret van Hennipman. Verder bevestigt dit boek weer dat er tussen deze prominente heren (nog) geen prominente vrouw is o
H.S. "Dat bonte economen volk" door Arnold Heertje en Ria Kuip is een uitgave van Loeb & van der Velden, Amsterdam. Prijs: f 32,50
II HET DOeTORIIL BEDRIJFSEeONOMIE HEB IK EEl BEWUSTE KEUZE GEDAM In de personeelsadvertenties kunt u dagelijks bevestigd vinden dat voor registeraccountants goede mogelijkheden zijn weggelegd. Dat was mij ook opgeval1en en het leek me dan ook de moeite waard na mijn bedrijfseconomie nog eens een paar jaar te investeren in de postdoctorale studie accountancy. Dat betekende weI een extra inspanning, maar dat had ik er, na zorgvuldig overwegen van v66r- en nadelen, toch weI voor over. ParaJlel aan de studie werk ik nu in accountancy, bij het accountantskantoor Coopers & Lybrand . De inhoud van het werk en de rol die voor de assistent accountant is weggelegd, kunnen van kantoor tot kantoor verschillen . Wij gaan
er bij Coopers & Lybrand vanuit dat het werk naast de studie als een soort stageperiode beschouwd moet worden, met een maximum aan afwisseling in ervaring en werkterreinen . Zowel wat betreft kennis als op het gebied van de ervaring ontstaat zo een optimale voorbereiding voor het behalen van de graad van registeraccountant. Omdat ik tijdens die leerperiode al een reee1 stuk werk verzet en specifieke verantwoordelijkheden draag, kan ik bovendien op een interessant salaris rekenen. Zelfs als u nog niet zo erg vastbesloten bent over wat u wilt gaan doen na uw bedrijfseconomie, willen wij u best eens ontvangen om over uw mogelijke loopbaanontwikkeling bij Coopers & Lybrand te praten. Dat kost u t"!'. 0~~ ~~n uurtje maar het zou weI eens een erg nuttig uurtje kunnen zijn. U kunt mij bellen, ik ben Don Meeuwissen. Als ik er niet ben, kan Mej. M. van Meel zorgen dat ik met u in kontakt kom. Voor sollicitaties of inlichtingen kunt U ook kontakt opnemen met Drs. J.e. van Dijk, R.A.
Coopers &Lybrand Nederland
Westblaak 100 3012 KM Rotterdam Tel. 010-130680
Coopers & Lybrand Nederland is een Nederlands accountantskantoor, verbonden met de wereldwijd opererende Coopers f, Lybrand organisatle. In totaal zijn er 353 Coopers & Lybran I vestigingen in 90 landen.
C&L Kantoren in Rotterdam en Amsterdam.
Als gevolg van de VHr-10-structuur Has de beginsituatie voor het onderwijs aan eerstejaars voor onze faculteit doorzichtig. Er waren tvlee duidelijk gemarkeerde groepen, abiturienten met een A-opleiding en met een B-opleiding. Aan onze faculteit was het aanvangsonderwijs gebaseerd op een A-vooropleiding, zodat de abiturienten uit de Brichting een lacune in kennis van het boekhouden moesten aanvullen, een eis die reeds ver voor de tweede wereldoorlog door onze faculteit werd gesteld. De B-abiturienten kregen een vrijstelling voor de A-toets \'liskunde. Van een aansluitingsproblematiek was in de tijd van het VHHO nauwelijks sprake.
Op 1 augustus 1979 is zonder veel ophef het tweede lustrum van de wet op het v oortgezet onderwijs , met de roepnaam "marnrnoetwe t", gevierd. Di t fei t
\~as
voor ons aanleiding om aan de hand van een
bekno pte er:ql1et.e aan het begin van het studiejaar na te gaan met welke geestelijke bagage de eerstejaars van nu op onze faculteit aankomen om vervolgens deze bagage te vergelijken met die van de eerstejaars uit de tijd van het voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs, het VflNO.
Aan de hand van onderstaand overzicht kan men gemakkelijk vaststellen welke vakken of groepen van vakken hun stempel drukten op de verschil lende afdelingen. Het aantal vakken of onderdelen daarvan waar in ten minste examen moest worden afgelegd bedroeg voor;
VHMO
In de jaren na de tweede wereldoorlog tot de inwerkingtreding van de mammoetwet werden de collegebanken van eerstejaars overwegend bevolkt door abiturienten van de HBS, zoals blijkt uit onderstaand staatje. Tabel 1
de HBS A de HBS B het Gymnasium a het Gymnasium B
Studentengeneratie aangekomen in 1967
*
Vooropleiding HBS A HBS B Gymn. a Gymn. B Div.
I Aant. I
I
129 43 5 39 7
Perc. 58 19 2 17 4
223
:
100
Zoals bekend bracht de mammoetwet ons een geheel nieuwe examenstructuur. Vooreerst werd het aantal examenvakken voor aIle VWO-richtingen beperkt tot 7 (voor avondscholen tot 6). Bovendien kregen de leerlingen de vrijheid binnen ruime grenzen hun eigen
-
Tabel 2
-- - - - - Samenvatting urentabellen rijksscholen
,
Weektotalen van de laatste twee leerjaren.
I
Kenmerkend voor de eerstejaars van het VHMO was dat zij allen in hun afdeling hetzelfde eindexamen hadden afgelegd. V~~r wat betreft de vakken waarin het officiele examen moest worden gedaan viel er niets te kiezen. WeI waren er vrijstellingsregelingen voor het mondeling. Overigens hadden aIle HBS'ers weI allemaal economie (staathuishoudkunde) gehad, ook de leerlingen van de B-afdeling, nl. een uur in de vijfde klas. Op de gymnasia kwam het vak staathuishoudkunde niet v~~r. De urentabellen van de twee laatste leerjaren van onze voormalige Gymnasia en HBS'en g.even ons een indruk van de omvang en ook enigszins van het gewicht van de geestelijke bagage van de eerstejaars van toen. Hieronder voIgt een samenvattend overzicht van deze tabellen, zoals deze voor rijksscholen golden.
MAMMOETWET
14
Wie aan bepaalde minimumeisen niet voldeed moest in meer vakken examen afleggen. Wie bijvoorbeeld voor het vak Staathuishoudkunde op de HBS een 5 of minder op zijn eindrapport had, zat aan ee.1 monde ling examen voor dit vak vast.
---
-
10 10 16
'Examenvakken
HBS A
HBS B
!
1
1
2
2
laude t.alen INederlands
I
2
1
2
29u
47%
12u
19%
6u 11%
5u
8%
5u
8%
13u 23%
12u
19%
12u
19%
9u
15%
6u
10%
l1u 19%
4u
6%
lOu
16%
1 9u 33%
3u
5%
17u
28%
37 %
1 7u
27%
lu
Aardrijkskunde, Geschiedenis en Staatsinrichting
11u
17 %
7u 12 %
Wiskunde Natuur-, Scheikunde en biologie
1
13 %
24u
talen
Gymn.B
8u
Economische vakken
~Ioderne
Gymn.a
4u
6%
2%
1. aantal uren per week in de laatste twee leerjaren. Vbd. ; Nederlands op het Gymnasium a en B in klasse vijf 2 uren en in klasse zes 3 uren, derhalve in totaal 5 uren. 2. procenten van totaal aantal uren van de vermelde vakken.
!!laal nau"k eur t r; en het einrlcijfer van het centra~l sr.hT~fte lij k examen , (CSF) (ook in een decimaal nauwkeurig: wc rden opgeteld en dner twee gedc e ld. Vervclgens "ordt het dan gevonden cijfer or een geheel cijfer a f gerond . Halven worden daarbij naar hennden afgerond , behoucens !let cijfer ';'., dat op een G "iordt afqerond.
eigen examenpakket sarr.cn te stellen . He t wetenschappe.lijk ondenvijs (WO) moest zich op last van hogerhand beperken tot het noemen van ten hoogs te 2 vakken die een abitu rient van het VWO in zijn examenpakket moest hebben om zo nder handicap van een of meer formele deficienties te kunnen gaan studeren. De economische faculteiten volstonden met het noemen van s lechts een vak: Wiskunde I. Cen van de gevolgen van het keuzepakkettensysteem van de mammoetwet is dat de beginsituatie voor het eerstejaarsonderwijs aanzienlijk minder doorzichtig is da~ vroeger . Het onderstaande staatje geeft een indruk van de heterogeniteit van de geestelijke bagage , waarmee de eerstejaars van nu aan onze faculteit arri veren , waarbij men dient te bedenken dat de enquete , waaraan de gegevens zijn ontleend uitsluitend be trekking had op vakken waarvan wij vonden dat zij direct of indirect van belang waren voor studies aan onze faculteit. Niet gevraagd hebben wij bijvoorbeeld naar oude talen, na~ tuur-, scheikunde en biologie in de examenpakketten .
Tabel 3
~~II()()I~~I(JI~~I~ Het schoolonderzoek , bedoeld om het schoo lei gene tot uitdrukking te brengen - wat dit ook rr.oge zijn - is eveneens een nouvaute van dt" maT'ln1oetvie t. liet. moet. t.en minste t.weemaal per jaar in en doer de school ",orden aiger-omen door eigen leraren, zonder gecommit.teerden van buit.en de school. Een cijfer van een examenvak kan bijvoorbeeld als volgt tot stand komen: so: 6,9 CSE: 8,1 Eindcijfer:7 Maar ook als voIgt.: SO: 6 , 6 CSE: 4,4 Eindcijfer:6 Het is niet moeilijk andere voorbeelden te verzinnen, die uit het leven gegrepen kunnen zijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Examenresultaten van 186 abiturienten met VWO-di 12 10m a aang:ekomen in het studiejaar 1979 - 1980
vak
\.,â&#x201A;Ź, 1 examen onvoldoende (2 )
[geen examen i
(1)
wel examen voldoende ( 3)
\
Nederlands Frans Duits Engels Wiskunde 1 Wiskunde 2 Economie 1 Economie 2 Aardrijkskunde Geschiedenis en Staatsinrichting
I
0 72 60 2 15 86 20 76 67 50
!, i
1
97 24 37 96 70 12 79 22 32
0
50
3 4 3 2 15 2 1 ~
<.
, I
I
, :
! I
cijfers zijn percentages van 186
Bij het lezen van de bovenvermelde gegevens moet men voorts bedenken dat de kolommen 2 en 3 gerelateerd zijn aan de eindcijfers die op het examen zijn behaald. Dit cij fer komt als volgt tot stand: het eindci jfer van het schoolonderzoek (SO) in een deci-
Op de cijferlijstjes van de abiturienten staan aIleen de eindcijfers vermeld . Het inzicht in de presta ties van leerlingen op eindexamens ZQU ongetwijfeld worden verdiept als de drie examencijfers op de cijferlijstjes werden vermeld.
\MO
en vm\o
Vergelijken we de eindexamenpakketten va~ nu met die van vroeger dan leert ons tabel 3 c . m. het volgende. Nederlands is evena ls vroeger ieder verplicht. Dit is niet meer het gcva l met de moeern e talen . LieEst 72 % van onze eerstejaars heeft in de klassen 5 en 6 geen onderwijs in het Frans meer gehad; voor Duits is dit 60 ~ . Engels wordt praktisc h door iedere leerlin~ gekozen (op sommige scholen is Engels verplicht ges teld). De vraag rijst als va nzelf of een klein land als het onze h et zich kan veroorloven toekomstige academici , die toch leidinggevende functies in onze samenleving horen te gaan vervullen, af te leveren met een aanzien lijk geringere talenkennis dan hun voorgangers van het VHMO. In 1967 had 40% van de studenten een surplus aan wiskundekennis. Nu heeft op het eerste gezicht 15% van het aantal eerstejaars een formele deficientie voor Wiskunde I; telt men echter het percentage van het aantal eerstejaars dat met een onvoldoende voor vlisKunde I slaagde hierbij op (men spreekt in dit verband wel van een informele deficientie ) dan schiet 30% van het aanta l eerstejaars tekort in wiskundekennis. Wiskunde I I wordt slechts door een gering aantal VWO'ers a l s examenvak gekozen: het is ook niet van direct belang voor de beginsituatie van ons onderwijs en kan daarom verder buiten be~ schouwing blijven. v~~r
111~~I..I)'T()Jlt'II~(J Ret overgrote deel van onze eerstejaars heeft zich reeds op school een bee ld kunnen vormen van een studie in de algemene economie, die op het VWo onder de naam Economie I wordt onderl<'ezen, dit in tegenstelling tot de bedrijfseconomie . De bee ldv orming daarvan laat veel te wensen over: 76~; van de eerstejaars had bedrijfseconomie (met de naam Economie II) niet als examenvak gekozen . Dit percentage ligt aanzienlijk hoger dan in 1967 toen ongeveer 40% van de ingeschreven studenten geen bedrijfseconomisch onderwijs had qenoten. Tenslotte de vakken Aardrijks-
15
kunde en Geschiedenis/Staatsinrichting. Ook deze vakken zijn keuzevakken geworden. Cen niet onbelangrijk deel van onze eerstejaars heeft daardoor een belangrijk stuk algemene vorming in de hoogste leerjaren gemist, t.w. 50 ~ voor Geschiedenis/Staatsinrichting en 67~ voor ~ardrijkskun足 de. SAMENVA~TINJ/KO NKLUSIES
De mawmoetwet heeft de beginsituatie voor het onderwijs aan eerstejaars in een aantal opzichten ingrijpend veranderd. Dit geldt in het bijzonder voor de kennis van de moderne talen en van de kennis van de algemeen vormende vakken bij uitstek: Aardrijkskunde en Geschiecenis/ Staatsinrichting. De geeste lijke bagage waarmee de eerstejaars nu arriveren in onze faculteit is ten opzichte van vroeger per qekozen examenvak waarschijnIijk weI verdiept, doch dit is onmiskenbaar gegaan ten koste van de algemene vorming van cnze studenten, dus ten koste van de vorming in de breedte. Ten aanzien van wiskunde kunnen v'e constateren dat het aanvangsonderwijs van nu, als gevolg van de wiskunde 1 eis, op een hoger niveau kan beginnen dan vroeger. Vergelijken we ten slotte de propedeuse van nu met het aanvangsonderwijs van vroeger dan valt het op dat de vakken recht, economische aardrijkskunde en economische geschiedenis het veld hebben moeten ruimen. Wie veel waarde hecht aan een brede vorming van academici tijdens hun universitaire studie zal het verdwijnen van deze vakken in de propedeuse betreuren, zeker wanneer men daarbij dan nog bedenkt dat de algemene vorming van de VWO-abiturienten door het eindexamerunodel van de mammoetwet al een forse deuk heeft opgelopen. drs. J. Wesseling drs. D. ~Joudhuysen
*
bron: Universiteit van Amsterdam, Stafafdeling Onderwijs- en onderzoekbeZeid Bureau Statistiek, november 1979.
In
"TII..I)I~, ''I~IINI~IJIfl'l~ IIIJS.JI~S .... Rond 1930 brachten allerlei wakkere ondernemers in Nederland een ~a re plaag van 'wilde husGen' teweeg. Zij reden voor de stoomtram ui~ en plukten met wat korting op hat tramtarief de pa~Gagiers van de halte, net voordat d e tram er aan kwam. De tramweg van de minste weerstand was natuurlijk bij de overheid a a nkloppen o m steun (steun aa~ bedrijyen is echt niets nieuws). Toen net als nu was dat even interassant. maar ging het de overheid gauw verve l eno De stoomtram kon naar steun fluiten, maar met de nieuw e Wet Autovervoer Personen werd orde in de chaos geschapen. Wi ~ de bussen zie je niet meer. W~l wilde busjeso Volkswagenbusjes enzo. Je ziet ze vlak voor vuilnisauto's uitrijden am de kra~ten 0i e op de stoep staa~ onder de vingers van de vu l lnisman we g te hal en om z e in zjjn plaats bij de cud-papierh an d el tekunnen verzilvere n o Toea d e kranten een cent pe r ki lo opbrachten, waren de busjes nog nergens, maar nu kra nten acht cent op l everen, i s de vuilnis~ a n nergens meer. Ik acht dit een ernstige misstand. In de eerste plaats van~ege de energievers p illing 9 maar ook omdst ik het zaer 00rechtvaardig vind, dat men de vuilnisman van een zil.kcentje beroofto Vuilnislieden zijn zuinig betaalde en uiterst nuttige leden yah de samenleving. Degene die van het laatste niet op voorhand ov~rtuigd is, ~:. ad voor jaar 1980 maar in Parijs de metro eens moeten pakkeno Ik kan het steelse bestelen van de vuilnisman niet uitstaa~. Ik blijf ook bij de pakken kranten ni et neerzitten. Stee ,ls als ik de wilde busjes zie opereren geef ik mijn rijwi~l de sporen e~ snor al s besnorde snorder voor het peloton uit. Snel g ris ik de kranten van de stoep, laat de verneukte volkswagentjes passeren en overhandig met een breed gebaar de couranten aan de rechtmatige reini g aars.
Aangezien ik onmogel i jk voorelke amsterdamse vuilnisauto uit ka n rijden is mijn bijdrage uiterst marginaal, maar in beginsel toch effektief. Vele andere maatschappijverbeteraars komen helemaal nerg e ns, orndat ze teveel ineens willen. Mijn buurtgenoten kijken wat verwonderd als ze mij bezig zien, de vuilnisman is eehter met mijn aktiviteiten weI ingenomen. Het levert mijn zoo~tje menige rit op de bok van de vuilniswagen op en hij is zelfs weI eens met dat vervoermidde l naar de kleuterschool gebrachto De lezer zal zich zijn triomf kunne n voorstellen. 20 weet ik een niet onaanzienlijke aanvulling op het psychisch ge z insinkomen te bewerkstelligen, een aanvulling bovendien, die- in afwaehting van reparatiewetgeving- geheel buiten belastingheffing blijft. Toch geloof ik ,niet, dat de st rijd tegen de ~ilde busjes een ~aak moet zijn van partikulier tegeninitiatief. Ik ben er by. ook niet voor, dat k no k ploegen tegen krakers worden ingezeto In pla ats echter van iets tegen de wilde busjes te ondernemen lijkt de overheid nu zelf s de strijd tegen de wi~de bussen te gaan verz~ak足 ken. Want wat lees ik in NRC Han~ de~sblad van 17-1-'80? De overheid gaat reklame maken voor 'carp08Iing', dat is met meer m e n~en gebruik maken van een auto om aldus energie uit te sparen. De Wet Autovervoer Personen verbiedt weliswaar, dat p assa gie rs de bestuurder be t alen als daarvoor geen vergunning bestaa t , maar een vergoeding, die uitsluitend de kosten dekt, valt daarbuiten, aldus minister Tuijnman. Ingenieus gevonden: Tuijnman is manifest ingenieur. Maar geen ekonoomo Want kosten en kostendekking zi jn zulke verrukkelijk rekbare begrippen. Maar hoe je de kosten ook cCllcllleert, de .openbaar vervoeronderneming d ie ze dezer dagen nog dekt, is ver te zoeken. Met zijn uitspraak zet min. Tuijnman de garagedeuren voor de klassieke wilde bus weer wagenwijd open. 'Touringcarpoolipg' halla! vervolg op pag. 17
It.ll.lt. Rond uit de raad Afgelopen raadsvergad ering was er ei e enlijk maar ~~n belangr ij k pu~t op de agenda . Dat betrof de evalua ti e van het kandidaats. Aang ezie n ik daa r de vorige keer al het een en ander over geschreyen heb, wil ik daar nu n iet opnieuw op ingaan .Dat er verder ge en bel~ngr ijke pun ten op de agenda stonden, wi l echter niet zeggen dat er niet s bel angr ijk s bij de vergaderstukken za t. Daar zat en n l. ook twee brie ven over een onderwerp, waaraan de Raad a l vele vergader ingen gewijd ~a d: mogen stu dente n al dan n i et i n de vakgroep? iTGORGES8dIEDENIS A] jaren is op de fakul t e i t een diskussie gaande over. die vraag. Drie jaar gele den was demokratisering van de vakgroepen zel fs inzet van de Aktiegroep Ekonomen bij de v erk iezi~ gen . Sommigen zullen zich waarschijnlijk het af fiche nag we I herinneren: een student trekt de deur open van een kamer, waar hoogleraren z itten te ver gaderen . Voo r studenten is juist demokratisering van de vakgro epen van enorm bel ang . Het is op dat nivo, dst de staf veelal be s list over vorm en inh oud van het onderwijs. Het i~ dus ook begrijpelijk, dat voor v eel doc e nt en het t oekomstbeeld van vakgroep e n me studen ten een spookbeel d Nas .Het p rivi lege , om vri6 van s tuden teni nbreng het pro gram ma te mogen vas tst ellen ~erd liever niet opgeReven . Toch was dat nie t jet vo ornaamste argument wat de staf in de dis kus sie gebruikte. He t was immer , s naar stud ~nten to e niet zo 'n over tui gende a r gu mentati e . He t voorna ;U.1S te argu men t , waarme e v a~ de zijde van de staf de diskussie ge re~t werd, wa ~ d e st ell ing dat het volgens d e wet niet kon . Eventueel mo chten , valgens de sta f l eden , studenten, di e al zo ongeveer afg estudee r d waren in de vakke n ,m&a r ze -
ker voor kan d i daa t s - en propede u sestud e ntcn was geen insp rank over hun eig~~ on derwijs wegg elegd. Er vo l gde toen maan denlang gezeur en gepeuter mel we ts t e k sten . Er w ~ rden ~el fs jur is ten van h e t Maa gde n hu i s bijgehaald , tot uit e inde]ijk het Co llege van Bestuur van onze uni vers it eit zicri akkoord verklaarde met een soart kom promis voorste l. AI leen p roped e usestudenten w0 rden uitgesloten v ~ ~ he t vakgroeplidmU:lt schap . Sinds j anua r i V C, lI dit jaar ~ord t er ~ew e rk t I[,e i. de,.e reg eli n g . LAA.'rSl'E REDf.iIDDE l. Wgarom is er Jan n u no g steeds heibel over di2 vakgroepen? Dat ko m ~ , o~d&t som mige recittse sL :1fle dell , me t ,lame uJ t de va kg~ oep bedrijfs skono mie, probersn o~ v ia Ben ac hterdeurtje Rls nog h e t ko~ prom is van d e b nan ~e ~rij gen. Op d e fakultei~ hebb ~n ~e geen mo ge li ~~}!eden lne er om hun do o l te bereik en De ko mpro~isregclinK is met o vcrgrote me erderheid do or ~e Raad aungenoman . Vandaar dut ze nu buiten de faku l teit prob ~ ren steun te vin -
hee ft tegen de eis van de bedri jfsekon omen om d e st udente!! de vakgrof: p ui t te goo i en twee argumen t en . AllereerGt zijn we he t fiiet eens met de staf leJ en die virden dut de regelin~ in strijd met de wet i s . Ook kandi daa ts- eu pro ~e de u ses~ ude nten h ~bb0. een bij d ra ge ag n de ~erkzaam hede n van de vaKgroep . Mid d els hu n k ri tiek op programma's is het imme r s mogelijk het onde rwij s verd er ce verbet e ren. Bov en dien vi nd L de Aktieg ro ep he t onjuist d iet d e staf aan het Co ~ l ege vraugt om in te grij ~ pen op oD ze faku l te i t. AIleen op de fakulteit ze l~ kan beoordeeld worden hoe en waar studenten een b ij drage leveren in de vaKgroep. Met ingr ijpen van bovenaf ku n je h ier n ik s ber eiken . Al s de bedrijf3ekonomen het er niet mee eens zijn , moe ten ze dat i n de R~ a d u i tve chte n . Waar het natuurlij k allemaal feitelijk om g~at is net recht van studente n om mee te bes li ssen ove r de vorm en in houd van h un eigen studie. Met stude nt en in vakgroepen is d i e inspraak nog lang ni e t voldoe nde bereikt . Lv~ lu & ti es , zoals afgelopen b i ok in ~e t kandidaats, spslen da arbij een be langrijke ro l. De Aktiegroep hoopt in die r ic hting ver der te e;aan . Ze ~ al zic ~ blijven af zett en tegen bedrijfsekonomen, die de wee terug willen gaan . Coe n Teu lings..
den. In de wet i s :i!l.u r een mogelijk h eid voar . Ie der lid van de fakulteit kan het Col l ege van Bestuur en de Univer ,sit eitsrrlad vra gen ::>m besluiten van de f ak ~lt eits rad en te ve~nia ti ~en , omdat h ij /z ij d ie a;lredelijk vindt. Ied e reen h eeft in Fo li a kunne n lezen over de ve rniet ig i ng van het fakul~eit sr ege lemen t van de juriGten. Het is dez e weg die de bedrijfsekonomen bewand~]en . Ze vragen het Col l ege om van bu~ ten de f akultei t in te 6rij pen in de be sJu ite n over d e samenst e llin g van de vakgroepen.
vervol g van pag. 16 Ik kan dus bv. ook, ~o n d~r in aanvaring t e komen me t de Wet A~tov er vo e~ P e rso.,en, mijn damesstudenten n a het ko lle ge een gehonoreerd ritje n aar hu n hui s aanbieden . Over aen bevredigende tegenpre sLat ie mag ik gra?g filosofere."! . J.J. J.'Je:'tZCl'e
HOE VERDER? De Aktiegro ep verz et zich t a ge n deze ga."!g van zaken . Ze
17
S~UDENTENONDERZOEK
OP ONZE FAKULTEIT
zullen kunnen worden onderzocht.Je kunt daar meer in het onderstaande artikel over ons op de fakulteit in het studieprogramma meer mogelijklezen. De Aktiegroep wil heden voor studenten komen om zelf onderzoek te doen. proberen de mogelijkheden voor studenten om onderzoek We hebben daar een aantal argumenten voo~. Allereerst te doen voor de WeWi uit te vinden we dat he": belangrijk is dat studenten die opgeleid breiden. We willen dat berijken door te zorgen dat er op worden om zelfstandig onderzoek te doen (en zo staat het in de Aktiegroepkamer (2163) de wet en ook ~v in ons herstruktureringsrapport) praktijk een lijst komt te liggen van aIle wetenschapwinkel vragen ervaring op doen. op ekonomies gebied. Wil je een paper of skriptie schrijVoor de begeleiding van 00ven, kom dan kijken of er geen Bovendien stimuleert ondercenten is nog geen goede vragen bij zijn die je, liefst zoek een kritiese verwerking regeling. j,iaar waar het om met begeleiding van een docent van de stof. De aktiegroep gaat, is dat iedere student zou willen onderzoeken. gelooft niet in een opleide kans krijgt om door onderJe moet dan bij de Aktiegroepding, waar aIleen techniekz oek te ki jken w.a t hi j of of SEF kamer vragen naar onderjes en abstrakte theoriezij met zijn kennis aan kane getekende. Wat je ook kunt en worden geleerd. De toedoen is je naam en adres bij pasbaarheid en relefantie mij opgeven. Als er dan een van theorie~n wordt juist nieuwe vraag binnenkomt , in het onderzoek getoetst. Momenteel wordt er al het kan ik op die manier iemand Daarom biedt onderzoek een een en ander aan studentenproberen te vinden dte met basis v~~r studenten om onderzoek bij ons op de faverder te studeren. kulteit gedaan. Zo is er iemand die vraag aan de slag wile Daarnaast zal voortaan in Verwant met de vor ige puntbezig met een ste l vragen Rostra iedere maand een ruen, maar nog weI van belang van de BBK(vakbond voor briek staan waarin nieuwe om apart te rroemen is het beeldende kunstenaars) over vragen worden behandeld. feit dat je door zelf onderde BKR. Dit onderzoek isdoor Ik hoop dat dit een aanzet zoek te doen, jezelf ook tussen komst van de We~i is. die zal leiden tot een andere vaardigheden aanleert, (wetenschapswinkel)tot stand uitbreiding van de mogelijkzoals het werken in groepen, gekomen. Ook sommi ~ e wetenheden voor studentenonderhet schrijven van verslagen schappelijke medewerkers doen zoek e.d. Het gaa t . er in het kort overigens onde rzoek voor dus om dat je als afgestugroepen d1e dat aa~ de WeWi eoen Teulin s. deerd ekonoom meer kunt dan hebben gevraagd.Dit komt mn het reproduceren van wat voor bij de leerstoel interne vervolg van page 19 organisatie. thelOrietjes. ~ontaktkommissie in te stellen Er draaien verder op dit moGed ac ht wordt zo'n kommissie ment twee studenten onderzoekgelijkelijk samen te stellen groepen los van de WeWi, uit studenten en stafleden namelijk over arbeidstijdWat zijn voor studenten bij van de verschillende vakgroeverkorting en jeugwerkloosons aan de fakulteit nu de pen. De kans van slagen van heid. De laatste grQep werkt mogeligkheden om onderzoek ; zo 'n kontaktkommissie is vocr samen met het NVVjc. Deze te doen? In het kandidaats een groot deel afhankelijk groe~en zign ontstaan door moet je twee papers schrijvan de belarngstelling van stueen initiatief van de Aktievan. Dat biedt studenten de denten en medewerkers in een groep in het begin van dit mogelijkheid am aIleen of Qergelijke kommissie zitting kursusjaar. We hopen aan deze met een paar mensen samen te nemen. Dit artikeJ wordt groepen enige kontinuiteit een onderzoek te doen en dan ook besloten met het voorte kunnen geven. een verslag daarvan als paper stel aan aIle belangstellenden in te leveren bij een docent. en rnedestanders om op vrijdag Het is weI handig als je daar30 mei a.s. om 11.00 uur Het is de bedoeling dat in de voor van te voren kontakt in de wetenschapswinkel bij toekomst bij ons op de fakulzoekt met een docent, zoals elkaar te komen om: teit ruimere mogelijkheden dat overigens bij elk soort 1. EEn voorstel voor het inontstaan voor studenten om paper die je schrijft weI stellen van een kontaktkom. onderzoek te doen, o.a. voor handig is. Hij kan je dan aan het fakulteitsbestuur te de WeWi. Al een tijd lang is begeleiden bij je onderzoek. for mu leren. er een nota van de onderwijsIn het doktoraal zou je je 2. Te bespreken hoe nu al het kommissie in de maak, die skriptie op een soortgelijke bemiddelingswerk nader gestalaanstuurt op een verbetering manier kunnen geuruiken. te kan krijgen. Het is natuurlijk duidelijk van de onderzoeksmogelijkheden dat je je van de resultaten voor studenten. van dergelijk onderzoek niet Ondertussen is de WeWi be~ig Rob Henneman, te veel moet voorstellen. kontakten te zoeken op deze Wetenschapswinkel, Studenten hebben vaak weinig fakulteit om te zorgen dat Amsterdam. vragen op ekonomies gebied ook tijd, ervaring en kennis. Al een paar jaar pleit de Aktiegroep Ekonomen ervoor dat bij
In
wetenschapswinkel UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM WETENSCHAPSWIN KE L Sd'[Jhdtlst'''"t 1:33
10 18 GC Am Slerddln T., •. 020·522 ;>4 1701,,229111
s~ nkel is ecn un i ver s itaire inst elling , diR n doel!stelt groeperingen uit de samenJevin d i E' toegang heblen tot wetensc ha pp e l i j k ond erzoek npelid te stellen hun v:ra g en te late n ond e r70nK rOD i pdi tsmed ew'~rkers en s tu d emt e n. Omklant van de winkel te kumlen zijn mae t n er. '!oldo e n a;),n e :0 1''. 'c ria, men I::ag niet irlstaat g e ac}, t word 0n ;;;c l f ond erzoek te doen, men mag g een kommerr.:i,e le oog mer k e n h e b'oen , men moet de ondcrzoeksresul taten kunn er, ",a n w'T,d en t e r v :orlJete:c ing van ue ei Le} ma",tGchappe lij k e p os i tie. Aa n dit laatste kri~eri um hoaft niet voldban te wo rd e n ind ie n de vraug exemplar ies ; s VOOl:' een algenteen maa ts ch",ppol i j l( problc 'C m, relevant is voor ander~ groefen, of van beiane is voor progressier onu er wij s en or-derz,ooek. S,amenvatt"ni kunllen ','{Co stellen dat de 1':etenschaps\':inke 1 met de ollde~z0ekc;rLsultaten e e n bijdra[e wil leveren aan de verbetering van de positie van ~ roepen in ~e maatschappi0 op het ~et ied var- de mokratisering, enancipatie en progres 8 ief maatschappolijko hervormillgen.
De werkwijze van de wi r:kel wordt gekarakteriseerd door een beleid dat erop ge ric h t Tot op heden is de 7etenschaps- is het kontakt met de klanten winkel in haa~ poging de kloof en de inzage in de vragen centraal te latpn verlopen, tussen wetens chap en samenterwijl ernaar gestreefd wordt leving te overbruggen slechts de bemiddeline van de vragen ten dele geslaagd. We lliszoveel mogelijk decentraal waar heeft de Wetensch psdwz op de fakulteiten plaats winkel inmiddels een urtget e laten vinden. Het decenbreide klantenkring waaronder trale bemiddelingswerk maakt milieubewegingen, bedrijfsleden groepen , vrouwenbewegi~g een efficiente bemi~deling mogelijk, enerzijds doordat en, Derde wereld bewegingen de bemiddelaars de wegen en etc. en heeft zij sinds haar personen kennen binnen hun oprichting drie jaar geleden eigen vakgebied, anderzi jds een niet onaanzienlijk decl doordat de greep op de samen van de univeraitaire wereld hang tussen de diverse prodaadwerkeli j k voor allerlei bleemgebieden wordt vergroot. maatschappelijke problemen kunnen interes s eren , we moeten konstateren dat er voor tal van vragen vooralsDit beleid de bemiddelin6 nog geen wetenschappelijk vam de vragen te decentraliomderdak gevonden is. Dit ia seren heeft inmiddels ,n;estalte enerzijds toe te schrijven cek re gen in de vorm van enkele aan een te beperkte onderkontakt g roepen die van de cent~ale winkel de WeWizoekskapaciteit voor ~e~i vraagstukken, anderzijds aan vragen op hun vakgebied via een stagnatie in de bemideen kontakt persoon ter bemiddeling krijgen toegespeeld. deling. Daarnaast funktioneert er bij de Juridische fakulteit een Dit stuk ricnt zich op.de kontakt-kommissie bestaande probl~matiek van het bemid uit studenten en stafleden als delen in het algemeen en in offici~le advieskommissie van het bijzonder van vragen op het Fakulteitsbestuur. ekonomies terrein en hoe hier Voor het overgrote dee 1 van verbetering in aan gebracht fakulteiten en vak~roepen is kan worden. Waarom kontaktkommissie bij ekonomen?
de ','; j nke l er nog n iet i n geslaacd he t decentrale bemiddelin6~bGleiu nuar bevrediging te realiseren. Dit betekent dat de hoofdmoot va~ het bemiuuelingn-werk verricht moet Norden. Tekenen we hierbij aan dat door de enorme stijginc van >et a u nbod van vragen het p l a~onu van de centrale be~iddelin g kapaciteit inmi dde ls is oereikt, dan zal de noodzaak duidelijk zijn de principiele lijn tav de decentrale 'O<emiddl,linp; met grotere naaruK door te trekken.
~at
betreft de stand van zakc n van uecentrale We~i u ktivi t ei te n bij de ekonomiese fakulteit. Hier heeft een aantal studenten en med ewerkers van diverse vak g roepen zich bereid verklaard als kontaktpersoon voor de We t enschapswinkel op te treden. Tot op heden zijn die kontakten te incidenteel, te vrijblijvend en te weinig gestruktureerd om het bemiddelingsbeleid als geerrekt u eerd te beschouwen, Dit ontb r eken van een effek~ tieve dece n trale bemiddeling heeft ertoe ge leid dat er een stagnat ie i s opgetreden in de bemiddelinc van vragen op ek ekonomies terrein. . Vanuit de winkel zijn er inmiddels initiatieven genomen om verbetering in deze situatie aan te brengen. Als eerste stap heeft de winkel de AGE benaderd en bereid gevonden als kontaktgroep voor WeWi-vragen opte treden.Deze g roep is inmiddels in het bezit van nog niet bemiddelde vragen op ekonomies terre in, en zal periodiek op de hoogte gehouden worden van nieuw binnengekomen vragen. Het ligt in de bedoeling nieuwe vragen in een vaste rubriek in Rostra onder te brengen.Wegens gebrek aan menskracht is de AGE (voorlopig) niet in staat aktief te bemiddelen.Overeengekomen is dat haar aktiviteiten zich zullen beperken tot het propageren van WeWi-onderzoek onder studen~en. In haar streven WeWi-aktiviteiten zove e l mogelijk in de fakulteiten te integreren, he eft de winkel als volgende stap een brief aan bet fakulteitsbestuur grstuurd met het voorstel een.officiele vervolg op page 18
If)
)IOIIII~IJ~ IU~~lll~l)) De laatste tijd e aan er steeds meer stemmen op om een 'hu ishoudloo n' uit t o keren, en niet aIleen van fe~inisten, maar ook van ekonomen komen deze g eluiden. Waarom oo k uit deze hoek? Bij he t bepalen va n' het nationaal produkt worden onbetaalde d iens t en v a n mens en buiten besehouwing g elat en, die zoud en g een marktwaarde hebben. Nu loopt een dag in het onderwijs, of een 30-april-dac van de Mobie le Eenheid ook niet via de markt. Maar om dat soort werkzaamheden toeh in h8t prod Ilktieproees t e kunnen bet~ek 足 ken is daar een true op gevonden: het salaris van de betreffende personen is als maatst af geno men, is de produk t i e .
Ook binnen de huishoudelijke sektor vindt produktie plaats, het wordt aIleen nog steeds niet gemete n. Die produktie (en daardoor de bijdrage aan het nationaal inkomen) is niet onaanzienlijk, en het negeren ervan levert een verkeerd beeld op van de ekonomisehe situatie van een land. Reden waarom ook ekonomerr zieh over dit probleem buigen. De oplossing lijkt voor de hand te liggen: geef een bepaalde waarde aan huishoudelijk werk, en verreken dat in het nationaal produkt. Die waarde zou dan bv. een huishoudloon kunnen zijn. De huisvrouw (en de enkele huisman) krijgt nu indirekt betaald via het salaris, dat degene die zij/hij verzorgt ontvangt.
20
Het gevol g v an dat i n d ire kte ' a lari s ' i s weI, dat er een soort minae h t ing voor hu i s h oud eli jk werk is on tstaa n: h e t i s immers onbetaal l . En dit laat s te n u i s ei enlijk het eehte probleem: alle s draait om de er ke nning van het beroep hUi s vr o uw/man. Is di e er kenn ing er, dan kan ook d e be wustwording op g an g kom e n h o e ontzett en d v ~ el er van deze fu nkti e va lt t e maken. Dan pas kan men ook we rke lijk kiezen v~~r een vo ll edige o f h alve huis h ou d t a ak.
*** Nt)'Il'I'i'IS Kort g eleden kwam er van de hand van de ons n og weI be kende Arie Pai s e en nota op de markt : 'Sehet s van een beleid voor emaneipatie in onderwijs en wetensehappelijk onderzoek'. In deze nota wordt een negent ig-tal maatregelen aangekond igd, die erop gerieht zijn de feiteli jke aehterstanden van meisjes en vrouwen binnen het onderwijs (en als gevo lg daarvan ook binnen de maatsehappij in het algemeen) terug te dringe n. V~~r wat betreft het tertiair onderwijs 6n het wet enschappelijk onderzoek ste]~ ('(n voor nieuwe opleidingen te starten, zoals njeuwe ~f足 delinge n voor kommunikatie en v~~r ekonomisch/taalkundig/sekretariele riehting op heao-scholen. Je kunt je afvragen, wat Pais c.s. hier nu mee willen bereiken. Een soort Schoevers op z'n heao's? Dat kunnen ze dan gevoegelijk weI laten, voor meisjes is de heao al een veredelde
sekretare s se-opleiding. to e n ik in Utrecht enkele jaren ge led e n v~~r een kennismaking s gesprek op de heao aldaar kwam, ward mij door de dir e kteur al snel duidelijk ge maakt, dat ik maar bater iets anders kon gaan doen. Want a l s vrou'.'! met een heao -di ploma in m'n zak kon ik toch 'aIleen maar' sekretaress e worden .
In de nota verme l d t me n teYens, dat er een verdubbel i ng van ~ot aantal opleid ingen 'toegepaste huishoudwetenschappen' plaats zal vin :l en. Deze hbo-opleiding beoogt ee~ 'zowel theoretisehe als prakti sche voorbereiding te g even voor be roe pen op het terre in van leiding en beheer van de huishouding en de bev ordering van een goede woon- en leefkultuur'. Zou dat plotselin een enorme toe loop van jongens op die seholen tot Cevo1g hebben? L i~k t me onwaar~chi j n足 li j k.
Ik denk, dat Pais' centen bete r besteed zouden zijn, als ze e ebruikt werden om de zg. ' typ isch mannelijke' beroepsopleidincen wat toegank elijker te maken voor meisjes, door bv. betere voorliehtine op lagere en middelbare scholen te verzorgen. Zodat een eehte beroepskeuze voor iedereen mogelijk wordt, zonder gehinderd te worden door gedaehten over traditionele rolpatronen. Ik denk, dat we dan verder kom...~e.n.....___
Zowel in het propedue se als in Le t kandidaats was de gescb'.edenis van de waardetheorie verplicht onderdeel van mijn macroprogramma. Leidraad voor de bestudering was het boek "Exacte Economie" van Thoben (~n bet kandidaats) of een daarvan afgeleide syllabus(in de propedeus c ). Tijdens bet onderwijs had ik het ge voel dat aan het boek een aantal bezwaren kleefden. Zo bleef het mi j onduidelijk hoe inleidende verhaaltjes over "tijd en plaats" en "theoretische achtergrond" samenhineen met de delen waarin de 'eige nlijke theorien" van de verscbilende behandelde economen werden uitgelegd. Het zelfde gevoel van onbebagen had ik met de presentatie van de verschillende
theori~n:
hoofdzakelijk in de
v~rn .
van stelsels vergelijkingen. Was een dergelijke pres e ntatie noodzakelijk, sterker nog, was hij altijd mogelijk, werden sommige aspekten door deze presentatie niet onder tafel gewerkt?
Met dit soort vragen bleef ik zit ten na de behandeling van het boek. In de discu ss ie met Thoben heb ik geprobeerd mijn bezwaren uiteen te zetten. Of het gelukt is we et ik niet We] merkte ik dat tet best mogelijk moet zijn om do o r ~~n ekonoom nader te be studeren mijn kritiek wat konkreter te maken. Ik besloot daar een kandida a tspaper aan te wijden. Wat overbleef was devra 3 g welke ekonoom ik dan het beste kon bestuderen. Mede doorhet feit dat ik een kollegecyklus over Riyardo hadgevolgd werd die keuze verge~akkelijkt. De paper is inmiddels af. Wat ik in di t geval wil doen is een uite e nzetting geve~ over mijn nk mee r gekonkretiseerde kritiek op Thobens boek. Ik hoop dat dit artikel bijdr aag t aan de discuss ie over verbetering van het onderwiJs bij ons op de fakulteit.
Ret boek "Exacte Economie staat inmiddels al een jaar of vier op de literatuurlijst voor de
propedeuse en het kandidaats. Het is gesc~reven als een antwoord op een aantal eisen die ooit in het grijze verleden zijn seformuleerd door de vakgroepen micro en macro. Deze eisen, die gesteld werden aah een goed boek voor het ekonoroie onderwijs waren: - de maatschappelijke releva ntie yam theorien moet duidelijk worden. - diverse ekonomiese theorien moe ten behRndeld worden. - een historiese bena dering geveno
- dusdanige didaktiese kwaliteiten zij~, dat het voor ekonomie onderwij3 geschikt is. - de theorie niet te wiskundig benaderen. Ik denk niet dat :!e'; boek aan aI l e eisen vold oe t. WeI denk ik dat het een vooruitgang is dat het b oe k is geschreven met deze eisen als uit~angspunt. In zoverre is het dan ook een van de betere boeken die bij ons op de fakulteit in gebruik z ijn. Di t a;'tikel is dan ook bedoeld om te kijken hoe die Eisen nog verder zouden kunnen worden ingevuld. In het boek komen een vijftal ekonomen(Quesnay, Ricardo, Marx, Walras en Keynes) aan
de orde. Van hen worden met name de waardetheorie, de groeitheorie en de theorie over de inkomensverdeling behandeld. Iedere ekonoom krijgt een hoofdstuk toegeme~en. Een hoofdstuk begint met een uiteenz e tting over 'tijd en plaats'. Daarin wordt uiteenge~et onder wel ke maatschappelijke verhoudi~gen de te behande le n theorie stond. Vervolgens wordt de 'theoretiese achtergrond' van de ekonoom toe r, elicht. Dan begint het ei ~e n l ijkewerk. In de dan vol~ende para graven wordt het model gepresente e rd g worden de veronderstellingen kort behandeld en wordt het model opgelost. Vervolgens wordt in een paragraaf het ontwikkelde begrippenapparaat gebruikt om ~~n, voor die ekonoom specifiek punt nader uit te werke.n. Ret hoofdstuk eindigtdan met de 'konklusies' en een 'cijfervoorbeeld'o
Ook Thobens behandeling van Ricardo past in dieopzet. Bij 'tijd en plaats' volg~ een uiteenzetting. overopkomend kapit a lis~een het konflikt dat daardoor 9~t足 staat tussen de oude . feodal~ landade~ .en de nieuwe . ondernemprs. Vervolgens worden als theoretie s e achtergronden van Ricardo achtereenvolgens opgevoerd: - het geloof in de doe~matig足 heid van het nastreven v:an eigenbelang. - de belangrijker wordende positie van de kapitalistiese klasse - de gedachte dat iedere voortbrenging van stoffelijke goederen produkti e is. Dan voIgt het model.
Ret gaat om een model zoals dat lijnen in ieder terug-komt. Het
twee 3ektor in grate hoofdstuk Ricardiaan~e
21
aan dit model is de verklaring van de grondrente. In een paragraaf over kapitaalakkumulatie laat hij dan zien hoe Ricardo's grondrentetheorie tot een nulgroei leidt, waarbij ook de winstvoet nul of in ieder geval zeer klein is.
II()I~ 'TI~llJ)IUl? Hoe nu verder te werk gegaan. In mijn paper heb ik gekozem voor de opzet om eerst op basis van oorspronkelijke literatuur em het kommentaar daaropvan andere schrijvers een interpretatie van Ri6ardo te geven.Vervo~gens vergelijk ik die dan met de weergave van Thoben. Ik wil die methode ook hier volgen. Ricardo's bedoeling w~s om de ontwikkeling van de inkomensaandelen van de drie klassen die hij onderscheidde, te verklaren. Om dat te kunnen bereiken, moest hij een probleem oplosse~, wat vele ekonomen voor en na hem heeft beziggehouden, nl. wat is inkomen?
waarin hij in zijn eerste hoofdstuk begint zidn waardeprobleem aan de orde te stellen. Hij bouwt zijn hoofdstuk in verschillende nivo's OPe Als eerste benadering komt hij op de proppen met de theo theorie dat ~aarde bepaald wordt door de hoeveelheid aan een goed besteede arbeid. Hij heeft op dit punt felle kritiek op Smith. In zijn volgende nivo analyseert hij dan andere oorzaken van waarde verandering dan de besteae hoeveelheid arbeid. Middels deze werkwijze brengt hij steeds meer problemen van zijn theorie aan het licht. Dat hij zijn theorie, dat de waarde bepaald wordt door de bestede hoeveelheid arbeid uiteindelijk toch handhaaft h0eft een pragmaties karakter, hij gebruikt het als de best denkbare benadering van de werkeli.jkheid. Wat doet Thoben in zijn boek?
Het is duidelijk dat hij bij de behamdeling van Ricardo keuzes heeft moeten doen. Je kunt nu eenmaal niet iedera letter van Ricardo behande~en. De vraag is welke keuze Thoben heeft gedaan. In het boek wordt op het eerste gezicht niet de waarde .theorie behandeld. Nergens zie je een Als je het hebt over inkobetoog over het onderscheid men, wat is dan de eenheid tussen ruil- en gebruikswaarde. waarin je inkomen meet? Nergenszie je dat ruilw~arde' In zijn eerste artikelen lost wordt bepaald doo~ de hoeveelRicardo dit probleem vrij heid aan het goed bestedd_ eenvoudig op. Hij veronderarbeid en nergens zie je iets stelde simpelweg dat er ~~n staan over de problemen die sektor in de ekonomie was aan die st011ing kleven. waar de produktiemiddeleen, Blijkbaar was Thoben niet zo de lonen en de produkten geint~resseer~ in de waarde allemaaal bestonden uit ~~n theotte van Ricardo!l1a9-rmeer en hetzelfde goed, namelijk inzijn.grond~ente theorie. in de landbouwsektor. Daar A~s jedus h~t waardeprobleem was immers het voornaamste ~tlt omzeilen, kun_je het best produktiemiddel zaaigraan. aansluiten bij de eerste Ook de lonen bestonden aIleen publikaties van Ricardo, uit graan, want Ricardo verondersteldedat het loon gelijk publikatie~ die in feite uitwas aan de noodzakelijke kosten gaan. van_ een~~n sektor model Dat doetThoben echter oo~ van levensonderhoud en niets meer. En die kosten zijn het niet. Hij gaat expliQiet_uit graan om te kunnen eten. Het vaneen ~wee.sektor m9 del â&#x20AC;˘ gevolg van deze veronderstellingDaarmee he~ft hij zic~ dus was dat je de winstvoet kon .~eer aIle problemen op de berekenen als verhouding llalsgeJ:laald die Ricardo _in tussen twee hoeveelheden graan. zijn boek ook opde hals heeft je had dan geen eenheid nodig gehaald. Waarom heeft hij die om allerlei verschillende problemen dan niet behandeld? goedere~ op een noemerte k~nn~n brengen. Het is vooral Mathus geweest die op de Mijns inzie~o moet een behanbelachelijkheid van deze verdelingvanRicardo indien onderstelling wees. Loon enig~ins.mogelijk ook zijn bestaat niet aIleen uit graan. waardetheobie beslaan. Dat Ricardo reageerde hierop door kun jeeghter niet doen door een nieuw boek te schrijven, meteen het hele model kompleet
met kostprijsfunkties op te schrijven. Dat kan aIleen door een zelfde soort opbouw van het betoog te kiezen als Ricardo koos (zie hierboven). In dat . verband _. is het ook van be lang welke numeraire je kiest. Bij Thoben is dat geen punt van discussie. De numeraire is gewoon de vergelijking waarmee het model 'oplosbaar' wordt. Voor Ricardo lagdat anders. Hij zocht naar een absolute maatstaf. Het voordeel van zo'n absolute maatstaf wasvoor Ricardo dat hij d~n deoorzaken van pr~jsveranderingen beter zou kunnen analyseren. Hij heeft een tijd lang die best~dp hoeveelheid als .arbeid .. maatstaf genomen â&#x20AC;˘. Hij pole~ miseerde hierover fel tegen Smith. Uiteindelijkmoest hij gedwongendoor de problemen waar hij op stuitte, het idee van een absolute maatstaf loslaten. Het is opvallend te zien dat de maatstaf die Thoben in zijn boek kiest in feite een 'Smithiaanse' maatstaf is.
Ik hoop hiermee duidelijk te hebben gemaakt dat de noodzaak om Ricardo bi~nen het 'standaard'model te passen e een aantal van Ricardo's inzichten en problemen onder tafel doet verdwijnen. Daarmee is dan een vraag gesteld aan de methode die Thoben toepast. Is het mogelijk een a~ntal the9rien vergelijkbaar te maken door ze allemaal binnen het kader van het standaardmodel te behandelen. Volgens mij is dat niet mogelijk. De probleemstellingen van de verschillende ekonomen lopendaarvoor te yeel uiteen. Ind~t verband is.het misschien goed~m de s~ggestieuit de nota'Studieverb~tering' van de Aktiegroep.,nog eens naar voren t~ h~len. De Aktiegroep stelt daar voor om de behande ling van het boekte ondersteunen met oorspronkelijke teksten van de verschillende ekonomen of van eventuele navolgers. Dit artikelbehandelde de problemen van Thobens methode voorde interpretatie_van_ Ricardo.Soortgel~jke problemen zullen zich ook weI voordoen vervolg pag. 23
vervolg van pag. 22 bij de andere behandelde ekonomen. Het is deze span nin~ tus sen theorie ' en model die er waarschijnlijk ook de oorz~ak van is dat de paragraven 'tijd en plaats' en 'theor et ie se achtergrond' dermate losstaan van de rest van de verschillende hoofdstukken. Herkent iemend in het model bv bij het hoofdst*k over Quesnay de gedachte dat aIleen de landbouw produktief is of wordt bij Marx ergens duidelijk wat het verba~d is, tussen het door hem voorgest ane histories materialisme en de arbeidswaardeleer die hij hanteert. Misschien is het weI tekenend da t dit soort vragen oJk nooit op tentamens wordt gesteld.
DE WAARHEID VOlKSOAG8LAD vOOR. NEOER.LANO
\
"'~ r-1~!'J1,~ ~ "
~'''~ ''
----
-----------
,
~
Coen Teulings
"2'1'lllll~IJ) Door twse studentes van onze universiteit is een uniek boek samengesteld. Het boek verscheen vlak voor de 4e en 5e mei en heeft dan ook alles met die data te maken. Het ruim 300 p aginals tellemde boek bevat overdrukken van numme rs van de Waarheid uit de oorlog. Nadat van andere illegale bladen uit de oorlog , zoals de Geus, het Parool, VN, en Trouw al facsimile uitgaven zijn ve rschenen nu dus ook van de ille gale Waarheid. De uitgave van de Waarheid is van grote waarde. Van de duizenden nummers die van de Waarheid in de oorlog zijn verschenen~ hebben de samenstellers er zo'n 1000 achterhaald. De kranten werden in de oorlog vrijweI allemaal ges tencild. Stencillen kon decentraal geschieden en was dus veiliger. Aan de opmaak van de krant werd vaak veel aandacht besteed, zoals uit vele tekeningen blijkt.
De selektie van de kranten zoals die nu in het boek zijn afgedrukt, is zorgvuldig geschied. Hansje Galesloot en Susan Legene hebben hiervoor aIle nummers doorgenomen. Van de keuze leggen z e verantwoording af door per onderwerp/ tnema de gekozen nummers op te sommen. Hierdoor wordt het mogelijk het boek als lees~n studieboek be gebruiken. Het biedt de mogelijkheid om systematies kennis te nemen van de standpumtontwikkeling van de CPN, van de aktiviteiten van het verzet, bedrijvenakties, voedselakties, het verloop van de oorlog, de situatie in de kampen etc. Ook treft men discussies aan over wat er na de oorlog zou moe ten gebeuren, en de verhouding ,{2.11 de Waarheid met andere illegale bladen. Voor studenten die zich bezig houden met studie van oorlog bevat het politiek ekonomiese acbtergrond informatie. Toch is het niet aIleen de'wetenschappelijke opzet' die het boek interessant maakt. Het boek geef t inzicht in de verzetsaktiviteiten zoals die mede
werden georganiseerd door de illegale CPN, de enige illegale partij in de oorlog. De strijd tegen de bezetters is van grote betekenis voor de ge schiedenis van ons land. Zo is de Februaristaking van 1941 een unieke verzetsdaad. Ook hierover in het boek uitgebreide informatie.
De betekenis van de CPN en de Waarheid in de oorlog is in de Koude oorlog vaak getracht onder te spitten. Dit is niet gelukt. De kommunisten vormden een zeer strijdbaar deel van het verzet. Dit is terug te vinden in het nu gepubltceerde boek. Het geeft de st rijd tegen het fascisme weer, elk nummer van de illegale Waarheid maakt de lezer weerbaar tegen de nazi-propaganda. Het boek geeft vanuit een scherpe anti-fascitiese visie weer hoe het is geweest. Het is mede bedoeld als maning tot waakzaamheid nu. Opdat het nooit meer zo zal worden •••.•••• Piet de Vrije.
2:1
Arthur Young voor jonge bedrijfseconomen die na het afstuderen up-to-date willen blijven op het gebied van accountancy en bedrijfseconomie. Arthur Young Nederland is een internationaal accountantskantoor. Onze clienten bestaan voornamelijk uit Nederlandse en buitenlandse multinationale ondernemingen. Ten behoeve daarvan heeft de ArthurYoung organisatie (accountants, organisatie-adviseurs en belastingconsulenten) kantoren overal ter wereld.
jonge bedrijfseconomen Wij zoeken contact met jonge bedrijfseconomen die de post-doctorale accountantsopleiding (gaan) volgen en een werkkring ambieren in een internationale accountantspraktijk. Werken bij Arthur Young is voor economen aantrekkelijk omdat: - een ruime plaats is ingeruimd voor opleiding door middel van seminars en on the job training - onze moderne, efficiente controletechnieken, waarbij wij gebrui k maken van com puters, een uitdaging betekenen aan intelligentie en creativiteit - er goede specialisatiemogelijkheden zijn; ~ns dienstenpakket is als voigt: controle van jaarrekeningen, bijzondere financiele onderzoeken, automatisering, management consulting en internationale taxplanning - economen bij ~ns sneller carriere maken . Wij nodigen ge路interesseerden uit voor een oriente rend gesprek. V~~r een afspraak kunt u zowel schriftelijk als telefonisch kontakt opnemen met Drs. A.J. Meyer, Arthur Young Nederland, Koningin Julianaplein 30-9-2, 2595 AA Den Haag, Tel. 070-814161. ('s avonds 020-274075).
internationale accountants
NII~IJl'T f;I~1I01~Il'" Evenals het vcrige jaar , zal ook dit jaar weer een speciale week georeaniseerd worden voor de aankomende 1e jaars , als introduktie op onze fakulteit. De com missie die met de uitvoering hiervan is belast , heeft al een aantal voorbe reidingen getroffen . Een paar geplande aktiviteiten zijn bv .: -tocht per rondvaartbo ot door de A' damse l,avens; -e xcursie naar de effekt~n beurs; - tweedaags verblijf op de kampeerboerderij 'op Texel. De introduktieweek wordt dit jaar van 25 tim 30 au gustus gehouden . Op maandag 25 aug . zijn er algenene inleidingen en vindt de indeling in werkgroepen plaats . Vanaf diasdag 26 aug. warken we zoveel mogelijk in afzonderlijke groepen o .lov. mentoren . Het is duidclijk , dat het al of niet slagen van de introduktieweek voor onze nieuwe eerstejaars voor een belangrijk deel afhangt van het feit of er voldoen de oUderejaars student en bereid zijn zich als mentor voor een groep besc~ikbaar te stellen. Er worden voor de nieuwe kursus ' 80/ '81 zeven werkgroe pen gepland , plus nog een W1-defici~ntengroep. De com missie streeft ernaar voor elke werkgroep twee mento ren te vinjen, zodat er in totaal +16 student en nodig zijn , die zich tijdens de introduktieweek als mento r beschikbaar willen stellen . Wat moet je als mentor doen? Een paar zaken zijn: op maan dag moet de onderlinge ken nismaking van de leden van je werkgroep geleid worden . De mentor moet meegaan met de rondvaarttocht en de excursie . Het is, belangrijk, dat de mentoren hun groepen vergezellen bij het verblijf op Texel. Vrijwel iedereen van de huidige eerstejaars weet dat dit niet alleen geeste lijke inspa nn ing vergt (si mulatiespel rEB, lezingen) ook de lichamelijke inspanningen zijn niet gering l (lange wandeltochten, fietsen, wadlopen , voetbal , veldloop) •
Wellicht kunnen de mentoren op een avond ook iets gaan eten/drinken met hun groep in een kafe/restaurant . Dit is een uitstekende manier om met elkaar kennis to maken . Zieh i e r een Korte schets vah de aktiviteiten , die van de mentor van 25 - 30 aug. worden verlaneo. ·De cOJT.missie zal nog cen uitgebreide bijeenkomst vcor de lIl e ntoren orga niser~n, waa rbij de aktivit e iteD nogeens allemaal nauwkeurie zullon worden doorge nomen en laatste ins rukti ,' s zullen worden gegeven . Laat iedereen, die zich als mentor . beschikba ar wi l stellen zich hiervoor opgeven bij Bert v . Gelder of bij de overige leden van de commissie : Uerman ten Napel , Marjon Brandenburg, Co en Teulings, Joris Meltzer en Caspar van Ewijk. We danken hierb ij niet al leen aan de huidige eerste jaars, ook op de ouderejaars wordt dringend beroep gedaan . De eerste kennismaking van de nieuwe studenten staat of valt met de beschikoaarheid van voljoe~de mentoren en d~arom nog eens de~ c kreet: Geef je op a l s mentor Voor de intree 1980 op de EF Geef je op bij : Bert v. Gelrier kr. 2158, tel . 020- 5254138 of bij de overige leden van de comJ71issie . Herman ten Napel .
P .E. de HEN- Aktieve en reaktieve indu striepolitiek in Nederland . Lajos ZELKO - International value , international prices . J.C . RILEY- International government finance and the Amsterda m capital market . Jack VERNON- Macro -e conomics . H.B. MAYO- .Bas ic investments. M. BROMWICH- The economics of capital budbetting O. HIERONYMI - The new economic nationalism . D. VrCKERS- Financial mar kets in the capital i st process . r. LEVESON & J . WHEELER (ed . ) Westers economies in transition. F . LEVCIK & J . STANKOVSKY (ed . ) - Indu strial cooperation between east and west. G. C . ALLEN- Japan's economi c po licy. J.M . KEYNES - Activities ' 40 - 45 Shaping the post-war world . R. J. HARRISON- Pluralism and corporatism. Alan PEACOCK- The economic analysis of government . A. McAULEY- Economic welfare in the Soviet Union . Robert MORTIMER- The third world coalition in international politics.
Bloebloeb! PlGhplGh! Pielepielepielepiel' Glaglaglagla! Jieuw!
LallaUallalWJal], LuUuU! Kiekepoekepiekcpa! Mirnimi! Nocpienopienapie! Blaaaaaaaaa ! KlGh! PlippJipplopplop ' Rot op, gek! ...... TI.eft dc tcmpel Ult' ~
Klynveld Kraayenhof &co .
ACCOUI\JTANTS
Wij zijn een internationaal georienteerd accountantskantoor met vestigingen in binnen- en buitenland. Op onze kantoren Amsterdam , Arnhem, Deventer, Eindhoven , Groningen , Den Haag , Hengelo, Rotterdam en Utrecht is plaats en toekomst voor
â&#x20AC;˘
Jonge bedrijfseconomen die registeraccountant willen worden. In een op dienstverlening ingestelde flexibele organisatie krijgen zij de gelegenheid een brede ervaring op hoog professioneel niveau op te doen. De sterk gevarieerde controle- en adviesopdrachten worden in veelal kleine teams uitgevoerd. In combinatie met een intensieve begeleiding door werkoverleg, interne opleidingen en vaktechnische ondersteuning vanuit het Directoraat Vaktechniek, biedt dit een reele mogelijkheid snel een interessant yak te leren. De loopbaanbegeleiding is gericht op interne promotie naar functies op hoog niveau in Nederland en in het buitenland . Naast vakbekwaamheid in ruime zin kunnen als functie-eisen onder meer genoemd worden: analytische aanleg , communicatief vermogen , representativiteit en spankracht. Ge'i nteresseerden verzoeken wij een oriente rend gesprek aan te vragen bij de heer C. Brandenburg, hoofd van onze afdeling Personeelszaken, Prinses Irenestraat 59, 1077 WV Amsterdam , telefoon 020 - 5410541. Amsterdam A lmere Amersfoort Apeldoorn Arnhem Breda Deventer Dordrechl Drachlen Eindhoven 's- Gravenhage Groningen Haarlem Heerlen ' Hengelo 's-Herlogenbosch Hoorn Leeuwarden Midde lburg Nijmegen Rotterdam Utrecht Zwolle Antwerpen Barcelona Brussel Dusseldorf Hamburg Londen Madrid Milaan Parijs Zug Zurich Bogola Buenos Aires Caraca s Cura<;ao Jakarta Montev ideo New York Paramaribo Rio de Janeiro Salvador Sao Paulo.
AMBIEERT NET ZO'N FLI TSENDE KARRIERE ALS ONDERSTAANDE PERSONEN????? ?
J)IJISENnl~llfJ
WIJ ZOEKElf J ONGE, DYNA;,iIES E REDAKTE'J REN (M/V MAG OOK).
'~'N I'IIII..II'S ZI J BEGONNEN BI J ROS TRA!!!!
REAKTIES NAAR: KAMER 2141 OF KAMER 1339 VOOR EEN GOED I NTERlvIENS ELI J K GES PREK ••••••
Welke afstuderende beclrijfseconoom m/v denkt aan een marketingfunctie bij Unilever? Een goed idee , gezien het aantal boeiende mogelijkheden binnen het concern . Een korte toelichting maakt dat snel duidelijk . Van het totale pakket merkartikelen in Nederland neemt Un ilever een lors deel voor haar rekening . Veel namen wilen u bekend in de oren klinken , zoals Blue Band , Becel, Omo , All , Unox . Iglo en tientallen anderen . Marktleiders vaak . die hun plaats op het winkelschap snel verruilen voor gebruik in het huishouden. Om deze produkten op hun levensweg adequaat te kunnen begeleiden . besc hikt Unilever over een 40-tal zelfstandige werkmaatschappijen in Nederland . elk verantwoord elijk voor haar eigen produkten . (Achter de schermen klopt daar het hart van een hooggekwaliliceerd marketingapparaat. waarin aile activiteiten rond de produkten gecobrdineerd, begeleid en bijgesteld worden vanal de lase voor introduktie tot en met consumptie .)
Mocht u een marketingfunctie biJ een van onze ondernemingen ambieren , dan krijgt u een bijzonder boeiende job . U bent dan namelijk betrokk en bij het concipi eren en uitvoeren van be'eidsplannen , die de levensloop van een produkt be palen Van bestaande . maar ook van gloednieuwe . U werkt nauw samen met onder andere produktontwikkeling , produktie, inkoop , marktonderzoek , het reclamebureau en de bedrijfseconomische afdeling . Een uitstekende, eigen marketingopleiding in de vorm van sem inars traint u daarbij in de specifieke kanten van uw functie . Ais deze korte schets uw belangstelling wekte , willen wij u graag ontmoeten . Or ienterend wederzijds en geheel vrijblijvend uiteraard . Een alspraak voor dat eerste g~sprek maakt u met drs. K . de Eloer 010 -644248 .
Unilever omvat een indrukwekkend aantal werkmaatsch appijen . In 751anden staan haar medewerkers midden in het dynamische marktgebeuren van alledag . Oit biedt de goede manager hoogst interessante kansen in een veelzijdig concern. Indien u behoefte heeft om gelnformeerd te worden over andere mogelijkheden bij Unilever, dan kunt u vanzelfsprekend eveneens contact opnemen . Belt u dan: 010- 644232 .
U
Unilever
brink
an's
boekhandel
Jodenbreestraat 23 - kamer 2386 Amsterdam - Tel.: 020 - 5254024
v . d.Goorbergh,de Groof mod erne groeitheori e.
&
Peer - Hoo fdli,jn en van de
Stenfert Kroese 1979
j
39,OC
j
24 ,50
j
13,50
PC v. d. Noort - Inleiding tot de algemene a"rarische economie . Stenfert Kroese 1980 The netherlands budget memorandum 1980 (abrid,'!"ed) Staatsuit~everij ,1980
J.J.Sijben - Rational expectations and monetary policy. Sijthoff & Noordhoff ,1 980
j
78,00
ed.M.Wright - Public spending decisions . Growth and restraint in the 1970's. Allen & Unwin , 1980
j
61 ,45
j
19,85
R.N.Cooper - The economics of interdependence. Economic policy in the atlantic community Columbia U.P., 1968, 1980.
EKONOMIE GEOGRAFIE PLANOLDGIE SOCIQLDG I E