1981 - Nummer 90 - oktober 1981

Page 1

oktober 1981

In dit nummer: belastingadviseur miljoenennota studenteninkomens

90

D


ROSTRA BLAD VAN DE ECONOMISCHE FACULTEIT REDACTIE Noor de Bruin Harko van den Hende Joke Jansen Schoonhoven Rob de Klerk Hans Soons Mic van Wijk

ADRES Jodenbreestraat 23 kamer 1339 tel. 525 24 97 10 II NH Amsterdam copy naar: Rostra Jodenbreestraat 23 kamer 1339 1011 NH Amsterdam Adreswijzigingen: Studentenadministratie Jodenbreestraat 23

ADVERTENTIES Bij voorkeur schriftelijk of te1efonisch: 525 24 97 en 020 - 83 64 99 Tarieven: 111 pagina f 340,1I2 pagina f 275,Bij 4 plaatsingen resp . f 320,- en f 260,OPLAGE: 2500

Helaas, oh lezer, moest u het een wei zeer lange vakantietijd zonder de U zo vertrouwde ROSTRA doen! Oat z~t een aantallezers niet lekker: regelmatig werden wij de afgelopen tijd in kantine en gangen aangeschQten door hevig verontruste personen; een enkeling zelfs snelde naar het fakulteitsburo om te informeren ofhij daar nog wei bekend was. Edoch, het septembernummer van Rostra valt pas heden in uw bus, tesamen met de oktobereditie. Welke vreselijke gebeurtenis was aanieiding tot deze misstanden? DE BUROKRATIE EN HAAR SLECIITS SPORADISCH EN TRAAG DRAAIENDE MOLENI In het kader van de bezuinigingen mogen fakulteitsbladen nog slechts zes maal per jaar op kosten van de UvA woorden verzonden, zo werd ons reeds in februari dit jaar duidelijk gemaakt. Daarop sloeg de redaktie van Rostra aan het rekenen en bedacht een veel goedkopere methode van verzenden. Ergo: meer verzendingen tegen hetzeIfde totaalbedrag. Slechts ~~n voorwaarde was aan het door ons uitgedokterde systeem verbonden: het Maagdenhuis moet iederemaand aan ooze drukker de adressen overhandigen. Ooze eerste brief, waarin ons voorstel met bijbehorende berekeningen, bereikte het Maagdenhuis half maart dit jaar. Vanaf dat moment yond er regelmatig overleg plaats tussen Rostra en de ambtenaren. Dit leidde echter pas september j.l. tot een beslissing van het Cv B; we mochten de adressen komen halen. Echter, slechts om het septembernummer te verzenden; voor ieder volgend nummer moeten wij w~~r die ambtelijke (malle-)molen doorlopen, met aIle vertragende gevolgen van dien. Vandaar dat wij (overigens zonder toestemming van het Maagdenhuis) hebben besloten het september- en oktobernummer tesamen te versturen. Namens het CvB(ook al weten zij dit niet) bieden wij uonze excuses aan voorde vertraging. Namens onszelfveelleesplezier toegewenst? Rest OIlS nog twee nieuwe redakteuren te verwelkomen: Joke Jansen Schoonhoven en Harko van den Hende. Zij hebben aan dit nummer reeds hun steentje bijgedragen en u hoort zeker nog meer van hen!

COVERDESIGN Dick van Hell

DRUK

pag.3

Drukkerij Kaal Nieuwe Herengracht 61

~C3\j Clq{.j

~

';JJ

~

OVER

<d E~ONOMIE ~

~

~

SYMPOSIUM 20 NOVEMBER

&WAPEN 路

BEPERKING

.

.

,

~ V

S

n

,~)

~ c 0 ~0 ;~ , / ~ ()cn~ c;>

..

pag 6 pag. 7 pag.9 pag.1O pag. 14 pag. 17 pag. 19

Geld in 't laatje. De ethiek van de belastingadviseur. Nieuwe kansen, J os de Beus. Behoeftes, MvW. De Miljoenennota, HvdH. Studenteninkomens, HK. Introduktieweek, Herman ten Napel Ekonoor Ten Einde Raad


Geld in 't laatje De ethiek van de belastingadviseur De belastingdruk in Nederland is hoog. De druk van de collectieve lasten bedraagt nu al zo'n 60% van het nationale inkomen. De .overheid heeft er dus aile be lang bij dat er veel geld in het laatje komt . .om te voorkomen dat dat geld op willekeurige wijze wordt gehaald waar het toevallig te halen yah, bepaalt artikel-I'88 Grondwet dat belastingen slechts geheven kunnen worden-uit kracht van wet. Dat geeft dan meteen de betekenis van het belastingrecht. Het belastingrecht beoogt de burger te beschermen tegen al te ver gaande financiele aanspraken van de .overheid. Er zijn echter ook burgers die zo'n bescherming helemaal niet nodig hebben. Die voldoen niet aan hun wettelijke verplichtingen, verzwijgen inkomsten verzinnen fictieve aftrekposten. Dat heeft met belastingrecht niet vee I meer te maken. Veeleer is dat het terrein van het strafrecht. Het doen van een valse aangifte bijvoorbeeld is een strafbaar feit. Er zijn opsporingsambtenaren die zich speciaal bezighouden met het opsporen van fiscale delicten. In de publiciteit is dit natuurlijk een dankbaar onderwerp. Ais de FIOD ( de Fiscale Inlichtirtgen- en Opsporingsdienst) de met de Actie Schuimkraag te lijf gaat en constateert dat een kastelein uit een jeneverfles de he 1ft van het mogelijke aantal borrels schenkt, zal de fiscus betogen dat een deel van de omzet niet in de boeken is verantwoord, terwijl de kastelein een beroep op zijn trillende handen doet. Met de ethiek van de fiscale beroepsuitoefening heeft dat nog allemaal weinig te maken. De fiscale adviseur pleegt aan fraude geen medewerking te verlenen. Wei kan hij de fraudeur rechtsbijstapd verschaffen. Net zoals elke wetsovertreder recht heeft op een advocaat, heeft een fiscale fraudeur recht op rechtsbijstand van fiscaal deskundige ( ook op bijstand van een advocaat trouwens). En daarmee komen wij dan meteen op de belangrijkste taak van de fiscale beroepsoefenaar, namelijk het verlenen van rechtsbijstand op fiscaal terrein. Die rechtsbijstand wordt slechts voor een zeer klein percentage verleend aan personen die zich aan een fiscaal strafbaar feit schuldig hebben gemaakt. De meeste fiscale beroepsbeoefenaren houden zich bezig met de toe passing van de belastingwetgeving. Die is zo langzamerhand behoorlijk ingewikkeld geworden. De meeste mensen realiseren zich nog veel te weinig dat ze hun zaken civielrechtelijk misschien prima geregeld hebben maar dat dat niet betekent dat het ook fiscaalrecbtelijk allemaal zo goed zit.

Praktijk voorbeelden Een paar aan de werkelijkheid ontleende voorbeelden. Een aantal advocaten vormt een maatschap. In de maatschapsakte is bepaald dat bij overlijden van een der vennoten diens aandeel verblijft aan de overige vennoten onder verplici:ning aan de weduwe van de overleden vennoot een vergoeding voor de goodwill te verschaffen. Dit leidt bij de overleden vennoot tot stakingswinst te belasten met het bijzondere tarief van 20% tot 50%, afhankelijk van diens inkomen van de afgelopen drie jaar. Het tarief zou echter 20% zijn geweest als niet een gewoon verblijvensbeding was opgenomen maar een verblijvensbeding met vertraagde werking. Dat is een verblijvensbeding dat niet bij overlijden werkt doch ( bijvoorbeeld) aan het einde van het ten sterfdage lopende boekjaar. 2 Een B.V. heeft twee broers als aandeelhouders. Na onenigheid wordt besloten dat een braer zijn aandelen gaat verkopen. Ais hij deze aandelen aan de B. V. verkoopt, dient hij in ieder geval 20% tot 50% inkomstenbelasting te betalen over het verschil tussen de waarde van de aandelen en het gemiddelde op de aandelen gestorte kapitaal. Verkoopt hij de aandelen echter aan zijn boer dan is slechts 20% inkomstenbelasting verschulwgd over het verschil tussen de waarde van de aandelen en zijn verkrijgingsprijs. Ais de broer de aankoop niet kan financieren is er bovendien nog de inogelijkheid dat de aandelen worden verkocht aan een door de andere broer op te richten houdstermaatschappij. Die houdstermaatschappij kan de door haar aangekochte B.V. belastingvrij leeghalen en daarmee' de koopsom betalen ( over laatstgenoemde mogelijkheid wordt op korte termijn overigens een arrest van de Hoge Raad verwacht).

Beide mogelijkheden maken wei duidelijk dat een gespecialiseerde kennis van het fiscale recht belangrijke financiele nadelen kan voorkomen. Voor de belastingadviseur is er dan ook voorlopig nog wei werk genoeg. De elkaar steeds sneller opvolgende wetswijzigingen staan er borg voor dat een toenemend aantalbelastingplichtingen voor hun contact en met de fiscus van een adviseur gebruik maakt. Bij de beoordeling van de ethische aspekten van het beroep speelt een grote rol dat de gemiddelde Nederlander geheimzinniger doet over zijn inkomen dan over zijn gezondheid. Dat geeft de belastingadviseur een belangrijke vertrouwenspositie. Uitvloeisel daarvan is dat hij de kans loopt van zijn clienten ook zaken te horen waarvan het niet de bedoeling is dat zij mede ter ore van de fiscus komen. Zo kan iemand zich bij een bespreking van de aangifte laten ontvallen dat hij ook.inkomen in het buitenland geniet maar dat hij dat路 nooit opgeeft omdat de nederlandse fiscus er toch nooit achterkomt. Nog afgezien van de vraag of de laatste veronderstelling gerechtvaardigd is, lijdt het geen twijfel dat een belastingadviseur geen verantwoordelijkheid kan aanvaarden voor een aangifte waarin wt inkomen niet is vermeld. Aan de andere kant hoeft de belastingadviseur nu ook weer niet aile van zijn client afkomstige informatie zelfstandig te gaan verifieren. Voistaan kan worden met een onderzoek of de verschafte gegevens op zichzelf nieuwe vragen oproepen. Zo is duidelijk dat het indienen van een aangifte met een belastbaar inkomen van f 1000.- aanleiding geeft tot de vraag waar de belastingplichtige dan wei van geleefd heeft. Ook kan men op de aangifte inkomstenbelasting niet volstaan met de verklaring dat geen rente is genoten terwijl bij de aangifte vermogensbelasting een banksaldo van f 50.000.- staat vermeld of terwijl in dat jaar net een huis is gekocht waarop

een aanzienlijk bedrag uit eigen middelen is betaald. Bij deze controle blijft het uiteraard toch heel goed mogelijk dat een belastingplichtige ook aan zijn belastingadviseur inkomensbestand路 delen verzwijgt. Zolang de belastingadviseur echter in redelijkheid niet <Ian het waarheidsgehalte van de hem verstrekte gegevens hoeft te twijfelen, is hij uit ethisch oogpunt niet genood路 zaakt een nader onderzoek in te stellen. Dit is echter niet het belangrijkste ethische probleem waar de belastingadviseur in de praktijk mee te maken krijgt.

Belastiogbesparing De grootste rol speelt de ethiek bij de vraag hoe ver de belastingadviseur met het adviseren van besparen van belasting mag gaan. Uitgangspunt daarbij is dat niemand verplicht is meer belasting te betalen dan uit de wet voortvloeit. Zolang het gaat om het fiscaal interpreteren van reeds vaststaande feiten, is er uiteraard nog niets aan de hand. De belastingadviseur is volkomen gerechtigd een bij echtscheiding overeengekomen overbedeling van de niet-kostwinner als een afkoopsom van ali menta tie te beschouwen met als gevolg dat deze in mindering komt op het vee1al hoge - inkomen van de schuldenaar en wordt bijgeteld bij het - veelallage - inkomen van de schuldeiser ( als de wijziging van het bijzondere tarief per I januari 1982 doorgaat, wordt dit overigens een stuk minder voordelig). Ook rijzen er ethisch gezien nog weinig problemen als de belastingplichtige zijn keuze tussen diverse mogelijkheden mede door de fiscale gevolgen laat bepalen. Zo is duidelijk dat de keuze tussen een eenmanszaak en een B.V. in vele gevallen voornamelijk door fiscale overwegingen wordt bepaald. Daar is ook he\emaal geen bezwaar tegen. De Fiscale wetgever heeft aan beide rechtsfiguren nu eenmaal bewust verschillende fiscale gevolgen verbonden en iedereen is vrij om daar gebruik van te maken. De ethiek komt eigenlijk pas om de hoek kijken als iemand zich tot een belastingadviseur wendt met de mededeling dat. hij toch dat hij toch wei veel belasting betaalt en of daar nu niets aan te doen valr. De belastingadviseur kan dan ' gaan . zoeken naar mazen in de wet en een constructie bedenken waardoor aanzienlijk minder belasting verschulwgd is . .ook kan hij proberen een door hem bedachte constructie op grote schaal aan de man te brengen. Goede voorbeelden van dat laatste zijn het American Land Program en de koopsom polis ( beide constructies hebben overigens inmiddels tot reparatiewetgeving geleid).

American Land Program Het American Land Program hield in dat iemand voor bijv. f 100.000.- een stuk land in de Verenigde Staten kocht waarvan de waarde hem niet bekend was. Deze som leende hij tegen een rente van bijv. 10%. De rente werd telkens rentedragend en jaarlijks bijgeschreven op de hoofdsom. Aan administratie- en andere kosten was hij jaarlijks bijv. f 2.000.- kwijt. De bijgeschreven rente was aftrekbaar in het jaar waarin zij rente-

3


dragend werd. Het is duidelijk dat de schuld zo behoorlijk op kon 10pen.Krachtens de overeenkomst was de eigenaar echter ten allen tijde gerechtigd zich van zijn totale schuld te kwijten da.or het stuk land in betaling te geven. Voor de koper van het land lag het voordeel in het feit dat hij bij een tarief van 72% jaarlijks 17.200.- minder belasting betaalde tegen 12.000.- kosten. Voor de verkoper van het land lag het voordeel in de jaarlijkse ontvangst van 12.000.-. Het karakteristieke van deze constructie is dat de werkelijke waarde van het land er helemaal niet meer toe doet. Dat maakt de constructie in de ogen van een belastingadviseur van enig nive<.u te zwak om haar te kunnen advisereno In feite kan dezelfde grap immers ook met een oude krant worden uitgehaald. De bezwaren tegen deze constructie zijn derhalve niet in de eerste plaats van ethische aard. Daar komt bij dat het niet erg waarschijnlijk is dat de fiscale rechter deze construct it. zal accepteren in feite is de rente op de hoofdsom immers slechts verschuldigd indien en voor zover de waarde van h~t ')r.ro~reD.J. goed de hoofdsom overtreft. Als daar geen sprake van is, drukt de rente niet op de b~lastingplichtige en is mitsdien niet aftrekbaar. "oor aile zekerheid heeft de wetgever nu echter bepaald dn rente waarvan onzeker is of die weI verschuldigd wordt ( anders dan als gevolg van insolvabjJiteit, arbeidsongeschiktheid of overlijden) in het algemeen niet aftrekbaar is.

Koopsompolis De koopsompolis daarentegen is algemeen geaccepteerd. Deze werkte als voIgt: Bij een verzekeringmaatschappij werd een kapitaalverzekering gesloten tegen een koopsom van bijv. I 100.000.-. De uitkering die, inclusief winstdeling, na verloop van zes jaar ofbij eerder overlijden plaats moest vinden, bedroeg bijv. 1150.000.-. De koopsomadl 100.000.-werdgeleend van een bank tegen een rente van stel 10%. Een belastingplichtige die in het toptarief van 72% valt, betaalt van de jaarlijkse rente ad I 10.000.- netto slechts I 2.BOO.- Over zes jaar betekent dat een financiele last van 6 maal I 2.BOO.-= I 16.BOO.-. Als nu dit verschil tussen uitkering en koopsom adl 50.000.- met 72% belast zou zij(l, dan zou de belastingplichtige na aflossing van zijn schuld nog maar 2B% van 150.000.- = I 14.000.- overhouden. Deze he Ie transactie zou hem dan een nadeel hebben opgeleverd van I 2.BOO.-, nog afgezien van het nadeel dat hij de rente jaarlijks verschuldigd was, terwijl hij de koopsom pas na zes jaar ofbij eerder overlijden ontvangt. De toenmalige wettelijke regeling belastte echter niet het verschil tussen uitkering en koopsom doch slechts 1,5% per jaar looptijd van de verzekerde som. In ons voorbeeld betekent dat een belastingheffing over 6 maall,5% vanl 100.000.- = 19.000.- die dan ook nog eens werden belast tegen een bijzonder tarief dat varieerde van 20% tot 40% ( later 50%). Dat betekende dus een maximale belastingheffing van I 4.500.- over een voordeel van I 50.000.-, waartegenover dan netto I 16.BOO.- aan kosten stond. Inmiddels is het rentebestanddeel in koopsompolissen nu integraal be last tegen het norma Ie ta-

4

rief. Voor bestaande polissen werd een overgangsregeling getroffen die het beoogde voordeel wei flink verkleinde doch niet zodanig dat de gehele transactie daardoor financieel onvoordelig werd. Ook deze belastingheffing kan echter voorkomen worden door de polis te verkopen aan iemand die naar het buitenland vertrekt en zichzelf vervolgens als begunstigde aanwijst. In het buitenland is de uitkering op een koopsompolis in het algemeen niet belast, terwijl de verkoop van een koopsompolis door een inwoner van Nederland aan een andere inwoner van Nederland ( niet zijnde een ondernemer) volgens de meest~ auteurs ook niet tot belastingheffing leidt. Gevolg daarvan is dat iedere eraigrant met enig vermogen nu beladen met aangekochte koopsompolissen de grens kan overgaan. Of de wetgever hierin op zo korte termijn met terugwerkende kracht kan voorzien, valt te betwijfelen. Daarbij dient namelijk wel bedacht te dat er ook landen zijn waar de uitkering wei belast is en dat Nederland ook het rentebestanddeel belast van koopsom polis sen die tot uitkering komen bij iemand die nog maar zeer kort in Nederland woont. Bij een wetswijziging moet ook aan deze aspekten aandacht worden geschonken.

Ethisch geoorloofd ... Weinig belastingadviseurs zullen er vanuit ethisch oogpunt moeite mee hebben gehad deze constructie te adviseren. Het ehische aspekt be~ treft met name de vraag ofhet ethisch geoorloofd is op deze manier minder belasting te betalen. De opvattingen daaromtrent lopen zeer uiteen. Iemand die van mening is dat alles aan de Staat toebehoort, zal elke niet door de wetgever voorziene reactie op de wettelijke bepalingen als een vorm van ongeoorloofd misbruik aanmerken. Degene daarentegen die de belastingheffing als een vorm van gelegaliseerde diefstal ziet, zal met het ontgaan van belasting geen enkele moeite hebben.

worden zonder dat de wetgever nieuwe onbillijkheden in het leven roept. Een goed voorbeeld daarvan is de lijfrente met een inwoner van Belgie. Daarbij werd gebruik gemaakt van de situatie dat termijnen van lijfrente in Nederland bij de betaler aftrekbaar en bij de ontvanger belast zijn, terwijl dat in Belgie een lijfrente kocht voor een termijn van a.cht jaar ( of eerder overlijden) waar de Belg dan een koopsom van 1400.000.voor betaalde terwijl de Nederlander zich verbond gedurende zes jaar of tot zijn eerder overlijden I 100.000.- per jaar te beta len, dan was het gevolg dat in Nederland 6 maal I 100.000.- aftrekbaar was, terwijl dit bedrag in Belgie niet belast werd. Als de Nederlander in het 70% tarief va It, kosten deze termijnen hem in totaal I IBO.OOO.-, zodat hij een voordeel heeft van 1220.000.-. De Belg heeft een voordeel van I 200.000.-. D~ strop draagt de fiscus. Voor het dekken van het risico van vooroverlijden bestaan verzekeringsmaatschappijen. Nu kun je natuurlijk als wetgever de aftrekbaarheid van de termijnen gaan beperken, maar dat kun je niet doen zonder ook iets aan de belastbaarheid te doen. De meest eenvoudige oplossing was om de koopsom te belasten. In ons voorbeeld wordt dan I 400.000.- tegen 70% bij, de Nederlander belast, zodat hij deze transactie weI uit zijn hoofd zal laten. Nadeel van deze oplossing is dat de constructie al gebruikt wordt sinds een arrest van de Hoge Raad van 14 maart 1974 daar de mogelijkheid toe opende en dat het belasten van de koopsom aile bestaande contracten ongemoeid laat vanwege het feit dat de koopsom dan al1ang en breed ontvangen is. Het Ministerie van Financien heeft nu kort geleden bekend gemaakt dat er een l1fetsontwerp komt dat ook de bestaande contrakten aanpakt. Daarbij wordt de aftrekbaarheid van de verschuldigde termijnen beperkt, tenvijl de belastinghefImg van de ontvangen termijne.n in stand blijft. Als de ontvanger woont in een land dat de termijnen niet of laag belast, dan is dat geen bezwaar. W oont de ontvanger echter in N ederland dan is dat wei een bezwaar. De verwachring is dan ook gerechtvaardigd dat het verzet tegen het - overigens nog niet verschenen - wetsontwerp zich met name op dit punt zal richten.

De belastingadviseur hoedt er zich weI voor zijn eigen morele denkbeelden aan zijn clienten op te dringen. Als een client om mogelijkheden tot belastingbesparing vraagt dan kan hij die krijgen. De belastingadviseur zal hem kunnen inlichten over de kans dat de constructie door de in spec- • teur en/ofrechter al dan niet zal worden geaccel'- Ongunstige onvolmaaktheden teerd, maar hij zal niet gauw zeggen dat het ge- Vir deze voorbeelden blijkt wei dat de onvolbruik maken van een bepaald lek in de fiscale maaktheid van de wetgeving na;)[ twee kanten kan werken. De belastingadviseur heeft de mowetgeving ethisch ongeoorloofd is. Daarbij dient wei bedacht te worden dat de on- gelijkheid van de voor de belastingplichtige volmaaktheden van de fiscale wetgeving niet aI- gunstige onvolmaaktheden gebruik te maken. leen ten nadele van de Overheid werken. Een be- De voor de belastingplichtige ongunstige onvolroemd voorbeeld is het - fictieve - geval van een maaktheden zijn in het algemeen gereserveerd belastingplichtige van 25 jaar die als blijk van voor de mens en die het zonder adviseur of met dankbaarheid voor het redden van een niet tot een slechte adviseur (moeten) doen. Overigens is zijn familie behorende drenkeling een recht het niet zo dat de Overheid niets aan het bestaan krijgt op een uitkering vanl 25.000.- per jaar tot van ongunstige onvolmaaktheden doet. Ingevolzijn overlijden. Aangezien de redder over de to- ge artikel 63 van de Algemene Wet inzake rijkstale waarde van de uitkering bij toekenning belastingen heeft de Minister van Financien de schenkingsrecht verschuldigd is en vervolgens bevoegdheid tegemoet te komen aan onbillijkhenog eens telkens inkomstenbelasting over de den van overwegende aard die zich bij de toepasjaarlijkse termijnen, kan het aanvaarden van de- sing van de belastingwet mochten voordoen. Met toepassing van dit artikel is bijvoorbeeld ze schenking een financiele strop betekenen. voor gehuwden van wie de man een lager inkomen heeft dan zijn belastingvrije voet en de Spiegelbeeld Zo zijn er in de meeste gevallen waarin fiscale vrouw een hoger inkomen dan haar belastingclaims verdwijnen, spiegelbeeldige gevallen te vrije voet, de mogelijkheid geschapen dat man bedenken waarin dan weer fiscale claims ont- en vrouw van belastingvrije voet wisselen. staan. Als beste constructie wordt dan ook be- Een andere mogelijkheid waarvan in de praktijk schouwd de constructie die niet gerepareerd kan nog vrij weinig gebruik wordt gemaakt, is een


beroep op de Comrnissie voor de Verzoekschrif. ten clie de bewinqsman van Financien in de Kamer ter verantwoording kan roepen. Ethisch gezien heeft de belastingadviseur er echter geen problemen mee dat de Overheid in de uitvoeringssfeer wei iets doet aal} de voor de be. lastingplichtige ongunstige onvolmaaktheden in de wet en de voor de belastingplichtige gunstige onvolmaaktheden aileen maar met behulp van wetswijziging kan bestrijden. Overheid en belastingplichtige zijn imrners geen partijen die als gelijken tegenover elkaar staan. Wei kun je je afvragen hoever een be!astingadviseur met het adviseren van constructies kan gaan. Zo kan de vraag rijzen of het ethisch geoorloofd is om iemand met een groot vermogen en een hoog inkomen in een zodanige positie te brengen dat hij noch vermogensbelasting noch inkomstenbelasting betaalt. Niet iedere belastingadviseur zal op deze vraag hetzelfde reageren. Er zijn belastingadviseurs die er geen enkel ethisch probleem mee hebben om iedere belastingplichtige die dat maar wil en voor wie dat mogelijk is 'op nul te zetten'. Anderen daarentegen vindert dat er toch we! een bepaald minimum-tarief betaald moet worden. Weer anderen houden zich in het geheel niet bezig met constructies en volstaan met het afraden of aanraden van mogelijkheden die de belastingplichtige of zifn overige adviseurs aandragen. Het is dat de ethische verontwaardiging zich met name tegen de eerste groep richt.

Selectieve verontwaardiging Toch dienen we ons te hoeden voor al te selectieve verontwaardiging. Als iemand een deskundige in onroerend goed in de arm neemt en met zijn advies miljoenen verdient, hebben maar weinig mensen daar bezwaar tegen. De onroerendgoed-deskundige verkoopt zijn kennis en de koper en de verkoper van die kennis profiteren daarvan. Bij een belastingadviseur ligt dit niet anders. Ook hij kan zijn kennis verkopen en ook in dit geval proberen koper en verkoper van die kennis te profiteren. Dat het gebruik maken van deze kennis mieetemin in zo'n slecht daglicht staat, kan aileen maar vc:.rklaard worden in de opvatting dat de Overheid recht heeft op een jaarlijkse bijdrage van iedereen, overeenkomstig zijn welstandsgraad. Van iemand die in grote welstand leeft, wordt in het algemeen nog niet geaccepteerd dat hij geen belasting betaalt. In landen als Frankrijk en Spanje, waar de controle op de frnanciele toestand van belastingplichtigen heel wat niinder sterk is dan bij ons, is de belastingheffing dan dan ook mede gebaseerd op zogenaamde uiterlijke kentekenen ( signes exterieures, signos exteriores). Dat dat allemaal niet zo nauwkeurig werkt, is daar geen bezwaar. Het inkomensbegrip dat wij kennen is echter veel gedetailleerder en verfijnder. Het werkt daardoor ook veel nauwkeuriger maar het gevolg is wei dat ook de mazen in de wet vrij nauwkeurig te traceren zijn.

Reparatie wetgeving Het is voor de Overheid onmogelijk al deze mazen te dichten. Het is zelfs de vraag ofhet nuttig is het te doen. Met name als de nieuwe be palingen voor andere belastingplichtigen weer nieuwe onbillijkheden in het leven roe pen, is het risico groot dat deze ook hun toevlucht tot belastingbesparende constructies gaan zoeken.

Ondanks aile ramingen is van de werkelijke op- miljoenenschuld heeft aan de italiaanse staat en brengst van aile reparatie-wetgeving dan ook ook Cruytrs populariteit heeft niet zichtbaar te geen zinnig woord te zeggen. De moeilijkheid lijden onder de spaanse belastingsschulden. blijft liggen bij de vraag wat nu eigenlijk precies Laatstgenoemde was overigens slim genoeg om aan de Overheld toekomt. Ais dit jaar aile be- de kwestie te bagatelliseren tot een geschi! met lastingplichtigen aan een niet in Nederland ge- zijn werkgever die op zich zou hebben genomen vestigde verzekeringsmaatschappij f 12.000,- ook zijn bela sting te betalen . lijfrentepremie betalen, dan zaI dat cen merkbare , --daling van de opbrengst van de inkomstenbe- Bovendien mag niet uit het oog worden verloren lasting geven omdat de premie bij de betaler af- dat er naast ethiek ook andere belangen spelen. trekbaar is en bij de ontvanger in Zwitserland Zo is wei duidelijk dat invoering van de aftrek(mits hij geen onderneming in Nederland uitoe- baarheid van het onderhoud van de eigen wofend) niet in de heffing van nederlandse be- ning de omvang van het zwarte geldcircuit in de lasting wordt betrokken. Daarmee wi! ik aileen bouw zou doen afnemen. Niettemin zal dat er maar zeggen dat ramingen van de belastingop- niet van komen omdat de belastingdienst er gebrengst slechts bestaan bij de gratie van ver- noeg van heeft al die nota '5 td kontroleren op het wachtingspatronen omtrent het gedrag van be- onderscheid tussen wei aftrekbare kosten van onlastingplichtigen. De vraag hoeveel de belasting derhoud en nigdienst er genoeg van heeft al die zou opbrengen als iedereen zou doen alsof er nota's te kontroleren op het onderscheid tussen geen belasting zou bestaan, is een vraag die bij de wei aftrekbare kosten van onderhoud en niet afhuidige belastingdruk absoluut niet meer te trekbare kosten van verbetering. Naarmate er minder afgetrokken kan worden, bestaat er nu beantwoorden vall. eenmaal minder noodzaak om een nota te vraDe discussies in het parlement over de toestand gen. van de belastingwetgeving hebben dan ,ook niet zozeer te maken met de vraag ofhet gebruik ma- Een ander voorbeeld is de bestrijding van fraude ken van mazen in de wet ethisch verantwoord is, met spaarbiljetten aan toonder. Het ligt voor de als wei met de vraag of de verschillen in weist and hand dat daar nogal wat zwart geld in verwerkt wellicht beter met een andere wetgeving bena- is. De beste oplossing is uiteraard om op de rente derd kunnen worden. Dat laatste ligt echter erg van aile in een waardepapier belichaamde vordemoeilijk. Al jaren wrodt geroepen dat de in- ring en een bronheffing te leggen. Dan kan de komstenbelasting nu toch wei definitief heeft af- Minister van Financien nog wei eens tot de congedaan. Een beter alternatief is er echter nog clusie komen dat er op de kapitaalmarkt niet veel steeds niet . Daarbij mag niet uit het oog worden geld meer te lenen valt. Juist vanwege het ontverloren dat er in geen enkel ander industrieland breken van een bronheffing op rente immers is het voor buitenlanders aantrekkelijk hun al dan nog een beter systeem is uitgevonden. De moeilijkheid zit gewoon in het feit dat de be- niet zwarte geld in nederlandse waardepapieren lastingdruk op de hoge inkomens niet verder kan te beleggen. Met een bronheffing op rente is deworden opgeschroefd met het oog op het risico ze aantrekkelijkheid meteen afgelopen. dat dan iedereen met een hoog inkomen zijn toe- Wei is duidelijk dat de ethiek van de belastingvlucht tot belastingbesparende maatregelen zal plichtige er de laatste jaren niet op vooruit is gezoeken, terwijl het verlagen van de belasting- gaan. Terwijl het vroeger in bepaalde kringen druk op de hoge inkomens politiek niet haalbaar nog wei als onwelvoeglijk gold om iets aan beis, zolang er nog mensen met een hoog inkomen lastingbesparing te doen, wordt het nu veeleer zijn die wei veel be!asting betalen. Een probleem als dom ervaren er niets aan te doen. Naarmate dat daar doorheen speelt, is het probleem v~n de de burger zich minder met de Overheid vereenafwenteling. Sommige belastingplichtigen heb- zelvigt en hij de Overheid meer als gelijkwaardiben een zodanige positie dat zij bij een verhoging ge tegenstander gaat zien die het op zijn geld van de belasting bruto zovee! meer gaan verdie- heeft gemunt, zal dat verschijnsel toenemen. nen dat zij netto evenveel overhouden. Dat deze Maar het probleem van de toenemende polarisa. mensen door wettelijke regelingen van het inko- tie tussen Overheid en burger speelt niet aileen men tot andere gedachten te brengen zouden in het belastingrecht. zijn, is een illusie. Hoogstens komen ze op de gedachte om te emigreren.

Oplo8sing Zwart circuit Tenslotte dan nog iets meer over het zwarte cir- Voor het belastingrecht zal de oplossing in de cuit. Zoals ik hierboven al heb betoogd, is dat eerste plaats van de wetgever moeten komen. iets waar de belastingadviseur buiten staat. Mazen in de wet dienen te worden gedicht zodra Enigszins cynisch zou gesteld kunnen worden zij worden ontdekt. Er dient niet, zoals bij de dat ook een wat minder ethisch ingestelde be- koopsompolisaffaire, te worden gewacht tot er lastingadviseur dat niet nodig heeft zolang er een zodanig gebruik van wordt gemaakt dat het budgettaire nadeel voor de Schatkist te groot nog voldoende gaten in de wet zitten. Dat wil overigens niet zeggen dat de omvang wordt. van het zwarte circuit zonder betekenis is voor Bovendien moet voorkomen worden dat bede be!astingmoraal. Als het normaal wordt om ,Jastingplichtigen wier doen en laten niet in de door middel van fiscale constructies op legale eerste plaats op het behalen van fiscaal voordeel wijze of door middel van fraude op illegale wijze is gericht, door nieuwe wettelijke maatregelen minder bela sting te gaan betalen, dan is dat niet gedwongen worden dat maar wei te gaan doen, met een paar eenvoudige wettelijke maatregelen aileen om te voorkomen dat zij van de nevenefof met wat meer controle op te lossen. Niet voor fecten schade ondervinden. Het beginsel dat de niets is er onlangs in de Kamer op gewezen dat go eden maar met de kwaden moeten lijden, keen het openbaar maken van de fiscale fraudeur ook zich bij de belastingheffing uiteindelijk tegen de nadelen heeft. Sophia Loren wordt ook niet min- wetgever. der sympathiek nu is gebleken dat zij nog een vervolg op pag. 15

5


De nieuwe FNV en de nieuwe regering: nieuwe kansen? De septembermaand van 1981 bracht twee onvergetelijke politieke evenementen. Er werd een centrum-links kabinet geinstalleerd dat steunt op het onovertroffen aantal van honderdennegen volksvertegenwoordigers. En er werd een fusering van NKV en NVV in de FNV geratificeerd zodat de grootste vakbond sinds kapitalistenheugenis nu heus bestaat. De macht van het getal is af en toe duizelingwekkend en leidde ook ditmaal tot sentimentele reacties. Tot rechtse gevoelens van vrees en linkse van hoop.

Links aan de slag Dries van Agt verklapt in Vrij Nederland dat hij bang is voor een rose 'relance economique'. Een uit "Frankrijk geimporteerd offensief tegen de economische crisis op basis van overvloedige wetgeving en keynesiaanse vraagstimulering en dat zowaar onder zijn persoonlijke leiding. De premier wordt er lusteloos van. Tenslotte werd er eveneens onder zijn persoonlijke leiding meer geaborteerd in Nederland dan ooit tevoren. Wim Kok en JooP Den Uyl vrezen niet, zij hopen. Op die gedenkwaardige zevende juli kwamen zij telefonisch overeen dat de PvdA het premierschap van Van Agt moest aanvaarden teneinde de 'relance economique' juist mogelijk te maken. De eerste beseft dat de vakbeweging haar centrale doelstellingen, namelijk interne eenheid, volledige werkgelegenheid en bestaanszekerheid voor de niet-actieven (in die volgorde), alleen via een centrum-links kabinet kan realisereno Zo'n kabinet is gevoelig voor vakbondsbeinvloeding. Met de bewindslieden uit het eerste kabinet van Agt viel uiteindelijk helemaal niet meer te praten, zoals de anecdotes van Groenevelt en anderen duidelijk maken, en dit totale gebrek aan wederzijds begrip voerde mede tot een heilloze ontwrichting van de arbeidsvoorwaardenstrategie van de vakbondstop. De tweede weet uit ervaring dat politieke oppositie stemmen vreet en dat de vakbeweging het bastion is van zijn socialistisch economische politiek. Van Agt, Kok en Den Uyl verschillen in rethoriek maar verwachten alle drie hetzelfde, namelijk een crisisbeheer op basis van samenwerking tussen christenen en socialist en zoals in het tijdperk van Drees. Is daar kans op? Vakbondsvriendeliikheid Ongetwijfeld zal het nieuwe kabinet vriendelijk zijn voor de vakbeweging, mits het zijn eerste man in het Catshuis gevangen kan houden. Het binnenlandse aardgastarief zal niet met tien of dertig centen worden verhoogd, de trekkers van Ininimale inkomens zullen op gezette tijden koopkrachtiger worden gemaakt, de verdelingseffecten van overheidsbezuinigingen zullen worden bepaald op grond van het draagkrachtbeginsel, de bouwnijverheid zal worden gestimuleerd, het officieuze circuit zal worden kortgesloten, het werkgelegenheidsplan Van Socia Ie Zaken zal worden vervaardigd en de overheid zal

6

de kapitaalschaarste bestrijden middels de ver" grOting van het staatsaandeel in deaardgasop路 btengsten, de lancering van beleggingsvoor路 schriften en de invoering van het investe路 ringsloon. Dat alles neemt niet weg dat het voor het kabinet en de vakbondsleiding een onmogelijke opgave zal zijn - volgens Jan Pen de zwaarste opgave van na de oorlog - om de leuze 'werkgelegenheid door solidariteit' een beleidsinhoud te geven op basis van harmonieuze samenwerking.

Belangenconflicten Want niet alleen op het terrein van de kernbewa"pening maar ook op dat van de economische politiek liggen de mijnen en tijdbommen gereed voor ontploffing. Om te beginnen kan het nieuwe kabinet, dat gebonden is aan een stabilisering van de collectieve lastl:ndruk en een terugdringing van het financieringstekort, zijn werkgelegenheidsbeleid aIleen solide financieren als de loonontwikkeling wordt beheerst. Werkgelenheidsbeleid is investeringsbeleid ( volgens het eerstejaarsprogram van de PvdA dient in de regeringsperiode 1981-1984 zelfs 20 miljard te worden geinvesteerd ) en geen massa-consumptiebeleid. In een toestand van nationale en internationale stagna tie ZUllen particuliere en collectieve investeringen geforceerd moe ten worden opgewekt en moeten worden betaald uit inkomensmatiging.

Wim Kok kan vrijwillige matiging beloven maar niet aanbieden. Niet alleen de voedingsbond maar thans ook de dienstenbond van de FNV zullen deze matiging torpederen. De meeste bonden willen gedecentraliseerde loonvorming. De voorzitter van de dienstenbond heeft intussen uitgelegd waar deze decentralisatie op neer komt. De onderhandelaars van zijn organisatie zullen volledige prijscompensatie eisen en zij zullen initiele loonstijging afdwingen zodra de arbeidsproductiviteitsstijging in de sterke bedrijyen dit toelaat. Deze voorzitter prijst het 'wageleadership' aan, want na verloop van tijd zullen ook de werknemers in de zwakke bedrijven in de dienstsector profiteren van de onderhandelinssuccessen in de sterke bedrijven. Op deze manier kan de superminister van SociaIe Zaken de inkomensmatiging van 1,5 pct. ( 3 miljard gulden) voor 1982 wei verge ten en eindigt hij met een superfrustratie. Het nieuwe kabinet wil het solidariteitssysteem in de economie ( dat is de koppeling van de contractlonen in de marktsector aan de minima Ie inkomens en aan de salarissen van ambtenaren en trendvolgers ) handhaven. Dat kan alleen als het behalve de contractlonen ook de inkomens van ambtenaren tamelijk in de hand heeft. Zeker als het kabinet de overheidsinvesteringen niet verder wi!laten teruglopen, zal het dus niet kunnen ontsnappen aan harde confrontatie met de ambtenarenbonden. Voor Dutman is de minister van

Binnenlandse Zaken een natuurlijk tegenstander geworden, of die in de politicologie is afgestudeerd (Van Thijn) ofbij het kandidaats is blijven steken ( Wiegel ). Ook staat vast dat Den Uyl zich door Nieuw Rechts niet zallaten weerhouden van een beleid van inkomensnivellering. De geest van de Inkomens nota uit 1975 zal weer vaardig worden over de regeringspaperassen. Maar wi! de vakbewe: ging zo'n beleid nog wei? In 1973, toen de Industriebond NVV op de bres stond voor de zaak van de nivellering, stelde een kersverse NWvoorzitter Kok al benauwd vast dat een kwart van zijn leden een boven-modaal inkomen genoot. Het is niet vreemd dat hij acht jaar later aandacht vraagt voor de spanning tussen het streven naar bescherming van de inkomenspositie van de zwaksten en het streven naar inkomensmatiging terwille van de werkgelegenheid. Voor de bonden die dt belangen van de arbeidersaristocratie behartigen is die spanning reeds te groot geworden. Voor hen is de kwestie van de nivellering gepacificeerd en komt cen kabiner met de PvdA om de lieve vrede re verstoren.

Verdeeldheid Naast deze nieuwe conflictstof is er nog verdeeldheid binnen de vakbeweging en binnen het kabinet. De vakbeweging mag dan nu een rooms- ood bolwerk geworden zijn, zij is tot op her merg verdeeld. Anders dan de ondernemersverenigingen NCW en VNO hebben de vakbonden momentee I geen idelogische conceptie van het arbeidsvoorwaardenbeleid. Wat de ondernemers willen is duidelijk. Zij verwerpen de idee van een geleide loonpolitiek. Zij maken zich sterk voor een zogenaamd gedecentraliseerd, gedifferentieerd en flexibel inkomensbe1eid. Daarbij past in elk geval een opheffing van de automatische prijscompen sa tie en een onttakeling van het solidariteits-


, systeem en past misschien - hierover zijn de beide verenigingen nog wat duister - een systeem waarin de loonontwikkeling in de marktsector de beheerste ontwikkeling van salarissen in de collectieve sector voigt en de overhc;id dus trendsetter wordt. Wat stelt de vakbeweging hier tegenover? Het enige wat eigenlijk herder iS~ls de 'afkeer van de FNV van een geleide loonpolitiek. De FNV deelt die afkeer met de Engelse TUC. Maar voor de rest weet de vakbeweging het gewoon niet. Waar zij jarenlang het ideologisch initiatief had met haar denkbeelden over aftopping, arbeidsplaatsenovereenkomsten,arbeidstijdverkorting en dergelijke, daar is zij nu met stomheid geslagen door de golf van bedrijfssluitingen, het ledenverlies, de opstand van het Mrikaanderplein en de vetes tussen bondsvoorzitters. De ene vakbonder is tegen matiging, de andere is voor. De een wil loondifferentiatie ( bi; voorbeeld de vakbondseconoom Vos), de ander houdt vast aan het gelijk werk, gelijk loon-beginsel. De een wil niets meer met het overheidsbeleid te maken hebben, de ander aanvaardt richtli;nen van de regering.

loonleiding van Albeda voort te zetten. Vakbondsvriendelijkheid exit. En dan is er nog de verdeeldheid van de nieuwe regering. Kok heeft, onder meer in de NRC, gesteld dat hij aileen maar matiging en cooperatie kan beloven, als het kabinet met een actieve economische politiek komt. Die politiek moet vooral komen van uitgevende ministers als Den' , Uyl, Terlouw en Van Dam. Maar hoeveel macro-economische ruimte hebben deze ministers, en vooral, hoeveel micro-politieke ruimte wordt hun gegeven door het zuinige trio Van Agt, Van Dijk en Van der Stee? Die ruimten zullen hoe dan ook klein zijn. Het 'andere' beleid , d,at is aangekondigd zal nog op zich laten wachten. De sympathie van de vakbonders zal, als die al bestaat, in hetzelfde tempo tanen. Al met al 'biedt het prille begin van het kabinetVan AgtIDen Uyl geen uitzicht op de rose 'relance economique'. Dat mag voor links en voor Den Uyl een reden zijn om de strijdbaarheid op 'te voeren. Dat is voor rechts en voor Van Agt een argument om een gemoedsrust en welwillend~ heid te behouden die men tegenwoordig aileen nog maar bij Arnerikaanse presidenten ziet.

Er moet een systeem komen d:lt vroegtijdige signalering van moeilijkheden mogelijk maakt, zodat men niet altijd voor voldongen feiten komt te staan. Bedrijven in nood mogen geen speelbal van de kommerciele banken worden. Oprichting van een overheidsindustriebank is noodazaak en nationalisatie van bestaande banken'geen onmogelijkheid (kijk ook maar naar Frankrijk). Bij de steunverlening wordt nagegaan in hoeverre betrokken groeperingen (w.o. het management) verantwoordelijk waren of zijn voor de ontstane moeilijkheden en in hoeverre de zittende participanten in staat zijn het bedrijf uit de moeilijkheden te halen. 'Bij het steunbeleid voor individue!e bedrijyen in moeilijkheden mag niet volstaan worden met strikt bedrijfsekonomiese kriteria. Het marktmechanisme, waarop bedrijfsekonomiese kriteria gebaseerd zijn, vertoont immers een aantal gebreken en kan tot uitkomsten leiden die strijdig zijn met bepaalde maatschappelijke belangen'.

Vooral wat dit laatste punt betreft zullen velen onder U zeggen:'Daar heb je de PSP weer met haar produktie naar behoefte, niet om de winst'. Jos de Beus Dat wordt natuurlijk wei wat anders als voor behoefte werkgelegenheid of redelijk bestaan inge_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _- - , _ - - - - - -... - vuld wordt. Begrippen, die de grote partijen niet vreemd in de oren zullen klinken. drijven voor in totaal 219 min. uit werkgelegenheidsgelden) dan blijkt, dat 300/0 van die bedrijFanatieke voorstanders van de vrije marktekoyen failliet zijn, dan wei zich in een uitzichtloze nomie zullen na het voorgaande hun antwoord situatie bevinden; 20% in een nog onduidelijke wei klaar hebben . 'Meer invloed van de oversituatie zit en SO% weer redelijke resultaten heid. De overheid heeft er juist voor gezorgd, dat In april 1981 heeft de PSP een studie gepubliboekt. het bedrijfsleven al haar speelruimte heeft verloceerd, welke als een eerste aanzet moet worden 'De resultaten zijn dus wellicht niet zo slecht als ren.' gezien voor een nieuwe, meer doeltreffende regevaak wordt gesteld' aldus de PSP studie. GamIn Vrij Nederland van 19 september 1981 wordt ling; 'Steun aan Individuele Bedrijven' (SIB). mer is aileen, dat de begrippen 'onduidelijk' en een kleine steekproef gepubliceerd van de inDirekte aanleiding voor de studie was ten eerste 'redelijk' niet nader worden omschreven). vesteringsneiging onder de Nederlandse onderhet rapport Steunverlening Individuele Bedrijnemers . Zelfs G. Wagner, voorzitter van de geyen (kommissie van Dijk) waarin een vernietiTegenover deze onderschatting staat een (waarIijknamige kommissie, moet erkennen, dat er ongend oordeel wordt gegeven over het steunbeleid schijnlijke) overs chatting van de andere steunreder de Nederlandse ondernemers gewoon geen voor individuele bedrijven in moeilijkheden, zogelingen. neiging tot investeren bestaat. als dat de laatste j\lren door het (vorige) kabinet is De grondslag voor mis-interpretatie moet bij de En dat heeft niet alles te maken met ooze, zo vergevoerd; ten tweede de reaktie van minister van overheid zelf worden gezocht. Steunverlening meende slechte internationale konkurrentieposiAardenne op dit rapport. Hij verminderde de gaat zelden gepaard met de eis tot (blijvende) tie. 'Ondanks dat de lonen in Nederland in 1979 voor deze regeling beschikbare bedragen drasties openheid van zaken voor bijvoorbeeld de AIgeen 1980 met twintig procent zijn achtergebleven en de vrijgekomen ruimte ging naar innovatiemene Rekenkamer ofhet Parlement. Dit gebeurt bij die van de buitenlandse konkurrentie, blijkt en sektorbeleid. niet, omdat de overheid geen (mede-)zeggende investeringsgeneigdheid van het bedrijfsleven schap in bedrijven verkrijgt of in veel gevallen teruggebracht te zijn tot vrijwel 0,0'. In de PSP-studie wordt dit ge'illustreerd met de wil verkrijgen, in ruil voor de steunbedragen. Dat voor wat ooze externe afzet betreft. Aanbedragen die in 1977, 1978, 1979 en 1980 aan steun uit werkgelegenheidsgelden werden uitgeEen situatie die toch wei steeds meer bevreem- gaande de interne afzet geven een aantal manatrokken. Dit waren respektievelijk: 926 min, ding wekt als we zien, dat de omvang van de pro- gers een negatieve mening over een politiek die 1004 min, S12 min, en 110 min. Opgemerkt blemen steeds groter wordt; als we bedenken dat gericht is op verlaging van de partikuliere konmoet worden dat deze steun uit werkgelegende overheid h~t koordinerende Iichaam is voor sumptie, kortom het klakkeloos inleveren. Daarheidsgelden slechts een klein deel uitmaakt van de op herstel gerichte aktiviteiten en als zelfs naast natuurlijk de meer gehoorde klachten t.a.v. de totale 'steunpot' voor het bedrijfsleven (21,S Frans Swarttouw erkent, dat er nogal een groot het ins torten van de bouw en (eigenlijk nogal mid in 1975). verschil is in de kwaliteit van het Nederlandse vreemd) het gedeeltelijk wegvallen van de overheid als klant. Gezien de verdeling van die tot ale pot is het duimanagement. delijk, dat het eerste kabinet-van Agt weinig efAis we die 'behoeften' van de PSP nou een verfektiviteit verwachtte van steun aan individuele gelijken met het vakuum waarin de Nederlandse Naar eeo offeosief steuobeleid bedrijven in p')od. Nadruk werd meer gelegd op Het zal duidelijk zijn dat naar de mening van de ondernemers zitten, zou het dan inderdaad geen zoals reeds eerder gemeld, innovatiebeleid en PSP de overheid danig gefaald heeft. Zij heeft tijd worden dat de overheid zich als (aktiefpartisektorbeleid. haar verantwoordelijkheid ontlopen. Voor een picerend) initiator gaat manifesteren? verandering in de situatie noemt de PSP een aanMvW Op zich is het natuurlijk geen slecht idee om de tal voorwaarden, welke ingrijpen op in de studie beperkte middelen over niet al te vee! beleidsgenoemde tel:ortkomingen van beleid. 'Noodwet bednjven in moeibjkheden voornemens uit te spreiden. De kritiek van de naar een offemief steunbeleid en een progressieve De volgende zal ik U noemen: PSP richt zich dan ook op andere facetten . Een duidelijke scheiding van maatregelen wetgeving'. m.b.t. het steunbeleid en die m.b.t. een ex- Stichting Wetenschappell}'k Bureau PSP, april Ais we de resultaten bekijken van de steun aan pansiebeleid . , ;ndividuele bedrijven van 1974 - 1978 (3S7 be1981. VN 19-9 198i Onder deze omstandigheden kan men er gif op innemen dat er alweer geen centraal accoord zal komen en dat Den Uyl genoopt zal worden de

l

Behoeftes

7


Elke bedrijfseconoom m/v zou de kansen bij Unilever eens moeten bekijken Want die zijn er te over. Zowel op financieeleconomisch gebied als in de marketing-sector. Begrijpelijk . Unilever is een zeer gevarieerd bedrijf met een sterk doorgevoerd decentralisatiebeleid. Oat geeft ruimte aan management op verschillend gebied bij een groot aantal zelfstandige werkmaatschappijen. Voor bedrijfseconomen betekent dat: levendig en afwisselend werk in een dynamisch, soepel ondernemersklimaat; met een (snel) groeiende zelfstandigheid en verantwoordelijkheid .

Financieeleconomische sector Oe mogelijkheden in de financieel-economische sfeer zijn bij Unilever ruim en aantrekkelijk. In de eerste plaats bestaat er door decentralisatie een grote verscheidenheid van functies op het hoofdkantoor en bij de werkmaatschappijen_ Oaarnaast brengt het grote aantal produkten differentiatie in problemen, werkklimaat en beleid. Uw functie bij een Unilever werkmaatschappij omvat intensief contact met een aantal bedrijfssectoren . U krijgt te maken met produktie-, marketing - en verkoopprocessen die bedrijfseconomische ondersteuning vragen. AI heel spoedig verwacht men van u een bijdrage in formulering en uitvoering van het beleid. Ook de afdeling Interne Accountantscontrole blijkt vaak een platform voor verdere ontplooiing. Het contact met de grote verscheidenheid aan Unilever bedrijven resulteert niet aileen in een afwisselende job waarin controle en advies elkaar aanvullen, maar verschaft u tevens de ervaring die bij Unilever ook voor toekomstige functies bijzonder wordt gewaardeerd. Het volgen van een postdoctorale accountancy-opleiding is voor aile hierboven genoemde functies noodzakelijk.

Marketing sector Van het totale pakket merkartikelen in Nederland neemt Unilever een fors deel voor zijn rekening. U vindt daarin overwegend bekende namen zoals b.v. Blue Band, Becel, Omo, All, Iglo, Unox en Calve. Marktleiders vaak, die hun plaats in de winkels snel verruilen voor gebruik in het huishouden. Om de produkten op hun levensweg adequaat te kunnen begeleiden, beschikt elke werkmaatschappij over een hooggekwalificeerd marketing-apparaat. waarin aile activiteiten rond de produkten gecoordineerd, begeleid en bijgesteld worden, vanaf de fase voor introduktie tot en met de consumptie.

Mocht u een marketingfunctie bij een van onze ondernemingen ambieren, dan krijgt u een bijzonder boeiende job. U bent dan namelijk betrokken bij het concipieren en uitvoeren van beleidsplannen, die de levensloop van een produkt bepalen. U werkt daarbij nauw samen met onder andere produktontwikkeling, produktie, verkoop, marktonderzoek, het reclamebureau en de bedrijfseconomische afdeling . Naast de uiterst belangrijke "training on the job" is er een uitstekende eigen marketopleiding in de vorm van seminars om u voor de specifieke kanten van uw functie te bekwamen. Ais deze korte schetsen uw belangstelling wekten en u uzelf in een beleidsuitvoerende en beleidsformulerende functie bij Unilever ziet zitten, als u bovendien de mogelijkheid van afwisseling van functie en standplaats aantrekkelijk vindt dan willen wij u graag ontmoeten. Orienterend wederzijds en uiteraard geheel vrijblijvend . Een afspraak voor een gesprek maakt u met (voor de financieel-economische sector) de heer R. Staal, telefoonnummer 010 - 644240; (voor de marketingsector) de heer K. de Boer, telefoonnummer 010 - 644248.

Unilever omvat een indrukwekkend aantal werkmaatschappijen. In 75 landen staan haar medewerkers midden in het dynamische marktgebeuren van alledag. Oit biedt de goede manager hoogst interessante kansen in een veelzijdig concern. Indien u behoefte heeft om ge'lnformeerd te worden over andere mogelijkheden bij Unilever, dan kunt u vanzelfsprekend eveneens contact opnemen . Belt u dan: 010 - 644232.

U

Unilever


De Miljoenennota Maandag 28 september i.1. ill op onze faculteit de al biina traditionele discussie over de MUjoenennota gehouden. Althans, dat had het moeten worden. Aangezien we dit iaar echter te maken hebben met twee Mlljoenennota's en de 'echte' van het kabinet Van Agt U nog niet verschenen was bood deze dag een goede gelegenheid om wat dieper op de economiscJi~theoretische achtergrond van het te voeren beleid in te gaan. --.-.-- - tussendoelstellingen-algemene doelstellingen. Eerste inleider was de heer Van EWljk die begon met de ontwikkeling te schetsen van de collectie- Gevolg van het te voeren beleid om de tussenve sector in Nederland vanaf 1900. Rond de doelstellingen te bereiken is, dat de inkomsten eeuwwisseling bedroegen de uitgaven van de col- van de collectieve sector (a.g. v. belastingverlalectieve sector zo'n 10% van het nationaal inko- ging) zullen moeten dalen wat kostenvermindemen, nu is dat ongeveer 66%. Deze ontwikkeling ring voor het bedrijfsleven betekent. Dit heeft is in tweeen te splitsen. Voor 1950 zorgde de ho- een gunstige invloed op de produktie en werkgegere uitgaven van de overheid ( rijk en lagere legenheid, de twee belangrijkste algemene overheden) voor de groei van het aandeel van de doelstellingen. Maar belastingverlaging brengt collectieve sector, na 1950 waren het vooral de ook met zich mee, dat de uitgaven van de overuitgaven t.b.v. de sociale verzekering. De stij- heid zullen moeten dalen. Dit kan leiden tot ging van laatstgenoemde uitgaven is tot 1970 te inkomsten-en afzetverlies bij bedrijven wat negaverklaren door de uitbreiding van hetverzeke- tief inwerkt op produktie en werkgelegenheid. ringspakket en na 1970 door de toename van het Het eindresultaat is zodoende onzeker, het verberoep op de sociale verzekering. band tussen tussendoelstellingen en algemene Het percentage van 66 wordt door velen te hoog doelstellingen dus ook. bevonden. De particuliere sector komt zo klem Ten slotte pleitte Van Ewijk voor een actievere te zitten. Van Ewijk betoogde echter dat een rol van de overheid. De collectieve sector is niet groot deel van de uitgaven van de collectieve sec- afuankelijk van de economie maar maakt er deel tor juist ten goede komt aan de particuliere sec- van uit. Deze sector moet dan ook gebruikt wortor. ( overdrachtsuitgaven, steun aan bedrijven) den (door vergroting van de uitgaven) om Het percentage 'echte' overheidsbestedingen is - de Nederlandse economie weer uit het moeras te niet hoger dan 22%. Dat er in politiek Den Haag trekken. toch anders over wordt gedacht blijkt uit het in Financieringstekort de Miljoenennota ( van Van Agt I) en in het re- De tweede inleiding kwam van de heer Le Blanc, geerakkoord geformuleerde te voeren beleid, dat die met enige krasse uitspraken wat stemming in nl. gericht is op: de zaal bracht. Zo stelde hij bijvoorbeeld: 'de Nederlandse economie ligt op z'n gat en de 1) stabilisatie van de collectieve lastendruk Rijksbegroting is een groot gat'. Overigens Iiet 2) terugdringing van het financieringstekort hijzelf een gat vallen aan de forumtafel door z'n gedwongen vroegtijdige vertrek naar Den Haag. Ben beleid dat, mede gezien de te verwachten geDe nadruk in zijnrede lag, vanzelfsprekend, op ringe groei van het nationaal inkomen, als gevolg de financiele problemen van de overheid. Prozal hebben dat de collectieve uitgaven als percen- blemen die z.i. wei groot maar niet onoverkotage van het nationaal inkomen zullen dalen. menlijk zijn. Nodig is dan wei een beleid gericht Hoe is dit beleid te rijmen met de vijf algemeen op economisch hers tel en meer werkgelegenheid aanvaardde doelstellingen van economische poliwaarbij loonmatiging een noodzakelijke voortiek? Ter verduidelijking een schema: waarde is. ~eleid:

algemene doelsteUingen: 1) stabiel prijniveau 2) werkgelegenheid 3) evenwichtige betalingsbalans 4) rechtvaardige inkomensverdeling 5) evenwichtige groei

1) 0% groei collectieve lasten ~) terugdringen financieringstekort ( 1% p.j.)

tussendoelsteUingen: a) verbetering concurrentiepositie b) verbetering rendementspositie bedrijven c) terugdringing liquiditeitscreatie Het direkte verband tussen beleid en algemene doelstellingen (met als belangrijkste 2 en 5) is moeilijk te leggen~ Vandaar dat er tussen doelstellingen zijn geformuleerd die natuurlijk in verband moeten staan met enerzijds het beleid en anderzijds de 5 algemene doelstellingen. Gesteld kan worden dat beleidslijn 1 gunstige invloed heeft op tussendoelstellingen a en b. Ook beleidslijn 2 heeft invloed op tussendoelstelling b ( nl. het beroep van de overheid op de kapitaalmarkt w,ordt minder waardoor de rente daalt) en eveneens op c. Dit verband is dus vrij makkelijk te leggen. Moeilijker gaat de koppeling

Onderdeel van het beleid moet zijn het terugdringen van het financieringstekort van de overheip. Dit tekort is nu ( dagkoers van Le Blanc) opgelopen tot bijna 8% van het nationaal inkomen. Hij noemde twee oorzaken voor deze stijging. Allereerst de tegenvallende economische groei. Zowel het kabinet Den Uyl als het kabinet Van Agt I baseerde het beleid op veel te hoge groeiverwachtingen ( resp. 3 en 3 procent p.j.). Daar de gerealiseerde groei de laatste 5 jaar gemidde\d nog geen 1/2% bedroeg daalden de inkomsten van de overheid a.g.v. daling van het rendement van het bedrijfsleven, de bestedingen

Inleiders: C. van Ewijk (UvA) L.J.C.M. Le Blanc (Dir.-Gen. van de Rijksbegroting) Forum: Voorzitter: M.J. Ellman (UvA) Deelnemers: Y.S. Brenner (RU Utrecht) J.J. van Duijn (Interfacul teit Delft) C. van Ewijk L.J.C.M. Le Blanc en de lonen, terwijl de wtgaven bleven stijgen. A1s tweede oorzaak noemde hij het financieringstekort zelf waardoor een steeds hogere rentelast ontstond.

Toekomstige problemen De drie meest opvallende problemen op financieel gebied voor de overheid in de komende jaren zijn de invloed van het aardgas op het overheidsbudget, de ontwikkeling van de rentelasten en de woningbouw. A1lereerst het aardgas. Aan. gezien de prijs van het aardgas gekoppeld is aan de olieprijs, die in dollars wordt bepaald en aangezien de dollarkoers nogal fluctueert is de hoogte van de inkomsten uit aardgas vrij onzeker. Ook was Le Blanc niet zo blij met het feit dat de binnenlandse aardgasprijs niet met 10 cent omhoog gaat. Elke cent minder betekent immers weer een extra gat in de begroting. Het tweede probleem geldt de rentelasten. In de afgelopen 10 jaar is het door de overheid te betalen bed rag aan rente en aflossing gestegen van 35 naar 120 miljard. Het is hier nog niet zo ver dat geleend moet worden om de rente op leningen te kunnen betalen ('Belgische toestanden') maar door de leningen die de overheid aangaat wordt wei een extra druk op het bedrijfsleven ge\egd. Ais derde probleem noemde hij de woningbouw. De politiek fixeert zich op het aantal te bouwen huizen per jaar. Deze woningbouwprogramma's zijn een van de oorzaken van het financieringstekort. Vanwege het hoge tekort stijgt de rente waardoor bouwen in de vrije sector moelijker wordt. Het programma moet gehaald worden dus de overheid vult het gat op met gesubsidieerde bouw. Hierdoor stijgen de uitgaven, het tee kort van de overheid neemt toe, de rente stijgt ... en de cirkel is rondo

Inkomensverdeling Ais laatste stelling van Le Blanc gold dat het grote be lang dat wordt gehecht aan de beperking van de koopkrachtdaling voor de minima ( maximaal 1%) voorbij gaat aan: -de arbeidsmarkt: nivelleren tussen minimum en modaal is niet meer mogelijk, boven modaal nog wei; -de werkelijke inkomensverdeling: jongeren hebben het meest geprofiteerd van de nivellering en zijn nu eigenlijk te duur; -de gevolgen voor het overheidsbudget: als gevolg van het progressieve belastingsteisel nemen bij nivellering de inkomsten van de overheid af. Bovendien betekenen de voorgestelde toeslagen voor aile minima een extra uitgavenpost voor de overheid van 1 miljard. Als toegift voorspelde Le Blanc dat de uitkomst van het nu gevoerde overleg in de regering chaotisch zal zijn. Een be\eid bestaande uit slechts mooie woorden. Niet helemaal waar, moest hij even later toegeven want uitvoering van revervolg op pag. 15

9


De Inkomenspositie van Studenten* Nog voor het begin van dit akademische jaar vond in het Maupoleum een bezetting plaats. Op 24 en 25 augustus trof dit lot het Buro Inschrijving van de Universiteit. De aktievoerende studenten wilden hiermee kracht bijzetten aan hun eis, dat de koUege- en inschrijfgelden niet zouden worden verhoogd. Tevens werd beoogd het A.B.O. (Algemeen Bewoners Overleg voor de studentenhuizen) te ondersteunen in zijn strijd tegen de te hoge huren en oplopende servicekosten.

Op de achtergrond van deze bezetting speelt het gevoel onder veel student en, dat hun inkomen al jaren achterblijft bij de inkomensontwikkeling van de rest van de Nederlimdse bevolking. Nu is het klagen van studenten over een te laag inkomen niets nieuws. Toch lijken er gegronde redenen te zijn om aan te nemen, dat hun inkomen van verschillende zijden extra onder druk gezet wordt. Meerdere voorbeelden uit het recente .verleden kunnen in dit verband worden aangehaald. Nadat in het begin van de zeventiger jaren het kollegegeld al van f 250,- naar f 500,- was gestegen, werden destudenten bij de aanvang van dit studiejaar opnieuw gekonfronteerd met een kollegegeldverhoging, nu van f 500,- naar f 750,-. Tegelijkertijd werd het inschrijfgeld van f 100,op f 150,- gebracht. Een andere bedreiging voor het studenteninkomen vormt de eventuele verlaging van de studietoelagen. In de voorjaarsnota 1981 werd dit plan om tot verlaging van de studiebeurzen over te gaan, aangekondigd l . De maatregel zou enkele tientallen miljoerien guldens hebben moeten opleveren om het dreigende financieringstekort tegen te gaan. De regering presenteerde haar beleidsbeslissing met verwijzing naar het alom bekende en bekritiseerde profijtbeginsel, inhoudende, dat burgers meer moe ten beta len voor de diensten die de overheid hen !evert. Ook andere maatregelen werden overwogen. De korting路 van twee procent op de prijskompensatie, die de werknemers dit jaar als gevolg van de loonmaatregel treft, zou eveneens voor de studietoelagen moeten gaan gelden. Tot nu toe vindt aanpassing van de beurzen plaats aan de hand van het prijsindexcijfer. Op dit punt is door het kabinet echter nog geen besluit genomen . . Een andere aanval op het studieinkomen werd ingezet door onderwijsminister Pais. Hij moest een gat van 119 miljoen gulden op zijn departementale begroting wegwerken. Zijn oplossing om het grootste gedeelte (70 miljoen) van dit bedrag op te brengen, bestaat hierin, dat hij eenvoudig tot een latere uitbetaling van de studietoelagen heeft besloten.

Studenten krijgen hun beurs voor januari voor een keer niet in december, zoals gebruikelijk, maar pas in januari. Struktureel brengt deze beursmaatregel geen enkele oplossing voor de begrotingsproblemen bij Onderwijs. De januaribeurzen worden volgend jaar gewoon in december uitbetaald, lOdat het bed rag van 70 miljoen gulden dan tweemaal op de begroting drukt.

Ook op andere front en hebben beursstudenten al een stuk van hun inkomen moeten inleveren, speciaal gehuwde studenten.3 Deze zagen enkele jaren geleden hun uitkering plotsklaps met zo'n drieduizend gulden kelderen o Het ministerie meende het oorspronkelijke bed rag, dat aan deze studenten werd uitgereikt, bestaande uit een bed rag van tweemaal een maximumtoelage, te moeten korten tot de som van een toelage voor uit- en thuiswonenden. Andere recente verslechteringen betreffen de vermindering van de maximale bijverdienste, problemen bij een tweede studie en de verhoging van de drmepelwaarde om belasting terug te kunnen krijgen. Het verzwaren van de normen voor een kinderbijslaguitkering heeft er toe geleid, dat een aantal studenten hierbij uit de boot vie1en en daardoor ook vee1al de mogelijkheid tot deelname aan het Ziekenfonds in rook zagen opgaan. De snelle stijging in de laatste jaren van de huur, de servicekosten en de nu niet bepaald rooskleurige vooruitzichten zijn problemen, die vooral in de naaste toekomst zullen gaan spelen. Alles bij elkaar genomen is er aanleiding om te veronderstellen, dat de inkomenspositie van de studenten er inderdaad slechter op geworden is.

Studentenbudgetonderzoeken Hoe heeft het studenteninkomen zich sinds 1966 ontwikkeld? In het studiejaar 1966/1967 heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek op verzoek van de Minister van Onderwijs en Wetenschappen een onderzoek ingesteld naar de middelen en het ve bruik van de Nederlandse studenten. 4

* Met hartelijke dank aan Harko van den Hende voor het rekenwerk.

10

Bij de opzet van dit eerste nationale studentenbudgetonderzoek (en tot op heden het laatste) kon, zij het in beperkte mate, gesteu.nd worden op ervaringen opgedaan bij eerder gedane onderzoeken bij de Nederlandse gezinnen en kon er gebruik gemaakt worden van inzichten verkregen door plaatselijke onderzoeken gehouden onder studenten. Het eindresultaat lOU een indexcijfer moeten opleveren aan de hand waarvan de Rijksstudietoelagen waardevast gemaakt zouden kunnen worden. Om zo'n indexcijfer vast te kunnen stellen zou dit onderzoek, zo schreef de minister in zijn opdracht 5: 'inzicht moeten verschaffen in de totale omvang van het inkomen per student bij uiteenlopende kategorien student en, in de wijze waarop zij voor verschillende levensbehoeften hun inkomen besteden en tevens de mogelijkheid moeten bieden de wijze van besteding door verschillende kategorien studenten te vergelijken'. Centraal in zo'n onderzoek naar het inkomen van student en staat wat men onder een student dient te verstaan. Het CBS versond in 1967 onder student en 6: 'Ongehuwde Nederlanders tot en met 27jaar, die in het studiejaar 1966/1967 volledig waren ingeschreven aan een van de Nederlandse universiteiten of hogescholen en die het gehe1e jaar IS uur of minder werkten. Voor degenen, die les gaven aan een school gold een maximum van 10 lesuren per week. Geestelijken en kloosterlingen waren van medewerking aan dit onderzoek uitgesloten.'

Uit het budgetonderzo.ek kwam als eindresultaat, dat de studiebeurs op f 6000,- diende te worden vastgesteld.1 Toen echter in 1966 het bestaande stelsel van studiefinanciering van start ging, werd de maximale studietoelage vastgesteld op 4000 gulden. Sindsdien is jaarlijks een pleidooi gehouden voor een volledig nieuw stelsel van studiefinanciering, maar tot nu toe is daar nog niets terecht gekomen. In de loop der jaren is er verder nog een landelijk studentenonderzoek verricht door het NIPO (1980) 8 en zijn er een aantal plaatselijke onderzoeken geweest (Utrecht: 197711978 9;Groningen: 1979/1980 10 en Amsterdam 1980 II).

Het onderzoek van het Nipo werd gehouden in juni 1980 in opdracht van een aantal banken, verzekeringsmaatschappijen, uitzendburo's en het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Het eindresultaat kan men inzien in de bibliotheek van dit ministerie te 's-Gravenhage. Verspreiding van de uitkomsten vindt echter niet plaats.


Ruim 90% van de studenten bleek met zijn inkomen onder het bestaansminimum voor alleenstaanden te zitten. Vit de gegevens van de direktie studiefinanciering van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen bleek verder, dat iii 1979/1980 nog maar 33.2% van- de studenten een rijksstudietoelage ontving. In het studiejaar 1978/1979 was dat nog 34% en in 1974/1975 zelfs 38.50/0. De resultaten van het NIPO-onderzoek komen overeen met een onderzoek, dat de Vtrechtse studentenvakbond VSF in het studiejaar 1977/1978 heeft gehouden. Toen bleek 80% van de studenten onder het bestaansminimum (voor alleenstaanden) te moeten leven. Vit een onderzoek naar het gemiddelde inkomen, gehouden aan de Rijksuniversiteit van Groningen in het studiejaar 1979/1980 kwam naar voren, dat het (gewogen) gemiddelde studenteninkomen ! 8220,- bedroeg. In tabel 1 zijn de resultaten van dit onderzoek weergegeven. Tabel 1:

Inkomensverdeling van studenten in Groningen 1979/'80.

14% minder dan! 6.700,25%! 6.700,- tim! 8.000,35%! 8.000,- tim! 9.400,25% meer dan! 9.400,.

(gemiddeld! 6.300,-) (gemiddeld! 7.300,.) (gemiddeld! 8.700,") (gemiddeld! 9.800,-)

Het gewogen gemidde1de bedraagt! 8.220,- per jaar.

Bron:

Woonlasten van studenten, concept nola S.S.H. en anderen

Volgens de jaarlijks in de media terugkerende publikaties van de Raden van Arbeid omtrent de kosten van een studerend, uitwonend kind be路 droegen deze in het studiejaar 198011981 ! 12.300,- inklusief! 600,- kollege- en inschrijfgeld. Een onderzoek van het bewonersoverleg Vilenstede onder haar bewoners bevestigde de Groningse cijfers globaal voor Amsterdam.

Op het eerste geiicht progressieve plannen, ware het niet, dat er een aantal haken en ogen aan zitten. Ais voorwaarde is namelijk ruin het nieuwe sYstet:m geste!d, dat het niet meer mag kosten dan het huidige stelsel. Dit betekent, dat de bestaande gelden voor kinderbijslagregelingen en rijksstudietoelagen over een aanmerkelijk grotere groep uitgesmeerd moet worden.

Het LOG (Landelijk Over leg Grondraden) heeft eind vorig jaar al een alternatief plan in 'sGravenhage gepresenteerd. 14 Ook dit samenwerkingsorgaan van de studentenvakbonden wi! een eigen inkomen voor elke student. Zij verzet zich tegen het uitgangspunt van het profijtbeginsel van het kabinet-van Agt. De studentenvakbond wil voor alle Nederlanders van achttien jaar en ouder, dus ook voor studenten, een gegarandeerd inkomen gelijk aan d bijstandsuitkering (70% van het minimimloon voor alleenstaande volwassenen).

De tekorten die daardoor in de portemonnaie van de meeste studenten ontstaan, kunnen worden aangevuld door het afsluiten van rentedragende leningen bij het partikuliere bankwezen. Voor de gemiddelde student kan dit een uiteindelijke schuldenlast van zo'n! 130.000,- betekenen, terug te beta len in dertig jaar.13 De kloof tussen studenten met welgestelde ouders en studenten, die voor de fmanciering van de studie niet op thuis kunnen terugvallen lijkt daarmee weer aanmerkelijk te verbreden. Vraag De toelagen zouden in het nieuwe stelsel uiteinis zelfs, of het voor de groep die is aangewezen delijk geheel uit beurs moeten bestaan. Omdat op de studietoelage, nog raadzaam is om een stu-. daarmee in de rijksbegroting nu nog geen rekedie te beginnen. ning is gehouden, stelt het LOG een overgangsrege!ing voor, waarin de tegenwoordige verhouDe algemene positie van de student is financieei ding wordt gehanteerd van 60 procent beurs, 40 (zoals later aangetoond zal worden) en juridisch procent renteloos voorschot . Het voorschotgeslecht te noemen (juridisch, omdat studenten deelte zou in acht jaar tijd geleidelijk tot nul rechteloos zijn. Bestaande regelingen kunnen na- moeten afnemen. melijk zonder meer door het ministerie van On- Daarnaast zou er een bijverdienste-regeling moederwijs en Wetenschappen gewijzigd worden). ten blijven bestaan, om iedereen de gelegenheid Van overheidswege weet men dit ook, zodat de te geven boven het minimum uit te komen. toegang tot de Bijstandswet maar vast bij voorbaat is afgesloten, omdat ongetwijfeld anders het grootste. dee I van de studentengemeenschap er De reakties over het plan als geheel varieerden van positief tot afwijzend, maar over een ding cen beroep op zal doen. De voorstellen om tot een nieuw stelsel te ko- waren de kamerleden het eens: 'Niet te betalen' . men, zoals deze in maart j.1. door Pais op tafel Zowel het voorstel van ex-minister Pais als dat zijn gelegd zullen de problemen voor studenten van het LOG lijken op korte termijn geen oploswaarschijnlijk doen toenemen, omdat degene, sing te bieden.

Grafiek I: Ontwikkeling maximale rijksstudietoelage (vergeleken met reele netto AOW-uitkering voor cen persoon). Index 1967=100

index 170

De indruk, die wij van het bovenstaande krijgen is, dat het inderdaad slecht gesteld is met het studenteninkomen. Moeten wij een nieuw studiefinancieringsste!sel overwegen en hoe verhoudt het inkomen van studenten zich tot dat van met hem/haar te 路 vergelijken groepen als werkende jongeren en AOW-ers? Hier gaan wij nu nader op in.

die in een dergclijk stelsel nog de moed heeft om een studie te beginnen zijn vrijheid de eerstkomende dertig jaar aan de banken verpacht. Studie als vorm van zelfontplooiing lijkt daarmee steeds verder weg te liggen.

,"'----- AOW

160 150 140 130 120 110 100

MRST

90

StudieilDancieringsstelsel In maart heeft minister Pais van Onderwijs zijn plannen bekend gemaakt om tot een nieuw ste!sel van studiefinanciering te komen. 12 De eerste reakties in de Kamer waren niet bemoedigend voor de bewindsman. Ais de plannen van Pais niettemin doorgang vinden, krijgen alle studenten van achttien jaar een basisbeurs, ongeacht de opleiding die zij volgen. Binnen het huidige stelsel is dit alleen weggelegd voor studenten van het wetenschappelijk- en hoger beroepsonderwijs.

80 70 60

/

(

50 40

,--/ ,,

~

--_."

,

'58 '59 '60 '61 '62 '63 '64 '65 '66 '67 '68 '69 '70 '71 '72 '73 '74 '75 '76 '77 '78 '79

jaar

11


DIJKER EN DOORNBOS BIEDT EEN BOEIENDE TOEKOMST AAN DE EC. DRS. DIE ZICH INTERESSEERT VOOR DE ACCOUNTANCY Taakomschrijving: In de aanvangsfase wordt u ingezet in de controlepraktijk. Daarbij wordt rekening gehouden met uw postdoctorale studie accountancy. Zo ontwikkelt u zich snel en

efficient tot registeraccountant. Als een dergelijke toekomst u aantrekt, dan verzoeken wij u contact met ons op te nemen over de mogelijkheden voor een

BEDRIJFSECONOOM (diverse vestigingen)

Vereisten: geheel ofvrijwel geheel voltooide studie (bedrijfs) economie aan een van de Nederlandse hogescholen of universiteiten. Bereidheid om de postdoctorale studie accountancy te volgen. (Voor het volgen van die studie biedt onze maatschap ruime faciliteiten.)

Profiel van onze organisatie: Dijker en Doornbos/ accountants heeft een samenwerkingsverband met belastingadviseurs en organisatieadviseurs. De maatschap telt 24 vestigingen in Nederland, 2 in Belgie en 1 op Curac;ao, waarin circa 1.800 mensen werkzaam zijn.

Arbeidsvoorwaarden: Salariering overeenkomstig bestaande schalen; 13de maand; 8% vakantietoeslag; vakantieregeling op basis van leeftUd; goede regeling omtrent vergoeding van reis- en studiekosten; collectieve verzekeringen; pensioenfonds.

Z\j maakt deel uit van de internationale maatschal? Binder Dijker Otte & Co. (B.D.o.) met 200 vestigingen over de gehele wereld.

Carriere: Wij gaan er net als u vanuit dat 1I uw postdoctorale studie accountancy met goed gevolg afsluit. Dan bent u officieel registeraccountant. Afuankelijk van uw ontwikkeling bir.nen de maatschap behoort daama benoeming tot medewerker of vennoot tot de mogeJijkheden. Sollicitatie: U kunt uw sollicitatie of verzoek om nadere inlichtingen richten tot Dijker en Doornbos/ accountants t.a v. de heer F.A. Slikker, Buitenveldertselaan 7, 1082 VA Amsterdam, telefoon: 020-446881.

In de maatschap wordt een modem sociaal beleid gevoerd in samenwerking met diverse beleidscommissies en Ondernemingsraad. Een functiewaarderingssysteem en een daarop afgestemd salaris- en beoordelingssysteem zijn onlangs ingevoerd. Een begin wordt gemaakt met gesystematiseerde carriereplanning/promotiebeleid. Er is een bedrijfsgeneeskundige dienst aan de maatschap verbonden.

000...

88B8~==.

00000••• 00000••• 0000 ••• 000 •••

Zie ook: julillil&iI onder * 30323 #:

Dijkeren Doornbos/accountants Alkmaar Amsterdam Amhem Bergen op Zoom Breda Doetinchem Eindhoven Emmen 's-Gravenhage Groningen

. Heerlen Helmond Hengelo(O) 's-Hertogenbosch Hilversum Leeuwarden Middelburg Ntjmegen Roermond Roosendaal Rotterdam Tilburg Utrecht Zwolle Antwerpen Brussel Willemstad (CUraylO) Intemationaal Binder Dijker Otte & Co.: Amsterdam Brussel Dublin Hamburg Kopenhagen Lissabon Londen Luxemburg Madrid Milaan Oslo Parijs Stockholm Wenen Ziirich en in diverse steden in andere werelddelen.


De relatieve Inkomenspositie van Beursstudenten De ontwikkeling van de sociale minima speelt al jaren een grote rol in Nederlands sociaaleconomisch beleid 15 . Invoering en verhoging ervan hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de na-oorlogse inkomensnivellering.

Wij hebben gekozen voor een vergelijking met de netto reele AOW-Uitkering voor alleenstaanden. Op tal van punten (men denke aan voeding, medische verzorging, huisvesting, culturele voorzicningen) zullen de bestedingspatronen van deze groepen, als ook de te beta len prijzen g}obaal met elkaar in overeen~temming zijn.

Wat wij onder het bestaansminimum verstaan is onderhevig aan maatschappelijke opvattingen, die in de loop van de tijd sterk kunnen veranderen. Behoorden de zwart-wit televisie, de koelkast, de wasmachine, de te1efoon etc. tegen het eind van de jaren vijftig nog tot de luxe goederen, thans worden in Nederland deze artikelen meer en meer tot het pakket van minimaal noodzakelijke goederen gerekend. Het bestaansminimum in deze zin is dus niet een absoluut begrip dat konstant blijft in de tijd, maar is gerelateerd aan wat anderen in de samenleving zich kunnen veroorloven. Hier duikt dan ook het grote probleem op met betrekking tot de vergelijking van beursstudenten met andere groepen binnen onze samenleving. Welke goederen moeten wei en welke niet tot het bestaansminimum gerekend worden en indien dit vastgfsteld kan worden, : hoe hoog moet dan het minimuminkomen zijn? In ons land bestaan wettelijk gegarandeerde sociale minima. Dit zijn b.v. het minimumloon en AOW-, WW- en WAO-uitkeringen. De o11lVangers van deze uitkeringen worden ook wei de laagst betaalden genoemd.

Wij hebben de gegevens in grafiek I weergegeyen. Voor de index is 1966/1967 als basisjaar gekozen, omdat in dat jaar door het CBS de studentenbeurs ingevoerd werd. Het AOW-inkomen (hier het nettQ-inkomen van een persoon) isgekoppeld aan het netto minimumloon 16 . De ontwikkeling van beurs en AOW hebben wij tevens gekoppeld aan de ontwikkeling van het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie. Wij verkrijgen zodoende het reele indexcijfer (voor de formules zie Appendix).

Hoe heeft de maximale netto reele studietoelage zich ontwikkeld ten opzichte van deze minima?

Uit deze grafiek blijkt, dat de reele netto maximale studietoelage sterk is achtergebleven bij de reele netto AOW-uitkeringen voor alleenstaanden. Tot 1971 was de maximale beurs in absolute bedragen hoger dan de AOW -uitkering. In dat jaar keerde de situatie om. Zo bedraagt de maximale studietoelage op het ogenblik ca. 78 procent van de netto AOW voor ongehuwden. Exclusief het renteloos voorschot is dit ca. 46 procent. Beursstudenten blijken een besteedbaar inkomen te ontvangen, dat een stuk beneden de AOW voor ongehuwden Iigt. Formee1 kan gesteld worden, dat op basis van de sociale minima de beursstudent de allerlaagst betaalde is l7 .

Grafiek 2: De ontwikkeling van de maxima Ie rijksstudietoelagen voor de jaren 197211979 (vergeleken met AOW en netto minimum loon) in absolute bedragen (guldens per jaar)

17 16 15

NML

14 13

12

AOW

11

10

MRST

9

8 7

6

5 4 'r--r- .---.--.--.--.---,r---.--.-.---.--.- T-路-, -

. '73

'74

'75

Tabel 2:

Maximale rijksstudietoelage (MRST), algemene ouderdomswet (AOW) en netto minimumloon voor de jaren 197211979.

jaar 1972/'73 1973/'74 19741'75 1975/'76 1976/'77 1977/'78 19781'79

MRST*

AOW

NML

5.660 6.130 6.870 7.490 8.200 8.790 9.090

6.247 7.375 8.565 9.448 10.202 10.993 11.378

8.924 10.536 12.236 13.497 14.574 15.704 16.254

* in guldens per jaar

Bron:

-De nood is hoog; is de redding nabij?, concept nota S.S.H . en anderen, bijlage 2. -Odink, ].0., De relatieve inkomenspositie van de AOW-ers.

ge-

guldens i xl000

'72

Wij wijzen erop, dat hier gesproken is over een student met 路een maximale beurs. In het voorafgaande hebben wij gezien, dat slechts een klein gedeehe van de studentenpopulatie dit bedrag of meer ontvangt. Ook een vergelijking van een maximale beursstudent met het netto minimumloon (voor 23 jaar en ouder) vah ten nadele van de student uit. Dit is niet verwonderlijk, daar het netto minimumloon ongeveer 1017 van de netto AOW voor ongehuwden bedraagt18. Grafiek 2 en tabel2 geyen een beeld van de inkomensontwikkeling van de drie door ons besproken groepen.

'76

'77

'78

'79

lr~.'T I-r-"T

jaar

Uit deze cijfers mag echter niet de conc1irsie trokken worden, dat studenten sterk benadeeld zijn ten opzichte van werkende jongeren. In een dit jaar verschenen rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau werd aangetoond, dat de overheid met haar voorzieningen (tertiaire inkomensverdeling) studerende jongeren het meest bevoordeelt. Deze bevoordeling echter geldt met name jongeren uit de meer welgestelde huishoudens. Voor werkende jongeren (en voor hun wet:路 loze leeftijdsgenoten) zijn er weinig diensten, verstrekkingen en subsidies.

Conc1usies Er schort nog wei het een en ander aan de politiek die er ten aanzien van studenteninkomens gevoerd wordt . Duidelijk is geworden, dat de overheid de afgelopen jaren een aantal maatregelen heeft genomen, die de studenten in hun portemonnaie gevoeld hebben. Tevens is hun inkomen bij die van andere min of meer vergelijkbare groepen, zoals AOW-ers en werkende jongeren achter gebleven. Omdat onder studenten de inkomensverschillen relatief groot zijn zal het uitgangs punt van een nieuw studie-financieringsplan dan ook moeten zijn, dat de studietoelagen in handen komen van die jongeren, die het geld het meest nodig hebben. Niet het inkomen van de ouders moet centraal staan, maar de positie van de individuele student. Hans Koenhein vervolg op pag. 15

13


INTRODUCTIEWEEK 1981 ~ I

Van 7 tIm II september j.1. heeft de jaarlijkse infroauctieweek voor de meuwe eerstejaars economiestudenten weer plaatsgevonden. In november 1980 werd door de faculteitsraad een commissie benoemd om dit te regelen. De opzet van de introductieweek is dit jaar anders geweest dan in vorige jaren. Alleen de eerste dag, dus maandag, 7 september, brachten de studenten door in het gebouw van de faculteit. Direct op dinsdagochtend vertrokken alle groepen naar de jeugdherbergen om pas vrijdagochtend hiervan weer te vertrekken, zodat het aantal buitendagen tot drie was uitgebreid. Dit, omdat de commissie van mening was dat het onderling kennismaken dan beter zou uitkomen, terwijl de ervaring van vorige jaren leerde dat de dagen die op de faculteit werden doorgebracht nooit erg succesvol waren. Het verloop in de groepen was dan erg groot, vooral bij die groepen, die op donderdag van de buitendagen terugkwamen en daarna nog lezingen en colleges moesten volgen.

De werving van ouderejaars studenten als begeleiders van de eerstejaarsgroepen (mentoren) werd ter hand genomen en het enthousiasme hiervoor was z6 groot, dat we niet eens alle aanmeldingen hebben kunnen plaatsen. Natuurlijk wel jammer voor degenen die daardoor niet mee konden, maar op zichzelf een buitengewoon positieve ontwikkeling. Het is een duidelijk bewijs dat de introductie door de studenten een be langrijke zaak gevonden wordt. Ook van de zijde van de stafwas de belangstelling trouwens groot. Velen meldden zich spontaan aan om lezingen te organiseren, of om op andere wijze mede te werken.

Een moeilijkheid voor de commissie was de grote onduidelijkheid over de te verwachten studentenaantallen voor onze faculteit. Een lichte paniek brak uit, toen een week voor de introductie de laatste computerlijst driehonderd aanmeldingen bevatte (exc1usief avondstudenten!). Dus werden er op het laatste moment twee collegezalen gereserveerd voor de ontvangst op maandagochtend. Op die bewuste ochtend was het in de cantine inderdaad behoorlijk vol, zodat verdeeld over de twee zalen 1174 en 2174 de werkgroepformulieren en studiegidsen werden uitgedeeld.

Toen bleek dat er ongeveer 230 studenten verschenen waren die vervolgens toch in een zaal werden samengeperst voor het college van prof. Van Stuijvenberg, die bereid was geweest op het laatste moment de wegens ziekte verhinderde prof. Van den Doel te vervangen. Het middaggedeelte begon met een kort maar krachtig college van pr~f. Van der Weel, waarna in werkgroe路 pen verdeeld, voorlichtingscolleges over het referatensysteem volgden. De dag werd vervolgens afgesloten met (uiteraard) een borrel van de S.E.F.

14

Ongeveer 140 studenten gingen de volgende dag -mee naar de buitendagen in de jeugdherbergen--te Elst (Utrecht) en Beegden (Limburg). De reis per trein en bus verliep merkwaardig genoeg weer zonder problemen. En als student KarelJan de trein mist kan hij nog altijd met z'n eigen supersnelle motorfiets de locatie in Elst bereiken. Zelf arriveerde ik hier met mijn eigen auto, volgeladen met audiovisuele apparatuur, papieren, spelletjes en studie-adviseur Van Gelder. De middag werd volgemaakt met het spelen van het bedrijssimulatiespel 'VAM' . In het warme en zonnige weer kon dit gelukkig buiten gespeeld worden. Verder werd er uiteraard ook tijd besteed aan sportieve zaken als voet- en volleybal. Geheel volgens de traditie werd er een lange en moeilijke veldloop ( of was het een bosloop?) uitgezet, waaraan maar 't liefst 35 mensen deelnamen, waarbij zelf enige meisjes! We hebben kennelijk een sportieve generatie studenten aangekregen. In de namiddag verschenen er enige dames narnens de afdeling vrouwenstudies om een discussie over de positie van de vrouw aan de faculteit op te zenen. Een paar jongens die wat later in de vergaderzaal verschenen, in sportkleding en nog dampend van het zweet na afloop van een extra veldloop, werden er meteen weer uitgeknikkerd. Na de avondmaaltijd verschenen er twee leden van het faculteitsbestuur, de heren Venekamp en De Vrije, die een uiteenzetting gayen over de wijze waarop de faculteit wordt bestuurd. De avond werd verder besteed aan een korte boswandeling, bierdrinken en dans en. De disco was tot half elf voor een lag ere school uit Boxtel gereserveerd, en werd daarna ingenomen door de economen en geografen. De temperatuur en vochtigheidsgraad stegen al snel tot saunahoogte en men kon urenlang in ern hossende massa de eerstejaars studenten, de mentoren en de stafleden op de swingende dansvloer zien staan. Toen de aangeschoten bende om kwart over twee door orne Arie de kroeg uitgesmeten werd, yond Nicolaas het nog lang geen tijd om te gaan slapen en werd er nog geruime tijd op ouderwetse wijze 'gekeet' op de slaapzaal. Het viel niet mee om de volgende ochtend al weer vroeg op te staan om af te zakken naar het Limburgse, naar de jeugdherberg te Beegden. Ditmaal vergezeld door Bert van Gelder en het bestuurslid Piet de Vrije ( bekend van de roddelblaadjes, zoals 'OPOE' en Folia Civitatis), die ouk geen erg rustige nacht gehad scheen te hebben. Rustig was het wei in de jeugdherberg in Beegden, een werkelijk keurige, netjes onderhouden, kleine herberg, een oase van rust vergeleken bij de bende in Elst. Het was de dag van de lezingen, en toen wij in Beegden aankwamen, was Piet Jongejan van de afdeling bouweconomie al bezig een verhandeling te houden over het verband tussen werkeloosheid in de bouw en de woningnood. Een aantal van zijn uitspraken lokten discussie uit. Na de lunch was het weer de beurt aan het bestuursduo Venekamp en D e Vrije, die op een zonovergoten weilandje achter de jeugdherberg voor een rustig luisterend publiek dt zonnige zijde van de bestuurlijke aspecten van de faculteit belichtten.

Vervolgens hadden we het genoegen professor Frank te mogen ontvangen. Deze internationale bekendheid was rechtstreeks uit New York naar Beegden gekomen om een inleiding te houden. Vergezeld van zijn medewerker de heer Klaasse Bos hield Frank een bijzonder boeiend betoog, waarbij hij in een ruk de belangrijkste brand路 haarden van de wereld als Iran, Zuid-Amerika en Polen de revue liet passeren. Ook na zijn lezing b1eefhij nog vele vragen van de studenten beantwoorden en het contact was zelfs z6 goed, dat Frank, en ook de heren Jongejan en Klaasse Bos, de avondmaaltijd in de jeugdherberg bleven gebruiken om nog wat met de studenten te praten en daarna pas als goede vrinden afscheid te nemen. Vlak voor de maaltijd was er door Frank van Erp nog even een parcours voor de veld loop uitgezet, een zeer zwaar traject, door, langs een weiland, en over een hoge heuvel met mul zand. Dit werd door een groep fanatieke lopers zo snel afgeraasd, dat ik al na enige minuten totaal ontgoocheld achterbleef, gereed om m'n plaats in de introductiecommissi~ aan jongere collega's afte staan. Gelukkig bleef P etra Vermeulen op me wachten, zodat ik niet moederziel alleen als laatste binnenkwam.

Direct na de maa/tijd begon het vrouwenberaad. Zoa/s gewoonlij'k zIjn er ook dit jaar weer bijzonder weinig meisjes aangekomen. De weinigen die er in de jeugdherberg te Beegden waren, werden door de dames van het vrouwenberaad voor het vormen van een praatgroepje bij"eengezet op een binnenp/aatsje vlak achter de keuken ( dus dicht bij de p/aats waar de vrouw eigenlij'k thuis hoort) en je zag ze de verdere avond dus he/emaal niet meer. Maar nu ja" . (met name naar aan1eiding van deze alinea wensen wij de lezers er op attent te maken dat dit een ingezonden artikel is en de redaktie voor de inhoud ervan geen verantwoordelijkheid draagt; red.).


Avondwandelingen, nachtelijke zwempartijen en genieten van diverse be1gische biersoorten waren de bezigheden. En Otto de Geest was nog bijna ~p zijn nachtwandeling door de veldwachter gearresteerd. De volgende ochtend werden we gewekt door de schitterende klan ken van de L.P. 'Abbey Road' van de Bea:tles, op beschaafd volume afgedraaid, een nieuw bewijs van de klasse van de jeugdherberg in Beegden. De activiteiten kwamen echter vanwege de dichte ochtendmist maar langzaam op gang. Pas tegen half twaalf werd het simulatiespel der internationale economische betrekkingen, onder kundige leiding van Dick van Nes in beweging gezet. Dick had wat wijzigingen in de spelregels aangebracht, die de bespeelbaarheid van het spel hadden vergroot. Het werd met enthousiasme door velen meegespeeld en duurde tot acht uur 'savonds en had tien volleqige ronden gehaald, een absoluut record in de hi storie !

avonds nog velen voldoende energie over te hebben om er een grote bende van te maken. De disco draaide weer op volle toeren en er vonden kleine schermutselingen plaats voor de aangrenzende feestzaal van de M.E.A.O.-school waar enkele kerels van onze faculteit probeerden binnen te dringen om ook daar de zaak wat op te vrolijken. Dit werd echter door de leiding van de MEAO niet op prijs gesteld. Hoe is dit nu mogelijk ?? En zo w~rd het, ver na middernacht, een stuitende dronkemansbende in het cafe van orne Arie. Een hossende massa, als carnavalsvierders deinend op de muziek van Andre Hazes. Bestaat er iets ergers ?? En met weemoed gingen mijn gedachten terug naar de avond ervoor, naar de verfijnde stemming in de jeugdherberg in Beegden, waar ik, genietend van een glas Geueze Lambiek en de stemmige muziek van David Gates' Bread, in een gerieflijke fauteuil gezeten, de tijd doorbracht met een goed gesprek.

.Intussen was ik zelf alweer naar Eist vertrokken, waar ik in de vroege namiddag arriveerde, nog net op tijd om te zien dat het simulatiespel daar in een totale wereldoorlog was ontaard. Een paar landen hadden zichzelf al opgeheven, zodat de inwoners ervan heerlijk in het najaarszonnetje konden uitrusten van aile diplomatieke beslommeringen. Het was trouwens duidelijk dat in deze fase van de introductieweek de vermoeidheidsverschijnselen een rol gingen spelen, want nog slechts een handjevol van de allersterksten liepen die de veld loop nog mee. Toch bleken 's-

De volgende ochtend speelden we het volgende spel: hoe krijgen we 80 man in een C.N.-autobus? Moeilijk, vooral als er Nicolaas Heyen John van Oosten bij zijn. Vraag niet hoe het kan, maar het lukte ! De terugreis verliep, zowel uit Eist als uit Beegden, weer zonder problemen. I;>e stromende regen, die tegen de middag neergutste, kon de introductieweek niet meer bederven. Achteraf

heb ik nog vernomen dat ook de woensdag in Eist goed is verlopen. Hier waren zelfs drie sprekers uitgenodigd. Professor Van Stuijvenberg hield zijn college op de hem bekende wijze. Met veel enthousiasme belichtte hij enige aspecten van de nederlandse economie en het nederlandse consumptiegedrag. Verder spraken er nog John Schotsman van de vakgroep Macro-Economie en Paul van Batenburg van de vakgroep Wiskunde en Statistiek. Ook zij toonden duidelijk enige aspect en aan waar we op onze faculteit mee bezig zijn, direct of indirect. De gehele week zou niet mogelijk geweest zijn zonder de medewerking van deze mensen. De introductiecommissie kan als eerste voorzichtige eindconclusie stellen dat de introductieweek geslaagd genoemd kan worden. De belangrijke zaken zijn de kennismaking met enige aspecten van de economische faculteit en met de medestudenten, en beide doe1stellingen li;ken redelijk behaald. Een nauwkeurige evaluatie dient echter nog te geschieden.Vooriopig heeft de introductiecommissie zijn werk nu gedaan, en de opdracht van de faculteitsraad vervuld. We kunnen tenslotte aileen nog maar alle nieuwe eerstejaars een goed en succesvol eerste studiejaar en uiteraard een prettige tijd aan onze faculteit toewensen. Bij deze !! Herman ten Napel lid introductiecommissie vervolg van pag. 5

vervolg van pag. 13

Appendix Berekeningswijze indexcijfer voor Maximale Rijksstudietoelage en AOW.

1.

Beurs 57+(

100

- - - - - - - - - X ------::-:---

2.

4000 100

prijsindex57 +1

AOW 57+1

100

--------x------:::--3128 100

prijsindex57+ 1

Noten-

13. dito 14. U 14, 28 november 1980 15.0dink, J.G., De relatieve inkomenspositie van de AOW-ers, in: Maandschrift Economie, jrg. 45, biz. 81-87,1981 16. Het minimumloon is opgebouwd uit een bruto inkomen vermeerderd met de vakantieuitkering en moet verminderd worden met loonbelasting en premies sociale verzekering. 17. Odink, biz. 87 18. Deze verhouding is gebaseerd op de seder! 1972 van kracht geworden Wet Coordinatie Aanpassingssystemen. Zie: Delfgaauw, G.Th.J., Inleiding tot de economische wetenschap, biz. 386, Wassenaar, 1977. 19. Swaan, A. de, De staat zorgt voor de rijksten, in: NRC Handelsblad, 11 mei 1981. Verwezen wordt naar: Sociaal en Culturee1 Planbureau, Profijt van de overheid in 1977, 's-Gravenhage, 1981 vervolg van pag.

1. Utrechts Universiteitsblad(U), U 29, 27 maart 1981 2. U 31 , 10 april 1981 3. Tilburgs Hogeschoolblad (THB), nr. 24, 13 maart 1981 4. C.B .S., Studentenbudgetonderzoek 19.66/1967, 's-Gravenhage, 1969 5. diro, biz . 5 6. dito, biz. 5 7. U 13,21 november 1980 8. dito 9. dito 10. S.S.H., Woonlasten van Studenten, concept, mei 1980 11. A.B.O ., Bewoners in Woonlasten, 14 november 1980 12. T.H .B., nr. 24, 13 maart 1981

Tenslotte zal de wetgever zich ermee moeten verzoenen dat er altijd wei mazen in de wet zullen blijven zitten. Dat ontslaat de wetgever niet van de plicht om het zo goed mogelijk te doen. Wei zal hij zich moe ten realiseren dat het beste vaak de vijand van het goede is. Het is tenslotte niet de bedoeling dat alleen fiscalisten iemands fiscale verplichtingen kunnen kennen. Dat de behoefte aan rechtshulp op dit terrein nog steeds . toeneemt, is een teken aan de wand. Geinteresseerden in het fiscale recht kunnen ongeacht hun ethische opvattingen nog aile kanten op.

Prof.Dr. J,W.Zwemmer Dit artikel is eerder in het mei-nummer van Alibi .Guridische Fakulteit) geplaatst geworden.

9

geerakkoord betekent t .O.V. de Miljoenennota een stijging van de overheidsuitgaven met 8 miljard. Een mededeling waarbij de DirekteurGeneraal wat wit om de neus wegtrok.

Forum Van de op de inleidingen yolgende forumdiscussie kwam maar weining terecht me de door het al eerder vermeldde vroegtijdige vertrek van de heer Le Blanc. Vermeldenswaardig zijn nog wei enkele opmerkingen van Van DUlin. Hij ziet in het huidige niveauyan de rentestand een gebrek aan vertrouwen in de toekomst. Om een ombuiging in de toekomstverwachtingen te kunnen bewerkstelligen zijn vertrouwenwekkende maatregelen nodig. Een strukturele verlaging van de

vennootschapsbelasting, te financieren door afschaffen van de W.I.R.-premies leek hem de meest voor de hand liggende. Hiermee ontpopte hij zich als aanhanger van de in Amerika zo populaire supply-side economics. Tot slot het voorbeeld van de heer Brenner. In 1400 stonden vader en zoon aan zee. De zoon zei bij het zien van 'n schip: 'de aarde is rond, ik zie eerst de top en dan pas de rest van het schip'. Dom, dom zei vader, als dat zo was, was er geen zee want als je boyen op een bal water goo it loopt het toch ook weg. Hiermee wilde hij maar aangeven dat hi; zich soms dat domme jongetje voelt omdat hij het verband bezuinigen-investeren-werk niet ziet. HvdH

15


beroep op de Comrnissie voor de Verzoekschrif. ten clie de bewinqsman van Financien in de Kamer ter verantwoording kan roepen. Ethisch gezien heeft de belastingadviseur er echter geen problemen mee dat de Overheid in de uitvoeringssfeer wei iets doet aal} de voor de be. lastingplichtige ongunstige onvolmaaktheden in de wet en de voor de belastingplichtige gunstige onvolmaaktheden aileen maar met behulp van wetswijziging kan bestrijden. Overheid en belastingplichtige zijn imrners geen partijen die als gelijken tegenover elkaar staan. Wei kun je je afvragen hoever een be!astingadviseur met het adviseren van constructies kan gaan. Zo kan de vraag rijzen of het ethisch geoorloofd is om iemand met een groot vermogen en een hoog inkomen in een zodanige positie te brengen dat hij noch vermogensbelasting noch inkomstenbelasting betaalt. Niet iedere belastingadviseur zal op deze vraag hetzelfde reageren. Er zijn belastingadviseurs die er geen enkel ethisch probleem mee hebben om iedere belastingplichtige die dat maar wil en voor wie dat mogelijk is 'op nul te zetten'. Anderen daarentegen vindert dat er toch we! een bepaald minimum-tarief betaald moet worden. Weer anderen houden zich in het geheel niet bezig met constructies en volstaan met het afraden of aanraden van mogelijkheden die de belastingplichtige of zifn overige adviseurs aandragen. Het is dat de ethische verontwaardiging zich met name tegen de eerste groep richt.

Selectieve verontwaardiging Toch dienen we ons te hoeden voor al te selectieve verontwaardiging. Als iemand een deskundige in onroerend goed in de arm neemt en met zijn advies miljoenen verdient, hebben maar weinig mensen daar bezwaar tegen. De onroerendgoed-deskundige verkoopt zijn kennis en de koper en de verkoper van die kennis profiteren daarvan. Bij een belastingadviseur ligt dit niet anders. Ook hij kan zijn kennis verkopen en ook in dit geval proberen koper en verkoper van die kennis te profiteren. Dat het gebruik maken van deze kennis mieetemin in zo'n slecht daglicht staat, kan aileen maar vc:.rklaard worden in de opvatting dat de Overheid recht heeft op een jaarlijkse bijdrage van iedereen, overeenkomstig zijn welstandsgraad. Van iemand die in grote welstand leeft, wordt in het algemeen nog niet geaccepteerd dat hij geen belasting betaalt. In landen als Frankrijk en Spanje, waar de controle op de frnanciele toestand van belastingplichtigen heel wat niinder sterk is dan bij ons, is de belastingheffing dan dan ook mede gebaseerd op zogenaamde uiterlijke kentekenen ( signes exterieures, signos exteriores). Dat dat allemaal niet zo nauwkeurig werkt, is daar geen bezwaar. Het inkomensbegrip dat wij kennen is echter veel gedetailleerder en verfijnder. Het werkt daardoor ook veel nauwkeuriger maar het gevolg is wei dat ook de mazen in de wet vrij nauwkeurig te traceren zijn.

Reparatie wetgeving Het is voor de Overheid onmogelijk al deze mazen te dichten. Het is zelfs de vraag ofhet nuttig is het te doen. Met name als de nieuwe be palingen voor andere belastingplichtigen weer nieuwe onbillijkheden in het leven roe pen, is het risico groot dat deze ook hun toevlucht tot belastingbesparende constructies gaan zoeken.

Ondanks aile ramingen is van de werkelijke op- miljoenenschuld heeft aan de italiaanse staat en brengst van aile reparatie-wetgeving dan ook ook Cruytrs populariteit heeft niet zichtbaar te geen zinnig woord te zeggen. De moeilijkheid lijden onder de spaanse belastingsschulden. blijft liggen bij de vraag wat nu eigenlijk precies Laatstgenoemde was overigens slim genoeg om aan de Overheld toekomt. Ais dit jaar aile be- de kwestie te bagatelliseren tot een geschi! met lastingplichtigen aan een niet in Nederland ge- zijn werkgever die op zich zou hebben genomen vestigde verzekeringsmaatschappij f 12.000,- ook zijn bela sting te betalen . lijfrentepremie betalen, dan zaI dat cen merkbare , --daling van de opbrengst van de inkomstenbe- Bovendien mag niet uit het oog worden verloren lasting geven omdat de premie bij de betaler af- dat er naast ethiek ook andere belangen spelen. trekbaar is en bij de ontvanger in Zwitserland Zo is wei duidelijk dat invoering van de aftrek(mits hij geen onderneming in Nederland uitoe- baarheid van het onderhoud van de eigen wofend) niet in de heffing van nederlandse be- ning de omvang van het zwarte geldcircuit in de lasting wordt betrokken. Daarmee wi! ik aileen bouw zou doen afnemen. Niettemin zal dat er maar zeggen dat ramingen van de belastingop- niet van komen omdat de belastingdienst er gebrengst slechts bestaan bij de gratie van ver- noeg van heeft al die nota '5 td kontroleren op het wachtingspatronen omtrent het gedrag van be- onderscheid tussen wei aftrekbare kosten van onlastingplichtigen. De vraag hoeveel de belasting derhoud en nigdienst er genoeg van heeft al die zou opbrengen als iedereen zou doen alsof er nota's te kontroleren op het onderscheid tussen geen belasting zou bestaan, is een vraag die bij de wei aftrekbare kosten van onderhoud en niet afhuidige belastingdruk absoluut niet meer te trekbare kosten van verbetering. Naarmate er minder afgetrokken kan worden, bestaat er nu beantwoorden vall. eenmaal minder noodzaak om een nota te vraDe discussies in het parlement over de toestand gen. van de belastingwetgeving hebben dan ,ook niet zozeer te maken met de vraag ofhet gebruik ma- Een ander voorbeeld is de bestrijding van fraude ken van mazen in de wet ethisch verantwoord is, met spaarbiljetten aan toonder. Het ligt voor de als wei met de vraag of de verschillen in weist and hand dat daar nogal wat zwart geld in verwerkt wellicht beter met een andere wetgeving bena- is. De beste oplossing is uiteraard om op de rente derd kunnen worden. Dat laatste ligt echter erg van aile in een waardepapier belichaamde vordemoeilijk. Al jaren wrodt geroepen dat de in- ring en een bronheffing te leggen. Dan kan de komstenbelasting nu toch wei definitief heeft af- Minister van Financien nog wei eens tot de congedaan. Een beter alternatief is er echter nog clusie komen dat er op de kapitaalmarkt niet veel steeds niet . Daarbij mag niet uit het oog worden geld meer te lenen valt. Juist vanwege het ontverloren dat er in geen enkel ander industrieland breken van een bronheffing op rente immers is het voor buitenlanders aantrekkelijk hun al dan nog een beter systeem is uitgevonden. De moeilijkheid zit gewoon in het feit dat de be- niet zwarte geld in nederlandse waardepapieren lastingdruk op de hoge inkomens niet verder kan te beleggen. Met een bronheffing op rente is deworden opgeschroefd met het oog op het risico ze aantrekkelijkheid meteen afgelopen. dat dan iedereen met een hoog inkomen zijn toe- Wei is duidelijk dat de ethiek van de belastingvlucht tot belastingbesparende maatregelen zal plichtige er de laatste jaren niet op vooruit is gezoeken, terwijl het verlagen van de belasting- gaan. Terwijl het vroeger in bepaalde kringen druk op de hoge inkomens politiek niet haalbaar nog wei als onwelvoeglijk gold om iets aan beis, zolang er nog mensen met een hoog inkomen lastingbesparing te doen, wordt het nu veeleer zijn die wei veel be!asting betalen. Een probleem als dom ervaren er niets aan te doen. Naarmate dat daar doorheen speelt, is het probleem v~n de de burger zich minder met de Overheid vereenafwenteling. Sommige belastingplichtigen heb- zelvigt en hij de Overheid meer als gelijkwaardiben een zodanige positie dat zij bij een verhoging ge tegenstander gaat zien die het op zijn geld van de belasting bruto zovee! meer gaan verdie- heeft gemunt, zal dat verschijnsel toenemen. nen dat zij netto evenveel overhouden. Dat deze Maar het probleem van de toenemende polarisa. mensen door wettelijke regelingen van het inko- tie tussen Overheid en burger speelt niet aileen men tot andere gedachten te brengen zouden in het belastingrecht. zijn, is een illusie. Hoogstens komen ze op de gedachte om te emigreren.

Oplo8sing Zwart circuit Tenslotte dan nog iets meer over het zwarte cir- Voor het belastingrecht zal de oplossing in de cuit. Zoals ik hierboven al heb betoogd, is dat eerste plaats van de wetgever moeten komen. iets waar de belastingadviseur buiten staat. Mazen in de wet dienen te worden gedicht zodra Enigszins cynisch zou gesteld kunnen worden zij worden ontdekt. Er dient niet, zoals bij de dat ook een wat minder ethisch ingestelde be- koopsompolisaffaire, te worden gewacht tot er lastingadviseur dat niet nodig heeft zolang er een zodanig gebruik van wordt gemaakt dat het budgettaire nadeel voor de Schatkist te groot nog voldoende gaten in de wet zitten. Dat wil overigens niet zeggen dat de omvang wordt. van het zwarte circuit zonder betekenis is voor Bovendien moet voorkomen worden dat bede be!astingmoraal. Als het normaal wordt om ,Jastingplichtigen wier doen en laten niet in de door middel van fiscale constructies op legale eerste plaats op het behalen van fiscaal voordeel wijze of door middel van fraude op illegale wijze is gericht, door nieuwe wettelijke maatregelen minder bela sting te gaan betalen, dan is dat niet gedwongen worden dat maar wei te gaan doen, met een paar eenvoudige wettelijke maatregelen aileen om te voorkomen dat zij van de nevenefof met wat meer controle op te lossen. Niet voor fecten schade ondervinden. Het beginsel dat de niets is er onlangs in de Kamer op gewezen dat go eden maar met de kwaden moeten lijden, keen het openbaar maken van de fiscale fraudeur ook zich bij de belastingheffing uiteindelijk tegen de nadelen heeft. Sophia Loren wordt ook niet min- wetgever. der sympathiek nu is gebleken dat zij nog een vervolg op pag. 15

5


Intelligent sparen. Met de Meesrenterekening.

Intelligent sparen. Dat is: hoge rente, en toch veel vrijheid. Ruime mogelijkheden om direct over Uw geld te beschikken. Daarom hebben de rekenmeesters van Bank Mees & Hope de Meesrente-rekening gecreeerd. _

I

Hoge rente.

Het percentage wordt maandelijks t vooraf vastgesteld. In oktober 1981 bedraagt het 101f2%. Een uiterst florissante rente, die eenmaal per jaar wordt bijgeschreven.

Onroerend goed.

Geld nodig voor de aanschaf van onroerend goed? Uw Meesrente-rekening is er goed voor. Zonder opzegtermijn, zonder opnamekosten. Loop binnen of bel op.

Wij informeren U gaarne persoonlijk over de Meesrente-rekening. Ook over de mogelijkheid om thuis te sparen, gewoon via Uw postgiro- of bankrekening.

Hoge vrije opname.

U kunt elke maand tot f 3.000,opnemen. In de dure decembermaand zelfs tot f 6.000,-. Meergeld opnemen?

Zoals U wilt. Maar dan geldt een opzegtermijn van 24 maanden. Anders betaalt U 2% opnamekosten over het bedrag boven de vrije opname.

De Meesrente-rekening. Wijdurven elke vergelijking aan.

a BANKMEES & HOPE NY Amsterdam, Herengracht 548; (020) 5279111; (Buitenveldert), Assumburg 150; (020) 429860; Haarlem, Houtpiein 8; (023) 31 5950;


Ekonoor IJ;ltroduktie eerstejaars In voorafgaande jaren werd aan de pas aangekomen eerstejaars door Marga Bruyn-Hundt altijd iets verteld over vrouwenstudies. Dit jaar vuor het eerst werd daaraan vastgekoppeld een speciaal programma voor de vrouwelijke eerstejaars. Tijdens de dagen in de jeugdherberg werden zij gedurende een avond apart genomen om met enkele ouderejaars studentes en een vrouw van de Dienst Student en Welzijnszorg te praten over studiekeuze, verwachtingen ten aanzien van de ekonomiestudie en specifieke problemen van vrouwen, die studeren aan een fakulteit die voornamelijk door mannen wordt bevolkt. Bij de groep, die in een jeugdherberg in Eist de introduktieperiode doorbracht ontstond tijdens het programma-onderdeel Vrouwenstudies ( overigens voor aile eerstejaars, dus ook de mannen, georganiseerd) een, wat men zou kunnen noemen, levendige diskussie. Niet voor het eerst in de geschiedenis kon men door de volgende uitspraken horen: 'waarom zijn jullie eigenlijk bezig met die onzin?'. Immers, 'er zijn genoeg vrouwen, die toch aileen maar lekker dat huishouden willen doen'. En 'ik ken best wei mannen, die maar vijfentwintig gulden zakgeld per week van hun vrouw krijgen. Daar horen we jullie nooit over'. Bovendien '10pen bij studierichtingen als Frans juist heel veel meisjes en maar een paar jongens rond, dus die jongens hebben het dan toch ook moeilijk?' Kortom, het zat enkele van de heren niet lekker; blijkbaar voelen mannen zich toch in meer of mindere mate persoonlijk aangevallen en bedreigd zodra het gaat om emancipatie en gelijke kansen voor vrouwen en mannen. Dat daarbij de werkelijke problemen uit het oog worden verloren en men met niet ter zake doende 'argurnenten ' komt, mag uit bovenstaande citaten wei blijken. Toch ontstond er ook iets heel positiefs uit deze gesprekken. In Eist leefde bij een groep mannelijke eerstejaars de behoefte eens samen te praten over het gedrag van een grote groep mannen ten opzichte van de enkele vrouwen, die hier ekonomie studeren. In Beegden, waar de andere helft eerstejaars naar was afgereisd, mondde dit uit in het beginnen van een mannenpraatgroep, die onder andere in samenwerking met de vrouwelijke studenten een aantal hedendaagse emancipatie-aspekten wit gaan bespreken.

Tht great eqllalize!" De afdeling Onderwijssociologie van de Katholieke Universiteit van Nijmegen heeft onlangs het rapport '0nderwijs in Nederland' het licht doen zien. Daarin kornt onder andere naar voren, dat mavoen havo-onderwijs relatief door meer vrouwen dan mannen wordt bezocht, maar helaas is het voor die, meisjes meer dan voor de jongens, eindonderwijs. De onderzoekers mer ken op, dat vrouwen 'primair worden opgeleid voor de huwelijksmarkt. Met andere woorden: in het onderwijs worden aan vrouwen normen, waarden en vaardigheden

aangeleerd, die gericht zijn op het vervullen van een spilfunktie in het gezin alsmede op de zorg voor echtgenoot en kinderen. Dit heeft tot gevolg, dat vrouwen in het onderwijs weinig gelegenheid krijgen zich die intellektuele of technische vaardigheden eigen te maken welke een eerste vereiste vormen voor een adekwate beroepsuitoefening, also ok voor een positieve opbouw van een beroepsloopbaan via ervaring en kennis opgedaan in het arbeidsproces of via andere scholingsmogelijkheden' aldus de samens tellers van het rapport. Wanneer vrouwen bepaalde beroepswerkzaamheden gaan verrichten is de kans daarom groot, dat zij in de zogenaamde sekundaire banen terecht komen, banen die slechts elementaire vaardigheden vereisen en die worden gekenmerkt door instabiele werkgelegenheid, weinig kansen om vooruit te komen en vaak lage lonen. Veel werk in de adminstratieve sektor bijvoorbeeld wordt door vrouwen gedaan. Echter, dit zijn dan de banen in de lagere regionen: leiding gegeven wordt er in die sektor maar door ongeveer 4% vrouwen. Er is iiberhaupt maar 5% vrouwen te vinden in de kategorie 'toezicht houden en leiding geven'. De onderzoekers besluiten het rapport met de woorden: 'de naieve visie op het onderwijs als 'the great equalizer' achten wij gelogenstraft'. (Bron: KU-nieuws, 11-9-'81)

we praet WC-deuren en -muren zijn reeds lang een onuitputtelijke bron van inspiratie en informatie. Jarenlang was het genoegen van Itesvermaak tij路 dens de WC-gang slechts a2n rnannen voorbehouden. Edoch, ook op dit pum heeft de vrouwenemancipatie doorgezet, getuigt de damenstoiletten tussell de [wee tentarnenzalen op de eerste verdieping. Enkele maandm gel eden wera de eerste pennevrucht gesignaleerd, nu cijn de deuren geheel volgekrabbeld. Ec:n korte inventarisatit van al deze graffiti. Behalve degenen, die schreven: '1\bortus vrij', 'Liever lesbies', 'ik hou van Janneke' en 'lk vind vrouwen 66k lief laten ook enkele meer poetisch aangelegde voorstandsters van homoseksuele liefde van zich horen: 'Liever levend lesbies Dan dood 1Iormaal' en 'A woman without a man Is like a fish without a bicycle '. Een ander laat in het midden wat ze liever heeft: 'Ieder zijn meug, zei de boer, en hli zoende zlin varkens'. Maar men komt ook krachtiger uitspraken tegen: 'Meer zon, minder mannen'. Reaktie: 'aile potten in de pannen'. Een heel serieuze is 'omgekeerd seksisme is net zo erg. Misschien nog wei erger, want we hadden van un fouten moeten leren '. Aan verkrachters wordt de oorlog verklaard: 'Women Against Rape'. Ook tentamens doen blijkt een eeuwigdurende bron van ergemis en frustratie: 'Alweer gezakt. Enfin, we leven nog, met de nadruk op nog'. Een vervolgverhaal: 'Frustrerende bedoening, zo'n tentamen. In deze zaal met 300 mensen ken ik er geen een'. Dit ontlokt de volgende reakties: 'In

299 gevallen is dat maar goed ook', 'Zeker nogal achter op je studieprogramma?' waama iemand zeer boos schrijft 'Wat een lulopmerking', refererend aan de gedachte dat vooral mannen dit soort opmerkingen plaatsen. Seks blijkt nog het meest te leiden tot het tevoorschijn halen van schrijfmateriaal. De sticker 'Als een meisje nee zegt dan bedoelt ze nee' wordt meermalen beklad, en niet altijd even verstandig: 'Als een meisje nee zegt bedoelt ze neem me' en nog meer van dit soort ongelukkige veranderingen. Op de deur, die volstaat met zinsneden aangaande het neuken ('heteroseks = gedwongen omgang = neukdwang' etc.) in grote letters ook de vraag: 'Ben jij ook al radio-aktief?' Behalve hoogstwaarschijnlijk de schoonmaakploeg is in ieder geval een vrouw niet enthousiast over bovengenoemde kreaties van de menselijke geest; zij konkludeert, dat 'deze deur inspiratie mist'.

NOOR

Slappe zakken N aar aan1eiding van de krisis in het Bestuur eh de Raadsvergadering waarin de krisis besproken werd, wil ik een aantal opmerkingen maken over de manier van werken van de docentenfrakties. Allereerst dit: Aile docentleden van de Raad wisten ( of had den kunnen weten) vrij snel na het aftreden van mijnheer Venekarnp als dekaan van de Fakulteit van de moeilijkheden in het Bestuur. Toch heeft het twee weken moeten duren ( tot aan de bezetting van de kamer van Co-' sijn), voordat de docentleden van de Raad ook maar iets van zich lieten horen. Het had me toch vrij normaal geleken als zij de vraag van studenten om een raadsvergadering over de problemen in woord en daad hadden gesteund. Of weers piegelt deze afwachtende houding nu 'de groter verantwoordelijkheid' en 'deskundigheid' die moet rechtvaardigen dat docenten de toekomst ten koste van de stem van studenten weer alles voor het zeggen krijgen. Helemaal van den gekke wordt het als, nadat door akties van studenten de Raad eindelijk voorgelicht wordt over de problemen, ter vergadering diezelfde docenten weigeren zich in de inhoudelijke problemen te verdiepen en onder aanvoering van De Jong het hoofd van het studentbestuurslid eisen om 'schoon schip te maken'. Met een {hSSf; ploeg opnieuw beginnen zal het motto zijn geweest. Doormodderen met de bestaande onduidelijke bevoegdheidsverdeling lijkt meer van toepassing. De nu gekozen oplossing van commissie van goede diensten is, hoewel beter dan niets, in feite een zelfde soort afschuiven van verantwoordelijkheid. De Raad ( de docenten daarin) weigert nog steeds zelf de diskussie met het Bestuur, of wat daar van over is ( vooral het adviseursapparaat), aan te gaan over de bevoegdheidsverdeling. Een commissie van goede diensten suggereert dat het gaat om het oplossen van problemen in de sfeer van de persoonlijke verhoudingen. Het is te hopen dat de commissie de politi eke achtergronden van de krisis op de tafel van de Raad krijgt; Met deze opstelling zijn docentleden zelf de oorzaak van de huidige onduidelijkheid. Want duidelijkheid kan maar een ding betekenen: de Raad is in aile gevallen het hoogste orgaan en dient zich dat te beseffen. Coen Teulings

17


Klynveld Kraayenhof &-eO.

ACCOUNTANTS

Wij zijn een internationaal georienteerd accountantskantoor met vestigingen in binnen- en buitenland . Op verschillende kantoren in Nederland is plaats en toekomst voor

•

Jonge bedrijfseconomen die registeraccountant willen worden. In een op dienstverlening ingestelde flexibele organisatie krijgen zij de gelegenheid een brede ervaring op hoog professioneel niveau op te doen . De sterk gevarieerde controle- en adviesopdrachten worden in veelal kleine teams uitgevoerd . In combinatie met een intensieve begeleiding door werkoverleg, interne opleidingen en vaktechnische ondersteuning vanuit het Directoraat Vaktechniek, biedt dit een reele mogelijkheid snel een interessant vak te leren. De loopbaanb~geleiding is gericht op interne promotie naar functies op hoog niveau in Nederland en in het buitenland . Naast vakbekwaamheid in ruime zin kunnen als functie-eisen onder meer genoemd worden : analytische aanleg, communicatief vermogen, representativiteit en spankracht. Ge'interesseerden verzoeken wij een orienterend gesprek aan te vragen bij de heer C. Brandenburg, hoofd van onze afdeling Personeelszaken, Prinses Irenestraat 59, 1077 WV Amsterdam, telefoon 020 - 54 10541 .

Amsterdam Almere Amersfoort Apeldoorn Arnhem Breda Deventer Doetinchem Dordrecht Drachten Eindhoven 's-Gravenhage Groningen Haarlem Heerlen Hengelo 's-Hertogenbosch Hoorn Leeuwarden Middelburg Nijmegen Rotterdam Utrecht Zwolle Antwerpen Barcelona Brussel Dusseldorf Hamburg Londen Madrid Milaan Parijs Zug Zurich Bo~ota Buenos Aires Sint Maarten (Ned. Antillen) Cura9ao Jakarta Montevideo New York Paramaribo Rio de Janeiro Salvador Sao Paulo.


TEN EINDE RAAD 115e, 116e en 117e Fakulteitsvergadering Commissies Benoemd zijn door de Raad: Prof. Boukema in de Raad van Beheer van Rostra, Mevr. Marijke Zewuster en drs. Jos de Beus in de Kandidaatsraad, .drs. Koenders in de Commissie Avondopleiding, drs. Jos de Beus, drs.R. de Klerk, Everhard van den Brakel en Fons de Vries in de Onderwijs Commissie, drs. van der HOTst in de Commissie Colloquium Doctum, drs.Porsius, drs. Dorsman, drs. De Campeaux, drs.Schrama, drs. van Nieuwburg, drs. van der Voort, Derk Kappelle en Michiel Levenbach in de Commissie Computergebruik, Marjon Brandenbarg in de Commissie voor de Wetenschapsbeoefening, en Meinte Ringia en Chan Ling Yong in de Commissie Gastcolleges. In de Benoemings commissie Open bare Financiiin zijn benoemd: Prof. Ankum, prof. Hartog, prof. Driehuis, prof. Ellman, prof. Brlill, drs. Reuten, drs. de Beus, Rob Alessie, Clemens Lutz en Piet de Vrije. In de Programmacommissie: drs. Koster, drs. Kampert, drs. Klijn, drs. van der Voort, mevr. drs. Oly, van Geet, Odink, de Klerk, Kapoen, Gert Grift, Derk Kappelle, Ad van Kboten, Dick van Nes, Coen Teulings en Han van Wi;k. Prof. Verburg is voorzitter, Hans Oostendorp ambtelijk secretaris, Morreau en van Gelder zijn adviseur en Dick van Nes is kandidaatassistent van de commissie. In de commissie van goede diensten: Prof. Boukema, prof. Klant en Ferd Crone. Tenslotte heeft de Raad de Onderzoekscommissie verzocht een Stuurgroep Tweede Geldstroom in te stellen. Beroep tegen uitslag tentamen De student Dick Betlem diende bij de Fakulteitsraad een beroep in tegen de uitslag van het tent amen voortgezet boekhouden. Hij wilde hiermee protesteren tegen het feit dat hij voor een dee I van het tentamen lager dan overeenkomstig zijn presta tie was beoordeeld omdat hij de colleges die betrekking hadden op een ander dee I van het tentamen niet had gevolgd. Nog voor een snel ingestelde commissie aan de slagkon gaan, werd door de betrokken docent de beoordeling van het tent amen herzien. Dick Betlem kreeg een voldoende en trok zijn beroep in. Studemen die in het vervolg in beroep willen gaan tegen een tentamen uitslag, of tegen een behandeling tijdens een tentamen, kunnen voortaan niet meer bij de Fakulteitsraad terecht. Per september 1981 is er een centrale universitaire commissie van beroep. Open Fakulteit Ekonomie De Fakulteit gaat onderzoeken in hoeverre de mogelijkheid bestaat om hier een Open Fakulteit Ekonomie te starten. Open Fakulteit wil zeggen, onderwijs op afstand, meestal voornamenlijk schriftelijk onderwijs. Omdat er in Heerlen een Open Universiteit van start gaat zal de Fakulteit proberen daarbinnen te participeren. Introduktie 82/83 De datum voor de introduktie 82/83 is vastgesteld op 6 tot 10 september 1982.

Rostra Voortaan kunnen redakteuren van Rostra een verzoek indienen bij de doctoraal-examencommissie om vri;stelling te kri;gen voor een bepaald onderdeel van hun studie op grond van redaktiewerkzaamheden voor Rostra. Kandidaatskrant Zo'n 20 studenten uit het kandidaats hadden bij de Raad een verzoek ingediend voor de subsidie voor een kandidaatskrant. Omdat aile docent en tegen de subsidieaanvraag stemden, staakten tot drie maal toe de stemmen in de Raad en werd het verzoek afgewezen. Struktuurrapport Openbare Financien Ter opvolging van de heer Goedhart za! e路r gezocht moeten worden naar cen nieuwe hoogleraar openbare financien. De Fakulteitsraad heeft besloten dat de nieuwe hoogleraar zich meer dan voorheen bezig moet houden met de theoretische kanten van het vakgebied, dit naast kapaciteiten op het gebied van empirisch, institutioneel en beleidsgericht onderzoek. Professoren Benoemd aan onze Fakulteit zi;n: Prof. Bindinga en Prof. Maes, be ide in de Vakgroep Bedri;fsinformatika en Accountancy. De voordracht voor een nieuw te benoemen hoogleraar IEB is door het College van Bestuur doorgestuurd naar Den Haag.

Bestuurcrises Voor het eerst in de geschiedenis van de Fakulteit heeft een adviseur van het bestuur geprobeerd het studentlid van het bestuur te wippen. Het verwijt aan het adres van het studentbestuurlid was dat hij een besluit van de kredietbeheerde openbaar had gemaakt. Op de achtergrond speelden in het bestuur verschillen van mening over openbaarheid van bestuur, informatierecht van bestuurs- en raadsleden ( vnl. de studentleden), de verhouding tussen de raad en het bestuur en de verhouding tussen het bestuur en haar adviseurs. De docenten in het bestuur en in de Raad kozen aanvankelijk voor de 'oplossing' die ervan uitging dat het studentlid van het bestuur zijn positie ter beschikking zou stellen. De studenten van de AGE en de Obas in de Raad waren het daar niet mee eens. Zij meenden dat het openbaar maken van een besluit van de kredietbeheerder, die bovendien niet onder het fakulteitsbestuur valt, geen overtreding is van de rege!s van vertrouwelijkheid van bestuur. Zij p1eitten ervoor om de achtergronden van de bestuurscrises op te lossen, door de verhouding adviseurs van het bestuur - en bestuur, de openbaarheid van bestuur en problemen in het per sonele vlak beter te regelen. Uiteindelijk bleefhet studentbestuurslid als enige bestuurslid over en werden er twee interim-bestuursleden benoemd, t.w. prof. van Philips en drs. Koenders. Tevens werd er een commissie van goede diensten ingeste!d die tot taak kreeg oplossingen aan te dragen voor de door de studenten genoemde problemen.

Groepsgrootte De studenten van de Aktiegroep Ekonomen hebben het bestuur gevraagd er alles aan te doen om te voorkomen dat de groepsgrootte voor de propedeuse werkgroepen niet groter wordt dan de toegestane 25 mensen. Dit is dit jaar extra van belang nu het referatensysteem voor de eerste maa! van start gaat. In de kandidaatswerkgroepen mag de omvang van de groepen niet groter zi;n dan 30 personen. Infonnatika De variant bestuurlijke informatika is door de raad gesanctioneerd. Wei is er daarbtj een voorwaarde gesteld.

Kernwapens Een verzoek aan de Raad een standpunt in te nemen tegen de nieuwe kernwapens werd door de meeste leden van de Raad niet ingewilligd. Van de kant van de AGE werd verwezen naar de konklusie die op de Universiteit is getrokken na de WO II, namenlijk dat je als universiteit op een bepaald moment, als het gaat om levensvraagstukken, positie moet kiezen. Van de kant van IKV wordt erop gewezen dat instellingen een belangrijke rol spelen in de besluitvormingsprocessen. Zij menen dat, nu de meerderheid van de nederlandse bevolking tegen kernwapens is, de instellingen de plicht hebben de besluitvorming overeenkomstig die afwijzende houding van de bevolking, te beinvloeden door zich tegen kernwapens uit te spreken .

Fonnatie voor het doctoraalonderwijs De raad is ermee akkoord gegaan dat vakgroepen die kiezen voor een meer onderwijsintensieve vorm van college geven in het. doctoraal, hiervoor ook beloond kunnen worden door het 'extra' toerekenen van formatie. Wei moet dan via de Onderwijscommissie en de Fakulteitsraad duideli;k gemaakt worden dat het uitbreiden van het aantal collegeuren geschiedt op onderwijskundige gronden. Uiteindelijk zal de regeling erop neer kunnen komen dat de verde ling van de formatie over de vakgroepen, ( forma tie die door de bezuiniging elk ;aar minder wordt) iets ander komt te liggen. Piet de Vrije

19


SCHE-LTEMA HO~KEMA VERM-EULEN -B.V. Sinds 1 maart 1981 met een sterk uitgebreide afdeling economische wetenschappen voor een ruime keuze op het gebied van: accountancy, financiering, automatisering, marketing, organisatie, economie en geografie.

I. Siedman, P. Sweezy a.o. The value controversy. Verso, 1981 , 32,85 J.J. Servan-Schreiber路 De uitdaging . Haalt Europa het jaar 2000? Orion & Gottmer, 1981 , 39,90 J.K. Galbraith路 A life in our times. Memoirs. Houghton Miffli(l, 1981 , 62,40 J.F. Smith路 The coming currency collapse and what you can do about it. Bantam 1980 , 14,85 Andre Gunder Frank - Crisis in the world economy . Heinemann, 1980 , 32,85 J.D. Hey - Economics in equilibrium . M. Robinson , 1981 , 104,10 F.H. Goudswaard - Departementale keuzefunctie . Enkele welvaartstheore路 tische en bestuurskundige aspecten van de dep. financiele functie . , 35,10 Stenfert Kroese, 1981 L.U. de Sitter - Op weg naar nieuwe kantoren en fabrieken . Kluwer, 1981 , 48,00 J.M .R. Heemstra - Nieuwe zakelijkheid . Scenario voor zinvol en doeltreffend organiseren . Kluwer/Nlve, 1981 , 69,00 S.W. Douma - Ondernemingsfinanciering en overheidssteun . Stenfert Kroese , 1981 , 67 ,50 P.M. Verboom - Het valutabeleid in de internationale ondernem ing . , 49,50 S.M.D., 1981 N. Schoenmaker e.a. - Deeltijdarbeid in het bedrijf. Samsom , 1981 , 27,50 F.W. Vlotman - Doelmatige plannings-

~~~~~~~Nive, 1981

'44,50

scheltemo holkemo vermeulen bv b oekverkop ers sede t 18 :3 spui 10

1012 W Z ams terdam holland

tel. 020 - 26 72 12


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.