1988 - Nummer 150 - mei 1988

Page 1

ROSTRA 150

ECONOMICA

A UTOMA TISERING


Afgestudeerd? Ontdek dan bij ons het verschil tussen eenvormigheid en veelzijdigheid. Een afgestudeerde bedrijfseconoom kan bij Price Waterhouse een veelzijdige carriere opbouwen. Onze accountantspraktijk onderscheidt zich door een grote diversiteit. Zowel in de aard van de opdrachten als in de gevarieerdheid van onze relatiekring.

belastingadviseurs, en Price Waterhouse Associates, organisatiedeskundigen. Uw controlerende functie wordt vaak afgewisseld door een adviserende taak. U merkt het, uw postdoctorale accountantsstudie ligt in het verlengde van uw werkzaamheden. Daarbij stellen wij u in

Onze clienten vertegenwoordigen elk facet van het N ederlandse bedrijfsleven. Dienstverlening, handel, financial services, agrarische sector, farmaceutische, computeren voedingsmiddelenindustrie vindt u hieronder. Tijdens uw werkkring bij Price Waterhouse komt u met deze opdrachtgevers in contact. Per jaar behoren ongeveer 10 clienten tot uw takenpakket. Uw veelzijdige ervaring wordt duidelijk. Maar er is meer. Price Waterhouse is zich van de veranderingen waaraan het beroep van accountant onderhevig is terdege bewust. Accountantspraktijk, financieel beheer en organisatie-advies vloeien in elkaar over. Op deze punten werken wij nauw samen met Price Waterhouse Vooren,

staat om uw studie succesvol af te ronden. Er zijn goede regelingen om lessen te volgen en examens af te leggen. Uw honorering behoort tot de beste op ons vakgebied. Dat geldt eveneens voor het aanvangssalaris. Tevens zijn er aantrekkel~ke voorzieningen als auto- en studievergoedingen. Belangstelling? N eemt u dan contact op met Ester Daniels, Koninginnegracht 8, 2514 AA 's-Gravenhage. Telefoon (070)

108308. Price Waterhouse in Nederland maakt deel uit van de wereldwijde Price Waterhouse organisatie van accountants, belastingadviseurs en management consultants, met kantoren in meer dan 100 landen.

Price JiJUterhouse lVederland ACCOUNTANTS Ko ninginnegracht 8, 2514 AA Den Haag. Tesselschadestraat 18-22,1054 ET Amsterdam. M r. H.F d e Boerlaan 64, 7411 AK D eventer. Schouwburgplein 30-34, 3012 CL Rotterdam .


ROSTRA E C 0

NO

M

LeA

Blad van de Faculteit der . Economische Wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam nummer 150 mel 1988 Redactie Teun Bakels Ruben Bergkamp Jos de Beus Koos Baering Maria Brouwer Esther Bljlo Liset van Doorn Marjory Haringa Nicolaas Heij Stijn van der K rogt Pieter van der Meche Carine van Oosteren Mark van der Veen Henry Tjoe-Nyij .

Redactioneel We staan midden in het informaticatijdperk. De uitvinding van de computer luidde enige decennia gel eden een ware automatiseringsrevolutie in. Ook in de particuliere huishoudens wint de computer aan populariteit. In het bedrijfsleven is de computer inmiddels onmisbaar. Volteuig geautomatiseerue en computergestuilfue produktieprocessen zijn eerder regel dan uitzondering. Werknemers kunnen niet meer zonder dit technisch vernuft. De voordelen van een computer zijn enorm groot, evenals de afhankelijkheid. Oat kan gevaarlijk zijn: 'Een gewone doordeweekse dag bij uitgeverij Sijthof Pers in Rijswijk. Terwijl elders in het bedrijf druk wordt gewerkt aan de kranten voor die dag, treedt in het rekencentrum spontaan de brandbestrijdingsinstallatie in werking. Daarbij komt niet aileen het brandstikkende halon-gas vrij. Ook een wolk ijzervijlsel, dat beslist niet in de halon-cylinders hoorde te zitten, daalt neer op de computerapparatuur. Met desastreuze gevolgen. In een klap is het computersysteem voor de administratie onbruikbaar. De schade loopt in de tonnen en het duurt weken voordat een nieuw systeem in werking is.' * Deze Rostra Economica (de 150ste!) staat geheel in het teken van automatisering. Mijne dames en heren economen en econometrist en, moge deze speciale special U welbevallen!

* Uir;

Inhoudsopgave

Layout Esther Bijlo Redactieadres Rostra economica Kamer 2386 Jodenbreestraat 23 路路 1011 NH Amsterdam Telefoon: (020) 525 2497

'Als de computer uilvalr', H . Wammes, NRC Handelsblad 23 maarr 1988

5

Het automatiseringstijdperk Maria Brouwer

6

Philips, H.J. Peters Henry Tjoe-NiJ~ Carine van Gosteren

9

AEGON, T.L. Stehouwer Koos Boering, Ruben Bergkamp

12

AMRO, R. van Ommeren Henry Tjoe-Nij~ Nicolaas Heij

15

Fokker, A. Dijk SlIjn van der Krogt, Nicolaas Helj

17

Overheid, I.M.P.W.C. van Veen Ruben Bergkamp, Koos Boering

19

Gemeente, M.P. van der Viis Henry Tjoe-Nlj~ Esther Bljla

Foto's Koos Boering Marjory .Haringa Wim Ruigrok

22

Universiteit, H. van Eerde Esther Bljla, Ruben Bergkamp

24

Maatschappelijke effecten, T. Huppes Mark van der Veen, Teun Bakels

Oplage Rostra vc:rschijnt 9x per jaarin een oplage van 3250 ex.

26

IBM, J. Beynes en R.P. Kleyne Liset van Doorn, Pieter van der Meche

27

Volmac, M. van Tiggele-van der Wal Ruben Bergkamp, Nicolaas Heij

30

Kunst, A. Wisman Liset van Doorn

31

Informatica onderwijs, A.A. Soetekouw Pieter van der Meche, Koos Boering

34

Informatica onderwijs, R. Maes Koos Boering, Ruben Bergkamp

36

Recreatieve informatica, J. Verhoeff Stij路n van der Krogt, Marjory Haringa

38

Wetenschap, Informatica voor economen R. Maes, A. W. Abcouwer

43

Raadselachtig Dick Ruger

Adreswijzigingen Studentenadministratie J odenbreestraat 23 10 11 NH Amsterdam Reacties en ingezonden stullen De redactie stelt zieh open voor reacties en ingezonden stukken, behoudt zich echter het recht voor deze in te korten.

Advertenties Tarievenop aanvraag verkrijgbaar. Opdrachten schriftelijk t.a. v. de redactie. Advertenties in dit nummer van Van Dien & Co. . Dljker en Doornbos Price Waterhouse Nederland Paardekoper & Hoffman Unilever 路 Kaal Boek Zet- en drukwerk: Kaal Boek, (020) 26 29 08. ISSN 0166 - 1485


De ondememende student van vandaag is de Unilever manager van morgen. In marketing bijvoorbeeld. nemingszin, zelfstandig denken en een brede maatMarketing neemt binnen Unilever een be langrijke plaats in. Dankzij een sterk doorgevoerde decenschappelijke visie. Het is essentieel dat zij over de notralisatie wordt het yak beoefend in relatief kleine dige onderhandelingsbekwaamheid en een sterk werkmaatschappijen die een grote mate van autonomie communicatief vermogen beschikken. bezinen en daardoor hun managers de nodige vrijheid Daarnaast achten wij durf en doortastendheid, systematisch denken, commercieel inzicht, creati vien zelfstandigheid bieden. teir en organisatorisch talent ononrbeerlijk. Want Onze produkten maken een fors dee I uir van her totale pakket merkartikelen in Nederland. We noemen: slechts gewapend mer deze eigenschappen zuBen zij Bece!, Blue Band, Ola, Royco, Unox, Zwan, All, hun weg kunnen vinden binnen Unilever. Robijn,Jif en Lux. Bekende namen, marktleiders vaak, die / -- -- -- ... Bij Unilever functioneert elke manager hun weg snel vinden / naar de consument. in een team, klein geDe commercieIe noeg om vaardigheden operatie die hiervoor snel te onderkennen en persoonlijkheid en presnodig is, wordt echter steeds complexer. taties adequaat te beoorMaar daardoor ook delen. Vanaf startfuncuirdagender. Detailties als assistent producthandel en consument manager of assistent . volgen kritischer dan markronderzoeker zal ooit onze verrichtingen. de loopbaan lOrgvuldig Een ander rerrein met worden begeleid. zijn eigen specifieke ~ Door training-onproblematiekisde Moc\" ER.. NtE-\" op DAT -HET SEN WASMIDDEL. IS? • rhe-job,doorcursussen industrieIe markt. Ook hierop zijn we aktief met bijen seminars, door een voortdurende dialoog over amvoorbeeld mengvoeders, vetzuren, industriele reinibities, kansen en persoonlijke groei op korte en lange gingsmiddelen en cacaoborer. termijn. Dir alles om de kans van slagen lo groot mogelijk te maken en de professionele en individuele ontplooiing de aandacht re geven die ze verdient. Indien wordt voldaan aan de hoge Unilever managementZowe! bedrijfskundigen en bedrijfseconomen eisen, bestaan daarna ruime carrieremogelijkheden in met marketing in het studiepakker als duidelijk ge"interesseerden uir andere studierichtingen, zijn in de marbinnen- en buitenland. Het spreekt natuurlijk vanzelf keting welkom. Maar ook afgestudeerden van andere dat wij lOwel mannelijke als vrouwe!ijke kandidaten faculteiten komen in aanmerking, mits goed gemotioproepen om te reageren. veerd voor dit dynarnische yak. BIlling:; Want nog be!angrijker dan de gevolgde studie e angste . vinden wij de persoonlijkheid van onze toekomstige Ais u interesse hebt, aan het geschetste profiel commercieIe managers. Een persoonlijkheid waarmee beantwoordt en niet ouder bent dan 28 jaar, willen wij zij al in hun academische jaren uitblonken door ondergraa~ mlet u ~ennismaDken·C~dchtJUW sOAlllicitatiebrief met curncu urn vitae aan rs. . e ong, gemene Personee!szaken Nederland, Sectie Management :-:le~ Development, Nederlandse Unilever Bedrijven BV, lill ,V' • Museumpark 1,3015 CB Ronerdam.Ofbel: 010-4644232.

Allekansen

Eigen weg

. 7ler U

[U]] 'nWereld van Mogelijkheden.


INLEIDING

Het autolllatiseringstijdp_erk Deze Rostra-special over automatisering komt zeker niet te vroeg. Automatisering ofwei de computer is uit het dagelijks leven al lang niet meer weg te denken. Zo moet de produktiviteit van docenten weI danig zijn verhoogd sinds een blik vanaf de gangen slechts aan hun beeldschermen gekluisterde wetenschappers oplevert. Ook in het bedrijfsleven is de computer doorgedrongen, alhoewel nog lang niet alle Nederlandse bedrijven geautomatiseerd zijn. Een onderzoek van het CBS levert op, dat eind 1986, 46 procent van aile N ederlandse bedrijven voor minstens 5.000 gulden in de automatisering heeft gestoken l ). Automatisering bestaat uit het aanschafTen van computers dan wei het aantrekken van automatiseringspersoneel. De helft van de Nederlandse bedrijven is dus nog niet aan automatisering toegekomen. Vooral de kleine bedrijven (minder dan 50 werknemers) in industrie, bouw en handel zijn merendeels nog ongeautomatiseerd.

Geen nieuw trekpaard Automatisering kan als een markt worden gezien met vragers en aanbieders. Producenten van computers en software proberen zoveel mogelijk te verkopen, waarbij een aantal factoren hen in de kaart spelen. Zo is het 'uit' om niet-geautomatiseerd te zijn. De consumprie van computers wordt voorts verhoogd, doordat steeds nieuwe en betere modellen worden uitgebracht, waardoor de economische levensduur van de 'hardware' kunstmatig wordt verkort. Automatisering is daardoor duur. Hetzelfde CBS rekent ons voor, dat de kosten voor automatisering in 1986 11,8 miljard bedroegen (ongeveer 3,30J0 van het BNP). In 1983 was dit nog slechts 7,8 miljard (2,3 0J0 van het BNP). Automatisering is dus duidelijk een groeimarkt. Tegelijkertijd heeft automatisering haar beloften van nieuw trekpaard voor de economie niet waargemaakt . De produktiviteit van bedrijven neemt slechts schoorvoetend toe en zowe! de werkgelegenheid als de economische groei kunnen het beste als stagnerend omschreven worden . De vraag is hoe dit kan, daar toch velen het economise he belang van de computer op een lijn stellen met dat van voorgaande basisinnovaties als de auto en de electriciteit. Automatisering als produktiemiddel kan aileen een economische impuls opleveren, als de opbrengsten van automatisering de kosten voor de gebruiker overtrefTen. Dit is nog niet altijd het geval. Legio zijn de verhalen over computers, aangeschaft door bedrijven, die nog steeds hun verpakking niet hebben verla ten en over dure compu-

RO ST RA 150 M El 1988

terprogramma's die eerder produktiviteitsverlagend dan verhogend blijken te zijn. Zowel aan de betrouwbaarheid van de produkten als aan de bekendheid met de toepassingmogelijkheden blijkt het een en ander te schorten. De gebruiker kent de toepassingsmogelijkheden van de gekochte hardware vaak onvoldoende en is ook onzeker over de presta ties van de gekochte software. Zolang kosten en baten door de gebruikers niet nauwkeurig te calculeren vallen, blijft een beslissing om te automatiseren tot op zekere hoogte irrationeel. De onzekerheid met betrekking tot de prijs/prestatie verhouding, voortvloeiende uit de ondeskundigheid van grote groepen gebruikers wordt door producenten efTectief geexploiteerd. Niet in staat het aanbod van verschillende producenten te vergelijken, laat men zich graag opvoeden door grote computerfabrikanten, die aile problemen op hun schouders blijken te willen nemen . Zo heeft IBM jarenlang vele bedrijven aan zich weten te binden door totaIe systemen aan te bieden en permanente service te verlenen . Zolang een gebruiker echter afhankelijk is van een aanbieder is concurrentie uitgesloten en is de producent in staat een groot deel van de door automatisering gecreeerde efficiencyvoordelen te absorberen. De monopolist beslist ook over het tempo van de technische vooruitgang en kan de kosten hiervan volledig op de consument verhalen. Immers, de (creatieve) destructie van oude modellen komt volledig voor rekening van de gebruiker, ook als de computers worden gehuurd, zoals lange tijd bij IBM gebruikelijk was. Automatisering zal pas dan economisch attractief zijn, als het mysterie rond automatisering volledig is verdwenen en een ieder in staat is zich zonder hulp te automatiseren o Evenals de was machine pas gemeengoed is geworden, toen een kind er de was mee kon doen . Technologische kennis dient dus geIncorporeerd te zijn in een produkt en niet in mensen, voordat er van een massamarkt sprake kan zijn.

Vergroot consurnentensurplus Op het vlak van industrialisering en popularisering van de computer is er de afgelopen jaren al veel gebeurd. Sinds de personal computer in 1978 door Apple werd ge"introduceerd, is de verkoop hiervan enorm gestegen. De pc is niet aileen veel goedkoper dan de tot dusverre de markt beheersende main-frames, maar kan als zelfstandig produkt met aparte software zonder tussenkomst van deskundigen aangeschaft en gebruikt worden . Dit heeft de

weg vrijgemaakt voor aankoop van computers op grote schaal door zowel individuen als organisaties. De eerste, kleine pc producenten hadden noch de bedoeling noch de mogelijkheden om totale systemen te leveren, waardoor specialistische producenten van software en randapparatuur hun kans kregen. Door de 'open architectuur' van de pc werd de weg voor imitatieconcurrenten vrijgemaakt, wat de winstmarges drukte en het consumentensurplus vergrootte. Het zijn dan ook vooral de kleine computers, die voor de snelle expansie van de laatste jaren verantwoorde!ijk zijn geweest. Zo blijkt uit de eerder genoemde CBS enquete, dat de aanschafvan computers van minder dan to.OOO gulden tussen 1983 en 1986 ongeveer is vertienvoudigd, terwijl de aantallen aangeschafte duurdere computers in dezelfde periode (slechts) is verdubbeld (de cijfers onderschatten waarschijnlijk het toenemende belang van de pc, pmdat pc's van minder dan 5.000 gulden niet zijn meegeteld). De met behulp van automatisering te realiseren groei zal naast de technologische vooruitgang, belichaamd in steeds betere en goedkopere apparatuur, vooral afhangen van de creativiteit van de programmatuur. In de in dit nummer opgenomen interviews worden hiervan enkele interessante voorbeelden genoemd. Zo blijkt de computer op de Utrechtse Kunstacademie succesvol te worden gebruikt door vormgevers en kunstenaars door toepassing van speciaal geschreven programma's. Ook thuis zijn er vele (re)creatieve toepassingsmogelijkheden te bedenken, naast het invullen van het belastingformulier. Het lijkt dan ook niet te gewaagd om te veronderstellen, dat de mogelijke toepassingen van automatisering nog lang niet uitgeput zlJn. Met de ontwikkeling van nieuwe toepassingsmogelijkheden zal de toegevoegde waarde en daarmee de economische betekenis van de automatisering toenemen. Tegelijkertijd hoeft het spookbeeld van een geautomatiseerde wereld, waarbij een (beperkte) beroepsbevolking slechts routine werkzaamheden achter de beeldschermen verricht geen werkelijkheid te worden. • Maria Brouwer I) CBS, ' Automa!iseringsstatistieken particuliere sector 1986'

5


PHILIPS

Klantgerichtheid als overlevingsstrategie Philips is een producent van informatietechnologie (I. T.) verwante produkten. Het is een van de grootste Nederlandse multinationals met veel buitenlandse divisies. Coordinatie van deze divisies gaat bijna noodzakeli;kerwi;s gepaard met interne organisatieproblemen. Automatisering kan hierbi; een uitkomst zi;n. Dhr. H.J. Peters begon zi;n loopbaan 34 ;aar geleden bi; Philips als assistentaccountant. Na ;aren gewerkt te hebben in administratieve functies, zowel binnen- alS buitenlands, werd hi; vier ;aar geleden benoemd tot airecteur interne automatisering. Het gesprek met hem gaat voornameii;k over de rol van automatisering in de interne organisatie. Interne organisatie Bij Philips voigt de automatiseringsfunctie de organisatie: aile nationale organisaties hebben een eigen I.S.A. afdeling. (I.S .A . = Informaue Systemen en Automatiseringen), daarnaast is er een vrij omvangrijke corporate organisatie (600 man). Deze laatste heeft naast een aantal uitvoerende taken ook taken op het gebied van leiding en begeleiding. O orspronkelijk werd de automatisering door de ingenieurs, de technologie bepaald, men spreekt wei van het technisch dictaat. D e communicatie van de automatiseringsmensen met het management verliep moeizaam, o.a. omdat de begrippen en het jargon niet op elkaar aansloten. ',1 ier jaar geleden besloot men een brug te slaan tussen de techniek en het management; automatiseringsprojecten werden voortaan vanuit het management bepaald . Te meer noodzakelijk daar LT. steeds meer functies, zoals bijvoorbeeid de verkoopfunctie, gi ng beInvloeden . Toch moet gezegd word en dat de ' technische' periode ook posit ieve zaken heeft gebracht . Bijvoorbeeld het R eal T ime Order .?rocessing Sys tem . Een systeem om oraers efficienter te !aten plaatsvinden zodat de voorraadkosten omlaag kunnen. O ok het produktieproces veranderde bij P hilips, met in het verlengde daarvan de automatiseringsfunctie, die voorheen per land geregeld werd. De 'local for local ' situatie, waarbij de fabrieken die in een land gevestigd waren de produkten maakten die in desbetreffend land verkocht werden, veranderde in een situatie waarin internationaal opgestelde produktiecentra de wereldmarkt gingen bedienen. Nu hebben de produktdivisies de wereldwijde operationele verantwoordelijkheid gekregen en is een aanzienlijk dee I van de automatisering meer integraal geworden. Het produktieproces vindt steeds meer integraal plaats . vit houdt in dat mensen die voorheen be6

last waren met a lgemeen management in toenemende mate de automatiseringsactiviteiten moeten gaan sturen. Peters: " Een voorbeeld van i.ntegrale logistiek is de chipfabricage, waarvoor in Nijmegen een groot produktiecentrum staat en in Taiwan een assemblagecentrum. l~a de produktie moeten de produkten naar de wereldmarkt. Dit is een integraal proces omdat we moeten blijven maken wat de klanten willen. Onze automatisering richt zich ':lp 'custom-orientation'. Gemakkelijker en beter voor de klant en dus ook voor ons. ~ m de automatisering meer bedrijfsgericht te laten verlopen zijn we er in 1986 mee b egonnen om de informatieplanning in het hele concern als een issue van strategisch niveau te implementeren. H ierdoor moeten aile organisaties informatiestrategie formee! in hun structuur gaan invullen. !n 1990 hopen we dat er zoveel iteraties en verbeteringen hebben plaatsgevonden, dat 1. T. een vast onderdeel van de business procedures is geworden ."

is het niet vreema dat die behoefte niet vanuit /tet manage ment, de gebruikers, is gek omen maar vanuit de top is opgelegd? "Dat is als voigt te verklare n . 13ij Philips worden de managementfunc ties gewoonlijk vervuld door mensen die een lange staat van dienst hebben . Bijna de hele directie bestaat uit mensen die al 20-25 jaar bij Philips werken. Om bij Philips goed te kunnen werken had je, zeker in het verIeden, een he Ie goede kennis van het bedrijf nodig. Het is gebleken dat mensen die van buitenaf op een hoge fun ctie b innenkwamen het verschrikkelijk moeilijk kregen, tenzij het om specialistische functies ging. Dat betekent d at we een generatie managers hadden die in hun opleiding geen enkele confrontatie met 1.T. hebben gehad. Nu zijn we met een proces van verjonging bezig zodat de kennis van LT. onder onze mensen sterk verbetert. Philips is niet

meer lo specifiek, het wordt wat meer vergelijkbaar met andere ondernemingen, er wordt ook meer aan opleiding gedaan."

Opleiding Zijn de opleidingen bl} Philips centraal ge regeld? " Nee, m.u .v. de topmanagementcursussen gebeurt dit niet centraal. De opleidingen vinden plaats in Harvard, Stanford en Lausanne . De coord ina tie en beslissingen liggen in Eindhoven. Jaarnaast hebben we in ieder land opleidingen voor het management, toegespitst op de specifieke behoeften. Omdat we over de hele wereld zitten worden training en ')pleiding, ook op het niveau van het middenmanagement, voornamelijk lokaal verzorgd . We hebben hier in l\1ederIand aan 20 .000 man een cursus 1.T. op uiteenlopend niveau gegeven. Ook academici die we aannemen, krijgen een opleiding. Binnen twee jaar maken we van afgestudeerd en van verschillende pluimage 'outstanding' informatici . -~ e hebben daarvoor twee pittige opleidingen, een leergang informatieanalyse en een leergang implementatie van systemen. Ook hebben we omscholingscursussen. Het komt voor dat we mensen uit de commercie recruteren en deze b ijtrainen en op leiden in de 1.::'. als ze daartoe een zekere affiniteit vertonen . H et is moeilijker gebleken om een bi j uitstek informaticus om te scholen tot een businessman, dan om een ge'interesserde businessman lOvee! over 1. T . bij te brenge n dat hij een proces kan sturen." Effecten van opleiding ::::>e confrontatie van het management met de structuur en de moeilijkheden van de 1. T. heeft tot duidelijk strategi sche bi jstellingen ge leid . Zo bleek dat 1. T . niet aIleen de manier van werken maar ook d e manier van klamen oewerken be'invl oedde. " I n Engeland gebruiken we het systeem Videotext . Klanten kunnen daar via een terminal een hele order afwerken, maar kunnen daarnaast ook inzicht krij gen in de levertijd, bijlOndere aanbiedingen, nieuwe produkten, enz. Philips stelt hiervoor de apparaten ter beschikking, installeert ze en verlOrgt de interne infrastructuur. ::)it kunnen we doen omdat dit systeem je eigen orderprocedures vergemakkelijkt. D e klant ervaart de service als toegevoegde waarde en zo verbe tert onze concurrentiepositie. In Frankrijk hebben we gebruik gemaakt van het netwerk van Minitel. Een ander voorbeeld heeft ook betrekking op Frankrijk. Het betreft een expertsysteem (dit is programmatuur waarin de kennis van een expert verwerkt is, red) dat is opgesteld voor de service van cd-spelers .

ROST RA 150 MEl 1988


PHILIPS Met een pc, laservisionapparatuur en een centrale databank kan interactief op het scherm een complete diagnose worden gesteld. De score is 80%. Die werkplaatsen worden daardoor goede Philipsklanten."

Gewenste ontwikkeling Philips stree/t ernaar om de koppeling tussen uilvoering en beleid losser te maken. Hoe moet dat in zy'n werk gaan? " Enerzijds moet dit gepaard gaan met decentralisatie van beleid naar business, zodat het beleid gevormd wordt daar waar de operationele verantwoordelijkheden bij elkaar komen. Anderzijds is er behoefte aan betere coordinatie. Uitgangspunt hiervoor is een basisstructuur voor grote en algemene zaken. Voor specialisten kan teruggegrepen worden op aanwezige resources. Een voorbeeld hiervan zijn onze 130 rekencentra die over de hele we reid verspreid zijn. Elk centrum is vanuit een decentrale visie opgesteld, bemand en wordt ook zodanig bestuurd. We hebben gezorgd voor compabiliteit maar het blijven unieke centra door de configura tie van hard- en software. Het geheel vormt nu een internationaal netwerk, dat is de richting die we opgaan." Hardware Gebruikl Philips intern ook eigen hardware? "Natuurlijk. Philips heeft in het verleden grote computers gemaakt. Bij de opheffing van U nidata (samenwerking tussen Philips, Siemens en Cedu, 1972-1975, red.) is Philips gestopt met het bouwen van grote computers. We hebben toen besloten tot het gebruik IBM of IBM compatible 370 apparatuur als standaard voor het he Ie con-

men, waardoor je geweldige interfacepro-memen kunt krijgen: Itovendien verlies je inkooppower als je op teveel markten aanwezig bent."

Artificial Intelligence Waarom invesleerl Philips zoveel in A rtificial Inlelligence (A .I.)? "Omdat blijkt dat A.I., expertsystemen, door de geweldig toegenomen mogelijkheden van de apparatuur in staat is kostenefficiente oplossingen te vinden voor bedrijr: soplossingen. N adat we eerst aile puur mechanische arbeid hebben geautomatiseerd, zijn we nu het volkomen blanco veld van de repetitieve denkarbeid ingegaan." A.!, wordt in publicalies voor vele zaken door elkaar gebruikt. Wal is volgens u een he/dere de/inilie van A.I.? "A.I. is niets anders dan het d.m.v. goed gedefinieerde regels opschrijven wat al bekend is. Het gaat om het bij elkaar brengen van samenhangen. Als je deze vaak genoeg definieert dan ontstaat herkenning bij de computer. Als een aantal dingen vaak genoeg herkend worden, kunnen daaruit conc1usies getrokken worden. Een voorbeeld is het al genoemde expertsysteem voor cd-spelers. Je kunt je voorstellen dat werkplaatsen moeten worden aangepast als er een nieuw produkt op de markt komt. Als een knappe man dat proces zou beschrijven dan levert dat kennis van het hoogste niveau op. Dit kan dienen ter ondersteuning van je eigen diagnose. Bekend zijn de medische diagnosesystemen. Er wordt bij Philips door 150 man aan A.!, gewerkt, maar er worden nog geen expertsystemen voor de buitenmarkt gemaakt. "

Afgestudeerden worden binnen twee jaar 'outstanding' informatici

cern. Daarna zijn we met kleine computers doorgegaan, waarbij we voor de interne automatisering op zeer ruime schaal gebruik hebben gemaakt van de P-7000 afdelingscomputer. Vanaf het moment dat Philips pc's maakt is dat huisapparatuur geworden. Wat de overige randapparatuur betreft werken we met verschillende leveranciers. We hebben voor een zodanige mix gekozen dat we, ook naar IBM toe, een onderhandelingspositie behouden. Verder hebben we in onze technische automatisering vee I DEC computers in gebruik. We hanteren een beleid van preferred equipment omdat we proliferatie willen voorko-

Wal zouden de toepassingsmogely'kheden van A.I. voor de interne automalisering Zl/n, bl/v. managementondersleunende syslemen? " Nou, voor de toepassing in managementsystemen zijn we nog wat huiverig. Er zijn hier en daar al wei wat pogingen in die richting gedaan, voorbee1den zijn kredietbewakingen en verkoopcontrole. A.I. komt op allerlei punten in de organisatie naar boven, je komt steeds meer tot de ontdekking dat bepaalde besluiten puur routinewerk betreffen. Daar waar het tijdrovend routinewerk betreft kan het goed vervangen worden door een expertsysteem."

Zou A .!, in de toekomsl ook loegepasl kunnen worden bij managementbeslissingen van slrategisch niveau? "Daar twijfel ik niet aan. Het C.P.B. doet dat bijvoorbeeld. Doordat ze aile varia belen schatten, deze invoeren en vervolgens door middel van een model de groei en de werkloosheid voorspellen. Deze ondersteuning is er al en zal nog wei meer op A.!, worden gebaseerd omdat de modellen vandaag de dag nog ratio's bevatten die mathematische relaties veronderstellen. Bij managementbeslissingen komen ook niet rationele zaken aan de orde, zoals inschattingsvermogen en ervaring. Bovendien komt daar nog bij dat bij beslissingen op het hoogste niveau de input maar voor 10% bepaald wordt door de eigen business. Aile overige overwegingen hebben hun oorsprong van buitenaf: algemene economie, politiek, concurrentie, cocktailparty's, gesprekken met ministers, kortom het hele informele circuit is erg belangrijk. Daarnaast spelen visie en creativiteit ook een belangrijke rol, in de betekenis van produktinventiviteit en vooral het inschatten van de behoeften van de mens. Hoe je deze behoefte kunt creeren is zeker zo belangrijk, een voorbeeld is de walkman. A.I. kan helpen om niet-creatieve elementen uit het werk te halen, zodat je je kunt concentreren op het creatieve. Zo kan A.I. gebruikt worden bij het schrijven van een brief, je kunt door een systeem op tegenstrijdigheden gewezen worden. In vertaalwerk wordt A.I. al toegepast." Behalve aan A.I. gee/t Philips ook vee/ aandach! aan hel megachipprojec!. Wal z ijn de toepassingen en mogelz/kheden van de megachip? vervolg op pagina 11

ROS T RA 150 MEl 1988

7


VAN DIEN~CO*

TREEIIT GRAAG IN CONTACT MET AMBITIEUZE BIJNA AFGESTUDEERDE BEDRI]FSECONOMENMN Van Dien~Co Accountants

Schriftelijke sollicitaties te rich ten aan Van Dien + Co Accountants. t.a .v. de heer R.H. van Ede. Hoofd Personeelszaken . Fizeaustraat 2. 109' SC Amsterdam. tel. 020-5686610.

*Van Dien + Co Accountants maakt deel uit van de Van Dien groep en is lid van Deloitte Haskins & Sells InternationaL Een organisatie met 26.000 medewerkers in 71 landen. Alkmaar Almere Amsterdam Arnhem-Velp Breda Eindhoven Enschede Gouda 's-Gravenhage Groningen-Haren Haarlem 's-Hertogenbosch Hoogeveen Leeuwarden Lelystad Lochem Maastricht Roosendaal Rotterdam Tilburg Utrecht Venlo Zaandam Zwolle Willemstad (Cura~ao) Oranjestad (Aruba) Philipsburg (St. Maarten)


AEGON

Conservatisgte en onderling wantrouwen weerhouden verzekeringsntaatschappijen • van voorultgang 'Minder dan 50% van alle automatiseringsprojecten voldoen en slechts 20 tot 30% zijn echt geslaagd. Dat is eigenlijk maar goed ook, want als de automatisering vlekkeloos zou zijn verlopen, hadden we nu massale werkeloosheid gekend, vergelijkbaar met die na de industriele revolutie', aldus Mr. T.L. Stehouwer, voormalig directeur automatisering van AEGON, een man met een uitgesproken visie op het verleden, het heden en de toekomst van automatisering. Cup of tea 'Ik heb twee goede beslissingen genomen in mijn leven. Een om naar IBM te gaan en een om er weg te gaan. Die pioniersgeest en klantgerichtheid heb ik altijd geweldig gevonden. Eind 70-er jaren belandde IBM in de post-pioniersfase en een control fase. IBM werd low cost producer en ging er van uit dat de klant zelfwel wist wat ze nodig had. Dat is niet mijn cup of tea.' Na 22 jaar verliet Stehouwer IBM, ook omdat hij als Nederlander niet snel op een beleidspositie zou komen. Dat was anders bij AGO verzekeringen, waar hij toetrad tot de concernraad, belast met marketing en automatisering. Na de fusie van AGO en ENNIA tot AEGON werd hij directeur automat isering met als belangrijkste opdracht de integratie van automatisering. Anderhalf jaar geleden gaf Stehouwer te kennen op te willen stappen, maar omdat er nog geen opvolger voor hem was is hij nog bijna twee jaar gebleven, waarvan een jaar als interim-directeur. Vanaf mei 1988 heeft hij zich gevestigd als zelfstandig adviseur voor informatie- en automatiseringsbeleid.

Lappendeken Een van de grootste problemen waar Stehouwer voor kwam te staan was het verschijnsel van een lappendeken. De oorzaak hiervan ligt enerzijds bij de noodzaak apparatuur en programmatuur door de voortschrijdende techniek steeds aan te moeten passen dan wei te verbouwen, en anderzijds door de intergratie van computersytemen. 'Verzekeringsmaatschappijen behoren net als banken tot de vroegste gebruikers van ponskaanapparatuur en computers. AMEV bijvoorbeeld heeft dit jaar gevierd dat ze alSO jaar klant zijn van IBM. VerzeROSTRA 150 MEl 1988

keringsmaatschappijen hebben een hele automatiseringsrevolutie doorgemaakt. Eerst werden jaarlijks vervallende premies, waarvoor een rekening moest komen, op ponskaartjes vastgelegd, later kwamen er primitieve terminals. In de 70er jaren is de stap gemaakt naar wat in het jargon heet transactieverwerking. Transactieverwerking betekent een terminal aan de computer, gegevens oproepen en deze zo nodig muteren. Alles werd steeds geperfectioneerder. Het hele proces werd stapje voor stapje geautomatiseerd. Het typische is dat we steeds verder bouwden op de bestaande apparatuur en programmatuur. Vandaar heb je programmatuur die soms van oorsprong wei 20 jaar oud is. Een van de problemen is dat de systemen eigenlijk gerenoveerd moeten worden maar die renovatie kost vreselijk veel tijd, in de orde van 1000 tot 2000 manjaren, en dus vreselijk vee I geld. Een ander probleem is dat je de oudste bestanden altijd nodig had en het laatste probleem is dat na 10 jaar niemand meer weet wat er precies in een systeem zit'

bestaande merk naar een ander type. Dat gaf problemen, maar die waren er a1. Dan heb je nog het onderhoud van programmatuur. Daar besteed je tenminste 50070 van je tijd aan. Je moet bijvoorbeeld je programmatuur aanpassen aan een wettelijke maatregel of een nieuwe verzekeringsvorm. Dat is dus niet niet aileen technisch onderhoud.'

Assurantie Data Netwerk De kernactiviteiten van verzekeringsmaatschappijen zijn het maken van polissen en het uitbetalen van schades en min of meer daarvan afgeleid de vermogensbelegging en financiele verantwoording. De meeste maatschapijen werken met tussenpersonen, die als schakel tussen klant en maatschappij fungeren. Als een klant een verzekering wil afsluiten moet er door de tussenpersoon eerst een formulier worden ingevuld, dat vervolgens wordt opgestuurd naar een verzekeringsmaatschappij, die een polis maakt. De polis bereikt dan uiteindelijk via de tussenpersoon, de klant.

AI die blaedgroepen, al die verschillende systemen waren er nag

Toen Stehouwer bij AGO kwam was de automatisering al op poten gezet. 'Ook AGO was een fusie. Toen ik daar kwam hadden ze nog steeds vier merken. Al die bloedgroepen, al die verschillende systemen waren er nog. In de 60-er jaren hebben we voortdurend conversies gehad, van het ene merk naar het andere ofbinnen het

Stehouwer voorziet dat binnen 10 jaar met de invoering van het Assurantie Data Netwerk (ADN) de tussenpersoon rechtstreeks kan communiceren met wie hij zaken wil doen, omdat zijn terminal wordt gekoppeld aan die van de maatschappij. Het proces van vele weken kan dan aanzienlijk worden bekort. 'Op voorhand zijn er twee 9


AEGON problemen. De invoering van het ADN is een zaak van aile verzekeringsmaatschappijen. Het overleg verloopt moeizaam, want concurrenten vertrouwen elkaar nooit. Daarbij komt ook nog de vraag wie het moet gaan betalen. Hoe is de kostenverdeling tussen de verzekeringsmaatschappijen onder ling en wat is de bijdrage van de tussenpersonen? Overigens weet niemand hoeveel zo'n netwerk gaat kosten, aileen dat het om enorme bedragen gaat. De invoering van het ADN zal in de maatschappijen grote organisatorische veranderingen teweeg brengen. Alles kan worden gedelegeerd omdat iedereen met de buitenwereld communiceert. De manier van leiding geven verandert en het middelmanagement wordt verdrongen. Maar verzekeringsmaatschappijen hebben het grootste belang bij datatekstverwerking en daarom zal bij hun het eerste zijn intrede doen. Het opmaken van een polis is deels pure tekst en deels data. De data, b. v. het polisnummer of naam haal je uit het bestand en de variabele teksten voeg je zelf toe. Dat is een enorm organisatorisch probleem, want dan moet je de kantoorautomatisering, de communicatie en de bestanden samenvoegen. Dan loop je wei op tegen die oude programmatuur.'

Witte boorden Er zijn volgens Stehouwer twee andere ontwikkelingen waardoor en efficienter en dus goedkoper kan worden gewerkt. 'Tekstverwerkende typistes zullen nagenoeg verdwijnen. J onge academici doen dat werk net zo snel dan als ze het schrijyen of dicteren. Het is aileen nog steeds een statussymbool binnen de meeste witte boorden bedrijven om een secretaresse te hebben. De tweede ontwikkeling is dat micro computers naar de werkplek zullen gaan. Jonge academici willen veel meer dingen zelf doen. Op de micro computer kunnen ze de tekstverwerkimg doen en hoeven pas als ze de data nodig hebben naar de mainframes, naar die grote centrale bees ten, die grote bestanden. Bij een maatschappij van 4000 mensen praat je toch al snel over 4000 terminals en 100 tot 200 micro computers. Dat wordt een gigantisch netwerk. De complexiteit zit niet in de hardware, dat is geen probleem, maar in de software. De ontwikkeling van software is achtergebleven bij de hardware. Software is ambachtelijk werk en zeer kostbaar. Fabrikanten besteden nog niet zoveel aan software. Ze verdienen genoeg aan hardware, maar dat zal de komende jaren wijzigen. De toekomst ligt in expert systems, kunstmatige intelligent iesytemen. Die zullen een doorbraak vormen. Hoe kan ik zorgen dat een computer 10

Het is aileen nog een statussymbool binnen de meeste witte boorden bedrijven om een secretaresse te hebben

een computer maakt en hoe software software maakt.'

Conservatisme Nederland loopt achter wat betreft de ontwikkeling van assurantiedata-netwerken. In Amerika en Engeland bestaan deze al. De vrees wordt derhalve geuit dat als de verzekeringsmaatschappijen in Nederland niet snel tot actie overgaan, zij een gedeelte van de markt moeten prijsgeven aan buitenlandse maatschappijen. lllustratief hiervoor is een Engelse maatschappij

Eagle Star, die enige jaren geleden de Portugeese markt penetreerde en in 1 jaar tijd 20% van de markt voor levensverzekeringen veroverde. Inmiddels is dit bedrijf ook de Nederlandse markt opgegaan met een levensverzekering waarbij de klant desnoods dagelijks wijzigingen kan aanbrengen in het verzekerd kapitaal, de premiehoogte, de looptijd en de verhouding tussen spaargeld en het risicobedrag, terwijl tevens verandering gebracht kan worden in de zes beleggingsmogelijkheden (van laag risico-obligatie- tot hoog) . Stehouwer ROSTRA 150 MEl 1988


AEGON verklaart de UVUy"U" in Nederland door puur conservatisme. maatschappijen 7PCrcrpn-..1., is Ze er niet van, omdat al zoveel buirenlandse maarschappijen hebben de Nederlandse markt te penetreren en dat is nog nooir gelukt. Her gaat te in de verzekeringswereld.

doornemen, en dus men Hever naar een tussenpersoon. kleine categorie die net boven modaal zit zal-llitpiuizen waar ze de gO'ed~,O()IPs'te en beste waar voor hun Die gaan naar de m~lat:sctlapIPlllen die lOnder OHRA en Centraal Beheer. Over hele wereld hebben een marktaandeel van 20% en daar-

Swarttouw en Deetman zijn managers die nee als antwoord blijven drammen tot ze krijgen accepteren en net zo

Employee gedrag Over de rol en positie van de tussenpersoon in de toekomst is Stehouwer heel duidelijk. 'De tussenpersoon bli;ft zelfstanEen tussenpersoon werkt als zelfstanondernemer veel efficienter dan iemand in want dan wordt hi; <:Illl1l"V'~t: en gaat hi; zich als geHij houdt zijn bi] maar i.p.v. dar hi; de netwerk. verstuurt, doet hij dar nou via een verzekering is een low-interest produkt. Als iemand een kast of een auto gaar heeft dar recreatieve waarde, dar vinden mensen leuk. Niemand vindr het leuk een verzekering afre want dan moet men gaan

boven komen niet. Pas als aile huishoudens over een minitel-achtig apparaat beschikken, die rechtstreeks met de maatschappij is zal de situatie veranderen. Het verschil in premies valt nu nog tegen want OHRA en Centraal Beheer mailing- en marketing hebben zeer kosten.'

tussen de automatiseen de rest van het 'Gebruikeis en ders kunnen moeilijk met elkaar luisteren vaak niet naar elkaar. i\1;ltolna1tl' seerders in jargon en zijn nier service maar technisch gericht. Het moet van een tecnische club een service club worden. Hoe kan ik een tede kosten en de snelen hoe leer ik delegeren, laat de gebruiker meer doen, waardoor ik een meer technisch zeer h"""nm,o club krijg? Daardoor zal men en minder afstandeHjk worden. moe ten leren met normale mensen te communiceren. Managers en directeuren bede techniek niet en hebben vaak benul van veranderingsprocessen. het van het Swarttouw/Deetman die nee als antwoord accepteren en net drammen tot ze ja krijgen. Dan fout, want wat niet nier. door echt goed teamwerk tot een haalbare oplossing te komen. Her om de vraag wat in de prakrijk haalbaar . • Koos Boering

Ruben

Swarttouw Deetman effect Een groot bedrijf als AEGON kent een automatiseringsafdeling. Tot een dergelijke worden informatieanalisten, en programbestaat deze afdeling uit 400 personen. Nog steeds bestaan binnen de meeste bedrijven grote

vervolg Philips "Deze integratie van steeds meer transistoren op silicium zal een fundamentele verandering in de maatschappij teweeg brengen. Het is voor Philips van levensbelang om in dit vakgebied Phihoudt zich bezig met heugens. Siemens met heeft deze ,,,,,,,"HUH"!'.l': logicchips te kunnen maken Megachip vormt voor omwikkeling van de procesbeheersing maar ook voor de ontwikkeling van de software die nodig is om megachips te maken, Philips is niet van deze megachips te gaan gebruiken om grote computers te bouwen, het gaat er voornamelijk om de technologie toe te kunnen passen in comconsumentenartikelen. De complexidan die teit van een videorecorder is van de pc. Ook zal er plaatsvinROSTRA 150 MEl 1988

den in switches,

apparatuur, in de telefooncentrales. "

1992 In deze een standaardvraag, hoe bereidt Philips voor op de interne markt van J992? daarin verder zijn dan ie"lk denk dar dereen. heeft dat al aangetoond. Verder het

een te creeren om alle verzendingen en ontvangsten electronisch te regelen. Hierdoor zijn we authorized dealer geworden, wat wil zeggen dat we electronische communicatie met autorisatie van de overheden hebben. accepteren onze import- en export databanken. Nu zijn we uiteraard bezig onze informatiestrategie nog verder

1992 uit te bouwen." Philips is op her {Jj(enV£:/R Verwacht u op ping of juist een "Vanuit mijn functie kan ik u natuurlijk geen officieel standpunt geven, maar aile ontwikkelingen wijzen op een steeds intensievere efficiencyvergroting, schaalverkleining van de produkten zelf, wat leidt tot schaalvergroting van de produktie. Dit zal voor ons leiden tot een produktie met steeds minder werkinhoud, die niet zal kunnen worden opgevangen door een evenredige groei van de markt zelf. Dit leidt waarschijntijk tot toenemende dienstverlening in de vorm van service. Daarin zullen we groeien en eventueel de werkgelegenheid vergroten." • Tjoe-Nij Carine van Oosteren 11


AMRO

"Bet streepjespak kan in de kast" Ais lid van de Raad van Bestuur van de AMRO Bank, verantwoordeli;k voor o.a. Personeel en Automatisering, als oud topman van IBM-Nederland, alwaar hi; ook een commissariaat vervulde en als huidig commissaris bi; Volmac, vonden we in drs. R. van Ommeren (51) een gesprekspartner die uitstekend op de boogte is van de automatiseringsproblematiek in het algemeen en van de automatisering -en alles wat daarmee samengaat- bi; de AMRO Bank in bet bi;zonder. De heer van Ommeren, die economie studeerde aan de Economiscbe Faculteit van de Universiteit van Amsterdam, vervult verder een groot aantal bestuursfuncties bi; een grote verscheidenheid aan verenigingen, stichtingen en andere insteUingen. Wat is uw huidige funetie bij de AMRO Bank? Mijn eerste verantwoordelijkheid is automatisering, de tweede is personeel. Dat is redelijk uniek en komt als combinatie dan ook niet vaak voor. Waarom is dat zo uniek? Is er sprake van een zekere tegenstrtjdigheid tussen deze twee verantwoordelijkheidsgebieden? Nee, er is geen sprake van strijdigheid. Mijn stelling is dat automatisering gelijk is aan verandering. De techniek is daar niet verantwoordelijk voor, maar speelt daarbij wei een belangrijke rol. Ais je eoo verandering in een organisatie tot stand moet brengen, dan impliceert dat veranderingen in mensen, door mensen, met mensen en dat heeft zijn consequenties. Dat moet je vertalen in personele consequenties, waarbij automatisering door zijn techniek en taalgebruik een wat onafhankelijke rol speelt. Dan ben ik verantwoordelijk voor aBe 10gistieke functies in het bedrijf, voor de kosten en de administratie en de beveiliging. Je kan zeggen dat mijn huidige functie en mijn nevenfuncties in een goede wisselwerking met elkaar zijn.

AMRO-profiel Is het mogelijk om een profiel te sehetsen van de AMRO Bank? Het is een van de grote universele banken in Nederland. Het he Ie scala van diensten wordt door ons verleend. Ook zijn we actief in het buitenland met 90 kantoren. Na het samengaan met de Generale Bank van Belgie zuBen we tot de 5 grootste banken van Europa gaan behoren en tot de top 20 van de wereld doordringen. Deze schaalvergroting is ook belangrijk met het oog op 1992. De AMRO Bank is in 1964 tevoorschijn gekomen uit de fusie van de Amsterdamsche bank (1871) en de Rotterdamsche Bank (1863). Momenteel werken er 23.000 mensen bij de bank, tegen 10.000 in 1964.

12

De groei was met name in het begin spectaculair, door de overgang op salarisuitbetaling via bank- en girorekening, iets wat voornamelijk mogelijk werd gemaakt door de automatisering. We hebben 2 miljoen particuliere rekeninghouders en 175.000 zakelijke rekeningen. Verder hebben we 788 kantoren in Nederland. Na het samengaan van de AMRO Bank met de Generale zal het balanstotaal met ongeveer 70% toenemen, het aantal buitenlandse kantoren toenemen tot 140 en het aantal werknemers stijgen tot ca. 40.000. Het is opvallend hoe vaak bankmensen praten over het aantal kantoren, terwijl dat weinig zegt. De RABO Bank heeft b. v. 3500 en de Postbank 2700 kantoren. Ja, je kan dan inderdaad de kritische vraag steBen of al die kantoren dan wei rendabel zijn. Er is in Nederland mijn inziens dan ook sprake van over-banking.

AMRO en automatisering Hoe staat de AMRO Bank ervoor m.b.t. de automatisering van haar kantorennet? Dit jaar is de bank klaar met een communicatienetwerk, dat alle kantoren met elkaar verbindt. We maken daarbij gebruik van glasvezeBijnen, die we huren van de PTT. Ook maken wij daarbij gebruik van PTTcentrales. Zelf zuBen wij ons DCN (DCN = Data Communnicatie N etwerk) gaan beheren. Via DCN kunnen ook telebankservices worden verleend. Momenteel lijkt DCN nog op het Nederlandse wegenrtet, waar aBeen af en toe een bromfiets overheen rijdt; we zullen het aantal toepassingen echter sterk uitbreiden. Van de totale kosten van de AMRO Bank is de automatisering verantwoordelijk voor 9%. We hebben de beschikking over 300 computer/network operators en 700 medewerkers zit ten in de ontwikkeling en ondersteuning. Verder zitten er zo'n 1000 mensen op data-entry locaties.

Waar vindt de opleiding van AMROautomatiseringsmedewerkers plaats? Soms gebeurt dat voor een deel elders, zoals b.v. bij Volmac, ofhebben de mensen ervaring opgedaan bij eerdere werkgevers. Er is ook een groot aantal cursussen beschikbaar, die zowel intern als extern gevolgd kunnen worden. Door wie is de AMRO Bank in eerste ins tantie geautomatiseerd? Ais u begint over de periode vlak na de oorlog, dan kwamen eerst de ponskaarten en waren er geen computers. Het was nog een pionierswereld, waarin we eerst zijn begonnen met de spaarrekeningen. De ponskaartapparatuur werd meer gebruikt als rekenmachine. Vervolgens kwamen de computers, maar daar waren er in de 60-jaren nog maar heel weinig van. Er waren bovendien ook nog geen software-huizen, dus de mensen uit de ponskaarten gingen verder met de computers en ontwikkelden zich tot wat je nu programmeur en systeem-analyst zou noemen. Door deze ontwikkeling konden de banken en verzekringsmaatschappijen zich de voortrekkers op het gebied van de automatisering noemen. Nog steeds is er sprake van een grote hoeveelheid 'in-house' kennis. Aangezien wij indertijd ook mensen aan anderen afstonden, waren wij ook nog eens trendsetters.

Uitbesteden: ;a of nee? Wat besteedt de AMRO Bank wei en wat besteedt zij niel uit? Over weI en niet uitbesteden zijn hele dissertaties geschreven. Je moet voordat je die beslissing neemt een aantal vragen stellen. J e moet op de eerste plaats zelf inzicht hebben in wat je precies geautomatiseerd wilt zien en wat je als resultaat verwacht. J e kan niet zomaar zeggen: 'Los dat even op', want we spreken over een veranderingsproces met meerdere gevolgen. Op de tweede plaats is het zo dat de functionele eisen van de gebruikers gehonoreerd moeten worden en vervolgens is het zo dat je moet gaan kijken -en de meeste automatiseringsprojecten gaan daar mank aan- welke nieuwe situatie je door automatisering creeert. Het is namelijk zo dat wanneer een bestaande organisatie geautomatiseerd wordt, de nieuwe organisatie volledig anders kan zijn. De Japanners hebben een dergelijke ervaring gehad met de robottisering van het produktieproces in de autoindustrie. Zij hadden de bestaande situatie geautomatiseerd en toen ze alles gingen doorrekenen kwamen ze duurder uit dan voorheen. Toen realiseerden ze zich pas dat robots geen fouten maken, 7 x 24 uur kunnen werken en je in wezen een heel ander logistiek proces, kwaliteitsproces en

ROSTRA 150 MEl 1988


AMRO voorraadbeheersysteem krijgt. Je krijgt feitelijk een heel ander b~!ijf. De eerste fase van automatisering is vaak het automatiseren van de bestaande situatie en die geautomatiseerde situatie is vaak niet de meest productieve en meest emciente. Oat het toch zo loopt, vindt dan zijn oorzaak in machtsverhoudingen binnen een bedrijf en beslissingen lopen dan via die zuilen. Iedereen heeft dan zijn specifieke wensen en eisen en als je dan het heIe proces overziet, moet je kijken ofhet wei zo zinnig is het op die manier te organisereno Oat kan je je aileen als bedrijfleiding zelf afvragen. Een buitenstaander, die zou worden aangetrokken i.v.m. de automatisering, kan je daarbij wei helpen, maar je zal het toch zelf moe ten doen. We besteden echter wei uit, maar niet in grote mate. Criteria om uit te besteden liggen o.a. in de sfeer van schaarse specialismen, die we zelfb.v. maar 2 weken per jaar nodig hebben en verder onvoldoende aan het werk kunnen houden en afgeronde projecten, die geen integraal dee I van de totale organisatie vormen, zoals bijvoorbeeld de pensioenadministratie. Integrale delen van de organisatie laten automatiseren door externe mensen zou teveel inwerktijd vergen en die learningcurve moet per slot van rekening ook worden betaald. Vervolgens is het ook nog zo dat programma's, wanneer die eenmaal gemaakt zijn, regelmatig moeten worden gewijzigd en verder hebben wij zelf methodieken ontworpen voor kwaliteitsbewaking voor alle stappen van het proces. Softwarehuizen die voor ons werken zullen eenzelfde methode dienen te hanteren. Van de fouten die we gemaakt hebben kunnen we leren en dat doen we dan ook. Een laatste probleem met 'externen' is de salariering. Als iemand naast je zit te werken die vee I meer geld verdient en hetzelfde werk doet als jij, die dan ook nog voor komt rijden in een dure auto, dan is dat niet zo gezellig voor onze 'bewoners'. We zorgen voor een goed beloningssyteem en kunnen een toets met de buitenwereld prima doorstaan, maar om te pas en te onpas iemand binnen te halen, daar zijn we huiverig voor. Bovendien zijn we zelf een van de grootste softwarehuizen van Nederland, met 700 mensen in ontwikkeling en beheer. Besceed AMRO dan weI eens mensen uic? Nee, omdat we denken dat we meer geld kunnen verdienen als we die mensen intern laten werken.

Gebruikers en beslissingen Wie neemc bl/AMRO de besfissingen over de doorvoering van een bepaald aucomaciseringsproject? ROSTRA 150 MEl 1988

We vinden dat die beslissingen genomen zouden moeten worden door de gebruiker, op basis van een baten/kosten-analyse. Ik zet heel duidelijk de baten voorop. Oat is de taal die het management met elkaar heeft leren spreken. Vanuit de automatiseringswereld worden vaak technische zaken naar voren gebracht, terwijl de rol van automatisering zou moeten zijn, niet om die te.chnische zaken naar voren te brengen, maar dat tot een keuzeprobleem terug te brengen. Die keuze moet dan door de gebruiker worden gemaakt. Wat zi/n in uw ogen de baten en kosten van de automatisering? Er wordt veel gesproken over kwantiteit en kwaliceic van de arbeid, die zouden respectievelijk af- en toenemen. Mijn mening is dat automatisering misschien niet helemaal neutraal is, maar wei een onderwerp waarover het management zich uitgebreid moet uitspreken. Het management moet duidelijk aangeven over

wat het wei en niet wenst en of je op een bepaalde werkplek wei of niet bepaalde handelingen wilt laten verrichten. Oat kan je als management regelen. Het ligt dus aan het management of het werk eentoniger en dommer wordt, of juist aileen maar hoog-kwalitatief en interessanter. Wat hec management wenst, hoeft natuurlijk niet de wens van de gebruiker te zijn. Ais dat zo is, heb je als organisatie een probleem. Daarom is het zo goed dat bij de AMRO Bank automatisering en personeel onder een verantwoordelijke vallen. Het is namelijk de bedoeling dat automatisering de organisatie effectiever maakt. Dit kan door een betere dienstverlening, door andere kwaliteit, andere produkten en lagere kosten. Zonder automatisering zou het b.v. nooit mogelijk zijn geweest om 4 miljoen rekeningen te beheren of een 'trading room' te hebben.

13


AMRO Gevaren van automatisering Zijn er ook nog minder wenselijke ontwikkelingen bij automatisering? Te denken valt aan de uitholling van funeties. Het midden-management is vaak opgegroeid met het vorige Het werk dat gedaan hebben steeds verder van ze af te staan, omdat de werkvloer is Het voelt zich minder comfortabel omdat het zijn oude werk niet meer kan doen, het is 'deskilled' Daar zal het een en ander aan moeten doen. Wij daarvoor een rna, dat gericht is op aIle geledingen van het bedrijf, zodat de medewerkers met de aUl[ODrlallsenng vertrouwd kunnen raken. Het tempo is aan de volgers van het programnla aangepast. tweede punt is de factor tiid, die is veranderd onder invloed van een regelmachine binnen Vroeger duurde het wei een voordat bepaalde informaeen paar tie op de van de Raad van Bestuur en orde binnen de orgakwam.Dit en nisatie. De ",-<;",,,,u werden Met de computer is het zo dat direct ter beschikking komt en de tussenliggende fasen verdwijnen. De top kan nu de directeur ter plaatse en vragen hoe dat en dat ooit kunnen gebeuren, terwijl de beste man zelf nog niet weet dat het gebeurd is. Je dan allerlei vormen van overkan de organisatie dan "'.... '''1 ..... '' met een was machine die wast en centrifugeert. De is niet zo Je moet gewoon een bewuste rem De gebruiker wachten met het reeds beschikbare

ken om die extra wins! Dat is zo, maar ik wit houden, te weten de kan een organisatie ze van spreken '"5''UJ''''' te centrifugeren.

pieermachine. afgewogen wie welke krijgt iedereen van aIles een der moet je je bedenken dat nici aangeleverde, informatie nitie neutraal is.

1992

Midden- en kleinbedrijf (MKB) Graag wil ik nog iets kwijt over het MKB, dat maar al te vaak wordt vergeten. Het gaat altijd maar over dat aantal heIe grote bedrijven. We hebben net een studie naar het MKB. In 1986 had 33% in het MKB een computer. De laatste 18 maanden is daar 45% bijgekomen. Het aantal van 38.000 tot 84.000. aan de hand in het MKB.

Maar zo werkt het natuurlzik nlet! Jawe1, zo heb ik het zelf gedaan. Ik was eens op de van een foutieve transactie. Ik zat twee te wachten tot de gegevens op bureau lagen, waarvan ik al op de was. Dat is erg frustrerend. Dit toont aan dat ie automatisering moet wet en wat je aan het doen bent. moet zoals ik net Het is soms nodig om constraints in te bouwen. Het bliift een Een vergelijkbare side beurskrach. N aast structurele heeft het gebrek aan ingebouwde remmen in de computersystemen de omvang en de van de krach doen toenemen.

Het grootste probleem dat ik zie, Wanneer ik denk aan interne integratie, beslissingsbasis van computerinde grote hoe vee 1heid en daarnaast het gebrek aan definities. Ik ben daar bezorgd over. Allerlei kunnen aan de hand van data worden uitgerekend en worden weergegeven in prachtige pie-charts, die steeds weer anders worden ge'inHet is mogeJijk modellen te maken met 100 parameters, terwijl slechts 6 of7 van die parameters 800/0 van je probleem Als management moet je dan de hebben am de diepte in te gaan m.b. t. die 6 of 7 parameters en de rest weg te laten. Natuurlijk krijg je dan het commentaar niet wetenschappelijk bere maar er is nu eenmaal sprake van afnemend moet een halt ",,;:ClHCJlUt:lUC informazie je bij de ko-

Is het niet te verwachten dat men allemaal constraints gaat inbouwen, terwij! iedereen weet dat tijd geld is? Br zullen altijd mensen zijn die zich daaraan zullen onttrek-

14

Wat zijn uw verwachtingen ten aanzien van de nab1ie toekoms!, 1992 b1ivoorbeeld? Het is natuurlijk zo dat 1992 geen sche grens is. De grenzen gaan wei het verkeer zal vrijer worden, maar cale systemen van de verschillende landen lopen nogal uiteen. Harmonisatie is iets dat veel tijd zal vragen, maar ik ben positief hoewel de ook weer niet te hoog gespannen moeten

mu!nc:lele wereld nog sen m. b. t. bijvoorbeeld de Wat moe! er op nationaal niveau all,pm.aal op elkaar worden afgestemd? echt nodig is, is een de verhoudingen waaronder de moeten werken met hun Centrale Banken en Overheden m.b.t. de solvabiliteitseisen. Ook de wijze waarop wordt omgegaan met de schuldenlandenproblematiek verschilt van land tot land. Dat soort zaken be'invloedt de concurrentieverhoudingen in een te sterke mate en vindt zijn de winst- en verliesrekening. Deze verdienen dus aandacht. Voor de rest bebij een vitaal en Naar waarde bedraagt de ex55% van het BNP van Nederwat dat betreft lopen onze met die van onze klanten. Welke problemen voorziet UJ door de steeds toenemende stroom van informatie, voor het

Wat zijn hiervan de oorzaken? Dat is een veelheid van zaken. men zijn veel goedkoper bedrijven kunnen zich laten aansluiten op ODze systemen, zodat ze b.v. kunnen overmaken m.b.v. een terminal. Ze kunnen er de administratie mee voeren en het is een tekstverwerker. In de bouw- en dienstensector wordt veel ~b"'_""_ (l',em""lH van standaardpakkenen. Vindt u dar een gunstige I'ml'qm,!;'/n'/' maar er zit ook wei een en ook tetrend in. Er zullen ontstaan, maar ik vind het van goed om mogelijkheden op dit gebied bewust te onderzoeken. Is er nu ook sprake van een afbrokkeling op he! gebied van de finale dienstverlening? zaken als geldautomaten leiden tot een van het aantal persoonlijke contacten van bank tot client, maar nog wordt het als we gaan praten over homeDe klanten komen dan helemaal niet meer op het kantoor. Je zal er dus voor moeten zorgen dar de kwaliteit aan de baHe wordt verhoogd. Aan de hand van de voerde die je zichtbaar kan maken op ie beeldscherm, kan je ook zien welke diensten klanten afnemen. Dat moet maar het biedr wei om aan de hand daarvan te tot een klantenbezoek. Je zal er een andere wiize op moeten inspringen. wordt nog interessanter. Het wordt steeds meer een markt waarin je naar je klanten toe moet gaan, in plaats van zitten wachten tot hi; in ie En laten we wei zijn, dat mooier dan een simpele kaszaken verdwijnen, weer andere voor te-

•

Henry Tjoe-Ny' Nicolaas Heii

ROSTRA 150 MEl 1988


FOKKER

40 jaar autornatisering

Kunt U uzelj introduceren, in het bifzonder uw plaats t.o.v. de automatisering?

In 1951 ben ik als vliegtuigbouwkundig ingenieur ontwikkelingsafdeling van Fokker binnengekomen. Daar probeerden wij m.b.v. computers berekeningen voor vliegtuigontwerpen te maken. Via de afdeling gereedschappen, die voor elk nieuw vliegtuig opnieuw gereedschappen moet ontwikkelen, en het directeurschap van Fokker Schiphol kwam ik in 1981 bij de afdeling Informatie Systemen.

brr-de

Vliegtuigbouwer Fokker kreeg al zeer vroeg met automatisering te maken. In de jaren '50 werden op kleine schaal apparatuur en programma's ontwikkeld. Naarmate het aanbod van complete en hoogwaardige systemen op de markt groeide, werd Fokker meer en meer een consument i.p.v. producent. Al met al heeft het bedrijf een flink aantal jaren ervaring opgebouwd met be trekking tot de mogelijkheden en bewerkingen van automatisering. Iemand die de ontwikkelingen binnen Fokker op de voet heeft gevolgd, is de huidige vice-president Informatie Systemen, de heer A. Dijk. Een interview over de plaats van Informatie Technologie (IT) binnen Fokker en meer in het algemeen binnen onze maatschappij.

Wet van de remmende voorsprong Hoe is het automatiseringsproces bif Fokker verlopen?

In feite is IT op twee plaatsen bij ons binnengekomen. Enerzijds werden computers voor engineering ingezet bij het ontwikkelen van nieuwe vliegtuigen. Anderzijds deed de administratieve automatisering zijn intrede. Hierop aansluitend werd het eerste Produktie Besturings Systeem in 1962 operationeeI. Aanvankelijk werden deze twee processen gescheiden gehouden, maar in 1979 werden de twee afdelingen samengevoegd. Op deze wijze konden de produktie van onderdelen, assemblage en eindlijnen automatisch, maar nog wei gescheiden, beheerst worden. De automat isering van administratie en produktie is eigenlijk niet meer onafhankelijk te organisereno Er is nauwelijks nog onderscheid tussen het Management Informatie Systeem (MIS) en het Produktie Besturingssysteem. Wij proberen deze onderdelen ook zo dicht mogeIijk op elkaar aan te laten sluiten. Je praat dan eigenlijk over een geYntegreerd systeem. Hoe komt de keuze voor een systeem tot stand?

In de eerste jaren gebeurde dat nogal eens ondoordacht. Er werd vee I, zelfs te veel, door Fokker zelfontwikkeld. Nu moest dat ook wei, omdat er immers nog nauweIijks apparatuur en programmatuur op de markt te vinden was, maar omdat wij vroeg zijn ingestapt, ging de wet van de remmende voorsprong in werking. Al snel konden onze systemen niet meer concurreren met de nieuw ontwikkelde systemen die de markt aanbood. De keuze was dan echter al gemaakt. De ontwikkeling en implementatie van IS is een taak van de afdeling Informatie Systemen, in nauw overleg met de gebruikers. Dit overleg vindt plaats in een Informatie Stuurgroep, waarin aile Directoraten van Fokker zijn vertegenwoordigd. Na een keuze wordt een systeem in het bedriJ! gei"ntroduceerd. Kunt u de meest directe problemen daarblj beschrijven?

Het scholingsgebrek van het management is het meest urgente probleem. Er is spraROSTRA 150 MEl 1988

15


FOKKER Het managegewend is aan het handsysteem moeite met het doorgronden van het IS. Wanneer een werknemer wei voldoende is opgeleid, wordt het management afbankelijk van die werknemer, terwijl deze het totale produktieproces niet dat kent. Op deze manier loop ie het er uiteindelijk niemand meer is het heIe proces overziet.

Een doel van IS is een optimale beheersing van her Wanneer men wit, kan men op de onjuiste informalie opgeven om de situatie beEeT te laten dan deze is. Geldt dar ook voor rWUi'prp In ons kan geen informarie worden doorgegeven, aangezien elk I.IA'"''''.''''' op naam geregistreerd staat. We! het gebeuren dat informatie vervuild raakt. Verder is het zo dat systemen zo bruikersonvriendelijk kunnen "J""UJJ!>~,H het niet willen

ces kunnen worden worden De verwerkingstijd van deze aanpassingen wordt nogal eens onderschat. Ook hier is het moeilijk om in het PBS in te bouwen. Dit levert de problemen en vertragingen Daarbij moet je echter wei we zovee! aan de wensen van de klanten tegemoet moeten komen Lv.m. niet te onderschatten concurrentie op deze markt. In de is de klant koning. Is er binnen een efficient IS voor de broodnodige informele contacten? Zonder informele contacten kan een beniet bestaan. Nu is het probleem dat 80% van de contact en formeel geregeld wordt. Met informele contacten kan je problemen oplossen, indien ze geformaliseerd worden binnen het systeem. Feitelijk is dat extra werk dat vroeger niet was.

Zolang er eenvoudige mensen moet er ook eenvoudig, gestandaardiseerd werk blijven TlP""""'" van de automadsering Wat de gevolgen van de automatisering voor he! aantal arbeidsplaatsen geweest? Het gebruik maken van in de kost geen arbeidsplaatsen, terwijl de van het produkt aanzienlijk toeneemt. Automatisering van het produktieproces levert een beperkte bespaVerder heeft ring aan arbeidsplaatsen het aIleen voordelen. doorloopdjd wordt aanzienlijk verkort en de efficientie en flexibiliteit nemen toe. Tach levert juist de vertraging in de tie Fokker problemen op. Ligt aan beperkingen van het IS? Deels is dat het geval. Een flexibel en gebruikersvriendelijk systeem bestaat nog zijn veel te niet. De star. Neem het Productie Besturings (PBS). Oit werkt aileen efficient wanneer de levertijd per onderdeel ook werkeIijk wordt. Een hiervan staat het systeem niet toe. wordt er weI naar de mogelijkheden om informatie tijdens het ces toe te voegen, maar dat is nog niet haalbaar. Een probleem dat daarmee is de invloed van klanten de vliegtuigproduktie. Elke afnemer specifieke eisen aan het produkt. Dat kan gaan om een ander interieur, een kleur of paste elektronica. over leg met de ling bekijkt de produktieleiding in hoeverre eisen in het prc:>d\lktiepiro16

Naast de produktie is er ook nog de ontwerpvan hel Hoe is de hele planning "ÂĽ',,"",'fimMM -en dat ook nog te beheersen?' Bij het en ontwerpen van de F50 en F-lOO namen wij twee enorm grote projecten op ons. Zij waren zelfs groter dan we aanvankelijk verwachtten. We kregen eerst dus een dubbelzware UCla"",,,!'. van de afdeling Nu is dat hetzelfde geval voor De overschotten van mankracht opgevangen door suben door andere """,,"ucU6,;'U Fokker. maken immers meer teen vliegtuigen. Het van tevoren plannen van mankrachtbehoefte is overigens ook geen kinderspe1.

Toekomstige ontwikkelingen Verwacht u in de komende !ljd een spectaculaire ontwikkeling op het van auIk denk dat er al een zeer snelle ontwikkeling is geweest. Vooral de integratie van MIS en PBS heeft een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Verder is een ontwikkeling aileen spectaculair als deze niet is voorspeld, we moeten dus afwachten. In ieder geval is het wenselijk dat de IT op dusdanige wijze in de maatschappij wordt ge'integreerd, dat het een natuurlijk deel van het totale werk wordt. Het omgaan met het toetsenbord en informatieverwerking moet een soort tweede natuur worden.

Wat zal volgens u de rol van Informatie Technologie in ome loekomstige mu:atJeCn/lppij zljn? Wanneer ik daarover denk, stel ik mezelf de of informatie een beheersbare factor Ik definieer informatie ais de inhoud van de gedachten van de mens. Die is mij wel maar de vraag is of de is over te brengen m.b.v. de techniek. Dat wordt in de toekomst mogelijk met het Artificial IntelliMomenteel is het nog vaak maar het wordt een belangrijke ontwikkeling. Het voordeel is dan dat de computer kan worden bij het onderzoeken en van feiten , zodat wij onze langer hoeven te besteden aan het uit het hoofd leren van die feiten. En als een computer kan worden bij zo'n <UJ.a . . " .." zou je dan zelf nog alles omdat je verwerf je slechts weinig voortdurend bezig bent met het selecteren van de meest relevante informatie. Waar zal de vrijkomende [Ijd aan worden besteed? Veel meer tijd gaat zinen in het opnieuw middel aanleren van taa1. Dat is een om op correcte te structureren. Met taalscholing leen men om de (spreek)taal om te zetten in reerde taal, door deze te splitsen taire zinnen, die door een nen worden vergeleken op Deze kan dan beslissen wat al we! en wat hij nog niet 'weet', zodat ballast kan worden verwijderd. Dit betekent weer winst. Hoewel door het inburgeren van de computer veel saai en verve/end werk leek te gaan verdwijnen, is een groot dee! van het werken met de ook al weer Hoe je ook wendt of werk MjJt ook met de maar zolang er ven bestaan, moet er ook gestandaardiseerd werk blijven En het ontwikkelingswerk in de IT wordt aileen maar interessanter. Zo wordt er gewerkt aan semantische informatiesystemen. worden processen in een onderneming in een natuurlijke taal, in e1ementaire ontleed, De mogelijkheden hiervan ook voor enOl m groot. • Stijn van de Krogt Nico/aas Heij

ROSTRA 150 MEl 1988


OVERHEID

U kornt zelfs uw licht opsteken bij rnij! De automatisering bij de overheid verloopt niet altijd even soepel. Neem als voorbeeld de studiefinanciering. Bij de overheid wordt er momenteel veel aandacht besteed aan automatiseringsvraagstukken. Er zijn twee commissies in het leven geroepen, die zich bezighouden met de automatisering: Bestuurlijke Overleg Commissie voor Overheidsautomatisering (BOCO) en de Centrale Commissie Overheids Informatievoorziening (CCOI). De voorzitter van de CCOI is Chris van Veen. Van Veen was in het kabinet De Jong staatssecretaris Binnenlandse Zaken en in het kabinet Biesheuvel minister van Onderwijs. In de jaren zeventig en begin jaren tachtig bepaalde hij het gezicht van de grootste werkgeversorganisatie: het VNO. Van Veen over de fouten bij de studiefinanciering en het werk van de CCOI. In 1985 is op advies van de Commissie Overheidsbestedingen op het gebied van Informatietechnologie (voorzitter: A.E. Pannenborg) een commissie door het kabinet in het leven geroepen: CCOI. De CCOI moet voorstellen doen op het gebied van datacommunicatie voor de gehele overheid en standaarden ontwikkelen die ervoor zorg moe ten dragen dat een doelmatige gegevensuitwisseling bereikt kan worden. De CCOI bestaat uit tien leden, met Mr. I.M.P.W.C. Van Veen als voorzitter. Van Veen is gevraagd als voorzitter omdat hij staatssecretaris Binnenlandse Zaken is geweest met automatisering in zijn portefeuille . De commissie bestaat uit vijf ambtenaren en vijfbuitenleden, brengt adviezen uit en zal ook zaken operationeel maken.

nen de openbare sector zal belemmeren. Om dit doel te bereiken moet er een datacommunicatie-atlas worden ontwik-

keld. Deze atlas moet meer worden dan aIleen een inzicht-verschaffende inventarisatie van relevante normen. Zij moet ook een ondersteuning gaan betekenen bij het kiezen van de juiste datacommunicatiestandaarden voor een toepassing. Het tweede aandachtspunt voor de commissie betreft de bestuurlijke organisatorische problemen, die ontstaan door de voortschrijdende informatietechnologie. "De commissie heeft een arbitraire keuze gemaakt voor twee bestuursterreinen, waar de commissie zich in wil verdiepen. Dat is op de eerste plaats het vergemakkelijken van het (internationaal) handelsverkeer en in de tweede plaats de verhouding politiejustitie en de rechtsbescherming van de individuele burger."

Expertise-centrum De commissie heeft ervoor zorg gedragen dat er een expertise-centrum is ontstaan. Dit is een stichting die na een aantal jaren zelfstandig moet kunnen opereren en moet

Aanbevelingen Tot de overheid behoort niet alleen de centrale overheid. Dit blijkt ondermeer uit de contacten die de commissie heeft met de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Er bestaat ten opzichte van gemeenten een andere (rechts)verhouding dan ten opzichte van de centrale overheid. De formuleringen voor de rijksoverheid kunnen iets stringenter zijn dan die voor gemeenten. Voor gemeenten hebben de formuleringen meestal de VOfm van aanbevelingen. "Men mag ook niet praten over de overheid", aldus van Veen. "De overheid bestaat uit duizenden werkorganisaties, die ieder hun eigen problematiek hebben". Het voortgangsrapport dat de commissie in maart 1988 heeft uitgebracht, noemt twee aandachtspunten. Het eerste is de datacommunicatie. Doel van het datacommunicatieplan is het bevorderen dat beslissingen die heden worden genomen over het opzetten van datacommunicatienetwerken niet in de toekomst communicatie tussen systemen en organisaties binROSTR A 150 MEl 1988

17


OVERHEID zorgen voor het op pei! UHO"!',"" van de 'know-how' binnen de Van Veen: "Er is vooral bij de overheid behoefte aan deskundigheid op het Her is goed dat van de niet alleen naar de maar ook terug kunnen valhet expertise-centrum. Het tlsl~-cimtrUliIl moet de departementen hoe ze op dit lastige vnlagsttllk aan kennis moeten komen. Zij is en een vraagbaak informatietechnolozal bestaan uit onbetaa!de) mensen. De za! een coordinerende functie gaan vervullen. De commissie zal het kabinet laten weten waar het zou zijn een bepaald gehet een en ander te doen bied. Van Veen verzetten." Her ontwordt een van de uit\J.d.!;U1l5"U van de moderne informatietechDe CCOI wi! een interdepartestarten met Binnenlandse hconorrllSC:ne Zaken en Financien om daar een netwerk te doen ontstaan waardoor deze veel efficienter en effectiever kunnen werken. Bij het ministerie van Binnenlandse Zaken is er een netwerk voor het Be-

staan van

Napoleon "We hebben sinds een systeem voor de om een bevolkingsregister te houden. Eerst met een ganzenveer daarna met een pen, weer later met een systeem. nu de overheid computer en het netwerk." tot het efficient werken minis de dan het der dit te kunnen door extra in te bouwen en dit moet gebeuren door de maar ook De Brusdoor het saard, secretaris van de CCOI, vindt dat de automatisering best mag WOfden om sodaal zwakkeren van dienst te zijn. Van Veen denkt dat hier een netwerk oplossingen kan bieden. "De sociaal zwakkeren hebben nu te maken met of zes departementen, waarvan de een 50ms niet weet wat de andere doct. Een informatienetwerk tussen die kan er voor zorgen dat de client sneller wordt en hierdoor wordt de tiever, ook voor de sociaal zwakkeren."

18

mensen binnen org;anllsatle te (en te houden). De heeft de indruk gekregen dar het bij is met het de overheid niet zo best het van de in-

ben, zodat ze van elkaar weten wat er Dat is de zullen ons sterk inzetten om de gewenning van de moderne informatietechnologie te bevorderen. willen we elkaar en laten cu5sieren over de van het proces van overheid is de groep, die weet wat er met de automat isering aan de hand is en wat er moet ren te klein." De commissie heeft meer te geadviseerd om 1,8 miljoen besteden aan

Studiefinanciering Van Veen vindt dat de fouten financiering vooral complexe beginjaren staatssecretaris van Binnenlandse een plan ingediend tot <tUlVlJLL<H13IC de pensioenen. toen ook gewaarschuwd voor een te snelle invoering van het nieuwe men heeft destijds de stap en nedat is toen helemaal men voor de invoering van een systeem is een van de randvoorwaarden wanneer men "lk een nieuw systeem wil gaan denk dat men bij de onvoldoende doorheeft dat wanneer je als kamer en bewindsman wat wilt, je niet kan verwachten dat dat morgen voor elkaar is. Er is een geboortefase nodig, voordat je de in het kabinet besloren regeling gaat invoeren. Ik denk dat er bij de studiefinanciering een te korte geboortefase is geweest." Van Veen noemt nog een ander automat iwaar in de toekomst misschien problemen te verwachten zijn: de 1-'1;,:"1""'" rond het afschaffen van de belastingdienst niet op achterste benen gaat staan voor elke poging om te snel veranderingen door te voeren, dan kunnen ook daar problemen

ontstaan. Een groot project moet je heel goed en je moet luisteren naar de deskundigen over het van invoehier in de ring. Het toekomst een rol in

Werkgelegenheid Het effect van gelegenheid is een politici nog niet over Veen denkt niet dat aantal arzal verminderen bij de overheid ten van Er zal wei andersoortig werk ontstaan. Hij verwacht dat er in het rend werk banen zullen maar dat er aan de andere ander SOO[tig werk bij zal komen. "Vast staat dat ontwikkelingen in de tegen zijn te houden en dat je er met een aan gezonde manier, niet aileen am er over te houden, mee moet am gaan. Het is gewoon een levensnoodzaak om effectiefte functioneren. Bij de moet je niet verbeelden verder dan 10 vooruit te kunnen zien." De CCOI is begonnen met werkzaamheden in 1986. De IS voor een periode van vier en is dus nu halverwege. Het werk van de commissie voor de komende twee zal bestaan uit een drieta! onderwerpen. Allereerst de introductie van de datacommunicatie-atlas. Dat zal een groot gedeelte van de tijd van de commissie in beslag nemen. De mensen moeten aan de atlas wennen en er ook echt van gaan maken. Ten tweede wil commissie zorgen voor een mentaliteitsverandering bij diegenen die aan de besluitvorming meedelen. Deze laatsten moeten globaler leren te besturen. In de derde plaats zal de commissie, als de nu voorgestelde interdepartementa!e aanpak van de bestuurlijk organisatorische probIemen succesvol blijkt, meerdere projecten starten op dat gebied." Voorlopig is er le doen, maar het is wei de • we in 1990klaarzijn." Ruben Bergkamp Koos Boering

ROSTRA 150 MEl 1988


GEMEENTE

Autotnatiseringskennis van grote adtninistraties bij overheden het grootst Robotisering bij multinationale produktiecentra, informatieoverdracht via de satteliet, glasvezelnetwerken bij banken zijn zaken die veel aandacht krijgen als men het over Informatietechnologie heeft. De marktsector moet inspringen op de nieuwe ontwikkelingen. Als er echter een gat in de ontwikkeling tussen de markt- en collectieve sector valt, loopt de economie vast. Collectieve en marktsector zijn tezeer met elkaar vervlochten om een ongelijke ontwikkeling toe te staan. Lagere overheden spelen daar niet de minste rol in, temeer daar zij het meest direct met burger en bedrijf in contact staan. We spraken met drs. M.P. v.d. Viis, econoom en 10 jaarwethouderverkeeren vervoer en ruimtelijke ordening. De laatste twee jaar heeft hi; ook automatisering en bestuursinformatie in zijn portefeuille. In 1968 barstten de eerste discussies over automatisering los. Aanleiding waren salarissen en bevolking. 'Een groot deel van wat wij doen is administraties automatisereno Helemaal in het begin zijn de beslissingen volstrekt ad-hoc genomen, van onderaf. De nutsbedrijven als het G.E.B. hebben een grote rol gespeeld bij de eerste automatisering. Het kwam vanuit de diensttakken. Later is het GECA (Gemeentelijk Centrum voor Electronica en Automatisering) opgericht. Aile automat isering zou centraal op de computers bij het GECA gebeuren. De inkoop moest centraal getoetst worden. Bedrijven als IBM, Deca en Datapoint hebben die eerste ontwikkeling begeleid. Grote computers werden aangevoerd. Op dit moment zijn we in discussie wat je nog centraal moet regelen en wat niet. Zoveel mogelijk willen we aan de bedrijven en stadsdeelraden overlaten. We willen centrale randvoorwaarden gaan formuleren; welke informatie in welke vorm is geschikt voor centraal beheer, welke niet. Daarvoor hebben we een standaardisatiecommissie ingesteld. Decentraal wordt er nog niet zelfstandig aangeschaft maar dat komt weI. Deze reorganisatie heeft een politieke en een bedrijfsmatige achtergrond: De directeuren krijgen een grotere mate van bedrijfsvrijheid, maar kunnen ook directer op hun bedrijfsresultaat worden aangesproken. De deelraden zijn zoveel mogelijk zelfstandig om zelf keuzes te maken. Procedure Loopt elke automatisering een bepaalde procedure door? 'Er zijn er op dit moment twee. Daar waar er een door B en W vastgesteld automatiserings plan is, is men vrij om te handelen voor alles wat in het kader van het plan ROSTRA 150 MEl 1988

past. We hebben de toetsing vervangen door die ene dicussie over het automatiseringsplan. Daar waar er nog geen automatiseringsplan is, loopt het formeel nog via B en W. Aile aanvragen boven een ton moeten in ieder geval aan B en W gemeld worden.' Wie adviseren B en W over die aanvragen? 'Ik als wethouder automatisering. Ik kijk of de aanvraag in het automatiseringplan past of, als het enigszins afwijkt, in het beleid ingepast kan worden. Als tweede belangrijke partner kijkt de wethouder van Financien er naar. Op dit moment is er discussie of je Personeelszaken er ook bij moet betrekken. Voor het personeel in de organisatie speelt de medezeggenschap een belangrijke rol. De vertegenwoordigers van het personeel spelen nu een adviserende rol bij de besluitvorming; bij elke automatiseringsbeslissing wordt een advies van de medezeggenschapscommissie ingewonnen.' De gemeente maakt ook gebruik van externe deskundigen voor advies en implementatie van nieuwe specifieke systemen als computer added design bij ruimtelijke ordening. In het bedrijfsleven heerst vaak de opvatting te wachten met het invoeren van de allernieuwste snufjes omdat men verwacht dat de apparatuur en software op korte termijn sterk in prijs zal gaan dalen. 'Dat geldt ook voor ons, maar dat heeft een andere reden: De gemeente is niet de bij uitstek geschikte instantie waar het yak geleerd moet worden. Toch zijn er onderdelen waarbij overheden vaak de eerste zijn, bijvoorbeeld de automatiseringskennis rondom grote administraties als de bevolkingsadministratie. Dan praat je vooraf over de toepassingssfeer, qua gebruikte technieken hebben we niet altijd het

nieuwste in huis.' Wordt de software merendeel in eigen huis ontwikkeld of worden de paketten erblj verkocht? 'Wij vragen altijd aan afdelingen: Kunnen jullie de software ergens krijgen? Antwoord: Ja, de standaardpaketten zijn goed maar mijn 'wereld' is de mooiste die er is, en dat moeten we vooral zelf regelen. Een soort hobbyisme. Zowel door softwarespecialisten binnen- als buitenshuis worden fouten gemaakt. Bij de beslissing intern of extern ontwikkelen moet je je realiseren dat je aileen maar kan leren van fouten die anderen eerder hebben gemaakt'. Kamen automatisen路ngsbeslissingen blj路 overheden langzamer op gang dan in het bednjfsleven? 'Over het algemeen zal het niet veel verschillen. Er zijn natuurlijk sectoren die een duidelijk leidende rol spelen zoals de banksector. Die beschikken over communicatienetwerken die een duidelijk commercieel doel dienen. Zo'n netwerk levert een toegevoegde waarde: Als het netwerk er eenmaalligt kan je bijvoorbeeld ook reizen gaan verkopen. Zo'n commerciele prikkel ontbreekt natuurlijk bij de gemeente. Het gaat ons meer om snellere, betere apparatuur en software ten behoeve van een juiste dienstverlening aan burger en maatschappij'. Is er wei eens van bovenaf geautomatiseerd terwl/I de diensl zelJ daar niel posilief tegenover stand? 'Er zijn nooit grote problemen geweest, maar er is altijd een bepaalde menselijke weerstand tegen automatisering. Aan de andere kant kan de confrontatie via een goed opleidingsplan in het kader van een automatisering heel gezond werken. De automatisering wordt steeds kleinschaliger, er is een gigantisch aantal p.c.'s bij de gemeente. Men wil graag oen p.c. om van het schrijfwerk afte zijn om meer tijd voor inhoudelijk werk over te houden, tenminste dat is de bedoeling'.

Inkrimping Z ijn er banen verloren gegaan door automatisering?

'Dat is moeilijk aan te geven. Ik denk dat er op dit moment niet echt sprake is van een verlies aan banen. Misschien is niet iedl;reen even gelukkig met het werk wat hi; is blijven doen. De aard van het werk is wei veranderd. Er zit wei een bepaalde samenhang tussen automatiseren en bezuinigen, een opera tie die afgelopen jaren natuurlijk ook hier heeft plaatsgevonden. Om hetzelfde produkt met minder mensen te kunnen maken moet je gaan automatiseren. Onze 19



-

GEMEENTE begrotingssystematiek zit zo in elkaar dat we een bepaalde hoeveelheid geld nodig hebben voor in principe twee dingen: Het dekken van het tekort op de gemeentebegroting en het maken van nieuw beleid. Vit het geld voor nieuw beleid worden veel automatiseringsprojecten gefinancierd. Directe koppeling is er dus niet maar wei een zekere samenhang.'

speelt het DIGITEL systeem. Een systeem wat gemeenidijke, markt en neutrale informatie moet leveren. Het is vergelijkbaar met het Franse Minitelsysteem. Direct hebben we voor ogen zaken als bejaardenalarm en encyc1opedieeen. Voor de toekomst moeten activiteiten als thuisbankieren mogelijke gemaakt worden.'

Denkt u dat in dit bezuinigingsproces het middenkader het moet ontgelden? 'Nee, daar geloofik niets van. Er komt wei een andere stijl van leiding geven. Communicatienetwerken als MEMOCOM bevatten een afsprakensysteem die de hierarchie in de gemeentelijke organisatie onderuit haalt. Er komen minder topdown beslissingen. '

Informa ticastimulering Hoe zit het met scholingsmogelijkheden voor de Amsterdammers die nog niets van automatisering afweten? 'Vanuit onze portefeuille Informaticastimulering zijn we druk bezig met onderwijsinstellingen in de stad. In het Y-tech gebouw worden cursussen voor het midden- en kleinbedrijf verzorgd. Er wordt een pakket aangeboden van Pandata, de academie voor Informatica. Het Y-tech gebouw is begonnen als bedrijfsverzamelgebouw en heeft zich ontwikkeld in de richting van een informaticacentrum. Onze rol is dat we bedrijven en cursussen vanuit het land naar de stad halen en een aantal een startsubsidie geven. De subsidie is altijd eenmalig, waarbij als voorwaarde voor de subsidie geldt dat ook andere bronnen van financiering aanwezig moeten zijn. Dat zijn meestal banken en beleggingsmaatschappijen, maar dat kan ook een overheid zijn'.

Verdwzfnt het informele circuit? 'Nee, zeker niet! Daar leeft een organisatie op. Ais je mij vraagt wat de belangrijkste informatiebronnen zijn, dan zijn dat de wandelgangen, de kantine, de krant enz. Ongestructureerde informatie blijft belangrijk, ten enen male.'

Veranderingen voor burger De burger merkt tot nu toe nauwelijks iets van automatisering bij de gemeente en haar diensttaken. Bekend zijn de projecten van het G.E.B. bij de tramhaltes. Op panelen kan men zien hoelang het nog duurt voordat lijn 7 arriveert. Er zijn ook plannen om in bibliotheken beeldscherminformatie te verschaffen over zaken die in de raad besproken zijn. Van het omvangrijkste project, de automatisering van het bevolkingsregister, merkt de burger het minst; men zal zich blijven ergeren, er wordt aileen iets sneller en nauwkeuriger gewerkt. Voor de sociale dienst geldt dat het aantal bijstandstrekkers de laatste jaren fors is toegenomen zonder dat er meer personee! is aangetrokken. Dit soort effecten van automatisering ontgaan de burger natuurlijk. Een ander voorbeeld zijn tramkruisingen, bijvoorbeeld het kruispunt Overtoom-Constantijn Huygenstraat. Er liggen allerlei snoertjes en kabels onder het asfalt die lijn 1 vlot laat passeren i.p.v. 5 minuten te laten wachten. De burger merkt het wei, maar is zich niet zo bewust van geautomatiseerde projecten. Het kabel net kan misschien wei meer zichtbare resultaten voor de bevolking brengen. Voor Amsterdam, als dichtst bekabelde stad ter we reid liggen er mogelijkheden. 'We zijn in ieder geval bezig om het kabelsysteem tweeweg te maken, hetgeen meer toepassingsmogelijkheden biedt. Verder praten we over samenwerking tussen de P.T.T. en de kabelexploitanten voor een aantal nieuwe diensten. Hoofdrol hierin ROSTRA 150 MEl 1988

via een terminal of elke dag die ene cent bij je salaris sd1rijven en later de rekeningen afromen, dat soort zaken zijn bij ons nooit voorgekomen. Bij onze automatiseringsplannen is altijd een paragraaf gewijd aan privacybescherming; welke soort gegeYens, wie voegt ze toe en wie mogen het systeem gebruiken? Dat wordt later in een privacyverordening neergelegd en opgeschreven in een openbaar register dat voor iedereen ter inzage ligt op de leestafel in het gemeentehuis'. Krijgen steeds minder mensen toegang tot gegevens? De gegevens worden immers ook gevoeliger omdat koppeling van gegevens steeds makkelzfker wordt. 'Daar zou u best eens gelijk in kunnen hebben. De vroegere kaartenbakken waren immers voor het grootste dee I onbeschermd, iedereen kon er makkelijk bij want er was geen privacyregelement. Bij een hogere graad van automatisering neemt de gebruikersbestemming toe. Aan de andere kant moet je deze ontwikkeling ook enigszinds relativeren. Vroeger moest je ook vragen: Mag ik even in je files kijken? Er was ook controle, aileen was die informeler van II aard'. Henry Tjoe Nzf Esther Bijlo

Privacy Het is qua omvang en complexiteit een van de grootste automatiseringsprojecten bij de gemeente. Hoe zit het met de bescherming van de privacy rondom persoonsgegevens? 'Het bevolingsregister is ten eerste nog niet volledig geautomatiseerd. Wettelijk moet de persoonskaart nog een fysiek tastbare kaart zijn. Privacybescherming is een van de belangrijkste discussieonderwerpen bij ons en het Rijk. Dit doen wij door de bestaande registratie- en bevolkingsadministratiewetgeving verder te ontwikkelen. In Amsterdam houden we er een Registratiecommissie op na, die allerlei aanvragen m. b. t. gegevens uit onze bestanden toetst op hun privacygevoeligheid. Een probleem daarbij is dat de privacywetgeving bij de bevolkingsadministratie anders is geregeld dan bij andere bestanden.' Is er wei eens misbruik gemaakt van gegevens? 'Nee, zover ik weet niet. Er zijn wei eens menselijke stommiteiten begaan, waardoor er rond automatiseringssystemen een situatie ontstond die frauderen mogelijk maakte, maar dat is gewoon jatten geweest; e~n doos met spullen weghalen en daar mlSbruik van maken. Inbreken in een systeem 21


UNIVERSITEIT

Er draait weI wat, Inaar er zijn probIeInen zat De zegswijze rozegeur en maneschijn is niet bepaald van toepassing op de invoering van automatisering bij de ambtelijke diensten en faculteiten aan de Universiteit van Amsterdam. Mede ingegeven door dit besefkwam per 1 januari 1988 een reorganisatie van de afdeling automatisering van de UvA tot stand. De nieuwe afdeling Bestuurlijke Informatie en Automatisering (BIA) moet de zaak van de informatiesystemen krachtiger aan gaan pakken. Met zijn zakelijke, heldere en bovenal eerlijke kijk op problemen ziet Henk van Eerde, werkzaam bij BIA, de toekomst redelijk optimistisch tegemoet. Henk van Eerde kwam in 1971 in de automatisering terecht. Als contactpersoon van de universiteit bij SARA behartigde hij als een soort ambassadeur de universitaire belangen bij het rekencentrum. Uit hoofde van zijn functie bracht hij adviezen uit aan het College van Bestuur en werd naderhand secretaris van ASTUR (een commissie die adviezen uitbrengt aan het College over het automatiserings- en informatiseringsbeleid). Later werd hij coordinator automatiseringszaken, de centrale spil en vanaf 1 januari 1988 werkt hij als parttimer 2 dagen per week op zijn oude stek als contactpersoon bij SARA.

gegaan van automatiseerders dan van personeelszaken. ' Wie stelt het plan op? "De universiteit is een nogal moeilijk te beschrijven organisatie. Er zitten geen duidelijke formele momenten in. Ais er een officieel voorstel komt moet dit altijd worden ondersteund door degene die ervan profiteert. Je moet bij de voorbereiding zorgen dat de belanghebbende, de gebruiker en de deskundige elkaar weten te vinden. Het voorstel -analyse van de informatie be hoeft en, technische vormgeving en invoeringsplan- gaat naar boven toe en het College zegt ja of nee."

Een gek bedrijf Is BIA vergelijkbaar met de automatiseringsa/deling van een bedrijf? "Het is natuurlijk een heel gek bedrijf, die universiteit. Je hebt onderwijs, onderzoek en beheer. De automatisering in de sector beheer is wellicht te vergelijken met die in een bedrijf. Het gaat ook over onderwijs en onderzoek, dat is een zaak van de faculteiten. Er zijn weI algemene principes aan de orde zoals hoe stemmen we aIle activiteiten van de faculteiten op elkaar af en hoe gaan we het apparatuurbeleid bij het rekencentrum opzetten. Overigens is de formele taak van BIA adviezen uitbrengen aan het College."

Resistance to change Er is uitvoerig overleg tussen BIA en de dienst, die met het in/ormatiesysteem gaat werken. BIA hee/t kennis van zaken. Is dit blj de dienst ook het geval? "Het probleem is wel eens dat automatiseerders een taal spreken die de gebruikers niet begrijpen. Dan deugt er iets niet. Ik ben voorzitter geweest van een projectgroep die het personeelsinformatiesysteem zou gaan implementeren en het was echt een probleem om de dienst mee te krijgen. Er moesten een paar organisatorische veranderingen worden doorgevoerd, er moesten functies worden gewijzigd, andere werkmethoden. De he Ie informatiestroom wordt veranderd. Die afdeling was daar nog niet helemaal aan toe. Die had daar niet zoveel zin, had andere prioriteiten of zag er geweldig tegenop. Dat he Ie project is eigenlijk gestrand omdat de dienst toen puntje bij paaltje kwam er helemaal niet achter kon staan. Ze deden moeilijk, niet zozeer uit onwil, maar ook uit een resistance to change, onkunde van wat hangt er boven ons hoofd, wat gaat er verder nog gebeuren, hoe wordt onze positie. Ik heb in 1982 in een commissie gezeten waarin we gezegd hebben dat we de personeelsadministratie en de salarisadministratie beter op elkaar moesten afstemmen. We leven nu in 1988 en op dat punt is er nog helemaal niets veranderd. Bij automatisering stuit je steeds weer op allerlei organisatorische factoren waar je terdege reke-

Hoe gaat het in zljn werk als er geautomatiseerd moet worden? Wat is de procedure die doorlopen wordt? "Informeel gebeurt er een heleboel. Bepaalde diensten en bestuurders uiten wensen die ook vanuit de universiteitsraad kunnen komen. Op een gegeven moment komt er een lobby voor een bepaald systeem. Dat is meestal het begin. Het financiele systeem is vanuit bet College gekomen, maar de dienst moet het voorstellen. De formele procedure is dat een dienst bet College toestemming vraagt voor een systeem. Daar komt een advies bij van BIA en het College stelt dan de middelen ter beschikking. Dat is een model, in de praktijk gaat het vaak anders. Ret initiatiefvoor het personeelsinformatiesysteem is eerder uit-

22

ning mee moet houden. Je krijgt te maken met gevarieerde opvattingen. Het valt mij op dat het een vrij moeizaam proces is omdat mensen nu eenmaal mensen zijn en een organisatie niet zo snel verandert." Denk u dat het in organisaties die op commerciifle basis werken makkelij路ker gaat? "Nee hoor, dat denk ik niet. Ik heb daar niet zo verschrikkelijk veel ervaring mee. In de bibliotheek hebben we een heel mooi systeem op wat kleinere computers. Daar was de mentaliteit zo snel mogelijk invoeren, we zitten erom te springen, ons werk wordt duidelijk ontlast. Het hangt ook van het type organisatie en werk af."

Eindeloze vertraging Is het uiteindeiljk altijd het College dat de beslissingen neemt? "Ja, in het College zit een portefeuille informatisering en automatisering. Die moeten bestuurlijk alle voorstellen die uit de ambtelijke organisatie komen in eerste instantie behandelen. Als hij er achter staat, komt het in het College. We kennen hier het zogenaamde collegiaal bestuur, dat wil zeggen het is pas een echt besluit als het hele College zich verenigt met de opvattingen van de portefeuillehouder of een wijziging aanbrengt. Het kan natuurlijk ook voorkomen dat de portefeuillehouder genegeerd wordt. De beslislijn is dus een ambtelijke voorbereiding, overleg met de portefeuillehouder en dan de formele zegen van het hele bestuur. Als we spreken over de aanschafvan apparatuur van een bedrag boven de /10.000,dan hebben we de situatie dat ASTUR, waar ik secretaris van ben, zich daar eerst over buigt. Boven de /100.000,- moet je naar Den Haag. Je moet toestemming hebben van de minister, maar moet het weI zelf betalen. Deze aanvragen gaan met het

ROSTRA 150 MEl 1988


UNIVERSITEIT advies van ASTUR, SARA en goedkeuring van het College naar Den Haag. Zo langzamerhand een belachelijke zaak. De CRIV A (Commissie voor Rekenkundige en Informatie Verwerkende Apparatuur), waar praktisch allemaal hoogleraren inzitten, beoordeelt de aanvragen. Ze voeren een vrij zelfstandige politiek en soms komen er heel vreemde adviezen uit. Het advies wordt doorgestuurd naar de minister. Die zit een beetje raar te kijken als de universiteit, na ASTUR en rekencentrum te hebben gehoord, iets wil en de CRIV A vindt het plan niet goed. Dan zit de minister met een probleem. Oat is ook gebeurd bij een aanvraag van SARA voor een administratieve computer, die de minister wei zelf moest beta len, CRIV A zei

der in problemen te komen." Welke prioriteit geeJt het College en de universiteitsraad aan automatisering? "Wie besluit dat? De universiteitsraad is daarin een belangrijke schakel en die yond dat het maar minder moest. Voor SARA had het College in de conceptbegroting 4,4 miljoen uitgetrokken, 4 ton minder dan het jaar daarvoor en de UR heeft besloten dat SARA met 7,5 ton moest worden gekort. De speciale automatiseringssubsidies voor faculteiten zijn ook afgeschaft en we zijn helemaal op de toer gegeaan dat iedere faculteit zelf maar moet be palen welke prioriteit men stelt. Oat zou tot gevolg kunnen hebben dat in de faculteiten de automatisering een minder belangrijke plaats

"Ten aanzien van apparatuur die je zelf moet betalen is het een veel te zware procedure" nee, de minister raakte in gesprek met VU, UvA en SARA en heeft uiteindelijk zijn jawoord gegeven. Alles bij elkaar is het een hele zware procedure, die in dit geval meer dan een jaar heeft geduurd. Een negatief advies van CRIV A betekent een eindeloze vert raging. "

krijgt. Voor de economische faculteit is het totale krediet met J84.000,- gekort en dat wordt door de faculteit opgevat als een kroting op automatisering. Oat hoeft natuurlijk niet, maar mijn conc1usie is dat het daar wei op neer komt omdat vee 1uitgaven vast liggen."

Zware procedure U bent niet gelukkig met deze procedure? "Ik kan niet bij voorbaat zeggen dat wat de UvA doet, is altijd welgedaan. Er moet iemand zijn die meekijkt, maar ten aanzien van apparatuur die je zelf moet betalen is het een veel te zware procedure. Ik zou zeggen laat de universiteit nou tot een miljoen maar zelf rommelen. Als ze een verkeerde beslissing nemen dan zijn zij de eersten die dat merken. Het heeft ook iets te maken met de volwassenheid van het denken over informatie- en automatiseringsapparatuur. "

Gelyncht Faculteiten zullen nooit geld voor automatisering reserveren als dat ten koste gaat van Jormatieplaatsen? Faculteiten kunnen daardoor niet voldoende automatiseren omdat daar geen ruimte voor is. "Ik denk dat dat een onontkoombare conc1usie is. Oat is een hele slechte ontwikkeling. De faculteit zal moeten kiezen tussen formatie en automatisering. Ik denk dat het een absolute noodzaak is meer geld uit

Automatisen'ngsplannen van Jaculteiten worden vanzeljsprekend eerst op de Jaculteit beoordeeld en er worden prioriteiten gesteld. Gaat vervolgens BfA deze plannen opnieuw' beoordelen en pn'oriteiten stellen? "Neen, want BIA heeft geen beschikking over de middelen. Als wij de centjes moesten verdelen zou dat heel anders liggen. Wij zijn nu in een situatie dat de faculteit een lumpsum krijgt waar ze min of meer vrijelijk over kunnen beschikken. Wij bekijken of het voorstel een goede oplossing voor het probleem is en ook een beetje of de oplossing niet te duur is. Voorts beoordelen we de technische adequaatheid van het project, of de apparatuur niet vee! te bescheiden is en of de mogelijkheid bestaat deze uit te breiden zon-

tljdig en op de juiste manier geautomatiseerd is? "De laatste conc1usie laat ik voor jullie rekening. Het zou kunnen zijn dat we met een adequaat informatiesysteem eerder in de gaten haden gehad dat we tekorten aan het creeren waren. Ik denk dat we nu de wrange vruchten plukken van een beleid waarin we informatiesystemen een te lage prioriteit hebben gegeven. In een logge organisatie als de universiteit is automatisering een moeizaam proces en er zijn te weinig stimulansen. Oat komt door de bureaucratische struktuur, iedereen moet overal adviezen over uitbrengen. Daarnaast is er de wettelijke democratische structuur. Schuif je die in elkaar dan krijg je wat de Duitsers demobureaucratie noemen." Geldt dat voor veel universiteiten? "Ik ben wei eens jaloers op de VU. Daar kan men wei snel tot beslissingen komen en ook doorzetten en iedereen voert heel contentieus de besiissingen van het bestuur uit. Ze hebben daar meer mensen in de automatisering gestopt, ze hebben daar een structuur van stuurgroepen, een heel systematisch proces van bestuurlijke informatieverzorging. We hebben met BIA een stap in de goede richting gezet."

Onbenutte computers Zal de rol van SARA als rekencentrum door de korting van 7,5 ton worden teruggedrongen? "Het gaat erom dat de apparatuur bij SARA optimaal wordt benut. Computers die niet worden benut kosten geld. Je kunt weI centjes overhevelen naar een volgend jaar, maar met computercapaciteit kan dat niet. De functies van SARA zullen in de toekomst verschuiven. Op faculteiten ontstaan centra die dezelfde machines krijgen. De allersnelste machines blijven voor de

"Het is een heel gek bedrijf, die universiteit" te geven aan automatisering. Daardoor wordt onderzoek en onderwijs effienter en zal er zeker verbetering te zien zijn. Oat is een lange-termijn gedachte en dat moet -als er geen extra middelen aan de universiteit worden gegeven- ten koste gaan van personee I, maar ik denk dat je gelyncht wordt als je dat hardop roept."

faculteiten onbelaalbaar en daar ligt een heel duide!ijke taak voor SARA. Het zal dan waarschijnlijk we! om minder gebruikers gaan. Het communicatiegedeelte zal belangrijker worden en SARA zal een soort spil vormen in het lande!ijk netwerk het SURFNET."

De budgettaire politiek van de universiteitsraad is veroorzaakt doordat men jarenlang niet in de gaten had dat de tekorten steeds ÂŁfroter we1'den. Zijn de tekorten niet een gevolg van een Jalend administratiesysteem? Zou je niet kunnen zeggen dat er nu minder geautomatiseerd kan worden omdat er niet

op SARA kortingen zullen uitlokken bij de

Verwacht u niet dat de korting van de UvA twee andere participanten? "Oat is goed mogelijk. Zonder overleg heeft de UR tot die korting besloten. Het College was bier ruet voor. Als dat zou gebeuren is het mij onduidelijk hoe het verder moet. Als ze een korting krijgen van vervolg op pagina 26

ROSTRA 150 MEl 1988

23


MAATSCHAPPELIJKE EFFECTEN

Infortnatietechnologie en organisatoiische vernieuwing De heer Huppes is bi;zonder hoogleraar 'Economische en maatschappeli;ke effecten van de informatietechnologie" aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is van mening dat het bedrijfsleven en de overheid de informatietechnologie kunnen en moe ten aanwenden om de bureaucratie terug te dringen en de aanwezige individualiteit en ceativiteit te benutten in dienst van de concurrentiekracht. Alteen op die manier zal het Westerse bedrijfsleven de toenemende concurrentie uit Japan het hoofd kunnen bieden. In 1979 schreef Huppes het boek 'Maatschappelijke gevolgen van de chiptechnologie' waarin hij een enigzins pessimistisch scenario schetste voor de jaren 80. De werkloosheid zou stijgen en de kwaliteit van arbeid zou voor grote groepen werknemers verminderen. In 'Western Edge' dat in 1987 verscheen, legt hij daarentegen meer de nadruk op de kansen die de informatietechnolgie biedt. Wij vroegen hem waardoor deze verandering veroorzaakt was. "Ik geloof nog steeds dat informatietechnologie arbeidsuitstotend werkt en dat op langere termijn arbeidstijdverkorting noodzakelijk is. Mijn optimisme is gebaseerd op de meer recente ontwikkelingen in de informatie-technologie. Ik denk hierbij vooral aan de opkomst van netwerken, werkplekautomatisering en gebruikersvriendelijke talen . Door deze opkomst komen de traditionele efficiencyprincipes, zoals arbeidsdeling en scheiding van leiding en uitvoering, op losse schroeven te staan. Was het vroeger efficient om het produktieproces te splitsen in een groot aantal relatief eenvoudige deelhandelingen, verricht door eenzelfde aan-

"De Japanner is niet gewend, niet opgevoed om creatief, zelfstandig en met eigen verantwoordelijkheid te werken"

tal werknemers of afdelingen, tegenwoordig is het mogelijk deze handelingen ge"integreerd te verrichten per werkstation. (Deze verandering staat schematisch toegelicht in figuur I; TB, MvdV) Het invoeren van deze nieuwe produktiewijze is een ongekende uitdaging voor het bedrijfsleven, omdat hierdoor typisch Westerse 'human resources', zoals individualiteit en creativiteit veel beter kunnen worden benut." Is het zo dat de Japanse werknemer minder goed in staat is om op die manier gebruik te maken van netwerken? "De Japanner is niet gewend, niet opgevoed om creatief, zelfstandig en met een eigen verantwoordelijkheid te werken." Je hoort juist vaak dat de Japanse werknemer veel zeggenschap heeft over het produktieproces. "En zo zijn er nog meer my then over Ja-

FYSleke goederen

1----------------, magUII" Qront1S1 olle n . onc:lerdefsn

i -

bewerluno

1

rn~c"une

1

.-

t)owe rk 1ng

mac h i nt' '}

~~}-~:

-

bewer k lng

mac hine 3

I

~ Qeree<J

! I

prooukl, e路aloe hng L ______ _____ _ ___

'InformaIU!-goederen'

,----, da,a oanj"

24

I

'路!.kJ

bewerlml9

machine n

-' I

!

ftguur 1

pan. Het karakter van de Japanse cultuur is echter hierarchisch, nationalistisch en preindividualistisch. De Japanse werknemers hebben over het algemeen de neiging om zich te identificeren met de belangen van hun baas en zullen er alles aan doen om conflicten met hem te vermijden. Daarom kan een Japanse werkgever de werknemers

'

I

~

prOOukl

-

k la nl

I

op allerlei gebieden inspraak gunnen. De werknemers zullen het uiteindelijke besluit, ook als het absoluut niet spoort met hun adviezen, altijd accepteren." Dal laat natuurlz/k weinig ruimle voor crealiviteit. Toch hebben de Japanners grote bijdragen geleverd aan allerlei innovalies. "Ja, maar dan vooral door innovaties uit het Westen verder te perfectioneren. Daar zijn zij, door hun discipline, beter in dan wij. Zoiets begint ~ns al heel gauw te vervelen. " U ziet dus in hel Westen meer mogeftj"kheden om informatielechnologie toe te passen, omdal Japan zo'n hiifrarchisch georganiseerd land is. "N ee, dat wil ik niet zeggen. J e kunt zelfs in een dictatuur informatietechnologie uitermate goed benutten voor je eigen doeleinden. Een ondernemer kan, als hij dat wi I, met behulp van informatietechnologie de controle op de werknemers verscherpen. Je kunt de informatietechnologie echter ook aanwenden om traditionele, uit het industrie-tijdperk stammende bureaucratieen te transformeren tot gedecentraliseerde, alert reagerende organisaties met management-verantwoordelijkheid zo dicht mogelijk bij de markt. De meeste ondernemingen zien overigens ook wei in dat ze, om te kunnen overleven, hun organisaties dienen te vernieuwen. Mijn boodschap is, dat ze de gigantische bedragen, die ze jaarlijks besteden aan automatisering, in dienst kunnen stellen van dat vernieuwingsproces." Bestaat bij grorere individuele vrlj'heid voor de werknemers niet het gevaar dar iedereen voor zichzelj gaar werken? "De informatietechnologie kan de transvervolg op pagina 26

ROSTRA 150 MEl 1988


IBM

De nieuwe koers van mM IBM is nog steeds de grootste producent van computersystemen. Het hoofdkantoor van IBM Nederland in Amsterdam is zwaar beveiligd tegen bedrijfsspionage en eventuele terroristische aanslagen. Wij spraken met de Heer Beynes, directeur externe communicatie en de Heer Kleyne, directeur interne communicatie en externe informatie. Beide zijn al twintig jaar werkzaam bij IBM. De winst en omzet van IBM Nederland zijn in 1987 gedaald vanwege een omvangrijke reorganisatie. Op internationaal niveau hebben vooral het marktaandeel van IBM in middelgrote systemen en kleine computers te leiden aan hevige concurrentie. Om daaraan een halt toe te roepen is IBM een nieuwe koers ingeslagen, waarbij de specifieke wensen van de klant meer aandacht moe ten krijgen.

IBM is van huis uit Amerikaans. In hoeverre is IBM Nederland voor het voeren van beleid onafhankelijk van het hoofdkantoor in de Verenigde Staten? 'De guidances komen voor ons land uit Parijs maar ieder land heeft zijn eigen speelruimte. In elk land zijn andere wetten en omstandigheden en daarom heeft ieder land een eigen N. V. In parijs bevindt zich het Europees hoofdkantoor en het we reldhoofdkantoor zetelt zich in de V.S. Door de decentralisatie van de beslissingsmacht kan men beter op de locale omstandigheden inspelen. De uiteindelijke produktstrategie, bijvoorbeeld het antwoord op de vraag of Europa locaal mag produceren of niet, komt nog steeds uit de V .S.' Door de enorm hoge kosten die er aan Research en Development verbonden zijn vindt dit binnen IBM op centraal niveau plaats. Nog niet zo lang geleden heeft het hoofdkantoor in Parijs besloten de productielijn van de Nederlandse vestiging te sluiten. In de toekomst moet IBM Nederland het distributiecentrum van Europa worden. Waarom juist Nederland gekozen als distributiecentrum? 'De N ederlandse directie heeft Amsterdam naar voren geschoven als de plaats voor het distributie- en servicecentrum omdat wij denken daarvoor de beste capaciteiten te hebben. Beter bijvoorbeeld dan het huidige Central Ordering point in Orly nabij Parijs. Nederland heeft een beter ondernemersklimaat, een betere infrastructuur en mentaliteit. Hiermee willen we niet zeggen dat onze collegae met de bij ons zo beruchte 'franse slag' zouden werken maar het Nederlandse management biedt voor wat de didtributie betreft gewoon meer mogelijkheden. Nederland heeft een goede naam op het gebied van distributie als gevolg van goede douanefaciliteiten en het feit dat een relatief groot

ROSTRA 150 MEl 1988

gedeelte van de werknemers werkt in de distributiesector. We zijn nu een jaar bezig om de Nederlandse vestiging om te bouwen tot distributiecentrum. Een belangrijk deel van de Nederlandse productie is overgenomen door de productieafdelingen in de V.S. Onze mensen worden herschoold en weer opgenomen in de nieuwe structuur. Dit is een goed voorbeeld van de full employment-strategie die wij voeren. Wij zijn daarnaast ook bezig met een uitbreiding van de verkooporganisatie.

Is het niet noodzakelijk dat er een wereldstandaard komt waar iedereen mee kan werken? 'Ja, dat zijn wij ook van mening. We participeren dan ook in de Internationale organisatie voor Standaardisatie (ISO). Dit is een overlegorgaan op wereldniveau tussen de verschillende PTT's en computerproducenten. Het ontwikkelen van een wereldstandaard is moeilijk en gecompliceerd. Wij zijn van mening dat onze standaard het SNA, de meest geavanceerde is. De verschillende producentenbelangen en tussenkomst van veelal nationalistische PTT's verkleinen de kans op snel succes. Wij, als IBM, kunnen hier niet op wachten en gaan door met de verdere ontwikkeling van onze eigen standaard. Bij de ontwikkeling van onze eigen standaarden proberen we enerzijds de imitatie van onze produkten te bemoeilijken en zo te verhinderen dat de concurrentie door het ontlopen van hoge ontwikkelingskosten haar kloon tegen de onderprijs op de markt brengt. Anderzijds is het zaak het apparaat zo te construeren dat het aantrekkelijk is voor

Nederland heeft een beter ondernemersklimaat, infrastructuur en mentaliteit.

Nog niet zo lang geleden is de toenmalige d,recteur van IBM Nederland, de Heer van Haeften, vertrokken. In de media is toen gesuggereerd dat dit verband hield met de reorganisatie blj" IBM. Is daar iets van waar? 'Nee, het was zijn eigen beslissing om met pensioen te gaan. Het valt toevallig samen. Van Haeften heeft juist de reorganisatie goed op de rails gezet zodat wij daar verder mee kunnen gaan.' In 1974 introduceerde IBM een eigen standaard in de datacommunicatie, SNA (System Network Architecture). De creatie van een wereldstandaard voor de datcommunicatie vormt nog steeds een groot probleem. Een voordeel van standaardisatie is dat verschillende computersystemen vlekkeloos met elkaar kunnen communiceren. Grote internationaal opererende bedrijven hebben hier baat bij. Een probleem is echter dat de technologie waarvoor de standaarden gemaakt worden in hoog tempo verandert.

een betere

zoveel mogelijk soft-ware ontwikkelaars om programma's voor dit apparaat te schrijven. Het moet ook mogelijk zijn ons produkt aan zoveel mogelijk verschillende andere merken te koppelen. Wij hopen zo te bereiken dat het hart van ieder systeem in ieder geval uit een IBM apparaat bestaat. De nieuwe serie computers van IBM, de PS 2, zijn computers waarbij de meest essentiiile componenten van de hardware zijn ontwikkeld door IBM zelJ Door de componenten op een bepaalde manier te construeren zlj"n ze moeilijk na te maken. Het voornaamste is echter dat de componenten gepatenteerd zijn en dus niet ongelegitimeerd nagemaakt kunnen worden. Pas geleden heeft TANDY corp. laten weten dat zij in staat is de PS 2 na te maken. De vraag is nu of Zlj" er toe over zullen gaan de kloon in licentie te produceren of niet, aldus met een eventuele productie een miljoenenclaim van IBM riskerend.

25


IBM Is de marketingstrategie van IBM in de loop v~r1de jaren veranderd? 'Vroeger reikten we vaak een algemeen concept aan om de problemen op te lossen. Nu zijn we veel meer be reid specifieke oplossingen te geven. Door de enorm snelIe groei van de computermarkt kregen we zoveel relaties en werd de organisatie zo kollosaal zodat de afstand met onze klanten steeds groter werd. IBM was niet meer persoonlijk. Het topmanagement moest dit herkennen en erkennen en een andere koers uitstippelen. Onze kleinere concurrenten die vaak weI in staat waren veel aandacht aan hun klan ten te schenken waren ook een oorzaak voor deze herorientatie. Vandaar dat wij naast onze oude slogan 'IBM is service' nu ook de slogan 'IBM is partner'voeren'.

Hoe is dit in de organisatie uitgewerkt? 'Binnen ODS bedrijfzijn er aparte gespecialiseerde branches, bijvoorbeeld banken of verzekeringsmaatschappijen. We hebben teams van accountmanagers die dikwijls de hele dag in het bedrijfvan de klant aanwezig zijn. Bij grote relaties kan die samenwerking heel ver gaan maar voor onze kleine relaties is dit te kostbaar. Zij hebben onze agenten en voor de gebruikers van pc's vaak de dealermaatschappijen om op terug te vallen. Daar kun je als gebruiker heen gaan en je krijgt een service gebaseerd op de waarde van je computer.'

'J awel, maar ze hebben toch adviezen nodig. Ze maken dan-ook gebruik van onafhankelijke software bureau's maar dat kan heel goed naast elkaar functioneren. J e kunt een contract met ons afsluiten waarin staat dat wij alles doen. Dit houdt nu in dat wij de supervisie over het gehele project uitoefenen en niet meer dat wij alles zelf doen. Vroeger wilden we niet samenwerken. Nu hebben we relaties met andere software-huizen. Wij sluiten contracten af waarbij wij hoofdaannemer zijn. De onderdelen van het project waar anderen beter in zijn besteden wij dan uit.'

Is er geen trend dat de grote bednjven de software en de opzet van het systeem liever in eigen huis ontwikkelen?

Bestaat er op de lange termljn dan niet het gevaar van een uitholling van de activiteiten van IBM? 'Je maakt jezelf ook minder kwetsbaar als je delegeert. We kunnen nu wei een geweldige investering in programmeurs doen maar het is niet zeker dat we die over twintig jaar nog nodig hebben. De markt groeit nu zo sterk dat we niet meer alles zelfkunnen doen. Het is een trend die je in de toekomst steeds vaker zult zien.' • Liset van Doorn Pieter van der Meche

Vandaar dat wij naast onze oude slogan '18M is service' nu ook de slogan '18M is partner' voeren.

vervolg Maatschappelijke ejjecten formatie bevorderen, die multinationals in toenemende mate als hun enige over levingskans zien. De verzelfstandiging van de werknemer maakt daar dee I van uit, maar het gaat om veel meer dan dat aileen. Daarnaast dient het bedrijfte divisionaliseren en de creativiteit van de werknemers, die nu onbenut blijft, in te zetten." U heeft het in een recent artikel over 'overinformatie' als kenmerk van de informatiemaatschappij. Bij de ABN wordt de informatietechnologie juist aangewend om de informatieruimte per werknemer te beperken. "Banken zijn traditionele instellingen. Ze staan nu overigens, met 1992 in aantocht,

met de rug tegen de muur. Ze zijn eigenlijk voor het eerst hun leven niet meer zeker. Ze zien in dat automatisering een middel is om effectiviteit van de organisaties te verbeteren. Maar zij zoeken nog naar wegen om de informatietechnologie te benutten voor het vernieuwen van hun organisaties. Het gevoel van, zoals we de zaak nu op de rails hebben staan, gaat het mis, is breed aanwezig en niet aileen bij banken. Er wordt goud aangegeven aan organisatiebureaus ." Hoe stelt u voor dat banken verder moeten gaan? "Banken zijn centralistisch georganiseerd. De bijkantoren, het woord zegt het ai, heb-

ben geen managementverantwoordelijkheid. Door het electronisch betalingsverkeer is de concurrentie sterk toegenomen. Iedereen kan morgen een 'creditcardcompany' beginnen. Banken zullen waarschijnlijk eenzelfde divisionaliseringsproces doormaken als elders bij grote ondernemingen, waarbij de bijkantoren actiever en zelfstandiger de klant zullen benaderen. Integratie van werkzaamheden is hierbij voorwaarde en de informatietechnologie kan dit proces versnellen. Het wordt dan trouwens ook vee I leuker om bij een bank te werken." • Teun Bakels Mark van der Veen

van het automatiseringsproces? "Dat is een beetje veel gezegd. Natuurlijk hebben we een financieel informatiesysteem, een geautomatiseerd studenteninformatiesysteem, en zo zijn er nog wei een paar kleinere systemen die draaien. Ik denk dat we moeten vaststellen dat we best veel problemen hebben op het gebied van automatisering van onze informatiesystemen en dat het in dat opzicht urgent is dat daar snel verbetering in komt. Het heeft geen zin problemen te verbergen. Je moet

daar vrijuit over spreken. Nooit mooier voorstellen dan het is. Het college weet van aile problemen en dat we om te beginnen een goed geequipeerde afdeling moesten oprichten. BIA heeft een grootse uitdaging. We hebben het altijd over information als een van de belangrijkste grondstoffen van onze instelling en de wil van het College om achter ons te gaan staan is volgens mij wei aanwezig." • Esther Bijlo Ruben Bergkamp

vervolg Universiteit 20% op de subsidie in een jaar kunnen ze beter stoppen, omdat dan allerlei voor het onderwijs en onderzoek vitale diensten niet langer kunnen worden verleend. Het probleem is dan weer dat dat ook niet kan omdat de contracten een termijn van 5 jaar hebben. Je bent verantwoordelijk voor de kosten in de tussentijd. Ik zou niet weten hoe dit dan kan worden opgelost."

Grootse uitdaging Staat de UvA nog min of meer aan het begin

26

ROSTRA 150 MEl 1988


v MAATwerk en een eigen aanPAK

jecten, die later zaken weer van kunnen komen. Ook onderHnge en aantal aan een bepaald project uren worden houden.

Na een studie bouwkunde in Delft als programmeur in de automatisering gekomen. Derden geleden begon mevrouw M. van de Wal bij Volmac de opleidingen. Inmiddels is deze l!Ielll-IUa,ue man zes jaar directeur van top training, een van vier pijen van het grootste software-house in Nederland. Wat houdt Uw

Per 1 september ben geworden en nu de directie is tot 3 directeuren houd ik bezig met de voormalige

twee

Is de van Volmac aileen de laatste is dat al de oprichting exploslef, 1966 he! geva!? Die groei is er vanafhet

Het aantal np"<l\"P gemiddeld met 20%. Van 1983 tot 1987 is het aantal medewerkers van 908 tot 2350. De omzet diezelfde riode van 142 tot 430 groei van Volmac Toptraining sinds 1972 is enorm, namelijk van 100 per jaar in 1972 tot 3400 in 1987.

LMAC

Hoe wordt de voortgangscomrole op projecten uitgeoefend?

Dat is niet geaulomatiseerd, daar we he1emaal niet in. Wei ondersteunende zaken. We werken volgens een vast systeem, dat iedereen leert bi; opleidingen.

weest. Het probleem is dan ook de software, die nog wei duur is.

Als een apdracht voar software-ontwikkeling binnen is, hoe wordt deze dan verder binnen Vo/mac verwerkt?

Hae werven jullie die klamen?

zullen ons zoveel mogelijk instellen op de wensen van de client en hem waarschuwen indien iets onhaalbaar is. Veeder hangr het ervan af in welk stadium het betrokken worden. Ook is het of wi; pro;ectverantwoordelijkWij zullen in ieder geval de np'r<""nn op het juiste moment bestellen om bepaalde werkzaamheden te verrichten. Verder kent ieder project een aantal formeIe fasen met goedkeuringsmomenten. Voor een groot project wordt een stuurgroep geformeerd die het proces bege1eidt. Een is vaak dat opdrachtgevers wilworden voorgesteld aan de mensen van Volmac die een project gaan uitvoeren.

Vaor de 4 Volmac-bedrijven, Automation Centre 'Vomac' bv, Volmac TT ning) by, Volmac advies bv en Volmac Networks by, hebben we weHswaar een sales-apparaat, maar meestal komen de bedrijven naar ons toe. Wij proberen er dan voor te zorgen dat zij vanaf dat moment ons blijven. We ontwikkelen nooit programmatuur om dat te maar leveren altijd op maat. Vandaar ook dar grotere bedrijven onze klanten Maakt her u wat uit wie u tot uw klamenmag rekenen?

Op zich niet echt, als ze ons maar kunnen dat is het belangrijkste.

Medewerkers Waar haalt u uw medewerkers vandaan?

Een jaar of8 geleden we academid aan te trekken, maar dat moeizaam. Momenteel bestaat van de nieuwe medewerkers uit academici en is het aanbod groter dan de vraag, hoewe! we de goede a!tijd aannemen. We krijgen soms mensen met een informatica-opleiding, voornamelijk omdat er daar nog niet vee! van en ze verdeeld worden over de verschillende bedrijven. De rest bestaat uit mensen die VWO of HBO hebben afgerond. Al deze mensen doorlopen dan een standaardopleiding van drie maanden in het vakgebied en gaan daarna direct aan het werk, om zodoende werkervaring op Ie bouwen. Verder hebben we een heel studie- en carrierepian. Iedereen komi bij opleidingen binnen bij Volmac en doer daar gedurende 2 ervaop.

Klanten Hoe ziet de klantenkring van Valmac eruit?

Her voornameliik grotere bedrijven, zoals banken en verzekeringsmaatschap1%). T egenwoordig komen ook veel bedrijven aankloppen, omdat de hardware veel goedkoper is geworden. Oat is een gigantische ontwikkeling geROSTRA 150 MEl 1988

toch heel persoonlijk, als je je

mf?afi'Wf?rK,Rr!~

de gang kan

feliciteren

Interne automatisering Op de vraag of Vol mac zelfveel geautomatiseerde processen binnen het bedrijfkent, werd volmondig met ja geantwoord. Ter illustratie werden wij meegetroond naar een terminal op haar bureau, waarop in een handomdraai de verjaardagen en ",.~,,,u,,-,uU'5"'" van haar medewerkers teIOverde. 'Dar is lOch heel persoonlijk, als je je medewerkers in de kan feliciteren!'. 'De er niet op. Dat inniet genoeg om daar dageop te piegen. Dat kan ik benemaar wei de maandgegerp11"'p,,~ n en bezetkrijgen we er ziek is, wie waar heenenzovoorts' . van Volmac behelst onvan tijd- en capauitgevoerde pro-

Dat doen omdat de client zaken doer met Vol mac en niet met slechts enkele medewerkers. De naam Volmac staat garant voor kwaliteit. Wij werken als een van de niet op basis van een persoonlijk en dit is vergeleken met anderen afwijkend. Overigens geldt dat niet voor managementfuncties, daar maken we een uitzondering voor, maar programmeurs voorstellen vinden we onzin. Werken de mensen op kantoor bij

de klant en niet

Ja, vrijwel altijd. Ais een werknemer echter geen lopende dan heeft hij wei altijd een vaste een van de 12 Verder proberen we maar dat lukt niet dat een 1 of 2 dagen per maand op ons kantoor is. Hier zit 27


VOLMAC De dinosaurus is uitgestorven omdat hij in vergelijking tot zijn hjf te weinig hersens had. Hersenen zorgen voor de besturing van een lichaam. Loopt Volmac met zijn enorme groei hetzeljde risico? Nee. Wij reorganiseren al voordat het werkelijk nodig is, zodat toekomstige groei altijd door het bestaande apparaat kan worden opgevangen. Dit houdt in dat wij ongeveer elke 2 jaar reorganiseren. Een van de redenen dat ik blijf zitten terwijl er net 2 nieuwe directeuren zijn benoemd is dan ook het creeren van overcapaciteit. Ik ga straks tijd overhouden omdat we op termijn buitenlandplannen hebben, waar ik me dan mee bezig kan houden. Daar is over nagedacht. Hebben julie after-sales activiteiten of leveren jullie een product af en zeggen: 'Doe er maar wat moois mee '. Het hangt ervan af wat de opdrachtgever wil. Ais hij wil dat wij ook implementeren, dan zullen wij dat doen, maar vaak wil een opdrachtgever dat niet, omdat je dan ingrijpt in de organisatie. We hebben wei een tak Vol mac Advies die gericht is op de organisatorische consequenties van automatisering Echte after-sales kennen we niet. Dat hoort allemaal bij pakketten. Hardware- en potioodverkopers hebbendat soort dingen nodig. Wij doen dat anders. Wij hebben een relatie met een klant en als het goed is, gaat een klant nooit meer weg. Soms stappen ze ook over op opleidingen en gaan ze later zelfs op de Volmacmanier werken. Hoe zien contraeten met Volmac eruit? Idealiter wordt er gezegd: 'Begin maar'. Dat gaat gewoon mondeling.

dus aileen de direktie, staf, de administratie, het opleidingencentrum en het projectencentrum. In wezen integreren wij bij de uitvoering van een project met de organisatie van de opdrachtgevers. Uit een recent onderzoek is gebleken dat softwarehouses zoals Volmac, CAP-Gemini en BSO, zich steeds meer gaan n'chten op de echte grote klanten, zoals voor jullie bijvoorbeeld Studiefinanciering. Welke kwaliteiten moet een softwarehuis daarvoor hebben? Je moet een uitgesproken cultuur en aanpak hebben. En je moet ervoor zorgen dat

28

de verantwoordelijkheden goed worden gelegd. Voor ons geldt dat we een standaard werkmethode hebben voor b.v. rapporten. Dat wordt hier bij opleidingen geleerd en resulteert in een taal, die door iedereen binnen Volmac gesproken wordt. Vol mac is dan ook een van de weinige bedrijven in Europa die echt grote projecten aankan. Bij 100 man praten we over echt g-gantische projecten. Wij kunnen dat binnen een paar maanden starten, de mensen zijn bij ons in vaste dienst. Ze zouden aileen even hun huidige werk moeten afmaken .

Organisatieplan Wat is het begin van een project, als alles goed is? De laatste ontwikkeling op ons toch zeer jonge vakgebied, is het informatieplan. Dit plan gaat over aile afdelingen heen . Wij bij Vol mac hebben dat 'Fullproof genoemd. We werken er nu 2 tot 3 jaar mee . Het gaat er hierbij om de zaken structuree1 aan te pakken. Van daaruit kunnen projecten worden opgestart. De meeste organisaties hebben dat nog niet, het is een organisatieprobleem. Een organisatie moet dat zelf doen, door een verantwoordelijke aan te stellen, die dat bij- en onmderhoudt. Het duurt jaren voor zoiets aanwezig is.Velen willen niet, ofhebben geen zin. Zij zien de voordelen niet. De echte grote organisaties hebben dat soort informatieplannen al weI. Het zijn veranderingsprocessen die langzamer hand optreden. RO STR A 150 MEl 1988


VOLMAC We helpen met het opzetten van deze plannen, om van daaruit op te starten. Toch start Volmac vaak een proen dan ject nog zonder Dus aidoen we het vaak lOch leen op basis van de fasen se, functioneel ontwerp, technisch ontwerp en kan Volmac wei aan het maar een informatieplan hoort er wei te zijn. Het probleem is echter ook duur is. Een project kan wei 2 tot 3 keer zo duur worden als wij ook een informatieplan moeten leveren. In feite is het vakontwikkeling en Volmac is er in ieder mee begonnen. Als een systeem in werking treedt of, zoals wij zeggen, wordt geexploiteerd, ontstaat pas echt de ellende. Dan zien de c1ienten of juist is. Dan wat het voor ze leven en de toekomst. gegevensbeheer, ging, noem maar op. Hier doet Volmac dan ook research naar. Daar moeten standaards voor worden opgesteld, maar daar niet uit, Niemand is er uit en zegt eruit te dan liegt hij, Verder denk ik dar we in toekomst gaan naar een scheiding van functioneel- en technische deskundigen. Los daarvan ontwikkelen zich dan allerlei als een heerder, noem maar op. Concurrentie Hoe staan jul/ie er voor in verge/ijking tot de concurrenten? Goed, In Nederland liggen we voorop en dat moet ook anders houd je het niet vol jarenlang de grootste van Nederland te Internationaal zo groot en de twee Mol en van Oosterom, zoeken naar internationale eventueel door fusies. We gaan in val uitbreiden en 16 mei j.1. de beurs gegaan. Dat we voorop Jiggen, zelfs voor op Amerika in sommige ontwikkelingen, komt ook door het petieterige van de Nederlanders. We willen altijd alles in een vakje ~t".nl",,'n In Amerika werken ze vaak heel

Is de concurrenlie moordend? Dat valt wei mee. Het is een en bovendien onderscheiden bedrijven zich nogal van elkaar. Volmac heeft een heel en een heel eigen aanklan ten op af komen. Er is dus van een zekere segmentatie van de markt. Er wordt ook wei ken over 'een Volmaccer' en dat heel typerend. ROSTRA 150 MEl 1988

Als een klam bij }ullie komt, heeft deze dan meestal een goed idee van wat hi} eigenlijk kan verwachten van jullie diensten en her nul bedri)!? voornamelijk aan de graad van auvan het bedrijf van de drachtgever. Vaak de beslissers en gespreksparmers niet degenen die inhoudelijk op de zijn en dat maakt het !loms erg Zij willen dan dingen Al heledie helemaal niet haalbaar maal niet voor het budget dat ze voor hebben. Er zullen ook mensen binnen bedrijf vrij moeten worden gemaakt voor de informatieanalyse. Verder moeten er mensen worden opgeleid voor het gebruik van het en moet m.b.v. goede beworden Dat zijn vaak reele pro-

Toekomstige ontwikkelingen Wat zullen de gevolgen zijn vor Volmac voor de op hartden zijrtde n'chtllj'nen van de EG voor produktaartsprakelijkheid voor producenten van software? De gevolgen zullen voornamelijk aanwezig voor de van standaardpakketten. Ook voor ons zullen er mee gen maar daar zijn we Onze afdeling zoekt uit, zal de komende maanden weI duidelijk je kan een ontwikkeling nu eenmaal niet voor zijn. Hoe/ang denkt u dat de omwikkeling van nieuwe (standaardJpakketten doorgaat? Als je van spreken de uitloopt met je programma is er alweer een nieuw. Wanneer gaat men werken aan de kwalileit v. de kwamiteit? zal weI doorgaan tot de groei eruit is. Zoals het nu gaat zal het nog wei 5 tot 10 duren. Toch zal er de komende tijd veel veranderen. Met name de ontwikkeling van geautomatiseerde za! Dan kunnen men en standaards worden verkregen. IBM gaat ook komen met System Application Architecture (SAA). Niets zal meer binnen IBM kunnen worden ontwikkeld en geproduceerd, dat niet aan die standaard voldoet. Alles kan dan op elkaar worden atgestemd.

adviseren wij cIienten niet over de aanschaf van een merk computer. Wij zijn onafhankelijk. Over software en nieuwe ontwikkelingen hebben echter een ultgespfI)ken mening. Daar we revoor lopen. Mensen zijn daar mee bezig, met het oog op de toekomst gericht.

Volmac Toptraining maakt gebruik van coaching. Wac zijn de voordelen daarvan? Gedurende twee jaar haa! je mensen uil de praktijk en laat je ze mensen die nog in opleiding zijn coachen. Dat gebeurt niet klassikaal, maar reen op reen, met dien verstande dat niet een coach een hele een en pupil heeft, dat natuurlijk weI. Zo iemand uit de prakti;k weet waar hi; het over heeft. Na die twee jaar gaat hi; dan ook weer terug in de praktijk.

Universiteit Ligt hier taak voor de universiteit, om te verzorgen? die Nee,want heeft geen achterban en weet niet hoe de praktijk werkt. De opleiding is ook vee! te praktijkgericht. De opleiding bestaat voor 10% uit cases en er is weinig theorie die al in boeken staat. Bovendien vind ik dat universiteiten vee! meer vormend bezig moeten en niet stud enop een vak. Ze moeten ten leren nadenken en inzicht geven. Het is een goede zaak als universiteit en bedrijfsleven maar ik vind het helemaal geen zaak als universiteiten gaan voor een beroep.Daar zijn de voor en bovendien dient er een kader voor de toekomst te worden gecreeerd van mensen die nog kunnen nadenken. Daarom vind ik overigens ook het systeem van 4 uit den boze. werd er we! den ook werk je van tentamen tot tentamen en dat slaat nergens op. De universiteit is per slot van rekening het instituut in de waar mensen leren na te denbelangrijk. ZIj'n interne en externe opleidingen Ja,inhoudelijk wei. AIleen de ding is anders. Voor internen is het wat moe ten harder, omdat ze 8 uur per werken. Dat moe ten ze per slot van rekeeen klant ook. Heeft iemand met informatica, die so/liciteert, een Nauwelijks, een iets aanvangssalaris, en zij komen direct in de functie van systeemontwerper binnen. Vaak zegt het natuurlijk wei iets over de interesse van iemand. Ais je een informaticus kan krijgen scheelt het natuurlijk in ding al weI snel zo'n 3 jaar, dus die hebben. Daar kunnen we er we wei zo 20 van r"" .. ", ......

•

Ruben Bergkamp Nicolaas He;j

29


KUNST

De cOlDputer en--de- kunst Op de Hogeschool voor Kunsten in Utrecht heeft men twee jaar geleden een begin gemaakt met de integra tie van de computer. Deze HBO-opleiding voor beeldende kunsten is de grootste op het gebied van computervormgeven. Voor deze nieuwe dimensie in het kunstonderwijs bestaat veel belangstelling. De vraag naar de opleiding is groter dan het aanbod. Een gesprek met Ad Wisman, docent en pionier op het gebied van computervormgeven. Op de school zijn twee grote lokalen ingericht met computers. Achter elke computer zitten studenten te tekenen. Het potlood is vervangen door een muis v66r het beeldscherm. Met de muis geef je de computer verschillende kleuren of lijnen op. Dikke lijnen, potioodlijnen, air-brush of hele vlakken. Om te tekenen in de derde dimensie maak je gebruik van een speciale techniek: 'ray-tracing'. Bij deze techniek geefje een object (bv. een bal) een plaats in de computer door de coordinaten x,y en z. Daarbij plaats je een lichtbron, ook met coordinaten en de computer berekent hoe de bal eruit moet zien. De diepte ontstaat door de schaduwwerking van de lichtval. Er zijn vier methoden om het beeld op het scherm te reproduceren: video, foto, plotters en laserprinter. De toepassing van de video wordt bijvoorbeeld gebruikt voor computeranimatiefilmpjes,commercials of de logo's van omroepen (TROS, Veronica etc.), de zogenaamde 'station cal1s'. Zelfbouwen Hoe ben jij met de computervormgeving in aanraking gekomen? Na de middelbare school heb ik HTS elektronica gedaan. Daarna fotografie en video op de kunstacademie. In 1982 wilde ik dingen met de fotografie doen die niet mogelijk waren. Ik wist voldoende van computers om me voor te kunnen stel1en hoe dat met de computer wei kon. Dat werd toen al1een nog in het buitenland gedaan met hele dure systemen. Ik heb toen zelf een Apple 2 gekocht en ben software gaan schrijven. Na twee jaar had ik de hardware die nodig was op basis van de Apple 2. Dit was het eerste betaalbare systeem dat kon tekenen met zestien miljoen kleuren en aangesloten kon worden op een videodigitizer. De Apple Macintosh was ook een betaalbare tekencomputer maar had geen kleuren.Ik ben het zelfgebouwde systeem gaan verkopen en zo werd ik als gastdocent op verschillende akademies gevraagd. Er zijn nog steeds weinig vormgevers die iets van computers weten. In Utrecht boden ze me een baan aan en gaven ze me de

30

meeste ruimte om de coputervormgeving te doceren en contacten met het bedrijfsleyen te onderhouden. Hoe staan jonge kunstenaars tegenover de computer? Er bestaat een angst om met computers om te gaan. We hebben het yak daarom verplicht gemaakt in het propedeusejaar. Iedereen maakt kennis met de mogelijkheden van de computer, als men er niet mee door wil gaan weten ze waarom. In de praktijk blijkt echter dat 90% wei doorgaat met de computervormgeving.

Sponsoring Wie betaalt de systemen die hier zzjn aangeschaft? Drie jaar geleden bestond er van de overheid het INSP (Informatica Stimuleringsplan). Er was geld gereserveerd om het computergebruik in het HBO te stimuleren. Een gedeelte daarvan was voor het kunstonderwijs. In dat INSP zat niet veel geld. Wij zijn nu de grootste dankzij de lijn met het bedrijfsleven. We hebben een aantel grote sponsors: IBM, Apple en Commodore. We verkopen iets aan deze bedrijyen, namelijk knowhow. IBM geeft cursussen in economische toepassingen maar ze weten niets over kunstzinnige toepassingen, dat is veel geld waard. Wij geven cursussen aan klanten (bv. vormgevers) van IBM of Apple, daar zijn nu wachtlijsten voor. Verder verkopen we ook programmatuur die hier gemaakt wordt. Doen jullie ook aan onderzoek? Op universiteiten bestaan transferpunten waar onderzoeksprojecten tegen betaling worden aangenomen. Wij hebben dat ook maar het is niet de weg voor ons om gesponsord te worden. Hier worden projecten goedkoper gedaan en eigenlijk ben je de concurrent voor de studenten die straks afgestudeerd zijn. Daar letten we dan ook op als we projecten aannemen. We doen alles via de commissie concurrentievervalsing van de Kamer van Koophandel. Verder hebben we een project van de overheid om de mogelijkheid van KI (kunstma-

tige intelligentle) voor expertsystemen voor het HBO te onderzoeken. Dat gebeurt met het laatste geld van het INSP. Toekomstperspectieven Kun je met elke computer vormgeven? Nee, een IBM heeft zestien kleurtjes en kan een beetje tekenen maar als je uitgaat van vormgeven moet de computer meer kunnen. Een aantal computers is speciaal gebouwd voor de vormgeving; de Amiga en de Macintosh bijvoorbeeld. Er bestaan betere system en maar die zijn onbetaalbaar, aan Apollo kost 2,5 ton, dat is niet haalbaar voor de school. Waar komen de studenten terecht die hier straks afstuderen? Door de computer is een nieuwe vormgeving ontstaan. De mensen die er nu mee bezig zijn, zijn allemaal techneuten. Met een beeldende kunstopleiding kun je hele andere dingen met de computer doen. Er komt een betere grafische vormgeving, je moet niet vergeten dat 800/0 van aile boeken en folders op de computer worden gemaakt. Dat kan niet iedereen, dat moet je leren. Er zullen ook autonome kunstenaars afstuderen, ik exposeer zelf ook als vormgever hier in Utrecht. Of mensen gaan de videokant op: rec1ame, animatie of videoc1ips. Werkgelegenheid is er genoeg. Ik durfbijna geen mensen naar stages te sturen omdat we ze niet meer terug krijgen. De salariering is hoog omdat de arbeidsmarkt krap is. Hoeveel mensen kun je per jaar opleiden? We leiden hier twintig mensen per jaar op en dat is voorlopig genoeg. Daarnaast geyen we post-HBO-cursussen om vormgevers kennis te laten maken met de mogelijkheden van de computer. We kunnen de capaciteit niet onbeperkt uitbreiden omdat er overal bezuiningd wordt en omdat er te weinig docenten zijn. Wat zijn jouw toekomstplannen? Momenteel zijn we de grootste van Nederland en Europa, in de komende vijfjaar wil ik dat we de beste worden.

•

Liset van Doorn

ROSTRA 150 MEl 1988


INFORMATICA OND Ton Soetekouw over de informatica universiteit en de automatisering bij de NMB

De dienstverlening wordt door de autolIlatisering effectiever en eflicienter. Drs. A.A. Soetekouw lanceer~e in 1985 het om Ie komen tot een informatica universiteit. De huidige informatica schoten in zijn ogen ernstig tekort. konden niet aan de vraag van naar management op het g~bied van informatievoorziening voldoen. werden echter nooat uitgevoerd. Het was te nieuw: 'Het bleek teveel gevraagd te zijn in Nederland.' Soetekouw is voorzitter van de Raad van Besruur van de .Ne~erlandsche Middenstands Bank en heeft veel te maken met de automatasermg van het bankbedrijf. 'Het bankwezen automatiseert al 20 U bent de initiator van de informatica universiteit. Het mislukken van de informatica universiteit is te wijlen, vo/gens E.]. Bomhoff aan de samenwerking tussen de drie universiteiten (Leiden, Delft, Rotterdat het een full-time opleidam) en het ding zou worden. Deel! u deze mening? 'Er moest een nieuw soort opleiding voor afgestudeerden worden rondom een nieuw spanin een nieuning'. Dit moest we organisatie opzet. De universiteiten en het bedrijfsleven zouden onder toezicht van het Ministerie van en Wetenschappen en Economische Zaken met elkaar gaan samenwerken. Dit bleek niet te werken. Het bleek teveel te zijn in Nederland. Het is dat men in de toekomst meer bereid vernieuwingen te accepteren. He! heeft geen zin om allerlei partijen te maken.'

Volledig inzetbaar Het knelpunl zou ook de 1"1/_11禄1.0 lJ1JlIWl"H' Willen de /"lPtJ'"",,,pn weI een jaar missen om die oVj'eui'lnu Zouden bedrijven nie! opleiding hebben? Sommigen wel, anderen niet. Er zijn voldoende bedrijven die het vinden als hun medewerkers in een keer volgen. W ij zouden daar wei een voorkeur voor hebben. Na dat jaar zijn die medewerkers dan weer volledig inzetbaar. De bedrijven zullen er snel genoeg aan wennen dat het nodig wordt om mensen die een academische hebben na een paar jaar terug te sturen naar de schoolbanken. De kennis zal steeds sneller verouderen en daarom zal dit zijn. De informatica universiteit ROSTRA 150 MEl 1988

worden van een nieueducatie. Het voldeloopbaan in verband met zal gewoon worden. Aileen staat men daar nu nog een beetie Er spreekt nog een ander mee. Als in het over de onderin Nederland word! gevraagd, dan gaat men naar de vertegenwoordigers van de en daarin spelen de grote bedrijven een belangrijke rol. Zo ontstaat er dus een vertekend beeld van de onderwijsbehoefte, vaak eiUlJjt:lU:Hj~:t:ll hebben. De grote dan ook dat ze het universiteit een goed initiatief maar dat ze er zelf geen mensen naar toe zullen sturen. Hierdoor ontstaat er de universiteiten en de overheid de dat het yen er behoefte aan heeft. De kleine en hebben echter wel aan externe ook als medewerkers hiervoor een worden weggezonden. Ik dat zowel het ministerie als de opleidingsinstellingen deze groeimarkt buiten beschouwing laten, daardoor laren ze de markr over aan particuliere instellingen. Deze vullen nu de gaten in de markt op. beknotten het reguliere en dat vind ik een slechte

Wat moeten we om voorstellen de 'boundary spanner? 'Her erom dar zijn om de de bedrijven toe re passen. Redenerend vanuit de management optiek en niet uit

erom dat wij mensen zoeken die zijn om de informatietechnologie de bedrijven toe te passen. Redenerend vanuit de management optiek en niet uit de optiek van de informatietechnicus, die computers gaat programmeren. Het gaat dus om de vragen: Wat betekent de ontwikkeling van informatietechnologie voor mijn bedrijf, mijn markten en mijn distributiesysyteem? Hoe breng ik ten en diensten naar de markten toe? Wat betekent deze voor prode produktiewijze, de ....路w., .... "~ viteiten en administratie? De is dus om mensen te trainen in de straen tactische aspecten van het beManagers die leiding kunnen aan het grote veranderingsproces dat informatietechnologie met zich meevanuit de organisatorische 'V,'"'''''''''''' invalshoek naar de veranderende takenpakketten van de mensen. Wat moet je veranderen zooat mensen nieuwe dingen gaan doen en toch zinvol aan het werk moeten ook aan grote en technische Daarbij gaan fout. Niet aileen bij de zoals de studiefinanciering, maar ook bij het bedrijfsleven, maar dan lees je het niet in de krant.'

Zijn er veel projecten op her gebied van automatisering mis/ukt bij de NMB? Er ook de NMB een aantal projecten geweest die we halverwege gestopt hebben of waarvan we achteraf kunnen zeggen dat die niet zo succesvol geweest. Dat kost veel geld. Ik denk dat uitgedrukt in percentages het aanta! mislukte ongeveer 5 a 6 procent bedraagt.'

'Goed' .....u"".路w Goed is uw ogen onderwijs dar aansluit op de eisen die door het bedrijfsleven worden 'Bij een aantal moet Je Je nadrukkelijk trainen voor situaties die zich in de markt voordoen. Nergens dan op de markt, wordt welvaart en werkgelegenheid gemaakt. Als dit zijn die je imeresseren, en als ik de mag geloven is dit het dan moet je mensen trainen om op markt te gaan werken. Dat er daarnaast onderwijsrichtingen zijn die niet op de markt, maar werk verrichten is heel goed. Maar en dan met name natuurlijk onzin om te dat je het wil studeren, maar niet wi! toepassen voor bedrijfsleven een markt Het heeft een achterstand en dat komt ondermeer doordat ons helemaal verkeerd gerricht was. 31


INFORMATICA ONDERWIJS ment ondervangen wij het ontbreken van de juiste opleidingsfaciliteiten in Nederland door onze medewerkers naar het buiten land te sturen of ze daar vandaan te llalen.' Bent u ontevreden over het opleidingsniveau van de huidige informatica opleidingen? 'Wij hebben de inhoud van de verschillende informatica opleidingen aan de N ederlandse universiteiten geYnvetariseerd en daaruit bleek een versnipperd beeld. Er vindt geen consistente opleidingsinspanning plaats op het gebied van de informatica. Het is een beetje snoepen uit de informatica etalage. De stofwordt sterk bepaald door de voorkeur van de individuele hoogleraren. Dat kan goed uitpakken, maar dat doet het meestal niet.'

de organisatie heen te communiceren en daardoor krijgen de mensen meer kansen om hun sp~9~lismen ten toon te spreiden.' Hoe zal de fraudebestendigheid van deze netwerk-systemen zijn? 'Daar maak ik me geen zorgen over. De technologie biedt steeds meer mogelijkheden om, ondanks de uitbreiding van het netwerk, de fraude sneller te traceren. Wij laten regelmatig groepen van buiten pogingen doen om in ons netwerk in te breken. Enerzijds om te weten te komen hoe zij onze verdediging ervaren en anderzijds om te zien of wij een 'inbraak' kunnen ontdekken. Ik kan u verder niets zeggen over het lukken of mislukken van deze pogingen.'

Een onderwijs gebaseerd Op stabiele elementen heeft meer toekomstwaarde dan het volgen van de waan van de dag

Krijgen medewerkers blfde NMB een interne opleiding op het gebied van informatica? 'Wij hebben geen interne algemene managementopleiding, maar medewerkers krijgen ter kennismaking met de computer een algemene orienta tie cursus. Ook bestaan er bij ons specifieke technische opleidingen voor stysteem-analysten en programmeurs. We laten het management opleidingen volgen in het buitenland.'

Verandering door automatisering Wat gaat er door de automatisering veranderen in uw bednif? 'Het organisatieconcept gaat veranderen. Wat bij dienstverlenende bedrijven heel erg speelt is de opsplitsing van het te verrichten werk in allerlei deeltaken. De gelijksoortige deeltaken worden gegroepeerd en daarboven wordt een chef gezet. Dat concept gaat zich wijzigen. Daar komt een ander concept voor terug, waarbij wei degelijk leiding gegeven moet worden aan mensen die specialistisch bezig zijn. Het midden management in de oude zin van het woord zal gelijdelijk in omvang minder worden. Daar komt dan nieuw midden management voor in de plaats; een directie kan per slot van rekening nooit leiding geyen aan 11.000 man.' De banen zlfn vnf hiifrarchisch georganiseerd. Zal de organisatie door de automatisen路ng beter worden? 'Ja, de hierarchische structuur zal inderdaad wei wat veranderen. Via netwerkstructuren wordt het mogelijk dwars door

32

Hoe is het gesteld met de privacybescherming in uw systeem? De mogelijkheden tot privacy bescherming zijn beter geworden in de laatste jareno We kunnen veel meer 'grip' houden op wat er met de gegevens gebeurd. Vroeger toen de verwerking handmatig was, waren de gegevens niet goed onderling met elkaar in verband te brengen, maar de praktijk was dat meer mensen die gegevens zagen dan noodzakelijk was. Dit gebeurde veelal door mensen die de gegevens van de client bij hun werk nodig hadden maar de client ook persoonlijk kenden. Er kan nu meer gedaan worden aan privacy bescherming dan in deze oude situatie. Dit neemt niet weg dat de angst blijft bestaan dat door de koppeling van grote bestanden men allerlei gegevens van een persoon kan opzoeken. Er zijn voorzieningen getrotTen om de privacy van een client goed te beschermen. Enerzijds intern, want wij hebben er natuurlijk helemaal geen behoefte aan om op dat punt negatief in het nieuws te komen, maar ook extern. Er is een wet tot bescherming van de privacy voor in de maak. Daar heb je je als instelling aan te houden. Verkoop van gegevensbestanden vindt door ons niet plaats, maar de diverse overheidsinstanties maken zich hier wei schuldig aan.'

heeft nog altijd een groeiende werkgelegenheid laten zien. Niettemin verwacht ik dat w.e in een fa.se komen.waarin het aantal arbeidsplaatsen in het bankwezen zich zal stabiliseren. Die werkgelegenheid is iets waar we ons eigenlijk niet zo mee bezig houden. We houden ons meer bezig met de verschuiving in kwaliteit van het werk. Op verschillende plaatsen zal werk verdwijnen, maar op andere plaatsen zal nieuw werk ontstaan. De vraag is nu of de mensen die het oude werk deden in staat zijn het nieuwe werk te doen qua vermogen en attitude. Via omscholing en 'training on the job' proberen we deze mensen te begeleiden. Deze kwalitatieve verschuivingen zijn voor ons problematischer dan de kwantitatieve verschuivingen. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat er in dit land genoeg werk is. Het probleem zit meer in de aanpassing van vraag en aanbod. Dat heeft te maken met de scholing en de beloningssystemen.' Wie neemt blf de NMB de beslissing tot automatisering; gebeurt dit bottom-up of topdown? 'De NMB onderscheidt zijn informatievoorzieningen beleid in een drietal lagen. Allereerst de technische infrastructuur: het geheel van computers en werkstations en de verbindingen daartussen. Deze infrastructuur wordt top-down vastgesteld. Daarnaast is er de logische infrastructuur waaronder wij verstaan aile gegevens die in de bank rondgaan. Elke gegeveneenheid is eenduidig vastgelegd en is ook zeer nauwkeurig gedefinieerd. Dat wordt ook topdown in de bank vastgesteld. Echter de implementatie wordt door de bedrijfsonderdelen zelf gekozen, dit wordt afgeleid van de verantwoordelijkheden voor de bewerking in de verschillende mark ten, waarin de bedrijfsonderdelen functioneren. De bedrijfsonderdelen zijn in belangrijke mate autonoom in wat ze gaan doen met de gegevens en hoe ze die verwerken in de computer. Met andere woorden het wegenstelsel wordt centraal ontwikkeld, maar hoe de verschillende bedrijfsonderdelen over de wegen willen rijden moeten ze zelf weten.'

Marktdivisies

Arbeidsplaatsen

Wordt er binnen de NMB een systeem gebruikt? 'Er zijn verschillende soorten computers binnen ons bedrijf, maar ze zijn onderling wei samenhangend. De toepassing van de systemen ligt in de handen van de marktdivisies, die verantwoordelijk zijn voor de bewerking van verschillende markten.'

Welke gevolgen heeft automatisering op het aantal arbeidsplaatsen bij het bankwezen. 'Er wordt nu al twintig jaar geautomatiseerd in het bankwezen en het bankwezen

Merken de cliifnten veel van de gevolgen van automatisering? 'De clienten krijgen als het goed is een beROSTRA 150 MEl 1988


INFORMATICA ONDERWIJS tere service en een lagere kostprijs en dus meer toegevoegde waarde. In de praktijk werkt het proces niet altijd even goed en de client zal dan ook geconfronteerd worden met fouten en andere ongemakken) maar das alles hoort bij het leerproces waar we allemaal in zit ten. De bedoeling is echter dat wij als bankwezen de automatisering

gebruiken om onze dienstverlening effectiever en efficienter en dus aantrekkelijker te maken.' Zijn uw systemen beveiligd tegen computeruitval?

'Wij hebben een 'no-break' systeem. Dat is een systeem dat ervoor zorg draagt dat we

in bepaalde situaties dubbel uitgevoerde computersystem hebben en in situaties waarbij dat niet het geval is) hebben we gezorgd voor uitwijkfaciliteiten) die automatisch in werking treden als het systeem door een calamiteit uitvalt. Deze uitwijkfaciliteiten beheren wij met een groot aantal bedrijven. ' Waar ligt de groei in werkgelegenheid op het gebied van automatisering?

Het probleem blijft echter dat veel mensen niet de juiste studie kiezen of dat de studie niet aansluit op de wensen van het bedrijfsleven

'"

I

. .. , .

"

,

''',.

'. "

".

....,

........,

'

........

.............

......

~

'.

"

,

"'1;" 1.

,.-

,,

~

'De groei op het gebied van de informatica gaat komen aan de kant van het management van de informatietechnologie. De markt van de informatica technici) degenen die de computers bouwen en de software ontwikkelen) zal zich ontwikkelen van het ambachtelijk proces) zoals het nu is) naar meer fabrieksmatig en gestandaardiseerd werk. Door de groei aan de management kant zal de vraag groter worden naar hoger geschoolde mensen) maar ten dele ook anders geschoold. Deze ontwikkeling sluit overigens goed aan bij de ontwikkeling zoals die in West-Europa en in Nederland te zien is: de scholingsgraad wordt steeds hoger. Het probleem blijft echter dat vee I mensen niet de juiste studie kiezen of dat de studie niet aansluit op de wensen van het bedrijfsleven. Hierbij speelt ook mee dat op het gebied van automatisering de kennis snel verouderd. Vroeger Jiep de theorie voor op de praktijk. Nu loopt de praktijk ver voor op de theorie. Dit probleem is alleen op te loss en door onderwijs dicht tegen de marktsector aan te duwen) zodat docenten zien waar zich de nieuwe vraagstukken ontwikkelen. Het was tot nog toe zo dat het onderwijs en het bedrijfsleven helemaal geen overleg met elkaar hadden. In de snelle ontwikkeling in het bedrijfsleven zijn er stabiele elementen te onderkennen die de pilaren zijn waarop de verandering zich concentreerd. Op deze stabiele elementen zou het huidige onderwijswezen gebaseerd moeten zijn) dat is nu niet het geval. Als je zo'n concept voor het onderwijssysteem maakt heeft het meer toekomstwaarde dan het volgen van de waan van de dag.' Zijn er binnekort nog andere initiatieven van u te verwachten?

'Dat zult u moeten afwachten'

•

Pieter van der Meche Koos Boering

ROSTRA 150 MEl 1988

33


INFORMATICA ONDERWIJS Je moet de taalleren spreken

Noodzaak van eeninfonnatica achtergrond bellalllll van wordt steeds groteI'. Informatietechnoin beweging en de kennis ervan is voor iedereen pure noodzaak a.,""" ...,.. Informatiekundige moe ten in het norma Ie deukproces van eeu econoom of worden opgenomen. Het ...... ,.,r....' .. ,. op dit gebied wordt op de economische verzorgd door de vake:roen drijfslnformatica en Accountancy met als voorzitter Prof. dr. ir. R. anticipeert het ouderwijs op deze en verandereude behoefte?

ri,....

Kum u een definitie geven van goed informatica onderwijs?

'Dat is

dat de studenten leert bernet informatie en de moinformatie biedt en deze let:1I.IJI,"'11~;tt:"1. In afgeleide zin moet het functioneren in een orl',iiIW>lll1t: en dus zijn afgestemd de eisen In een opleiding je wei een shot mee te geven dan een echte beroepsoplei-

,

een heel behoorlijke basiskennis van financiering, en personeelsbeleid. Van informatietechnologie hebben ze die zwemmen ze in het vage. men worden verondersteld in een organisatie te nemen over informatietechnologie en de en mogete kennen. een goede ",..lht",rcr,rn"ri hebben, anders je als dat manager niet meer de taal van ie aan het managen bent.'

heden en hoe je een en ander moet imp lementeren. Voor ieder onderwerp hebben we een docent, die ook de op andere onderdelen in de gaten houdt en een docent uit het bedrijfsleven, die dat stuk inbrengt is. Wij zijn uitwaarin hij opleiding. Een meest interesHet relatiefhovan f25.000,- is die de cursisten er mensen veau kunnen functioneren en dat zit in het verlengde van een universitaire opleiding. ' He! keuzevak informatica is basiskennis. Voor wie is her specialisatievak informatica bedoeld?

'Voor mensen die in het vakgebied werken, als dar vakgebied wat ruim ook termen van informatieanalyHet is bedoeld voor mensen die in of systeemontwikkeling een voortrekkersrol gaan vervullen. Op dit zie je in heel veel

Kruisbestniving Is hennis 'Van informatica noodzakelij'k voor iedere econoom? Is hel een groat gemis voor studemen als niet over die kennis beschihken?

'Je moet niet elke econoom leren nr,nO'lr<lnn. meren of leren systemen twee terug maakte programmeren een onderdeel uit van de informaticavakken. arrlm'ere:n in een derde generatietaal, zit er niet meer bij. bereikt er bijna niets mee. Her positieve aspect is dat je ziet dat programmeren een zaak is van bloed, zweet en tranen, dat je voor welke komeen te staan. rna en het werkt niet. De nadruk is nu komen te op het O'pt\n,.11' gegevens en het werken met op verschillende dus uit verschillende databestanden de benodigde informatie met elkaar in verband brengen. Wat we nu ondermeer doceren is een vraagtaal, Het maken van en de computer met al zijn mogeis onderhand een vereiste geworden. moet intensiever met een computer leren werken. Als je later eenmaal in een werkt kan de kennis oak via cursussen worden opgehaald. mist dan wei wat in tweeerlei opzichten. Ten eerste de van technieken in andere vakken. Dat een vruchtbare \"V'"VlI1('U'-, een Ten tweede vah het heel sterk op dat economen van de 34

enige positieve dat je ziet dat is van bloed, zweet en tranen

W isselwerking Twee jaar geleden vane de vakgroep Bedrijfslnformatica en Accountancy (BIA) het plan op een post-doctorale opleiding Informatiemanager te starten. Een zichzelf bedruipende, parttime vervolgopleiding die bedoeld is voor managers die in informatie-intensieve werken op verschillende niveau's. De opleiding biedt aan minimaal 15 en maximaal 25 studenten en is een band van de Bedrijfseconomie, de vakgroep BIA en vakgroep BestuurHjke Informatiekunde van de VU. De opleiding kent intensief onderwijs en een sterke wissel werking tussen theorie en praktijk. Veertig procent van het aantal doceeruren wordt derhalve door docenten uit het bedrijfsleven VP,'7C\ro-l1 'De gedachte is dat men men tijdens de opleiding C\n~t""l1't VII,''''''''''''" toe te passen.

een zaak

dat informatiesystemen zo p'f'rIOllwa zijn en dat iuist nu de fase dat deze systemen aan elkaar worden gekoppeld. Dat moet beheerd en doordacht worden, anders gaat ook dat weer fout.' Wat is het aandeel van praktlj'kstudie in he(

van twee, om daar curentiele OV,PTUJf'P' tot geld niet voor nn:,>,p('TP'n in de koelkast zouden laten gen als ze er voor moesten beta len. Met we twee problemen. Eneropzet zijds bot sen we heel snel tegen slechte Ofomstandigheden, een werkende organisatie of een directeur niet functioneerde. Er gebeurde soms heel Anderzijds lag de snelheid waarmee een het wilde invoeren soms zo dat een student twee was en dat was ook niet de beVandaar dar we overgestapt ROSTRA 150 MEl 1988


INFORMATICA ONDERWIJS

op een meer case gerichte studie. Ook de aantallen studenten voor het yak waren te groot om leuke projectjes te gaan draaien. Voor de afstudeerrichting Bestuurlijke Informatiekunde moet een stage worden gelopen in een organisatie waar informatietechnologie vrij uitgebreid gebruikt wordt. Je moet in de praktijk springen, maar niet in een organisatie waar je de enige specialist bent. Je moet wat opsteken van kundige mensen. We hebben permanent een dertigtal stages en we hebben zelfs meer aanbiedingen dan studenten. (I).'

Omvangrijke dona tie Drie jaar geleden was op de economische faculteit sprake van een nijpend tekort aan appartuur voor onderwijs en onderzoek. De vakgroep BrA stond toen voor dat probleem en heeft min of meer op eigen initiatief contact gezocht met IBM. 'Oat was vrij vanzelfsprekend, want je moet een bedrijf hebben met voldoende draagkracht. IBM ging in die tijd naar de universiteiten kijken om het negatieve image dat ze hadden wat op te vijzeJen. Ze hadden die markt verwaarloosd en wij kwamen op het goede moment. Uiteindelijk heeft dat geresulteerd in een omvangrijke donatie van IBM.' U heeft voldoende apparatuur, maar is er ook voldoende mankracht? 'Als je kijkt naar het soort onderwijs dat je geeft, dan is dat een soort beta-onderwijs en je zou daar voor een beta-omkadering moeten hebben. am goed te kunnen begeleiden moet je meer mensen hebben. Oat is het ene aspect. Het andere is, waar vindt je mensen? Je kunt misschien iemand wegtrekken uit het bedrijfsleven door hem het topniveau te geven van een bepaalde salaRO STRA 150 MEl 1988

risschaal, maar het jaar daarna krijgt hij niets erbij en dan houdt het weer op. Je moet altijd nieuwe softwarepakketten integreren en dat kost veel tijd. Ais we continu zouden draaien, zonder nieuwe dingen te hoeven integreren, zouden we qua onderwijs het wellicht redden .' Momenteel is het onderwljs gericht op actieve kennisvergaring en actief gebruik van kennis. Door het gebruik van een terminal in een netwerk kan de benodigde kennis worden opgevraagd. Verwacht U dat de ontwikkeling meer zal gaan naar passieve kennisvergaring.? 'De evolutie gaat heel sterk in de richting van de op de goede manier de goede middelen weten te gebruiken om beschikbare gegevens of kennis, als je ze nodig hebt, naar voren te halen. Je kunt ook een beroep doen op externe databanken en je wordt beter ondersteund met veel meer gegevens die overal uit de organisatie naar je toe komen . Dan kun je je beslissingen beter ondersteunen. Bovendien wordt je span of control breder. J e moet in je hoofd hebben wat beschikbaar is, waar je kunt gaan zoeken en hoe je het kunt controleren. Oat is een heel ander soon vaardigheid en dat proberen we in het onderwijs duidelijk te maken .' Praktijkgericht De samenwerking tussen de vakgroep Bedrijfsinformatica en Accountancy en de vakgroep Bestuurlijke Informatiekunde van de VU heeft zich niet beperkt tot de op\eiding Informatiemanager. Op het gebied van onderzoek brengen de twee vakgroepen sinds kort ISRA-reports (Information Systems Research Amsterdam) uit (2). Het karakter van het onderzoek richt zich voornamelijk op theoretische en praktische

aspecten van de thema's informatiemanagement, informatie-infrastruktuur en beslissingsondersteuning in de informatiekunde. De bedoeling is dat aile rapporten uiteindelijk in een wetenschappelijk tijdschrift worden gepubliceerd. De leadtime hiervoor is vaak erg lang. 'De rapporten gaan naar andere wetenschappelijke instellingen, ook in het buitenland en naar bedrijven. We hopen er ook meer praktijk gerichte dingen in te brengen, die meteen toepasbaar zijn. Ik ben zelfbijvoorbeeld bezig met een artikel over het management van end-users computing. Hoe moet je het massale gebruik van micro-computers in een organisatie gaan beheersen? Zoiets is heel praktisch toepasbaar en juist voor bedrijven interessant. Het eerste ISRA-report beschrijft een manier om kennisbanken, expert-systems, te gaan screenen op consistentie, dat daar geen regels inzitten die intern tegenstrijdig zijn. Daar bieden we een aantal oplossingen voor. Daar zit een bedrijfniet direct op te wachten, maar wei collega-onderzoekers. Ervaart U het als een nadeel dat U als nieteconoom onderwijs geeft aan economen? Niet zozeer in het onderwijs. In relaties met het bedrijfsleven zou het soms een pre zijn als ik ook economisch goed onderlegd zou zijn. In de loop der jaren heb ik dat met vallen en opstaan een beetje weggewerkt. Ik kijk nu in elk geval niet vreemd op als iemand een economische term • slaakt.' Koos Boering Ruben Bergkamp (I) Dr. A.H.M. Schrama is de s\agebegeleider (2) Geinteresseerden voor de ISRA-reports kunnen contact opnemen met Drs. J.A.M . Wesseling

35


RECREATIEVE INFORMATICA

Een Gat in de rnarkt Prof. dr. J. Verhoeff, van huis uit wiskundige en nu hoogleraar in de informatica aan de Erasmus Universiteit, houdt zich bezig met een maatschappelijk aspect van de informatie-technologie, de recreatieve informatica. We besteden aandacht aan de rol van de computer in het onderwijs, en aan de recreatieve toepasssingen van de informatica. In de toekomst zal in het onderwljs steeds meer van de computer gebruik worden gemaakt, hoe zal dit in het onderwijs veranderen? ,Audiovisuele middelen zijn op een gegeyen moment in het onderwijs gehaald en zullen net zo'n ontwikkeling doormaken als het boek. Oat wordt ook niet optimaal gebruikt. Je kan veel buiten school leren door aile informatie uit boeken te halen, maar men zal toch onderwijs blijven geven door middel van mondelinge overdracht en zo zal de computer in het onderwijs ook niet voldoende worden uitgebuit. Wanneer het gaat om informatie te verspreiden neemt de computer wei de taak van het boek over. Aile encycJopedieen kunnen in computers worden gestopt.' Maar encyclopedieen worden nu ook niet gebruikt.

'Dit is nu precies wat mijn stelling is; de behoefte aan informatie groeit niet mee met het aanbod. Ik vergelijk het met de 'Ioempiamaatschappij'. Wanneer men in staat is een loempia een miljoen keer zo goedkoop te produceren, wat heeft het dan voor zin een loempiamaatschappij te creeren? We zullen dan niet een miljoen keer zoveel loempia's consumeren. Met de informatie is het hetzelfde. We hebben een onbeperkt opnamevermogen en een beperkte behoefte aan informatie.'

Verrassing Worden er daarom tegenwoordig behoeften gecreeerd?

'Ja. Je hebt twee soorten informatie. Enerzijds heeft men informatie nodig om te kunnen functioneren, anderzijds voorziet informatie in de behoefte aan verrassing. Voor het laatste leent de computer zich heel goed, waardoor een markt wordt gecreerd. Men verwacht zelfs dat de computermarkt in drie even grote segmenten verdeeld kan worden, namelijk een gedeeJte voor militaire doeleinden, voor bedrijven en recreatie.' Spelen is leerzaam voor kinderen, maar is het geen negatieve ontwikkeling wanneer bijvoorbeeld het spe/en op straat vervangen wordt door computerspelletjes?

36

' Ik probeer vooruit te zien hoe een moderne maatschappij eruit zal gaan zien. Het spelen op straat en dergelijke zal inderdaad steeds minder worden.' Wat voegt het spelen met computerspelletjes toe aan de gewone spe/letjes voor kinderen? 'Een hele hoop extra avontuur. Er zijn bijvoorbeeld op het ogenblik ontwikkelingen die ze een data-glove noemen. Dit is een handschoen waarin zich sensoren bevinden, waardoor je je hand op het scherm kunt zien bewegen en waarmee je voorwerpen op het scherm kunt oppakken. Wanneer je dit combineert met een oogvideo, dat is een soort bril waar twee beelden op geprojecteerd worden, kom je in een kunstwereld terecht waarin je vele uren bezig kunt zijn. We zijn hier natuurlijk door de eeuwen heen al mee bezig. Net zo als sprookjesverhalen met kunstwerelden gebruik je dit middel om uit de werkelijkheid te vluchten. In de toekomst zal het aanbod van verschillende spelletjes sterk groeien. Niet aileen de meer agressieve die er nu in overvloed zijn, maar ook de andere met verbeterde kwaliteit. Wat dat betreft ligt er nog een heel gebied van onderzoek open.'

Anti-informatie U schnift in uw publicatie over recreatieve informatica dat mensen naar spanning zoeken, omdat door grotere toepassing van informatie-technologie en steeds meer zekerheden, de spanning om in levensonderhoud te voorzien afneemt. Zal deze trend zich in de toekomst voorzetten?

'Ja. Steeds meer mensen hebben een tekort aan anti-informatie. Anti-informatie is de behoefte om antwoord op iets te krijgen. Wanneer je bijvoorbeeld een detevtiveroman leest, creeer je voor jezelf antiinformatie, dat wil zeggen een spanning, die duurt vanaf het ontstane probleem tot de oplossing. Computerspelletjes kunnen in toenemende mate in deze gezochte spanning voorzien. De computer op het werk zou ook verrassender moe ten reageren. Wanneer aile antwoorden er als dunne olie uitrollen of als een tekstverwerker aile fouten standaard meldt, wordt het werk veel

te saai. Onzakelijkheden, die de om gang met de computer veraangenamen kunnen eenvoudig worden ingeprogrammeerd en ze zouden ook in een computer in een bedrijf moeten worden ingevoerd.' Dit wordt lOch niet geaccepteerd vanuit het oogpunt van de efficiency? 'N og niet nee, maar in de toekomst zal dat zeker gebeuren. Nu heerst er bij de aankoop van informatie-technologie nog het zogenaamde 'grootmoeder-effect'. Wanneer een grootmoeder speeltjes gaat kopen voor haar kleinkinderen, moet het speelgoed ook zo verpakt zijn, dat ze het oog van de grootmoeder trekken. Zo ook beslist een topmanager bij de aankoop van computers, welk 'speelgoed' hij binnenhaalt. Er wordt heel weinig op gelet of de werknemers die ermee werken het ook leuk vinden.' In uw pu blica tie over de recratieve informatica k omen ook simulatoren aan de orde, waarblj je met behulp van computers werelden creert zodat je helemaal het idee hebt dat je in die andere wereld leeft. Zullen de mensen op den duur niet veel meer moeite hebben de fictie te onderscheiden van de werkelijkheid?

']azeker, maar de televisie doet daar ook aan mee. Het is toch nu ook bekend dat wanneer er een kind in Amsterdam in de gracht valt en een jongeman van twintig ziet dat, dat hij verwacht dat er een andere jongeman aankomt rennen om dat kind te redden? Het komt niet in hem op dat hij het zelf zou kunnen doen. De mensen voelen zich vaak slechts toeschouwer. Misschien komt er juist weer wat meer actie door de computer, omdat je bij de televisie passiefblijft en een computer kun je manipuleren. Ik propageer echter niets. Ik zie aileen de lijn der ontwikkelingen. Het lijkt mij ook niet zo'n leuke wereld, maar men zoekt afzetgebieden voor computers en de recreatie is onbeperkt.'

RO STRA 150 MEl 1988


RECREATIEVE INFORMATICA Tensloue komen er tegelijk met de invoering van steeds meer speelautomaten nieuwe problemen naar boven zoals gokverslaving. 'Ja, maar zulke problemen zagen we ook bij de opkomst van de televisie. Er zijn vee I mensen die altijd televisie kijken. Het leuke echter van de computer is dat hij meer mogelijkheden heeft. Tegenwoordig wordt zelfs kunst gecombineerd met de computer.' Kunt u daarvan een voorbeeld geven? 'Computers kunnen alles veel sneller uitrekenen. Ik had eens een idee over een 'onmogelijke' kubus, waar ik rekenkundig ook niet uitkwam. Toen heb ik dat door de computer laten uitrekenen en dat lukte. Nu hangt deze kubus in een museum. De mogelijkheden van de computer zijn dus heel groot en de toekomst Iigt op het vlak van de recreatieve informatica. Ik hoop dat jullie na dit gesprek met veel anti• informatie naar huis terugkeren' SlIjn van der K rogt Marjory Haringa

V~~r postdoctorale

studenten accountancy hebben wij een zeer informatief boekje geschreven Openhartig Het boe~e gaat o.a. in op uw carriere als drs/a.s. registeraccountant. Het doet dat niet in vrijblijvende. algemene termen. neen. het geeft exacte voorlichting. Dus vertelt het ook over zaken die u in het begin kunnen tegenvallen. Met een zelfde openhartigheid schrijven wij over onze motieyen bij het aantrekken van jonge academici en geeft de

voorzitter van de Raad van Bestuur een onverbloemd oordee I over onze Maatschap en haar toekomst. Interesse? U kunt deze brochure schriftelijk of telefonisch bestellen. Ons adres is: Buitenveldertselaan 7. 1082 VA Amsterdam. t.a.v. mevrouw J.E. Termeulen. tel. : 020-5496496.

DijkerenDoombos RegisteracCQuntants Behorende tot de Em UJ:n~trat;i(' '/til de hrf)(:hun~

ROSTRA 150 MEl 1988

Dijker Groep 37


WETENSCHAP

Infonnatica voor--- - --econOInen: hoofdlijnen van een geintegreerd studieprograInIna 1. Inleiding Het gebruik van informatietechnologieen in de ruimste zin van het woord in zowel non-profit als profit-organisaties is in een nieuw stadium getreden: waar tot voor kort de automatisering van routinematige processen zoals het uitschrijven van facturen, het berekenen van salarissen en het bijhouden van voorraden aan de orde van de dag waren, wordt heden ten dage de informatisering van operationele en bestuurlijke processen meer en meer centraal gesteld. Hiermee wordt bedoeld dat de kernactiviteiten van organisaties en de ermee samenhangende besturingsaktiviteiten van organisaties fundamenteel worden doordacht op hun effektiviteit en efficiency in het licht van de verruimde mogelijkheden die informatietechnologieen bieden. Deze nieuwe fase is heel duidelijk een verdere stap in de richting van het volwassen gebruik van informatietechnologieen in organisaties. Het onderwijs en onderzoek aan een faculteit der economische wetenschappen dient een dergelijke ingrijpende evolutie niet aIleen op de voet te volgen, maar er bovendien aktiefvorm aan te geven. Aan de Universiteit van Amsterdam is dit inzicht in het bestuurlijke vlak uitgekristalliseerd in de vorm van een eerste Informatiseringsbeleidsplan van de Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie. Bovendien is dit belang erkend in het Informatiseringsbeleidsplan van de UvA ('De toekomst online'). Het onderwijs en onderzoek in de (toegepaste) informatica in het kader van een economische opleiding dienen op hun beurt een belangrijke plaats in deze evolutie in te nemen. In onderstaand artikel wordt aangegeven hoe het informatica-onderwijs aan de Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie van de U niversiteit van Amsterdam in het licht van de recente technologische en maatschappelijke ontwikkelingen vorm heeft gekregen cq. aan het krijgen is. De doelstellingen van het informatica-

38

onderwijs aan een economische faculteit dienen oj. te worden gezocht in het geschetste informatiseringsproces. Studenten economie dienen 1. de vaardigheden en attitudes te worden bijgebracht die hen in staat stellen niet aileen in hun studiefase, maar ook daarna aktief gebruik te maken van nieuwe informatietechnologieen 2. voldoende basiskennis over deze technologieen en denkprocessen eigen aan het gebruik ervan op te doen 3. inzicht te ontwikkelen in het belang van informatietechnolgieen voor het sturen van organisaties. Naast het realiseren van deze drie doelstellingen is er plaats voor toegesneden opleidingen in het plannen en ontwikkelen van informatiesystemen als onderdeel van een economiestudie of als postdoctorale leergang. De praktische uitwerking van deze doelstellingen dient te beantwoorden aan een dubbel verwachtingspatroon: (a) vanuit de organisaties waar afgestudeerde economen terechtkomen - de afzetmarkt en (b) vanuit de opleiding zelf. Met betrekking tot het verwachtingspatroon van de organisaties - in heel vee I gevallen het bedrijfsleven - dient te worden gewaarschuwd voor te hoge verwachtingen wat betreft de directe practische inzetbaarheid: een academische opleiding in de (bedrijfs)economie is primair gericht op het bijbrengen van een kennisraamwerk waarbinnen de afgestudeerde econoom zijn praktische ervaringen kan plaatsen. Bovendien functioneren tal van organisaties in informatiseringsopzicht op een minder geavanceerd niveau dan in de opleiding aan de orde wordt gesteld (en oj. te worden gesteld). Met betrekking tot het verwachtingspatroon vanuit de opleiding zelf dient te worden gewaarschuwd voor een te eenzijdige voorstelling van zaken: de snelheid van introductie van nieuwe generaties informatietechnologieen en de onbekendheid met de denkpatronen eigen aan het gebruik van deze technologieen maken dit vraagpatroon diffuus en vanuit technologisch oogpunt ook heel snel achterhaald.

De bestaande informatica-onderwijsprogramma's van-de economische (en andere) faculteiten zijn vaak nog heel sterk bepaald door de technologische beperkingen van weleer; ze zijn gericht op het zo efficient mogelijk exploiteren van schaarse computerresources en niet op het zo doelmatig mogelijk exploiteren van de gegevensresource ten behoeve van het realiseren van organisatorische doe1stellingen . Het resultaat van dit onderwijs is dat studenten in staat zijn relatief triviale computerprogramma's in een of andere derde genera tietaal a la Pascal, Cobol of Basic te schrijven of een ondoorzichtig en bijgevolg vanuit organisatorisch oogpunt onbruikbaar spreadsheetmodel te bouwen. Daarbij hebben ze echter volstrekt geen oog voor het ge'integreerd gebruik van de gegevens van de organisatie. Een economie-opleiding is geen programmeursopleiding en het functioneren van een afgestudeerd econoom is, mede door de opkomst van krachtige software-omgevingen, steeds minder afhankelijk van het al dan niet zelf programmeren op het niveau van een derde generatietaal. In de hiernavolgende paragrafen wordt een overzicht gegeven van de concepten achter en de volop in gang zijnde praktische uitwerking van het nieuwe informaticaonderwijsprogramma van de Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie van de Universiteit van Amsterdam. Dit programma is baseerd op enerzijds een zorgvuldige analyse van het behoeftenpatroon van organisaties nu en in de komende jaren en anderzijds op de mogelijkheden die moderne informatietechnologieen bieden.Er is zo weinig mogelijk rekening gehouden met de technologische beperkingen zoals we die uit het verleden hebben geerfd. De beperkingen die bij de praktische invulling worden ondervonden zijn van een ander soon: grote aantallen studenten, beperkte financiele middelen en weinig riante docent/student ratio's verhinderen ten dele de consequente en didactisch verantwoorde invoering van dit nieuwe programma. De indeling van het artikel voigt de weg die de afdeling Informatica bij het opstellen van het nieuwe onderwijsprogramma heeft gevolgd. In de tweede paragraaf wordt een overzicht geboden van de gehanteerde uitgangspunten en de relevante omgevingsfactoren. De derde paragraaf is gewijd aan een beknopte beschrijving van de denkbeelden achter en de inhoud van het nieuwe onderwijsprogramma. De vierde paragraaf biedt een beschrijving van de noodzakelijke technologische infrastrucROSTRA 150 MEl 1988


WETENSCHAP tuur, waarna in paragraaf 5 wordt ingegaan op de weg die voor ons ligt: flexibel inspelen op nieuwe behoeften en mogelijkheden en de onderwijskundige integratie met het toepassingsonderwi js vormen er de basisingredienten van.

2. De veranderde omgeving Een informatica-onderwijsprogramma ten behoeve van een economische faculteit dient in te spelen op de actuele en zich aandienende maatschappelijke en organisatorische veranderingen in de toe passing van informatietechnologie enerzijds en op het technologische aanbod anderzijds. De volgende factort.l kunnen als relevante tendensen in de ontwikkeling van informatietechnologie en de toepassing ervan worden aangestipt: 2.1 Re levante technologische ontw ikkelingen I. De integratie van centrale en decentrale computercapaciteit via communicatienetwerken ('telematica'). De opkomst van micro-computers heeft het computerlandschap drastisch gewijzigd, zelfs zover dat het bestaansrecht van 'mainframe' computers in een aantal gevallen in twijfel wordt getrokken (we hoeven maar te denken aan de controverse over het SARArekencentrum van de beide Amsterdamse uni versiteiten). O ns inziens groeien we heel snel toe naar diverse vormen van gelaagde computervoorzieningen . Centraal (op mainframe- ofminicomputers ) worden bijvoorbeeld de operationele bedrijfsgegevens bijgehouden en verwerkt en worden de netwerken beheerd . D e (eind-)gebruiker kan door middel van gekoppelde microcomputers deze centrale gegevens opvragen, eventueel wijzigen, combineren met eigen gegevensmateriaal etc. H ierdoor wordt het mogelijk om gegevens op verschillende niveau's in een organisatie volledig transparant bij te houden. Een verdere, maar in vele opzichten reeds reele stap is informatiesystemen over de grenzen van organisaties heen aan elkaar te koppelen. 2. Het operationeel worden van flexibele databasetechnologie. S en noodzake!ijke voorwaarde voor het exploiteren van de beschikbare gegevens als een organisatorische 'resource' is de mogelijkheid om deze gegevens metterdaad (en uiteraard binnen bepaalde door beveiliging ingegeven restricties) door de organisatie heen beschikbaar te stellen. Door de opkomst van database management systemen, softwarepakketten ten behoeve van de ROSTRA 150 MEl 1988

exploitatie van gegevens, is her mogelijk geworden deze!fde gegevens zonder al te vee I inspanningen voor diverse doe!einden te gebruiken. Door het operationee! worden van zogenaamde relationeJe database management systemen,die de eenvoud koppelen aan een hoge graad van flexibiliteit, is het opvragen van gegevens uit de database aiet Janger uitsluitend voorbehouden aan proffesionele informatici. 'Leken' gebruikers (managers, staffunctionarissen etc.) kunnen voortaan rechtstreeks gegevens in de door hen gewenste vorm en combinatie uit de database halen. 3. De opkomst van 'hogere orde' software. D oor de d rastische prijsve rlaging van de computer hardware, is het efficiente gebruik ervan niet langer de dominante factor. H ierdoor werd het mogeJijk softwarepakketten te ontwikke!en die de gebruiker toelaten zijn problemen te formuleren zonder zich om de gebruikte hardware of systeemsoftware te hoeyen bekommeren.

2.2 Relevante ontwikkelingen in de toe p assing van informa tietechnologie . I. 'Mission-critical' informatiesystemen. G eautomatiseerde organis) torische informatiesystemen blijven niet langer beperkt tot administratieve toepassingen met weinig direc te binding met de echte 'business' van de organisatie in kwesti~ . Moderne informatiesysteme n grijpen vaak in op de basisaktiviteiten van organisaties zelf. De werking van deze organisaties wordt volledig afhankelijk van het goed en betrouwbaar functione ren van deze 'mission-critical ' systemen. Klassieke voorbeelden betreffen luchtvaartreserveringssytemen, beurssystemen, produktiebesturingssytemen. etc. 2. 'Management support ' systemen. Een tweede categorie moderne informatiesystemen betreft systemen ten behoeve van het ondersteunen van bestuurlijke beslissingsprocessen. Deze systemen putten vaak geaggregeerde gegevens uit grote centrale databases en laten toe de gevolgen van mogelijke beslissingen door re rekenen door middel van simulaties en scenario-analyses. 3. De integratie van klassieke automatiseringstoepassingen, kantoorautomatisering en fabrieksauromatisering . Naast de klassieke automatiseringstoepassingen (vee!al in de administratieve sfeer), worden meer en meer toepassingen ontwikke!d ten behoeve van de ondersteuning van kantoorprocessen. Deze toepassingen beperken zich niet langer

tot de manipulatie van zogenaamde 'gestructureerde' gegevens in de vorm van overzichten en tabellen, maar hebben tevens betrekking op de manipulatie van documenten, tekeningen, beelden, stemmen, etc. Deze multi-media technieken worden meer en meer ook in de zogenaamde fabrieksautomatisering (CAD/CAM-Computer Aided Design/Computer Aided Manuafacturing) toegepast. Een voor de hand Jiggende evolutie is 0.1. de integratie van deze verschillende vormen van automatisering. 4. N ieuwe gebruikersgroepen. H et gebruik van computertechnologieen is vooral de afgelopen jaren (niet aileen in organisaties) een vanzelfsprekendheid geworden. H ierdoor wordt het oude gezegde dat informatiesystemen primair communicatiesystemen zijn eindelijk ingelost. Deze vanzelfsprekendheid verhoogt wei de druk op zittende zoweJ als aankomende bestuurders en managers om het gebruik van informatietechnologieen in hun normale aktiviteiten en denkprocessen te integreren. Een in vee! gevaJJen ve rgeten gebruikersgroep betreft de ontwikkelaars van informatiesystemen ze! f. D oor de introductie van de CASE(C omputer Aided Systems Engineering) technieke n wordt de automatisering van de automatisering (eindelijk!) ter hand genome n. 5. D e informatiemanagementfunctie. D e d rastische uitbreiding van het geb ruik van informa tietechnolgieen, het belang van de nieuw ontwikkelde toepassingen, de nad ruk op het doelmatig gebruik va n goedkoop geworden computervoorzieningen en andere ontwikkelingen maken het noodzakelijk dat de informatievoorzieningen van een organisatie niet langer vanuit een automatiseringsafdeling en met een Jouter technische bril worden bestuurd. Dit betekent in concreto d at de klassieke automatiseringsmanager wordt vervangen cq. ondergeschikt wordt gemaakt aan een informatiemanager met een organisatiegericht protiel en een vee! bredere verantwoordelijkheid .

3. Een ge'i ntegreerd s tudieprogramma Bij het inrichten van her studieprogramma is uitgegaan van bovenstaande ontwikkelingen en van de verschillende doelstellingen die studenten als toekomstige gebruikers bij het volgen van de vakken hebben. Deze doelstellingen verschillen naar aard van het gebruik dat van de informatietechnologie wordt gemaakt. Daarbij kan een 39


WETENSCHAP aantal categorieen worden aangeduid, elk met specifieke doelstellingen . Alvorens over te gaan tot de bespreking valMie verschillende onderdelen van het informaticaonderwijsaanbod binnen de FEE, zullen we eerst deze categorieen nader beschouwen.

3.1 De gebruikersdoelstellingen Binnen het kader van het informaticaonderwijs wordt uitgegaan van een drietal gebruikerscategorieen: de eindgebruiker ziet de informatica als een hulpwetenschap waarmee op een eenvoudige manier werkzaamheden door de computer kunnen worden overgenomen resp. ondersteund. De doelen die hij zich daarbij stelt, zijn als voigt samen te vatten: I. Kennismaken met de computer. Om de mogelijkheden van de informatietechnologie goed te kunnen toe passen zal de gebruiker minimaal moeten beschikken over vaardigheid in het gebruik van de computer. II. Verwerven van elementair inzicht in de toepassingsgebieden van de informatietechnologie. De mogelijkheden die de informatietechnologie biedt zijn onder te verdelen in een aantal toepassingsgebieden. Ais meest belangrijke gebieden zijn gegevensopslag en -representatie, tekstverwerking, communicatie en rekentoepassingen aan te duiden. De toekomstig gebruiker zal er zowel theoretisch als praktisch kennis van moeten nemen teneinde zich een oordeel te kunnen vormen van de toepasbaarheid van informatietechnolgie in zijn specifieke situatie. III. Leren gebruik te maken van de mogelijkheden van de combinatie van centrale en decentrale computervoorzieningen. Ais onderdeel van een organisatie zal de eindgebruiker dikwijls te maken krijgen met zowel decentrale voorzieningen, meestal in de vorm van een Personal Computer, als centrale voorzieningen op organisatieniveau. De mogelijkheden van het gecombineerd gebruik van be ide typen voorzieningen moeten onderdeel uitmaken van het onderwijsprogramma. De bestuurder/manager zal, naast zijn rol als eindgebruiker, worden geconfronteerd met het steeds belangrijker worden van informatica, informatiesystemen en computers voor zijn bestuurlijk handelen. Er zal hem worden gevraagd richting te geven aan de vergaande integra tie van informatietechnologieen in de organisatie. Hij zal hierbij worden geconfronteerd met nieuwe technologieen, hun leveranciers, eigen au-

40

tomatiseringsdeskundigen en eindgebruikers die zich niet ianger willen beperken tot het gebruik van door een automatiseringsafdeling aangeleverde systemen en technolgieen . Dit alles brengt zowel een beheers- als een planningsaspekt met zich mee. Om op beide gebieden zijn taak naar behoren te kunnen vervullen zal de bestuurder zich een adequate kennis van 'managerial implications' van nieuwe informatietechnologieen moeten verwerven . De uit het voorgaande voortvloeiende doelstellingen zijn als voigt samen te vatten: I. Inzicht krijgen in de bestuurs- en planningsaspecten van het gebruik van informatietechnolgieen. De impact van informaticatechnologieen is zo belangrijk dat de introductie en het gebruik ervan zorgvuldig dient te worden gepland en beheerst. II. Enig inzicht hebben in de problematiek van het ontwerpen van informatiesystemen. Wanneer voor de organisatie een nieuw (deel)informatiesysteem moet worden ontwikkeld, zal de bestuurder op de hoogte moeten zijn van de moeilijkheden die zich kunnen voordoen en van de organisatorische gevolgen van het nieuwe informatiesysteem. Hij zal er daarbij voor moeten zorgen dat het ontwerptraject vanuit de organisatie voldoende begeleid en ondersteund wordt. In vee I gevallen zal aan de bestuurder worden gevraagd om dee I uit te maken van de stuurgroep die hiervoor zorg moet dragen. Aan zijn deelname wordt met name belang gehecht om de organisatie te tonen dat het management zich volledig achter invoering van het nieuw te ontwikkelen informatiesysteem opstelt. III. Inzicht hebben in het strategisch belang van informatie voor de organisatie. De informatievoorziening van een organisatie begint ook vanuit strategisch oogpunt een steeds belangrijker plaats in te nemen. Het niet voldoende exploiteren van de mogelijkheden van informatietechnologieen kan leiden tot een verslechtering van de concurrentiepositie. Steeds meer economen en bestuurskundigen gaan informatie beschouwen als de vierde productiefactor naast arbeid, kapitaal en grond. Dit betekent dat het informatiebeleid onderdeel moet uitmaken van het strategische organisatiebeleid. De ontwerper van informatiesystemen zal, wil hij in staat zijn informatiesystemen te ontwikkelen die voldoen aan de eisen die

uit de organisatie worden gesteld, zowel materiekennis als methodische ontwikkelkennis moetenirebben. Deze laatste vorm van kennis heeft zowel betrekking op de inventarisatie van de behoeften van de toekomstige gebruikers als op het ontwerpen van robuuste en onderhoudbare informatiesystemen. De doelstellingen zijn als voigt samen te vatten: I. Op een methodisch verantwoorde wijze leren bouwen van informatiesystemen. In het verleden zijn veel informatiesystemen gebouwd als een loutere automatisering van individuele handel ingen. Het wordt echter steeds duidelijker dat de toepassing van nieuwe technologische mogelijkheden een fundamentele heroverweging noodzakelijk maakt van de wijze waarop de organisatie met zijn informatiesysteem omgaat. Het bouwen van een informatiesysteem vereist de toepassing van ontwerpmethodieken die hieraan voldoende aandacht besteden. Bovendien dient gebruik gemaakt te worden van CASE-technologieen die het ontwikkeltraject zelf ondersteunen. II. Leren uitvoeren van een informatieplanningsproject uitmondend in een informatieplan. Het bouwen van een informatiesysteem zal op grond van het voorgaande dikwijls vooraf gegaan moeten worden door een informatieplanningsproject waarin voor de gehele organisatie wordt onderzocht wat het belang is van informatievoorzieningen hoe de structuur van deze voorzieningen er dient uit te zien. De ontwerper zal in staat moeten zijn om een dergeJijk project mee te helpen uitvoeren. Om vanuit de Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie te voldoen aan de geschetste uitgangspunten, diende een ge'integreerd studieprogramma te worden ontwikkeld. Hieruit moeten de studenten, al naar gelang de door hen als (toekomstig) gebruiker nagestreefde doelstellingen, een samenhangend vakkenpakket kunnen samenstellen. Dit betekende dat vakken moesten worden ontwikkeld die elk op zich een gedeelte van de doelsteltingen afdekken.

3.2 Het studieprogramma Uitgaande van de hiervoor geschetste doelstellingen en uitgangspunten zal op een vijftal niveaus onderwijs moeten worden verzorgd. In deze paragraaf zal per niveau worden aangeduid welke stof aan de orde dient te komen.

RO STR A 150 MEl 1988


WETENSCHAP De niveaus: A. Computerkennismaking. Er dient in een kort tijdsbestek gelegenheid geboden te worden elementaire vaardigheid op te doen in het gebruik van computers en inzicht in de toepassingsmogelijkheden ervan . De nadruk zal liggen op het gebruik van applicatiesoftware op de verschillende gebieden (gegevensopslag en -representatie, tekstverwerking en rekentoepassingen). B. Het niveau van eindgebruiker. Waar op het voorgaande niveau de nadruk ligt op elementair computergebruik, zal op het eindgebruikersniveau de nadruk gelegd moeten worden op de organisatorische context waarbinnen het computergebruik plaats vindt. Daarbij moet met name de koppeling tussen decentrale en centrale voorzieningen aan de orde komen. Er zal dan o.a. aandacht besteedt worden aan het ophalen van gegevens uit de centrale database, waarbij de student kan leren hoe hij decentraal de gegevens kan gebruiken in een beslissingsmodel of kan bewerken tot allerlei vormen van overzichten (zowel in rapporten als in grafieken).

C. Het niveau van bestuurder/manager. Voor studenten die willen inhaken op het niveau van bestuurder/manager zal aandacht moeten worden geschonken aan het belang van de organisatie voor informatica, informatiesystemen en computers. Er zal daarbij expliciet uitgegaan moeten worden van de positie van de bestuurder die te maken krijgt met verschillende betrokken partijen (eidgebruikers, automatiseerders, leveranciers) en uiteenlopende technologieen met complexe gebruiksmogelijkheden. De student za! onder meer kunnen leren welke fasen moeten worden doorlopen in het traject van het systeemontwikkelingstraject. Daarnaast leen hij op welke manier hij op ad-hoc basis gegevens uit de centrale database kan opvragen ter ondersteuning van zijn bestuurlijk handelen . D . Het niveau van ontwerper. Naast de voorgaande niveaus moet de mogelijkheid worden geboden om de specifieke deskundigheid, nodig voor het daadwerkelijk plannen en ontwikkelen van informatiesystemen aan te leren . Daarbij zal de nadruk liggen op de concepten, methodieken en en technieken voor het ontwikkelen van informatiesystemen. Bovendien moet aandacht worden geschonken aan het uitstippelen van een strategisch informatiebeleid en het ontwikkelen van een informatieROSTRA 150 MEl 1988

architectuurplan . E. Enkele specifieke vaardigheden. Naast de hiervoor geschetste niveaus die aansluiten bij de in de vorige paragraaf weergegeven gebruikersdoelstellingen, moet naar ons oordeel op een aantal specifieke terreinen de gelegenheid worden geboden om specialistische kennis op te doen . Vooralsnog denken wij daarbij aan twee richtingen, die van de beslissingsondersteunende systemen en de kantoorinformatiesystemen . Het eerste gebied vereist specifieke kennis van het modelleerproces en het hanteren van aangepaste softwarepakketten. Het gebied van de kantoorautomatisering vereist dat aandacht wordt geschonken aan communicatie- en multimediatechnieken en aan de beheersen planningsproblemen die deze technieken met zich meebrengen .

lemmering. In de hiernavolgende paragraaf wordt aangegeven hoe althans de inrichting van de noodzakelijke infrastructuur haar beslag heeft gekregen.

4. De technologische infrastructuur Vitgaande van het in de vorige paragraaf geschetste 'ideale' studieprogramma, kan de behoefte aan computerinfrastructuur worden bepaald. Vit de in figuur 4.1 weergegeven tabel (waarin we de behoeften naar de bestaande vakken hebben vertaald en de huidige studentenaantallen hebben aangehouden) blijkt dat er beschikt moet worden over stand-alone PC's (BasismoduIe), over PC's die verbonden zijn aan een mainframe (Inleiding Informatica, Specialisatievak Informatica, BeslissingsOndersteunende Systemen en Kantoorlnformatie Systemen) en louter mainframevoorzieningen (Keuzevak Informatica).

4.1 Niveau- en studentenverdeling Studenten Basismodule Inl. Informatica Informatica Keuze Inf. Specialisatie B.O.S. K.I.S.

700 150 300 100 100 100

De afdeling Informatica van de vakgroep Bedrijfsinformatica en Accountancy is bezig haar onderwijsprogramma aan de hier onderscheiden niveaus aan te P'1ssen. Daarbij wordt er naartoe gewerkt dat de (propedeuse) Basismodule Informatica niveau A afdekt, het (propedeuse) yak Inleiding Informatica niveau B, het (doctoraal) keuzevak Informatica niveau C en het specialisatievak Informatica niveau D . Voor het niveau E wordt het yak BeslissingsOndersteunende Systemen ingericht en de uitbreidingsvariant van het specialisatieyak Informatica is erop gericht het onderdeel kantoorautomatisering af te dekken. De invulling van de vakken in de aangeduide zin is op dit moment in volle ontwikkeling. De beperkingen van personele en infrastructurele en ten dele ook nog technologische aard, zoals in paragraaf 1 geschetst, vormen hierbij een belangrijke be-

Computeruren Apparatuur

20 40 100 100 70 70

PC PC

+ MF MF

PC PC PC

+ MF + MF + MF

Het verzorgen van het onderwijs voor deze vakken vereist dus idealiter 74 000 computercontacturen (waarbij we uitgaan van een student per werkstation). Gaan we uit van een beschikbaarheid van de apparatuur van 40 weken van 40 uur en veronderstellen we dat de apparatuur 2N van de tijd ook daadwerkelijk wordt gebruikt, dan betekent het dat aileen voor het verzorgen van het informatica-onderwijs minimaal 70 werkstations nodig zijn. Toen de hoofdlijnen van het in de vorige paragraaf geschetste onderwijsprogramma werden vastgelegd, was direct duidelijk dat deze computerinfrastructuur niet beschikbaar was. Er moest dus op korte termijn worden gewerkt aan het beschikbaar krijgen van deze voorzieningen om de hiervoor geschetste invulling van de vakken mogelijk te maken. Aangezien het even duidelijk was dar het reguliere traject hiervoor (via het aanvragen van extra midde41


WETENSCHAP tract een studiezaal beschikbaar gesteld 5. De weg te gaan met 20 IBM PS/2 PC's; deze zijn via een De realisatie van het voorgestelde ondertoken-ring netwerk eveneens aan het main- . wijsprogramma is -iFl-volle ontwikkeling. frame gekoppeld. Via een 'brug' is een ook Uitgaande van deze vaststelling en gelet op via een studiecontract beschikbar gekomen de beschikbare personele middelen, kan PC-Net netwerk met 15 IBM AT-2 PC's het volgende traject worden uitgezet: aan het hiervoor vermelde token-ring net1. De verschillende informatievakken werk gekoppeld . Deze machines kunnen worden verder uitgebouwd in de voorvoor een dee 1 worden gebruikt voor werk opgeste1de richting. Hierbij wordt met op het mainframe. Uiteraard kunnen de name het ge"integreerde gebruik van upcomputers die in de twee netwerken zijn to-date hardware- en softwarevoorzieopgenomen ook worden ingezet voor ningen met prioriteit nagestreefd. stand-alone werkzaamheden, bijvoorbeeld 2. Het onderwijsprogramma wordt aangevoor onderwijs ten behoeve van de Bavuld met na-ervaringsonderwijs. In dit sis module Informatica. Voor dergelijk kader wordt in september een postdocstand-alone werk kan ook nog een beroep torale opleiding tot Informatiemanager worden gedaan op een zaal met 20 IBM opgestart. Deze opleiding is een sam enXT-286 PC's. werking van de vakgroepen BedrijfsinHiermee beschikt de faculteit ook landelijk formatica & Accountancy en Bedrijfsegezien over een uitstekende computer conomie van de UvA en Bestuurlijke Informatiekunde van de VU, met participatie van externe docenten. Deze eenjarige opleiding van in totaal ca. 240 lesuren beoogt de curs is ten op te leiden voor de in de eerste paragraaf geschetste informaticamanagementfuncIBM 20 ,. tie, door het aanbieden van een interdi3179 3090 - 180 sciplinair opleidingsprogramma in strategische beleidsvorming, informaticaStand beleidsvorming en organisatorische Alone veranderingsprocessen naar aanleiding 20 .. XT286 van de introductie van de nieuwe informatietechnologieen. 3. De denkwijzen die met de nieuwe informatietechnologieen samenhangen, Andere Faculleilen worden in de toepassingsvakken ge"introduceerd. Deze stap is met name ,r--- - - . • PC-Net 15" noodzakelijk om het in paragraaf 3 ge20 .. psi IBM-AT2 schetste onderwijs op het bestuurModel 5 0 ' • der/manager-niveau helemaal tot zijn (Planned) recht te laten komen. Realisatie hiervan ~and Alone---l betekent dat de in de vorige paragraaf 1-_ _---1 voorn . TekslResearch beschreven onderwijs-infrastructuur verwerkir;~~~~i I Netwerk behoorlijk zal dienen te worden uitge~ 50· p~~ breid. 4. In een vierde, dee Is para lie lie stap inteComputer Configuratie greert de FEE de informatiseringsgolf Econornische Faculteit UvA in haar eigen functioneren op het gebied van onderwijs, onderzoek en oUvA - BI bestuur en beheer. Een eerste aanzet hiertoe wordt gegeven in het Informatiseringsbeleidsplan van de FEE. We zijn ervan overtuigd dat deze vier stappen aile noodzakelijk zijn om een economiVoor het onderwijs van de FEE is nu de in infra-structuur ten behoeve van het onder- sche faculteit en deze van de UvA in het figuur 4 .2 weergegeven infrastructuur inwijs. Deze infrastructuur stelt haar in staat bijzonder haar belangrijke rol in het vormgericht. Als centrale mainframefaciliteit om een aktieve rol te spelen in de evolutie geven van de evolutie die samenhangt met kan een beroep worden gedaan op een naar de informatisering van organisaties de massale introductie van informatietechIBM 3090-180 computer die is opgesteld via de inrichting van adequaat en up-tonologieen in organisaties te laten vervulbij het rekencentrum van SARA. De voor date onderwijs. De FEE dient hierbij zelf len. Zij kan zich op strafTe van marginalisehet geschetste onderwijs noodzakelijke een voorbeeldfunctie te vervullen. In de ring niet permitteren in deze een afwachsoftware is ten dele in het kader van een volgende paragraaf zal worden geschetst tende houding aan te nemen. • studiecontract door IBM ter beschikking welke stappen hiervoor moeten worden geProf. Dr. Jr. R . Maes gesteld. Op de mainframe is een studiezaal nomen. Drs. A. W. Abcouwer aangesloten met 20 terminals van het type IBM 3169. Daarnaast is via een studieconlen) ondermeer om budgettaire redenen geen afdoende en snelle oplossing kon bieden, was het uitkijken naar externe bronnen noodzakelijk. Omdat- het ontbreken van een minimale infrastructuur elke verdere uitbouw van het studieprogramma in de weg stond, werd vooropgesteld dat binnen twee jaar de minimale infrastructuur moest zijn gerealiseerd. De ge"integreerde aanpak van het voorgeste1de studieprogramma bleek voldoende interesse te wekken om met succes een beroep op externe bronnen te kunnen doen. Via een tweetal studiecontracten heeft de afdeling Informatica van de vakgroep Bedrijfsinfirmatica en Accounta~cy ertoe bijgedragen dat na de aangedUide tijdsperiode van twee jaar efTectief beschikt kon worden over de minimaal noodzakelijke computerinfrastructuur.

4.2 De configuratie van de Faculteit

~~~;n

42

O'

ROSTRA 150 MEl 1988


Dick Ruger De faculteitsraadagenda van 25 april jJ. bestond voornamelijk uit onderwerpen die betrekking hadden op het onderzoek van de faculteit. Een tweetal belangrijke onderwerpen waren: De nota ten behoeve van het Onderzoeksbeleid aan de FEE Het 2e concept be Ie ids plan Tinbergen Instituut Tijdens mijn tijdelijke functie als studieadviseur ben ik een aantal malen door studenten benaderd over het doctoraal keuzevak Statistiek van de Marketing, waarover hieronder meer.

Facultair Onderzoeksbeleid? De nota ten behoeve van het Onderzoeksbeleid aan de FEE is een 25 pagina's tellende nota, waarin de Vaste Commissie van de Wetenschapsbeoefening (VCW) een 34-tal be1eidsaanbevelingen met betrekking tot het facultair onderzoek heeft geformuleerd . Deze beleidsaanbevelingen varieren van onderzoeksprofilering -Algemene Economie versus Bedrijfseconomie; theoretisch versus empirisch onderzoek- tot het beschikbaar stellen van een aantal studentassistentplaatsen voor getalenteerde aspirant onderzoekers. Met deze aanbevelingen wordt een basis gelegd voor een coherent facultair onderzoeksbeleid. De realisatie van dit beleid zal echter in be1angrijke mate afhangen van de formatie ( = arbeidsplaatsen), die de faculteit in de nabije toekomst zal hebben. Door de grote studentenstroom van de afgelopen en komende jaren zal er een spanning ontstaan tussen de twee belangrijkste taken van het wetenschappelijk personeel, namelijk onderwijs geven en onderwijs verrichten. Steeds vaker wordt men geconfronteerd met het feit dat de onderwijstaak de onderzoekstaak verdringt. Toch wordt het WP beoordeeld op wetenschappelijke prestaties (= publica ties) . Voor de vakgroep als geheel komt er een extra 'probleem ' bij, nameli jk de Assistenten In Opleiding (AIO). De AIO, die in 4 jaar dient te promoveren, zal bij het onderzoek van de vakgroep betrokken dienen te worden. Doordat de specifieke onderzoeksformatie van een vakgroep beperkt is betekent iedere nieuwe AIO een extra belasting van die onderzoeksformatie. Hierdoor kan een situatie ontstaan dat een vakgroep meer AIO's en WP heeft dan zij aan onderzoeksruimte mag invullen. Een deel van het WP zal zich dan noodgedwongen nog slecht met het onderwijs bezig kunnen houden . De vraag is of dit wei zo'n wenselijke ontwikkeling is, aangezien de ontwikkelingen op het vakgebied dan in eerste instantie via de AIO's verloopt en niet via de WP-er/docent De komende tijd zal dan ook niet alleen in het teken staan van het behoud van onderwijs, maar ook van onderzoek op onze faculteit. Het Tinbergen Instituut (to be continued?) Door de ondertekening van de overeenkomst tot instelling van het Instituut voor Aigemeen en Bedrijfseconomisch Onderzoek (Het Tinbergen Instituut -TI-) op 19 maart 1987 heeft de Universiteit van Amsterdam en derhalve de voormalige Faculteit der Economische Wetenschappen zich, evenals de VU en de Erasmus Universiteit, verplicht te bevorderen dat 'de desbetrefTende bij de drie samenwerkende universiteiten aangestelde AIO's en daarnaast de gehele of nagenoeg alle zgn. AIO-aktiviteiten en de daarbij behorende AIO-midde1en in het Instituut worden ingebracht (1)'. Het TI was bedoe1d als kweekvijver voor toptalent, een zgn. Centre of Excellence. Hoewel de AIO-instroom in het begin voor sommige vakgebieden traag op gang kwam werden er toch steeds meer AIO's bij onze faculteit aangesteld. Het TI was van mening dat een Centre of Exellence slechts realiseerbaar zou zijn als de kwaliteit van de AIO's en de AIOopleiding hoog zou zijn. Het TI stond vanaf het begin dan ook op het standpunt dat niet alleen de betrokken vakgroep,

RO S TRA 150 MEl 1988

RAADSELACHTIG maar ook het TI een oordeel moest kunnen geven over kandidaten v~~r een AIO-plaats . Beide partijen moesten hierbij een vetorecht hebben, zodat alleen die kandidaten aangenomen zouden worden die gehee1 de instemming van het TI zouden hebben. Tevens yond het TI dat de vooruitgangscontrole van werkzaamheden van de individuele AIO door het TI moest worden uitgevoerd . Ter bewaking van de kwaliteit zou het TI een eigen opleiding gaan verzorgen voor alle ingebrachte AIO's . Al deze punten waren onderdeel van het I e concept beleidsplan, dat enkele maanden geleden aan de betrokkene faculteitsraden werd voorgelegd met het verzoek een eerste commentaar te leveren . Binnen onze faculteit was dit commentaar eensluidend: Het plan was dirigistisch, paternalistisch etc. De Raad vroeg zich af of en, zo ja, welke inbreng de faculteiten nog in het 'eigen' TI zouden hebben. Een aantal van de commentaren is verwerkt in de 2 e versie van het concept-beleidsplan, dat in de raad van 25 april jl. besproken is. Duidelijk is geworden dat ook het 2e concept voldoende vragen bij de raad oproept waarover nog geen overeenstemming is bereikt tussen de 3 participerende universiteiten en het TI : Wat te doen met de kritiek van de Bedrijfseconomen op het basis deel van de opleiding? Wat te doen met de economitristen die vooralsnog geen enkele behoefte hebben om in het TI te participeren? Wat te doen met de samenwerking tussen het TI en andere onderzoeksopleidingen, zoals het K wantitatief N etwerk? Wat te doen met de gevraagde hoge financiele bijdrage, terwijl niet bekend is hoeveel geld de faculteit per AIO van het College van Bestuur? Kortom onvoldoende duidelijkheid over inhoud van het TI en de rol van de faculteit daarin. Mede door tijdgebrek is de behandeling van het 2 e concept voor het grootste gedeelte aangehouden tot de vergadering van 30 mei. Centrale vraag: Wordt het TI vervolgd?

Statistiek van de Marketing Dat marketing een populair vakgebied is blijkt niet alleen uit de animo voor het keuzevak Marketing, maar ook uit de toeloop van studenten op het doctoraal keuzevak Statistiek van de Marketing. Deze toe loop is zo groot dat men de deelnamecapaciteit van de werkcolleges, met moeite, heeft verdubbeld. Toch is er voor de helft van het aantal inschrijvingen geen plaats meer voor dit tri mester. Hoewel dit norma liter geen onoverkomelijke situatie is betekent dit echter voor Statistiek van de Marketing dat men niet eerder dan in het studiejaar 19891990 het yak kan volgen. Het yak wordt namelijk verzorgd in het kader van de Capita Selecta uit de Economische Statistiek. Deze Capita Selecta worden slechts eenmaal per jaar verzorgd en verschillen jaarlijks van onderwerp. Het onderwerp voor kom end studiejaar staat dan ook al vast. Het faculteitsbestuur is momentee1 samen met de vakgroep Kwantitatieve Methoden (voorheen Wiskunde en Statistiek) bezig een oplossing te vinden, zodat de Statistiek van de marketting ook komend jaar verzorgd kan worden. Bij het schrijyen van deze aflevering zag het ernaar uit dat een dergelijke oplossing gevonden zou worden . Voor de toekomst gaan er echter veel stemmen op om het yak Statistiek van de Marketing door de leerstoel Marktbeleid en Marktonderzoek zelf te laten verzorgen . Dit zal waarschijnlijk een van de aandachtspunten van de opvolger, hoogleraar van prof. dr. drs. A.C.R. Dreesmann, die dit jaar met pensioen gaat, worden.

43


Wij danken voor de samenwerking en feliciteren allen die hebben bijgedragen aan de

150 R 0 S T RAE CON 0 M I C A'S, met de wording van een verantwoord medium van de U. v .A: Fac. der Economische Wetenschappen en Econometrie

Kaal ~l;, ~ Boek medewer kers

i

0i

,kohbe" ••eo'''" ,', .0 ,lieg. Komi

',"'>e'h, '",'op " "'

en ont'Nlkkelt een hoge snelheid, En is daarnaast als een der welnlge vogels in staal om volkomen slil te slaan In de luch!. Daarblj ontwlkkelt hll 50 tot 75 vleugelslagen per sekonde, Weimg andere vogels komblneren zo'n onvoorslelbare slabilitelt met zoveellemgewendbaarhelo, Paardekooper & Hollman zoekt kontakl met evenwlchlige, zichzelf snel onlwlkkelende

BEDRIJFSECONOMEN (M/V) Op diverse kanloren zljn funches vacant mel interessanle perspectleven voor bedrilfseconomen, Het beleid van onze maatschap is zodanigdat asslslentenaccountant de gelegenheldwordt geboden op grond van persoonhjke kwahlelten en studleresultaten door te groelen naar het hoogsle nlveau, Hierdoor is de groep medewerkers altijd klein geweest ten opzichte van het aantal vennoten, (Een medewerker op vier vennoten) Ais gevolg hlervan hebben assislenten en controjelelders een gevarieerd en tamelijk zelfstandig takenpakket. Binnen onze maatschap wordt gewerkt met met al te grote controle-teams, Het team staat onder de dlrecte lelding van de verantwoordelijke vennoot, waarblj frequente contacten met de vennoot regel en geen Ultzondering zijn, Binnen onze Interne opleidlng wordt naast het voor de dienstverlenlng noodzakelilke element vankennis ook In ruime mate aandacht besteed aan persoonlijkheidsvormendeaspecten, die wij voor een goede uitoefening van het beroep onontbeerlilk achten, Belangstellenden nodlgen wij uit schnftelljk of telefonisch Ie reageren, Soilicitatie-adres: Paardekooper & Hoffman Registeraccountants, Cenlraal Personeelsbureau, Calandstraat 25,3016 CA Rotterdam, telefoon 010-4364944,

DE PERFECTE BALANS ...

rowrClrrJl

De P&H-groep is een samenwerkingsverband van Paardekooper & Hoffman Registeraccountants, Paardekooper & HoHman Belastingadviseurs en

~ Kotterman Neurink &Co, ACCQuntants-administratieconsulenten, Amsterdam I Apeldoorn I Bergen op Zoom I Breda I Culemborg I Eindhoven I Goor I

G ROE P Gouda I 's-Gravenhage I Haarlem I Heerlen I Hulst I Meppel l Oostburg I Roosendaall Rotterdam I Rijssen I Terneuzen I Utrecht I Venlo I Zaandam,


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.