Even voorstellen
Oom Tom Tom
Boris Beer
is een zondagsschilder.
belt veel naar het buitenland.
‘Ik ben Otto.’
Dit is papa.
Edith
En hier is mama!
3 papegaaien Riche
Vér groot glas
kleuren je dag
en nog wat vogeltjes
Professor De Vos (Vosje voor vrienden) weet heel veel.
2 vriendinnen die graag geld uitgeven
Guy Rafsanjani is van alles op de hoogte.
Good
Dr Demol (ook wel Molletje) graaft graag wat dieper.
‘Hu?’
‘Go!’
2 spitsbroeders
6
Geel Eendje is op alles voorbereid.
Copy
en ‘Mag ik e g?’ in n e k te hand
uit Argentinië spelen om te winnen.
En volg zeker ook de 5 rupsjes.
i
Tekkeltje Deroover aaibaar en lief
Los 3 amigos
Bad Kep
blaft soms, maar bijt nooit.
9
8
Snelle inhoud
12 13 10
11
18
19
20
21
14
15
22
23
16
17
24
25
32 33 26
34
42
28 29
27
35
36
37
30
38 39
46
47
54 55 50 51
52
53
58
41
40
44 45
43
31
48
49
56 57
59 60 61
7
Waar woont een
is voor iedereen wat anders.
vuurtorenwachter?
Het is niet netjes om naar binnen te gluren, maar kijk hier gerust overal even binnen.
‘Dit huis is geen hotel.’
Sommigen wonen helemaal alleen in een huis.
hut
vogelhuisje
pizzahut
hondenhok
Overal ter wereld bouwen mensen huizen. hondenhek
Chinese toren
m
war
nest
Ha, een feestje! zolderkamer
werkkamer
slaapkamer
buurvrouw
buurman
Anderen wonen met velen in één groot gebouw. Woon klein.
Droom groots!
bureau
woonkamer Wat schaft de mosselpot?
Nog een feestje
8
keuken
apparte-mensgebouwen
zeep
klokhuis
ontbijt bij jong gezin
boerderij handdoeken
logeerkamer
badkamer
Tanden poetsen!
stapelbed
stapelgek!
De neefjes komen logeren.
badjas flesjes van mama spoelbak
potjes van papa
‘Vergeet de vuilniszak niet buiten te zetten!’
warm water
bad(eendje)
koud water
WC
ladder
‘Zoals het klokje thuis tikt...’
slaapkamer mama en papa
kamer Otto
Dit is het huis van Otto. ontbijt op bed
dak schoorsteen
tweepersoonsbed
kamerplant
vaas
woonkamer
TV garage
keuken
stoel
Buurman Big woont in een kast van een huis.
slakkenhuisje
tafel
9
Er zijn 2 soorten grote mensen: 1. koffiemensen
thermoskan
ketel fluitketel
koffiekan
theekop
ontbijt
melk
toast
met melk
broodrooster
suiker
kopje koffie
gesn
schoteltje
2. theemensen
kop
mes
d broo
eden
peren-stroop
d
broo
rood
b stok
(n)jam appel-
Er zijn 2 soorten kleine mensen: 1. kruimeldiefjes
Allem graneaal n
Nooit je tanden poetsen voor je sap drinkt.
mue
sli
ontbijtgranen
Er is ook salami & kaas,
pak melk
2. granenkinderen granen
lepel kommetje
maar de meeste kindjes eten toch het liefst chocopasta.
tootjes Wie heeft zijn au niet opgeruimd?
e
toastj
boter ham
AA Gent?
AA melk!
zuigflessen
bébé?
a erh
bot m
2 cc 10
Bananen zijn lekker, maar kijk uit voor hun schil!
Fijne vleeswaren! ‘Grote honger!’
koelkast
‘Wie verwijt mij dat ik zwart zie?’
ui
Pan brandt aan
avondeten jes
diepvries
eit
ketel kookt over
wit
vriesvak
zwart
‘Coole kast!’
soep
oven
dunne lende
kip
groentela
k
n dra
prei
Groenten zijn goed. moes
2 aardappels
3 pakken pasta doos rijst 2 pepertjes
rood
Papa is de chef (kok)
geel mais
soep
erwtjes
tomaten-puree
Verse groenten nog beter, boontjes
olijfolie
augurk courgette
maar niet altijd lekker. passe-vite
aubergine
water
vork
couscous
radijsje
witlof
artisjok
vis in blik
groenteburger
je
vispannet
k en oo e r maît l! e t d’hô
War ete m n bordje leeg
grote spruit
fruitmesje!
pompoen
Wie wil er nog een toetje?
Wie gaat er morgen naar de winkel?
11