De Scriptie Het Onbewuste : de werking, de toepassing, het onderzoek, de conclusie en het afstudeerwerk
Blij en verrast over het verloop van de afgelopen jaren bevind ik mijzelf ineens in het vierde jaar van de opleiding. Het afstudeerjaar. De laatste stap tussen school en de profesionele wereld. Dit jaar zou in het teken staan van mijn scriptie en het hierbij behorende afstudeerwerk. Voor mijn scriptie heb ik mijzelf verdiept in het onbew uste en heb hierbij de nadruk gelegd op de werking en toepassing van sluikreclame en product placement. In mijn afstudeerwerk laat ik, in combinatie met mijn fascinatie voor papier en karton, een deel van de werking van het onbew uste zien. Deze uitgave van de SV EN is bedoeld als promotiemateriaal voor mijn afstudeerwerk. Ik geef jullie, de lezers van de allereerste SV EN, de gelegenheid om op je gemak mijn scriptie te lezen, mijn fotoreportage te bezichtigen en inzicht te krijgen in mijn werkwijze en materiaalkeuze. Ik hoop dan ook dat deze SV EN jullie allemaal zal stimuleren om mijn afstudeerwerk te komen bezichtigen op de eindexpositie van Illustratie op de HKU. De opening van deze expositie zal plaatsvinden op donderdag 30 Juni 2011 om 16:00. Ik denk dat het overbodig is om te zeggen dat ik het ontzettend leuk zou vinden om jullie daar allemaal te zien. Voor nu wens ik jullie allemaal veel lees- en kijkplezier en zeg ik tot de 30ste Juni. O ja...voordat ik het vergeet. A ls alles goed gaat, zal ik op vrijdag 1 Juli 2011 mijn bachelordiploma voor de opleiding Illustratie aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht in ontvangst mogen nemen.
Sve n Ja n s e n, ho ofd re d a c te u r
Hoofdredactie
Sven Jansen
Art Direction
Sven Jansen
Fotografie
Sven Jansen, Koen Tornij
Drukker
Reclameland.nl
Correctie
Ineke Jansen
Begeleiding
Tilly Janssen, Tonnie Jobse, Bart van Leeuwen, Valentine Edelman, Marleen de Lange, Bruno Visser
Advies
Hoax, Ilona Gerretsen Barata, Carolien Hankel,
Bedankt
Sven Gerhardt, Marleen Wellen (Menah), Ilona Gerretsen Barata, Rene Wenker, Carolien Hankel, Ineke en Jan Jansen, Koen Tornij
Die eerste cruciale s e c o n d e
Anders kijken
Het genot van het kijken
Reclame uit het verleden Product Placement
De gesproken film
De werking
Profiel : Sven Jansen
Het onderzoek
Conclusie
In de wereld om ons heen is er veel te zien. Van het alledaagse straatbeeld tot aan musea vol gehangen met geschiedenis. Onze ogen worden constant geprik keld door deze over vloed aan beelden. Dat er veel te zien is weet iedereen wel maar k ijken wij er eigenlijk wel naar? En als we er al naar k ijken, dus bew ust stilstaan bij de boodschap, hoe k ijken we dan? En als we dat bew ust doen, wat doen we dan onbew ust? In mijn zoektocht naar antwoorden op deze vragen ben ik begonnen met het k ijken zelf. Hoe k ijk ik nou naar beelden en hoe zie ik die beelden dan? Toen ik hier bew ust op ging letten viel me op dat ik direct een oordeel k laar had over een voor werp waar ik mijn blik op liet rusten. Het voor werp was in een fractie van een seconde ingedeeld. Goed, kwaad, leuk, saai, de moeite waard, ver werpelijk, ronduit stom…alles werd bepaald in die ene seconde. A ls een beeld die seconde van het gezien worden overleefd had, had hij recht op een langere waarneming. En die waarneming, vaker minuten dan seconden, gaf mij de mogelijk heid om te zien of mijn oordeel van een aantal seconden eerder correct waren.
Nou ben ik bij het beoordelen van deze beelden bew ust van de eisen die ik toets. A lthans dat dacht ik. Er is namelijk een nog grotere rol weggelegd voor onze onbew uste waarneming. Deze heeft enorme invloed op onze beoordeling en is voornamelijk in de eerste seconde van het zien de doorslaggevende factor. De associaties die we in de eerste seconde maken zijn (toch) bew ust, want we kunnen toch prima uitleggen waarop we het eindoordeel baseren? Maar het zijn deze onbew uste associaties die het mogelijk maken om een bew ust oordeel te vellen. Vergelijk het met een appartement. Na een korte rondleiding van de bewoner heb je een oordeel over de woning, maar je bent je niet bew ust van de inhoud van alle ladenkastjes, weet niets over de roestplek ken in de garage en ook de bloemen in de achtertuin spelen geen rol. Toch een duidelijk oordeel over het appartement. Op deze manier vraag ik me af of ik wel mijn eigen mening vertegenwoordig in mijn eerste seconde oordeel, of dat ik, volgens een door de beeldmaker opgestelde onbew uste associatie, een mening krijg voorgeschoteld.
Een Wonder
De Reis
Nou zijn er veel verschillende categorieën beelden die op deze manier mijn ogen passeren. En elke categorie heeft een pak ket aan randvoor waarden waarop mijn oordeel is gebaseerd. Zo ga ik naar een expositie om te k ijken en zap ik de televisie door omdat ik iets niet wil zien. Maar ondanks de grote verschillen tussen deze vormen van waarnemen zit er weinig verschil tussen het oordeel in de eerste seconde. Naast de vele vormen van beelden die ik beoordeel zijn er ook vele meningen die ik voor mijzelf toepas bij het beoordelen en indelen van deze beelden. K leurgebruik, letterty pes, gezichten, merken, herkenning, plaatsing, enz.…een pak ket aan eisen die ik gevormd heb door er varingen en gebeurtenissen. En dit geldt voor elk paar ogen dat tot rust komt op een beeld. Daarbij komt ook nog eens een verzameling aan hulpmiddelen zoals geluid, beweging, gulde snede, populariteit, enz.…. Een k lein wonder dat er nog een universele vorm van schoonheid bestaat.
En hier begint de reis die ik wil gaan maken. A ls beeldmaker zijn alle bovengenoemde factoren van groot belang. Hoe kan ik als beeldmaker goedkeuring krijgen binnen de eerste seconde van iemands zien. Hoe laat ik de aanschouwer k ijken? Beter nog, kan ik middels het aansturen van het onbew uste de aanschouwer anders laten k ijken, kan ik bepalen of iemand blijft k ijken of niet? Is het mogelijk om onbew uste associaties in te zetten om bepaalde gedachtengangen ongedaan te maken of juist te maken? En wat gebeurt er als verschillende onbew uste associaties op een nieuwe manier met elkaar in combinatie worden gebracht? In de uitkomst van het onderzoek ga ik proberen mijn tweetal vooraf aangenomen meningen te ver werken. Aan de ene kant is dat de fascinatie voor het onbew uste, de mogelijk heid hier van en de ontwik keling die deze nu doormaakt in de wereld van beeldmakers. Aan de andere kant de bedreiging die ik hierin denk te zien. Want als we de k ijker alleen nog maar aanspreken op zijn onbew uste gedachtengang en deze zelf eerst voor hem creëren is de vrijheid die een k ijker heeft bij het beoordelen van een beeld verdwenen. Of niet? In hoeverre hebben beeldmakers invloed op die eerste cruciale seconde?
“Goed, kwaad, leuk, saai alles wordt bepaald in die ene seconde”
Het k ijken naar beelden is een f ysiek te verk laren proces met een ongekend aantal mogelijk heden. Het zijn deze mogelijk heden die ik wil onderzoeken. Heb ik nog invloed op de manier waarop de aanschouwer naar mijn werk k ijkt of ben ik slechts in staat ze een duwtje in de goede richting te geven? De manier waarop wij naar beelden k ijken en deze interpreteren staat als proces zijnde onder constante invloed van een gigantisch aantal factoren.
Zo zijn veranderingen als mechanische reproductie ontzettend belangrijk geweest in de ontwik keling van ons k ijkgedrag. In “Ways of Seeing“ 1 van John Berger wordt de impact van dit soort veranderingen op een mooie manier duidelijk gemaakt. Berger begint zijn boek met het benadruk ken van het belang van het beeld, zowel fotografisch als geschilderd of getekend. Ook de relatie tussen beelden en tekst wordt besproken. Het stelt het oog als middelpunt van de zichtbare wereld en legt vanuit dit standpunt uit dat het reproductieproces een grote invloed heeft gehad op het zien. Voordat de fotografie of bewegend beeld onze wereld domineerde waren de schilderijen of tekeningen plaats en tijd gebonden. Een schilderij hing op één locatie en was slechts voor een selectieve groep mensen zichtbaar. Het hebben van zo’n schilderij bepaalde de sociale status. Toen de reproductie zijn intrede maakte verdween deze vorm van status. Duizenden mensen kregen tegelijkertijd hetzelfde beeld te zien op hun televisie of computer. Dit beeld kon zo op één enkel moment op duizenden manieren worden bekeken en geïnterpreteerd.
Voordeel
Naast het feit dat een beeld op vele nieuwe manieren bekeken kan worden verliest het ook een aantal eigenschappen. De ware grootte van het origineel gaat verloren en ook de impact van tijd en locatie gaan verloren. Het is discutabel of het proces van reproductie in het voordeel werkt ten opzichte van een origineel. Berger gaat ook nog in op de invloed van tekst bij beelden en geeft dit met een sprekend voorbeeld aan. Er wordt gevraagd om naar een schilderij van Van Gogh te k ijken. We zien een maïsveld waar boven een aantal vogels rondvliegen. Na het omslaan van de pagina wordt hetzelfde schilderij nogmaals afgebeeld maar nu met een regel tekst eronder : “ Dit is het laatste schilderij dat van Gogh heeft geschilderd voordat hij zelfmoord pleegde”.
De Rust
De precieze impact van de tekst wordt niet helemaal duidelijk, maar je merkt direct dat je anders naar het schilderij gaat k ijken. Er zijn ineens een heleboel nieuwe vragen en contexten waarin je het beeld plaatst. Ik voelde de ontspannen sfeer van een mooie zonnige dag in het maïsveld ver vangen worden door een onstuimig gevoel van eenzaamheid. Zoals een hond of kat een plekje opzoekt om alleen en in rust te ster ven zo nam het maïsveld die eenzame plek in. A lsof Van Gogh de rust om te ster ven opzocht in zijn laatste werk.
Scopofilie, “een instinct zonder erogene zone�
Nu de reproductie niet meer weg te denken is uit onze wereld wordt er door beeldmakers driftig gezocht naar nieuwe vormen om deze reproductie mogelijk heden te vergroten. Door reproductie en de nieuwe mediavormen die dit met zich meebracht worden tegelijkertijd massale groepen mensen bereikt. Dit lijkt op het eerste gezicht een fijne ontwik keling. Het brengt echter een boel moeilijk heden met zich mee. Het tevreden stellen van een doelgroep bestaande uit één persoon of een koningshuis is verleden tijd. Met één beeld moeten miljoenen mensen tevreden worden gesteld en gehouden. Dit betekent dat beeldmakers moeten inspelen op de wensen van ontelbare associaties. En hierdoor wordt er telkens gezocht naar nieuwe mogelijk heden om dit doel te halen.
Scopofilie
Eén van de belangrijkste toepassingen die ook al voor de reproductie periode een grote rol speelde is het gebruik van scopofilie, het genot van het k ijken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het instinctmatige plezier dat het zien van personen, als objecten, oplevert. Met scopofilie wordt een beroep gedaan op de voyeur die in ons allen verscholen zit. In de tekst “Visual Pleasure and Narrative Cinema” 2 geeft Laura Mulvey hier uitleg over. Freud concludeert in zijn “Three Essays on Sexuality” 3 dat scopofilie een hoofdelement is van het seksuele instinct van de mens zonder daarbij een directe verbinding te hebben met de erogene zones. Mulvey neemt met dit gegeven de toepassing van scopofilie binnen de wereld van de gesproken film onder de loep en beschrijft de rolverdeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de aanschouwer. Deze onder vindt in de donkere bioscoopzaal een volmaakte inv ulling van zijn instinctmatige voyeuristische wensen. De vrouwelijke vorm op het scherm ver v ult de directe scopofilie en dus het genot van `t k ijken, ter wijl de mannelijke vorm ,het ego van de aanschouwer, hen meeneemt naar een illusie van de natuurlijke werkelijk heid.
Voyeuristische Wensen
De aanschouwer wordt bew ust aangesproken op zijn onbew uste voyeuristische wensen en zal met plezier zijn rol ver v ullen. Het belang van deze vorm van het aanspreken van de onbew uste wensen heeft een enorme rol gespeeld in de wereld van beeldmakers. Van stoere rappers en schaars gek lede dames in een videoclip tot aan frisdrank f lesjes met een vrouwelijke vorm, de mogelijk heden zijn eindeloos. Het bewezen belang van het aanspreken van deze onbew uste associaties heeft daarom voor beeldmakers ook een nieuwe zoektocht opgeleverd. Welke onder werpen zijn er nog meer bruikbaar om aanspraak te maken op die onbew uste associaties van de aanschouwer?
Doordat de mogelijk heden van scopofilie zichtbaar en toepasbaar werden gingen beeldmakers verder zoeken. Is deze vorm van onbew ust associëren inzetbaar voor commerciële doeleinden? Deze ontdek k ingsreizen hebben er toe geleid dat er een nieuwe vorm van reclame maken is ontstaan. De reclame wereld zoals wij hem kennen kreeg er een nieuwe vorm bij. Sinds eind jaren zestig zijn wij Nederlanders bekend met de hedendaagse vorm van reclame en worden wij gestimuleerd om te voldoen aan de ver wachtingen die de reclamemaker ons aanbiedt. De reclame is inmiddels niet meer weg te denken uit ons dagelijkse bestaan en wordt op de vreemdste plaatsen aangetroffen. Tegenwoordig biedt zelfs het schermpje van de pinautomaat ons nieuwe producten aan. Het gigantische aanbod van reclame begint zichzelf in de weg te zitten. De consument zet zich af tegen de reclame. Het is inmiddels al jaren gebruikelijk je sanitaire bezoek te plannen tijdens de reclame. En ook in magazines blader je vaker door bij het zien van een reclame dan dat je de tijd neemt om het product of de dienst eens goed te bestuderen. Het fenomeen reclamemoeheid is al bekend sinds 1999. In dat jaar deed het NIPO in opdracht van de Socialistische Partij een millennium-onderzoek. Hieruit bleek dat alleen k inderarbeid en kernwapens hoger op de lijst van ergernissen staan dan reclame. Dit signaal is inmiddels versterkt en heeft er voor gezorgd dat de reclamewereld op zoek moest naar nieuwe vormen van reclame maken. Er werd daarbij ook teruggegrepen op het verleden.
Product Placement
A l in 1950 werd er in de film “The A frican Queen” 4 gebruik gemaakt van de methode Product Placement (P.P.). Deze methode is in Nederland beter bekend onder de noemer “sluikreclame” of “Non Spot Reclame”. The A frican Queen toont een scène waarin de hoofdrolspeelster k isten vol drank van het merk Gordon’s Gin overboord gooit. Door deze scène werd de standaard voor het toepassen van Product Placement gezet. Deze standaard hield in dat het product niet alleen in beeld kwam maar ook een duidelijke rol kreeg binnen het scenario. Het scenario bepaalde de rol van een product. En het is deze vorm van reclame maken die in een sneltreinvaart zijn rentree heeft gemaakt binnen de reclame wereld.
Humphrey Bogart
“Ik had geen last van het vervuilde water op de set in Congo, i k d r o n k G o r d o n ’s G i n ”
De opkomst van Brand (merk) / Product Placement heeft het inmiddels zo ver geschopt dat de meeste grote producenten eerder k iezen voor P.P. dan voor een conventionele vorm van reclame. Er is tegenwoordig een zeer brede keuzemogelijk heid. Van het integreren van je merknaam in een redactioneel magazine (advertorial) tot aan het volledig financieren van een film. Het verschil tussen al deze vormen van P.P. zit hem in het geraffineerde en de vorm van agressiviteit. De scheidingslijn tussen het bew ust en het onbew ust worden blootgesteld aan reclame begint bij advertorials.
Advertorials
Bij deze vorm van P.P. worden advertenties in magazines zo gepresenteerd dat de aanschouwer denkt dat hij te maken heeft met redactionele inhoud. De producent laat zijn reclame boodschap bijna naadloos over lopen in het stramien van het magazine. Hierdoor is het op het eerste oog niet te herkennen als reclame. Ondanks dat het wettelijk verplicht is om bij deze advertorials te vermelden dat het om een reclameboodschap gaat gebeurt dit niet altijd. De hierdoor ontstane discussie rondom deze vorm van P.P. richt zich voornamelijk op de redactie van het magazine. Zij zouden hun geloof waardigheid als journalisten verkopen aan de producenten die gebruik willen maken van adventorials. Een bekend voorbeeld van een redactie die in verlegenheid werd gebracht rondom het thema advertorials is dat van The New Yorker. Dit gerenommeerde magazine met een bijna cultstatus kreeg zeer veel kritiek op hun uitgave van 22 augustus 2005. A lle advertenties in deze uitgave waren voor het merk “Target”. Dit is op zichzelf niet vreemd en gebeurt wel vaker. Maar het waren de overige illustraties in de The New Yorker waar men over viel. Deze illustraties, inclusief de cover, bevatten allemaal de kenmerkende rood / witte cirkelvormige handtekening van Target. Ondanks het ontbreken van de naam “Target” en het redactionele uiterlijk van de illustraties waren het duidelijke ver wijzingen naar het merk Target. Dit kostte de The New Yorker een f linke deuk in zijn bijna vlek keloze reputatie.
Onderzoek
In Nederland heeft Eva van Reijmersdal onderzoek gedaan naar de toepassingen en invloeden van advertorials. In haar proefschrift “Audience Reaction Towards the Intertwining of Advertising and Editorial Content” 5 komt zij tot een aantal conclusies. Ten eerste laten haar tijdschrift studies zien dat P.P. niet wordt gezien als misleidend of onacceptabel. Deze bevinding spreekt de vermoedens, die werden geuit in de literatuur over het misleidende karakter van P.P. en advertorials, tegen. Haar tweede conclusie laat zien dat de commercialiteit van een P.P. een sterk effect heeft op de beoordeling er van. Hoe commerciëler de P.P. hoe minder positief de beoordelingen zijn en hoe minder dat wordt geaccepteerd. Ten derde laten haar televisiestudies zien dat P.P. effect heeft op merk imago’s. Hoe vaker een P.P. wordt toegepast tijdens een uitzending op televisie hoe meer het imago van het merk gaat lijken op het imago van het televisieprogramma waarin het wordt vertoond. Uit haar vierde conclusie blijkt dat ondanks het feit dat k ijkers niet kunnen herinneren een P.P. te hebben gezien zij wel degelijk een andere k ijk hebben gekregen ten aanzien van het merk. Samenvattend vertelt deze conclusie dat ondanks een geringe of helemaal niet aanwezige herinnering van een P.P. er door herhaaldelijke blootstelling in een programma een verandering is ten aanzien van het imago van een merk. Haar laatste conclusie vertelt over de literatuurstudies die aangeven dat de theorieën over P.P. voornamelijk reclame theorieën zijn. Ondanks het feit dat er bij P.P. geen loskoppeling is van het commerciële en het redactionele gedeelte kunnen deze reclame theorieën toch gebruikt worden om de effecten van P.P. te verk laren en te voorspellen.
To e k o m s t
Zelf voorspelt zij dat de groei van P.P. zal blijven stijgen in de aankomende jaren, en hierbij ook gebruik zal gaan maken van de nieuwe media vormen zoals het internet, games en mobiele telefonie. Ook zal de vorm van P.P. in de aankomende jaren gaan veranderen. In A merika hebben zowel Nike, Office Max als Unilever al een eigen televisieprogramma en ook in Nederland hebben Zwitsal en A lbert Hein deze vorm van P.P. al toegepast. En deze vorm van P.P. zal volgens haar in de toekomst nog vaker gebruikt gaan worden.
“
James Bond doesn' t drink Dom Pérignon anymore, h e d r i n k s B o l l i n g e r. And he ditched the Finladia vodka in favour of Smirnoff“
Het is tegenwoordig (bijna) niet meer mogelijk om een film te maken zonder reclame of P.P.. Dat heeft dan ook geleid tot een belangrijke verandering in het medium. Wat ooit begon met regisseurs en een (te) k lein budget is uitgegroeid tot een nieuwe vorm van reclamemaken. Want producenten maken maar wat graag gebruik van P.P. in films. Dat heeft, een vijftal, grote voordelen ten opzichte van advertorials. Zo hebben de filmmakers niet de belemmering van het plaatsen van een tekst waarin wordt verk laard dat het om reclame gaat. Dat zou de hele film verpesten. Ten tweede heeft een film een hoog aandachtsgehalte. Mensen willen bij het zien van een film liever niet gestoord worden ter wijl een magazine mak kelijk even aan de kant wordt gelegd. Met een succesvolle film worden miljoenen mensen bereikt, en dit aantal is altijd groter dan met een succesvol magazine. De film heeft een veel langer bestaan. Want nadat de film meerdere weken in de bioscoop heeft gedraaid wordt hij verhuurd in de videotheek, kopen mensen hem op DV D en wordt hij ook nog wel eens op televisie uitgezonden.
De Mogelijkheden
Bij de toepassing van P.P. in films zijn er drie mogelijk heden. De beste optie is als het product zowel visueel als verbaal wordt vertoond. De tweede mogelijk heid is alleen visueel; soms werkt dit beter. Bijvoorbeeld bij het plaatsen van een product in een vreemde omgeving, het gevaar hier van is de mogelijk heid dat het door de aanschouwer als negatief wordt er varen. De k ijker raakt geïrriteerd. De derde mogelijk heid is alleen verbaal. Een P.P. in een film werkt het beste als het product verbaal en visueel in samenwerk ing met zowel de hoofdrolspeler als het plot op een niet storende manier geïntegreerd wordt. A ls het te goed geïntegreerd wordt kan `t gebeuren dat een product niet herkend wordt. Er zijn ook drie verschillende manieren van het ontstaan van de toepassing van P.P.. De eerste is het meest voorkomende, namelijk het logischer wijs gebruik maken van een product zonder hierbij producenten in te schakelen. Denk bijvoorbeeld aan het drinken van een glaasje water of fris omdat iemand dorst heeft. Dit wordt veel toegepast door A merikaanse series op selectiekanalen zoals HBO. Deze zenden tijdens de programering op televisie geen reclame uit. Omdat er echter geen afspraken zijn gemaakt bij deze vorm van P.P. heeft dit in het verleden al een aantal keren tot ver velende confrontaties geleid. Zo is er een af levering van de “Sopranos” waarin er iemand op gewelddadige manier om het leven wordt gebracht met rattengif van het merk Raid. De producent van Raid, SC Johnson, was hier niet van op de hoogte en heeft in haar persbericht duidelijk gemaakt dat ze het niet op prijs stellen dat hun product op deze “verkeerde” manier wordt gebruikt. De tweede en derde toepassing zijn eigenlijk dezelfde vormen vanP.P. . Hierbij worden door de scenarioschrijvers of regisseurs van een film voor het maken van de film of serie afspraken gemaakt met producenten die graag P.P. willen toepassen. Deze twee toepassingen verschillen alleen door de manier van vergoeding. De meest voorkomende vorm van vergoedingen zijn de producten zelf. Zo heeft de A merikaanse serie “The Office” een contract afgesloten met “Wegmans Food Markets”. Deze Noord-A merikaanse supermarktketen heeft een reeks eigenmerk producten die regelmatig in een af levering van The Office voorbijkomen. A ls vergoeding voor deze zendtijd verzorgt Wegmans alle lunches en frisdrank ten behoeve van de cast en crew. Dit is dus eigenlijk een ruilvorm waarbij geld geen rol speelt. In het andere geval vindt er wel een financiële regeling plaats. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de film van James Bond. In de film “Casino Royal ” rijdt James Bond in een spiksplinternieuwe Aston Martin DBS. Hierbij is er wel een financiele regeling getroffen, want de hele cast en crew een nieuwe Aston Martin DBS aan te bieden was in dit geval geen optie. Doordat Bond meteen in de openingsscène aankomt scheuren in deze bolide zal de vergoeding van Aston Martin fors zijn geweest. Met “Casino Royal ”, een andere James Bond film werd bijvoorbeeld al vijftig miljoen verdiend aan P.P. Dit gigantische bedrag is al overtroffen door General Motors die in “Transformers” vrijwel elke auto leverde en hier voor 75 miljoen betaalde.
De Andere Opties
Naast deze letterlijke vormen van P.P. zijn er in films nog een aantal andere mogelijk heden rondom P.P. Zo is er het fenomeen Advertisement Placement (A .P.) waarbij er advertenties of posters van een product aan muren of op deuren hangen. Lucky Strike maakt hier bijvoorbeeld veel gebruik van. De allernieuwste vorm is Negative Product Placement (N.P.P.) waarbij producenten slecht gewaardeerde karakters uit een film of een televisie serie aank leden met producten van hun grootste concurrenten. Dat laatste kwam naar voren in de televisie serie “Jersey Shore” waarbij, een door het publiek niet geliefde jongedame, een “Coach ” tas overal mee naartoe nam. Deze tas was haar aangeboden door “Prada”. Reverse Product Placement (R .P.P.) waarbij een nietszeggend product, ontstaan vanuit een film of serie, door producenten worden opgekocht. Een heel bekend voorbeeld hier van is de Kwik – E – Markt uit de serie “The Simpsons”. Het bedrijf “Seven – Eleven” heeft na de lancering van de laatste “The Simpsons Movie” nationaal een aantal filialen omgedoopt in de naam Kwik – E – Markt. In de supermarkt werden producten uit de cartoon Kwik – E – Markt verkocht zoals de Squishies. En als laatste bestaat er ook nog de mogelijk heid dat een product besluit films te gaan maken. Een goed voorbeeld hier van is de nieuwste “Lara Croft” film “The Cradle Of Life”. Deze film werd door Jeep geproduceerd en gefinancierd, en dit allemaal om de nieuwste Jeep Wrangler te promoten.
M e r k Te l e v i s i e
Op het gebied van televisieprogramma’s zijn er een aantal veranderingen ten aanzien van P.P.. Zoals in de conclusie van het proefschrift van Eva van Reijmersdal 5 al wordt beschreven zijn er inmiddels een aantal televisie programma’s die vanuit een merk zijn ontstaan, bijvoorbeeld Life & Cook ing van Unilever. Daarnaast is er een nieuw fenomeen onder de noemer Brokered Programming (B.P.), dit zijn commerciële zenders die producten aanprijzen, zoals een reclameboodschap dat ook zou doen, en presenteren dit als een talkshow. Hierbij wordt gebruik gemaakt van acteurs die bellen om als k lant positieve reacties te geven over een product en het biedt voor de beginners in televisieland een boel er varing voor de camera. Vaak wordt ook gebruik gemaakt van Simulcast, waarbij deze commerciële programma’s op meerdere televisiekanalen tegelijkertijd te zien zijn.
Consideration Set
A lle besproken vormen van P.P. blijven groeien in toepassing omdat ze werken. De aanschouwer van deze verschillende vormen van P.P. zal bew uste en onbew uste keuzes en associaties maken over de merken waaraan hij wordt blootgesteld. De vraag die mij dus nog rest is, hoe werkt het? In mijn avonturen door artikelen, proefschriften en menig film kwam er heel veel informatie op mij af. Maar gek genoeg bleef deze informatie altijd informeren over het bew uste (expliciete), zichtbare werkgebied binnen de P.P.. Er is tot op heden nog weinig onderzoek gedaan naar het onbew uste (impliciete) werkgebied van de P.P.. Doordat er voornamelijk onderzoek naar het expliciete niveau van de P.P. wordt gedaan is er dus ook nog geen compleet beeld zichtbaar van de werk ing van P.P.. Maar er zijn wel degelijk een heleboel impliciete factoren die van groot belang zijn bij de beoordeling van een P.P.. Zo is er uit de k leine aantallen onderzoeken die zich hier al wel op toespitsen een aantal interessante resultaten naar voren gekomen. Neijens en Smit 6 toonden aan dat hoger opgeleiden sneller geïrriteerd raakten door P.P. dan lager opgeleiden. Gupta en Gould 7 lieten zien dat mannen er veel minder problemen mee hebben als alcoholische dranken of sigaretten in een film prominent aanwezig zijn dan vrouwen. In deze verschillende k leine onderzoeken naar de werk ing van P.P. op het impliciete geheugen werd vaak gesproken over de zogeheten ”Consideration Set”. Deze vorm van meting laat zien dat consumenten een “standaard pak ket” aan merken de rev ue laten passeren bij het doen van aankopen. Door dit pak ket van merken zal er onbew ust gekozen worden voor bepaalde merken omdat deze op impliciet niveau gerepresenteerd worden, zonder dat er hier wordt terug ver wezen naar een eerdere vorm van herkenning van dit merk. Of wel zonder een vergelijk ing te maken met een vorige aankoop van een product de keuze toch laten vallen op hetzelfde product. Het is hierbij voor producenten die niet zo vaak voor komen in de meeste Consideration Sets, moeilijk om hun product aan de man te brengen. Deze gaan dan weer over na andere vormen van reclame maken zoals aanbiedingen of kortingen.
Human Association Theory
Verder ben ik nog gestuit op het H.A .T. (Human Association Theor y) meetsysteem. Dit systeem wordt in “Human associative memor y: A Brief Edition” 8 beschreven door J.R . A nderson en G.H. Bower. Hoewel deze tekst voornamelijk over de associaties met tekst gaat, biedt het een mooi inzicht in de mogelijk heden van associëren vanuit het onbew uste. Zij proberen aan de hand van een aantal voorbeelden de verschillende vormen van associaties uit te leggen. Hierbij gaan ze dieper in op de manier van het coderen van de gegevens, het blootleggen van deze gegevens en de verschillende overeenkomsten met voorgaande blootstellingen aan deze gegevens, die allemaal noodzakelijk zijn voor het associëren van gegevens met elkaar. Daarnaast zijn ze ook in staat geweest een computermodel te programmeren die dicht in de buurt komt van de werk ing van deze associaties. Deze tekst wordt als een belangrijke mijlpaal gezien in het onderzoek naar cognitieve psychologie.
“Ik ben toen als eerste opgeroepen voor het vervolg g e s p r e k , e n d a t g i n g l e k k e r. Ik kon goed uitleggen waarom en wat ik had gemaakt “
In 2007 besloot Sven Jansen, toen nog werkzaam als histologisch analist verbonden aan het St. A ntonius ziekenhuis, een nieuwe uitdaging aan te gaan. Hij schreef zich met een minimale voorkennis in voor een opleiding aan de Hogeschool van de Kunsten in Utrecht. Na het bezoeken van een open dag viel zijn keuze op Illustratie. Na het nodige papier werk dat moest worden ingev uld kreeg Sven een brief thuis gestuurd. Hierin werd hem gevraagd om met zijn portfolio in april langs te komen voor de toelating tot de opleiding voor Illustratie. Een portfolio was bij Sven nog niet aanwezig, sterker nog hij had zich, op zijn fascinatie voor ty pografie, nooit bezig gehouden met tekenen of andere kunstvormen. Sven vertelt “Ik zat ineens met een probleem, want wat moet ik laten zien in een nog niet bestaand portfolio. Ik zocht vrienden om mij heen op die al op de HKU zaten. Zij konden mij vertellen wat ik het beste kon doen. Na dat advies ben ik begonnen met het maken van verschillende werken die ik in mijn portf lio wou laten zien. Omdat ik toen nog fulltime werkte in het ziekenhuis heb ik drie maanden lang mijzelf ‘s avonds opgesloten op mijn kamer om hiermee bezig te zijn.” Toen de toelatingsdag steeds dichterbij kwam werd Sven steeds minder zeker van zijn zaak. Hij had wel wat werk gemaakt maar dacht steeds dat dit te weinig zou zijn om een toelating te doorstaan. Sven “Ik dacht echt dat ik het niet ging redden met de hoeveelheid werk die ik had gemaakt. Ik wist dat er wel een Illustratieve kant in te bekennen was, maar de hoeveelheid was minimaal.” Op de toelatingsdag zelf was dit echter voldoende om in ieder geval door te mogen gaan naar de tweede ronde, een diepgaander gesprek met de kandidaten. Sven “Ik ben toen als eerste opgeroepen voor het ver volg gesprek, en dat ging lek ker. Ik kon goed uitleggen waarom en wat ik had gemaakt “. Een k leine maand later viel de verlossende brief in de bus. Sven was toegelaten tot het eerste jaar van de opleiding Illustratie. “Ik wist amper wat me overkwam. Dit betekende dat mijn hele leven op de kop ging. Ik was inmiddels al bijna 4 jaar in loondienst en zou deze regelmaat van mijn leven dus gaan zien veranderen”. Tijdens de eerste twee jaren van de opleiding was het voor Sven een moeilijke zoektocht naar een specialisatie. Er waren teveel interesses en mogelijk heden die hij graag wou benutten waardoor er geen duidelijk richting in zijn werk aanwezig was. Dit leverde de nodige stress op en Sven vroeg zich toen ook nog steeds af of hij wel de goede keuze had gemaakt. Het derde jaar van de opleiding gaf de doorslag, Sven ondekte de mogelijk heden van het medium papier. Sven “Ik moest voor een vak bezig gaan met het namaken van foto’s. Het leek mij toen leuk om deze na te maken met papier. Dat betekende dat ik bezig moest met het knippen plak ken zoals ik dat nog wel kende van het middelbaar onder wijs.
Toen kwam ik erachter dat het veel mak kelijker was om een mesje te gebruiken in plaats van een schaar ten hande te nemen. En toen ik dat eenmaal had gedaan was ik eigenlijk weer bezig met mijn oude werkzaamheden uit het ziekenhuis. Met hetzelfde mesje als wat ik daar gebruikte kon ik zeer gedetaileerde papieren werken maken en dat beviel erg goed. Terugk ijkend naar dat moment ben ik blij dat ik die keuze heb gemaakt, ik had daarmee namelijk mijn toekomst bepaald.” Sven kwam na deze ontdek k ing ook achter de kracht van bewegend beeld en in combinatie met het papier leverde dit gewenste resultaten en plezier in zijn werk op. Toen het derde jaar voor Sven ook nog een freelance stage opdracht, waarin hij deze twee factoren kon combineren, in petto had was zijn weg uitgestippeld. In het vierde jaar was het dezelfde combinatie van materiaal en werkwijze die Sven toepaste om zijn eindwerk te maken. Het gekozen onder werp was het onbew ustzijn van de mensheid en de uitwerk ing zou zich manifesteren middels een stop-motion film waarin papier wederom een grote rol zou spelen. Sven vertelt; “Het was in het begin heel lastig om een goed verhaal te maken over het onbew uste en de mogelijk heden hiermee voor beeldmakers. Ik probeerde van alles en heb menig voorstel de deur gewezen. In overleg met verschillende leraren en k lasgenoten is het uiteindelijk toch gelukt om het onder werp van mijn scriptie en mijn fascinatie voor papier te bundelen in een eindwerk.” Sven hoopt in de toekomst als freelance Illustrator aan de slag te kunnen gaan. Hierbij zal zijn papier spreken en laten zien wat deze jonge Illustrator allemaal kan. Sven zijn werk is te vinden op zijn website : w w w.cargocollective. com/sevenmine. Deze website geeft een goed inzicht in de mogelijk heden van papier en het plezier dat we terug zien in zijn werk. Er is duidelijk te zien dat Sven inderdaad zijn werkwijze heeft gevonden. Meer informatie over Sven en zijn opleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten. w w w.hku.nl w w w.cargocollective.com/sevenmine
Naar aanleiding van alle informatie die ik heb kunnen verkrijgen rondom dit onder werp ben ik mijn eigen onderzoek gaan opzetten. Ik heb twee verschillende methodes toegepast. Met beide methodes heb ik geprobeerd het impliciete geheugen aan te spreken. Het verschil tussen de twee methodes zit `m in de manier waarop ik het impliciete geheugen probeerde aan te spreken. In de eerste ronde van mijn onderzoek richtte ik mij op beelden.
Beeld
Ik liet de proefpersonen een aantal beelden zien en vroeg hen daarna naar hun mening over een beeld en de associaties waarop zij hun mening baseerden. Hieruit bleek dat mijn vooraf aangenomen uitkomsten voor het grootste deel k lopten. De af beelding welke de meeste aandacht kreeg was die van een basketbalwedstrijd. Op deze af beelding zien we twee atletische jongens in de lucht hangen voor een basket. De ene jongeman heeft balbezit en probeert te gaan scoren ter wijl de andere met een gespannen uitdruk k ing op zijn gezicht hem probeert tegen te houden. Toen ik de proefpersonen vroeg om te omschrijven wat ze hier zagen waren de antwoorden voorspelbaar. De meeste omschreven kort het scenario, sommige maakten een grap over de gezichtsuitdruk k ing van een van de spelers, maar echt bijzonder was het niet. Daarna vroeg ik aan dezelfde proefpersonen uit een lijst van merken er één of twee te k iezen waaraan ze moesten denken nadat ze de basketbal af beelding hadden gezien. De resultaten van deze vragen verk laarden voor mij dat de vorm van het aanspreken van het impliciete geheugen goed werkt. De af beelding is een still uit een film over basketbalteams die hun laatste gevecht uitstrijden. De film werd gesponsord door twee grote merken, Red Bull en Burn. Beide grote merknamen als het om energ y dranken gaat. Van alle merken die de onder vraagden konden k iezen koos iets meer dan 80% voor deze twee merken. Dit ter wijl ik ook nog een zestal andere beelden in de tussentijd had laten zien. Hieruit concludeer ik dat deze simpele vorm van sluikreclame, namelijk het teamtenue voorzien van merk gerelateerde k leuren, goed werkt. De tweede vorm van mijn onderzoek bestond uit een tekst associatie. Hier voor heb ik mijzelf eerst nog wat dieper ingelezen over het onder werp “schema’s”. Deze schema’s zijn gebaseerd op het principe waarop de Consideration Set ook werkt. Mensen zijn van te voren bekend met een bepaald “schema” en zullen dus heel snel terug vallen in dit schema.
Te k s t
Mijn tekstuele onderzoek bestond uit een tweetal impliciete geheugenvraagstuk ken. Het eerste vraagstuk k linkt simpel. Ik noemde vijftien steekwoorden op die allemaal bij een zelfde soort situatie hoorden. Vijf minuten later noemde ik een rijtje van twintig woorden op en vroeg hierbij of de woorden die ik opnoemde voorkwamen in het lijstje woorden dat ik daar voor had opgenoemd. Ook bij dit onderzoek gaf meer dan 80 % toe aan hun impliciete associaties. Bij het tweede onderzoek van het tekstuele gedeelte omschreef ik een simpele situatie zonder deze met bekende steekwoorden te omschrijven. De proefpersonen vroeg ik daarna welke situatie ik beschreef. Sommige deden echt hun best anderen gaven direct op. Niemand wist waar ik het over had. Bij dit onderzoek kwam heel duidelijk naar voren dat het impliciete geheugen heel belangrijk is om dingen te begrijpen. A ls er geen vorm van associatie, of een te brede associatie wordt toegepast kan men alleen nog maar op het niveau van het expliciete geheugen werken.. Zodra de verlossende woorden of associaties daarna door mij werden verteld was de algemene reactie: “Oh.. natuurlijk!”. Ook uit dit onderzoek kon ik al snel de conclusie trek ken dat het begrijpen van elkaar en het toepassen van deze vorm van associatie heel goed werkt als je het goed toepast. Daarnaast kan ik ook concluderen dat je met de simpelste middelen mensen volledig het bos in kan sturen. Beide vormen van onderzoek zijn heel verhelderend geweest.
Moeilijk
Een conclusie naar aanleiding van de literatuur en het eigen onderzoek is moeilijk. Deels door de inhoud van de literatuur en deels door de k leine hoeveelheid die over dit onder werp beschikbaar is. Vaak had ik ook geen toegang tot artikelen en moest ik het met samenvattingen doen. Ten aanzien van de inhoud van het onderzoek zal ik altijd een associatie aannemen en kan ik dus nooit volledig objectief zijn. Ik heb een heleboel geleerd over dit onder werp en weet nu (nog) beter hoe ik deze vormen van het sturen van associaties kan inzetten maar zal hierover zelf nooit een onbevooroordeelde mening kunnen vormen. Het zal altijd zo zijn dat ik de gegevens die ik heb verzameld zal interpreteren, en dus zal associëren. En hierbij ga ik dus al de “fout” in. Want hoe kan ik zeggen dat ik het onder werp impliciet associëren begrijp en misschien wel kan toepassen ter wijl ik zelf over dit onder werp alleen maar associaties kan vertellen. Een leuk dilemma, een paradox, iets wat niet opgelost kan worden…althans dat is mijn interpretatie.
Conclusies
De conclusies die ik wel kan trek ken naar aanleiding van deze onderzoeken zijn allemaal in het teken van mijn angst uitgevallen. Ik merk dat mijn fascinatie voor dit onder werp een losstaand gegeven is. Het fenomeen P.P., de werk ing, de toepassing en de verschillende niveaus spreken mij aan. Het is echter de groei van P.P. die ik in mijn bevindingen het sterkst naar voren zie komen. Hierin zie ik een wezenlijk gevaar schuilen. Doordat de aanschouwer op steeds meer plek ken wordt geconfronteerd met deze impliciete vorm van reclame maken, zal de mening van de aanschouwer op steeds meer gebieden worden gestuurd door zijn onbew uste associaties en zal de identiteit en individualiteit steeds meer naar de achtergrond verdwijnen. De meningen die gevormd worden liggen met deze groei in de handen van de producenten. Zij kunnen met deze groei hun idealen en ver wachtingspatronen nog beter met het onbew uste van de consumenten laten integreren. Hierdoor zal er voor de consument steeds minder te k iezen zijn.
Keuzes Maken
De ver werk ing van al deze informatie in een geschikt eindwerk leverde in het begin ook de nodige problemen op. Neem ik de werk ing van het onbew ust associeren als onder werp dan valt of staat deze bij de uitvoering. Want het zal wel erg ver velend zijn als ik mensen onbew ust wil sturen en zij hier geen gehoor aan geven. Dan wordt wat ik wil aantonen wel heel snel in twijfel getrok ken. Daarom ben ik op zoek gegaan naar andere vormen waarin ik mijn keuzes kon combineren. Mijn methode en materiaal keuze had ik namelijk al bepaald. Doordat ik mijzelf tijdens de opleiding steeds meer ben gaan specialiseren in het gebruik van papier en tijdens mijn stage periode de mogelijk heden van stopmotion opnieuw heb leren waarderen viel het maken van deze keuzes mee. Er ontbrak alleen nog een verhaal waarin ik mijn scriptie onder werp en de gemaakt materiaal en methode keuzes kon combineren.
ord op a nt wo de . n e e r e hi con i a le se woord e. Om t c s u u r c w t e e et onb ie ene e er s t ereld e en a n e i k naar h i d w d s n i e s a t g e v s i e wu ute c iat e er w o o b d r s van n n s e o o a d t i e nzi n an. igen et is erle a e l haas l a H e n a j . g n i i l n e k e t a n v r nm kk rga jn te e r w ceh a p p e r d i e m ee e n e x t e r n e persi t e l d w o r d t e roit e v e r z a m e l i ni eg v a n b e l a n g zti u i t v o e r e n d e ko g e l e g d e d u A f s tl g e n e e n b o o d ss a l s r e a c t i e o pa a n m i j w e r d gr k t d o o r e e n glre a s s o c i a t i e s di j n w e g n a a r heef i l m d e n a d r ub e n a d e r d , n me an al men a n ier n dez pper z We v o d a t n o d i g i n v r a a g d i e i s geke envoegen v d sc h a en . I k heb i ud igere” m g te l aten ko om n e d o l e e o l e r a b n e a h e te ru gv td ew sa m rek ast nvo leid i n at ie te ew ust oegep n er volg e n “e e l u it sp or het Na a a n . De z e onb k re gen . Do p m a at en v de v ra ag z a e w u s te op e id v a n a n i m e a n i m at ie t sen papier e d e l o s r b p a h e m u of ge vor le ven heb v n a nt woord a nt woord o g v a n het on e ve e l z ijd ig n de e l d ig it ge worden t g roter n e v e e d e n n e e n l e i i j e d t in mi t a at er d d ie e e en de werk geprobe er ec h n iek ook en combi n a l a ng i n m ijn et pl a at sen b ag on s d at de mon t z e e a u be r h s n or h e i v o n k k i e e I u t z e . d od en te h -mo Dit do keu h al is a . m p t l v o d e o a m e t a r k a g s m t i r a t s r e a e i eze In d mate ast d d ie n iaa l en a r r i ng te v en i n d r. i at ie s . M ijn b ik na mater w op de g rotere ver Da a rom he te l aten z ien leboel a s soc te l aten kom u s t a s soc ie e . e g g w s k h u e e r o r e b d n n e t ho P. t om eer w at ee i k on erk me v a n P. te bev a fst ud a s d ie i n d it sc h i l lende w et onbe w u s t de werk i ng prog r a m m h h er en de z e v De st ad v a n eb i k get rac produc ten h . n n k a o v o t r n O ka me r z ijn . erk na k lei ne van m
Literatuur 1. 2. 3. 4. 5.
6.
7.
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
John Berger, “Ways Of Seeing”, 1972, 2e druk, Laura Mulvey, “Visual pleasure and narrative cin ema” 1975, Screen vol. 16 nr. 3 pag. 6 -18. Sigmund Freud, “Three Essays on Sexuality”, 1905, The A frican Queen, http://w w w. imdb.com/title/ tt0043265/ Eva van Reijmersdal, “Audience Reaction Towards the Intertwinning of Advertising and Editorial Content”, 2007, ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van A msterdam. Neijens en Smit, Audience Reactio towards Nonspot Advertising: Inf luence of Viewer an Program Characteristics, 2003, Branding and Advertising pag. 266 - 283 Gupta en Glould, Consumers perceptions of the ethics and acceptability of product placements in movies, 1997, Journal of Current Issues and Research in Advertising, nr 19 pag 37 – 50 John Robert A nderson en Gordon H Bower, Human associative memor y: A Brief Edi tion, 1980, Hst. 4,2 Google Books Eva van Reijmersdal, Tijdschrift voor Marketing, Wetenschap in de Praktijk, April 2007, Pagina 43 Jaap van Ginneken, Verborgen Verleiders, 2006 Verhage, Grondslagen van de Marketing, 2004, 6e druk Naomi K lein, No Logo, 2000, 1e druk Naomi K lein, The Shock Doctrine ; The R ise of Disaster Capatlism, 2007, 1e druk Ap Dijksterhuis, Het Slimme Onbew uste, Denken met Gevoel, 2007, 1e druk
Internetbronnen
15. http://nl.wik ipedia.org/wik i/Sluikreclame, 2010 16. Elsbeth Asbeek Brusse; http://w w w.spotlightef fect.nl/marketing/slinksesluikreclame/, meng vor men van reclame en redactionele inhoud in de media, 2008 17. Nadine BĂśke; http://w w w.denieuwereporter. nl/2007/09/de-booming business-van- brand-placement/, ebooming business van Brand Placement, 2007 178 Joh Farrier; http://w w w.neatoracom/2010/08/20/ negative-product-placement/, Negative Product Placement, 2010 19. Simon Doonan; http://week lyseven.com/ news/2010/august/19/how-snook i-got-her-gucci- dirt-purses, The dirt on purses, 2010 20. Katherine Neer; http://money.howstuff works. com/productplacement.htm, How Product Place ment works, 2009 21. Paulien I; http://zakelijk.infonu.nl/ marketing/35760-de-effectiviteit-vanbrandplace ment.html, De effectiviteit van Brand Placement, Origineel gepubliceerd in Marketing (Zakelijk) 2009 22. http://w w w.bibliotheek-utrecht.nl/ 23. http://w w w.allacademic.com; Moon hee Yang en David Roskos-Ewaldson, The Effec tiveness of Brand Placements in the Movies: Levels of Placements, Explicit and Impli c it Memor y, and Brand Choice Behavior, 1982 24. http://w w w.jeffgreenfield.com/ 25. http://w w w.productplacement.biz/ 26. http://nsarchive.chadw yck.com/marketing/; Digi tal National Security A rchive 27. http://w w w.discover ybrand.com/ 28. Glen Emereson Morris; http://w w w.ad-mkt-re view.com/public_html/air/ai200008. html, Virtual product Placement, 2008 29. Paul Carr; http://techcrunch.com/2010/08/20/ eat-pay-love/, Forget Ads In Books, Lit-Lovers Face A n Even More Hideous Prospect, 2010 30. http://w w w.eboekadvies.nl/nu-al-sluikreclame- in-e-boeken/ 31. David Verk lin en Bernice Kanner; http://books. google.nl/books, Watch This, Shut Up Click Here, 2006 32. http://w w w.brandchannel.com 33. Ikujiro Nonaka en Hirotaka Takeuchi; http:// w w w.xs4all.nl/~w jsn/tekst/nonaka.htm, De ken nis creĂŤrende onderneming, 1997 34. http://w w w3.devosjansen.nl/nl/kenniscentrum/ pers_en_ publicaties/33, D e Vos en Jansen, Market Research en Consultancy bedrijf. 35. Achille van den Branden, http://achillevanden branden.blogspot.com/2010/02/anders-zien-john- berger-ea.html, A nders Zien, 10 Februari 2010 36. Jy u, http://y uchaoyingjoan.wordpress. com/2007/06/09/consideration-set/, Considera tion Set, 9 Juni 2007 37. Robert E Clasen, http://w w w.jstor.org/ pss/27536800, Human Associative Memor y, 1975 38. w w w.youtube.com