Wachttoren - Oktober 2011

Page 1

34567 15 OKTOBER 2011

S TUDIE-UITGAVE STUDIEARTIKELEN VOOR DE WEKEN VAN: 28 november– 4 december

Wat voor ontspanning kies jij? BLADZIJDE 8

LIEDEREN: 70, 74

5-11 december

Goede raad voor vrijgezellen en gehuwden BLADZIJDE 13

LIEDEREN: 85, 36

12-18 december

Vertrouw op Jehovah, „de God van alle vertroosting” BLADZIJDE 23

LIEDEREN: 75, 115

19-25 december

’Troost alle treurenden’ BLADZIJDE 27

LIEDEREN: 68, 42


34567

OCTOBER 15, 2011

6

HET DOEL VAN DIT TIJDSCHRIFT, De Wachttoren, is Jehovah God, de Soevereine Heerser van het universum, te eren. Net zoals een wachttoren in de oudheid iemand in staat stelde iets al van verre te zien aankomen, ¨ zo laat dit tijdschrift de betekenis van het wereldgebeuren zien in het licht van de Bijbelse profetieen. Het troost mensen met het goede nieuws dat Gods koninkrijk, een echte regering in de hemel, binnenkort een eind zal maken aan alle slechtheid en de aarde in een paradijs zal veranderen. Het spoort aan tot geloof in Jezus Christus, die gestorven is opdat wij eeuwig leven kunnen krijgen en die nu in de hemel regeert als Koning van Gods koninkrijk. Dit tijdschrift wordt al sinds 1879 door Jehovah’s Getuigen uitgegeven en heeft geen politieke inslag. Het houdt zich aan de Bijbel als autoriteit. Dit tijdschrift is niet voor de verkoop bestemd maar wordt verschaft als onderdeel van een wereldwijd Bijbels onderwijzingswerk dat gesteund wordt door vrijwillige bijdragen. Tenzij anders vermeld, is de gebruikte Bijbelvertaling de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen (uitgave 2004). De afkorting v.G.T. betekent „voor de gewone tijdrekening”. G.T. staat voor „van de gewone tijdrekening”. Waar de uitgever artikelen primair voor Jehovah’s Getuigen zelf bedoelt, zijn ze in een wat informelere stijl geschreven.

DOEL VAN DE STUDIEARTIKELEN

OOK IN DEZE UITGAVE 3

STUDIEARTIKEL 1 blz. 8-12

Bijbelse principes zullen ons helpen goede vormen van ontspanning te kiezen, waar we ook wonen. Dit artikel bespreekt hoe we kunnen weten of onze keus van ontspanning goed is.

Waarom moeten we ’voortdurend waken’?

5 Deel je vreugde met anderen! )

STUDIEARTIKEL 2 blz. 13-17

De keus om vrijgezel te blijven of te trouwen heeft invloed op je hele leven en op je band met Jehovah. Dit artikel laat zien hoe Gods aanbidders, of ze nu getrouwd zijn of niet, de ¨ Bijbelse raad in 1 Korinthiers hoofdstuk 7 kunnen gebruiken om goede beslissingen te nemen.

Globe: Courtesy of Replogle Globes

18

Ik vind het heerlijk Jehovah te dienen )

32

Vragen van lezers

STUDIEARTIKELEN 3, 4 blz. 23-31

In deze laatste dagen veroorzaken veel situaties pijn en verdriet, ook voor Jehovah’s aanbidders. Wat zijn enkele van die situaties? Waar kunnen we troost vinden? Deze twee artikelen laten zien hoe Jehovah en zijn Getuigen mensen in deze moeilijke tijd troost geven.

The Watchtower (ISSN 0043-1087) is published semimonthly by Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.; M. H. Larson, President; G. F. Simonis, Secretary-Treasurer; 25 Columbia Heights, Brooklyn, NY 11201-2483, U.S.A., and in England by Watch Tower Bible and Tract Society of Britain, The Ridgeway, London NW7 1RN (Registered in England as a Charity). Uitgegeven door Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, Noordbargerstraat 77, NL-7812 AA Emmen, Nederland. Christelijke Gemeente van Jehovah’s Getuigen (Verantwoordelijke uitgever: Marcel Gillet), ¨ Potaardestraat 60, B-1950 Kraainem, Belgie, PP-PB BRUXELLES X - BRUSSEL X No. 10/667. 5 2011 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania. Alle rechten voorbehouden. Printed in Britain. Vol. 132, No. 20

Semimonthly

DUTCH


Waarom moeten we ’voortdurend waken’? „W woordigheid en van het besluit van AT zal het teken zijn van uw tegen-

het samenstel van dingen?” (Matth. 24:3) Jezus beantwoordde die vraag door zijn discipelen een duidelijk, gedetailleerd en herkenbaar ¨ teken te geven, dat in Mattheus hoofdstuk 24, Markus hoofdstuk 13 en Lukas hoofdstuk 21 staat. Hij voegde eraan toe: ’Waakt voortdurend’ (Matth. 24:42). Maar als het teken zo duidelijk zou zijn, waarom dan die extra aansporing? Denk eens na over deze twee mogelijkheden. Sommigen zouden door afleidingen geen aandacht meer kunnen hebben voor het teken, waardoor hun geloof misschien verzwakt en ze minder waakzaam worden. Ook kan het zijn dat een christen bepaalde elementen van het teken wel herkent maar er in zijn directe omgeving niet mee te maken heeft. Hij redeneert dan misschien dat de „grote verdrukking”, het slotakkoord van Jezus’ profetie, voorlopig nog niet komt en het dus niet nodig is ’voortdurend te waken’ (Matth. 24:21).

„Zij sloegen er geen acht op” Jezus herinnerde zijn volgelingen aan de mensen in Noachs tijd. Het kan niet anders dan dat die mensen Noachs prediking, de bouw van de enorme ark en het geweld in die tijd opgemerkt hebben. Toch ’sloegen zij er

geen acht op’ (Matth. 24:37-39). In deze tijd zien we dezelfde houding tegenover waarschuwingen. Er zijn bijvoorbeeld vaak verkeersdrempels nodig omdat heel wat mensen zich niks aantrekken van duidelijke verkeersborden met de maximumsnelheid. Zo kan het ook zijn dat een christen het teken van de laatste dagen wel ziet maar zijn leven er niet ¨ door laat beınvloeden. Dat overkwam Arielle, een meisje in West-Afrika. Arielle vond het leuk om handbal te kijken op tv. Toen haar school een handbalteam ging samenstellen, wilde ze zo graag meedoen dat ze de gevaren voor haar vriendschap met Jehovah niet zag. Ze meldde zich aan als keepster. Ze vertelt: „Sommige meiden van het team hadden een vriend die drugs gebruikte en rookte. Ze lachten me uit omdat ik anders was, maar ik dacht dat ik dat wel aankon. Wat ik niet had verwacht, was dat de sport zelf m’n geestelijke instelling zou aantasten. Handbal beheerste m’n denken en doen. Tijdens de vergaderingen dwaalden m’n gedachten vaak af naar het handbalveld. Ook m’n christelijke persoonlijkheid had eronder te lijden. Al gauw ging het niet meer om de liefde voor de sport, maar puur om het winnen. Daar trainde ik keihard voor. De druk werd steeds groter. Ik gaf er zelfs vriendschappen voor op. DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

3


Om waakzaam te blijven hebben Emmanuel en zijn gezin elke dag Bijbelse besprekingen

Het dieptepunt was toen op een keer de tegenpartij een strafworp kreeg. Ik was erop gebrand de bal te stoppen. Voordat ik het doorhad bad ik of Jehovah me wilde helpen de bal tegen te houden! Toen zag ik in dat m’n geestelijke instelling achteruitgegaan was. Wat moest ik doen? Ik had weleens gekeken naar de dvd Jonge mensen vragen — Wat ga ik met mijn leven doen? 1 Ik besloot hem nog een keer te kijken ´ en er nu serieus over na te denken. Andre, de jongere uit de dvd, zat namelijk in dezelfde situatie als ik. Hij kreeg van een ouderling de suggestie om Filippenzen 3:8 te lezen en erover na te denken. Toen ik dat ook deed, besloot ik uit het team te stappen. Wat een verandering! M’n drang om te winnen verdween, en ook de druk die daarbij hoort. Ik was gelukkiger en voelde me dichter bij m’n broeders en zusters. Activiteiten in de gemeente werden belangrijker voor me. Op de vergaderingen ging ik me beter concentreren, waardoor ik er weer van genoot. Ook m’n dienst werd beter. Ik sta nu geregeld in de hulp.” 1 Een film over het gevecht van een jongere om Jehovah’s wil te doen.

4

DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

Als jij door afleidingen niet meer alert bent op het teken dat Jezus gegeven heeft, kom dan net als Arielle in actie. De volgende tips kunnen je hierbij helpen. Doe nazoekwerk in de Index van Wachttoren-publicaties. Die is als een schatkaart die je de weg wijst naar goede raad en ervaringen van anderen die met verleidingen te maken hadden. Zorg dat je zoveel mogelijk aan de vergaderingen hebt door je goed voor te bereiden en aantekeningen te maken. Sommigen kunnen beter opletten als ze vooraan in de zaal zitten. Als er zaaldeelname is, probeer dan zo vroeg mogelijk een antwoord te geven. Blijf daarnaast geestelijk wakker door het nieuws te volgen met het teken en andere kenmerken van „de laatste dagen” in gedachten (2 Tim. 3:1-5; 2 Petr. 3:3, 4; Openb. 6:1-8).

’Toont u gereed’ Het teken van de laatste dagen vindt plaats „op de gehele bewoonde aarde” (Matth. 24:7, 14). Miljoenen mensen worden bijvoorbeeld getroffen door ziekte, honger en aardbevingen. Maar er zijn ook heel wat mensen die in gebieden wonen waar het relatief rustig en vredig is. Als je zelf nooit elementen van het teken hebt meegemaakt, moet je er dan van uitgaan dat het nog wel even duurt voordat de grote verdrukking komt? Dat zou niet verstandig zijn. Denk eens aan wat Jezus voorzei over „pestilenties en voedseltekorten” (Luk. 21:11). Hij zei niet dat die dingen alle gebieden tegelijk of in dezelfde mate zouden treffen. Wat hij wel zei was dat ze „in de ene plaats na de andere” zouden voorkomen. We kunnen dus niet verwachten dat overal op hetzelfde moment dezelfde dingen gebeuren. En kort nadat Jezus gezegd had dat sommigen honger zouden lijden, zei hij dat anderen moesten oppassen voor het gevaar van te veel eten: „Schenkt echter aandacht aan uzelf, dat uw hart nooit bezwaard wordt met overmatig


eten” (Luk. 21:34). Het was dus niet zo dat iedere christen zelf elk element van het teken zou meemaken. Jezus zei: „Wanneer gij deze dingen ziet geschieden, weet dan dat het koninkrijk Gods nabij is” (Luk. 21:31). Dankzij de moderne media kunnen we alle onderdelen van het teken zien, of we er nu wel of niet in onze omgeving mee te maken hebben. Bedenk ook dat Jehovah al een ’dag en uur’ heeft vastgesteld waarop de grote verdrukking begint (Matth. 24:36). Wat er ook op aarde gebeurt, die datum verandert niet. Jezus spoorde alle christenen aan: ’Toont u gereed’ (Matth. 24:44). We moeten er altijd klaar voor zijn. Natuurlijk kunnen we niet constant met theocratische activiteiten bezig zijn. Niemand van ons weet wat hij aan het doen is als de grote verdrukking begint. Sommigen zijn misschien „op het veld” of doen huishoudelijke taken (Matth. 24:40, 41). Hoe kun je dan laten zien dat je er klaar voor bent? Emmanuel, Victorine en hun zes dochters wonen in een deel van Afrika waar ze niet alle onderdelen van het teken meemaken. Daar-

om besloten ze elke dag een Bijbelse bespreking te hebben om waakzaam te blijven. Emmanuel legt uit: „Het was lastig een moment te vinden dat ons allemaal uitkwam. Uiteindelijk kozen we voor het halfuur tussen zes en half zeven ’s ochtends. Na de bespreking van de dagtekst bereiden we een paar paragrafen voor uit een van de publicaties die we die week op de vergadering behandelen.” Dat programma heeft ze geholpen wakker te blij¨ ven. Emmanuel is in de gemeente coordinator van het lichaam van ouderlingen. Victorine gaat vaak in de hulp en heeft veel mensen geholpen in de waarheid te komen. Hun dochters doen allemaal hun best in de gemeente. Jezus gaf de raad: „Blijft toezien, blijft wakker” (Mark. 13:33). Laat niet toe dat afleiding je minder alert maakt. Volg in plaats daarvan net als Arielle de goede raad op die we via onze publicaties en de vergaderingen krijgen. Probeer net als Emmanuels gezin elke dag iets te doen om ervoor te zorgen dat je gereed bent en ’voortdurend waakt’.

Deel je vreugde met anderen!

V

EEL mensen vinden het steeds moeilijker gelukkig en blij te zijn. Ze hebben elkaar niet veel positiefs te vertellen. Het moderne leven is er de oorzaak van dat mensen, vooral in grote steden, in zichzelf gekeerd ¨ zijn of geısoleerd raken. „Eenzaamheid komt veel voor”, zegt Alberto Oliverio, hoogleraar psychobiologie. „Er bestaat geen twijfel over dat het leven in grote steden sociaal isolement bevordert. ¨ Het kan ervoor zorgen dat iemand niet geın-

´ teresseerd is in het priveleven van een colle` ga, een buurman of de caissiere in de plaatselijke supermarkt.” Zo’n isolement leidt vaak tot depressies. Maar de situatie van broeders en zusters is anders, en ze hebben een andere instelling. Paulus schreef: „Verheugt u altijd” (1 Thess. 5:16). We hebben veel redenen om gelukkig en blij te zijn. We aanbidden Jehovah, de Allerhoogste. We begrijpen de Bijbelse waarheid. We hebben de hoop om eeuwig DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

5


te leven. En we kunnen anderen helpen dezelfde zegeningen te ervaren (Ps. 106:4, 5; Jer. 15:16; Rom. 12:12). Ware christenen zijn te herkennen aan hun vreugde en delen die vreugde met anderen. Het is dus niet verrassend dat Paulus aan de Filippenzen schreef: ’Ik ben blij en verheug mij met u allen. Weest nu ook gij evenzo blij en verheugt u met mij’ (Fil. 2:17, 18). In die paar woorden heeft Paulus het twee keer over blij zijn en zich met elkaar verheugen. Christenen moeten oppassen dat ze zich niet isoleren. Als je je afzondert van je broeders en zusters, kun je je vreugde niet met ze delen. Paulus geeft de aansporing je samen met je broeders en zusters te ’blijven verheugen in de Heer’. Hoe kun je dat doen? — Fil. 3:1.

Globe: Courtesy of Replogle Globes

Verheug je met je broeders en zusters Paulus schreef zijn brief aan de Filippenzen waarschijnlijk toen hij in Rome gevangenzat vanwege de prediking (Fil. 1:7; 4:22). Toch werd zijn enthousiasme voor de dienst er niet minder op. Hij was juist blij dat hij alles kon geven in zijn dienst voor Jehovah en

zo „als een drankoffer uitgegoten” werd (Fil. 2:17). Uit Paulus’ houding blijkt dat vreugde niet afhankelijk is van je omstandigheden. Ook al zat hij gevangen, hij zei: „Ik zal mij ook blijven verheugen” (Fil. 1:18). Paulus had de gemeente in Filippi opgericht en had een speciale band met zijn broeders en zusters daar. Hij wist hoe aanmoedigend het voor ze zou zijn als hij zijn vreugde in Jehovah’s dienst met ze deelde. Daarom schreef hij: „Nu wil ik dat gij weet, broeders, dat mijn aangelegenheden veeleer tot de vooruitgang van het goede nieuws hebben bijgedragen, zodat onder de gehele pretoriaanse lijfwacht en alle overigen algemeen bekend is geworden dat mijn boeien in verband met Christus zijn” (Fil. 1:12, 13). Het maakte Paulus blij dat hij die mooie ervaring met zijn broeders en zusters kon delen. En de Filippenzen deelden ongetwijfeld in die vreugde. Maar dat kon alleen als ze zich niet lieten ontmoedigen door wat Paulus meemaakte. Ze moesten hem juist navolgen (Fil. 1:14; 3:17). De Filippenzen konden voor Paulus blijven bidden en hem voor zover mogelijk hulp en steun geven (Fil. 1:19; 4:14-16).


Heb jij net zo’n houding als Paulus? Probeer je de positieve kant te zien van de dingen die in je leven en in de dienst gebeuren? Als je met broeders en zusters samen bent, is het goed om te praten over de leuke dingen die je in de velddienst meemaakt. Dat hoeven niet per se spectaculaire ervaringen te zijn. Misschien heb je succes gehad met een bepaalde inleiding of argumentatie, of heb je een leuk gesprek gehad over een specifieke Bijbeltekst. Of misschien werd je in het gebied gewoon als Getuige herkend en leidde dat tot een mooi getuigenis. Zulke ervaringen vertellen is een manier om je vreugde met anderen te delen. Heel wat broeders en zusters brengen offers voor de prediking. Het geeft pioniers, reizende opzieners, Bethelieten, zendelingen en internationale dienaren veel vreugde hard te werken in de volletijddienst. Deel je in hun vreugde? Laat dan zien dat je het werk van deze „medewerkers voor het koninkrijk Gods” waardeert (Kol. 4:11). Je kunt ze aanmoedigen op vergaderingen en grote bijeenkomsten. Je kunt ook hun ijver navolgen. ¨ En je kunt gelegenheden creeren om naar hun ervaringen en aanmoedigende woorden te luisteren door gastvrijheid te tonen en ze uit te nodigen voor een maaltijd (Fil. 4:10).

Verheug je met personen die volharden Door vervolging en beproevingen te verduren werd Paulus gesterkt in zijn besluit Jehovah trouw te blijven (Kol. 1:24; Jak. 1:2, 3). Hij wist dat zijn broeders en zusters in Filippi waarschijnlijk met dezelfde beproevingen te maken zouden krijgen. Het maakte hem dan ook blij dat zijn volharding een aanmoediging voor ze zou zijn. Daarom schreef hij: „Aan u werd ten behoeve van Christus het voorrecht gegeven niet alleen uw geloof

in hem te stellen, maar ook ten behoeve van hem te lijden. Want gij hebt dezelfde strijd als gij in mijn geval hebt gezien en waarvan gij nu in mijn geval hoort” (Fil. 1:29, 30). Ook in deze tijd krijgen christenen vanwege hun prediking te maken met tegenstand. Soms gaat dat gepaard met geweld, maar meestal komt die tegenstand in andere vormen, bijvoorbeeld valse beschuldigingen van afvalligen, een vijandige houding van familie of spot van collega’s en klasgenoten. Volgens Jezus moeten die beproevingen ons niet verbazen of ontmoedigen. Ze zijn juist een reden voor vreugde. Hij zei: „Gelukkig zijt gij wanneer men u smaadt en vervolgt en liegende allerlei kwaad tegen u spreekt ter wille van mij. Verheugt u en springt op van vreugde, want uw beloning is groot in de hemelen” (Matth. 5:11, 12). We hoeven niet bang te worden als we horen dat onze broeders en zusters in sommige landen wreed vervolgd worden. We moeten juist blij zijn dat ze volharden. We kunnen Jehovah in gebed vragen of hij ze wil helpen een sterk geloof te houden en te volharden (Fil. 1:3, 4). Meer kunnen we misschien niet voor ze doen. Maar in je eigen gemeente zijn er personen die je wel kunt helpen als ze beproevingen meemaken. Laat zien dat je om ze geeft. Vraag ze af en toe om mee te doen met je gezinsaanbidding of met je samen te werken in de velddienst. Je kunt ook samen iets gezelligs gaan doen. Er zijn veel redenen om je vreugde met anderen te delen! Ga niet mee in de wereldse neiging om je af te zonderen van anderen, maar blijf je vreugde delen met je broeders en zusters. Dan zul je niet alleen de vrede en eenheid in de gemeente bevorderen, maar ook optimaal genieten van de broederschap (Fil. 2:1, 2). Zoals Paulus zei: „Verheugt u altijd in de Heer. Nogmaals zal ik zeggen: Verheugt u!” — Fil. 4:4. DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

7


WAT VOOR ONTSPANNING KIES JIJ? ¨

„Blijft u ervan vergewissen wat de Heer welgevallig is.” — EFEZIERS 5:10.

D

E Bijbel laat zien dat Jehovah wil dat we van het leven genieten. Psalm 104:14, 15 zegt bijvoorbeeld dat Jehovah ’voedsel uit de aarde doet voortkomen, en wijn, die het hart van de sterfelijke mens verheugt, om het gezicht van olie te doen glanzen, en brood, dat zelfs het hart van de sterfelijke mens verkwikt’. Jehovah laat gewassen groeien zodat we graan, olie en wijn hebben. Hij geeft dat voedsel niet alleen om ons in leven te houden, maar ook om het leven aangenaam te maken. Zo is wijn iets wat ’het hart verheugt’ (Pred. 9:7; 10:19). Jehovah wil dus dat we blij zijn, dat ’we ons hart met vrolijkheid vervullen’ (Hand. 14:16, 17). 2 Het is daarom niet verkeerd af en toe de tijd te nemen om „de vogels des he¨ mels” en „de lelien des velds” te bekijken. Zulke dingen kunnen je juist energie geven en je leven leuker maken (Matth. 6:26, 28; Ps. 8:3, 4). Een gelukkig en gezond leven is een „gave Gods” (Pred. 3:12, 13). De tijd die je aan ontspanning besteedt maakt deel uit van die gave. Gebruik die dus op een manier die Jehovah goed vindt. Keuzevrijheid binnen grenzen 3

Als je een goede kijk hebt op ontspan-

1, 2. (a) Waarom kunnen we zeggen dat Jehovah wil dat we van het leven genieten? (b) Hoe moet je je vrije tijd gebruiken? 3. Waarom kiest niet iedereen dezelfde ontspanning? 8

DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

ning, weet je dat je keuzevrijheid hebt maar dat je ook grenzen moet stellen. Waarom maken mensen hierin verschillende keuzes? Je kunt het vergelijken met voedsel: wat in het ene land lekker gevonden wordt, is in een ander land niet zo populair. Zo houden broeders en zusters in verschillende delen van de wereld ook van verschillende soorten ontspanning. Zelfs als ze in dezelfde omgeving wonen maken ze nog verschillende keuzes. De een vindt het ontspannend om een goed boek te lezen, de ander vindt dat saai. De een vindt het heerlijk om een fietstocht te maken, de ander vindt dat vermoeiend. Toch zijn we het erover eens dat er in zaken als voedsel en ontspanning ruimte is voor variatie en persoonlijke voorkeur (Rom. 14:2-4). 4 De vrijheid om ontspanning te kiezen is geen vrijbrief om maar alles te doen wat je wilt. Denk nog eens aan de vergelijking met voedsel. Je houdt er misschien van om verschillende soorten voedsel te proberen, maar je zult er niet voor kiezen bedorven voedsel te eten. Dat kan slecht zijn voor je gezondheid. Zo vind je het misschien ook leuk om verschillende vormen van ontspanning te proberen. Maar je kiest geen amusement dat immoreel, gewelddadig of levensgevaar4. Waarom moet ontspanning binnen bepaalde grenzen blijven? Illustreer.


lijk is. Die dingen gaan in tegen Bijbelse principes en brengen je gezondheid en je vriendschap met Jehovah in gevaar. Je moet dus binnen bepaalde grenzen blijven. Daarvoor moet je van tevoren vaststellen of de dingen die je graag in je vrije tijd zou doen, wel goed voor je zijn (Ef. 5:10). Hoe kun je dat doen? 5 Wil ontspanning goed voor je zijn en Jehovah’s goedkeuring hebben, dan moet die aan bepaalde Bijbelse normen voldoen (Ps. 86:11). Een eenvoudige checklist kan je helpen de juiste keus te maken. Deze checklist kun je als volgt samenvatten: wat, wanneer en wie. Laten we ze een voor een bespreken. Wat?

Vraag je bij je keus van ontspanning af: wat houdt het precies in? Daarbij is het goed in gedachte te houden dat ontspanning Wat ¨ in twee categorieen verdeeld kan worden. De eerste kan absoluut niet, de tweede misschien. Wat is de eerste categorie? In deze slechte wereld gaat veel amusement lijnrecht in tegen Bijbelse principes of Jehovah’s wetten (1 Joh. 5:19). Ware christenen zeggen daar resoluut nee tegen. Het gaat om amusement waarin dingen voorkomen als sadisme, demonisme, homoseksualiteit, pornografie of geweld, of waarin smerig, immoreel gedrag als goed wordt voorgesteld (1 Kor. 6:9, 10; lees 6

5. Hoe kun je weten of je keus van ontspanning aan Jehovah’s normen voldoet? 6. Welk amusement kan absoluut niet, en waarom niet?

Openbaring 21:8). Als je die vormen van amusement in alle situaties afwijst, laat je Jehovah zien dat je haat „wat goddeloos is” (Rom. 12:9; 1 Joh. 1:5, 6). 7 Tot de tweede categorie van ontspanning behoren dingen die niet rechtstreeks in de Bijbel veroordeeld worden. In die gevallen zullen Bijbelse principes je helpen een vorm van amusement te beoordelen naar wat Jehovah goed en verkeerd vindt (Spr. 4:10, 11). Vervolgens moet je zelf een beslissing nemen waardoor je een goed geweten behoudt (Gal. 6:5; 1 Tim. 1:19). Hoe doe je dat? Denk eens hieraan: als je een gerecht gaat eten dat je niet kent, wil je eerst weten wat erin zit. Zo moet je ook bij ontspanning eerst ¨ uitzoeken wat de ’ingredienten’ zijn (Ef. 5:17). 8 Misschien hou je bijvoorbeeld van sport, zoals veel mensen. Sport kan erg leuk zijn. Maar wat als je je aangetrokken ¨ voelt tot sporten die ingredienten bevatten als een agressieve competitiegeest, extreme risico’s, grote kans op blessures, vieringen die uit de hand lopen en fanatiek nationalisme? Als je er goed over nadenkt, kom je waarschijnlijk tot de conclusie dat zulke vormen van ontspanning niet passen bij Jehovah’s kijk en bij de boodschap van vrede en liefde die we prediken (Jes. 61:1; Gal. 5:19-21). Maar als ¨ een vorm van ontspanning uit ingredienten bestaat die niet in conflict zijn met Jehovah’s principes, kan het goed voor je zijn en je energie geven (Gal. 5:22, 23; lees Filippenzen 4:8). 7, 8. Hoe kun je bepalen of een vorm van ontspanning goed voor je is? Noem een voorbeeld. DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

9


Wanneer?

De tweede vraag die je jezelf kunt stellen is: wanneer doe ik aan ontspanning en hoeveel tijd Wanneer ben ik eraan kwijt? Je antwoord op de vraag wat? zegt veel over je voorkeur, wat je aanvaardbaar vindt en wat niet. Het antwoord op de vraag wanneer? zegt iets over je prioriteiten, wat je belangrijk vindt en wat niet. Wat kan je helpen te bepalen hoe belangrijk ontspanning is in je leven? 9

9. Wat onthult je antwoord op de vraag wanneer?

Jezus zei: „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand en met geheel uw kracht” (Mark. 12:30). Je kunt laten zien dat liefde voor Jehovah op de eerste plaats komt door Jezus’ raad op te volgen: „Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen zullen u worden toegevoegd” (Matth. 6:33). Deze woorden kunnen je helpen te bepalen op welke plaats ontspanning moet komen en hoeveel tijd je eraan moet besteden. 10

¨ 10, 11. Hoe kan Mattheus 6:33 je helpen te bepalen hoeveel tijd je aan ontspanning moet besteden?

Hoe kan Jezus’ voorbeeld je helpen goede vrienden en goede ontspanning te kiezen?

10

DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011


Merk op dat Jezus de aansporing gaf ’eerst het koninkrijk te zoeken’. Hij zei niet dat we alleen het koninkrijk moeten zoeken. Jezus wist dat we ook tijd moeten besteden aan andere dingen die we nodig hebben zoals eten, kleren, woonruimte, scholing, werk en ontspanning. ´ ´ Maar van al die dingen komt er een op de eerste plaats: Gods koninkrijk (1 Kor. 7:29-31). Als je dat beseft, zul je ertoe bewogen worden alle andere activiteiten, inclusief ontspanning, ondergeschikt te maken aan Gods koninkrijk. En dan kan ontspanning goed voor je zijn. 12 Het is goed om bij je keus van ontspanning van tevoren „de kosten te berekenen” (Luk. 14:28). Denk erover na 11

12. Hoe kan Lukas 14:28 op ontspanning toegepast worden?

hoeveel tijd het je gaat kosten. Bepaal vervolgens hoeveel tijd het je waard is. Als belangrijke dingen zoals persoonlijke studie, gezinsaanbidding, vergaderingen en de velddienst eronder te lijden hebben, is dat het niet waard (Mark. 8:36). Maar als die vorm van ontspanning je juist de energie geeft om eerst het Koninkrijk te blijven zoeken, kun je concluderen dat de tijd die je eraan kwijt bent, goed besteed is. Wie?

De derde vraag die je jezelf kunt stellen is: met wie doe ik aan ontspanning? Het is belangrijk hierover na te denken, want het antwoord op die vraag bepaalt in grote mate of de ontspanning die je hebt gekozen goed voor je is. Net zoals het meestal gezellig is samen met vrienden te eten, zo is het vaak leuk samen met vrienden aan ontspanning te doen. Het is dus begrijpelijk dat veel personen, vooral jongeren, graag met anderen aan ontspanning doen. Maar om zeker te weten dat die ontspanning een goede uitwerking op je heeft, is het verstandig om van tevoren te bepalen wie goede of slechte omgang is (2 Kron. 19:2; lees Spreuken 13:20; Jak. 4:4). 13

13. Waarom moet je er goed over nadenken met wie je aan ontspanning doet? DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

11


Jezus’ voorbeeld zal je helpen goede vrienden te kiezen. Hij heeft altijd al van mensen gehouden (Spr. 8:31). Op aarde liet Wie hij zien dat hij liefde en respect had voor iedereen (Matth. 15:29-37). Toch maakte hij verschil tussen vriendelijk zijn en een goede vriend zijn. Hij was namelijk vriendelijk tegen iedereen, maar hij was alleen een vriend van mensen die aan bepaalde vereisten voldeden. Tegen zijn elf trouwe apostelen zei hij: „Gij zijt mijn vrienden indien gij doet wat ik u gebied” (Joh. 15:14; zie ook Johannes 13:27, 30). Jezus wilde alleen een vriend zijn van personen die hem volgden en Jehovah dienden. 15 Het is verstandig over Jezus’ woorden na te denken als je wilt weten of iemand een goede vriend zou zijn. Vraag je af: Blijkt uit wat hij zegt en doet dat hij de geboden van Jehovah en Jezus gehoorzaamt? Heeft hij dezelfde Bijbelse normen en waarden als ik? Zal omgang met hem me helpen het Koninkrijk voorop te stellen in mijn leven en Jehovah trouw te dienen? Als je deze vragen echt met 14

14, 15. (a) Hoe helpt Jezus’ voorbeeld je goede vrienden te kiezen? (b) Wat moet je je afvragen voordat je iemand als vriend kiest?

Kun je dit uitleggen? Hoe helpen de principes in de volgende teksten je om een keus te maken op het gebied van ontspanning? ˙ Filippenzen 4:8 ¨ ˙ Mattheus 6:33 ˙ Spreuken 13:20 12

DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

ja kunt beantwoorden, heb je een goede vriend gevonden met wie je je vrije tijd kunt doorbrengen. (Lees Psalm 119:63; 2 Kor. 6:14; 2 Tim. 2:22.) Is de ontspanning die je kiest geschikt?

We hebben kort stilgestaan bij drie vragen over ontspanning die te maken hebben met de kwaliteit, kwantiteit en omgang. Amusement kan alleen goed voor je zijn als het op elk van die drie terreinen voldoet aan de Bijbelse normen. Dus voordat je een vorm van ontspanning kiest, moet je de checklist erbij halen. Vraag je over de kwaliteit af: Wat houdt het precies in? Keurt Jehovah het goed, of is het gewelddadig of immoreel? (Spr. 4:20-27) Vraag je over de kwantiteit af: Hoeveel tijd gaat het me kosten? Is het die tijd waard? (1 Tim. 4:8) En vraag je over de omgang af: Met wie doe ik aan ontspanning? Is het goede of slechte omgang? — Pred. 9:18; 1 Kor. 15:33. 17 Als een vorm van ontspanning op een van de drie terreinen niet aan de Bijbelse normen voldoet, is die niet geschikt. Maar als je alles op de checklist kunt afvinken, dan heb je ontspanning die Jehovah goedkeurt en die goed voor je is (Ps. 119:33-35). 18 Let dus bij ontspanning op de volgende dingen: de juiste activiteit, de juiste hoeveelheid tijd en de juiste omgang. Het moet je wens zijn de volgende Bijbelse raad op te volgen: „Hetzij gij daarom eet of drinkt of iets anders doet, doet alle dingen tot Gods heerlijkheid” (1 Kor. 10:31). 16

16. Wat moet je je afvragen over ontspanning? 17, 18. (a) Hoe bepaal je of een vorm van ontspanning geschikt is? (b) Wat voor ontspanning zul jij kiezen?


GOEDE RAAD VOOR VRIJGEZELLEN EN GEHUWDEN „Ik zeg dit (...) om u te bewegen tot dat wat welvoeglijk is en dat wat voortdurende dienst voor de Heer betekent, zonder te worden afgeleid.” ¨ — 1 KORINTHIERS 7:35.

W

EINIG dingen in het leven brengen zoveel teweeg als omgang met de andere sekse. Het kan je gelukkig maken, maar het kan ook heel frustrerend zijn. Om goed met zulke emoties om te gaan hebben we Gods hulp nodig. Maar er zijn meer goede redenen om die hulp te zoeken. Iemand die graag vrijgezel wil blijven, heeft misschien het gevoel dat familie of vrienden hem pushen om te trouwen. Een ander wil misschien wel trouwen, maar heeft nog geen geschikte partner gevonden. Iemand die verkering heeft, kan misschien raad gebruiken om zich voor te bereiden op de verantwoordelijkheden van het huwelijk. En of je nu getrouwd bent of niet, iedereen kan te maken krijgen met verleidingen op seksueel gebied. 2 Deze dingen zijn niet alleen van invloed op je geluk maar ook op je band met Jehovah. Paulus gaf in hoofdstuk 7 van ¨ zijn eerste brief aan de Korinthiers advies voor vrijgezellen en gehuwden. Hij wilde zijn lezers motiveren het goede te doen en God met heel hun hart te blijven dienen zonder afgeleid te worden (1 Kor. 7:35). Bekijk dus hoe je Paulus’ raad kunt gebruiken om Jehovah in jouw situatie, getrouwd of ongetrouwd, zo goed mogelijk te dienen. 1, 2. Waarom is het goed te weten welke raad de Bijbel voor vrijgezellen en gehuwden geeft?

Een persoonlijke beslissing Net als bij de Joden in de eerste eeuw is trouwen tegenwoordig in veel culturen heel belangrijk. Als je op een bepaalde leeftijd nog niet getrouwd bent, vinden bezorgde vrienden en familieleden het misschien nodig je advies te geven. Ze laten in gesprekken doorschemeren dat je meer moeite moet doen om een partner te vinden. Misschien weten ze nog wel iemand voor je of proberen ze je zelfs aan iemand te kopˆ pelen! Zulke dingen kunnen leiden tot genante situaties, het einde van een vriendschap of gekwetste gevoelens. 4 Paulus zette anderen nooit onder druk om te trouwen of om vrijgezel te blijven (1 Kor. 7:7). Zelf vond hij het prima om Jehovah als vrijgezel te dienen, maar hij respecteerde het recht van anderen om te trouwen. Ook nu heeft iemand het recht zelf te beslissen of hij trouwt of niet. Anderen horen hem niet onder druk te zetten om een bepaalde keus te maken. 3

Gelukkig als vrijgezel Wat opvalt aan Paulus’ woorden aan ¨ de Korinthiers is zijn positieve kijk op het 5

3, 4. (a) Wat kan er gebeuren als vrienden en familie iemand onder druk zetten om te trouwen? (b) Hoe kan Paulus’ raad ons helpen een goede kijk te hebben op het huwelijk? 5, 6. Waarom moedigde Paulus christenen aan vrijgezel te blijven? DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

13


Je kunt als vrijgezel gelukkig zijn door meer in Jehovah’s dienst te doen

¨ ongehuwde leven. (Lees 1 Korinthiers 7:8.) Paulus was niet getrouwd, maar hij vond dat geen reden om zich boven anderen te verheffen, zoals sommige geestelijken van de christenheid met hun celibaat dat doen. Wel benadrukte hij een voordeel dat vrijgezelle predikers van het goede nieuws hebben. Welk voordeel? 6 Een vrijgezel kan vaak toewijzingen in Jehovah’s dienst aannemen die misschien buiten het bereik van een getrouwd persoon liggen. Paulus kreeg een speciaal voor¨ recht als „apostel der natien” (Rom. 11:13). In Handelingen hoofdstuk 13 tot 20 kun je lezen hoe hij en andere zendelingen in nieuwe gebieden predikten en heel wat nieuwe gemeenten oprichtten. Hij kreeg in zijn dienst dingen te verduren die wij waarschijnlijk nooit mee zullen maken (2 Kor. 11:23-27, 32, 33). Maar de vreugde die het hem gaf zoveel mensen te helpen in de waarheid te komen, maakte alles goed (1 Thess. 1:2-7, 9; 2:19). Had hij dat allemaal kunnen doen als hij getrouwd was en een gezin had? Waarschijnlijk niet. 14

DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

Veel vrijgezelle broeders en zusters gebruiken hun situatie om meer te doen in de prediking. Sara en Limbania zijn vrijgezelle pioniersters in Bolivia die naar een dorp verhuisden waar al jaren niet gepredikt was. In het dorp was geen elektriciteit. Ze vertelden: „Omdat er geen radio of tv is, brengen mensen hun tijd vooral door met lezen.” Het bleek dat sommige dorpelingen nog oude publicaties van Jehovah’s Getuigen lazen die allang niet meer gedrukt werden. Omdat de zusters bij bijna elke deur mensen troffen die belangstelling hadden, was het moeilijk om het hele gebied te bewerken. Een oude vrouw zei: „Het einde is vast dichtbij want Jehovah’s Getuigen hebben ons eindelijk bereikt.” Al gauw begonnen mensen uit het dorp vergaderingen te bezoeken. 8 Natuurlijk hebben ook getrouwde broeders en zusters mooie resultaten als ze in 7

7. Hoe gebruikten twee vrijgezelle pioniersters hun situatie om meer te doen in de prediking? 8, 9. (a) Waarom zei Paulus dat het goed is Jehovah te dienen als vrijgezel? (b) Welke voordelen hebben vrijgezelle broeders en zusters?


moeilijke gebieden prediken. Maar bepaalde toewijzingen zijn voor vrijgezelle pioniers soms wat makkelijker dan voor degenen die getrouwd zijn of die kinderen hebben. Toen Paulus naar de gemeenten schreef, wist hij dat er nog heel wat te doen was in de prediking. En hij wilde dat iedereen dezelfde vreugde zou ervaren als hij. Om die reden zei hij dat het goed was Jehovah te dienen als vrijgezel. 9 Een vrijgezelle pionierster uit de Verenigde Staten schreef: „Sommigen denken dat je niet gelukkig kunt zijn als je ongehuwd bent. Maar ik heb gemerkt dat echt geluk afhangt van je vriendschap met Jehovah. Het is een offer om vrijgezel te zijn, maar ook een geweldige gave als je er goed gebruik van maakt.” Over het vinden van geluk schreef ze: „Het leven als vrijgezel hoeft geen obstakel voor geluk te zijn maar kan juist een springplank naar geluk zijn. Ik weet dat Jehovah niemand buitensluit van zijn liefdevolle zorg, ook vrijgezellen niet.” Nu dient ze in een land waar meer behoefte is. Als jij vrijgezel bent, kun je je vrijheid dan benutten om meer te doen in de prediking? Misschien ontdek je dan wel dat het echt een kostbare gave van Jehovah is. Als je graag wilt trouwen Een broeder of zuster kan na een tijd vrijgezel te zijn geweest, besluiten op zoek te gaan naar een geschikte huwelijkspartner. Omdat zo iemand weet dat hij leiding nodig heeft, vraagt hij Jehovah daarbij om hulp. ¨ (Lees 1 Korinthiers 7:36.) 11 Als je iemand zoekt die net als jij de wens heeft om Jehovah met heel zijn hart te dienen, bid daar dan geregeld om (Fil. 4:6, 7). Raak niet ontmoedigd als het lang lijkt te duren. Vertrouw erop dat Jehovah 10

10, 11. Hoe helpt Jehovah iemand die nog geen geschikte partner heeft gevonden?

weet wat je nodig hebt en je zal helpen de situatie aan te kunnen (Hebr. 13:6). 12 Stel, je wilt trouwen en iemand die niet in de waarheid is of die geen goede band met Jehovah heeft, toont interesse in je. Hou dan in gedachte dat een slechte keus kan leiden tot emotionele pijn die veel erger is dan de eenzaamheid die je als vrijgezel ervaart. En vergeet niet dat je een huwelijkspartner kiest voor de rest van je leven (1 Kor. 7:27). Neem dus niet wanhopig een beslissing waar je la¨ ter spijt van krijgt. (Lees 1 Korinthiers 7:39.) Bereid je voor op het huwelijk Hoewel Paulus zei dat het goed was Jehovah te dienen als vrijgezel, keek hij niet neer op degenen die besloten te trouwen. Zijn raad is juist een hulp om een realistische kijk te hebben op het getrouwde leven en om altijd bij elkaar te blijven. 14 Sommige stellen moeten hun verwachtingen van het huwelijk bijstellen. In hun verkeringstijd denken ze misschien dat hun liefde uniek en heel speciaal is, een garantie voor een gelukkig huwelijk. Vlak na hun trouwen zitten ze op een roze wolk en denken ze dat niks hun geluk kan verstoren. Maar dat is onrealistisch. Hoewel romantiek een mooi element is van het huwelijk, is er meer nodig om goed om te gaan met de moeilijkheden waar elk getrouwd paar mee ¨ te maken krijgt.1 (Lees 1 Korinthiers 7:28.) 15 Heel wat pasgetrouwden zijn verbaasd of zelfs teleurgesteld als ze merken dat ze anders denken over belangrijke dingen. Bijvoorbeeld over hoe ze hun geld of hun vrije tijd besteden, waar ze gaan wonen en hoe vaak ze bij de schoonfamilie moeten 13

1 Zie het Gezinsgeluk-boek, hfst. 2 §16-19.

12. Waarom moet je er heel goed over nadenken met wie je trouwt? 13-15. Waar moet een stel over praten voordat ze gaan trouwen? DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

15


langsgaan. En elk van beiden heeft trekjes waar de ander zich aan kan ergeren. In de verkeringstijd stap je makkelijk over zulke dingen heen, maar later kunnen ze veel spanningen geven in het huwelijk. Het is dus verstandig dat een stel daarover praat voordat ze gaan trouwen. 16 Om een gelukkig huwelijk te hebben ´ ´ moet een echtpaar op een lijn zitten bij het aanpakken van problemen. Ze moeten het eens zijn over de opvoeding van de kinderen en de zorg voor bejaarde ouders. De druk die wordt veroorzaakt door problemen in het gezin, mag de twee niet uit elkaar drijven. Bijbelse raad zal ze helpen heel wat problemen op te lossen, goed om te gaan met problemen die ze niet direct kunnen oplossen en samen gelukkig te zijn (1 Kor. 7:10, 11). ´ ´ 16. Waarom moet een echtpaar op een lijn zitten bij het aanpakken van problemen?

Paulus noemt nog een realiteit van het ¨ getrouwde leven in 1 Korinthiers 7:32-34. (Lees.) Gehuwden zijn „bezorgd voor de dingen van de wereld”, zoals voedsel, kleding, onderdak en andere dingen die niet met Jehovah’s aanbidding te maken hebben. Waarom is dat zo? Als een broeder vrijgezel is, kan hij zich volledig richten op de dienst. Maar als hij trouwt, moet hij wat van die tijd en energie in zijn relatie steken. En hetzelfde geldt voor de vrouw. Maar Jehovah begrijpt dat. Voor een gelukkig huwelijk moeten man en vrouw vaak wat van de tijd die ze voorheen in Jehovah’s dienst gebruikten, aan elkaar besteden. 18 Maar hoe zit het met de tijd die een man of vrouw als vrijgezel aan ontspanning 17

17. Wat wil het zeggen dat echtparen bezorgd zijn „voor de dingen van de wereld”? 18. Wat moet een echtpaar misschien op sociaal gebied veranderen?

Wat moeten sommigen na hun huwelijk misschien veranderen?

16

DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011


en vrienden besteedde? Het is logisch dat een stel ook daar tijd van gebruikt om hun huwelijk sterk te maken, en niet alleen van hun dienst voor Jehovah. Wat zou een vrouw ervan vinden als haar man nog net zo veel met zijn vrienden ging sporten als voor hun huwelijk? Of hoe zou een man het vinden als zijn vrouw nog evenveel tijd doorbracht met haar vriendinnen? De partner kan zich daardoor verwaarloosd, eenzaam en ongelukkig voelen. Om dat te voorkomen moet een echtpaar er alles aan doen om hun huwelijksband te versterken (Ef. 5:31). Jehovah wil dat we moreel rein zijn 19 Aanbidders van Jehovah zijn vastbesloten om op seksueel gebied rein te blijven. Om op dat terrein problemen te voorkomen besluiten sommigen te trouwen. Maar het huwelijk is niet automatisch een bescherming tegen seksuele onreinheid. In Bijbelse tijd bood een versterkte stad alleen bescherming als het volk binnen de muren bleef. Buiten de muren bestond het gevaar dat je beroofd of gedood werd. De wetten en beperkingen die Jehovah heeft vastgesteld voor gehuwden, zijn als de muren van een stad. Om beschermd te worden tegen seksuele immoraliteit moet je wel binnen die grenzen blijven. ¨ 20 Paulus legde in 1 Korinthiers 7:2-5 uit wat die grenzen zijn. Man en vrouw hebben het alleenrecht op seks met elkaar. God zegt dat beiden elkaar moeten geven wat de ander op seksueel gebied „toekomt”. Maar sommige mannen en vrouwen zijn lange tijd uit elkaar. Ze gaan apart op vakantie of zijn door hun werk lang van elkaar ge19, 20. (a) Hoe moeten echtparen zich beschermen tegen seksuele immoraliteit? (b) Welk gevaar bestaat er als echtparen lange tijd niet bij elkaar zijn?

scheiden, waardoor ze de ander niet kunnen geven wat hem of haar toekomt. Satan gebruikt zulke situaties om huwelijken kapot te maken. Wat zou het dus triest zijn als iemand door „gebrek aan zelfbeheersing” vreemdgaat. Jehovah zegent een gezinshoofd die zijn gezin onderhoudt zonder zijn huwelijk op het spel te zetten (Ps. 37:25). Gehoorzaam Bijbelse raad Het is niet bepaald makkelijk te beslissen of je vrijgezel blijft of gaat trouwen. Wat je ook beslist, door onvolmaaktheid zijn problemen onvermijdelijk. Dus ook al word je door Jehovah gezegend, toch kun je weleens teleurgesteld raken. Maar als je de goe¨ de raad uit 1 Korinthiers hoofdstuk 7 toepast, kun je veel problemen vermijden. Of je nu getrouwd bent of niet, je kunt Jehovah ¨ blij maken. (Lees 1 Korinthiers 7:37, 38.) Het mooiste doel waar je naar kunt streven, is Jehovah’s goedkeuring. Als je die hebt, kun je ernaar uitkijken straks in zijn nieuwe wereld te leven. Dan zullen relaties tussen mannen en vrouwen vrij zijn van de problemen die nu zo algemeen zijn. 21

21. (a) Waarom zijn beslissingen rond het huwelijk en de ongehuwde staat zo moeilijk? (b) Hoe kan de ¨ raad uit 1 Korinthiers hoofdstuk 7 ons helpen?

Kun je dit beantwoorden? ˙ Waarom mag je iemand niet onder druk zetten om te trouwen? ˙ Hoe kun je als vrijgezel je tijd zo goed mogelijk gebruiken? ˙ Hoe kan een stel dat verkering heeft zich op het getrouwde leven voorbereiden? ˙ Waarom is het huwelijk niet automatisch een bescherming tegen seksuele immoraliteit? DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

17


IK VIND HET HEERLIJK JEHOVAH TE DIENEN ˘

VER TELD DO O R

FRED RUSK

˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙

Al op jonge leeftijd maakte ik mee wat David in Psalm 27:10 zei: „Ingeval mijn eigen vader en mijn eigen moeder mij werkelijk verlieten, zou toch Jehovah zelf mij opnemen.” Ik wil graag vertellen hoe dat voor mij opging.

I

K BEN opgegroeid tijdens de Grote Depressie van de jaren dertig op de boerderij van m’n opa in de staat Georgia (VS). Na de dood van m’n moeder en pasgeboren broertje had m’n vader werk gevonden in een andere stad en me achtergelaten bij m’n opa, die weduwnaar was. Later heeft m’n vader nog geprobeerd te regelen dat ik bij hem kon wonen, maar dat is nooit gelukt. De oudste dochters van m’n opa zorgden voor het huishouden. Hoewel hij niet gelovig was, waren zijn dochters strikte baptisten. Ik moest elke zondag mee naar de kerk, anders kreeg ik er flink van langs. Als kind had ik dus niet zo veel met religie. School en sport vond ik wel leuk. Een bezoek dat m’n leven veranderde Op een middag in 1941, ik was toen 15, kwam er een ouder echtpaar bij ons langs. De man werd voorgesteld als „je oom Talmadge Rusk”. Ik had nog nooit van hem gehoord maar begreep dat hij en zijn vrouw Jehovah’s Getuigen waren. Hij vertelde dat het Gods voornemen was dat mensen eeu18

DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

wig op aarde zouden leven. Dat was heel wat anders dan wat ik in de kerk had gehoord. De meesten in m’n familie waren het niet eens met wat ze vertelden en vonden het belachelijk. Dus waren ze niet meer welkom. Maar tante Mary, die maar drie jaar ouder was dan ik, nam een bijbel en Bijbelse publicaties aan. Mary was er al snel van overtuigd dat ze de waarheid had gevonden en liet zich in 1942 dopen als een van Jehovah’s Getuigen. Ze ervoer wat Jezus had voorzegd: „’s Mensen vijanden zullen zijn eigen huisgenoten zijn” (Matth. 10:34-36). De druk van de familie was enorm. Een oudere zus die aanzien had in de gemeenschap, gebruikte haar invloed bij de burgemeester om oom Talmadge te laten arresteren. De beschuldiging was: huis-aan-huisverkoop zonder vergunning. Hij werd veroordeeld. De stadskrant berichtte dat de burgemeester, die ook de rechter was, in de rechtszaal had gezegd: „De lectuur die deze man verspreidt (...) is zo gevaarlijk als vergif.” M’n oom ging in beroep en won de zaak, maar


Op de boerderij van m’n opa in Georgia (1928)

hij had ondertussen wel tien dagen in de gevangenis gezeten. Hoe tante Mary me hielp Mary sprak niet alleen met mij over haar nieuwe geloof, ze ging ook prediken tegen de buren. Ik ging met haar mee naar een Bijbelstudie bij een man die het boek The New World1 had genomen. Zijn vrouw zei dat hij er de hele nacht in had zitten lezen. Ik was nog terughoudend tegenover alles wat met religie te maken had, maar wat ik leerde sprak me aan. Toch waren het in eerste instantie niet de Bijbelse leringen die me overtuigden dat de Getuigen Gods volk waren. De manier waarop ze behandeld werden wel. Toen Mary en ik bijvoorbeeld eens naar huis liepen na een dag werk op het veld, vonden we de smeulende resten van haar lectuur, een grammofoon en platen met Bijbelse boodschappen. Haar zussen hadden die verbrand. Ik was kwaad, maar een van m’n tantes zei neerbuigend: „Je zult ons hier later dankbaar voor zijn.” In 1943 werd Mary uit huis gezet omdat ze weigerde haar nieuwe geloof op te geven en te stoppen met prediken tegen de buren. 1 Uitgegeven in 1942 maar nu niet meer leverbaar.

Tante Mary en oom Talmadge

Tegen die tijd had ik al geleerd dat God een naam heeft, Jehovah, en dat hij een lieve God is met medegevoel, niet een die mensen laat branden in de hel. Ik was ook te weten gekomen dat Jehovah een liefdevolle organisatie heeft, hoewel ik nog niet naar een vergadering was geweest. Later was ik het gras aan het maaien toen er een auto stopte met twee mannen erin. Een van hen vroeg of ik Fred was. Toen ik erachter kwam dat het Getuigen waren, zei ik: „Wacht, ik stap wel in en dan rijden we naar een plek waar we kunnen praten.” Mary had geregeld dat ze bij me langskwamen. Een van die mannen was Shield Toutjian, een kringdienaar. Hij gaf me de aanmoediging en geestelijke leiding die ik toen nodig had. De tegenstand van de familie was nu op mij gericht omdat ik de geloofsopvattingen van Jehovah’s Getuigen verdedigde. Mary woonde ondertussen in Virginia en schreef dat ik bij haar kon wonen als ik zeker wist dat ik Jehovah wilde dienen. Ik aarzelde geen moment. Op een vrijdagavond in oktober 1943 deed ik wat spulletjes in een doos die ik in een boom een eindje van ons huis hing. Op zaterdag haalde ik de doos op, nam een sluiproute naar het huis van de buren en kreeg een lift naar de stad. Ik DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

19


Mary, Gladys en Grace

M’n doop op 14 juni 1944

reisde naar Roanoke, de stad waar Mary bij Edna Fowlkes inwoonde. Geestelijke groei, doop, Bethel Edna was een gezalfde Getuige die erg met anderen begaan was, een hedendaagse Lydia. Ze had een groot huis gehuurd, waardoor niet alleen tante Mary bij haar kon wonen maar ook de vrouw en de twee dochters van haar broer. De twee dochters, Gladys en Grace Gregory, zijn later zendeling geworden. Gladys is nu in de negentig en dient nog steeds trouw op het bijkantoor in Japan. Toen ik bij Edna woonde, ging ik naar de vergaderingen en kreeg ik opleiding in de dienst. Omdat ik nu de vrijheid had om Gods Woord te bestuderen en naar de vergaderingen te gaan, werd m’n toegenomen geestelijke honger gestild. Op 14 juni 1944 werd ik gedoopt. Mary, Gladys en Grace gingen pionieren en kregen een toewijzing in het noorden van Virginia. Ze hielpen mee om een gemeente in Leesburg op te richten. Begin 1946 begon ik met pionieren in een naburig gebied. Die zomer gingen we samen naar het gedenkwaardige internationale congres in Cleveland (Ohio) van 4 tot 11 augustus. Op dat congres sprak Nathan Knorr, die de leiding had in de organisatie, over plan20

DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

Op de Dienstafdeling

nen om Bethel in Brooklyn uit te breiden. Het ging om de bouw van een nieuw woongebouw en een uitbreiding van de drukkerij. Er waren veel jonge broeders nodig. Omdat ik Jehovah daar graag wilde dienen, vulde ik een aanvraag in. Binnen een paar maanden, op 1 december 1946, ging ik naar Bethel. Ongeveer een jaar later kwam de drukkerijopziener, Max Larson, bij me langs op de Verzendafdeling. Hij liet me weten dat ik toegewezen was aan de Dienstafdeling. In die toewijzing heb ik veel geleerd over het toepassen van Bijbelse beginselen en het functioneren van Jehovah’s organisatie, vooral toen ik samenwerkte met T.J. (Bud) Sullivan, de afdelingsopziener. M’n vader is me een paar keer op Bethel komen bezoeken. Hij was op latere leeftijd nog godsdienstig geworden. In 1965 zei hij bij z’n laatste bezoek: „Je mag mij nog wel komen bezoeken, maar ik kom hier nooit meer naartoe.” Ik heb hem nog een paar keer bezocht voordat hij overleed. Hij was er zeker van dat hij naar de hemel zou gaan. Ik hoop dat hij in Jehovah’s herinnering is. Dan zal hij een opstanding krijgen op een heel andere plek dan hij verwachtte, namelijk hier op aarde, met het vooruitzicht eeuwig in het herstelde paradijs te leven.


Mary en ik op het internationale congres van 1958 in het Yankeestadion

Marjorie en ik op onze trouwdag

Andere gedenkwaardige congressen en bouwprojecten Congressen waren altijd mijlpalen van geestelijke groei, vooral de internationale congressen van de jaren vijftig in het Yankeestadion in New York. In 1958 waren het Yankeestadion en de Polo Grounds volgepakt, met als hoogtepunt 253.922 aanwezigen uit 123 landen. Op dat congres gebeurde ook iets wat ik nooit zal vergeten. Terwijl ik op het congresbureau werkte, kwam broeder Knorr naar me toegesneld. „Fred,” zei hij, „ik ben op de een of andere manier vergeten een broeder te vragen om de pioniers toe te spreken. Ze zitten allemaal in een gehuurde zaal hier vlakbij. Wil jij er meteen naartoe gaan? Hou maar een mooie lezing over wat je onderweg te binnen schiet.” Ik heb toen heel veel gebeden voordat ik er buiten adem aankwam. Omdat het aantal gemeenten in New York in de jaren vijftig en zestig explosief toenam, voldeden de gehuurde zalen niet meer aan de behoefte. Daarom werden er tussen 1970 en 1990 drie gebouwen in Manhattan gekocht om er geschikte vergaderplaatsen van te maken. Ik was voorzitter van de bouw´ comites voor die projecten en kijk met veel plezier op die tijd terug. Jehovah heeft de

Marjorie en ik in 2008

gemeenten rijk gezegend die met elkaar samenwerkten om de bouw te financieren en te voltooien. De gebouwen worden nog steeds als centra van ware aanbidding gebruikt. Veranderingen in m’n leven Op een dag in 1957 liep ik van het woongebouw door het park naar de drukkerij van Bethel. Het begon te regenen. Voor me liep een knappe, blonde zuster die nieuw was op Bethel. Omdat ze geen paraplu had, bood ik haar aan onder die van mij te komen. Zo ontmoette ik Marjorie, en sinds ons trouwen in 1960 zijn we samen doorgegaan in Jehovah’s dienst, in regen en zonneschijn. In september 2010 waren we vijftig jaar getrouwd. We waren nog maar net terug van onze huwelijksreis toen broeder Knorr me vertelde dat ik aangesteld was als Gileadleraar. Wat een bijzonder voorrecht! Van 1961 tot 1965 werd er vijf keer een langere cursus georganiseerd speciaal voor broeders met grote verantwoordelijkheden op een bijkantoor. In de herfst van 1965 werd de cursus weer ingekort naar vijf maanden en kwam de nadruk weer te liggen op het opleiden van zendelingen. DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

21


In 1972 werd ik opziener van de afdeling Writing Correspondence, die over de correspondentie van de Schrijversafdeling gaat. Het nazoekwerk dat ik deed voor allerlei vragen en problemen heeft me geholpen Bijbelse leringen beter te begrijpen en de hoge beginselen van Jehovah beter toe te passen bij het helpen van anderen. In 1987 werd ik toegewezen aan een nieuwe afdeling: de Ziekenhuisinformatiedienst. Er werden seminars georganiseerd om de ´ ouderlingen van ziekenhuiscontactcomites te leren hoe ze artsen, rechters en maatschappelijk werkers moesten benaderen om onze Bijbelse kijk op bloed uit te leggen. Een groot probleem was dat artsen onze kinderen tegen de wil van de ouders bloedtransfusie gaven, vaak met een rechterlijk bevel. Als er suggesties werden gedaan voor alternatieven, was de reactie van een chirurg meestal dat die niet beschikbaar of te duur waren. Ik vroeg dan vaak: „Mag ik uw hand eens zien?” Vervolgens zei ik: „Kijk, u bezit zelf een van de beste alternatieven voor bloed.” Dat compliment herinnerde hem aan iets wat hij heel goed wist, namelijk dat een precies gebruik van de scalpel het bloedverlies tot een minimum beperkt. In de afgelopen twintig jaar heeft Jehovah die inspanningen om artsen en rechters te informeren enorm gezegend. Hun houding is heel erg veranderd toen ze ons standpunt beter gingen begrijpen. Ze weten nu dat medisch onderzoek aantoont dat alternatieven effectief zijn en dat er heel wat meewerken¨ de artsen en ziekenhuizen zijn die patienten zonder bloed behandelen. Sinds 1996 dienen Marjorie en ik op het Wachttoren-Onderwijscentrum in Patterson, zo’n 110 kilometer ten noorden van Brooklyn. Ik heb hier kort op de Dienstafdeling gewerkt en later een tijd meegeholpen met het opleiden van bijkantoorperso22

DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

neel en reizende opzieners. De afgelopen twaalf jaar dien ik weer als opziener van de afdeling Writing Correspondence, die van Brooklyn naar Patterson is verhuisd. Oud worden valt niet mee Ik ben nu halverwege de tachtig, en ik vind het steeds moeilijker om m’n dienstvoorrechten op Bethel te behartigen. Ruim tien jaar heb ik tegen kanker gevochten. Ik voel me zoals Hizkia zich moet hebben gevoeld toen zijn leven door Jehovah werd verlengd (Jes. 38:5). Ook de gezondheid van Marjorie gaat achteruit, en ze heeft alzheimer. We proberen daar samen goed mee om te gaan. Ze is altijd een bekwame predikster, een mentor voor jongeren en m’n steun en toeverlaat geweest. Ze was altijd een goede student en onderwijzer van de Bijbel, en heel wat geestelijke kinderen houden nog contact met ons. Tante Mary stierf in maart 2010 op 87-jarige leeftijd. Ze kon als geen ander de Bijbel onderwijzen en heeft velen geholpen om voor de waarheid te kiezen. Ze heeft heel lang in de volletijddienst gestaan. Ik ben haar erg dankbaar dat ze me heeft geholpen de Bijbelse waarheid te leren kennen en net als zij Jehovah te gaan aanbidden. Mary ligt begraven naast haar man, die zendeling in Is¨ rael was geweest. Ik ben ervan overtuigd dat ze in Jehovah’s herinnering zijn en een opstanding zullen krijgen. Ik ben Jehovah dankbaar voor de vele zegeningen die ik heb ontvangen in de 67 jaar dat ik hem dien. Ik heb het altijd heerlijk gevonden Jehovah’s wil te doen! Ik heb vertrouwen in zijn onverdiende goedheid en hoop van harte dat ik mag delen in de belofte van zijn Zoon: „Een ieder die ter wille van mijn naam huizen of broers of zusters of vader of moeder of kinderen of landerijen heeft verlaten, zal vele malen meer ontvan¨ gen en eeuwig leven beerven” (Matth. 19:29).


VERTROUW OP JEHOVAH, „DE GOD VAN ALLE VERTROOSTING” „Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader¨ der tedere barmhartigheden en de God van alle vertroosting.” — 2 KORINTHIERS 1:3.

A

L VANAF de geboorte hebben mensen behoefte aan troost. Een baby gaat huilen als hij troost nodig heeft. Misschien wil hij opgepakt worden of heeft hij honger. Ook volwassenen hebben behoefte aan troost, vooral als ze moeilijkheden meemaken. 2 Familie en vrienden kunnen je een mate van troost geven. Maar ze kunnen je niet in alle situaties helpen. Er zijn momenten dat alleen Jehovah je kan troosten. Zijn Woord belooft: „Jehovah is nabij allen die hem aanroepen (...) en hun hulpgeschreeuw zal hij horen” (Ps. 145:18, 19). De Bijbel zegt ook: „De ogen van Jehovah zijn gewend naar de rechtvaardigen, en zijn oren naar hun hulpgeschreeuw” (Ps. 34:15). Maar als je Jehovah’s steun en troost wilt, moet je op hem vertrouwen. David zei: „Jehovah zal een veilige hoogte worden voor iedere verbrijzelde, een veilige hoogte in tijden van nood. En zij die uw naam kennen, zullen op u vertrouwen, want gij zult hen die u zoeken, stellig niet verlaten, o Jehovah” (Ps. 9:9, 10). 3 Jehovah vindt zijn aanbidders kostbaar. Jezus zei: „Worden niet vijf mussen voor twee geldstukken van geringe waarde ver´ ´ kocht? Toch wordt niet een daarvan ver1. Wat heeft iedereen nodig? 2. Wat belooft Jehovah aan degenen die op hem vertrouwen? 3. Hoe maakte Jezus duidelijk dat Jehovah van ons houdt?

geten bij God. Maar zelfs de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Vreest niet; gij zijt meer waard dan vele mussen” (Luk. ¨ 12:6, 7). En tegen de Israelieten zei Jehovah: „Met een liefde tot onbepaalde tijd heb ik u liefgehad. Daarom heb ik u getrokken met liefderijke goedheid” (Jer. 31:3). 4 Vertrouwen in Jehovah en zijn beloften kan op moeilijke momenten troost bieden. Heb daarom hetzelfde vertrouwen als ´ ´ Jozua, die zei: ’Niet een woord van alle goede woorden die Jehovah, uw God, tot u gesproken heeft, is onvervuld gebleven. Alles is voor u uitgekomen. Geen woord daarvan is onvervuld gebleven’ (Joz. 23:14). Ook al heb je het nu moeilijk, je kunt er zeker van zijn dat ’God getrouw is’ en zijn trouwe aanbidders nooit in de steek laat. ¨ (Lees 1 Korinthiers 10:13.) 5 Paulus noemt Jehovah „de God van alle vertroosting”. Vertroosten betekent iemand steunen die pijn en verdriet heeft, iemands verdriet verzachten. Dat is wat Jehovah ¨ doet. (Lees 2 Korinthiers 1:3, 4.) Onze hemelse Vader wordt door niets of niemand beperkt. Hij kan dus alles doen wat nodig is om degenen die van hem houden te troosten. Omdat „wijzelf door God worden vertroost” kunnen wij weer onze broeders en zusters troosten „die in enigerlei 4. Waarom kun je op Jehovah’s beloften vertrouwen? 5. Hoe komt het dat we anderen kunnen troosten? DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

23


verdrukking zijn”. Dat maakt heel goed duidelijk hoever Jehovah’s vermogen om te troosten reikt! Oorzaken van pijn en verdriet Er zijn veel situaties waarin we troost nodig hebben. Een van de grootste oorzaken van verdriet is misschien wel het verlies van een dierbare, vooral als het je huwelijkspartner of je kind is. Of misschien heb je behoefte aan steun en troost door discriminatie, een slechte gezondheid, ouderdom, armoede, huwelijksproblemen of de ellende in de wereld. 7 De moeilijkheden waarmee je te maken krijgt kunnen invloed hebben op je hart, geest, emoties, gezondheid en geloof. Je hart bijvoorbeeld kan volgens de Bijbel „gebroken en verbrijzeld” zijn (Ps. 51:17). In zo’n situatie kan Jehovah je zeker helpen, want „hij geneest de gebrokenen van hart, en verbindt hun pijnlijke plekken” (Ps. 147:3). Zelfs in heel moeilijke situaties kan Jehovah de pijn in je hart verlichten als je vol geloof tot hem bidt en zijn geboden gehoorzaamt. (Lees 1 Johannes 3:19-22; 5:14, 15.) 8 Ook onze geest heeft vaak troost nodig, want beproevingen kunnen veel stress of zorgen veroorzaken. In zulke gevallen hebben we behoefte aan hulp. De psalmist schreef: „Wanneer mijn verontrustende gedachten vele werden binnen in mij, waren het uw vertroostingen die mijn ziel gingen strelen” (Ps. 94:19). En Paulus zei: „Weest over niets bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te zamen met dankzeg6

6. Wat zijn enkele oorzaken van verdriet? 7. (a) Waarop kunnen moeilijkheden invloed hebben? (b) Hoe helpt Jehovah je als je hart „gebroken en verbrijzeld” is? 8. Hoe kan Jehovah je helpen als je stress of zorgen hebt? 24

DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

ging uw smeekbeden bij God bekend worden; en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus” (Fil. 4:6, 7). Als je de Bijbel leest en er diep over nadenkt, kun je rust vinden voor je geest (2 Tim. 3:15-17). 9 Soms kun je zo ontmoedigd zijn dat negatieve emoties je de baas worden. Misschien heb je het idee dat je een dienstvoorrecht of iets wat Jehovah van ons verwacht niet aankunt. Ook dan kan Jehovah je troosten en helpen. Denk eens aan het volgende voorbeeld. Toen Jozua de opdracht ¨ kreeg de Israelieten aan te voeren in de strijd tegen machtige volken, zei Mozes tegen het volk: „Weest moedig en sterk. Weest niet bevreesd en krimpt niet van angst ineen voor hen, want Jehovah, uw God, zelf trekt met u mee. Hij zal u niet in de steek laten, noch u geheel en al verlaten” (Deut. 31:6). Met Jehovah’s hulp kon Jozua het volk het beloofde land binnenleiden en alle vijanden overwinnen. Mozes had eerder bij de Rode Zee dezelfde steun van Jehovah ervaren (Ex. 14:13, 14, 29-31). 10 Moeilijke situaties kunnen ook je ge¨ zondheid beınvloeden. Natuurlijk zijn juiste voeding, genoeg slaap, voldoende bewe¨ ging en een goede hygiene een hulp om gezond te blijven. Maar daarnaast kan het goed voor je zijn om stil te staan bij wat de Bijbel over de toekomst zegt. Als je een moeilijke periode doormaakt, kun je denken aan Paulus’ aanmoedigende voorbeeld. Hij had veel beproevingen meegemaakt maar kon toch zeggen: „Wij worden in elk opzicht bestookt, maar toch niet zo 9. Wat kan je helpen met negatieve emoties om te gaan? 10. Wat kan je helpen als problemen je gezondheid ¨ beınvloeden?


HOE GA JE OM MET DINGEN DIE INVLOED HEBBEN OP JE . . . ˇ hart

Ps. 147:3; 1 Joh. 3:19-22; 5:14, 15

ˇ geest ˇ emoties

Ps. 94:19; Fil. 4:6, 7 Ex. 14:13, 14; Deut. 31:6

ˇ gezondheid ˇ geloof

2 Kor. 4:8, 9

Ps. 145:14; Jak. 5:14, 15

in het nauw gedreven dat wij ons niet meer kunnen bewegen; wij zijn ten einde raad, maar niet totaal zonder uitweg; wij worden vervolgd, maar niet in de steek gelaten; wij worden neergeworpen, maar niet vernietigd” (2 Kor. 4:8, 9). 11 Sommige problemen zijn een aanslag op je geloof. Ook dan komt Jehovah je te hulp. Zijn Woord belooft: „Jehovah ondersteunt allen die vallen, en richt alle neergebogenen op” (Ps. 145:14). Als je het gevoel hebt dat je geloof zwakker wordt, zoek dan hulp bij de ouderlingen (Jak. 5:14, 15). En houd altijd de hoop op eeuwig leven voor ogen. Dat kan je kracht geven bij geloofsbeproevingen (Joh. 17:3). Personen die door God getroost werden 12 De componist van Psalm 119 zei tegen Jehovah: „Gedenk het woord tot uw knecht, waarop gij mij hebt doen wachten. Dit is mijn troost in mijn ellende, want het is uw toezegging die mij in het leven heeft gehouden” (Ps. 119:49, 50). Wij hebben nu Gods geschreven Woord, waarin we heel 11. Wat kun je doen als je geloof aan het verzwakken is? 12. Op welke manier gaf Jehovah Abraham troost?

wat voorbeelden vinden van personen die door Jehovah getroost werden. Abraham bijvoorbeeld was erg van streek toen hij hoorde dat Jehovah Sodom en Gomorra ging verwoesten. Hij vroeg Jehovah: „Zult gij werkelijk de rechtvaardige met de goddeloze wegvagen?” Jehovah troostte hem met de geruststelling dat Hij Sodom niet zou vernietigen als er 50 rechtvaardige mensen in zouden wonen. Maar Abraham was er niet gerust op: Wat als er maar 45 zouden zijn? Of 40? 30? 20? 10? Jehovah verzekerde hem er elke keer geduldig en vriendelijk van dat Sodom dan gespaard zou worden. Hoewel er zelfs geen 10 rechtvaardigen in dat gebied woonden, redde Jehovah wel Lot en zijn dochters (Gen. 18:22-32; 19:15, 16, 26). 13 Elkana’s vrouw Hanna wilde heel graag kinderen. Maar ze was onvruchtbaar en dat maakte haar erg verdrietig. Ze sprak hier in gebed met Jehovah over, en de hogepries¨ ter Eli zei: „Moge de God van Israel uw bede inwilligen, die gij van hem gevraagd hebt.” Dat was een troost voor Hanna, „en haar 13. Hoe liet Hanna zien dat ze op Jehovah vertrouwde? DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

25


gezicht toonde geen bezorgdheid meer om haar eigen situatie” (1 Sam. 1:8, 17, 18). Ze vertrouwde op Jehovah en liet het aan hem over. Hoewel ze niet wist hoe het verder zou gaan, had ze innerlijke rust. Uiteindelijk verhoorde Jehovah haar gebed. Ze werd zwan¨ ger en kreeg een zoon, Samuel (1 Sam. 1:20). 14 Koning David is nog iemand die door Jehovah getroost werd. Omdat Jehovah „ziet hoe het hart is” wist hij dat David oprecht was en van de ware aanbidding hield toen Hij hem als koning uitkoos (1 Sam. 16:7; 2 Sam. 5:10). Maar later pleegde David overspel met Bathseba, wat hij probeerde te verbergen door haar man te laten doden. Toen David inzag dat hij een grote zonde had begaan, bad hij tot Jehovah: „Wis naar de overvloed van uw barmhartigheden mijn overtredingen uit. Was mij grondig van mijn dwaling, en reinig mij zelfs van mijn zonde. Want mijn overtredingen ken ikzelf, en mijn zonde is voortdurend ´ ´ voor mij” (Ps. 51:1-3). Hij had echt spijt, en Jehovah vergaf hem. Maar David moest wel leven met de gevolgen van wat hij had gedaan (2 Sam. 12:9-12). Toch was Jehovah’s barmhartigheid vertroostend voor David. 15 Toen Jezus op aarde was, kreeg hij met 14. Waarom had David troost nodig? Bij wie zocht hij troost? 15. Hoe hielp Jehovah Jezus vlak voor zijn dood?

Wat zou je antwoorden? ˙ Wat zijn een paar oorzaken van pijn en verdriet? ˙ Hoe troost Jehovah zijn aanbidders? ˙ Wat kan je troosten als je leven in gevaar is?

26

DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

heel wat moeilijke situaties te maken. Jehovah stond dat toe, en Jezus bleef hem trouw. Als volmaakt mens liet hij zien dat hij altijd op Jehovah vertrouwde en Zijn soevereiniteit hooghield. Vlak voordat hij verraden en gedood werd, bad hij: „Niet mijn wil, maar de uwe geschiede.” Toen kwam er een engel die hem sterkte (Luk. 22:42, 43). Jehovah gaf Jezus de troost, kracht en steun die hij op dat moment nodig had. 16 Als je leven vanwege je geloof in gevaar is, kan en zal Jehovah je helpen hem trouw te blijven. Daarnaast is de opstandingshoop een bron van troost. En we kijken echt uit naar de dag waarop ’als laatste vijand de dood wordt tenietgedaan’! (1 Kor. 15:26) Trouwe aanbidders die overleden zijn, en ook anderen, zijn in Jehovah’s volmaakte herinnering en krijgen een opstanding (Joh. 5:28, 29; Hand. 24:15). Vertrouwen in de belofte van de opstanding geeft je in tijden van vervolging troost en een sterke hoop. 17 Het is heel vertroostend te weten dat onze overleden dierbaren een opstanding krijgen in een prachtige nieuwe wereld. Niets zal dan nog pijn en verdriet veroorzaken. Een „grote schare” aanbidders van Jehovah zal het einde van deze slechte wereld overleven. Ze zullen het voorrecht hebben degenen die een opstanding krijgen te verwelkomen en te onderwijzen (Openb. 7:9, 10). Jehovah’s ondersteunende armen Mozes schreef een vertroostend lied

18

16. Hoe helpt Jehovah je als je leven vanwege je geloof in gevaar is? 17. Welke troost biedt Jehovah ons als een dierbare sterft? 18, 19. Hoe heeft Jehovah zijn aanbidders bij vervolging getroost en gesteund?


¨ voor het volk Israel. Daarin zei hij dat Jehovah een schuilplaats is en dat Hij zijn aanbidders ondersteunt met zijn „voor onbepaalde tijd blijvende armen” (Deut. 33:27). ¨ ¨ Samuel zei later tegen de Israelieten: ’Wijkt er niet van af Jehovah te volgen, en gij moet Jehovah dienen met geheel uw hart. Jehovah zal zijn volk niet in de steek laten ter wille van zijn grote naam’ (1 Sam. 12:20-22). Als je Jehovah trouw blijft dienen, zal hij je nooit in de steek laten. Hij zal je altijd de steun geven die je nodig hebt. 19 In deze moeilijke laatste dagen geeft Jehovah zijn volk altijd hulp en troost. In de afgelopen honderd jaar zijn veel van onze broeders en zusters over de hele wereld vervolgd en in de gevangenis gezet omdat ze Jehovah dienen. Hun ervaringen laten zien dat Jehovah zijn aanbidders in moeilijke tijden echt troost en steunt. Een

broeder in de voormalige Sovjet-Unie bijvoorbeeld werd vanwege zijn geloof veroordeeld tot 23 jaar gevangenisstraf. Toch werden er manieren gevonden om hem te voorzien van geestelijk voedsel dat hem kracht en troost gaf. Hij vertelde: „In al die jaren heb ik geleerd op Jehovah te vertrouwen, en hij gaf me kracht.” (Lees 1 Petrus 5:6, 7.) 20 Je weet niet wat je in de toekomst nog mee zult maken. Hou daarom altijd de volgende vertroostende woorden in gedachte: „Jehovah zal zijn volk niet verstoten” (Ps. 94:14). Hoewel je zelf troost nodig hebt, kun je ook anderen troosten. In het volgende artikel gaan we bespreken hoe je personen kunt troosten die het moeilijk hebben in deze wereld vol problemen. 20. Hoe weten we dat Jehovah ons niet in de steek zal laten?

’TROOST ALLE TREURENDEN’ ’Jehovah heeft mij gezalfd om alle treurenden te troosten.’ — JESAJA 61:1, 2. zei: „Mijn voedsel is, dat ik de wil JEZUS doe van hem die mij heeft gezonden en zijn werk voleindig” (Joh. 4:34). Toen hij dat werk deed, toonde hij net als zijn Vader grote liefde voor mensen (1 Joh. 4:7-10). ´ ´ Paulus noemde een aspect van Jehovah’s liefde door hem te beschrijven als „de God van alle vertroosting” (2 Kor. 1:3). Jezus toonde dezelfde liefde toen hij deed wat in Jesaja’s profetie was voorzegd. (Lees Je1. Wat deed Jezus voor de treurenden, en waarom?

saja 61:1, 2.) In de synagoge van Nazareth paste hij de woorden uit die profetie op zichzelf toe (Luk. 4:16-21). Tijdens zijn bediening troostte Jezus de „treurenden” door ze aan te moedigen en gerust te stellen. 2 Jezus’ volgelingen moeten net als hij de treurenden troosten (1 Kor. 11:1). Paulus zei: ’Blijft elkaar vertroosten en elkaar 2, 3. Waarom moeten Jezus’ volgelingen anderen vertroosten? DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

27


Troost jij anderen?

5:19). Tot „de gehele wereld” behoren de politieke, ¨ religieuze en commerciele elementen en ook de middelen die Satan gebruikt om ¨ zijn ideeen te promoten. Hij wordt terecht „de heerser van de wereld” en „de god van dit samenstel van dingen” genoemd (Joh. 14:30; 2 Kor. 4:4). Overal op aarde blijven de toestanden verslechteren omdat hij heel kwaad is en weet dat hij niet veel tijd meer heeft (Openb. 12:12). Het is echt geruststellend dat Jehovah Satan en zijn slechte wereld niet lang meer zal tolereren en zal bewijzen dat Hij het recht heeft om te regeren (Gen. 3:1-24; Job 2:1-13).

opbouwen’ (1 Thess. 5:11). Mensen hebben troost nodig want we leven in een moeilijke tijd (2 Tim. 3:1). Steeds vaker doen mensen elkaar pijn en verdriet door wat ze zeggen en doen. Veel oprechte mensen hebben daaronder te lijden. 3 Zoals de Bijbel heeft voorzegd zijn er in de laatste dagen van deze slechte wereld veel mensen die ’zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, aanmatigend zijn, hoogmoedig, lasteraars, ongehoorzaam aan ouders, ondankbaar, deloyaal, zonder natuurlijke genegenheid, niet ontvankelijk voor enige overeenkomst, kwaadsprekers, zonder zelfbeheersing, heftig, zonder liefde voor het goede, verraders, onbezonnen, opgeblazen van trots, met meer liefde voor genoegens dan liefde voor God’. En de houding van slechte mensen wordt er niet beter op, want ze gaan „van kwaad tot erger” voort (2 Tim. 3:2-4, 13). 4 Dit alles hoeft ons niet te verbazen, want de Bijbel zegt dat ’de gehele wereld in de macht van de goddeloze ligt’ (1 Joh.

Het goede nieuws wordt overal gepredikt 5 Jezus voorzei: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuige¨ nis voor alle natien, en dan zal het einde komen” (Matth. 24:14). Die profetie gaat nu in vervulling doordat er wereldwijd op steeds grotere schaal wordt gepredikt. Er zijn nu ruim 7,5 miljoen Getuigen in meer dan 107.000 gemeenten die net als Jezus andere mensen vertellen over Gods koninkrijk (Matth. 4:17). Dankzij die prediking worden heel wat mensen getroost. De afgelopen twee jaar werden in totaal 570.601 personen als Jehovah’s Getuigen gedoopt!

4. Wat valt er te zeggen over de toestanden op aarde in deze tijd?

5. Hoe gaat de profetie over de prediking in deze laatste dagen in vervulling?

28

DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011


Jehovah’s Getuigen vertalen en verspreiden nu Bijbelse lectuur in meer dan vijfhonderd talen. Zoiets is nooit eerder voorgekomen! Het is heel bijzonder dat de prediking blijft doorgaan en Jehovah’s volk blijft groeien in een wereld die in Satans macht ligt. Zonder de hulp en leiding van Jehovah’s geest zou dat onmogelijk zijn. Omdat het goede nieuws overal op aarde wordt gepredikt, kunnen mensen die de Koninkrijksboodschap aanvaarden dezelfde troost ontvangen als Jehovah’s volk. 6

Getroost door broeders en zusters In deze slechte wereld vol ellende hebben we het allemaal weleens moeilijk. We kunnen niet verwachten dat Jehovah alle oorzaken van pijn en verdriet wegneemt voordat hij dit stelsel vernietigt. Terwijl we daarop wachten zal vervolging aan het licht brengen of we Jehovah trouw blijven en zijn soevereiniteit ondersteunen (2 Tim. 3:12). Met de hulp en steun van onze hemelse Vader kunnen we net als de gezalfde christenen in het oude Thessalonika met „volharding en geloof” vervolging en beproevingen doorstaan. (Lees 2 Thessalonicenzen 1:3-5.) 8 Jehovah geeft zijn aanbidders echt de troost die ze nodig hebben. Toen de profeet Elia bijvoorbeeld door de slechte koningin Izebel met de dood werd bedreigd, werd hij zo bang dat hij op de vlucht ging. Hij zei zelfs dat hij niet meer wilde leven. Maar Jehovah ging Elia niet de les lezen. 7

6. Wat vind je van de omvang van het predikingswerk? 7. (a) Waarom kunnen we niet verwachten dat Jehovah nu alle oorzaken van verdriet wegneemt? (b) Hoe weten we dat het mogelijk is vervolging en beproevingen te doorstaan? 8. Hoe laat de Bijbel zien dat Jehovah zijn aanbidders troost?

Hij troostte hem juist en gaf hem de moed om met zijn werk als profeet door te gaan (1 Kon. 19:1-21). Dat Jehovah zijn aanbidders troost, blijkt ook uit de ervaring van de gemeenten in de eerste eeuw. We lezen bijvoorbeeld dat er voor de gemeenten in heel Judea, Galilea en Samaria een periode van rust aanbrak en dat ze werden opgebouwd. En omdat de christelijke gemeente „in de vrees van Jehovah en in de vertroosting van de heilige geest wandelde, bleef ze in aantal toenemen” (Hand. 9:31). We kunnen heel dankbaar zijn dat ook wij „de vertroosting van de heilige geest” hebben! 9 Als christenen hebben we troost gevonden door over Jezus te leren en zijn voorbeeld na te volgen. Jezus zei: „Komt tot mij, allen die zwoegt en zwaar beladen zijt, en ik zal u verkwikken. Neemt mijn juk op u en leert van mij, want ik ben zachtaardig en ootmoedig van hart, en gij zult verkwikking vinden voor uw ziel. Want mijn juk is weldadig en mijn vracht is licht” (Matth. 11:28-30). Door meer te leren over de vriendelijke manier waarop Jezus met mensen omging en hem na te volgen, kunnen we verlichting krijgen van spanningen en zorgen. 10 We kunnen ook door onze broeders en zusters getroost worden. Denk maar aan hoe de ouderlingen degenen helpen die geestelijk verzwakt zijn. Jakobus schreef: „Is iemand onder u ziek? Laat hij de oudere mannen van de gemeente bij zich roepen, en laten zij over hem bidden en hem in de naam van Jehovah met olie inwrijven.” Wat is het resultaat van hun hulp? „Het gebed des geloofs zal degene die zich niet wel voelt beter maken, en Jehovah 9. Waarom kan het vertroostend zijn meer over Jezus te leren? 10, 11. Wie in de gemeente kunnen troost bieden? DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

29


Iedereen, jong en oud, kan anderen aanmoedigen

zal hem oprichten. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden” (Jak. 5:14, 15). Maar ook anderen in de gemeente kunnen troost bieden. 11 Vrouwen vinden het vaak prettiger om met een andere vrouw over hun problemen te praten. Vooral oudere zusters met meer ervaring kunnen jonge zusters goede raad geven. Ze hebben misschien soortgelijke problemen in hun leven meegemaakt. Door te luisteren en medegevoel te tonen kunnen ze een grote hulp zijn. (Lees Titus 2:3-5.) Natuurlijk hebben vooral ouderlingen de verantwoordelijkheid ’bemoedigend te spreken tot de terneergeslagen zielen’ onder ons (1 Thess. 5:14, 15). En het is goed in gedachte te houden dat God „ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij hen die in enigerlei verdrukking zijn, kunnen vertroosten” (2 Kor. 1:4). 12 Een heel belangrijke manier om troost te krijgen is door aanwezig te zijn op de vergaderingen. Daar worden we aangemoedigd door Bijbelse besprekingen. We lezen dat Judas en Silas ’de broeders met menige toespraak aanmoedigden en hen versterkten’ (Hand. 15:32). Voor en na de vergaderingen kun je opgebouwd worden door met broeders en zusters te praten. Zonder je dus niet af als je het moeilijk hebt, want dat zal de situatie niet verbeteren (Spr. 12. Waarom is het belangrijk naar de vergaderingen te gaan? 30

DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

18:1, 2). Je kunt beter Paulus’ raad opvolgen: „Laten wij op elkaar letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen, het onderling vergaderen niet nalatend, zoals voor sommigen gebruikelijk is, maar laten wij elkaar aanmoedigen, en dat te meer naarmate gij de dag ziet naderen” (Hebr. 10:24, 25). Put troost uit de Bijbel Of je nu gedoopt bent of nog maar pas bent begonnen met een studie over God en zijn voornemens, je kunt veel vertroosting vinden in de Bijbel. Paulus schreef: „Alle dingen die eertijds werden geschreven, werden tot ons onderricht geschreven, opdat wij door middel van onze volharding en door middel van de vertroosting uit de Schriften hoop zouden hebben” (Rom. 15:4). De Bijbel kan je troost bieden en je helpen ’volkomen bekwaam te zijn, volledig toegerust voor ieder goed werk’ (2 Tim. 3:16, 17). Het is vertroostend de waarheid te kennen over Gods voornemens en een 13

13, 14. Hoe kan de Bijbel ons troost geven?


¨ reele hoop te hebben voor de toekomst. Lees en bestudeer dus de Bijbel en Bijbelse publicaties die troost bieden en op heel wat andere manieren nuttig voor je zijn. 14 Jezus gaf een mooi voorbeeld door de Schriften te gebruiken om anderen te onderwijzen en te vertroosten. Na zijn opstanding verscheen hij bijvoorbeeld aan twee van zijn discipelen en ’opende hij de Schriften volledig voor hen’. Ze werden diep geraakt (Luk. 24:32). In navolging van Jezus redeneerde Paulus „aan de hand van de Schriften”. Zijn toehoorders in Berea namen „het woord met de grootste bereidwilligheid des geestes aan en onderzochten dagelijks zorgvuldig de Schriften” (Hand. 17:2, 10, 11). Het is dus heel belangrijk elke dag de Bijbel te lezen en goed gebruik te maken van onze publicaties. Ze geven je troost en hoop in deze moeilijke tijd. Andere manieren om troost te bieden 15 We kunnen een troost zijn voor onze broeders en zusters door ze praktische hulp te bieden. Je kunt bijvoorbeeld boodschappen doen voor ouderen of zieken. Of iemand helpen met klusjes. Op die manier toon je persoonlijke belangstelling (Fil. 2:4). Misschien kun je iemand een compliment geven voor bijvoorbeeld zijn liefde, moed of geloof. 16 Je kunt ouderen ook troost geven door ze te bezoeken en ze te vragen naar hun vroegere ervaringen en zegeningen in Jehovah’s dienst. Waarschijnlijk word je er zelf ook door aangemoedigd! Andere ideeen zijn: de Bijbel of een van onze publicaties met ze lezen, het materiaal doornemen dat die week op de Wachttoren-studie 15, 16. Wat kun je zoal doen om broeders en zusters troost te bieden?

of de gemeentebijbelstudie wordt besproken, samen een van onze dvd’s bekijken en leuke ervaringen uit onze publicaties voorlezen of vertellen. 17 Als je merkt dat een broeder of zuster troost nodig heeft, kun je voor hem of haar bidden (Rom. 15:30; Kol. 4:12). Of je nu anderen troost geeft of zelf troost nodig hebt, je kunt hetzelfde vertrouwen heb´ ben als David: „Werp uw last op Jehovah, en hijzelf zal u schragen. Nooit zal hij toelaten dat de rechtvaardige wankelt” (Ps. 55:22). Jehovah zal er altijd zijn om zijn trouwe aanbidders te steunen en te troosten. 18 Jehovah zei tegen zijn volk in de oudheid: „Ik — ikzelf ben het die ulieden troost” (Jes. 51:12). Hij zal dat ook voor ons doen en onze pogingen om anderen te troosten zegenen. Wat onze hoop ook is, we kunnen allemaal troost putten uit Paulus’ woorden aan de gezalfden in zijn tijd: „Mogen bovendien onze Heer Jezus Christus zelf en God, onze Vader, die ons heeft liefgehad en door middel van onverdiende goedheid eeuwige troost en goede hoop heeft gegeven, uw hart vertroosten en u standvastig maken in elke goede daad en elk goed woord” (2 Thess. 2:16, 17). 17, 18. Waarom kunnen we zeker weten dat Jehovah ons zal steunen en troosten?

Wat heb je onthouden? ˙ Op welke schaal wordt er nu gepredikt? ˙ Wat kun je zoal doen om anderen te troosten? ˙ Welk Bijbelse bewijs is er dat Jehovah zijn volk troost? DE WACHTTOREN ˙ 15 OK TOBER 2011

31


Vragen van lezers Wat moet ik doen als ik een vraag heb over iets wat ik in de Bijbel lees of als ik advies wil hebben over een persoonlijk probleem? Spreuken 2:1-5 spoort ons aan te ’blijven speuren’ naar begrip en inzicht alsof we op zoek zijn naar „verborgen schatten”. Dit houdt in dat we ons best moeten doen om te zoeken naar antwoorden op onze Bijbelvragen en naar oplossingen voor onze persoonlijke problemen. Hoe kun je dat doen? In het Bedieningsschool-boek wordt in het hoofdstuk „Hoe nazoekwerk te doen” (blz. 33-38) uitgelegd hoe we de hulpmiddelen kunnen gebruiken van de „getrouwe en beleidvolle slaaf” (Matth. 24:45). Op bladzijde 36 wordt uitgelegd hoe je de Index van Wachttoren-publicaties kunt gebruiken, die verdeeld is in een onderwerpen- en schriftplaatsenindex. Hiermee kun je op trefwoord of op Bijbeltekst zoeken. Je vindt dan een lijst met verwijzingen. Geef het niet te snel op als je naar een specifiek antwoord of advies zoekt. Bedenk dat je op zoek bent naar „verborgen schatten”, en dat kost tijd en moeite. Er zijn natuurlijk onderwerpen en teksten waar onze publicaties niks specifieks over zeggen. Als er wel iets over een tekst geschreven is, kan het zijn dat het niet over de vraag gaat waar jij mee zit. En soms roept een Bijbelverslag vragen op omdat niet alle details gegeven worden. Er is dus niet op elke vraag een direct antwoord te vinden. Vermijd het te gaan speculeren over dat soort vragen. Anders zou je kunnen verzanden in discussies „die eerder vragen ter navorsing verschaffen dan dat er iets door God wordt uitgedeeld in verband met geloof” (1 Tim. 1:4; 2 Tim. 2:23; Tit. 3:9). Het bijkantoor en het interwww.watchtower.org

nationale hoofdkantoor kunnen niet ingaan op alle vragen die niet in onze lectuur besproken zijn. Maar gelukkig bevat de Bijbel voldoende informatie om leiding te geven in ons leven. En doordat we sommige dingen nog niet begrijpen, hebben we de gelegenheid om te laten zien dat we een sterk geloof hebben in Jehovah en zijn Woord. (Zie blz. 185-187 van het Nader tot Jehovahboek.) En als je alles hebt gedaan om iets uit te zoeken maar nog steeds geen advies of oplossing hebt gevonden? Voel je dan vrij te praten met een rijpe christen, bijvoorbeeld een van de ouderlingen. Ze hebben veel Bijbelkennis en ervaring in de christelijke leefwijze. Hun evenwichtige hulp kan vooral

nuttig zijn als je advies nodig hebt bij persoonlijke problemen of beslissingen, want ze kennen jou en je omstandigheden goed. En vergeet nooit Jehovah in gebed alles te vertellen wat je bezighoudt. Vraag hem je denken te leiden door zijn heilige geest, „want Jehovah zelf geeft wijsheid (...) en onderscheidingsvermogen” (Spr. 2:6; Luk. 11:13). w11 10/15-O


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.