(Zorg)leerlingen verdienen geen passend onderwijs!
Essay onderwijskundige opvattingen Simon Alderliesten, Student deeltijd Pedagogiek, Windesheim Zwolle Oktober 2010
Inleiding Als ik alleen naar de woorden ‘Passend Onderwijs’ kijk, dan word ik vrolijk! ‘Passend ‘Onderwijs’, ofwel maatwerk onderwijs voor alle kinderen in het basisonderwijs, dat is werkelijk fantastisch! Eindelijk wordt er gekeken naar wat kinderen werkelijk nodig hebben om een goede basis te ontwikkelen, om uiteindelijk op een goede manier te kunnen functioneren in de maatschappij. Toch blijkt de realiteit minder mooi dan hierboven beschreven. ‘Passend Onderwijs’ lijkt op dit moment niet meer dan een ordinaire bezuinigingsmaatregel om de instroom in het speciaal basisonderwijs te doen afnemen, dit wordt verpakt in mooie woorden, maar deze laag is flinterdun! Wanneer wij daadwerkelijk op deze manier blijven doorgaan in Nederland, dan bouwen wij volgens mij aan een toekomst die alleen maar gedoemd is om uiteindelijk in te storten.
‘Passend Onderwijs’ in vogelvlucht Op dit moment wordt er in de media enorm veel geschreven over ‘Passend Onderwijs’. Toets het in op Google of Twitter en je krijgt een enorme waslijst aan hits. Ook in de politiek staat ‘Passend Onderwijs’ hoog op de agenda, al is het momenteel wel afwachten hoe het nieuwe kabinet, wat begin oktober is aangetreden, invulling gaat geven aan de plannen van het vorige kabinet. Voordat ik verder ga over het waarom wel of niet van ‘Passend Onderwijs’ zal ik eerst in vogelvlucht beschrijven wat de oorsprong en het doel is van het ‘Passend Onderwijs’. De afgelopen jaren is op veel manieren geprobeerd om meer kinderen die extra zorg of begeleiding nodig hebben in hun eigen buurt naar school te laten gaan en niet in te laten stromen in het dure speciaal onderwijs. Een kind in het basisonderwijs kost ongeveer 4000 euro en een kind in het speciaal onderwijs ruim 13.000 euro per jaar. De wet Weer Samen Naar School (WSNS) uit 1995 zou de oplossing zijn. Reguliere basisscholen moesten hun best doen ter plekke hulp en begeleiding te geven en speciaal onderwijs kwam pas in zicht als zij alles hadden geprobeerd. Om dit te bewerkstelligen is de ook de Leerling-gebonden Financiering (ook wel het ‘rugzakje’ genoemd) begin 2000 in het leven geroepen. Ondanks de WSNS en het ‘rugzakje’ is het niet gelukt om de instroom in het speciaal onderwijs te laten afnemen, deze is zelfs explosief gestegen en ook de kosten voor het ‘rugzakje’ rijzen de pan uit. Daarnaast is gebleken dat er nogal wat nadelen en knelpunten zijn. Zowel ouders als scholen zien, door de bureaucratie, vaak door de bomen het bos niet meer en de gelden komen vaak niet op de juiste plek terecht. Ook is het voor ouders en (speciale) scholen vaak onduidelijk waar de verantwoordelijkheid ligt. Hierdoor vallen veel kinderen tussen wal en schip en krijgen geen (passend) onderwijs of zitten noodgedwongen thuis. Vanaf ongeveer 2005 wordt er in de politiek al gesproken over het ‘Passend Onderwijs’. In 2005 trok men de conclusie dat het beleid van bovenaf was mislukt. De regering had geprobeerd om vanuit de politiek alles te regelen en het onderwijs in goede banen te leiden. Geconcludeerd werd (door de Tweede Kamer) dat centraal van bovenaf gestuurd beleid niet bleek te werken, Het moest komen van onderop. Toenmalig minister Maria Van der Hoeven heeft hierop een beleidsnotitie aan de Tweede Kamer gestuurd: “Vernieuwing zorgstructuren in het funderend onderwijs” (september 2005). De doelstelling van het Ministerie van Onderwijs is: het onderwijs voor kinderen met meer of minder ingewikkelde ontwikkelingsvragen meer passend te maken. Een passend onderwijsaanbod houdt in dat onderwijs en ondersteuning moeten aansluiten op de ontwikkeling en behoeften van het kind, de mogelijkheden van het personeel en de wensen van de ouders. Als een school niet aan de behoeften van het kind tegemoet kan komen, wordt in overleg met de ouders uitgezocht welke school dat wel kan. Het betekent concreet dat scholen er in de toekomst voor moeten zorgen dat, voor ieder aangemeld kind, een onderwijsaanbod tot stand komt dat past bij zijn specifieke behoeften. Om
onderwijs en ondersteuning op maat te kunnen bieden, zullen de scholen in de regio, reguliere en speciale scholen, met zorginstellingen moeten samenwerken en een netwerk moeten creëren. Het is de bedoeling dat in 2012 een landelijk dekkende infrastructuur van regionale netwerken gerealiseerd is. Het kabinet streeft er namelijk naar om per 1 augustus 2012 een zorgplicht in te voeren voor schoolbesturen. Scholen kunnen vanaf dan echt niet zomaar kinderen doorverwijzen naar het speciaal onderwijs. Zij moeten eerst goed kijken of er mogelijkheden zijn om het kind dat extra zorgvragen heeft in de eigen basisschool op te nemen.
‘Passend Onderwijs’ de oplossing! Orthopedagoog Wil Kreike van het Seminarium voor Orthopedagogiek is een groot voorstander van het ‘Passend Onderwijs’. Hij vind het toenemend aantal kinderen dat naar het speciaal onderwijs wordt verwezen niet alleen een financieel probleem, maar ook maatschappelijk onwenselijk. Volgens hem is ‘Passend Onderwijs’ een oplossing. Volgens Kreike wordt namelijk het stellen van diagnoses tegenwoordig specifieker en komen mede hierdoor meer leerlingen terecht op het speciaal onderwijs. Volgden er in 1995 nog 120.000 kinderen het speciaal onderwijs, tien jaar later waren dat er liefst 150.000. Volgens hem is een verdere groei onbetaalbaar. Een andere belangrijke reden waarom de groei volgens hem moet stoppen is omdat de samenleving zo niet leert omgaan met deze kinderen en als de kinderen altijd buiten die samenleving worden gehouden, leren zij zich er niet redden.' Ik kan me wel vinden in de mening van Kreike. Ik vind het ook onwenselijk dat de kosten voor onderwijs maar stijgen en stijgen, dat er kinderen thuis op de bank zitten, omdat ze tussen wal en schip vallen en dat het van groot belang is dat iedereen zichtbaar is in de maatschappij en geen stigmatiserend stempel krijgt.
Nare smaak… Bij het schrijven aan dit essay vraag ik me voortdurend af; Waarom heb ik toch zo’n moeite met ‘Passend Onderwijs’ zoals dit nu wordt ingevoerd. Ondanks dat ik er veel over gelezen heb krijg ik er nog steeds een nare smaak van in mijn mond. Die nare smaak komt bij mij voornamelijk door de belangrijkste drijfveer voor het ‘Passend Onderwijs’, namelijk dat de instroom in het speciaal onderwijs teruggedrongen moet worden, ofwel, de kosten stijgen de pan uit en dat moet stoppen. Het is dus niet zo dat de het speciaal onderwijs op dit moment niet werkt. De instroom van leerlingen moet naar beneden, evenals de kosten. Bezuiniging is dus de drijfveer. Om het nog ongeloofwaardiger te maken bezuinigd het nieuwe kabinet ook nog eens 300 miljoen euro op het ‘Passend Onderwijs’. Bezuinigen op een bezuiniging, wat mij betreft niet te verkopen! In een artikel in het Noordhollands Dagblad kwam ik een interview tegen met Peter Mol, directeur van Regionaal Expertise Centrum Noord-Holland, samenwerkingsverband van scholen voor kinderen met gedragsproblemen in Castricum. Hij zegt in dat artikel: “Voor de invoering van Passend Onderwijs in 2013 is veel te weinig geld. De kinderen worden de dupe.” “Zoals het er nu naar uitziet, trekt het ministerie daar nauwelijks geld voor uit”, waarschuwt Mol. En verder: “De gedachte achter Passend Onderwijs, dat ieder kind onderwijs op maat in zijn eigen omgeving moet krijgen, vinden wij prima. Maar als er tegelijkertijd wordt gekort is dit gedoemd te mislukken.” Volgens Mol is het een doemscenario voor het onderwijs. Zijn grootste zorg gaat uit naar kinderen met een introverte gedragsstoornis. Een kind met een extroverte stoornis, zoals ADHD sneeuwt niet snel onder, maar een kind met een naar binnen gerichte stoornis wel. Mol is bang dat op een reguliere school waar de klassen niet kleiner worden, te laat wordt gesignaleerd wanneer zo'n kind vastloopt.
Onpassend onderwijs? In de Kamer is de SP de grootste tegenstander van de onderwijsvernieuwing. „Elk kind naar school, geen enkel kind thuis, dat is natuurlijk prachtig. Zo kun je niet tegen passend onderwijs zijn. Wat wil de SP dan? Onpassend onderwijs? Nee, natuurlijk niet”, zegt SP-Kamerlid Manja
Smits in een artikel in dagblad Trouw. De SP heeft een onderzoek gedaan onder ruim 3300 leraren in het basis- en voortgezet onderwijs. Uit deze enquête blijkt dat slechts één op de vier leraren denkt dat hij aan het groeiende aantal zorgleerlingen onderwijs van voldoende kwaliteit kan bieden. Zestig procent van de leraren is ertegen dat leerlingen met een handicap zoveel mogelijk in het regulier onderwijs moeten worden opgenomen. Volgens de SP kunnen de plannen voor de invoering van ‘Passend Onderwijs’ beter de prullenbak in. SP-Kamerlid Manja Smits zegt dat staatssecretaris Dijksma er verstandig aan zou doen te luisteren naar de mening van de leraren 'en te stoppen met die flauwekul'. “Door de grote klassen en een gebrek aan extra handen in de klas is het opnemen van zorgleerlingen een onhaalbare kaart. Leraren vinden dat ze onder de huidige omstandigheden niet de kwaliteit van onderwijs kunnen geven, die leerlingen met een handicap nodig hebben.” Smits vindt dat het speciaal onderwijs daarom juist moet worden versterkt. “Leraren zijn de experts waar naar geluisterd moet worden.” Zij is bang dat de zorgleerlingen de dupe zullen worden van 'de vernieuwingsdrift van Dijksma'. (bron: http://www.vosabb.nl/werkgevers-inonderwijs/archief/item/artikel/14512/114/) Hoe kan een leraar voorzien in kwaliteit als klassen overstroomd lijken te worden met leerlingen met een rugzak? Naar mijn mening kan dat niet. Zelfs als de werkdruk verlaagd zou worden in het onderwijs is de diversiteit aan zorgproblematiek zo breed, dat van één docent niet gevraagd kan worden dat hij 10 verschillende 'handleidingen' uit zijn hoofd leert (of leert te hanteren), om aan alle zorgvragen in 1 klas te voorzien. Passend onderwijs is in die zin, naar mijn mening een wassen neus.
Één gek kan de wereld opblazen! Tijdens mijn zoektocht om antwoord te vinden op de vraag, hoe kan passend onderwijs wel gaan werken, stuit ik uiteindelijk op een interview met Luc Stevens, emeritus hoogleraar orthopedagogiek aan de Universiteit Utrecht. Hij is medeschrijver van het boek ‘Zin in school’. In dit interview stelt Luc Stevens dat ons huidige onderwijssysteem failliet is. Het werkt niet meer en zal nooit gaan werken. Volgens hem is er maar één oplossing, namelijk een kanteling van aanbod naar vraag. “Anderhalve eeuw lang hebben we in het onderwijs geen rekening gehouden met leerlingen, omdat alleen aan de orde was wat de samenleving wenste. En die wenste de mens als productiefactor. Maar nu, in de grote ommekeer naar een postmoderne samenleving, gaan we van collectief naar individueel denken. We worden daar hard mee geconfronteerd: één gek kan de wereld opblazen. Juist daarom is het zo belangrijk dat elke leerling een plaats krijgt in de school en later in de samenleving.”
Opnieuw beginnen… Hoe meer ik aan het lezen en denken ben over passend onderwijs, hoe meer ik mij realiseer dat het enorm complex is om zomaar een nieuw systeem te introduceren. “Passend Onderwijs” is voor mij meer van hetzelfde, maar dan met een andere smaak. Volgens Luc Stevens is het huidige onderwijssysteem failliet. Bij een failliet bedrijf moet meer gebeuren dan alleen de naam veranderen, wil het kans van slagen hebben. Het hele systeem moet op de schop en we moeten volmondig durven te zeggen dat we het totaal bij het verkeerde eind hadden. Daarnaast moet er volgens mij een hele andere discussie gevoerd worden, misschien wel een hele pijnlijke. Natalia Ginzburg schrijft in haar boek ‘le picolle virtù’ (1962): “Als zij het beste van hun talent niet aan school willen wijden, maar aan iets anders van hun belangstelling, zij het hun insectenverzameling of het bestuderen van de Turkse taal, is dat hun zaak en hebben wij niet het recht om het hun aan te rekenen, nog om ons in onze trots gekrenkt of gefrustreerd in onze verwachtingen te voelen. En als zij voor het moment niet van plan lijken om het beste van hun
talent waar dan ook aan te besteden, en zij hun dagen in de schoolbanken kauwend op een potloof slijten, zelf dan hebben wij niet het recht, hun hevige verwijten te maken: wie weet bestaat datgene wat ons voorkomt als tijd verdoen eigenlijk uit fantasieën en overpeinzingen die morgen vruchten af zullen werpen. Als zij, in een leunstoel gezakt met een flutroman of hollend over een voetbalveld, het beste van hun energie en talent lijken te verkwanselen, kunnen wij evenmin weten of er daadwerkelijk sprake is van een verkwanseling van energie en talent, of dat ook dit op een dag, in een vorm die wij nu nog niet kennen, zijn vruchten zal afwerpen. Want de mogelijkheden van de geest zijn onuitputtelijk.” Nog veel te vaak durven we te zeggen dat we weten wat goed is voor de ander, zonder werkelijk te luisteren naar de ander. Volgens de filosoof Fernando Savater is dit echter zeker voor leraren een behoorlijk pedante houding. Ik durf te stellen dat dit geldt voor iedereen! In onze maatschappij nemen we weinig tijd voor elkaar en proberen we onze kinderen te conserveren tot een ‘goed’ burger. Door deze manier van onderwijzen creëren wij ‘probleemgedrag’ en dus zorgleerlingen. Ik geloof er stellig in dat wanneer wij werkelijk de dialoog durven aan te gaan met onze kinderen, de tijd voor hen nemen om hen te begrijpen, dat veel van hen, die nu als ‘zorgleerling’ bestempeld worden, prima mee kunnen komen. Het probleem wat nu bestaat zal als vanzelf ‘oplossen’.
We zijn onderweg… Helaas zal het nooit lukken om opnieuw te beginnen en zullen veranderingsprocessen niet zo snel gaan als ik zou willen. Toch ben ik gaandeweg het schrijven van dit essay minder somber geworden. Ik begin namelijk steeds meer te zien dat we wel onderweg zijn, de goede kant op. Maar we zijn er nog lang niet. Al lange tijd ben ik van mening dat binnen veel scholen het hart mist. De drive van docenten en schoolleiding om kinderen werkelijk te kunnen zien als waardevolle bouwstenen van onze samenleving, wordt door allerlei (egovoedende) discussies en geldkwesties om zeep geholpen. Graag zou ik eens de discussie over werkelijk ‘Passend Onderwijs’ willen voeren zonder dat het steeds hoeft te gaan over financiering hiervan. Kijk ik naar bijvoorbeeld de piramide van Maslov, dan is het primair onderwijs, in welke vorm dan ook, de basis voor de rest van de piramide. Deze moet dus stevig zijn, om in de toekomst voldoende stabiliteit te kunnen bieden. Zeker in onze complexe, grillige en dynamische maatschappij waarin wij veel vragen van onszelf en onze kinderen. Voor de grootste groep zorgleerlingen kost het aanleren van deze vaardigheden veel meer tijd en vraagt van de opvoeder, ofwel onderwijzer veel pedagogische kwaliteit, dit is niet in geld of tijd uit te drukken.
Terug naar de basis! Kwaliteit van ons onderwijs valt of staat met de kwaliteit van onze leraren, niet met de kwaliteit van beleid, management of wat dan ook. Ik denk dat het dan ook goed zou zijn om enorm te investeren in onze leraren, hen te waarderen, bijna hen op een voetstuk te zetten. Volgens mij is het van belang dat de leraren op hun eigen manier onze kinderen uit weten te dagen en nieuwsgierig te maken om op zoek te gaan naar kennis en niet vastgebonden te worden in protocollen en methodieken. Een mooi voorbeeld vind ik de Essential Schools in Amerika. Dit is een school waar kinderen graag willen leren en waar ouders zich betrokken voelen. De leerkrachten weten op een briljante manier kinderen uit te dagen, het leren spannend te maken en buiten de gebaande kaders te denken. Dit type scholen, waar een hele duidelijke visie is en waar gewerkt wordt van beneden naar boven, heeft naar mijn stellige overtuiging de toekomst. De school hanteert 10 basisprincipes die volgens mij prima inpasbaar zijn in ons onderwijs.
We leren kinderen denken. We bieden niet alles aan, maar streven naar diepgang
Terwijl de schooldoelen hetzelfde zijn, is de onderwijspraktijk afgestemd op de behoefte van iedere individuele leerling of groep. Leren en lesgeven is persoonlijk. We zorgen voor kwaliteit in relaties. We willen dat kinderen leren door zichzelf te ontwikkelen. Door intensieve begeleiding helpt de leerkracht de leerling verder te gaan dan die zich zelf voor mogelijk houdt. Leerlingen worden beoordeeld op prestaties met ‘echte’ taken. Er is altijd intensieve hulp en begeleiding beschikbaar om het gewenste niveau te halen. We hebben hoge verwachtingen op basis van vertrouwen en zonder druk uit te oefenen. Teamleden verbinden zich met het functioneren van de hele school. We hebben kleine klassen en scholen. Omdat we hetzelfde budget hebben als andere scholen, moeten we keuzes maken. In school gelden democratische principes: niemand wordt buitengesloten en iedereen heeft invloed op besluitvorming.
Op deze wijze is ‘Passend Onderwijs’ werkelijk PASSEND te maken voor iedereen en dat verdienen alle (zorg)leerlingen!!
Bronnen Boeken Savater, F. (2008).De Waarde Van Opvoeden. Erven J. Bijleveld, Utrecht. Internet Geen kind aan de kant. Hoe doe je dat? http://www.trouw.nl/onderwijs/article2845056.ece/Geen_kind_aan_de_kant._Hoe_doe_je_dat_.ht ml geraadpleegd 4 november 2010 ‘Passend Onderwijs’ de oplossing! http://www.onderwijsweb.nl/PrintAsPdf.aspx_SiteUrl=http://www.onderwijswebOnderwijsweb.nl geraadpleegd 17 oktober 2010 SP over Passend Onderwijs: 'Stop met die flauwekul' http://www.vosabb.nl/werkgevers-in-onderwijs/archief/item/artikel/14512/114/ geraadpleegd 4 november 2010 Wat is Passend Onderwijs? http://www.balansdigitaal.nl/algemeen/passend-onderwijs/wat-is-passend-onderwijs geraadpleegd 17 oktober 2010 Artikelen Meijer, W. Passend onderwijs voor alle leerlingen in 2011? Help! Kind en Adolescent Praktijk (jaargang 06, nummer 4 (2007) p. 170-175) Meijer, W. Passend Onderwijs vraagt om ideale leraren en ideale hulpverleners. Kind en Adolescent Praktijk (jaargang 08, nummer 4 p. 178-180) Schaffers, S. Terug naar de kern van het leren. Leerkracht (jaargang onbekend). Visser, S. Luc Stevens en het failliet van het onderwijs - Het antwoord op ‘hoe?’ is ‘ja!’. Schoolmanagers VO (december 2004) 'Kinderen dupe van korten onderwijs'. Noordhollands Dagblad (16 juli 2010)