Grand Prix Retro VERHALEN UIT DE FORMULE 1 SAMENGESTELD DOOR OLAV MOL Met bijdragen van Olav Mol, Erik Houben, Natascha Kayser, Mike Mulder, Peter Klanke, Patrick Moeke en Mark Bremer
Amsterdam • Antwerpen
Inhoud
Voorwoord 7 Het eerste jaar Formule 1 9 Formule 1-motoren door de jaren heen 21 De waanzin van Monaco 33 Eregalerij: Alberto Ascari 39 Prins Bira van Siam 43 Wolfgang von Trips, gestorven op de drempel 55 Formule 1 in de Verenigde Staten 59 Het debuut van de safetycar 66 Jan Lammers in Canada, een dieptepunt als hoogtepunt 69 Eregalerij: Jim Clark 73 Het Procar Championship, een bijzondere opwarmer 78 Bandenoorlogen in de Formule 1 83 De weg naar F1 van Bernie Ecclestone 92 De laatste Grand Prix op Montjuïc 96 Eregalerij: Nelson Piquet 99 Nigel Mansell, proefkonijn voor de moderne helm 103 Max Mosley, vechter voor rechten 108 Andrea Moda Formula, het slechtste team ooit? 120 Alain Prost, tot de laatste druppel 126 Lotus 88, de auto die nooit racete 129 Andrea de Cesaris, de tragiek van 208 keer niets 134
De onfortuinlijke Duitse Grand Prix van Didier Pironi 140 Eregalerij: Michael Schumacher 145 De Jos Verstappen Fanclub 150 Kees van de Grint: op zoek naar competitie 155 Jean-Pierre van Rossem, een excentrieke teambaas 168 De vliegtuigcrash van David Coulthard 173 Ingehaald door de dood 178 De gelukssteentjes van Johnny Herbert 186 Jos Verstappen en Honda, de nooit ingeloste belofte 190 Eregalerij: Ayrton Senna 193 Monaco aan de Maas, de kracht van Formule 1 198 De carrière van Fernando Alonso 206 De beste Formule 1-coureur aller tijden 217 Bronnen 224 Over de auteurs 226 Register 228
De beste Formule 1-coureur aller tijden ERIK HOUBEN
H
et Engelse blad Autosport peilde in 2009 bij 217 huidige en voormalige Formule 1-coureurs wie zij de beste tien van hun vakgenoten vonden. HET RESULTAAT VAN DIE PEILING:
1
Ayrton Senna
2 Michael Schumacher 3 Juan Manuel Fangio 4 Alain Prost 5 Jim Clark 6 Jackie Stewart 7 Niki Lauda 8 Stirling Moss 9 Fernando Alonso 10 Gilles Villeneuve
Het lijstje is inmiddels zeven jaar oud. Sebastian Vettel en Lewis Hamilton, toen respectievelijk 26 en 17 op de lijst, zouden als de vraag nogmaals gesteld wordt waarschijnlijk hoger eindigen. Over ĂŠĂŠn ding waren de Formule 1-coureurs het in 2009 eens: Ayrton Senna is de beste. Er was geen direct 217
of meetbaar verband met behaalde titels, punten of overwinningen: het was de overtuiging, of het gevoel, van de collega-coureurs. Maar hoe bepaal je ‘objectief’ wie de beste is? Tel je de punten op, waarbij je rekening houdt met de verschillende soorten puntentellingen in de loop der jaren? Of pak je het gemiddeld aantal punten per wedstrijd? En hoe waardeer je iemand in een middelmatige of slechte auto die toch punten scoort? Of als je gemiddelden per race gaat uitrekenen, wat doe je dan met Senna en vele anderen die maar kort hun talent hebben kunnen laten zien? Of met Michael Schumacher, die in zijn tweede F1-carrière niets meer won en zijn gemiddelden zag dalen? Er is van alles te verzinnen om er zo genuanceerd mogelijk naar te kijken en dat is de afgelopen jaren ook volop gedaan. Als je de resultaten van al die methodes naast elkaar legt wordt één ding duidelijk: elke verschillende methode levert een compleet andere top tien op.
TOTAAL AANTAL PUNTEN, GEBASEERD OP HET PUNTENSYSTEEM VANAF 2010*:
1 Michael Schumacher 2 Fernando Alonso 3 Alain Prost 4 Lewis Hamilton 5 Kimi Räikkönen 6 Sebastian Vettel 7 Rubens Barrichello 8 Ayrton Senna 9 Jenson Button 10 David Coulthard * 25 punten voor de eerste plaats en daarna aflopend voor nummer twee tot en met tien: 18 punten, 15, 12, 10, 8, 6, 4, 2 en 1.
218
Het totaal aantal behaalde WK-punten, zelfs als het gecorrigeerd is voor de verschillende manieren van punten toekennen, zegt wel iets over de gehele carrière van een coureur, maar om daar ‘de beste’ op te baseren is niet eerlijk: de rijders uit de jaren vijftig en zestig reden veel minder wedstrijden en coureurs als Ayrton Senna en Jim Clark hebben hun carrière niet kunnen afmaken. Dan het gemiddeld aantal punten per Grand Prix, met de verschillende soorten puntensystemen omgerekend naar het huidige puntensysteem. Een lange of korte carrière maakt nu minder uit in de beoordeling wie de beste is. De top tien: 1 Juan Manuel Fangio 2 Lewis Hamilton 3 Alberto Ascari 4 Sebastian Vettel 5 Michael Schumacher 6 Alain Prost 7 Giuseppe Farina 8 Jim Clark 9 Ayrton Senna 10 Jackie Stewart
Het gemiddelde aantal punten per race lijkt op het eerste gezicht misschien een genuanceerdere manier om de beste coureur te zoeken, maar de methode blijkt beperkt. Fangio, Ascari en Farina komen uit een andere tijd. Als je toen op zondag in een Maserati van een Mercedes verloor, kocht je op maandag voor de volgende race een Mercedes en kon je weer om de winst rijden. Stel je voor: Max Verstappen belt na de Grand Prix van Monaco naar Toto Wolff, bestelt bij hem een Mercedes 219
en vervolgt daarmee zijn seizoen. Voor de hedendaagse coureurs is het, zelfs met heel veel sponsorgeld, simpelweg niet mogelijk om de beste auto te kopen. Op de Universiteit van Sheffield in Engeland zijn ze nog een paar stappen verder gegaan. Dr. Andrew Bell en zijn team hebben meegewogen hoe goed het team en daarmee de auto waren, en hoe gepresteerd werd op gewone circuits, stratencircuits, in natte races en in droge races. Wie in alle omstandigheden zijn teamgenoot en genoeg anderen met een betere auto weet te verslaan, zou in het model vanzelf boven moeten komen drijven. Het is allemaal theorie, maar in ieder geval weer verfijnder dan de standaardstatistieken. Eerst zochten ze een antwoord op de vraag: wat is de invloed van de coureur op de gehele prestatie? Anders gezegd: in hoeverre bepaalt de kracht van de auto en het team het resultaat, ongeacht wie erin rijdt? Volgens de wetenschappers zou in de periode 1979 tot en met 2014 de gemiddelde invloed van de coureur maar 14% zijn. Dat zou inhouden dat de auto en het team dus 86% van de prestatie bepalen. Bell zegt over de ontwikkeling in de laatste vijfendertig jaar: ‘De invloed van de coureur is sinds 1980 alleen maar gedaald, van ongeveer 30% begin jaren tachtig tot 10% vandaag de dag.’ De top tien die de wetenschappers van Sheffield maken op basis van hun eigen complexe rekenmodel (tot en met 2014): 1 Juan Manuel Fangio 2 Alain Prost 3 Michael Schumacher 4 Jim Clark 220
5 Ayrton Senna 6 Fernando Alonso 7 Nelson Piquet 8 Jackie Stewart 9 Emerson Fittipaldi 10 Sebastian Vettel *
Twee andere interessante lijsten die ze in Sheffield maakten zijn die van de beste regenrijders en de beste coureurs op stratencircuits, waarin ook weer is meegewogen hoe goed de auto en het team waren. Top 10 in de regen
Top 10 op stratencircuits
1 Juan Manuel Fangio
1 Juan Manuel Fangio
2 Michael Schumacher
2 Ayrton Senna
3 Ayrton Senna
3 Fernando Alonso
4 Alain Prost
4 Alain Prost
5 Jim Clark
5 Jackie Stewart
6 Fernando Alonso
6 Jim Clark
7 Nelson Piquet
7 Michael Schumacher
8 Jackie Stewart
8 Emerson Fittipaldi
9 Emerson Fittipaldi
9 Nelson Piquet
10 Sebastian Vettel
10 Christian Fittipaldi
Christian Fittipaldi is een onverwachte coureur op de tiende plek. Hij staat elfde op de overall-lijst, maar heeft nog nooit een Grand Prix gewonnen. Het model beloont de Braziliaan voor wat hij uit zijn auto’s haalde. Christian Fittipaldi startte in veertig Formule 1-races in drie jaar (1992, 1993 en 1994), scoorde in een Minardi en daarna een Footwork drie vierde plaatsen, een vijfde en * Lewis Hamilton staat op deze lijst op plek 12, na 2015 en 2016 zal hij waarschijnlijk iets gestegen zijn ten opzichte van Sebastian Vettel.
221
een zesde en finishte in totaal achttien keer in de top tien van een Grand Prix. Als je het zo bekijkt, dan ben je inderdaad een heel goede coureur. Zo zijn er nog zes coureurs in de top vijftig van de Universiteit van Sheffield. Tot zover de Britse wetenschappers, want wie er natuurlijk écht verstand van hebben zijn de lezers van Grandprixradio.nl. Op de website stond in augustus 2016 een poll met als vraag: wie is of was de beste coureur van 1950 tot nu? De rijders uit wie men mocht kiezen waren die uit de toptienlijst ‘Gemiddeld aantal punten per Grand Prix’, aangevuld met de wereldkampioenen Niki Lauda, James Hunt, Nigel Mansell en Mika Häkkinen. En helemaal onderaan hadden we ook Max Verstappen erbij gezet. Wie hem in de zomer van 2016 al de allerbeste vond, die mocht dat daar aangeven. De uitslag van die poll: 1 Michael Schumacher (42% van de stemmen) 2 Ayrton Senna (36%) 3 Max Verstappen (10%)
Van de andere coureurs kreeg niemand meer dan twee procent van de stemmen. De algemene conclusie bij het beantwoorden van de vraag wie nou de allerbeste Formule 1-coureur is of was: dat kun je nooit echt objectief bepalen. Schumacher staat hoog in alle lijsten, maar had naar verluidt ook een tijdlang een contract waarin stond dat als hij en zijn teamgenoot gelijke kansen hadden, hij mocht winnen. We hebben het bewijs op de baan gezien toen Rubens Barrichello de Duitser de winst gaf. Het was echter wel de kwaliteit van Schumacher, als je het zo wil noemen, 222
dat hij zo’n bepaling in zijn contract voor elkaar kreeg. Bij zijn tweede verblijf in de Formule 1 werd hij meestal verslagen door zijn landgenoot Nico Rosberg. Dat doet denken: was Michael Schumacher eigenlijk wel zo goed als de statistieken ons vertellen? Wat betreft Ayrton Senna zijn degenen die hem hebben zien rijden, inclusief zijn toenmalige collega’s en latere F1-coureurs, het erover eens dat de Braziliaan de beste was. Wat naast zijn racekwaliteiten ook meespeelt, zijn Senna’s persoonlijkheid en zijn daden buiten de baan: hoe hij in Imola direct in de safetycar sprong om te kijken wat er met Ratzenberger was gebeurd, maar ook om wat hij in Brazilië aan liefdadigheid heeft opgezet, waardoor nu nog kansarme Braziliaanse kinderen worden ondersteund. Van Fangio hebben de meeste lezers van dit boek misschien niks of weinig meer gezien dan wat zwart-witbeelden op internet van lang geleden. Hetzelfde geldt voor de veelgeroemde Jim Clark. Net als Schumacher en Senna waren ook zij allebei de beste, de beste van hun tijdperk.
223