Inkijkexemplaar 'Dafne, van Hellas naar Olympia' Gerard Marlet

Page 1

inhoud

Hellas 7 Berlijn 17 Novi Sad  24 Portland 31 Moncton 39 Doha 47 Daegu 56 Hengelo 66 Londen 73 Eugene 83 Moskou 92 Birmingham 102 Zürich 113 Oslo 123 Götzis 129 Amsterdam 143 Beijing 152 Rio de Janeiro  167 Utrecht 180


Havermout   184 Uitslagen 190 Statistieken 208 Verantwoording 217


hellas (2008)

‘24 augustus 2016 is mijn moment, dan ga ik voor goud op de Olympische Spelen!’ Het is 2008. De Nederlandse atletiek zit in het slop. De wereldkampioenschappen in Japan zijn dramatisch verlopen. Slechts één finaleplek is er gehaald. Dat belooft niet veel goeds voor de Olympische Spelen die in augustus van dat jaar in Peking worden gehouden, en inderdaad op een mislukking zullen uitdraaien. Nederland is van oudsher een atletiekland, vooral als het om vrouwen gaat. Veertig jaar lang – tussen 1930 en 1970 – behoorden Nederlandse vrouwen tot de absolute wereldtop, vooral op de sprintnummers. In die periode was het wereldrecord op de 100 meter twee keer in handen van een Nederlandse, één keer zelfs in combinatie met het wereldrecord op de 200 meter. Tollien Schuurman was in 1932 de eerste vrouw ooit die onder de twaalf seconden liep; op 5 juni liep ze in Haarlem een nieuw wereldrecord: 11,9 seconden. De Friezin behoorde dan ook tot de favorieten op de Olympische Spelen van dat jaar in Los Angeles. 7


In de Nederlandse olympische ploeg was de vrouwenatletiek sterk vertegenwoordigd. De reis verliep per schip. Onderweg werd er getraind op het dek. De verwachtingen van de dames waren hooggespannen, maar de prestaties vielen tegen. Tollien Schuurman maakte een valse start in de halve finale van de 100 meter, waardoor ze bij de herkansing traag van start ging en derde werd. De finale ging aan haar neus voorbij. Ook de Nederlandse estafetteploeg greep net naast de medailles, en werd vierde. De focus kon op Berlijn, waar de Olympische Spelen vier jaar later gehouden zouden worden. Ze zou dan drieëntwintig jaar zijn, en in de kracht van haar leven. 1933 werd een topjaar voor haar. Ze verbeterde het wereldrecord op de 200 meter. Op 13 augustus liep ze in Brussel 24,6 seconden. Die tijd werd op dat moment nog niet als wereldrecord erkend omdat de Poolse Stanislawa Walasiewicz eerder 24,1 seconden over de 200 meter had gedaan. Dat was echter op een rechte baan zonder bocht geweest. Pas in 2007 werd dat officieel door de Internationale (Amateur) Atletiek Federatie (iaaf) onderkend en hersteld. Zelf heeft Tollien Schuurman dat niet meer mogen meemaken, want ze overleed in 1994 op 81-jarige leeftijd. 1933 bleek ook het kantelpunt in haar carrière. Behalve het jaar van haar niet-erkende wereldrecord was dat ook het jaar van de machtsgreep van Adolf Hitler in Duitsland. Het socialistische gezin Schuurman volgde de ontwikkelingen in het buurland met argusogen. Uiteindelijk besloot Tollien om niet naar de Olympische Spelen van Berlijn te gaan: ‘Ik loop niet voor Hitler en zijn trawanten.’ Officials 8


van het noc en de atletiekbond probeerden haar zonder succes op andere gedachten te brengen, weigerden de echte reden kenbaar te maken, en zeiden dat het om een blessure ging. Tollien Schuurman besloot om dan maar helemaal met atletiek te stoppen. Niet de enige Nederlandse atlete die ooit de twee felbegeerde wereldrecords in handen had, maar zwemster Rie Mastenbroek werd de Nederlandse ‘heldin’ van Berlijn. Ze won vier keer goud en dat staat nog steeds in steen gebeiteld in de eregalerij van het kolossale Olympisch Stadion in Berlijn. Net als het brons van Tinus Osendarp – de ‘snelste blanke’ achter Jesse Owens – die na de oorlog ternauwernood de doodstraf zou ontlopen wegens collaboratie. Een andere jonge talentvolle Nederlandse atlete ging wel naar Berlijn: Fanny Koen. Zij werd in 1936 vijfde bij het hoogspringen en vijfde met de Nederlandse estafetteploeg. Tijdens de volgende Olympische Spelen, die pas twaalf jaar later in London werden gehouden, zou zij – inmiddels Blankers-Koen – vier keer goud winnen; op de 100 meter, de 200 meter, de 80 meter horden en met de Nederlandse ploeg op de estafette. Ze is daarmee de succesvolste Nederlandse atlete ooit. In 1999 werd ze door de iaaf uitgeroepen tot Atlete van de Eeuw, waarbij vooral ook de rol werd benadrukt die ze speelde bij de emancipatie van vrouwen in de sport. Na Fanny-Blankers Koen en later nog Wilma van de Berg braken er magere jaren aan voor de Nederlandse sprintploeg. Nadat Els Vader en Nelli Cooman gestopt waren, was er lange tijd niets meer. In die luwte trainde bij de Utrechtse 9


atletiekvereniging Hellas een jong meisje dat daar verandering in wilde gaan brengen. Dafne Schippers groeide op in de Utrechtse wijk Overvecht, niet ver van de baan waar atletiekvereniging Hellas traint. Die club kreeg nationale bekendheid door Rob Druppers, die tijdens de eerste wereldkampioenschappen atletiek ooit (in 1983) winnaar werd van de zilveren medaille op de 800 meter. De tijden van Fanny Blankers-Koen leken toen al een eeuwigheid geleden. De medailleoogst bij de vrouwen bleef sindsdien beperkt. Ria Stalman won in 1984 goud bij het olympische discuswerpen in Los Angeles. Na die prestatie is ze vaak in verband gebracht met het gebruik van anabole steroïden; spierversterkers. Ze zou voor de Spelen in la bij de grens met Mexico zijn aangehouden met een grote hoeveelheid doping in haar auto. En ze zou tijdens de fbk Games van een jaar eerder zijn gevlucht voor een dopingcontrole. Nooit wilde ze op die geruchten reageren. In een gedenkboek ter gelegenheid van honderd jaar noc*nsf kreeg ze zelfs nog een prominente plek en werd uit haar mond de bekende zin opgetekend van sporters die iets te verbergen hebben maar niet willen liegen: ‘Ik ben nooit positief getest.’ Tot 8 januari 2016, toen ze in het tv-programma Andere Tijden Sport ineens toegaf doping te hebben gebruikt. ‘If you can’t beat them, join them. En dat heb ik gedaan.’ En de Atletiekunie schrapte haar naam uit de annalen van de Nederlandse atletiek.

10


En er was een gouden medaille voor Ellen van Langen op de 800 meter in Barcelona, op 3 augustus 1992. Dat was nog net de tijd van de hegemonie van de atletes uit het Oostblok. Dat maakt het des te uitzonderlijker dat er in 1992 ineens toch weer een Nederlandse atlete goud won tijdens de Spelen: ‘Ellen moest tegen gedrogeerde atleten opboksen. Het is alsof je een gewone auto tegen een opgevoerde auto laat rijden,’ aldus haar legendarische coach Frans Thuys. Dat was ruim anderhalve maand na de geboorte van Dafne Schippers, die op 15 juni van dat jaar als laatste uit een gezin met drie kinderen ter wereld kwam. Haar ouders noemden haar Dafne. Gemakkelijk te verwarren met Daphne, een nimf uit de Griekse mythologie. Die moest vluchten voor Apollo, omdat hij haar met zijn liefde achtervolgde. Waarop ze de goden om hulp smeekte, werd veranderd in een laurier, en voortaan met rust werd gelaten. Maar haar naam heeft helemaal niets te maken met die klassieke oudheid, en was geen vooruitziende blik van haar ouders. Het was gewoon een naam die ze mooi vonden, en die bedacht was door haar moeder. Haar vader was er aanvankelijk minder van gecharmeerd geweest. Tot het paar – hoogzwanger inmiddels – ging eten in een pannenkoekenrestaurant, waar een kindje rondliep dat zo heette. Toen was hij akkoord gegaan: ‘Maar dan wel met een f en niet met ph.’ Utrecht Overvecht was toen nog een nette wijk, voor mensen die een groene woonomgeving zochten aan de rand van de stad. Overvecht behoort inmiddels al jaren tot de slechtste wijken van Nederland, met veel overlast, geweld en radicaliserende jongeren. Dat heeft Dafne niet meer hoeven meemaken. Zij vertrok op jonge leeftijd met haar ouders, 11


zus en broer naar de keurige wijk Oog in Al. Een wijk met alleen maar nette mensen, witte scholen en Volvo-stationcars in de straat. Een wijk met een groot park waarin ze regelmatig traint. En een wijk die topsporters heeft voortgebracht, zoals Marco van Basten en Jochem Uytdehaage. Dat park is de oorsprong van de mysterieuze naam van de wijk. De excentrieke jonkheer Everard Meijster – die onder andere het plan had om een kanaal te graven waarmee Utrecht aan zee zou komen te liggen en Amsterdam van de kaart zou verdwijnen – kocht dat ‘landgoed’ in de zeventiende eeuw. Hij noemde het Oog in Al omdat hij van daaruit een goed uitzicht had over de stadsuitbreidingen van die tijd. In de jaren dertig van de vorige eeuw kwam ‘zijn’ landgoed pas aan de beurt. Er verscheen een typische jaren-30wijk en er werd een straat naar hem genoemd. Haar straat. Toen ze er kwamen wonen was er nog de overlast van de beruchte Cereol-sojafabriek, waardoor zware vrachtwagens langs het huis van de Schippers’ denderden. Met vereende krachten wisten de wijkbewoners die fabriek echter de nek om te draaien. Het fabrieksterrein is gesaneerd en ontwikkeld voor woningbouw, een nieuw restaurant, een bibliotheek en een dependance van de katholieke basisschool, waar Dafnes moeder Karen onderwijzeres is. Letterlijk om de hoek. Als Dafne in haar zwarte noc*nsf-Volkswagen de straat van het ouderlijk huis uit rijdt – waar ze nog altijd een deel van haar tijd woont – en voor het rode stoplicht halt houdt, ziet ze recht voor zich uit een groot bord, met daarop een foto van een brug; de nieuwe fietsbrug naar de Vinexwijk Leidsche Rijn, waar ze zelf de havo heeft doorlopen, die ‘Dafne Schippersbrug’ zal gaan heten: ‘Gereed eind 2016.’ 12


Atletiekvereniging Hellas traint nog steeds in Overvecht. Zoals zoveel andere sportverenigingen draagt Hellas een naam uit de klassieke oudheid. Het oude Griekenland, waar de sport een essentieel onderdeel vormde van de maatschappij; om uit te maken wie de beste was, wie de sterkste, wie het hardst kon slaan, en wie het snelst kon lopen. Toen niet alleen de mannen zich op de atletiekbaan begaven, maar ook vrouwen, voor een zogenoemde ‘stadionloop’ over tweehonderd meter. Dafne werd er lid toen ze negen jaar oud was. Tijdens een sponsorloop bij haar tennisvereniging (eveneens in Overvecht) was haar loopstijl opgevallen. (‘Ze liep als een hertje.’) Omstanders zeiden tegen haar vader dat die haar eens op atletiek moest doen. Daar had hij zelf ook al aan gedacht, want hij was altijd geïnteresseerd geweest in die sport, had het voor zichzelf ook overwogen, maar er nooit werk van gemaakt. Hij ging met Dafne naar Hellas. Al in het eerste weekend was er een wedstrijdje waarbij ze op het podium belandde. Niet lang daarna deed ze mee aan een verspringwedstrijd, wat op die leeftijd gebeurt met een dikke krijtlijn waarin de afzet staat afgedrukt zodat de afstand tot het afzetpunt en het landingspunt kan worden opgemeten. Ze sprong die eerste keer zo onwaarschijnlijk ver dat de Hellastrainer het niet geloofde en zelf ging nameten. De ‘trainingen’ voor de kinderen werden in die tijd verzorgd door de dochters van de uitbater van de kantine. Dafne ergerde zich kapot aan de kinderen die meer aan het keten waren dan aan het sporten. Dit was geen sporten, dit was spelen. En Dafne wilde sporten. Met een jaloerse blik keek ze naar de groepjes junioren die op de tartanbaan echte trainingen afwerkten. Ze liep daar wel eens stiekem ach13


teraan en merkte dat ze ondanks het leeftijdsverschil goed meekon. Haar vader ging vragen of ze niet alvast bij de junioren mocht, maar de club was onverbiddelijk; ze wilden geen precedent scheppen. Na haar tiende verjaardag is het dan eindelijk zover. Maar eenmaal bij de junioren blijkt het er niet veel professio­neler aan toe te gaan. De jeugdtrainer viert zijn eigen frustraties over een mislukte atletiekcarrière bot op zijn pupillen. Als Dafne een wedstrijd wint, zegt hij: ‘Geniet er maar van want veel beter zal het niet worden.’ Winnen is in die tijd voor haar nog geen vanzelfsprekendheid. Het podium wel. Maar daarop staat Jamile Samuel – dat andere grote talent van wie we nog veel zullen horen – meestal een treetje hoger. Haar eerste serieuze wedstrijd is op 25 januari 2003 in het Groningse dorp Zuidbroek. Daar vindt jaarlijks een juniorenwedstrijd plaats in een veehal. In de nacht voor de wedstrijd wordt daar de stront de hal uit gereden en een houten atletiekbaan erin. Dafne slaapt die nacht met haar ouders in het nabijgelegen Van der Valk-hotel, wat vanaf dat moment een jaarlijks gezinsuitje zal worden. Op de ‘kleine meerkamp’ – die bestaat uit de onderdelen 60 meter, hoogspringen en kogelstoten – wordt ze tweede. Haar eerste grote overwinning behaalt Dafne – na een jaar vol blessures – op 21 september 2008, als ze in Enschede Nederlands kampioen wordt op de zevenkamp bij de b-junioren. Dankzij of ondanks Hellas? Dafne laat zelf altijd doorschemeren dat ze weinig aan Hellas heeft gehad, dat ze haar prestaties vooral aan zichzelf te danken heeft, én aan Sportcentrum Papendal. Om de talentontwikkeling in Nederland te verbeteren stelde noc*nsf voor de periode 2006-2010 een Masterplan 14


Talentontwikkeling op. Als onderdeel daarvan werd in 2006 ‘op’ Papendal een trainingshal geopend, waardoor talentvolle atleten er het hele jaar door kunnen trainen. Sinds 2004 trok de rijksoverheid jaarlijks al bijna vijf miljoen euro uit voor talentontwikkeling in de sport, om dat in 2009 nog eens te verdubbelen tot jaarlijks bijna tien miljoen. En er is het loot (Landelijke Organisatie Onderwijs Topsport)-programma, waarin talentvolle sporters gebruik mogen maken van speciale studiefaciliteiten voor het voortgezet onderwijs, als hun sportprestaties daar aanleiding toe geven. Zo kunnen ze vaker trainen en onder professionelere omstandigheden, zoals op Papendal. Dat gold ook voor Dafne. In 2008 werd ze als talent ontdekt tijdens wedstrijden die ze namens haar vereniging Hellas liep. Ze kreeg de uitnodiging om op zaterdagen op Papendal te komen trainen. Aanvankelijk voor de meerkamp én de sprint, maar een jaar later koos ze voor de meerkamp, en kwam ze bij meerkamptrainer Bart Bennema terecht. Ze was inmiddels ook in het loot-programma gestapt, waardoor ze drie keer per week op Papendal kon trainen. De combinatie sport en onderwijs op het Leidsche Rijn College ging haar toen nog prima af. In september 2010 ging ze als 18-jarige ‘op kamers’ in het speciale huis voor sporttalenten in Het Dorp bij Arnhem. Ze wilde eigenlijk in Utrecht blijven maar daar mocht ze de Pabo – op een steenworp afstand van haar ouderlijk huis – niet in deeltijd doen. In Arnhem mocht dat wel. Maar door de extra belasting van het zelfstandig wonen viel de combinatie sport en onderwijs haar nu zwaar. Op advies van haar moeder stopte ze na twee jaar met de Pabo om zich volledig op haar sport te kunnen richten. 15


Haar uitspraak over olympisch goud in 2016 deed Dafne in 2008. Het waren haar laatste woorden in een uitzending van het Tros-televisieprogramma Zappsport. Ze legde daarin uit hoe haar dagelijkse leven als 16-jarige eruitziet. Ze vertelde dat ze doordeweeks zes uur per dag naar school gaat, en zeven keer per week twee uur traint. En dat ze maar drie uur per week over heeft om leuke dingen te doen met haar vriendinnen. Daar maakt haar moeder zich later wel eens zorgen over. Zou ze niet wat meer uit moeten gaan? En zou ze geen vriendje willen? Maar atletiek is ook in de jaren dat veel jongeren gaan puberen haar lust en haar leven: ‘Ik ging wel eens met vrienden uit, maar dan stond ik in een café en dacht ik: is dit het nou?’ Waar de Olympische Spelen in 2016 plaats zullen vinden is in 2008 nog helemaal niet bekend. Laat staan het tijdschema van de verschillende onderdelen. Het idee om 24 augustus 2016 als datum te noemen kwam van de regisseur van Zappsport. De Olympische Spelen zouden uiteindelijk worden toegewezen aan de Braziliaanse stad Rio de Janeiro. De ontknoping van ‘haar’ zevenkamp zou daar plaatsvinden in de nacht van zaterdag 13 op zondag 14 augustus 2016, nét na de finale van de 100 meter bij de vrouwen. Voor Dafne is er dan nog een lange weg te gaan; de weg van Hellas naar Olympia.

16


berlijn (13 februari 2016)

‘Dit is mijn liedje!’ Net voor de wedstrijd had ze haar vader een sms gestuurd. Ze had er de oordopjes van de headset van haar iPhone voor uit haar oren gehaald en haar telefoon gepakt. Haar ogen zochten hem op de tribune, waar hij op zijn schermpje keek en snel een duim naar haar opstak. Ze schoof haar telefoon weer tussen haar sport-bh, deed haar dopjes weer in, en ging door met haar warming-up. Terwijl het uit de luidsprekers door de grote hal galmde: ‘This is the moment, tonight is the night!’ De Mercedes-Benz Arena is met 12.648 toeschouwers stijf uitverkocht. Het vuur spuit omhoog tijdens het voorproefje van de Duitse band Glasperlenspiel. Alles is in gereedheid gebracht voor de Grote Rentree van de lokale held Robert Harting. In Londen won hij goud bij het discuswerpen, maar sindsdien was hij lange tijd geblesseerd. In de kranten heeft hij vooraf gezegd tevreden te zijn met een vierde plek, en zijn broertje Christoph (ook discuswerper) de overwinning te gunnen. Later op de avond verprutst hij zijn eerste vijf worpen. Maar hij wint alsnog met een laatste worp van 64,81 meter, waarna de Arena ontploft; misschien is Harting toch net op 17


tijd klaar voor Rio. (Op die Olympische Spelen zal hij al in de series worden uitgeschakeld en wint zijn broertje verrassend goud. Waarna die de hoon van de Duitse media over zich heen krijgt omdat hij op het podium tijdens het volkslied nonchalant staat te huppelen en fluiten, de pers negeert en zich later op de avond rokend en drinkend vertoont in het Duitse Huis). De organisatie had niet echt de moeite genomen om zich in Dafnes achtergrond te verdiepen, of eigenlijk wel, maar dan een beetje knullig uitgevoerd. ‘Welkom bij Berlijn, snel Dutchwoman’, luidde de kop in het programmaboekje, waarin ze een ‘Jahrhunderttalent’ werd genoemd. De journalisten hadden hun huiswerk duidelijk beter gedaan. Tijdens de persconferentie op vrijdag had Dafne zich lovend uitgelaten over de ‘goede mix tussen show en sport’. De Duitse pers was massaal afgekomen op de persconferentie van de ‘Fliegende Holländerin’, om teleurgesteld weer af te druipen. Erg spraakzaam was ze niet geweest en ruimte voor vragen was er ook niet. Ze wilde nog gaan trainen. Daar had Dietmar Wenck, journalist van de Berliner Morgenpost, zich duidelijk aan geërgerd. Hij herinnerde zich het jaar ervoor een openhartige Dafne tijdens het persontbijt na de door haar gewonnen wedstrijd in Berlijn. ‘Wat is er met haar gebeurd het afgelopen jaar?’, vroeg hij zich openlijk af, om het in de rest van zijn artikel alleen nog maar over doping te hebben. Voor hem was het duidelijk waarom ze geen vragen van journalisten wilde beantwoorden. Ze wist namelijk al wat de pers wilde weten en dat ze haar antwoorden toch niet zouden geloven. In een land waar de publieke omroep het wielrennen jarenlang in de ban had gedaan, en journalisten zich massaal storten op het ontmaskeren van (Russische) 18


atleten, durft niemand meer zonder verdachtmakingen te schrijven over grote sporters en sportprestaties. Aan Dafne is alles verdacht; haar razendsnelle opmars, haar extreem gespierde benen, haar brede kaken, haar jeugdpuistjes. De Morgenpost laat niet na om Dafne te vergelijken met de – ‘ebenfalls des Dopings überführte’ – voormalig ddr-atlete Katrin Krabbe. 2015 was voor Dafne geëindigd op hoge hakken; ze spoedde zich van de ene naar de andere huldiging. Vanaf begin 2016 is de focus weer volledig op het sprinten gericht. Dit jaar moet de voorlopige kroon op haar carrière worden. De Olympische Spelen staan met hoofdletters in haar agenda, het wk Indoor in Portland en het ek in Amsterdam zijn twee belangrijke tussenstops. Het jaar begint zoals gebruikelijk op Papendal. Halverwege januari vertrekt ze naar Tenerife. De zon schijnt en er staat voornamelijk beulswerk op het programma. Want om in Rio atleten als Shelly-Ann Fraser-Pryce op de 100 meter te verslaan moet er een schepje bovenop. ‘De start moet sneller, de rug moet minder bol en meer ontspannen, om bij de start gemakkelijker die heup naar voren te knallen’, aldus coach Bart Bennema. Maar dat is nog niet alles. De hak van de achterste voet moet minder omhoog en meer naar voren bij de start. Dan komt deze voet eerder aan de grond en kan Dafne eerder kracht zetten. Behalve de start wordt op Tenerife ook – letterlijk tot kotsen aan toe – aan de conditie gewerkt en op kracht getraind. Terug in Nederland heeft Dafne vier wedstrijden gepland in vier opeenvolgende weekenden. Van theorie naar praktijk. Ze denkt dat het doorvoeren van de omzettingen in haar techniek wel wat tijd in beslag zal nemen. Voor de 19


eerste wedstrijd op 6 februari in Karlsruhe zijn haar verwachtingen dan ook bescheiden. Dat pakt anders uit. In haar serie van de 60 meter sprint Dafne naar een beste wereldjaarprestatie van 7,07 seconden, waarmee ze Barbara Pierre (Verenigde Staten, 7,15), Rosangela Santos (Brazilië, 7,21) en Jamile Samuel (Nederland, 7,24) ruim voorblijft. In de finale wordt meer weerstand verwacht, vooral van Marie-Josee Ta Lou uit Ivoorkust (7,12 in haar serie) en de Britse Dina Asher-Smith (7,14). Na een valse start en diskwalificatie voor Samuel is bij de herstart iedereen links van Dafne (de Noorse Ezinne Okparaebo, Pierre en Asher-Smith) sneller weg, maar lukt het haar desondanks om met één honderdste voorsprong op Pierre deze finale te winnen. De uitslag van de 60 meter in Karlsruhe: 1 Dafne Schippers Nederland 2 Barbara Pierre Verenigde Staten 3 Dina Asher-Smith Groot-Brittannië 4 Marie-Josee Ta Lou Ivoorkust 5 Rosangela Santos Brazilië 6 Ezinne Okparaebo Noorwegen 7 Carina Horn Zuid-Afrika Jamile Samuel Nederland

7,08 7,09 7,11 7,14 7,19 7,19 7,20 Gediskwalificeerd

Dafne toont zich tevreden over haar tijden, zeker omdat de starts niet bijzonder goed waren. Er is nog ruimte voor verbetering. Vandaag in Berlijn bijvoorbeeld. Een dag eerder heeft de 18-jarige Poolse Ewa Swoboda de beste prestatie van Dafne geëvenaard op de razendsnelle baan van Torun in haar geboorteland. De baan van Berlijn heeft eenzelfde reputatie. 20


Terwijl het uitgelaten Berlijnse publiek die andere ddr-atlete Heike Drechsler – een tijdlang wereldrecordhouder op de 200 meter met een tijd van 21,71 seconden – een ovationeel applaus geeft, bereidt Dafne zich ongestoord voor op de series van de 100 meter. Haar vaste ritueel voor de start. Drie hupjes, haarelastiekjes strakker, linkervoet op het blok, rechtervoet op het blok, lichaam oprichten, haarelastiekjes nog een beetje strakker, linkerhand met gespreide vingers tegen de startlijn, met rechterhand de duim van haar linkerhand wat naar achteren schuiven, rechterhand met gespreide vingers en duim tegen de startlijn, billen omhoog, gezicht naar voren. Klaar voor de start? In blok 205, rij 6, stoel 6 zit Nick Rotteveel uit het Utrechtse Amerongen, beter bekend als Nicky Romero. De succesvolle dj is speciaal voor dit evenement naar Berlijn gekomen. Camera met grote zoomlens in de aanslag om alles te kunnen vastleggen van de eerste wedstrijd van zijn kersverse nieuwe vriendin die hij bijwoont. De dag ervoor is hij samen met het gezin Schippers naar Berlijn gereden. Bij de ingang van de Arena was hij getrakteerd op een blik op een knalrode Mercedes amg-gt, die de sponsor daar had neergezet, en waarvan hij zelf de witte variant bezit. De dj is multimiljonair. De avond ervoor hebben ze het daar nog uitgebreid over gehad. Hoe hij dat voor elkaar heeft gekregen en in goede banen geleid. Hij heeft vijftig man personeel in dienst. Vader Ernst had aandachtig geluisterd. Hij heeft zich namelijk voorgenomen om dezer dagen het management van zijn dochter in eigen hand te nemen. Om halfelf vertrekt de dj met Dafne naar hun hotelka21


mer, pal tegenover de Mercedes-Benz Arena. Dat viel dan nog mee. Want daar had hij zich wel zorgen over gemaakt. Zoals vaders van dochters zich daar sowieso zorgen over maken. Maar nu in het bijzonder, zo aan het begin van een olympisch jaar, met de focus op Rio. En dan ook nog een dj, een man van de nacht, met een vrouw die afhankelijk is van goede nachtrust. Van havermout bij het ontbijt. En dan zijn er ook nog van die theorieën over seks en topsport... Dafne had haar kruit overduidelijk niet verschoten. Toen ze even na halfzes de hal binnenkwam nam ze met­ een bezit van de baan. Haar imponerende lengte en oogverblindende blonde haar – dat de journalist van de Berliner Morgenpost verleidde tot een vergelijking met Katrin Krabbe – zetten haar tegenstanders meteen in de schaduw. Van wie de belangrijkste die avond, de Britse Asha Philip, zichtbaar kampt met overgewicht. De echte toppers zijn er niet in Berlijn. Af! Ze komt omhoog, zakt weer in, en ligt derde. Zal het met die start ooit nog goed komen? Na tien meter gaat de turbo er al op. De inhaalrace is ingezet. Ze wint in 7,04 seconden. Een nieuw persoonlijk record, ruim voor de andere deelnemers aan de series, en slechts vier honderdste van een seconde boven het Nederlandse record van Nelli Cooman. Vader Ernst steekt zijn duim op. Gaat dat record van Nelli Cooman er dan toch eindelijk aan? Hoewel Dafne dat zelf achteraf niet vond, lijkt de start in de finale beter. Het is duidelijk te zien dat ze als eerste reageert op het startschot en als eerste uit de blokken komt. Om daarna – inderdaad – een beetje stil te vallen, zich vervolgens op te richten, en in gestrekte draf het Nederlands 22


record te evenaren, en het eveneens oeroude wereldrecord van de Russische Irina Privalova tot op acht honderdste van een seconde te benaderen: De uitslag van de 60 meter in Berlijn: 1 Dafne Schippers Nederland 2 Marie-Josee Ta Lou Ivoorkust 3 Asha Philip Groot-Brittannië 4 Rosangela Santos Brazilië 5 Carina Horn Zuid-Afrika 6 Jamile Samuel Nederland

7,00 7,06 7,16 7,17 7,19 7,20

Het is dan 13 februari 2016. Op de kop af een halfjaar voor de finale van de 100 meter in Rio. Dafne Schippers deed die dag in Berlijn exact zeven seconden over de 60 meter. Datzelfde had Nelli Cooman bijna dertig jaar eerder – op 23 februari 1986 – in Madrid gedaan. De tijd van Dafne is de beste wereldseizoensprestatie maar ook de negende tijd aller tijden. Geen woord daarover in de Berliner Morgenpost: ‘Der Zweifel läuft immer mit.’

23


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.