Lea heeft al 57 jaar een buurtwinkel in Breendonk

Charmante buurtwinkels worden stilaan een uitstervend ras. Maar in Breendonk vind je er nog eentje. Al 57 jaar verkoopt Lea De Bleser (75) algemene voedingswaren. En als het van haar afhangt, blijft dat nog wel even duren.

Je staat al sinds je negentiende in je winkeltje, vertel.

“Mijn ouders hebben hier altijd een kleine bakkerij gehad. Maar in 1963 kwam mijn moeder om het leven bij een auto-ongeval. Ik moest van mijn vader haar plaats innemen in de bakkerij. Na verloop van tijd hebben we de ruimte een beetje uitgebreid en boden we ook algemene voeding aan. Mijn winkel is ongeveer zo groot als een huiskamer en heeft nog altijd het originele interieur uit de jaren zeventig.”

Welke producten gaan het vaakst over de toonbank?

“Vooral snoep, sigaretten en drank. Maar ook pasta, kaas en choco. Inwoners komen hier vaak halen wat ze in de grote supermarkt vergeten zijn. Of ze springen snel binnen voor of na hun werk. Want ik ben elke werkdag open van 8u tot 19u, alleen op maandag sluit ik even in de voormiddag. Het valt me wel op dat de klanten steeds minder tijd en geduld hebben. Iedereen is gehaast, dat was vroeger toch anders.”

Maar je doet het nog altijd graag?

“Absoluut, de winkel is mijn leven. Het houdt me in beweging – letterlijk, want ik pak zelf alle bestellingen uit en vul de rekken aan. En het zorgt er natuurlijk voor dat ik onder de mensen blijf komen. Mijn vaste klanten vertellen me hun zorgen waarmee ze elders niet terechtkunnen. Je zou ervan van verschieten wat ik hier allemaal hoor. Maar daar ga ik uiteraard discreet mee om.”

Overweeg je om de winkel te sluiten?

“Mijn twee dochters bevelen dat ergens wel aan, maar voor mij hoeft het nog niet. Een paar jaar geleden moest ik na een operatie zes weken revalideren. Mijn zus belde dan regelmatig om te controleren of ik wel degelijk de voorgeschreven rust respecteerde, maar eigenlijk was ik buiten haar weten om toch in de winkel bezig. Ik kan het niet laten. Binnenkort komt er in Breendonk een Delhaize, dus ik vermoed dat ik dan klanten zal verliezen. Als mijn winkeltje niet meer rendabel is, zal ik wel moeten stoppen. Afwachten dus.”