NAVnews 2013

Page 1

navnews

V.U.: Bart Verstraete, St.-Clarastraat 48, 8000 Brugge - Afgiftekantoor Gent x - erkenningsnummer P802033 Retouradres: St.-Clarastraat 48, 8000 Brugge - T 050 47 46 67 - F 050 47 46 79

januari - februari 2013 - nr 66

tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in juli & augustus)

Project in de kijker Passieve kleuterschool Oostduinkerke Fotografie: Klaas Verdru Architectuur: BURO II & ARCHI+I

#14

Š Photo by Yasushi Ichikawa, Courtesy of Shiseido Gallery

#04

Editoriaal #02 Actualiteit #03 - #07 Techniek #08 Korte berichten #10 Nav nieuwtjes #12 Architectuur #14 Specialist #16 Helpdesk #18 Š Philipp Van Gelooven

Uw verwarming beheren vanop afstand www.electrabel.be/thermostaat


#02 | editoriaal

# Architecten murw geslagen door lokale verordeningen NAV organiseerde eind januari haar jaarlijkse architectenmonitor. Zo’n 600 architecten namen deel. Gevraagd naar hun mening over lokale verordeningen, antwoordt bijna een derde dat deze voor hen niet relevant en overbodig zijn. Gevraagd naar de reden hiervoor, antwoordt meer dan de helft dat er totale willekeur heerst: wat in de ene gemeente moet, is verboden in een andere gemeente.

Spreek nooit voor uw beurt De voorbije weken was er heel wat te doen over het al dan niet verdwijnen van de woonbonus. De Vlaamse Woonraad had met een advies de kat de bel aangebonden. De poppen gingen aan het dansen. De media had bloed geroken en de Vlaamse ministers haastten zich om mee te delen dat alles blijft zoals het is… toch zeker tot 2014? De Vlaamse Woonraad zal ongetwijfeld goed nagedacht hebben over zijn conclusies. Ze verdienen verder onderzoek. Het systeem is straks onbetaalbaar. Bovendien ondersteunt het de huurmarkt te weinig. Ook is de woonbonus niet gericht op wie de financiële steun echt nodig heeft en genieten de hogere in komens een groter voordeel dan de lagere. De Vlaamse Regering zal er ongetwijfeld een vette kluif aan hebben. Maar moest dit nu echt te grabbel gegooid worden in de pers? Ik word weinig vrolijk van het resultaat. Nog wat meer bloed in de bouwsector! En dit terwijl we ondertussen weten dat de bouwconjunctuur meedeint op de golven van de psychologie van de consument. Je zult NAV niet betrappen op onheilspellende persberichten over de slechte toestand van de bouw. Ze doen immers meer kwaad dan goed. Andere sectororganisaties zijn een andere mening toegedaan. Maar ik vrees dat een potentiële bouwheer niet wordt aangemoedigd door persberichten met klinkende titels als ‘bouwbarometer bereikt triest laagterecord’.

Sinds jaren wordt de gemeentelijke autonomie op het gebied van ruimtelijke ordening stelselmatig uitgebreid. De zogenaamde “ontvoogde” gemeenten kunnen hierdoor sneller stedenbouwkundige vergunningen afleveren. Voor de bouwheren is dat uiteraard een goede zaak.

Lokale verordeningen hebben vaak helemaal geen lokaal karakter Gemeentelijke verordeningen: een ode aan de willekeur Jammer genoeg leidt de verhoging van de gemeentelijke autonomie ook tot de meest diverse verordeningen. Vaak hebben die helemaal geen lokaal karakter en gaat het over normering die op Vlaams niveau zou moeten geregeld worden.

Dat komt ook tot uiting in de resultaten van de enquête. Van de 600 bevraagde architecten vindt

61% procent dat een lokale overheid enkel verordeningen mag uitvaardigen indien ze lokaal relevant zijn. 51% vraagt dat de bestendige deputatie, die de lokale verordeningen moet goedkeuren, dit kritischer zou doen. Ook vraagt meer dan de helft dat er op Vlaams niveau aan de gemeenten een kader wordt opgelegd met eenduidige voorschriften betreffende de gebruikte begrippen, meetcodes… Sterke noodzaak aan een uniform kader NAV trekt aan de alarmbel. Architecten dreigen helemaal verstrikt te raken in een wirwar van regelgevingen. Bij twee projecten op amper enkele kilometers van elkaar, kunnen totaal verschillende regels gelden. Voor een aantal zaken biedt een lokale verordening bovendien geen enkele meerwaarde, en betreft het materie die op Vlaams niveau geregeld moet worden. Ook vraagt NAV dat er op Vlaams niveau aan de gemeenten een uniform kader wordt opgelegd met eenduidige voorschriften betreffende de gebruikte begrippen, meetcodes…

Architect Danny Windmolders, Voorzitter NAV

# CD&V gelooft in passief bouwen, niet in passiefnorm vanaf 2015

# Nieuwe normen voor zelfstandige woningen en kamers

Brussels CD&V-fractievoorzitter Brigitte De Pauw heeft minister Huytebroeck geïnterpelleerd omtrent de invoering van de passiefnorm vanaf 2015 in het Brussels Gewest. Deze zal, zo vreest De Pauw, de prijs van de woningen nog meer de hoogte injagen.

De geldende kwaliteitsnormen voor zelfstandige woningen en kamers zijn aangepast en uitgebreid. De nieuwe technische verslagen worden gebruikt sinds 1 januari 2013.

Met de passiefnorm die minister Huytebroeck voorstelt vanaf 2015 zullen alle nieuwe woningen, scholen en kantoren en zware renovaties moeten voldoen aan een passiefstandaard. Dit betekent volgens De Pauw dat bouwen en grondig renoveren in het Brussels Gewest nog duurder zal zijn. Een investeringskost die jonge gezinnen in geen geval zullen kunnen ophoesten. Het argument dat een passiefwoning zichzelf op termijn terugbetaalt, geldt immers vooralsnog niet als argument aan de bank om een lening te verschaffen aan 2 jonge mensen met een (voorlopig) laag inkomen. “Investeren in passiefbouw is goed, maar de norm verplichten is de bal misslaan”, aldus De Pauw in

NAV partners 2013

www.bulex.be

Nieuw is de dakisolatienorm voor zelfstandige woningen en het technisch verslag voor de controle van kamers bewoond door seizoenarbeiders. Vanaf 1 januari 2013 worden er nieuwe technische verslagen gebruikt om woningen te beoordelen. In de kennisdatabank op www.nav.be kan u een verduidelijkende brochure van Wonen Vlaanderen, een handleiding en deze typedocumenten downloaden.

een persbericht. “De middelen zouden beter geïnvesteerd worden om een einde te stellen aan het energievretend bestaand patrimonium.”

www.cbr.be

www.betafence.be

www.henrad.be

# Regering verlengt betalingstermijnen overheidsopdrachten De ministerraad besliste in december vorig jaar om de uitvoeringsregels voor overheidsopdrachten te wijzigen. Dit houdt in dat de huidige maximale betalingstermijnen voortaan verlengd kunnen worden. In het ontwerp wordt de huidige maximumtermijn van 60 dagen - waarop geen enkele afwijking mogelijk is - vervangen door een verificatietermijn van 30 dagen en een betalingstermijn van 30 dagen. En daar knelt het schoentje. Het ontwerp bepaalt dat beide termijnen verlengd kunnen worden. In de praktijk betekent dit dus dat bouwbedrijven

www.koramic.com

www.renson.be

de garantie dreigen te verliezen dat hun prestaties binnen de 60 dagen zullen worden betaald. Confederatie Bouw reageerde hierop. Zij is van mening dat budgettaire of organisatorische moeilijkheden bij de overheid er niet toe mogen leiden dat private opdrachtnemers de facto de overheid financieren. De Confederatie vraagt met klem om het regeerakkoord uit te voeren en werk te maken van de bestrijding van betalingsachterstand. In ieder geval moet het status quo behouden blijven door de bestaande betalingstermijn conform de Europese richtlijn op te splitsen, maar evenwel in een niet-verlengbare verificatietermijn van 30 dagen en een niet-verlengbare betalingstermijn van 30 dagen.

www.reynaers.be

www.rockwool.be

www.consentinogroup.be

www.derbigum.be


w.consentinogroup.be

actualiteit | 03#

# De digitale bouwaanvraag: van schildpad naar cheeta? Als u Batibouw bezoekt, moet u zeker even halt houden op de stand van de Vlaamse overheid. Daar geven 1700 en - tijdens de professionele dagen - het team Digitale Bouwaanvraag een demonstratie van hoe de digitale bouwaanvraag zal verlopen. Zo kunt u alvast proeven van de al langer aangekondigde elektronische procedure. Voor the real thing moet u nog even geduld oefenen, want de startdatum is verschoven naar het najaar. De oorspronkelijke planning stelde begin 2013 als startdatum voorop. Dat die deadline niet is gehaald, heeft er volgens Paul Van Lindt, hoofd van het projectteam Digitale Bouwaanvraag (RWO), vooral mee te maken dat op zeker ogenblik werd overgestapt naar een nieuwe dienstenleverancier. Dat had onvermijdelijk een impact op de timing, gezien de complexiteit van de toepassing en de vele actoren en instanties die erbij betrokken zijn. De nieuwe target is september of oktober. Vlak na Batibouw moet de basisontwikkeling voldoende rijp zijn om de eerste testen te ondergaan. Die proefperiode zal pakweg zes maanden in beslag nemen en gepaard gaan met de nodige aanpassingen. Daarna kan het digitale loket echt van start gaan. In hoeveel gemeenten de digitale bouwaanvraag meteen mogelijk zal zijn, is nog niet geweten. In ieder geval zal er een overgangsperiode nodig zijn om de digitalisering in alle gemeenten op de sporen te krijgen. De Vlaamse overheid stimuleert de gemeenten via opleidingen en een financiële tussenkomst voor de investering in schermen, plotters, softwareaanpassingen en andere infrastructuur. Maten en formaten Er moeten nog wel meer zaken definitief worden uitgeklaard. Het formaat waarin u uw plannen moet inleveren, bijvoorbeeld. Het wordt hoogstwaarschijnlijk pdf-e, zoals vroeger al aangekondigd. Dat biedt de behandelende instanties onder andere de mogelijkheid om opmerkingen toe te voegen in een aparte laag, dus zonder te raken aan de eigenlijke plannen. Maar hoe de export/importprocedure precies zal verlopen, is nog niet uitgemaakt. Komt er een conversietool die de plannen automatisch in het

gevraagde formaat omzet, of moeten architecten hun data in het gewenste formaat aanleveren? In dat laatste geval moet u rekening houden met een software-investering van meerdere honderden euro’s. In eerste instantie zal de digitale bouwaanvraag beperkt blijven tot de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning, het uitreiken van de vergunning en het instellen van een eventueel beroep inbegrepen. Ook de diverse meldingen (A, B, zorgwonen) zijn van bij de start mogelijk. Achteraf komen daar gefaseerd andere aanvragen en procedures bij: de beroepsprocedure, het stedenbouwkundig attest, het planologisch attest, de verkavelingsvergunning. Een precieze timing is er daarvoor nog niet. Het team maakt zich sterk dat dit snel kan gaan, vermits tijdens de testmaanden volop verder wordt gewerkt aan de andere procedures.

Pas in het najaar van 2013 kan het digitale loket echt van start gaan Het visum er gratis bovenop? Een blijde boodschap is dan weer dat door de introductie van de digitale bouwaanvraag de aparte visumaanvraag op termijn overbodig wordt. In eerste instantie moet u nog altijd eerst een digitaal visum aanvragen, en pas daarna uw digitale bouwaanvraag indienen. Pas dan kunt u het visum in deze aanvraag importeren. Dat betekent uiteraard dat u heel wat gegevens twee keer moet ingeven. In een latere fase worden de gegevens voor het visum automatisch gegenereerd vanuit de digitale bouwaanvraag. Dat zou in theo-

rie relatief snel mogelijk moeten worden. Het visum verdwijnt daarmee niet definitief. Als u later bijvoorbeeld in het Waals gewest een project hebt, zal u het nog altijd nodig hebben, zolang in Wallonië geen vergelijkbare digitale bouwaanvraagprocedure in zwang is. Intussen is de Orde volop bezig met het overzetten van de architectenfiches naar het digitale platform, zodat de architect in kwestie een digitaal visum kan aanvragen. De cijfers voor het laatste kwartaal van 2012 wijzen er op dat het digitale visum stilaan op snelheid komt. Het aantal aanvragen steeg van 303 in de startmaand september naar 850 in oktober en 1158 in november. U hebt er belang bij om zo snel mogelijk op die trein te springen, want het hierboven voordien vermelde automatisch genereren van het visum via de digitale bouwaanvraag zal gebeuren op basis van uw rijksregisternummer. Daarover beschikt de Orde pas als u zich heeft geregistreerd voor het digitale visum. Help, ik ben niet mee De Orde geeft intussen nog enkele tips en weetjes mee. Als meerdere architecten betrokken zijn

bij een project, volstaat één aanvraag voor een digitaal visum. De aanvrager kan dan ingeven welke andere architecten er nog bij het dossier betrokken zijn. Die architecten krijgen dan de vraag of dat daadwerkelijk het geval is, en na een positief antwoord ontvangen ze automatisch hun visa. Belangrijk is wel dat de aanvrager de andere architecten op de correcte manier identificeert. Met name het onderscheid tussen natuurlijke en rechtspersonen kan tot vervelende misverstanden leiden. Wie de digitale snelweg compleet gemist heeft, kan nog een klassiek visumstempel krijgen, in afwachting dat alle architectenfiches overgezet zijn naar het digitale platform. Zodra dat is gebeurd – en dat zal niet lang meer duren – kunt u nog terecht bij de provinciale raad, waar de medewerkers met behulp van uw elektronische identiteitskaart een digitaal visum genereren. U krijgt dat digitale visum toegestuurd via mail en u ontvangt er ook een print van. Maar waarom niet liever even doorbijten en de handige hulpmiddelen van vandaag onder de knie krijgen? Staf Bellens

# Veiligheid van liften: modernisering van bestaande liften Er zijn heel wat wetgevingen van toepassing op liften. Sinds 10 december 2012 is er een nieuw koninklijk besluit. Dat bevat onder meer de gespreide invoering van de moderniseringen in de tijd, afhankelijk van de leeftijd van de betrokken lift. Het KB wijzigt de modernisatietermijnen in drie volgens de leeftijd van de lift gespreide tijdstippen. Bovendien moeten alle aanpassingen ineens gebeuren en niet meer in 2 of 3 fasen zoals in eerdere voorstellen. Niemand verwacht dat er op een zo ingeburgerde machine als een lift in al zijn diverse vormen zoveel verschillende wetgevingen

www.derbigum.be

www.gira.be

Bart Verstraete van toepassing zijn. Toch is het zo: de liftenrichtlijn, de machinerichtlijn, de gewestelijke reglementering betreffende bouwvergunningen, het KB van 7/7/1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen, het KB van 9/3/2003 betreffende de beveiliging van liften, de algemene toegankelijkheidswetgeving en het ARAB. Een artikel over al deze wetgevingen kan nagelezen worden door onze leden via de kennisdatabank op www.nav.be

Datum inbedrijfstelling lift

De coördinatie van de NAV werking en belangenbehartiging gebeurt door Bart Verstraete. Hij is sinds 2005 directeur bij NAV. Reageren? Bart.verstraete@nav.be

Modernisering klaar tegen

vanaf 1/4/1984

ten laatste 31/12/2014

van 1/1/1958 tot 31/3/1984

ten laatste 31/12/2016

voor 1/1/1958

ten laatste 31/12/2022

www.kubusinfo.nl

www.protect.be

www.xella.be

www.saint-gobain-glass.com

www.sika.be

www.velux.be

Secretariaat: NAV, Willebroekkaai 37, 1000 Brussel, T 02 212 26 99, F 02 400 71 72 Retouradres: NAV, St.-Clarastraat 48, 8000 Brugge - T 050 47 46 67 - F 050 47 46 79 Redactie: NAV, Bart Verstraete, info@nav.be, www.nav.be Lay-out: FCO media - Druk: Drukkerij Pattyn Afgiftekantoor Gent x erkenningsnummer P802033 NAV en zijn auteurs kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor de inhoud van de teksten de interpretatie ervan, of eventuele onjuiste gegevens. Wet- en regelgeving veranderen snel. De mogelijkheid bestaat dat tekst-elementen al door nieuwe wetgeving of besluiten achterhaald zijn. We excuseren ons hiervoor.


© Philipp Van Gelooven

#04 | actualiteit

Welke toekomst voor welke architectenbureaus? De bouwmarkt verkeert in zwaar weer. Europese prognoses gewagen dat dit zo tot 2015 zal blijven. Het ideale moment om even stil te staan bij de toekomst van de dagelijkse praktijk. In het Verenigd Koninkrijk en Nederland, waar architectenbureaus al langer te lijden hebben onder de crisis, hebben ze die oefening al gemaakt. Wat kunnen we van hen leren?

Verenigd Koninkrijk Het RIBA - Royal Institute of British Architects maakte in 2010 een boeiende oefening: welk type architectenbureau is op middellange termijn (2025) wel/niet een mooie toekomst beschoren? De resultaten zijn terug te vinden op www. buildingfutures.org.uk. De resultaten zijn grosso modo dat ontwerpgedreven middelgrote en hippe kleine bureaus het moeilijk zullen krijgen. Oorzaak: de sterke concurrentie van grote bureaus die beter de taal van de klant spreken en begrijpen en die alle ontwerptalent naar zich toe zuigen. Mooie perspectieven zijn weggelegd voor bureaus die actief zijn in opkomende economieën, mondiale interdisciplinaire bureaus, bureaus die het risico van de bouwheer overnemen, gespecialiseerde onderaannemers met een grondige kennis van IT en organisatie, en multidisciplinaire design houses die problemen creatief oplossen. Zullen relatief ongehavend de toekomst binnenvaren: internationale sterarchitecten, kleine bureaus met een algemene praktijk en een persoonlijke service, gespecialiseerde nichebureaus als onderdeel van grotere teams, en traditionele regionale bureaus die kiezen voor een kostenbewuste no nonsens aanpak.

Nederland De BNA - Bond van Nederlandse Architecten vroeg het Economisch Instituut voor de Bouw om de markt voor architecten tegen 2030 te bestuderen. Parameters waren de economische groei en de demografische ontwikkeling. De EIB zag een relatief beperkte (-10%) tot sterke (-40%) daling van de architectenactiviteit, met mogelijkheden wat herbestemming, buitenlandse opdrachten

en binnenstedelijke ontwikkeling betreft. Op basis van deze studie schetste de BNA vier mogelijke toekomstscenario’s, afhankelijk van de economische evolutie (gematigde groei versus serieuze krimp) en de activiteiten van de architect (centrale regisseur versus overwegend esthetisch adviseur).

Ruil de idee van opdrachten in voor een zoektocht naar opgaven De kwadrant rechts bovenaan wordt gekenmerkt door overwegend kleine, multidisciplinaire opdrachten met de nadruk op design. Interessant voor kleine multidisciplinaire ontwerpbureaus en creatieve consultants, maar weinig leefbaar voor middelgrote en grote, nationaal werkende bureaus. Multidisciplinaire en/of internationale samenwerking zijn aangewezen. De kwadrant rechts onderaan herbergt een heus crisisscenario, waar de architect zijn eigenheid verliest en veel breder moet gaan werken om te overleven. Opdrachten zijn of internationaal of heel lokaal van aard. De kwadrant links onderaan leidt tot een markt waarin vooral kleintjes en enkele groten aan de bak komen en het aantal architecten onvermijdelijk zal teruglopen. Samenwerken is een must. De laatste kwadrant levert een optimistisch scenario op met veel kleine en een relatief aantal middelgrote opdrachten. Bureaus moeten multidisciplinair en professioneel zijn, samenwerken en het vertrouwen van de opdrachtgevers hebben of winnen.

België Uiteraard zijn deze Nederlandse en Britse verkenningen niet zomaar transponeerbaar naar België. De bouwmarkt, schaal, internationalisering en wettelijke context waarbinnen het beroep wordt uitgeoefend, zijn immers erg verschillend. Dankzij de verplichting om een beroep te doen op een architect is er in ons land een bodem gelegd voor het aantal opdrachten. De keerzijde van die medaille is al dikwijls besproken: veel verantwoordelijkheid, moeilijkheden om tot een positieve beeldvorming en een economisch rendement te komen, een pijnlijk spagaat tussen de economische wetmatigheden en kansen, en de wettelijke en deontologische beperkingen. Maar uiteraard ontsnappen wij niet aan de tendensen die ook onze buurlanden kennen. Enkele bedenkingen en mogelijkheden. Internationaal denken Hoewel heel wat Belgische architectenbureaus in het buitenland bedrijvig zijn, hebben we daarin niet echt een traditie opgebouwd. Ook de overheidsinspanningen om de export te bevorderen, zijn niet op maat van de architectuur gesneden, wat soms tot afgunstige blikken richting Frankrijk en Nederland aanleiding geeft. De eerste stap naar het buitenland is ook niet vanzelfsprekend en vergt al snel financiële inspanningen die zeker in moeilijke economische omstandigheden niet voor de hand liggen. Wel is ondersteuning mogelijk via FIT (www.flandersinvestmentandtrade.be), Brussel Invest & Export (www.invest-export.irisnet. be) en AWEX (www.awex.be).

Maar een internationale samenwerking is ook voor projecten in eigen land mogelijk. De samenwerking met een buitenlands bureau kan lokale bureaus bijvoorbeeld de ontberende schaalgrootte, referenties of knowhow bezorgen. Ingenieur-architect Jos Leyssens van Licence to Build kwam, via een medewerkster die daar stage had gedaan, terecht bij het Britse, internationaal actieve bureau Aedas. Voor Scholen van Morgen sloegen ze de handen in elkaar. “Zij hebben ervaring met scholenbouw en de DBFM-formule, wij spreken de taal en kennen de wetgeving. Want je moet je partner iets te bieden hebben, anders lukt het niet”, aldus Leyssens. Een internationale bureaucultuur kan soms openingen creëren. BURO II bijvoorbeeld (toen nog

Een internationale bureaucultuur kan soms openingen creëren zonder ARCHI+I) zag dankzij een Chinese masterstudent architectuur in Leuven plots openingen om naar China te trekken. In augustus 2005 wonnen ze samen met CITIC de internationale ontwerpwedstrijd. Amper een maand later streken ze in Guangzhou neer met een team specialisten. In 2008 werd het project bekroond met een wereldarchitectuurprijs in Barcelona. Klantgericht denken Waar zitten de opdrachtgevers, wat willen zij en hoe kunt u dat tot beider tevredenheid invullen? De trends in de bouwmarkt zijn gekend. Neem nu stadsvernieuwing en renovatie. Ook met een klein bureau is daar perfect op in te spelen. Architecten Delobelle bvba uit Gent bijvoorbeeld leggen zich overwegend toe op renovatie en bieden daarvoor een totaaloplossing: architectuur, interieur, epb, veiligheidscoördinatie, een persoonlijke service. Een transparante aanpak met een duidelijke omschrijving van de geleverde prestaties en de vergoeding die daar tegenover staat, garandeert het rendement van het bureau. Specialiseren Specialiseren heeft voor- en nadelen. Wie zich uitsluitend op een sector toelegt, riskeert in crisistijden dat ook niet-gespecialiseerde bureaus zich daarop storten, met negatieve gevolgen voor de erelonen. Anderzijds kan een ondersteunende specialisatie heel interessant zijn. Denk aan bureaus als Bureau Bouwtechnieken en ARTEX, die zich als architectenbureau vooral toeleggen op bouwtechnieken, technische installaties in gebouwen en veiligheid op de werf. Crisissen zijn kansen Wordt het een zwak jaar? Maak dan van de luwte gebruik om bij te scholen. Aan toekomstgerichte kennisthema’s is er geen gebrek: energie en duurzaamheid, bouwtechniek, ICT (tekenen en bouwprogrammatuur), bedrijfsbeheer, een commerciëlere aanpak, technische en juridische zaken. Nieuwe of zich doorzettende concepten kunnen een studie waard zijn, zoals allerlei vormen van


DUCO at HOME

Duco Tronic System De ultieme vorm van ‘Natuurlijke’ Ventilatie

De standaard voor woningventilatie Het DucoTronic System is een Vraaggestuurd Natuurlijk Ventilatiesysteem dat ventileert op basis van CO2-, vochten temperatuurmetingen, ideale graadmeters voor een gezond en comfortabel binnenklimaat. De elektronisch gestuurde toevoerroosters garanderen dat er enkel geventileerdf wordt waar en wanneer nodig én in de E-peil reduc,vent juiste hoeveelheid voor een tot optimale energiebesparing! freduc,vent

0,46

-16 punten

E-peil

-21

tot

HOME OF OXYGEN

0,75

VEA

GEKEURD!

punten

freduc,vent

1,00 DUCO OP ‘BATIBOUW’ 2013 Baiyun International Convention Center Guangzhou, China [2007], van BURO II & ARCHI+I, won een wereldarchitectuurprijs in 2008. Realisatie: BURO II & ARCHI+I i.s.m. Arch. Design Inst. Of Citic China, Guangzhou Architectural design, Laurent Ney & Partners - Structural design, Ingenium - Technical Design, Daidalos - Energie & akoestiek, TTAS BVBA - Theatertechnieken, Denis Dujardin - Thiers Stefaan - Landscape design, Van Santen & Ass (FR) - Facade engineering, LENS°ASS - Interior design.

Bezoek ons in paleis 12 op stand 407 21 februari tot en met 3 maart We inspire at www.duco.eu

info@duco.eu - Handelsstraat 19 - 8630 Veurne - Belgium - tel +32 58 33 00 33 - fax +32 58 33 00 44

Gematigde groei (5%)

Groei professionaliseren/profileren Regisseur (integraal) Transformatie ingrijpende reorganisatie

Fragmentatie nieuwe bureautypen Esthetisch adviseur (ad hoc)

EEN ALL t BIEDT a ID Prom RHE L E ZEK ZOVEE E ! T T E S M E N GET SINGE OS OPL RATIS G ! + VIES AD

Eclips overlevingsstrategieën

UW PARTNER IN PASSIEVE BRANDBESCHERMING VOOR GEBOUWEN

Krimpende economie (-/-30%) Bron: BNA, Toekomsten. Scenario’s voor architectenbureaus en architectenbranche, 2011.

gegroepeerd wonen, zorgwonen, droog- en prefabbouw, bouwteams … Op zoek naar internationale trends? Kijk dan eens op www.arch-vision.eu, waar u de resultaten vindt van kwartaalenquêtes bij architecten in acht Europese landen (Frankrijk, Italië, Duitsland, Nederland, VK, Spanje, en sinds kort ook België en Polen). Niets zo sterk als een overtuiging Volg uw hart. Zo staan evr-architecten, gekend om hun aanpak van duurzaamheid, waar ze vandaag staan doordat zij altijd hun overtuiging hebben gevolgd. Nogal wat mensen, bv. Alexis Versele, pleiten ervoor om de idee van opdrachten in te ruilen voor een zoektocht naar opgaven. Welke zinvolle geïntegreerde concepten van wonen, werken, zorg, lokale productie et cetera kunnen we ontwikkelen en voorstellen? Maar evengoed volgde een Julien De Smedt als jonge architect zijn overtuiging toen hij de wereld rond trok om te studeren, bij OMA belandde, met Bjarke Ingels in zee ging en zijn eigen JDS architects oprichtte.

Promat biedt efficiënte en eenvoudig te plaatsen oplossingen voor brandveilige compartimentering, passieve brandbescherming van draagstructuren, technische installaties en het afdichten van doorvoeringen. Daarnaast zijn er ook architectonische oplossingen met brandwerend glas en glazen brandwerende deuren ‘op maat’.

Promat International NV

Bormstraat 24, 2830 Tisselt Tel. 015 71 33 51 Fax 015 71 82 29 E-mail info@promat.be Website www.promat.be

Whow!

122341_Promat Adv 200 x 135 NL.indd 1

19/10/11 13:14

Wat mooi is mag gezien worden. Dat geldt ook voor architectuur. Daarom bieden aluminium

raam- en deurprofielen van Reynaers Aluminium steeds de juiste esthetische en functionele oplossing. Creatief passen ze door hun veelzijdigheid in design en kleur bij elk ontwerp: modern of klassiek, nieuwbouw of renovatie. Bovendien geven ze uw klanten ook nog jaren extra woonplezier door het beperkte onderhoud, de goede isolatie en het

Staf Bellens (CD Media Productions) is free-lance journalist gespecialiseerd in bouw, renovatie, architectuur en wonen in de brede betekenis: technisch, financieel, cultureel, professioneel.

sterk duurzame materiaal. Geef toe: aluminium profielen van Reynaers zijn echt Whow ! www.nieuweramen.be www.reynaers.be

Het Reynaers raamprofiel dat bij uw ontwerp past, dat is de kunst ! Wie verder kijkt, kiest Reynaers Aluminium


#06 | actualiteit

De Orde: niet de vakbond van de architecten Collega’s stellen ons regelmatig de vraag wat de Orde nu precies doet voor de architect. De Orde is echter niet opgericht om de belangen van de architecten te verdedigen, maar om de consument te beschermen. Het zijn de beroepsverenigingen die de materiële belangen van de architecten behartigen, niet de Orde.

De foutieve perceptie dat de Orde opkomt voor de belangen van de architecten, vinden we zelfs terug bij de overheid. In sommige beroepsaangelegenheden consulteren zij enkel de Orde en beschouwen zij het standpunt van de Orde als het standpunt van de sector, zonder dat ze de beroepsverenigingen nog consulteren. We stellen dan ook regelmatig vast dat de Orde zich bemoeit met zaken die eigenlijk tot het domein van de beroepsverenigingen behoren. Niet zelden blijkt dat het standpunt van de Orde lijnrecht staat tegenover het standpunt van de beroepsverenigingen. Wat zijn nu precies de wettelijke taken van de Orde? Op de website van de Orde wordt de Orde omschreven als de wettelijke instantie die bevoegd is voor het opstellen en doen naleven van de deontologie en voor alle materies in verband met de toegang tot het beroep van architect in België.

De toegang tot het beroep De Orde staat in voor de organisatie van de stage en voor de inschrijving op de tabel. Ook de buitenlandse architecten die in België het beroep van architect willen uitoefenen (de zgn. dienstverrichters), dienen voorafgaandelijk de goedkeuring van de Orde te krijgen. De Orde heeft in dit verband alleszins nog een paar belangrijke problemen op te lossen. Zowel stagiairs als stagemeesters zijn het erover eens dat de opleiding onvoldoende is afgestemd op de toekomstige beroepsuitoefening. De Orde zou hier minstens een initiatief moeten nemen om voorstellen te doen betreffende de opleiding. Ook de invulling van de stage dient geactualiseerd te worden.

Ook dient er nog werk gemaakt te worden van een kader voor permanente vorming. Architecten zijn zowat het enige vrije beroep waarin dit nog niet geregeld is en dat komt de geloofwaardigheid van het beroep niet ten goede. Aan buitenlandse architecten die in België komen werken, kunnen door Europese regelgeving niet altijd dezelfde strenge voorwaarden worden opgelegd als aan Belgische architecten. Bvb. de samenstelling van de Laruellevennootschappen kan niet opgelegd worden aan buitenlandse vennootschappen omdat dit het vrij verkeer van diensten zou hinderen. Er moet bijgevolg eens nagegaan worden of de strikte Belgische voorwaarden niet dienen aangepast te worden aan de Europese context.

Het opstellen van de deontologie Een deontologie wordt noodzakelijk geacht in het kader van “de eer en waardigheid van het beroep”; anno 2013 zou deze oubollige omschrijving beter vervangen worden door “de kwalitatieve uitoefening van het beroep”. Eer en waardigheid zijn immers begrippen die voor interpretatie vatbaar zijn; kwaliteitseisen bij de uitoefening van het beroep zijn objectiever te omschrijven. Ook in dit verband heeft de Orde nog een pak werk. Vooreerst is het merkwaardig dat als de deontologie door de Orde wordt opgesteld om de consument te beschermen, consumentenverenigingen in het verleden al herhaaldelijk kritiek hebben geuit op regels en standpunten van de Orde. Bvb. de opvolgingsregels van de Orde vinden geen genade bij TestAankoop wegens te protectionistisch. Ook de Europese Commissie vond de barema’s van de Orde niet in het belang van de consument en smeerde de Orde een boete van 100.000 euro aan.

Het is eigenaardig dat een instantie de belangen van de consument verdedigt zonder dat die consument daarin een stem krijgt. De wettelijke samenstelling van de Orde werd uiteraard bepaald door de overheid, maar niets belet dat de Orde op regelmatige tijdstippen overleg zou plegen met de minister van consumentenzaken of met de consumentenorganisaties. Tot op heden gebeurt dit niet of nauwelijks. Op dat punt merken we overigens een evolutie bij de wetgever. Bij de wetsvoorstellen voor de op te richten Hoge Raad voor deontologie voor gezondheidszorgberoepen zal ook de consument een plaats krijgen. Dit zou ook een aandachtspunt moeten zijn bij de hervorming van de Orde: het systeem van een besloten Middeleeuwse gilde, waarbij een aantal beroepsgenoten “onder elkaar” het zaakje zullen regelen, komt echt de geloofwaardigheid van een orde niet ten goede. Inhoudelijk is de deontologie ook dringend aan een grondige herwerking toe.

Architecten zijn zowat het enige vrije beroep waarin de permanente vorming nog niet geregeld is Vooreerst is de economische context van het beroep dermate veranderd dat we moeten vaststellen dat de deontologie totaal verouderd is. De traditionele driehoek (bouwheer-architectaannemer) vertegenwoordigt al lang niet meer de meerderheid van de architectenopdrachten; in een minderheid van de bouwdossiers wordt de architect aangesteld door de eindgebruiker. Op het Architectencongres, dat NAV vorig jaar organiseerde, bleek duidelijk dat een overgrote meerderheid van de aanwezige architecten gewonnen was voor ingrijpende wijzigingen van de deontologie en de wet. Anderzijds stellen we nu ook vast dat de rechtspraak de bijstand van de cliënt begint te beschouwen als zijnde van openbare orde, waarbij contractueel de architect geen enkele vrijheid meer heeft om met zijn cliënt daaromtrent afspraken te maken. De rechtspraak verwijst daarbij

expliciet naar het Reglement van Beroepsplichten. Dit betekent uiteraard een verzwaring van de reeds loodzware aansprakelijkheid. Dat de Orde de belangen van de consument dient te verdedigen, wil uiteraard niet zeggen dat de Orde er de overheid niet mag op wijzen dat deze situatie voor de architect hoe langer hoe meer onhoudbaar wordt. De Orde heeft in het verleden al een paar pogingen ondernomen om de deontologie aan te passen aan de gewijzigde bouwpraktijk. Een aanbeveling om bij sleutel-op-de-deurwoningen een tweede architect verplicht te stellen, werd door de rechtbank teruggefloten. De mogelijkheid voor de architect om een Vennootschap Onroerende Diensten op te richten, kende weinig succes omdat het geen antwoord gaf op de vraag van de markt. De combinatie van het beroep van architect met andere dienstverlenende beroepen in de bouwsector wordt overigens door de Orde steevast bijzonder kritisch bekeken, alhoewel de Raad van Beroep al ondubbelzinnig heeft gesteld dat dit geen onverenigbare beroepen zijn. Er is dus voor de Orde nog veel werk aan de winkel om de deontologie “up-to-date” te krijgen...

Het doen naleven van de deontologie We zijn al dieper op de tuchtprocedures van de Orde ingegaan in een vorig artikel. Samengevat kunnen we stellen dat een eenvormige en professionele tuchtspraak met publicatie van de geanomiseerde tuchtspraak essentiële elementen zijn in de werking van de Orde. Onlangs pleitte senator Marleen Temmerman nog voor een drastische hervorming van de Orde van Geneesheren. In verband met de tuchtspraak maakte zij de bedenking dat een orde eigenlijk rechter en partij tezelfdertijd is. Inderdaad, een instantie, die moet oordelen of de regels die ze zelf uitvaardigt worden gevolgd, beantwoordt feitelijk niet aan het principe der scheiding der machten; temeer daar er geen strikte scheiding is tussen de mandaten in de verschillende organen van de Orde. Een mandataris die zetelt in de Nationale Raad kan momenteel nog zonder probleem zetelen in een provinciale tuchtraad of in de Raad van Beroep. Een strikte scheiding tussen de organen van de Orde is een bijkomend argument voor vol-


Ontdek het perfecte buitengevelisolatiesysteem met Powerwall®. Geschikt voor een waaier aan gevelafwerkingen.

Signum - Gent

Wilt u uw klanten tot 25% laten besparen op hun energiefactuur? Maak dan zeker kennis met het buitengevelisolatiesysteem met Powerwall®, een nieuw concept voor nieuwbouw en renovatie. De ultradunne Powerwall® gevelisolatie zorgt dankzij zijn uniek tand- en groef kliksysteem voor een duurzaam en efficiënt doorlopend isolatieschild met hoog rendement. In combinatie met een regelbaar bevestigingssysteem kan het worden gebruikt met een brede waaier aan gevelafwerkingen zoals sidings, steenstrips, leien, pannen, zink, hout en vezelcementplaten. Kortom, een muur met power! Meer info over Powerwall® of andere producten van Recticel Insulation? Surf naar www.recticelinsulation.be stand 4-420

Recticel Insulation - Tramstraat 6 - 8560 Wevelgem - Tel. +32(0)56 43 89 43 - recticelinsulation@recticel.com

REC13 ad NAVnews 190x135 NL OK.indd 1

De Orde moet de consument beschermen, maar de consument krijgt geen stem ledig onafhankelijke en professionele tuchtkamers, ook in eerste aanleg.

28/01/13 17:23

MITSUBISHI ELECTRIC WARMTEPOMPEN

Nieuwe generatie Ecodan Systemen conform de nieuwe Ecodesign richtlijn

De perfecte oplossing voor verwarming en productie van sanitair warm water www.warmtepomp.be www.my-ecodesign.be

Andere taken van de Orde? Het spreekt vanzelf dat de Orde wettelijke of bestuursrechtelijke maatregelen kan aftoetsen aan de deontologie en eventuele conflicten moet signaleren aan de overheden. Het is echter evenzeer vanzelfsprekend dat de Orde zich niet dient in te laten met de technische aspecten van bvb. stedenbouw, EPB, rioleringen,... Ook de promotie van het beroep van architect bij de consument is een taak die de Orde kan uitvoeren. Bvb. de aanwezigheid van de Orde op beurzen zoals Batibouw en de Bisbeurs is noodzakelijk om de taak van een architect beter bekend te maken bij de bouwheer. De modale bouwheer wordt op dergelijke beurzen overspoeld door de reclamecampagnes van promotoren en sleutelopdedeur bedrijven, zodat neutrale informatie ongetwijfeld op zijn plaats is.

En de taak van de beroepsverenigingen? Zoals we in het begin van dit artikel al hebben aangegeven, verdedigen enkel de beroepsverenigingen de materiële belangen van de architecte. Zij zijn de echte “vakbonden” van de architecten. Samen met de collega’s van de BVA zet het NAV zich nu al 60 jaar in om bij de overheden de stem van de architecten te laten horen. Met een steeds complexere regelgeving in een snel evoluerende maatschappij is dit geen gemakkelijke zaak geworden en het vraagt steeds meer tijd en energie om alles te kunnen opvolgen. Dat, ondanks de crisis, het ledenaantal nog steeds stijgt, toont aan dat de leden de inspanningen van het NAV op prijs stellen.

Van woningbouw tot industriële toepassingen, voor een oplossing op maat surf naar www.mitsubishi-electric.be

MEB_NAV news A5.indd 1

28/12/12 11:20

Premies isolatie

Premieregeling bestaande woningen 2013

Dakisolatie Buitenmuurisolatie Spouwisolatie Vloerisolatie Hoogrendementsbeglazing

• 12 ∼ 15 euro/m² (max. 375 euro)

Premies verwarming en warm water Warmtepomp GEWIJZIGD

Zonneboiler bestaande woning Condensatieketel Arch. Philip Adam is lid van het directiecomité van NAV en adviseur van de vereniging voor alles wat deontologie en de Orde van Architecten betreft.

• 6 ∼ 8 euro/m² (cf. R-waarde) (max. 960 euro) • 15 euro/m² (max. 2 000 euro) • 6 euro/m² (max. 800 euro) • 6 euro/m² (max. 800 euro)

• Max. 1 700 euro • 550 euro/m² zonnecollector (max. 50 % van het factuurbedrag, met een maximum van 2 750 euro) • Enkel voor beschermde afnemers: 800 euro

Opgelet! Premies kunnen in de loop van het jaar wijzigen. Raadpleeg www.eandis.be. Online aangevraagd is sneller uitbetaald! TIP Verstuur uw premieaanvraag bij voorkeur online, met ingescande factuur en attest. Zo kunnen we uw premie sneller uitbetalen. Surf snel naar www.eandis.be > Energie besparen > Premies !

Nieuwbouw Nieuwbouwers die het beter doen dan het verplichte energieprestatiepeil (E-peil), hebben recht op een premie. De premie varieert in functie van de aanvraagdatum van de stedenbouwkundige vergunning. Hoe lager het E-peil, hoe energiezuiniger uw woning.


#08 | techniek

Plaatmaterialen en hun toepassingen Er is tegenwoordig een uitgebreid gamma aan plaatmaterialen beschikbaar met de meest uiteenlopende prestaties en toepassingsgebieden. Om de schrijnwerker te helpen bij het maken van de juiste keuze, overlopen we in dit artikel welke plaattypes geschikt zijn voor welke toepassingen.

Samenstelling en opbouw Elk plaattype heeft een specifieke opbouw en samenstelling, die bepalend zijn voor de fysische en mechanische prestaties ervan. Hierna geven we een bondige beschrijving van de vier meest voorkomende plaattypes: - spaanplaat is een houtachtig plaatmateriaal dat opgebouwd is uit kleine deeltjes hout (spanen) of andere lignocellulosehoudende materialen, waarvan de onderlinge hechting verzekerd wordt door een organisch bindmiddel. De volumieke massa van dit plaattype neemt af naarmate men de kern benadert. In de regel bevinden de grofste spanen zich in het midden

Afwerkingsplaat: - indien goed geventileerd (1a) - indien niet goed geventileerd (2a)

- OSB (oriented strand board) is samengesteld uit verschillende lagen houtschilfers met een welbepaalde vorm en dikte, die onderling verbonden worden met behulp van een bindmiddel. OSBplaten zijn gewoonlijk opgebouwd uit drie lagen, waarbij de schilfers van de buitenlagen evenwijdig lopen met de plaatlengte, terwijl deze van de binnenlaag ofwel willekeurig verstrooid zijn of de lengterichting van de plaat kruisen

voor het uitzicht van de plaat. De kern bestaat uit een oneven aantal kruiselings gepositioneerde lagen, blindfineren of binnenlagen genoemd, met een symmetrische opbouw ten opzichte van de centrale laag

- de treksterkte loodrecht op de vlakken: indien de onderlinge hechting van de spanen ontoereikend is, kan de plaat tijdens het fineerproces of bij het aanbrengen van de verbindingsmiddelen (bv. deuvels) beginnen splijten

- MDF (medium density fibreboard) is een houtvezelplaat, waarbij het als grondstof gebruikte rondhout eerst verspaand en vervolgens verder vervezeld wordt tot men vezels van de gewenste grootte bekomt. Daarna worden de aldus verkregen vezels belijmd en naar een strooi-installatie gebracht, alwaar ze in één laag uitgestrooid worden. Zodoende ontstaat er een vezeltapijt dat bijna 30 maal zo dik is als de plaat aan het einde van de productieketen. Na het persen worden de platen tenslotte op maat gezaagd

- de buigsterkte: spaanplaten voor gebruik in meubels of als bekleding zijn doorgaans slechts onderhevig aan geringe belastingen, zodat hun mechanische sterkte beperkt kan blijven. Voor structurele toepassingen is het daarentegen noodzakelijk platen met een hogere draagkracht te gebruiken

Mechanische karakteristieken

Welke plaat voor welke toepassing?

De prestaties van de platen kunnen sterk verschillen al naargelang van de gebruikte houtsoort, het lijmtype, de lijmhoeveelheid, de eventuele toeslagstoffen en de volumieke massa. Gewoonlijk gaat men ervan uit dat de mechanische sterkte van de platen toeneemt met hun volumieke massa. In deze context onderscheidt men voornamelijk:

- multiplex is opgebouwd uit verschillende lagen fineer, die in tegengestelde nerfrichting op elkaar gelijmd worden. De vezels van de twee buitenste fineren, dekfineren of buitenlagen genoemd, lopen in dezelfde richting en zijn aldus bepalend

De CE-markering van plaatmaterialen voor de bouw volgens de norm NBN EN 13986 is verplicht sedert 2006. Deze markering wordt aangebracht op de plaat of op het etiket en verwijst onder meer naar het plaattype en zijn technische klasse. Deze laatste stemt overeen met een plaatklasse die gelinkt wordt aan de plaatprestaties voor een

Dagstuk van een binnendeur (1a) (1) Volgens de norm NBN EN 13986 is de klimaatklasse 3 eveneens van

Afwerkingsplaat voor een niet-bewoonde en nietgeïsoleerde ruimte (2a)

Randplank (3a)

toepassing op de risicoklasse voor biologische aantasting 4. Het gaat hier om platen die in contact staan met de grond of met zacht water, en die aldus

ZOLDER 1 OF 2

permanent blootgesteld zijn aan een bevochtiging. Het gebruik van houten platen in deze biologische klasse is minder geschikt en wordt in principe niet aanbevolen.

BADKAMER 1 OF 2

1

(2) De term ‘zware belastingen’ wordt niet nader bepaald. Voor de keuze

Plaat onder een dakoversteek (2a)

1

1. Ondergrond voor een warm dak (1b)

- de elasticiteitsmodulus: naarmate de elasticiteitsmodulus groter is, zal de doorbuiging van de plaat onder belasting kleiner zijn

tussen deze twee plaattypes baseert men zich op een berekening waarin onder meer rekening gehouden wordt met de op te nemen belastingen

1

1 KEUKEN 1 OF 2

2 3

SALON

4

(gebruiks-categorie volgens de NBN EN 1991-1-1-ANB) en de geometrische

5

eigenschappen van de platen (overspanning, dikte, …).

6

(3) Voor de keuze tussen deze twee plaattypes baseert men zich op een

7

berekening die rekening houdt met de op te nemen belastingen (gebruikscategorie volgens de NBN EN 1991-1-1-ANB) en de geometrische

2 of 3

Vloer voor een geventileerde kruipruimte indien de ontwerp- en ventilatieregels gerespecteerd werden (2b)

Binnenvloer (1b)

1. Afwerkingsplaat (bv. gipsplaat) 2. Dampscherm 3. Windverband langs de binnenzijde (1b) 4. Bebording (3a) 5. Geventileerde spouw 6. Vochtscherm 7. Windverband langs de kant van de luchtspouw (2b)

eigenschappen van de platen (overspanning, dikte,...). (4) De levensduur zal sterk afhankelijk zijn van de blootstelling van de plaat, van de aangebrachte oppervlakteafwerking en het onderhoud ervan. (5) De voegen tussen de platen kunnen behoren tot een hogere risicoklasse (volgens de NBN EN 335-3) dan klasse 3 (permanente bevochtiging).

Gebruiksvoorbeelden voor de verschillende plaattypes.


techniek | 09#

Men kan gebruik maken van een technische klasse die zich links van dit vakje bevindt.

Kwaliteitseisen

Plaattype

Welke plaat? De voorziene toepassing is vooralsnog niet mogelijk voor de betreffende plaatfamilie.

gegeven gebruik. De beoordeling van de plaat gebeurt aan de hand van de desbetreffende norm (zie organigram). De verschillende plaattypes kunnen niet in om het even welke situatie gebruikt worden. Het organigram, dat gebaseerd is op de beslissingsboom van het CEN TC 112, geeft aan welke technische plaatklassen gebruikt kunnen worden voor een voorziene praktijktoepassing, zodanig dat de schrijnwerker een geschikte keuze kan maken. Elke rij vertegenwoordigt een welbepaald plaatmateriaal (spaanplaat, multiplex, MDF, OSB), waarbij de mechanische en fysische prestaties toenemen van rechts naar links. De schrijnwerker zal dus steeds een plaattype mogen gebruiken dat zich op dezelfde rij links van de voorziene toepassing bevindt (deze plaat zal immers betere prestaties vertonen dan deze die strikt noodzakelijk zijn).

Ja

Droog, vochtig of buitenmilieu De technische klasse van de plaat is afhankelijk van het milieu waarin deze gebruikt zal worden. In de norm NBN EN 1995-1-1 worden de volgende milieus onderscheiden:

- een droog milieu (klimaatklasse 1: milieu gekenmerkt door een vochtgehalte in de materialen dat overeenkomt met een temperatuur van 20 °C en een relatieve vochtigheid van de omringende lucht die slechts enkele weken per jaar hoger is dan 65 %. Een plaattype voor gebruik in een

Neen

Neen

Risico op rechtstreekse bevochtiging?

Ja

Ja

Risico op rechtstreekse bevochtiging?

Neen

Ja

Neen

Ja

Ja

Structureel gebruik?

Neen

Ja

Structureel gebruik?

EN 636-3

Ja

Goede mechanische prestaties?

Neen

Neen

Ja

EN 312 P5

EN 312 P6

EN 312 P4

EN 636-2

EN 636-2

EN 636-1

EN 636-1

EN 622-5 (MDF.H)

EN 300 (OSB 3)

Ja

Zware belastingen?

EN 312 P7

EN 300 (OSB 4)

Neen

Structureel gebruik?

Neen

Zware belastingen?

EN 622-5 (MDF.HLS)

De kolommen stellen op hun beurt een aantal verschillende plaattypes voor die onder gelijkaardige omstandigheden gebruikt kunnen worden. Een leeg vakje duidt aan dat er voor de betreffende plaatfamilie en de voorziene toepassing geen specifieke technischeklasse voorhanden is. In voorkomend geval dient men ofwel te opteren voor een ander plaattype, ofwel binnen dezelfde familie te kiezen voor een plaat met betere prestaties (het vakje dat zich links van het lege vakje bevindt). De vakjes met een kruis geven aan dat de voorziene toepassing vooralsnog niet mogelijk is voor de betreffende plaatfamilie.

Vochtige omgeving?

EN 622-5 (MDF.LA)

EN 300 (OSB 2)

EN 312 P3

Goede mechanische prestaties?

Neen

EN 312 P2

Spaanplaat

Multiplex

EN 622-5 (MDF)

EN 300 (OSB 1)

MDF

OSB

Toenemende mechanische en fysische eigenschappen binnen eenzelfde plaatfamilie Klimaatklasse 3

3b

3a

2c

2b

Klimaatklasse 2

2a

1c

1b

Klimaatklasse 1

1a

Gebruiksvoorbeelden

Organigram voor de keuze van een geschikte technische plaatklasse.

droog milieu is eveneens geschikt voor gebruik in de risicoklasse voor biologische aantasting 1 volgens de norm NBN EN 335-3 - een vochtig milieu (klimaatklasse 2): milieu gekenmerkt door een vochtgehalte in de materialen dat overeenkomt met een temperatuur van 20 °C en een relatieve vochtigheid van de omringende lucht die slechts enkele weken per jaar hoger is dan 85 %. Een plaattype voor gebruik in een vochtig milieu is eveneens geschikt voor gebruik in de risicoklassen voor biologische aantasting 1 en 2 volgens de norm NBN EN 335-3 - een buitenmilieu (klimaatklasse 3): milieu waarin de platen gekarakteriseerd worden door een vochtgehalte dat nog hoger kan zijn dan in de voornoemde klassen. Een plaattype voor gebruik in een buitenmilieu is eveneens geschikt voor gebruik in de risicoklassen voor biologische aantasting 1, 2 en 3 volgens de norm NBN EN 335-3 (1). Hoewel bepaalde plaattypes (zie organigram) wel degelijk gebruikt kunnen worden in de klimaatklasse 3, willen we erop wijzen dat de plaatprestaties sterk kunnen verminderen bij afwezigheid van een aangepaste verduurzamingsbehandeling (bv. in geval van een niet-duurzame houtsoort) en/of indien er geen afwerking van het oppervlak en de snijvlakken voorzien werd. De levensduur van de platen is ook sterk afhankelijk van hun blootstelling, van het type en het onderhoud van de oppervlakteafwerking, evenals van de voegen tussen de platen. Structurele toepassingen In het organigram wordt een onderscheid gemaakt tussen platen voor structurele en nietstructurele toepassingen.

- De eerstgenoemde platen worden gewoonlijk aangeduid als ‘werkende’ platen en zijn bestemd voor het ontwerp en de constructie van gebouwonderdelen die belastingen moeten opnemen: muren, vloeren, windverbanden (wanden die mee instaan voor de dwarse stabiliteit van de constructie), daken of I-balken. Men maakt nog een bijkomend onderscheid tussen gewone structurele platen (voor algemeen structureel gebruik – index ‘b’) en structurele platen die zware belastingen moeten opnemen (index ‘c’) (2) - De platen uit de tweede categorie (index ‘a’) worden onder meer gebruikt voor de uitvoering van meubels of als afwerkingsmateriaal. Ze kunnen verder onderverdeeld worden in platen met goede en beperkte mechanische prestaties (schroefhoudend vermogen, buigsterkte).

Gebruiksvoorbeelden

in bewoonde en verwarmde ruimten (binnenklimaatklassen I, II en III volgens Infofiche nr. 11) - 1b of 1c (3): platen voor binnenvloeren, ondergronden voor warme daken,windverbanden (geplaatst langs de binnenzijde), … - 2a: afwerkingsplaten in binnenruimten die geen deel uitmaken van het beschermde volume van het gebouw of in vochtige ruimten die gekarakteriseerd worden door een binnenklimaatklasse IV, platen onder luifels of dakoversteken (voor zover er geen risico bestaat op een rechtstreekse bevochtiging), … - 2b of 2c (3): windverbanden van buitenmuren (geplaatst langs de kant van de luchtspouw), ondergronden voor afdichtingen, … - 3a (4): randplanken, buitenbebordingen, … (5)

In het organigram zijn eveneens een aantal gebruiksvoorbeelden opgenomen, die verder geïllustreerd worden in onderstaand schema: - 1a: meubels, binnenbebordingen, dagstukken van binnendeuren, lichte binnenwanden, …

- 3b: structurele buitentoepassingen (platen die mee instaan voor de dwarse stabiliteit van de constructie en die rechtstreeks bevochtigd worden aan de buitenzijde).

De auteurs zijn allen medewerkers van het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf. Ir. S. Charron is projectleider bij het laboratorium ‘Ruwbouwen afwerkingsmaterialen’. Lic. G. Dekens is onderzoeker bij het laboratorium ‘Dak- en gevelelementen’. Ir. Y. Martin is afdelingshoofd van de afdeling ‘Materialen’ van het WTCB.


#10 | kort

# Compagnie O. wint Open Oproep voor nieuwe topsportschool in Fort VI AG VESPA bouwt in opdracht van het stedelijk Onderwijs Antwerpen een volledig nieuwe topsportschool op Fort VI in Wilrijk. Compagnie O. won de Open Oproep en mag het ontwerp leveren. Het betreft een volledig passiefbouwconcept waarvan het programma o.a. bestaat uit een grote sportzaal en 3 judo/taekwondo zalen, een powertraining- en kinézone, een cafetaria en helemaal bovenop dit programma de school zelf. Het ontwerp vertrekt van een duidelijke tweeledigheid die in het programma van eisen zit en consequent in de architecturale verschijningsvorm van de TSS is vertaald: de sportinfrastructuur vormt een eerder introverte betonnen sokkel, het schoolgebeuren organiseert zich in een structurele schijf die bovenop de sokkel wordt geplaatst. De structuur binnen deze bovenste schijf staat in voor de grote overspanning van de sportzaal. De sokkel en de schijf zijn complementair: massa en structuur vormen samen 1 gebouw. De footprint van de bouwzone was eerder beperkt, de bouwzone ligt op het glacies (= aanzienlijke helling binnen het fort, oorspronkelijk bedoeld om projectielen te kunnen afketsen), er zijn zowel stringente eisen naar erfgoed, omliggende biotoop (vleermuizen). Hier bovenop moet het geheel voldoen aan de PHPP-standaard voor scholen. Studie-

bureau Util staat in voor de stabiliteitsstudie en Abetec neemt HVAC/Speciale Technieken/PHPP voor zijn rekening.

# Nieuw decreet onroerend erfgoed definitief goedgekeurd De Vlaamse regering heeft het ontwerp van decreet betreffende het onroerend erfgoed definitief goedgekeurd. Dit decreet heeft als doel het behoud en het beheer van de waarden van onze landschappen, monumenten en archeologie te verzekeren. De grootste wijzigingen doen zich voor inzake het archeologiebeleid. “De Vlaamse Regering engageerde zich in het Regeerakkoord 2009-2014 om een nieuw overkoepelend decreet op te stellen dat alle voorgaande decreten zou vervangen,” legt minister Bourgeois uit. “Daarmee willen we de wetgeving over onroerend erfgoed eenvoudiger en logischer maken voor iedereen: de betrokkenen uit de sector en zeker ook voor de burgers die met onroerend erfgoed te maken hebben.” Het nieuwe onroerend erfgoeddecreet bevat een nieuwe, integrale benadering van het onroerend erfgoed. Het vervangt de drie bestaande decreten (monumentendecreet van 1976, archeologiedecreet van 1993 en landschapsdecreet van

1996) en een wet uit 1931 op het behoud van monumenten en landschappen. De belangrijkste nieuwigheden in het decreet zijn: • Het zwaartepunt van het Onroerend Erfgoedbeleid ligt vandaag nagenoeg volledig bij de Vlaamse overheid. Minister Bourgeois wil de steden en gemeenten echter ook op dit vlak meer verantwoordelijkheid en inspraak geven, door de mogelijkheid te bieden om gemeenten te erkennen als onroerend erfgoedgemeente. Zo’n onroerend erfgoedgemeente kan dan zelf beslissingen nemen over het al dan niet toelaten van werken aan monumenten waarvoor geen bouwvergunning vereist is. • Er komt een zorgplicht voor overheden voor items die opgenomen zijn op de vastgestelde erfgoedinventarissen. • Dankzij het nieuwe decreet kan het onroerend erfgoed beter digitaal ontsloten worden. De verschillende inventarissen (bouwkundig erfgoed, archeologische zones, landschapsatlas, houtige beplantingen met erfgoedwaarde en historische tuinen en parken) zullen gedigitaliseerd worden.

Informatie over lopende openbare onderzoeken, bijvoorbeeld in het kader van een beschermingsprocedure, zal op de website van de administratie en de gemeentebesturen te vinden zijn. • Archeologie zal beter geïntegreerd worden in projecten. Een betere procedure met duidelijke regels moet ervoor zorgen dat archeologie minder ad hoc benaderd wordt. Er komen duidelijke oppervlaktecriteria zodat iedere bouwheer weet of hij een archeologietraject moet volgen of niet. Ook komt er een nieuwe procedure waardoor archeologie op tijd in het bouwproject wordt betrokken en vertraging vermeden kan worden. De mogelijkheid om een solidariteitsfonds op te richten is in het decreet ingebouwd, en er komt een archeologiepremie voor de eenmalige en particuliere bouwer als de kosten voor archeologie enorm hoog oplopen. • Het bindend karakter van de adviezen van de administratie Onroerend Erfgoed bij bouwvergunningen wordt afgeschaft. Die adviezen moeten voortaan geïntegreerd worden in de bouwvergunning of vergunningen in het kader van de milieu -, bos – en natuurregelgeving.

Bruynzeel laserafkanting Een Bruynzeel keuken is naast een financieel betrouwbare investering ook een duurzame investering. Onze nieuwe laserafkanting is hier een voorbeeld van. Dankzij de lasertechniek is het nu mogelijk om een mooiere en sterkere hechting te realiseren dan ooit tevoren. Vergeet u dan ook niet om dit op te nemen in het lastenboek.

BRUYNZEEL KEUKENS

EEN PERFECTE INVESTERING! Een woning verdient een mooie functionele keuken. Een keuken van hoge kwaliteit met minimaal 10 jaar garantie. Bij Bruynzeel Keukens bent u hiervan verzekerd. Door onze jarenlange ervaring met gerenommeerde zakelijke partijen in België, is Bruynzeel Keukens de juiste keuze voor uw project. Of het nu nieuwbouw, renovatie, private- of sociale huur betreft, wij zorgen ervoor dat alles vakkundig wordt uitgevoerd. Uiteraard ondersteunen

wij u en uw opdrachtgever in het gehele traject van het investeringsbesluit tot plaatsing van de keuken alsmede het begeleiden van de klanten in onze toonzalen. Bruynzeel Keukens maakt haar keukens in eigen fabriek en werkt samen met serieuze fabrikanten van keukenwerkbladen en keukentoestellen om de beste producten tegen de scherpste prijzen te leveren.

ONZICHTBARE LIJMNAAD

BETER BESTAND TEGEN VOCHT EN HITTE

GROENE PRODUCTIE

GEEN EXTRA KOSTEN

Meer weten Wilt u meer weten over Bruynzeel Keukens en onze voordelen en unieke eigenschappen van laserafkanting? Vraag dan nu een gratis staal aan via: 0477 256745 of hhuybrechts@bruynzeel.com. Of neem direct contact op met de accountmanager uit uw regio via: www.bruynzeelkeukens.be/accountmanagers

www.bruynzeelkeukens.be


Dakvensters ver voor op hun tijD e isolati e h c s i therm ventilatie e l a Optim regelbare akte u vl Contin glasopper kwaliteiten e re Grote vertragend k met hand i k Inbraa tabel gebru or Comf nderaan ng en i k r e o w greep aardige af w Hoog aliteit baar w houtk VC verkrijg las P g Ook in arantie op rg 20 jaa

www.fakro.be

architect meets innovations

pub nav news_Layout 1 22/01/13 10:11 Page 1

ARCHITECT @WORK

THE NETHERLANDS

ARCHITECT @WORK FRANCE

ARCHITECT @WORK GERMANY

ARCHITECT @WORK Organisatie

T +32 (0)56 24 11 11 belgium@architectatwork.eu

UNITED KINGDOM

ARCHITECT @WORK SWITZERLAND

ARCHITECT @WORK BELGIUM

Kortrijk Xpo 25 - 26 april 2013 6° editie - 10.00 - 20.00

F. I . L . L i è g e 23 - 24 mei 2013 3° editie - 13.00 - 20.00

Totaalevenement voor (interieur) arc hi tec ten en v oors c hrij v ers met focus op productinnovaties THEMA 2013: ARCHITECTUUR & BETON EXPOSITIONS EXPERIMENTAL CONCRETE by FEBE and MATERIAL SOURCE GLOBAL AWARD FOR SUSTAINABLE ARCHITECTURE 2007 > 2012 by la Cité de l’architecture et du patrimoine (Paris) W W W. A R C H I T E C TAT W O R K . B E

In samenwerking met


#12 | meeroverEPB.be

© Viessmann: Vitosol 200-T

uiterlijk op 28/02/2013 en besteld uiterlijk op 31/12/2012. De andere voorwaarden (o.a. minimale inhoud boilervat) zijn altijd van toepassing indien de eindfactuur dateert vanaf 1/1/2013.

# Nieuwe regels zonneboilerpremies De Vlaamse overheid heeft in samenwerking met de zonne-energiesector nieuwe regels opgesteld voor de premies voor zonneboilers.

Zo wordt de premie beperkt tot 50% van het factuurbedrag en kan ze maximum 2.750 euro bedragen. Bovendien wordt het Europese Solar Keymark label verplicht. Er dient ook steeds een minimumverhouding tussen de inhoud van het opslagvat en het aantal m² collectoren gerespecteerd te worden. Voor vlakkeplaatcollectoren is deze verhouding 1m² / 40 liter, voor vacuümbuizen is dat 1m² / 55 liter. Voor bedrijven en verenigingen blijft de subsidie hetzelfde, namelijk 200 euro per m². Enkel het maximumbedrag wordt opgetrokken tot 10.000 euro, wat overeenkomt met 50 m² zonnecollectoren.

vallen niet onder het toepassingsgebied.Het EPC voor publieke gebouwen wordt opgemaakt door een erkende energiedeskundige type C of een interne energiedeskundige.

# Sinds 1 januari 2013: EPC voor publieke gebouwen verplicht vanaf 500 m²

Zonne-energie Ook het gebruik van duurzame energiebronnen zoals zonne-energie wordt veel toegepast in Nederland (48%), het VK (43%), Spanje (36%) en Italië (33%). Het gebruiken van daglicht, onder andere voor verwarming en verlichting, is vooral populair in Spanje, terwijl in het VK de architecten vaker kiezen voor lokaal geproduceerde materialen. In elk land wordt een breed spectrum aan oplossingen gebruikt. Vele worden echter slechts zelden gebruikt.

Vanaf 1 januari 2013 moeten publieke gebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte vanaf 500m² over een EPC voor publieke gebouwen beschikken. Tot dan was de verplichting enkel geldig voor publieke gebouwen vanaf 1000m².

Het EPC is verplicht voor gebouwen gelegen in het Vlaamse Gewest waarin publieke organisaties gevestigd zijn die aan een groot aantal personen overheidsdiensten verstrekken en die vaak door het publiek worden bezocht. Het gaat over gebouwen van de federale overheid, incl. de parastatalen; de Vlaamse overheid, incl. de interne en externe verzelfstandigde agentschappen; de provinciale overheden; de gemeentelijke overheden, incl. OCMW’s; overheidsbedrijven; onderwijsinstellingen; welzijnsvoorzieningen en gezondheidsvoorzieningen. Religieuze gebouwen, gebouwen die niet verwarmd worden ten behoeve van mensen, lokalen van jeugdbewegingen,...

# Energiebesparing meest gebruikte duurzame oplossing architecten Bij duurzaamheid denken architecten in Europa eerst en vooral aan het besparen van energie. Als er in projecten duurzame oplossingen worden gebruikt, dan kiezen de meeste architecten ook voor duurzame energiebronnen. Dat blijkt uit een recent uitgebracht rapport van de European Architectural Barometer, een onderzoek onder 1.200 architecten in Europa.

Duurzaamheid mag dan wel wat meer zijn dan enkel efficiënt omspringen met energie, voor de Europese architect is het verminderen van energiegebruik het belangrijkste aspect ervan. Het wordt in vijf van de zes landen vermeld door het grootste aantal architecten. Het is enkel in Italië dat het gebruik van natuurlijke materialen wordt gezien als het belangrijkste aspect van duurzaamheid, op de voet gevolgd door energiebesparing. Er zijn ook grote verschillen van land tot land. Zo denken Spaanse en Franse architecten bij het

Wat met bestellingen van 2012, met eindfactuur in 2013? Er werd een overgangsregeling uitgewerkt waarbij de maximale premiehoogte van 2012 behouden blijft (4.125 euro) en waarbij er geen eisen worden opgelegd aan het maximaal percentage van de factuur die in aanmerking komt voor de premie. Deze overgangsregeling is enkel van toepassing indien de eindfactuur betaald werd

woord duurzaamheid vooral aan geld besparen. De Britten leggen dan weer vooral de link met de carbon footprint. In Duitsland wordt het gebruik van duurzame materialen gezien als een belangrijk aspect van duurzaamheid. De Nederlandse architecten zien het meer in termen van recycling en het hergebruik van materialen.

# Snel de energieprestatie inschatten met de EPBrekentool Door de steeds strenger wordende E-peileisen, moet u in ontwerpfase al een inschatting kunnen maken van de energieprestatie. De EPB-software is niet ontwikkeld om zo’n vlugge berekening te maken. Met deze rekenmodule kan u de energieprestatie van uw ontwerp snel inschatten en gemakkelijk bijsturen tijdens het ontwerp. De rekenmodule gebruikt dezelfde formules als een officiële EPB-berekening, maar om alles gemakkelijk invulbaar te maken, werden er wat vereenvoudigingen ingevoerd. Hierdoor zit er een afwijking van ongeveer 5% op het berekende Epeil en K-peil. De geschatte energiekost kan meer afwijken omdat deze sterk afhankelijk is van de leefgewoontes van de bewoners.

i

Kijk op www.meeroverepb.be (linksboven bij ‘toolbox’)

#12 | NAV werkt Beide secretariaten zijn bereikbaar van maandag tot vrijdag van 9u00 tot 12u00 en 13u30 tot 17u00. De e-mailadressen blijven ongewijzigd.

# Vlaamse Renovatiedag op zondag 26 mei: inschrijven nog mogelijk tot 1 maart # Nieuw adres, telefoon- en faxnummer voor Brussels NAV-secretariaat sinds 1 januari 2013 Het Brusselse secretariaat van NAV is op 1 januari in het nieuwe gebouw van Unizo getrokken. Dit is gelegen aan de Willebroekkaai 37 in 1000 Brussel. Ook de telefoonnummers wijzigen. Het algemeen nummer van NAV in Brussel wordt 02 / 212.26.99. Het faxnummer wordt 02 / 400.71.72. Opgelet, het secretariaat vorming en public relations blijft zoals vanouds in de Sint-Clarastraat 48 in Brugge, met ongewijzigde telefoonnummers (tel 050 / 47.46.67 en fax 050 / 47.46.79).

De Vlaamse Renovatiedag is een openhuizendag waarbij architecten potentiële opdrachtgevers over de vloer krijgen in hun eigen realisaties. Samen met de bouwheer kan u als architect de bezoekers laten kennismaken met uw eigen stijl en manier van werken. De toekomstige bouw-

heer krijgt een realistisch beeld van de verwezenlijking van zijn droomproject en uzelf geeft op een ongedwongen manier uw visitekaartje af. Speciale aandacht gaat deze editie uit naar water en dit in al zijn facetten: buffering van water, gebruik van regenwater, vervangen van oude leidingen, aankoop van een renovatieproject in een overstromingsgevoelig gebied, zwemvijvers, sanitair comfort,… Heb je je stempel gedrukt op een realisatie die binnen dit thema past? Stel uw inschrijving dan niet uit en bezorg ons uw foto’s en projectgegevens voor vrijdag 1 maart. Info: www.devlaamserenovatiedag.be/deelnemer hans.wynant@nav.be - Tel. 050 / 47.46.70.

# Nieuwe NAV-pocket: Fundament Regelgeving, normen en besluiten veranderen haast dagelijks. Hoe behoudt u als architect het overzicht? Met Fundament brengt NAV elk jaar een wegwijzer uit naar de meest actuele beroepsinformatie voor de architect. Ondertussen is de publicatie aan zijn 11de editie toe. Ook dit jaar

is alles zo veel als mogelijk geactualiseerd. In de eenvoudige inhoudstabel is het voor de architect gemakkelijk om de onderwerpen terug te vinden. De meeste artikelen worden afgesloten met een wegwijs. Hierin verwijzen we naar adressen en/of websites waar extra info terug te vinden is.


plo

egs

tee

rt

*Actie geldig van 1/09/2012 tot 30/04/2013, meer info op onze actiewebsite.

De enige sterke bouwknoopoplossing

te druksterk 2 m ≥ 12 N/m

Wie vindt de gouden thermobloc?*

Ploegsteert viert 50 jaar Ploegsteert Thermobloc, de pionier in energiezuinig bouwen. Daarom verstoppen we 50 gouden stenen in 50 Ploegsteert Thermobloc pakken. Wie als bouwheer de gouden steen vindt, maakt kans om al zijn gewelven, gevel- én snelbouwstenen van Ploegsteert terug te winnen. En u? U wint misschien wel een mooie reis! Alle info op www.ploegsteertthermobloc50.be

Ploegsteert ontwikkelde de Lambdabloc® speciaal voor bouwknopen. Gebruik de Ploegsteert Lambdabloc® als isolerend deel bij een funderingsaanzet, onder binnenmuren, of als aansluiting met het dak, en lig niet langer wakker van de stabiliteit van uw project. Met zijn lambda-waarde van 0,16 W/mK bekomt u makkelijk een EPB-aanvaarde bouwknoop. Maar zijn échte troef ligt bij zijn uitstekende druksterkte van 12 N/mm². Discover the new building tradition! Op onze website vindt u heel wat uitvoeringsdetails en berekeningen van psi-waarden terug.

Econstruct is het kwaliteitslabel voor onze duurzame bouwmaterialen en –oplossingen. SA Briqueteries de / Steenbakkerijen van Ploegsteert nv ∙ Rue du Touquetstraat 228 ∙ 7782 Ploegsteert ∙ T. +32 56 56 56 56 ∙ F. +32 56 56 55 01 ∙ info@ploegsteert.com

br IQ ∙ F. +32 56 56 55 08 ∙ briq@ploegsteert.com

THERMOBLOC_AD_NAVNEWS2.indd 1

Nieuwe generatie dakvensters

EPB-LABORATORIUM

# VITRUVIUS ACADEMY Afvoer- en rioleringssystemen - Archipel Business Center, GENT 20/02/2013 en 06/03/2013 - N-Allo, MECHELEN 05/03/2013 en 12/03/2013.

# VITRUVIUS ACADEMY Bio-ecologisch bouwen: visie, bouwmethodes, materialen en aanpak voor de architect - Van der Valk Oostkamp, BRUGGE 19/03/2013 en 26/03/2013. - Brabanthal, LEUVEN 21/03/2013 en 27/03/2013.

# VITRUVIUS ACADEMY Bouwknopen: frequente vragen en probleemsituaties voor de architect - Omnia Schaubroeck, GENT 13/03/2013 - N-Allo, MECHELEN 20/03/2013 - Cedubo, HEUSDEN-ZOLDER 23/04/2013

# INFOSESSIE Maak van uw ontwerp geen brandende kwestie - Recente wijzigingen in wetgeving brandveiligheid - Brandweerkazerne, ANTWERPEN extra sessie 13/03/2013

# INFOSESSIE Maakt je materiaalkeuze je bouwheer ziek? - Electrabel, GENT 27/02/2013 - Provinciehuis LEUVEN 05/03/2013 - Electrabel ANTWERPEN 07/03/2013

# INFOSESSIE Het EPB-laboratorium. Simuleren van E60 naar E40 tot E20 - CeDuBo, HEUSDEN-ZOLDER 05/03/2013 - Ter Elst, EDEGEM 12/03/2013 - Arteveldehogeschool, GENT 26/03/2013 - Renson Experience Center, WAREGEM 17/04/2013

i

Voor de meest up-to-date kalender, raadpleeg www.vitruviusacademy.be en www.nav.be (klik bovenaan op ‘kalender’)

©2013 VELUX GROUP ®VELUX, HET VELUX LOGO, CABRIO, INTEGRA, io-homecontrol EN Pick&Click! ZIJN GEREGISTREERDE HANDELSMERKEN GEBRUIKT ONDER LICENTIE DOOR DE VELUX GROEP.

NAV kalender

25/09/12 10:30

Bezoek ons op: Versterkte isolatie

Afstandsbediening met touchscreen

Hedendaags design Smallere raamkaders

Uitstekende energiebalans Nieuwe beglazingen Luchtdichtheid klasse 4

Lancering april 2013 Info en technisch dossier op velux.be/pro

VELUX_ad_archi_210x297.indd 1

30/01/13 13:55


© Photo by Yasushi Ichikawa, Courtesy of Shiseido Gallery

#14 | architectuur

How small? How vast? How architecture grows Tentoonstelling Junya Ishigami in deSingel Architectuur als een wolk, als een horizon, als een bos, als een landschap, als water. Het zijn voor Junya Ishigami geen metaforen. Hij haalt zijn inspiratie uit de wijze waarop de natuur zich aan de mens voordoet en streeft een architectuur na die zweeft, oneindig is, licht is, stroomt, doorzichtig is, zich oplost en bijna geen substantie bevat. Ishigami gaat op zoek naar de grenzen van het mogelijke menselijk en technisch - en noemt dit “het maken van een nieuwe realiteit”.

Bovenstaande tekst van Koen Van Synghel bij de tentoonstelling in deSingel geeft meteen aan dat Junya Ishigami het in zijn ontwerpen niet louter heeft over wat architectuur is, maar vooral over wat ze kan zijn. Daarenboven onthult hij ons de natuur zoals we die nog nooit zagen, door zich voor zijn architectuur en installaties te laten inspireren door planten, wolken of de sterren.

hierin vreemde planten te laten groeien die normaliter niet in Venetië zouden gedijen. De serres blonken uit in hun rankheid. Het project betekende de introductie van Ishigami in het internationale architectuurveld. Over de afmetingen van de serres zei hij dat ze “groter waren dan vitrinekasten, maar kleiner dan gebouwen”.

Fragiliteit

De poëtische kracht en zijn onderzoekend vermogen stralen ervan af

van de oceaan kijkt naar een drijvende ijsberg. Op bepaalde momenten blokt de metalen ballon het felle zenitale licht zodat het licht gedimd wordt zoals wanneer een wolk voor de zon hangt. Het verandert de vorm van het atrium zoals een wolk het uitzicht van de hemel verandert.

Sterren Ishigami kijkt naar de horizon, de wolken en voorbij, naar de sterren. “We denken aan constellaties als een geometrische formatie van lijnen die een groep opvallend heldere sterren verbindt. Lang geleden, toen sterrenstelsels voor het eerst werden benoemd, keken mensen naar boven, naar de variërende intensiteit en densiteit van sterren. Ze zagen in bepaalde vage clusters een gelijkenis aan een godin hier of een herder daar. Dit houdt een belofte in, als iets zo ongedefinieerd en ambigu als een cluster sterren omgezet kan worden in een heel specifiek en blijvend beeld of toestand.”

Wolken Als Ishigami een project uitwerkt voor het atrium van het Museum of Contemporary Art in Tokio, denkt hij aan wolken. Hij ontwerpt een gigantisch metalen gevaarte dat er niet enkel zwaar uitziet maar ook is: zijn Balloon (2008) weegt een ton. De blinkende huid, gespannen over een aluminium skelet, is gevuld met helium zodat het geheel zweeft in de hoge ruimte. Zachtjes drijft de ballon door het atrium en verandert de ruimte. Tussen de ballon en de zijwand is er het ene ogenblik een driehoekige spatie, daarop zakt hij naar beneden en ontstaat er onderaan een ruimte met een laag plafond. Het vervormde vierhoekige lichaam snijdt door het atrium. Het komt zacht in contact met de vloer en de wanden en botst ervan weg.

De KAIT workshop is het eerste grote gerealiseerde project van Ishigami. Het gebouw, op de campus van de Kanagawa Institute of Technology, is een plek waar studenten vrij aan hun creatieve projecten kunnen werken. Onder een dak als een vervormd vierkant en omsloten door glazen wanden heeft Ishigami 305 kolommen uitgezaaid als waren het sterrenconstellaties. Er zijn geen wanden. De kolommen vormen de structuur en struc-

Ishigami is gefascineerd door de extreem trage beweging van een extreem groot object. Als een grote wolk die in een landschap zweeft waarbij je de dimensie tijd vergeet. Alsof je vanaf de bodem

Ishigami zet het begrip ‘schaal’ in om over architectuur en de omgeving te reflecteren. In zijn boek “Another scale of architecture” (2010) gaat hij van micro naar macro. Hij laat zich inspireren door zowel regendruppels als wolken waar de kleine partikeltjes deel van uitmaken. “Architecture as air” van de architectuurbiënnale was samengesteld uit koolstofvezelbladen opgerold tot buisjes van 900μm – “de diameter een beetje kleiner dan die van regendruppels”. Die wit geschilderde buizen vormden de kolommen. Draden van 25μm (“de diameter van partikeltjes in wolken”) die met het blote oog amper zichtbaar waren, versterkten het geheel. Het ontlokt aan Ishigami de bedenking dat “de uitgestrektheid van een omgeving talrijke onzichtbare structuren bevat, die ver voorbij de ruimtes gaan die waarneembaar zijn in het

Junya Ishigami

‘Balloon’, ‘Space For Your Future’, Museum of Contemporary Art, Tokyo, 2007

© junya.ishigami+associates

Schaal

©Kenshu Shintsubo

Junya Ishigami (°1974) genoot zijn opleiding als architect aan de Tokyo National University of Fine Arts and Music. Hij werkte bij Kazuyo Sejima en Ryue Nishizawa / SAANA. In 2004 richtte hij junya. ishigami+associates op. In 2010 won Ishigami de Gouden Leeuw op de architectuurbiënnale van Venetië met “Architecture as air: study for château la coste”. Deze superlichte structuur, vier meter hoog, vier meter breed en dertien meter lang, was gemaakt uit extreem fijne kolommen en balken uit koolstofvezel. De fragiliteit bleek toen de constructie het luttele uren na de opening van de tentoonstelling begaf. Hoewel elke poging om ze opnieuw op te bouwen futiel bleek, was het korte bestaan voldoende om de juryleden te overtuigen Ishigami de prijs toe te kennen voor zijn unieke en compromisloze visie voor een werk waarmee hij de limieten van materialiteit, zichtbaarheid, structuur, dunheid en uiteindelijk architectuur zelf testte. Zo won Ishigami bij zijn tweede deelname deze prestigieuze prijs. Twee jaar eerder had hij op de biënnale al serres rond het Japans paviljoen geconstrueerd. Hij veranderde de omgeving van het paviljoen door

zichtbare licht. De onzichtbare structuren geven de omgeving diepte, een diepte die doorloopt tot de uiterste reikwijdte van twee extremen: het kosmische and het subatomaire. Als we met architectuur en omgeving op hetzelfde niveau willen omgaan, moeten we misschien ruimtes in onzichtbare afmetingen gaan ontwerpen op dezelfde manier als zichtbare ruimtes.”


architectuur | 15#

Tentoonstellingen # Jonge makers denkers dromers. MikeViktorViktor architecten - Noordzeestad 2070 Het onderzoek van MikeViktorViktor architecten spitst zich toe op het ontwerpen van een nieuwe kuststad aan de Noordzee anno 2070. Onder invloed van de klimaatsverandering, de toenemende bevolkingsdruk en de (energie)crisissen zal in 2070 een nieuw kustfront gevormd worden dat zowel huisvesting als natuurlijke en gebouwde kustwering bevat. Tot 31/03. deSingel, Antwerpen. www.desingel.be

# Junya Ishigami Zie hiernaast. Tot 16/06. deSingel, Antwerpen. www.desingel.be

tureren de ruimte. De afmetingen en de hoek waarin ze gedraaid zijn, zijn van bijna alle kolommen verschillend. De 2000m2 grote ruimte transformeert afhankelijk van het standpunt. Werkplekken ontstaan waar er zich open ruimtes bevinden tussen de kolommen. Planten en meubilair helpen deze ruimtes te definiëren tot plekken met een eigen vorm en karakter, maar tezelfdertijd blijven ze deel uitmaken van de grote ruimte. Het is aan de gebruiker om zich steeds wisselende wegen te banen door het bos van kolommen en verschillende soorten ruimten te ontdekken. Ishigami: “Ik probeer tezelfdertijd een soort ambiguïteit te realiseren zoals binnen een natuurlijke omgeving, alsof ik een landschap vorm gaf of een bos creëerde. De onzekerheid die de ambiguïteit meebrengt druist niet in tegen het planningselement. Het kan ook een principe worden binnen het vormgeven van ruimte”.

Tafel Het verrassende van natuurfenomenen beoogde Ishigami met zijn installatie “Table”. In een grote ruimte staat een 9,5 meter lange tafel met een tafelblad van 3mm dat ondersteund wordt door vier poten op het uiteinde. Net zoals de balloon in het atrium lijkt dit flinterdunne tafelblad te zweven in de ruimte. Het evenwicht is zo broos dat wanneer je het blad aanraakt er een rimpeling door het oppervlak trekt en de tafeldekking op en neer gaat. Ishigami heeft deze wonderlijke installatie gerealiseerd door het stalen tafelblad een grote curve te geven, een tegenpeil dat vlak komt als de tientallen voorwerpen, glazen vazen, kaarsen, Chinese theeserviezen erop uitgestald worden. De tafel kan niet bestaan zonder de voorwerpen erop.

# Jean-Jules Eggericx. Gentleman Architect. Ontwerper van tuinwijken.

How small? De tentoonstelling in deSingel is gebaseerd op een expositie in de Shiseido Gallery in Tokio. Op lange en – hoe kan het anders – slanke tafels, presenteert Ishigami meer dan 50 maquettes. Deze modellen bestaan op hun beurt uit piepkleine onderdelen. Er lijkt een link te bestaan tussen het soort modellen en tekeningen die een architect maakt en de architectuur die daaruit voortvloeit. Bij Ishigami is dit zeker het geval, de lichtheid en fragiliteit van zijn ontwerpen komen terug in zijn schaalmodellen. Maar ook de poëtische kracht en zijn onderzoekend vermogen stralen ervan af. Of het nu een schuimen model van de Balloon is die drijft in een bokaal vol water of een model met ontelbaar kleine elementen. De maquettes reveleren de drijfveren achter het oeuvre. Een unieke kans om kennis te maken met een inspirerend architect.

i

Deze tentoonstelling toont vooral originele documenten en met name, volgens de aanwijzingen van J.-J. Eggericx, zelf ingekaderde documenten en die in verschillende tentoonstellingen in Europa getoond werden, bijvoorbeeld in het Belgisch paviljoen tijdens de Internationale Tentoonstelling voor Decoratieve Kunst in Parijs in 1925. Tot 07/04. CIVA, Brussel. www.civa.be

# BABEL De tentoonstelling van het Musea voor Schone Kunsten van Lille komt naar de Botanique. Van 28/02 tot 22/04. Botanique, Brussel. www.botanique.be

# BRUNFAUT’s. Progressieve architectuur. Gaston, Fernand en Maxime Brunfaut waren leerlingen van Victor Horta. Horta was hèt boegbeeld van de Nieuwe Kunst in België. De broers Brunfaut drukten hun stempel op de Brusselse en Belgische architectuur tussen de jaren ’20 en ’60. Als kinderen van hun tijd geloofden ze in een zonnige toekomst. Ze vertaalden deze visie in een zeer vooruitstrevende architectuur. Tot 09/06. Atomium, Brussel. www.atomium.be

Tot 16/06. deSingel, Antwerpen. www.desingel.be

Lezingen Arch. Arnaud Tandt is free-lance medewerker van NAV in de domeinen ‘Architectuur en cultuur’.

# AUDITORIUM 12/13: WHERE DO WE GO FROM HERE? Exploring the influence of architecture on demography and public space. In totaal zullen acht Europese architectenbureaus aan de hand van hun projecten schetsen hoe zij antwoorden bieden op ingrijpende sociaal-culturele uitd agingen waar Europa, en dus ook Vlaanderen, vandaag voor staat: demografie en de invloed hiervan op de publieke ruimte. Lezingen telkens op donderdag om 20u: ORG (21/03), KCAP (25/04). Kunstencentrum STUK, Leuven. www.stadenarchitectuur.be

# A-Z lezing - DE GOUDEN LINIAAL (B) De Gouden Liniaal is een jong en dynamisch architectenbureau uit Genk. 05/03 om 20u. Z33, zebrazaal, Hasselt. www.z33.be

# Klimaatcafé: Engagement, onderzoek en intuïtie Lieven Nijs en Bart Vanden Driessche - BLAF architecten. 07/03 om 20u. Kamp C, Britselaan 20, 2260 Westerlo. www.kampc.be

‘Kanagawa Institute of Technology KAIT Workshop’, 2010

© junya.ishigami+associates

# A-Z lezing - JUSTIN MCGUIRK (GB) Justin McGuirk is designcriticus van The Guardian en directeur van Strelka Press. Momenteel werkt hij aan een boek over activistische architectuur en sociale woningen in LatijnsAmerika. 12/03 om 20u. Z33, zebrazaal, Hasselt. www.z33.be

# Klimaatcafé: Over groene gedachten en oranje bouwsels Edith Wouters - TEEMA architecten 04/04 om 20u. Kamp C, Britselaan 20, 2260 Westerlo. www.kampc.be


#16 | specialist

# Ik wil een gemene muur bouwen maar mijn buur is er nog niet. Wat nu? Discussies met betrekking tot een gemene muur komen dikwijls voor. Vaak stelt zich de vraag of er sprake is van een gemene muur, wie moet instaan voor het onderhoud ervan of wie welk bedrag moet betalen voor de overname van een scheidingsmuur. Een specifieke situatie bestaat erin dat een woning zal worden opgetrokken op één van twee naast elkaar liggende onbebouwde percelen. Wat moet de eerste bouwer dan doen en kan hij al een gemene buur bouwen? Huidige bijdrage gaat hier kort op in.

vergunning zou de helft van de muur derhalve terechtkomen op het andere perceel dat geen eigendom is van de eerste bouwer. De achterliggende bedoeling is dat deze muur op een later ogenblik zal worden overgenomen door de nabuur. Toch kan deze praktijk aanleiding geven tot ernstige discussies.

Voor de orde is het aangewezen vooreerst het begrip gemene muur te omschrijven. In het algemeen kan gesteld worden dat dit een muur is die tot scheiding dient van twee aan elkaar grenzende, al dan niet bebouwde erven en die aan verschillende eigenaars toebehoort in gemeenschappelijke eigendom. Wanneer er zich twee onbebouwde percelen naast elkaar bevinden en de eigenaar van één van deze percelen een woning wenst op te trekken, komt het in de praktijk regelmatig voor dat de stedenbouwkundige vergunning aan de eerste bouwer oplegt om de muur op de scheidingsgrens tussen beide percelen ‘te paard’ te bouwen. Ingevolge de uitgereikte stedenbouwkundige

Alhoewel er strikt genomen een schending van het eigendomsrecht plaatsvindt (er wordt een stuk muur gebouwd op het perceel van iemand anders), oordeelde het Hof van Cassatie dat dergelijke inname van het terrein door een te paard gebouwde muur geen inbreuk op het eigendomsrecht vormt. Ook wanneer geoordeeld zou worden dat een gedeelte van de muur onrechtmatig werd opgericht op het perceel van de buur, is de kans bijzonder klein dat de bouwer wordt veroordeeld tot de afbraak ervan. Het nadeel dat de bouwer ondervindt ingevolge de afbraak wordt doorgaans onevenredig groot geacht met het voordeel dat de nabuur kan bekomen. Evenmin kan de nabuur de verwijdering van de

In beginsel is het niet toegelaten te bouwen op andermans eigendom zonder diens toestemming daartoe. Het eigendomsrecht moet gerespecteerd worden en het bouwen van een constructie op een perceel waarvan men geen eigenaar is kan gezien worden als een ongerechtvaardigde inbezitname. Dat de stedenbouwkundige vergunning bepaalt dat er ‘te paard’ gebouwd dient te worden, doet aan dit alles geen afbreuk. Een stedenbouwkundige vergunning laat de burgerlijke rechten van partijen, waaronder het eigendomsrecht, onverlet.

muur vragen op grond van de theorie van de burenhinder. Deze theorie bestaat erin dat een verbreking van het evenwicht tussen twee erven ongedaan gemaakt moet worden. Rechtspraak is evenwel van mening dat het bestaande evenwicht (twee onbebouwde percelen) moet begrepen worden als de toestand van deze percelen met inbegrip van de daarop van toepassing zijnde regels inzake stedenbouw en ruimtelijke ordening. Wanneer dan de verplichting bestaat om ‘te paard’ te bouwen, maakt dit deel uit van het evenwicht tussen de erven zodat er geen sprake kan zijn van een verbreking van dit evenwicht wanneer er daadwerkelijk ‘te paard’ wordt gebouwd. Daarbij stelt zich de vraag of de muur die door de eerste bouwer over de perceelsgrens wordt gebouwd nog privatief is of (mede-)eigendom wordt van de eigenaar van het naastliggend perceel. Niettegenstaande de muur zich deels bevindt op het perceel, blijft deze muur privatief ten aanzien van de eerste bouwer. Wel kan deze initieel privatieve muur gemeen worden gemaakt door muurovername. De meest voorkomende vorm van gemeen maken van de muur bestaat in het tegen deze muur aanbouwen door de buur. Door het feit dat de buur dan gebruik maakt van de reeds bestaande muur krijgt deze een gemeen karakter en is een overnamevergoeding verschuldigd.

gemeen wordt gemaakt) op het perceel van de naastliggende buur. Ook deze toestand is aanvaardbaar. Er bestaat dan ook geen mogelijkheid voor de eerste bouwer om de nabuur alsnog te verplichten om de muur gemeen te maken. Van zodra de nabuur gebruik gaat maken van de muur, zal een muurovername zich toch nog opdringen. Het bouwen op of tegen de perceelsgrens vereist een bijzondere aandacht voor de (mogelijks) gemene muur. Teneinde discussies en problemen te vermijden is het aangewezen om voorafgaandelijk aan het bouwen de toestand correct in te schatten en gebeurlijk afspraken te maken met de eigenaar van het naastliggend perceel. Is zulke buur nog niet gekend, dan is het niet uitgesloten dat de muur toch ‘te paard’ wordt gebouwd. Evenwel bestaat daarbij het risico dat de buur deze muur in een latere fase niet overneemt en derhalve geen overnamevergoeding betaalt aan de bouwheer.

Joris Wouters Joris Wouters is advocaat bij het Antwerpse kantoor Goossens Sebreghts Jacqmain.

De situatie is anders wanneer de nabuur de muur niet overneemt (hij maakt er geen gebruik van). In dat geval kan de eerste bouwer geen aanspraak maken op de door hem verwachte vergoeding voor het overnemen van de muur. Daarnaast bevindt er zich dan een stuk muur (dewelke niet

# Graafwerken gepland? Neem een kijkje onder de grond met het KLIP Het is belangrijk om na te gaan welke openbare nutsleidingen in de buurt van uw bouwperceel gesitueerd zijn. Op de KLIPwebsite kan u dit opvragen. Door uw bouwplaats in te tekenen op een digitaal plan krijgt u een zicht op alle tracés van de nutsvoorzieningen in de omtrek van uw perceel. De maatschappijen waarvan er geen leidingen uw pad kruisen zullen bevestigen dat zij geen tracés in de aangeduide zone hebben. Net na de gasramp in Ghislenghien werd het project ‘Kabel en Leiding Informatie Portaal (KLIP) opgestart. Het KLIP werd ontwikkeld en wordt geëxploiteerd door het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV). Het AGIV heeft als doel om graafschade te voorkomen door het optimaliseren van de informatieuitwisseling tussen planaanvragers en kabel- en leidingbeheerders.

Administratieve vereenvoudiging Eén elektronische aanvraag via www.klip.be maakt het de planaanvrager (aannemer, studiebureau, bouwheer,...) vandaag mogelijk om de plannen te bekomen van alle kabel- en leiding-

beheerders, die op de plaats van de geplande werken ondergrondse kabels en leidingen beheren. Vóór het KLIP moest elke planaanvrager bij de gemeente eerst een lijst opvragen van de op haar grondgebied actieve kabel- en leidingbeheerders, om deze vervolgens individueel aan te schrijven voor het opvragen van de plannen. De kabel- en leidingbeheerders krijgen via het KLIP op uniforme wijze planaanvragen toegestuurd. Deze deze veel gerichter zijn én de communicatietechnologie van het KLIP kan geïntegreerd worden in hun eigen informatiesystemen. Daardoor levert het gebruik van KLIP ook voor hen een belangrijke tijdswinst en een aanzienlijke vermindering van de administratieve lasten en kosten bij het behandelen van een planaanvraag.

Gebruik KLIP is verplicht sinds 1 september 2009 Het KLIP kan zijn doelstelling slechts ten volle bereiken als het uitvoeren van een planaanvraag bij graafwerken verplicht is. Ook moeten hiervoor alle kabel- en leidingbeheerders in het KLIP geregistreerd zijn en verplicht zijn te antwoorden op een planaanvraag. Om dat te bekomen werd het gebruik en de werking van KLIP vastgelegd in het KLIP-decreet van 14 maart 2008. Dat bepaalt onder meer dat het gebruik van het KLIP sinds 1 september 2009 verplicht is. Sinds de lancering van het KLIP op 1 maart 2007 werden er intussen ruim 500.000 unieke planaanvragen uitgevoerd, die naar gemiddeld 6 tot 7 verschillende kabelen leidingbeheerders werden verstuurd. En het

gebruik van KLIP blijft verder toenemen. In 2012 zullen in totaal 180.000 planaanvragen verwerkt zijn door het KLIP.

KLIP gaat digitaal Deze belangrijke vooruitgang is echter geen reden om op de lauweren te gaan rusten. Vandaag beperkt de werking van KLIP zich tot het centraliseren en dus uniformeren van de planaanvraag. Na een planaanvraag te hebben ontvangen via het KLIP, stuurt iedere kabel- en leidingbeheerder volgens een eigen procedure (per post, via mail, papieren plannen, digitale informatie, eigen topografisch kader,...) de plannen rechtstreeks op naar de planaanvrager zonder tussenkomst van het KLIP. Hierbij is het de verantwoordelijkheid van de planaanvrager om de antwoorden op zijn planaanvraag op te volgen en zo goed als mogelijk te integreren tot een werkbaar geheel. Gezien de verschillende procedures is dat nog steeds niet evident. De tweede en volgende stap in het verder terugdringen van het aantal schadegevallen behelst het opstellen van een uitwisselingsformaat, het zogenaamde Informatie Model Kabels en Leidingen (IMKL), en de invoering ervan in het KLIP. Deze stap wordt aangeduid als ‘KLIP Digitale Fase’. In combinatie met het volop in aanmaak zijnde Grootschalig Referentie Bestand (GRB) als digitale basiskaart voor Vlaanderen, zal het in de digitale fase van het KLIP mogelijk worden om via het KLIP een digitale planafhandeling te ondersteunen.

Hierbij zal de planaanvrager de data, van de bij zijn planaanvraag betrokken kabel- en leidingbeheerders, via het KLIP in één samengevoegd pakket en op een uniforme wijze kunnen raadplegen in een viewer. De datum vanaf wanneer de digitale uitwisseling van kabel- en leidinginformatie via het KLIP verplicht wordt, zal in overleg met de sector worden vastgesteld en opgenomen in het aan te passen KLIP-decreet.

Hoe werkt het? U kan een demo van de toepassing bekijken op http://klip.agiv.be/support Plannen aanvragen via de KLIP-website is gratis. U kunt zich gratis registreren voor de KLIP-website via http://klip.agiv.be/

i

www.agiv.be www.klip.be

Pieter Noens Pieter Noens is stafmedewerker geodiensten en projectverantwoordelijke KLIP bij het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV)


023

Bereik lagere U-waardes • Uitstekende thermische prestaties • Perfect aansluitend tand & groef systeem aan de 4 zijden • Prefab hoekpanelen voor nog betere detaillering • Stevig en vormvast • Specifieke producten per toepassing

®

Hoog rendement PIR isolatie voor muur, dak en vloer

# DOU-BETON: complementaire betonoplossingen Na de opstart van de betonblokkenfabriek in Spiere in 2008 schakelt DOU-BETON alweer een versnelling hoger. In Leuze - bij Doornik - werd een tweede fabriek voor de productie van betonwelfsels geopend.

Plots is het zo stil...

Er werd een carrousselsysteem geïnstalleerd, niet op basis van platen, wel van bakken waarop de gewapende betonwelfsels worden gegoten. Hans Mullie van DOU-BETON: “De bakken hebben een lengte van 9 meter, een lengte die perfect is om op een rendabele manier gewapende betonwelfsels te kunnen produceren. De gemiddelde lengte van een betonwelfsel varieërt tussen 100 en 650 cm. Meestal kunnen we dus 2 tot 3 maten na mekaar produceren.” “Een tweede pluspunt van deze installatie is het aanbrengen van ontwateringsgaatjes die – standaard - in de kanalen van de ruwe betonwelfsels worden geboord. Dit vermijdt dat er water blijft staan in de kanalen – en dus latere vochtproblemen.” De betonwelfsels worden geproduceerd op een breedte van 60 cm, de passtukken zijn 30 cm breed. “Als enige producent in de niche kunnen we ook betonwelfsels op maat zagen, wat betekent dat de aannemer zich niet meer genoodzaakt ziet om beton bij te storten. Plafonds en vloeren kunnen volledig worden dichtgelegd met onze betonwelfsels.” “Onze betonblokken zijn niet enkel CE-gekeurd, maar ook BENOR en NF (Franse markt) gekeurd. Onze supergladde betonblokken worden vaak voorgeschreven voor de bouw van appartementen, maar ook van woningen, garages,… De Top-Argex blokken zijn vooral in trek voor het lichtere metselwerk. Recent werden ze toegepast in het Gentse Artevelde-stadion en de Brusselse ECAM-hogeschool.” DOU-BETON Blocks in Spiere Mullie: “Naast gewone betonblokken produceren we in Spiere ook supergladde, zichtbare betonblokken, bv. voor de bouw van industriehallen. Door het feit dat deze blokken droog op de werf worden geleverd, kunnen ze sneller en ‘properder’ verwerkt worden. We maken ook betonblokken ‘Frans formaat’, een in Frankrijk vaak gebruikte oplossing om binnenmuren te metselen conform de nieuwe isolatienormen.”

i

www.doubeton-blocks.be www.doubeton-flooringsystems.be

SoundBlock-wandsystemen creëren een optimale geluidsisolatie Echte stilte is vandaag soms ver te zoeken. Op het werk, in de auto, buiten. Overal is het een drukte van jewelste. Ook thuis. Als de buren je rust niet verstoren, dan maken je huisgenoten te veel kabaal. Gelukkig heeft Gyproc met SoundBlock een doeltreffende oplossing tegen geluidshinder ontwikkeld. Of je nu nieuw bouwt of renoveert, de compacte en eenvoudig te plaatsen SoundBlock scheidingsen voorzetwanden verbeteren de akoestische isolatie in en tussen woningen aanzienlijk. Ze verlagen het aantal decibels en verhogen het wooncomfort.

Doe zelf de test en ontdek hoe stil het binnen kan zijn op www.SoundBlock.be Scan de QR-code of surf naar www.SoundBlock.be

www.xtratherm.be


#18 | helpdesk

# Kan een opdrachtgevend bestuur opleggen dat bij gebruik van onderaanneming de hoofdaannemer een rechtspersoon is, en dus geen natuurlijke persoon in een éénmanszaak? Er lijken geen bepalingen voorhanden te zijn die de mogelijkheid bieden de inschrijver te verplichten om de vorm van een rechtspersoon aan te nemen, ook niet wanneer deze een beroep doet op een onderaannemer. Deze regel zou de mededinging beperken door inschrijvers-natuurlijke personen uit te sluiten om mee te dingen naar de opdracht. De Europese overheidsopdrachtenreglementering heeft net tot doel om de drempel voor kleine en middelgrote ondernemingen om deel ten nemen aan grote overheidsopdrachten te verminderen (zie ro. 32 Rl. 2004/18 klassieke sectoren overheidsopdrachten). In die optiek kan ook niet ingezien worden waarom dan inschrijvers-natuurlijke personen zouden geweigerd moeten worden, ook wanneer zij beroep doen op een onderaannemer. Daarnaast kan deze beperking mogelijk als een ongerechtvaardigde beperking op de vrijheid van ondernemen worden aanzien. Simon Verhoeven, GSJ advocaten

# De tekenaar op wie ik beroep doe, heeft de uitvoeringsplannen niet correct aangepast aan de plannen van de stabiliteitsingenieur. Ik had dit nochtans gevraagd. Nu zijn er hierdoor problemen op de werf. Kan ik de tekenaar aansprakelijk stellen? Mijn inziens moet de zelfstandig tekenaar gezien worden als een (onder)aannemer van de architect. De zelfstandig tekenaar is derhalve gehouden zijn prestaties uit te voeren conform de afspraken tussen partijen en conform de regels van de kunst. In deze stelt zich een probleem daar er geen schriftelijk contract is opgemaakt tussen de architect

# CBR kiest voor duurzaam drieluik Duurzaam bouwen begint bij het ontwerp. Maar de duurzaamheid van de realisatie staat of valt met de keuze van de partners in het bouwproces. Cementproducent en -leverancier CBR, onderdeel van de HeidelbergCement Group, is zo’n partner die u kan adviseren en die zijn dienstverlening afstemt op uw project. Wie echt duurzaam wil bouwen, moet in de conceptfase al oog hebben voor heel het proces. Daarom staat CBR ontwerpers en architecten bij: - met advies over gebouwbeoordelingsmodellen,

en de zelfstandig tekenaar. Maar dit neemt niet weg dat er tussen partijen een (mondelinge) overeenkomst bestond. Dit kan aannemelijk worden gemaakt aan de hand van de correspondentie tussen partijen en de gebeurlijke facturen van de zelfstandig tekenaar aan de architect. Wanneer de architect van mening is dat de tekenaar zijn prestaties gebrekkig heeft uitgevoerd, dient hij deze tekenaar formeel in gebreke te stellen (per aangetekend schrijven). Daarbij maakt de architect melding van de specifieke gebreken alsook van de schade die hij daardoor lijdt of nog zal lijden. Wanneer partijen niet tot een vergelijk komen of er geen oplossing wordt gevonden in dit dossier, kan de architect een gerechtelijke procedure opstarten. De slaagkansen van een procedure zullen echter afhangen van het concrete dossier (stukken, briefwisseling,… ). Christophe Lenders, GSJ advocaten

# Mijn bouwheer wil voor een kleine verbouwing (enkele constructieve ingrepen) geen plaatsbeschrijving van de huidige toestand woning te laten opmaken. Waar liggen hier mijn verantwoordelijkheden?

zijn schade te bewijzen. Het lijkt inderdaad voldoende voor de architect om de bouwheer hierover schriftelijk te informeren zodat de bouwheer zelf een beslissing kan nemen. Joris Wouters, GSJ advocaten

# Mag ik raamopeningen voorzien in de muur op de perceelsgrens? Langs de buurzijde is er een inrit. De buur is akkoord hiermee maar het burgerlijk wetboek niet. 1. Hoe zit dit wanneer de muur volledig mijn eigendom is? Ramen (in de zin van ‘lichten’ die aldus licht, maar geen lucht doorlaten) mogen aangebracht worden in een onmiddellijk aanpalende niet-gemene muur, op voorwaarde dat men zich naar de voorschriften van artikelen 676 BW en 677 BW richt. Om lawaai, geuren en het gooien van voorwerpen te beletten dient er een vaststaand glasraam te worden geplaatst met een ijzeren traliewerk waarvan de maliën ten hoogste 10 cm groot zijn (artikel 676 BW). Om het binnenkijken te vermijden, moeten de lichtopeningen tevens op een zekere hoogte gemaakt worden (gelijkvloers 2m60, op hogere verdiepingen 1m90) (artikel 677 BW).

Ik lees dat de bouwheer geen plaatsbeschrijving wenst te laten maken van de huidige toestand van zijn woning (en dus niet van naburige woningen). Deze plaatsbeschrijving zou de bouwheer van nut kunnen zijn wanneer er tijdens de uitvoering van de werken schade wordt veroorzaakt aan zijn pand door de aannemer (bv. schade aan een ander deel van de woning ingevolge de door de aannemer uitgevoerde werken). Het is dan aan de bouwheer om zijn schade aan te tonen. Dit zou dan kunnen gebeuren aan de hand van de plaatsbeschrijving waarmee dan een vergelijking zou kunnen gemaakt worden tussen de oorspronkelijke toestand en de toestand na uitvoering van de werken. Bij afwezigheid van zulke plaatsbeschrijving (die ook ondertekend moet zijn door de aannemer) zal de bouwheer in geval van schade mogelijks meer moeilijkheden ondervinden om

2. Hoe zit dit wanneer het een gemene muur betreft? Overeenkomstig artikel 675 BW mag geen van de naburen, zonder toestemming van de andere, in een gemene muur een venster of opening maken, hoe dan ook, zelfs niet met vaststaand glasraam. Zoals uitdrukkelijk in de wettekst staat, mogen er dus wel vensters of openingen worden aangebracht krachtens een overeenkomst tussen de naburen.

regelgeving, mogelijkheden binnen duurzaamheidsindicatoren, … - met advies over betonproducten: keuze van cementsoorten, kennis van hulpstoffen, levering per schip t.o.v. per truck, LCA en EPD, milieuscore van concurrerende bouwsystemen, … - met dienstverlening: services in het kader van duurzaam bouwen, zoals de berekening van de CO2-footprint, LCA-analyse, CO2-offsetting, …

melijk met een minimale milieuvoetafdruk, dankzij de innovatieve processen en het slimme gebruik van grond- en brandstoffen. Bovendien hebben de cementen van het type CEM II en CEM III een verlaagd CO2-gehalte.

Een duurzame productie CBR steekt dat duurzame ontwerp in een al even duurzaam kleedje. Het investeert in een actief duurzaamheidsbeleid en voert een open dialoog met iedereen die bij de activiteiten betrokken is – een aanpak die CBR deelt met alle bedrijven van de HeidelbergCement Group, en waardoor heel de groep vandaag sterk staat in duurzaamheid. Wat betekent dat voor de architect? Dat u met alle CBR-cementen milieuverantwoord en duurzaam kunt bouwen. CBR produceert zijn cementen na-

Alle productiesites van CBR zijn ISO 14001 gecertificeerd en de producten voldoen dus aan de criteria voor Responsible Sourcing.

3. Mag ik deze openingen lager aanzetten dan in BW toegelaten? Zowel op gelijkvloers als op verdiepingen. (In de veronderstelling dat de buur akkoord gaat) Vermits artikel 675 BW tot 680 BW slechts private belangen beschermen, raken ze de openbare orde niet. Buren mogen er aldus van afwijken

krachtens een overeenkomst (D. DEKKERS en E. DIRIX, Handboek Burgerlijk recht, Antwerpen, Intersentia, 2005, 264; R. DERINE, F. VAN NESTE en H. VANDENBERGHE, Zakenrecht, 1974, 640) Deze overeenkomst kan ingaan tegen de voorschriften van artikel 677 BW, zodat de ramen aldus lager kunnen aangezet worden dan wat wordt bepaald in het BW. Lore Derdeyn, GSJ advocaten

# Een half jaar geleden hebben wij de dak- en gevelwerken opgeleverd van een particuliere nieuwbouwwoning. De dakwerken werden in onderaanneming gegeven door de hoofdaannemer. Kort na de oplevering is een ernstig lek in de dakdichting vastgesteld, met schade tot gevolg. De aannemer houdt iedereen aan het lijntje en weigert concrete data vast te leggen voor de herstelling van het dak. Hoe gaan wij best te werk om de aannemer tot herstelling te dwingen alsook de kosten van de gevolgschade te laten dragen? De vraagstelling heeft betrekking op dakwerken die blijkbaar gebrekkig zijn uitgevoerd (ernstig lek in de dakdichting na oplevering). Er is sprake van één hoofdaannemer en een onderaannemer dakwerken. Na het vaststellen van de schade, heeft de hoofdaannemer getracht het lek te herstellen doch zonder enig nuttig resultaat. De vraag stelt zich hoe de hoofdaannemer ertoe bewogen kan worden om tot herstel over te gaan en de gevolgschade te vergoeden. Vooreerst is het noodzakelijk dat de hoofdaannemer door de bouwheer formeel in gebreke wordt gesteld (per aangetekende post) waarin gewezen wordt op het lek dat zich voordoet, de aansprakelijkheid daarvoor van de aannemer en de erkenning van aansprakelijkheid door de aan-

Bouwen

Gebruik + Onderhoud

LCA

Productie

Renovatie Ombouwen Ontmantelen Hergebruik Sloop

Grondstoffen

Een duurzame keten De criteria voor eco-verantwoord ondernemen reiken verder dan productie. Denk maar aan lokaal ondernemen, kringlopen sluiten (en daarbij zo weinig mogelijk natuurlijke grondstoffen gebruiken), energiezuinige gebouwen ontwerpen

Verbranden

Recyclage

Storten

en bouwen, en een duurzame infrastructuur. Het spreekt voor zich: beton is daarin van wezenlijk belang. CBR ijvert dan ook voor de toepassing van het internationaal gestandaardiseerde Life Cycle Assessment.

i

www.cbr.be


nemer ingevolge de poging tot herstel. Daarbij dient tevens gewezen te worden op de veroorzaakte gevolgschade ingevolge het lek, waarbij de aannemer kan worden aangeraden om zijn BA-verzekeraar hiervan op de hoogte te stellen. Uiteraard moet de aannemer tevens aangemaand worden om per kerende tot deugdelijk herstel over te gaan (een dak zonder lek) alsook tot herstel van de gevolgschade of tot betaling van een schadevergoeding voor de veroorzaakte gevolgschade. Bij gebreke aan enige nuttige reactie, heeft de bouwheer m.i. geen andere optie dan een procedure te beginnen. Belangrijk is dat nog de nodige vaststellingen kunnen gedaan worden met betrekking tot het lek en de gevolgschade. Dit kan derhalve ondertussen niet hersteld worden. Ofwel wordt gekozen voor een procedure in kort geding waarbij de aanstelling van een gerechtsdeskundige wordt gevorderd, die dan met de nodige spoed de vereiste vaststellingen ter plaatse komt doen waarna de bouwheer reeds kan laten overgaan tot herstel en waarna desgevallend de door de deskundige begrote schade kan worden teruggevorderd van de hoofdaannemer. Ofwel wordt onmiddellijk een procedure ten gronde gestart, waarbij een provisionele schadevergoeding wordt gevorderd en eveneens de aanstelling van een gerechtsdeskundige op de inleidende zitting. Juridische bijstand voor de bouwheer in deze lijkt aangewezen.

Ontdek de basis voor elke bouwstijl Xella heeft de beste troeven in huis

Mr. Christophe Lenders, GSJ advocaten

Ir-arch. Geert Michaux coördineert de NAVstudiedienst. U kunt een vraag stellen per mail gm@nav.be of via de button helpdesk op www. nav.be. Telefonisch kan ook op 02/238.07.70

Ecologisch

De Xella bouwmaterialen beantwoorden perfect aan de noden van de moderne bouwer. Ze zorgen dat de woning duurzaam, energie-efficiënt en aangenaam om wonen is. Elke uitstraling is mogelijk: gedurfd modern met een afwerking in pleister, hout, metaal, ... of traditioneel met gevelsteen. De uitstekende thermische en kostenbesparende eigenschappen van de Ytong, Silka of Hebel ruwbouw garanderen een optimaal wooncomfort het hele jaar door.

Volg Xella België op

Bezoek onze gratis infodagen!

Inschrijven via www.xella.be

Passief Luchtdicht Economisch Thermisch comfort

www.xella-mobile.be

Xella BE nv/sa • Kruibeeksesteenweg 24 • 2070 Burcht • T 03 250 47 00 • F 03 250 47 06 • ytong-be@xella.com

ytong_bouwstijl_NAV_190-135.indd 1

22/01/13 09:04

# Betafence installeert 35 km omheining in ‘Tanger Med’-haven in Marokko De aanleg van de Tanger Med-haven ging van start in 2003. De activiteiten startten in 2007 en tegen 2016 zal de totale capaciteit 8 miljoen containers bedragen. Van bij het begin werd Betafence uitgekozen als partner voor alle omheiningen in en om de haven. Belangrijk voordeel was de ervaring die Betafence kon voorleggen naar aanleiding van grote infrastructurele omheiningsprojecten, net als de productkwaliteit. Tot op vandaag leverde Betafence 35 km verschillende omheiningen en 17 toegangspoorten aan Tanger Med. Het aanzienlijke aantal referenties van Betafence in de infrastructuurbranche, naast de internationale reputatie van de onderneming, speelde een belangrijke rol in de toekenning van dit prestigieuze contract. Doorslaggevend aspect was echter het ontwerp van een totaaloplossing die perfect beantwoordde aan de specifieke vereisten van het project. De overeenkomst omvat verschillende producten en toepassingen zoals mobiele veiligheidsomheiningen met een hoogte van 3 meter, medium

veiligheidsomheiningen van 3,5 meter hoog en extra veiligheidsomheiningen van 4,5 meter hoog. Ook grote gemotoriseerde schuifpoorten voor de toegangen van de haven behoorden tot de opdracht. Het bijzonder agressieve klimaat in de Straat van Gibraltar, waar de haven zich bevindt, was een essentiële keuzefactor voor de poorten. De geïnstalleerde producten kregen een specifieke galvanisatiebehandeling en coating. Zo kon Betafence een anti-corrosiegarantie van tien jaar bieden.

De omheiningssystemen werden speciaal ontwikkeld om bestand te zijn tegen de veeleisende weersomstandigheden in Tanger. De hoge kwaliteitsreputatie van de Betafenceproducten was dan ook doorslaggevend voor deze langetermijn-samenwerking tussen Betafence en de havenautoriteiten.

i

www.betafence.com


De snelste weg naar goed geïsoleerde buitenmuren

Bezoek Isover Hall 5 nr 201

Massieve buitenmuren na-isoleren gaat het makkelijkst en het goedkoopst langs de binnenkant. De ISOVER Comfortpanel 32-platen kunnen in één enkele beweging zowel achter als tussen een voorzetroostering worden geschoven en vermijden zo koudebruggen. Dankzij zijn extreem goede λ-waarde van 0,032 W/m²K kiest u met ISOVER Comfortpanel 32 bovendien voor de meest energie-performante oplossing. Met 6 cm Comfortpanel 32 geniet u al van zo’n 80% minder warmteverlies via die muur. Isoleert u nog dikker, dan geniet u van nog betere thermische en akoestische resultaten. Zo wordt energiebesparing sneller dan ooit!

Comfortpanel 32 - buitenmuurisolatie langs de binnenkant


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.