VersoDirect nr. 4 / oktober - november 2013 / jaargang 15 V.U. Bruno Aerts, Kolonel Bourgstraat 122 bus 4, 1140 Brussel
VersoDirect is de nieuwsbrief van de Vereniging voor Social Profit Ondernemingen vzw, de intersectorale werkgeversorganisatie voor de Vlaamse socialprofitsector. Verso verenigt ondernemers uit de gezondheidszorg, de welzijnssector, de socioculturele sector, de sector van de aangepaste tewerkstelling, het onderwijs en de mutualiteiten.
inhoud VERSONIEUWS Werkgelegenheid social profit Sectornieuws Begrotingstekort Vlaanderen Leer-werk-trajecten Ontwerpfiches Groenboek 6e staatshervorming Actieplan voor werk krijgt vervolg Tijdelijke contracten mogelijk in IBO Nieuw Europees netwerk jeugdzorg België op competitiviteitsranking Sociale doelstellingen Vlaanderen in Actie Sociale-economiebedrijf IGO wordt beloond Aankondigingen Eerste advies- en inspiratiesessies HR Europese staatssteunregels Cera Award ‘Sociale media in de social profit: vriend of vijand?’ ‘Dialoog tussen jong en oud’ Zorgvernieuwers toont kracht van innovatie in zorgsector Nieuwe ondernemers gezocht in de gezondheidssector
2 5 5 6 7 7 8 8 8 9 10 10 11
“ De social profit is een stabiele werkgever die ook in economisch moeilijke tijden blijft instaan voor jobgroei” Lees meer p 2-4
11 11 11 11 Vereniging voor Social Profit Ondernemingen vzw - www.verso-net.be Kolonel Bourgstraat 122 bus 4 - 1140 Brussel - T 02 739 10 71 - F 02 736 75 06 - info@verso-net.be
1
EDITO
VERSONIEUWS
Werk maken van werk: geen reden voor koerswijziging
Werkgelegenheid social profit stijgt, maar knipperlichten slaan aan
Wie deze recente cijfers aangrijpt om achterover te leunen, vergist zich wel degelijk. Het is van groot belang dat de inspanningen van de voorbije jaren rond het versterken van de instroom, het slimmer inzetten van het huidig personeel en de ondersteuning van het HR-beleid in de social profit onverkort worden doorgetrokken. Het actieplan ‘Werk maken van werk in de zorgsector 2.0’ van minister Vandeurzen, door de Vlaamse regering goedgekeurd in juli, is dus zeker niet ingehaald door de feiten. De huidige koers aanhouden is in deze de enige juiste keuze. Bruno Aerts, directeur Verso 2
Figuur 1: evolutie medewerkers social profit naar paritair comité (Vlaams Gewest, 30 juni 2011-2012)
18,0
20 15
0 pc318
pc319
pc327 pc329 pc330
pc331
pc337
SP
-0,4
3,1
4,9
2,7
5
1,8
10
1,3
In het licht van deze besparingen en minder vacatures valt te verwachten dat we ook volgend jaar lagere groeicijfers zullen zien. Een aanpassing van de langetermijnprognoses is dan logisch. Toch is Verso van oordeel dat de vraag naar arbeidskrachten in de social profit zeer acuut zal blijven. Niemand ontkent immers dat de vraag naar zorgdiensten in de nabije toekomst zal stijgen. We zullen dus moeten blijven investeren in een uitbreidingsbeleid met jobs in de social profit om een antwoord te bieden op deze maatschappelijke behoeften. Ook de vervangingsvraag door pensionering en het effect van arbeidsduurverminderingsstelsels zal nog toenemen.
De werkgelegenheidscijfers voor Vlaanderen (RSZ, 30 juni 2012) laten voor de social profit op jaarbasis een groei zien van +3,1% of +8701 medewerkers. Vorig jaar bedroeg deze groei nog 3,8%. Op de globale Vlaamse arbeidsmarkt daalde de werkgelegenheid licht (-0,4%). Hiermee komt het totaal aantal werkenden die in Vlaanderen wonen en actief zijn in één van de diverse socialprofitsectoren op 286.507 medewerkers. Let wel, de socialprofitmedewerkers die werkzaam zijn bij de lokale en provinciale overheden (RSZPPO), worden hier niet meegerekend.
2,5
Het is niet zo verwonderlijk dat de effecten van de crisis met enige vertraging ook gevoeld worden in de social profit. Vooral binnen de gezondheidssector en cultuur, sectoren waar er de afgelopen jaren flink werd bespaard, zien we de effecten. De groei in de maatschappelijke dienstverlening blijft wel overeind. Het uitbreidingsbeleid van de Vlaamse regering, zoals onder meer vastgelegd in het VIA4, speelt hier ongetwijfeld een rol.
1,1
Uit verschillende hoeken bereikten ons deze zomer cijfers die een opvallende trendbreuk in de tewerkstellingscijfers in de social profit tonen. De indrukwekkende banengroei lijkt voor het eerst in jaren te vertragen.
VL arb
Bron: RSZ-dmfa via Steunpunt WSE (Bewerking Verso).
Sectorale verschillen Met een groei van +18% springt PC 337 (16.072 medewerkers) in het oog. Dit paritair comité, een soort rest-PC, was in 2012 nog niet operationeel, waardoor de groei een ’papieren groei’ is. Het gaat hier over een overdracht vanuit andere paritaire comités zoals personeel mutualiteiten, houders van een persoonlijk assistentiebudget, enzovoorts. Indien we abstractie maken van PC 337 bedraagt de werkgelegenheidsgroei in de social profit slechts +2,4% of 6251 medewerkers. Daarnaast kende vooral PC 331 (de Vlaamse welzijnsen gezondheidssector) een sterke groei (+4,9%). In de overige paritaire comités van de social profit lag de werkgelegenheidsgroei tussen 2011 en 2012 onder de 3%. Vooral PC 327 (beschutte en sociale werkplaatsen) en PC 329 (socioculturele sector) kenden met een vrij beperkte werkgelegenheidsgroei van respectievelijk +1,3% en +1,8%, een vertraging in vergelijking met de groei het jaar voordien toen deze nog respectievelijk +4,4% en +4,3% bedroeg.
Vertraagt de banengroei? De werkgelegenheid in de social profit blijft dus groeien, ondanks de vertraging op de Vlaamse arbeidsmarkt als geheel. De social profit is een stabiele werkgever die - vooralsnog - ook in economisch moeilijke tijden blijft instaan voor jobgroei en dus voor instroom vanuit de werkloosheid. Toch was de groei in de meeste socialprofitsectoren tussen 2011 en 2012 minder sterk dan in de voorgaande jaren. Ook recente cijfers van de VDAB en het Planbureau lijken deze groeivertraging te bevestigen (zie kaders p.4). Laat ons deze vaststellingen als een knipperlicht beschouwen, maar een echte rem op de banengroei in de social profit lijkt onwaarschijnlijk. Gezien de maatschappelijke uitdagingen in de komende jaren zal de vraag naar personeel immers verhoudingsgewijs moeten blijven groeien.
Personeelssamenstelling stuwt vraag omhoog Bovenop deze uitbreidingsvraag is er een bijkomende vraag naar personeel als gevolg van de vergrijzing van de medewerkers in de social profit. Daardoor zullen er niet alleen veel meer gepensioneerde medewerkers moeten worden vervangen, het arbeidsvolume zal ook verder dalen door de groeiende groep medewerkers die recht hebben op arbeidsduurvermindering. Eerder hebben we de toekomstige vraag naar arbeidskrachten (uitbreidingsvraag + vervangings- en retentievraag) in de social
“Gezien de maatschappelijke uitdagingen zal de vraag naar personeel blijven groeien”
profit over de periode 20112016 ingeschat op jaarlijks 16.000 extra medewerkers (zie ‘Wegwijzer voor de sociale sector’, Kluwer, 2012).
Bovendien kenmerken onze sectoren zich door een groot aantal deeltijds werkenden. Figuur 2 geeft deze verhouding weer tussen het aantal medewerkers per 100 voltijds werkenden (VTE) naar paritair comité. Terwijl er op de Vlaamse arbeidsmarkt gemiddeld 119 medewerkers nodig zijn om 100 VTE Figuur 2: medewerkers (koppen en VTE) en ratio (aantal medewerkers per 100 VTE) naar PC (Vlaams Gewest, 2012). 140.000
158
137
120.000
135
124
135
146
140
135
120
119
116
100.000
100
80.000
Koppen
80
60.000
VTE
60
ratio
40.000
40
20.000
20
0
0 pc318
pc319
pc327 pc329 pc330
pc331
pc337
SP
VL arb
Bron: RSZ-dmfa via Steunpunt WSE (Bewerking Verso). 3
in te vullen, loopt dit in de social profit op tot 135 medewerkers per 100 VTE. Als we erin slagen het arbeidsvolume te verhogen, kunnen we al een deel van de toekomstige vraag invullen. Maar daarnaast moeten we natuurlijk ook de bestaande wegen blijven bewandelen om voldoende medewerkers te vinden zodat we een kwalitatieve dienstverlening kunnen blijven garanderen.
Voor meer arbeidsmarktcijfers (tabellen en figuren) uit de social profit verwijzen we naar de rubriek cijfers op www.verso-net.be De arbeidsmarktgegevens op de website werden in september geüpdatet aan de hand van de meest recent beschikbare statistische gegevens.
Spectaculair minder vacatures in de gezondheidszorg
De social profit blijft een belangrijke motor voor de werkgelegenheid in Vlaanderen
Ook andere arbeidsmarktgegevens wakkeren onze alertheid aan. Volgens recente gegevens van de VDAB daalde het aantal ontvangen vacatures tussen juni 2012 en juni 2013 in de sector ’gezondheidszorg’ met -51% (van 12.518 naar 6131) en in de sector ’ontspanning, sport en cultuur’ met -22,8% (van 3235 naar 2496).
De social profit is en blijft een belangrijke motor voor werkgelegenheid in Vlaanderen. Volgens de recentste vooruitzichten van het Planbureau en de studiediensten van de Gewestelijke overheden neemt de loontrekkende werkgelegenheid in Vlaanderen tussen 2012 en 2018 toe met 95.114 personen (algemeen saldo). Deze groei komt vooral tot stand in de dienstensectoren (+116.139 loontrekkenden), waarvan 43.458 personen in de activiteitstakken van de social profit (zie verder), terwijl er voornamelijk in de industriële sectoren banen verloren blijven gaan (-22.887 personen in de verwerkende nijverheid).
De daling van het aantal ontvangen vacatures in deze socialprofitsectoren is sterker dan de gemiddelde daling op de Vlaamse arbeidsmarkt (-12,3%) en in geen enkele andere sector was de daling zo uitgesproken als in de ’gezondheidszorg’. De daling markeert tevens een breuk met de voorgaande periode, toen het aantal ontvangen vacatures in beide sectoren jaar op jaar toenam. Het aantal ontvangen vacatures in de sector ‘maatschappelijke dienstverlening’ blijft evenwel verder groeien (+5,8%). Deze recente terugloop van het aantal ontvangen vacatures zal vermoedelijk pas volgend jaar te zien zijn in de tewerkstellingscijfers van de social profit.
Eind 2018 zullen er 2,27 miljoen loontrekkenden werkzaam zijn in Vlaanderen. In de voornaamste activiteitstakken van de social profit (NACE-codes 86 t.e.m. 88 en 90 t.e.m. 94) zullen er maar liefst 351.606 mensen werken. In de periode 2012-2018 komen er 43.548 loontrekkenden bij in de Vlaamse social profit. Volgens het projectiemodel van het Planbureau gaat het om 39.938 loontrekkenden in de gezondheids- en welzijnssector (NACE 86-88). Verso raamt op basis van het projectiemodel verder 3610 bijkomende loontrekkenden in activiteitstakken binnen cultuur, kunst, sport/recreatie en verenigingen (NACE 90-94). De social profit doet het met een gemiddeld jaarlijks groeipercentage van 2,4% heel wat beter dan het gemiddelde in de Vlaamse economie dat 0,7% per jaar zal bedragen in dezelfde periode. Toch zal de groei in de social profit de komende zes jaar lager uitvallen dan in vorige projectieperiodes toen de sector nog een gemiddelde groei van 3,6% liet optekenen.
WA ARVAN AKTE... “Als we de productiviteitswinst gebruiken om tot een veel efficiëntere overheid te komen, zullen we een betere gezondheidszorg hebben, een beter onderwijs, beter opgeleide mensen, een beter sociaal vangnet. En dat zal ons competitiever maken.” Ondernemer Hein Deprez in De Standaard, 3 augustus. “De dichter is een juwelier van de taal, iemand die aan een paar woorden genoeg heeft om een deel van de werkelijkheid te belichten dat in duister gehuld was.” Jesús Carrasco, auteur van ‘De 4 Vlucht’, in De Standaard, 26 juli.
“Ik verkoop veel. Maar ik zou het verschrikkelijk vinden dat de religie van het ondernemerschap en de vrije markt zo ver gaat dat alle artiesten verplicht worden te bewijzen dat ze goede ondernemers zijn.” Schrijver Tom Lanoye in gesprek met VOKA-topman Jo Libeer in De Tijd, 4 september 2013. “Vrijwilligers inzetten voor het commerciële doel van een bedrijf kan volgens mij niet. Het kan niet arbeidsrechtelijk en het is niet gezond. Vrijwilligerswerk mag door de overheid of privébedrijven niet verkeerd worden ingezet:
plaatsvervangend voor taken die tot de kernopdracht behoren van de overheid of privésector.” Christ’l Joris, voorzitter van ETAP en Rode Kruis Vlaanderen, in Sectorlink Magazine, juni 2013. “Het werkelijk kapitaal van Emmaüs zit in de spirit die medewerkers drijft om telkenmale opnieuw het gevecht aan te gaan met wat mensen ziek maakt, of angstig, of eenzaam. De spirit die hen drijft om over sectoren heen samen te ijveren voor steeds betere zorg.” Guido Van Oevelen, voorzitter raad van bestuur, geeft in het jaarboek duiding bij de “return on investment” na 15 jaar Emmaüs.
SECTORNIEUWS
Vlaanderen stevent af op begrotingstekort van 610 miljoen euro in 2014 Naar jaarlijkse gewoonte publiceerde de Serv in juli het advies over de begroting van de Vlaamse regering. Ditmaal lag de focus op een analyse van de begrotingscontrole voor 2013 en een vooruitblik naar de begroting van 2014. Eind juni kon de Vlaamse regering bij de begrotingscontrole voor 2013 317 miljoen euro aan inkomsten minder optekenen dan oorspronkelijk begroot. Daar stond wel 276 miljoen euro tegenover die de Vlaamse regering op zak kon houden doordat een aantal voorziene uitgaven lager uitvielen. Bovendien is de Vlaamse regering uitgegaan van een grotere onderbenutting van de begrotingskredieten om toch uit te komen op een begrotingsevenwicht voor 2013. De onderbenuttingshypothese werd opgetrokken met 240 miljoen euro. In combinatie met een technische correctie leverde dit een nettobeleidsruimte op van 189 miljoen euro. Hiermee werden voor 39 miljoen euro nieuwe initiatieven ingeschreven in de begroting en werd een buffer van 150 miljoen euro voorzien.
Meer informatie: www.serv.be
Volgens de Serv is de aangepaste begroting voor 2013, zoals opgesteld door de Vlaamse regering, geen goed voorbeeld van een structurele benadering. Daarvoor heeft de Vlaamse regering te veel gebruik gemaakt van eenmalige ingrepen en factoren zowel langs inkomsten- als langs uitgavenzijde.
Voor 2014 is het volgens de Serv belangrijk dat de Vlaamse regering voldoet aan de engagementen die zijn overeengekomen met de andere overheden in het kader van de Europese begrotingsdoelstellingen. Dit betekent meer concreet dat de begroting in evenwicht moet zijn in 2014. De Serv stelt dat de Vlaamse regering een inspanning zal moeten leveren om dit te realiseren. Er zijn immers eenmalige ontvangsten die zullen wegvallen en doorgeschoven uitgaven van 2013 die opnieuw ingeschreven moeten worden. Bovendien zijn de economische groeivooruitzichten nog steeds beperkt. Bij gebrek aan een geactualiseerde meerjarenraming door de Vlaamse regering, heeft de Serv - op basis van de beschikbare informatie - berekend wat de beschikbare beleidsruimte bij benadering zou zijn voor de komende jaren. Hieruit blijkt dat er voor 2014 een begrotingstekort zal zijn van 610 miljoen euro. Bij deze raming is nog geen rekening gehouden met een extra inspanning die aan Vlaanderen gevraagd zou worden als bijdrage aan de sanering van de Belgische overheidsfinanciën. Het tekort zal dus waarschijnlijk nog toenemen. Hoeveel die bijkomende inspanning bedraagt, zal wellicht duidelijk worden bij de opmaak van de begroting van 2014. In dat geval moet de Vlaamse regering hiermee rekening houden. Voor de Serv is het daarbij van belang dat de Vlaamse regering een juist evenwicht vindt tussen het nemen van voldoende structurele maatregelen in 2014 enerzijds en het spreiden van noodzakelijke structurele ingrepen over de komende jaren anderzijds. Het is dus nog afwachten hoe de Vlaamse regering dit zal aanpakken. Ook de mogelijke impact op de socialprofitsectoren is momenteel nog niet duidelijk.
Leer-werktrajecten moeten dringend hervormd worden Er loopt heel wat fout in de onderwijsvorm waar jongeren de schoolbanken afwisselen met een vaste baan of stageplaats. Meer dan één op de tien of zo’n 1.300 jongeren in het stelsel Leren en Werken geraakt niet aan een werkplek. Nog eens 600 jongeren slagen er niet in werkervaring op te doen binnen een brugproject. Ook spijbelen blijft een groot probleem. In een proactief advies reiken de sociale partners uit de Serv de minister van Onderwijs een aantal concrete verbeterpunten aan. Screening - Vandaag worden de jongeren die starten in een leer-werktraject onvoldoende gescreend op beroepsaspiraties en maturiteit. Zo gaat er vaak heel wat tijd verloren waarin de jongere zijn weg zoekt. Moderne opleidingen - Na een recente screening konden heel wat opleidingen geschrapt worden omdat ze niet meer aangepast waren aan de noden van de arbeidsmarkt. De sociale partners vragen dat het opleidingsaanbod wordt aangepast om aan te sluiten bij de interesses en competenties van jongeren. De opleidingen moeten natuurlijk ook voldoende relevant zijn voor de arbeidsmarkt. De sectororganisaties en arbeidsmarktactoren moeten hierbij betrokken worden. VDAB - De VDAB moet vroeger betrokken worden zodat de kans op een succesvolle tewerkstelling verhoogt. De gegevensuitwisseling tussen de onderwijscentra en de VDAB moet ook beter. Evaluatie - Het huidige leer-werkdecreet is vijf jaar oud. De evaluatie die gepland was voor 2013 is uitgesteld tot 2014. De partners in de Serv pleiten ervoor dat de hervorming van het stelsel van leren en werken los van de algemene hervorming van het secundair onderwijs uitgevoerd wordt. U kunt het advies van de Serv nalezen op www.serv.be. 5
WAARVAN AKTE... “Duurzame resultaten bereikt men met mensen, met MEDEwerkers. Duurzame resultaten worden gedragen door mensen, door o.a. hun betrokkenheid, gedrevenheid, engagement. Duurzame resultaten vragen ook respect voor medewerkers, een fairshare in het succes.” Pieter Timmermans, CEO van het VBO, is optimistisch over onze welvaart in zijn boek “We kunnen winnen” (uitgave Lannoo).
“Le défi pour l’humanité est de demonetariser les relations humaines et les services de base.“ Econoom Ricardo Petrella plaatst de toekomstige rol van coöperaties in een breed maatschappelijk perspectief tijdens het Coop Event van 4 juni.
“Enkele jaren geleden leek het woord solidariteit te hebben afgedaan, maar we hebben er geen alternatief voor gevonden.” Louise Gunning, deskundige van de Nederlandse SociaalEconomische Raad, in SERmagazine juli 2013.
“Het is niet de taak van de overheid om te ‘organiseren’ in deze sector. Controle moet er wel zijn. Maar ze moet meer werk maken van een echt vrije marktmechanisme. De overheid moet de sector durven vertrouwen.” Erwin Devriendt, directeur van Solidariteit voor het Gezin, in Vokatribune september 2013.
6
sectorNIEUWS
Ontwerpfiches Groenboek 6e staatshervorming De Serv is de afgelopen maanden formeel en informeel betrokken bij de oefening die de Vlaamse regering voorbereidt rond een Groenboek voor de bevoegdheidsoverdracht in het kader van de zesde staatshervorming. In juni maakte de Serv een advies over aan minister-president Peeters over de ontwerpfiches van het Groenboek waarbij de Serv betrokken is geweest. Naast ‘Energie’ ligt het zwaartepunt van de oefening op het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin aangezien de Serv deel uitmaakt van de stuurgroep die het luik WVG voorbereidt. Als uitgangspunt nam het Serv-secretariaat haar nota van 27 juni 2012 waarin ze de hoofdlijnen schetst van haar visie op de bevoegdheidsoverdracht. De Serv belicht in het advies aan de minister-president achtereenvolgens de kinderbijslagregeling, de hulp aan bejaarden en kinderopvang.
Kinderbijslag De Serv herkent in de ontwerpfiche heel wat van haar aandachtspunten, zoals de eenheid van stelsel, een basisbijslag in functie van de kenmerken van het kind en een aanvullende bijslag in functie van de sociale situatie van het gezin. De Serv betreurt echter dat er in de ontwerpfiche geen melding wordt gemaakt van de manier waarop de Vlaamse kinderbijslag zou worden beheerd. ‘Tegemoetkoming hulp aan bejaarden’ De Serv vraagt dat deze beschermingsmaatregel als tweede trap wordt opgenomen in de Vlaamse zorgverzekering met de zorgkassen als uitvoeringsorganen. Deze optie is ook opgenomen in de ontwerpfiche van de Vlaamse regering.
De tweede vraag van de Serv, dat alle federale middelen voor deze sociale bescherming integraal overgaan naar het Vlaamse beleid, wordt echter niet overgenomen in de ontwerpfiche. Gezinsbeleid De Serv vraagt dat urgente opvang, opvang van zieke kinderen en regionale coördinatie de prioriteiten worden van een Vlaams beleid. Ze vindt deze bekommernis niet terug in de ontwerpversie van de Vlaamse regering. Het ontwerp geeft wel aan dat het medebeheer van de sociale partners voorwerp van debat zal uitmaken. Beheersstructuur In de nota van 27 juni heeft het dagelijks bestuur van de Serv een overkoepelende structuur voor het beheer van de sociale middelen voorgesteld die bestaat uit vertegenwoordigers van de overheid en de sociale partners uit de Serv. Hierover wordt er tot spijt van de Serv in de ontwerpfiches niet gerept.
Versostandpunt Verso kan deze Serv-toetsing niet in zijn geheel onderschrijven en heeft dit ook meegedeeld aan de minister-president. In de finale besluitvorming werd door het dagelijks bestuur namelijk geen rekening gehouden met het door Verso gemaakte voorbehoud ten aanzien van het model van ’globaal beheer sociaal beleid’. Verso kan heel wat uitgangspunten van dit zogenaamde “Serv-akkoord op hoofdlijnen” onderschrijven. De nota van 27 juni 2012 legt terecht de nadruk op de actieve en structurele betrokkenheid van het middenveld en een verzelfstandigde beheersstructuur in de diverse beleidsdomeinen, maar Verso ziet geen meerwaarde in een bovenstructuur ‘globaal beheer’. We betwijfelen dat die structuur zal bijdragen tot belangrijke doelstellingen zoals de homogeniteit van bevoegdheden, de universaliteit van de Vlaamse begroting, de bestuurlijke transparantie en een breed gedragen betrokkenheid van alle relevante stakeholders. Verso vindt het wel erg belangrijk dat het toekomstig bestuurlijk organisatiemodel de samenwerking tussen beleidsdomeinen ondersteunt en bestuurlijke kruisverbindingen faciliteert. Verso ziet hiervoor een mogelijke rol weggelegd voor een versterkte Serv en VESOC.
Sectornieuws
Actieplan voor werk krijgt vervolg Minister Vandeurzen breit een vervolg aan zijn actieplan om het tekort aan geschikte medewerkers in zorg- en welzijnssectoren tegen te gaan. De opvolger van het actieplan ‘Werk maken van werk in de zorgsector’ uit 2010 wordt verruimd naar de welzijnssectoren. Met het plan heeft de minister drie doelen: meer gemotiveerde medewerkers aantrekken, het zorgpersoneel ‘slimmer’ inzetten en het HR-beleid van de ondernemingen versterken. Ook het mandaat van zorgambassadeur Lon Holtzer wordt verlengd. Zij zal een nieuwe campagne opzetten om jongeren te informeren over de vele mogelijkheden van een studiekeuze in de zorg. Nieuw is dat de verschillende deelsectoren, ook uit de welzijnssectoren, beter aan bod zullen komen.
Flanders’ Care label Sinds deze zomer kunnen organisaties die een innovatieve werkwijze introduceren in de zorg, het Flanders’ Care label aanvragen. Zo kan hun voorbeeld andere organisaties misschien inspireren. Flanders’ Care zal daarvoor de meest in het oog springende projecten verzamelen op hun website. Er zijn labels in verschillende categorieën. Organisaties die werken aan een efficiëntere inzet van personeel komen in aanmerking voor het label rond ‘slimmer zorgen voor morgen’.
Daarnaast zal er meer ingezet worden op kwalitatieve stages. Volgens Lon Holtzer kiest 88% van de studenten zijn latere werkplek namelijk op basis van een stage-ervaring. Aan de hogescholen zal gevraagd worden beter te overleggen, ook met het werkveld, om het tekort aan stageplaatsen op te lossen. Daarbij gaat er extra aandacht naar de stages in de ouderenzorg omdat het tekort aan medewerkers daar acuut dreigt te worden. Voor zij-instromers, die op latere leeftijd kiezen voor een baan in de zorgsector, worden er samen met de VDAB acties opgezet. Om alle doelgroepen te bereiken, zal de VDAB nieuwe Servicepunten Zorg openen in 2014. Ook inleefmomenten zullen vaker in de welzijnssectoren kunnen plaatsvinden.
http://www.flanderscare.be/nl/steunmaatregelen/flanders-care-label-0
De vorige campagne lijkt alvast vruchten af te werpen. In 2012 toonden het aantal openstaande vacatures voor het eerst in lange tijd een daling en ook het aantal jongeren dat kiest voor een zorgopleiding blijft stijgen.
Voortaan ook tijdelijke contracten mogelijk in IBO De individuele beroepsopleiding (IBO) is een opleidingsmaatregel waarbij een werkzoekende een opleiding krijgt op de werkvloer. Deze opleiding en begeleiding on the job duurt 1 à 6 maanden. Tijdens de opleiding krijgt de werkgever daarbij hulp van een VDAB-consulent. Tijdens die opleiding hoeft de werkgever geen loon of RSZ betalen, enkel een productiviteitspremie. Een IBO moet in principe gevolgd worden
door een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, met een tewerkstellingsgarantie die overeenstemt met de duur van de opleiding. De Vlaamse regering heeft beslist om dit principe te versoepelen. Vanaf 1 oktober kan de cursist na een IBO, ook via een contract van bepaalde duur worden aangeworven als dat contract minimaal even lang is als de opleidingsperiode. De werkgever moet wel aan VDAB aantonen dat het aanwerven via contracten van
bepaalde duur overeenstemt met het gangbare aanwervingsbeleid in de organisatie of sector. Met deze maatregel hoopt de Vlaamse regering dat het aantal IBO’s in Vlaanderen verder zal toenemen. Ook voor de social profit maakt deze versoepeling het vermoedelijk makkelijker om personeel via een IBO aan te werven. Meer informatie: www.vdab.be/werkgevers/ibo 7
Sectornieuws
Vlaamse organisaties trekken nieuw Europees netwerk rond jeugdzorg Het Vlaams Agentschap Jongerenwelzijn, Vlaamse koepels uit de jeugdzorg, Kenniscentrum Sociaal Europa vzw en andere Europese partners hielden op 5 september een nieuw Europees netwerk voor de sector jeugdzorg boven de doopvont. 120 deelnemers uit 11 EU-landen hebben op de startvergadering in Garda (Italië) een actieplan opgesteld die de opstart van het ‘Platform on Special Youth Care’ zal begeleiden. “Er zijn al heel wat Europese en nationale netwerken die beschikken over expertise rond de problematiek van kwetsbare jongeren,” aldus Stefaan Van Mulders, administrateur-generaal van het Agentschap Jongerenwelzijn, “maar geen enkel netwerk brengt de actoren uit de overheden én de dienstverleners in de bijzondere jeugdzorg op Europees vlak samen.”
“Op termijn kan het platform uitgroeien tot spreekbuis voor de sector”
Door zich te organiseren op Europees niveau willen lokale en regionale overheden en dienstverleners uit de jeugdzorg de krachten bundelen om ten volle gebruik te maken van de opportuniteiten die deze Europese aandacht voor het sociaal beleid van de lidstaten biedt. Dit nieuwe platform zal in eerste instantie een plaats zijn waar allianties kunnen worden opgebouwd tussen actoren uit de sector en een langetermijnstrategie voor de sector kan worden bepaald. Op termijn kan het platform ook uitgroeien tot spreekbuis voor de sector op Europees niveau. Voor meer informatie over het nieuwe ‘Platform on Special Youth Care’ of voor aanvragen voor lidmaatschap kunt u contact opnemen met Jos Sterckx (Kenniscentrum Sociaal Europa vzw) via jos.sterckx@kcse.eu of 02 205 00 47.
Status quo voor België op competitiviteitsranking Op de jaarlijkse concurrentie-index van het World Economic Forum blijft België de 17de plaats warmhouden. Voor het vijfde jaar op rij beschikt Zwitserland over de meeste troeven om investeerders aan te trekken. Van onze buurlanden doet Duitsland het niet verwonderlijk het best met een derde plaats. Nederland zakt tot de achtste plaats en Frankrijk bengelt achteraan met een 23ste plaats. Binnen de cluster ‘Gezondheid en basisonderwijs’ doen we het traditioneel goed, maar dit jaar zakken we wel een
8
Welk rapport voor sociale doelstellingen Vlaanderen in Actie? In juni presenteerde de Vlaamse regering de resultaten van de jaarlijkse voortgangsmeting van Vlaanderen in Actie. Voor de doelstellingen rond het thema ‘warme samenleving’ zijn er weinig uitschieters. Het aantal kinderen onder de drie dat gebruik maakt van een plaats in de kinderopvang blijft stijgen. De doelstelling van 1 kind op 2 in de kinderopvang tegen 2020 is vandaag al bijna bereikt. Langs de andere kant blijven de wachtlijsten voor zorg voor personen met een handicap stijgen. Ondanks het feit dat Vlaanderen nu al tot de best presterende Europese regio’s behoort op het vlak van armoedebestrijding, zijn er toch een aantal parameters die alarmerend de hoogte ingaan. Het aantal mensen dat medische verzorging moet uitstellen omwille van financiële redenen is verdubbeld en het aantal kinderen dat geboren wordt in een kansarm gezin blijft stijgen.
Meer informatie: www.vlaandereninactie.be
plaatsje. Van 2 naar 3. Niet zozeer omdat we er erg op achteruitgaan, maar blijkbaar hebben een aantal landen zich sterker verbeterd. Het World Economic Forum is wel bezorgd over de efficiëntie van de overheid in België en ziet ongezonde situaties in de fiscaliteit die niet aanmoedigen om te werken. Op macro-economisch vlak blijft de hoge staatsschuld een pijnpunt. Meer informatie: www.weforum.org
Sectornieuws
Socialeeconomiebedrijf IGO wordt beloond voor diversiteitsbeleid Op 14 maart 2013 reikte Jobkanaal voor de zesde maal de Jobkanaalprijzen voor Diversiteit uit. Met deze prijzen worden bedrijven in the picture gezet die op een innovatieve wijze werk maken van diversiteit in hun personeelsbeleid. Zo werd ook het diversiteitsbeleid van IGO bekroond met een eervolle vermelding. IGO is een intergemeentelijke dienstverlener uit de regio Leuven die maatschappelijk relevante en kwaliteitsvolle diensten levert aan lokale besturen op vlak van cultuur, milieu, toerisme, vorming, welzijn, werkgelegenheid en wonen. We spraken met Ann Rens, personeelsverantwoordelijke van IGO. Hoe is de erkenning onthaald in de organisatie? Heel positief. De speciale vermelding van de jury voelt aan als een erkenning voor het traject dat we hebben afgelegd op vlak van diversiteit. Wij werken met doelgroepmedewerkers dus dan is het natuurlijk evident dat je rond diversiteit werkt. Maar wij proberen al verschillende jaren die lijn van diversiteit ook door te trekken naar onze niet-doelgroepwerknemers. Ook vorig jaar kwam er met Manus vzw een laureaat uit de sociale economie. Past zo’n deelname binnen de doelstellingen van sociale-economiebedrijven om naar buiten te treden met hun ervaringen rond diversiteit? Ik denk dat we dat als sector nog te weinig doen. Toen we aan het overwegen waren om deel te nemen aan de Jobkanaalprijs, vroegen we ons ook af of dat zinvol was. Ik denk dat diversiteit voor sociale-economiebedrijven zo’n vanzelfsprekendheid is geworden dat je misschien niet meer de reflex hebt om er mee naar buiten te komen. Wat heeft jullie gemotiveerd om diversiteit door te trekken in heel de organisatie? De krapte op de arbeidsmarkt is
Ann Rens, rechts op de foto, bij de uitreiking van de Diversiteitsprijs.
een realiteit, vooral voor technische profielen. Zeker wanneer we zoeken naar ervaring met leiding geven. We proberen daarom onze medewerkers met een technisch profiel aan te moedigen om door te groeien naar een leidinggevende functie. In overleg met de vakbond hebben we ook het personeelsstatuut kunnen wijzigen zodat diplomavereisten minder belangrijk worden. Welke maatregelen nemen jullie nog om divers talent een plaats te geven in de organisatie? We merkten enkele jaren geleden dat heel wat mensen zich ziek meldden na een collectieve verlofperiode. We zijn gaan kijken hoe dat kwam en we hoorden dat veel van onze medewerkers in de vakantieperiode graag voor een langere periode naar hun familie gaan in het buitenland. We gaan daar nu heel soepel mee om, bijvoorbeeld door verlof zonder wedde toe te staan. Sinds we iedereen de mogelijkheid bieden om onbetaald verlof te nemen, is het verzuim in die periode sterk gedaald. Ook voor bedienden werken we graag mee aan deeltijdse formules of ouderschapsverlof. Zorgt dat voor moeilijkheden om het werk georganiseerd te krijgen? Makkelijk is het niet. Maar nu we op voorhand die aanvragen krijgen, kunnen we er ook rekening mee houden in de planning. Als mensen spontaan afwezig zijn moet je toch de planning overhoop gooien. Nu kunnen we op tijd overwegen een vervanger in te roepen of de opdrachten aan te passen. Krijgen jullie ook te maken met armoedeproblematiek? Mensen die komen vragen voor een voorschot op hun loon bijvoorbeeld? Daar zijn we eigenlijk heel streng in. We krijgen die vragen af en toe wel, maar we vinden dat een voorschot geen structurele oplossing biedt aan een financieel probleem. Een voorschot gaan we wel geven in een overmachtssituatie. Als iemands huis bijvoorbeeld afbrandt en hij of zij moet een nieuwe inboedel kopen. Dan staan we uitzonderlijk een
voorschot op eindejaarspremie of vakantiegeld toe. We begeleiden onze mensen met financiële problemen wel en brengen hen in contact met bijvoorbeeld budgetbegeleiding bij het OCMW. Ziet u nog andere positieve effecten van het werken rond diversiteit? Naar je klanten toe heeft werken rond diversiteit ook een effect. We hadden bijvoorbeeld een meisje met een hoofddoek in onze kinderopvang. Na beraad zagen we daar geen graten in. Iemand die een kruisje draagt, aanvaarden we immers ook. Maar we merkten onverwachts dat allochtone ouders daardoor meer vertrouwen hadden in onze kinderopvang. Dat is ook een belangrijke reden om de diversiteit in de samenleving te weerspiegelen in je personeelsbestand. Voor een voorstellingsfilmpje over de winnaars van de Jobkanaalprijs 2013 en een fotoverslag van de prijsuitreiking kunt u terecht op: www.jobkanaal.be.
JOBKANAAL Sinds dit jaar is de werking van Jobkanaal uitgebreid en versterkt. Werkgevers met vragen rond hun personeelsbeleid of rekrutering kunnen hiervoor nu ook terecht bij hun Jobkanaaladviseur. Jobkanaal blijft in de eerste plaats een gratis wervingsinstrument om geschikte en gemotiveerde kandidaten te vinden. Via www.jobkanaal.be worden vacatures verspreid naar een netwerk van arbeidsbemiddelaars die gericht op zoek gaan naar competente werknemers. Maar daarnaast biedt Jobkanaal HR-advies waarmee u een duurzaam personeelsbeleid kunt uitwerken met aandacht voor ongekend en divers talent. Ook geeft de adviseur tips bij het opmaken van leesbare vacatures en kan worden verwezen naar interessante ondersteuningsmogelijkheden binnen de social profit. Via Jobkanaal vindt u tot slot de weg naar de relevante tewerkstellingspremies die specifiek gelden binnen uw sector. 9
aankondigingen
Verso organiseert eerste adviesen inspiratiesessies HR HRwijs komt dit najaar op kruissnelheid. Na een eerste succesvolle studievoormiddag ‘HR in zorg en welzijn’ i.s.m. Uitgeverij Politeia, lanceert Verso in het najaar twee nieuwe concepten: adviessessies en inspiratiesessies. Adviessessies Op dinsdag 3 december dagen we directie en stafmedewerkers van kleine socialprofitorganisaties uit om in gesprek te gaan met een expert. Elk organisatie krijgt 1 uur één-op-éénadvies en kan deelnemen aan twee praktijkgerichte workshops. De deelnameprijs bedraagt 30 euro per organisatie, broodjeslunch inbegrepen. Voor die prijs kan elke organisatie 2 deelnemers inschrijven. Verso werkt voor deze eerste adviessessies samen met EPO2,
een dienstverlening van Groep Ubuntu. Deze sessies worden georganiseerd in West-Vlaanderen. Inspiratiesessies Wordt u liever geïnspireerd door anderen? Neem dan deel aan de inspiratiesessies in Antwerpen! Op donderdag 12 december organiseren we twee inspiratiessessies: ’Omgaan met veranderingen’ en ’Personeelsgesprekken voeren’. Beide thema’s worden ingeleid door een expert en geïllustreerd aan de hand van twee inspirerende cases. We richten ons hierbij expliciet op kleine socialprofitorganisaties. De deelnameprijs bedraagt 50 euro voor één thema (halve dag) of 75 euro voor beide thema’s, broodjeslunch inbegrepen. Deze inspiratiesessies worden georganiseerd i.s.m. HR Square,
Is uw onderneming in orde met de Europese staatssteunregels? De Europese Commissie publiceerde een nieuwe handleiding over staatssteunregels voor diensten van algemeen economisch belang (DAEB). Dat zijn economische activiteiten die het algemeen belang dienen en die de markt zonder overheidssubsidies niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou kunnen aanbieden. Bijvoorbeeld sociale huisvesting of huisvuilophaling. Binnen de diensten van algemeen belang vormen de ‘sociale diensten van algemeen belang’ (SDAEB) een bijzondere categorie. Op deze diensten is een soepeler regime van de strenge Europese regels rond staatssteun van toepassing mits zij aan bepaalde voorwaarden voldoen. De meeste socialprofitdiensten vallen onder de noemer ‘sociale diensten van algemeen economisch belang’ en kunnen dus staatssteun ontvangen. De Europese lidstaten hebben een zekere vrijheid om te bepalen welke diensten zij als (S)DAEB beschouwen, maar de Commissie kan wel reeds toegekende steun laten terugvorderen als zij oordeelt dat er geen sprake is van een algemeen belang. Daarom is het belangrijk dat de sector én de overheid zorgvuldig te werk gaan in het opstellen van erkennings- en subsidieregelgevingen. Ook individuele ondernemingen 10
het netwerk voor arbeidsrelaties en personeelsbeleid gekend van het gelijknamige tijdschrift. Verzeker u van deelname en schrijf u vandaag nog in via www.hrwijs.be! Hier vindt u ook het gedetailleerde programma en alle praktische details.
HRwijs Dit project kadert binnen de inspanningen die Verso en haar federaties leveren om kleine organisaties in de social profit te ondersteunen bij hun HR-beleid. Wenst u bijkomende info over het HRwijs-project? Neem dan contact op met Pieter Vleugels, projectverantwoordelijke HR bij Verso (pieter.vleugels@verso-net.be, 02 739 10 77).
kunnen rechtstreeks met staatsteun te maken hebben als ze van meerdere overheden subsidies ontvangen die bij elkaar opgeteld een welbepaalde grens zouden overschrijden (de zogenaamde ‘de-minimissteun’). Deze handleiding, die opgevat is als een overzicht van veelgestelde vragen, biedt een houvast voor dienstverleners en overheden die te maken hebben met de Europese staatssteunregels. U kunt de gids downloaden op http://ec.europa. eu/competition/state_aid/overview/new_guide_eu_rules_ procurement_nl.pdf De nieuwe staatssteunregels zijn al begin 2012 in werking getreden, maar er geldt een overgangsperiode van twee jaar voor bestaande steunregelingen. Voor meer informatie over deze en andere Europese regelgeving kunt u terecht bij het Kenniscentrum Sociaal Europa: www.kcse.be.
‘Leidraad voor sociale clausules in overheidsopdrachten in België’ De POD Maatschappelijke Integratie heeft onlangs ook een gids verspreid naar alle federale overheidsdiensten om hen te wijzen op de mogelijkheden om sociale clausules in te schrijven in overheidsopdrachten. Op deze manier kunnen er meer opdrachten uitgevoerd worden door sociale ondernemingen, bijvoorbeeld uit de sociale economie. De gids brengt op De leidraad is te downloaden een bevattelijke manier de op www.mi-is.be Europese regelgeving in kaart.
aankondigingen
Nog tot 18 oktober kunt u een technische uitdaging voorstellen aan Cera Award Ook in de socialprofitsector kunnen technologische vernieuwingen een wereld van verschil maken. Cera Award verzamelt al meer dan tien jaar technisch-wetenschappelijke vragen uit de social profit die ze voorlegt aan ingenieurs of handelsingenieurs. U heeft misschien prachtige innoverende ideeën en concrete technische uitdagingen, maar niet de mensen om ze uit te voeren? Cera Award zoekt een student die voor u een oplossing op maat kan uitwerken. U kunt nog tot 18 oktober een project indienen. Meedoen kan via het online inschrijvingsformulier op www.cera-award.be.
Ontvang een exemplaar van ‘Sociale media in de social profit: vriend of vijand?’ Op 24 januari 2013 organiseerden Cera, Vlaams Welzijnsverbond, Weliswaar en Verso samen een studiedag ‘Sociale media in de social profit?’ Nu heeft Cera een publicatie uitgebracht over de pro’s en contra’s, de opportuniteiten en gevaren van sociale media voor de social profit in Vlaanderen. Vooroordelen, bedenkingen, positieve elementen, enzovoorts worden in kaart gebracht door middel van interviews met koepelverenigingen, beleidsactoren, academici en communicatiespecialisten. De publicatie ‘Sociale media in de social profit: vriend of vijand?’ kan gratis gedownload worden op www.cera.be. Verso geeft een papieren exemplaar weg aan de eerste tien win! lezers die een e-mail sturen naar info@verso-net.be.
‘Dialoog tussen jong en oud’
Zorgvernieuwers
toont kracht van innovatie in zorgsector
Veel zorgorganisaties zoeken naar creatieve oplossingen in het omgaan met de krappe arbeidsmarkt, toenemende en complexere zorgvragen, oplopende werkbelasting, enzovoorts. Deze veranderingen op het terrein zorgen soms voor onzekerheid en spanning, maar vormen tegelijkertijd een voedingsbodem voor innovatieve ideeën en oplossingen die opnieuw zuurstof geven aan mensen en organisaties. In het nieuwe boek ‘Zorgvernieuwers’ delen zorgprofessionals hun ervaringen. Door middel van negen cases krijgt de lezer inzicht in verschillende innovatieve praktijken in de zorgsector. Centraal staan stroomsgewijs organiseren, zelfsturende teams en werkbare jobs. De volgende socialprofitorganisaties komen aan bod: • Vzw Sint-Monica • Bond Moyson thuishulp • Soprim@ woonzorgcentra • Familiehulp Antwerpen • UZ Antwerpen Het boek van Jo • Jan Yperman ziekenhuis s Benders en Clau • AZ Sint-Elisabeth Zottegem de Missiaen kost • AZ Sint-Blasius 24,99 euro en is • Jessa Ziekenhuis te verkrijgen bi j LannooCampu s.
Nieuwe ondernemers gezocht in de gezondheidssector De Koning Boudewijnstichting wil met het Caring Entrepreneurship Fund de ondernemersgeest stimuleren op vlak van gezondheidszorg en welzijn. Nieuwe ondernemers kunnen bij het fonds terecht voor ervaringen, netwerking en financiële middelen.
Jongeren en ouderen lijken in twee aparte werelden te leven, maar de praktijk toont dat het ook anders kan. Meer en meer woonzorgcentra slaan de handen in elkaar met scholen en andere organisaties om samen leuke en educatieve projecten op te zetten. Voorbeelden genoeg: van een kribbe in een woonzorgcentrum tot praktijklessen haarverzorging door middelbare scholieren. Zorgnet Vlaanderen schreef een boek met originele praktijkvoorbeelden en maakte een aantal beeldreportages die woonzorgcentra en jongerenorganisaties kunnen inspireren.
Het fonds staat open voor ondernemers die een bedrijf willen beginnen in België. Het Caring Entrepreneurship Fund steunt concrete, praktische initiatieven rond sociale, wetenschappelijk of culturele innovatie met een beurs tot 50.000 euro. Jobcreatie is een belangrijk criterium. Sociale ondernemers die eerder streven naar sociale impact dan naar winst komen ook in aanmerking.
Het inspiratieboek ‘Dialoog tussen jong en oud. Uit het leven gegrepen.’ kunt u downloaden op www.zorgnetvlaanderen.be.
U kunt tot 25 oktober een aanvraag indienen op www.kbs-frb.be. 11
Diversiteit in uw personeelsbeleid? Wij adviseren!
t n e l a t d n e k e g Voor on E B . L A A N A K B O WWW.J 12