VersoDirect nr1 - jg16

Page 1

VersoDirect nr. 1 / februari - maart 2014 / jaargang 16 V.U. Bruno Aerts, Kolonel Bourgstraat 122 bus 4, 1140 Brussel

VersoDirect is de nieuwsbrief van de Vereniging voor Social Profit Ondernemingen vzw, de intersectorale werkgeversorganisatie voor de Vlaamse socialprofitsector. Verso verenigt ondernemers uit de gezondheidszorg, de welzijnssector, de socioculturele sector, de sector van de aangepaste tewerkstelling, het onderwijs en de mutualiteiten.

inhoud Sectornieuws De OESO zet welzijn op de agenda 2 Kwaliteit ziekenhuizen duidelijk op de radar 4 Winnaars Zorgwerkgever 2013 4 Adviesraden roeren zich in discussie over hervorming advieslandschap 4 Het Vlaamse secundair onderwijs blijft hoge toppen scheren op wereldniveau 5 Hervorming jeugdhulp vordert 6 Sociale bescherming onder druk 6 Social profit maakt Europese prioriteiten bekend 7 Risico’s voor ongekwalificeerde uitstroom in kaart gebracht 8 Serv wil wegen op nieuwe Vlaamse regering 8 Tien voorstellen om kansengroepen aan het werk te krijgen 9 Werkbaarheid in gezondheid en welzijn 9 Verenigingen zien hun subsidies verder dalen 9 HRwijs adviseert en inspireert 10 Aankondigingen

“ In 2011 lanceerde de OESO het ’Better Life Initiative’. Hiermee plaatst de OESO welzijn uitdrukkelijk als een beleidsthema op de agenda.” Lees meer p 2-3

11 Vereniging voor Social Profit Ondernemingen vzw - www.verso-net.be Kolonel Bourgstraat 122 bus 4 - 1140 Brussel - T 02 739 10 71 - F 02 736 75 06 - info@verso-net.be

1


EDITO

Kiezen voor Europa Drievoudige verkiezingszondag: op 25 mei is het zover. De volgende maanden mogen we ons verwachten aan tal van debatten, waarbij vooral de verschillen in visie over het Vlaamse en federale beleid op scherp zullen worden gesteld. Gaat er daarbij wel voldoende aandacht naar de Europese verkiezingen? Het Vlaams-Europees Verbindingsagentschap (vleva) pleit er alvast voor het Europees beleidsniveau sterker in het vizier te houden. Het wil de Vlaamse organisaties wakker schudden: geef in uw prioriteitenlijst ook aandacht aan het Europese beleid, dat een cruciale impact zal hebben op het Vlaanderen van morgen! Vleva geeft trouwens zelf het goede voorbeeld door de Europese prioriteiten van zijn ledenorganisaties te bundelen. Ook Verso komt hierin aan bod, met aandacht voor de staatssteunregeling, de herziening van de richtlijn openbare aanbesteding en de arbeidstijdenrichtlijn. Verso, hierin gesteund door het Kenniscentrum Sociaal Europa, is al langer overtuigd van de steeds grotere invloed van de Europese Unie op het federale en regionale niveau. Het wordt bovendien duidelijk dat Europa in de toekomst ook sterker zal wegen op het sociaal beleid van de lidstaten. Zo werd in oktober 2013 gekozen om de sociale dimensie van het Europees semester te versterken. De Commissie zal het sociaal beleid van de lidstaten meten aan de hand van vijf indicatoren en zal er ook ‘landenspecifieke aanbevelingen’ over formuleren. De socialprofitwerkgevers kiezen alvast voor Europa. Voor het eerst brengen Verso, unisoc, UNIPSO en BCSPO een gezamenlijk memorandum uit, met als centrale doelstelling een Europees beleid op maat van de social profit. Bruno Aerts, directeur Verso

2

sectorNIEUWS

De OESO zet

welzijn op de agenda De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) is gekend omwille van haar socio-economische analyses en aanbevelingen. In 2011 lanceerde de OESO het ’Better Life Initiative’, dat een antwoord wil bieden op de vraag wat het welzijn van mensen en van landen bepaalt. Hiermee plaatst de OESO welzijn uitdrukkelijk als een beleidsthema naast het economische op de agenda. Tweejaarlijks buigt de OESO zich over de vraag “How’s life?” Om het welzijn van een land en haar inwoners te meten, heeft de OESO een multi-dimensioneel welzijnsraamwerk ontwikkeld. Het raamwerk is gebaseerd op de capabiliteitsbenadering van Sen en werd verder uitgewerkt op basis van onderzoek van Stiglitz en Nussbaum. Het raamwerk bestaat uit elf dimensies die het “De OESO heeft individuele welzijn van de mensen niet gekozen bepalen: inkomen en vermogen, voor één jobs en lonen, de woonsituatie, de gezondheidstoestand, het evenwicht gesynthetiwerk-privé, onderwijs en opleiding, seerde index” sociale verbondenheid, burgerschap en bestuur, kwaliteit van het leefmileu, persoonllijke veiligheid en het subjectieve welzijnsgevoel. Naast deze elf dimensies verwijst de OESO naar vier factoren die het draagvlak voor het welzijn in de toekomst moeten blijven garanderen, met name het natuurlijk, economisch, menselijk en sociaal kapitaal. Voor elk van deze welzijnsdimensies werd door de OESO een reeks indicatoren ontwikkeld die het welzijn van een land (gemiddeld) en de verschillen tussen de groepen in een land meten. De afgelopen tien jaar heeft de OESO zich toegelegd op de keuze van de correcte indicatoren, de technische operationalisering en de wetenschappelijke validering ervan. Deze elf dimensies werden vervolgens vertaald naar vijfentwintig indicatoren. In de OESO-publicatie “How’s Life?, 2013, measuring well-being” (november 2013) kan men uitgebreid kennis nemen van een veelheid aan cijfers, grafieken en tabellen betreffende de diverse indicatoren. Deze uitgebreide beschrijvingen geven de positie van de landen weer wat betreft welzijn en gaan in op de verschillen tussen groepen in de landen. De OESO heeft ervoor gekozen om niet één gesynthetiseerde index te ontwikkelen per land, maar wel te werken met een dashboard. Op dit dashboard wordt per land voor de 25 welzijnsindicatoren aangegeven of het bij de 20% beste presteerders,


bij de de 60% middelmaat of bij de 20% zwakke presteerders behoort. In een ’Country Snapshot’ wordt ingezoomd op elk van de OESO-landen afzonderlijk.

Hoe doet België het? Voor de dimensies ‘evenwicht werk-privé’, ‘inkomens en vermogen’ en ’de woonsituatie’ behoort België tot de 20% toplanden binnen de OESO. Zo moet België voor de indicator ’vrije tijd’ enkel Spanje en Denemarken laten voorgaan. Wat betreft het ’netto financieel vermogen van de huishoudens’ bekleedt België de vierde positie binnen de OESO, na koplopers VS, Zwitserland en Japan. Inzake het ‘aantal kamers per persoon’, doet enkel Canada het beter in de OESO. België behoort voor slechts één welzijnsdimensie bij de 20% zwakste presteerders van de OESO, met name voor ‘persoonlijke veiligheid’. Deze slechte positie wordt bepaald door de indicator ‘zelf gerapporteerde mishandeling/geweld’, waar België de bedenkelijke eer heeft om enkel Brazilië, Chili en Mexico te moeten laten voorgaan. Op de andere indicator van deze welzijnsdimensie, met name het ‘aantal gerapporteerde zelfmoorden’, ligt dit aantal in 22 landen lager dan in België en in 12 landen hoger dan in ons land. Voor de overige zeven andere welzijnsdimensies situeert België zich in de middengroep, veelal aan de bovenkant ervan. Enkel

voor de dimensie ‘kwaliteit van het leefmilieu’ situeert België zich aan de onderkant van de middengroep. Zie www.oecd.org/statistics/howslife.htm en www.oecd.org/statistics/HsL-Country-Note-Belgium.pdf

WA ARVAN AKTE ...

“ Als het maatschappelijk minder goed gaat, vind je altijd mensen die middelen en energie aan de samenlevi ng willen besteden.”

Walter Verbeke, voorzit ter van het Investeringscom ité van het Venture Philantropy Fonds, in het Impact Rep ort 2013. “ Het leven ontvouwt zic h als een bloem, uit de die pte van onszelf in een complexe samenhang met een omgev ing waarop we weinig vat heb ben. Daarom heeft een goe de samenleving nood aan zee r veel mededogen.” Professor Bea Cantillon in het driemaandelijks ma gazine van Universiteit Antwerp en. December 2013. “ Niet alleen belangrijk is de weg die je gaat maar oo k het spoor dat je achterlaat.” Na 40 jaar actieve inzet in de zorg geeft Guido Va n Oevelen de leiding van Em maüs door.

3


SECTORNIEUWS

Kwaliteit ziekenhuizen duidelijk op de radar Zorgkoepel Icuro organiseerde op 13 december een bijzonder druk bijgewoonde studiedag over werken met indicatoren om de kwaliteit in de zorg te meten. Centraal daarin stond de vooruitgang binnen het VIP²-project (Vlaams Indicatorenproject voor Professionals en Patiënten). Al 31 ziekenhuizen zijn aan de slag op alle domeinen van dit sectorbreed initiatief dat door het meten van de kwaliteit van de zorg ziekenhuizen wil helpen om stappen vooruit te zetten. Het afgelopen jaar legde het VIP² al indicatoren vast voor oncologie, cardiologie, moeder en kind, orthopedie en ziekenhuisbreed kwaliteitsmanagement. Een aantal ziekenhuizen hebben hun resultaten al op hun website gezet met behulp van het sjabloon van VIP². Dit jaar zal de werkgroep bekijken of het mogelijk is om één centrale website te maken waar patiënten alle informatie over de kwaliteit van de ziekenhuizen kunnen vinden. www.icuro.be

Winnaars Zorgwerkgever 2013 Op 10 december werden tijdens een evenement in Antwerpen de laureaten van de prijs Zorgwerkgever 2013 bekendgemaakt. Zorgwerkgever 2013, georganiseerd door Anders vzw en Ablecare met steun van SD Worx, beloonde dit jaar ondernemingen in vier categorieën: kleine woonzorgcentra, grote woonzorgcentra, gehandicaptenzorg, psychiatrische zorgvoorzieningen namen deel. In de categorie woonzorgcentra met minder dan 100 bedden ging Residentie Fabiola uit Antwerpen met de award naar huis. In de categorie woonzorgcentra met meer dan 100 bedden ging de prijs naar Vincenthove te Roeselare. Het psychiatrisch verzorgingstehuis Thuis uit Ganshoren kreeg ook een award en Het GielsBos uit Gierle (Lille) ging aan de haal met de award in de categorie voor centra voor personen met een handicap. www.zorganderstv.be 4

Adviesraden roeren zich in discussie over hervorming advieslandschap De verschillende adviesraden in Vlaanderen, waaronder de Serv, hebben in een gezamenlijk advies mogelijke verbeterpunten voor de beleidsadvisering overgemaakt aan de Vlaamse regering. Ze deden dit als antwoord op het voornemen van de regering om de strategische adviesraden te hervormen en te snoeien in het aantal raden. De Vlaamse regering heeft een vrij uitgebreid instrumentarium ter beschikking om haar beleid te toetsen bij het middenveld en stakeholders. Toch maakt de regering volgens die raden zelf nog geen gebruik van het volle potentieel van haar adviesraden. In hun advies schuiven ze vijf punten naar voor die voor verbetering vatbaar zijn. Zo zouden de adviesraden hun rol beter kun spelen als de regering haar beleidsprocessen aan een duidelijke planning zou onderwerpen. De adviesraden vragen ook om vroeger geraadpleegd te worden en roepen op tot een sterkere dialoog tussen adviesraden onderling en tussen de raden en beleidsmakers. Verder vragen de raden meer feedback op hun adviezen en willen ze ook betrokken worden bij de wetenschappelijke onderbouwing van het beleid. Rationalisering adviesraden op de agenda Naast deze inhoudelijke analyse gaven de adviesraden ook zelf mogelijke pistes voor rationalisering en besparingen mee. De raden zien mogelijkheden voor inhoudelijke en logistieke samenwerking en ook secretariaatstaken zouden kunnen gepoold worden. In een volgende stap is clustering of fusie van raden ook een mogelijkheid. De adviesraden vragen meer overleg met de regering over welke opties het best gevolgd worden bij de rationalisering van het advieslandschap. SAR WGG De Strategische Adviesraad Welzijn, Gezondheid en Gezin heeft ook een eigen advies gericht aan de Vlaamse regering. Daarin beklemtonen de raadsleden dat een eventuele herstructurering van het adviesradenlandschap moet worden voorafgegaan door een evaluatie en gedragen worden door een onderbouwde visie over de toekomst van strategische adviesverlening. Voor de raad moet deze visie ophangen aan volgende principes: strategische advisering moet gebeuren door relevante en representatieve stakeholders, de SAR WGG moet autonoom opereren, strategische advisering moet in de verschillende fasen van de beleidscyclus kunnen gebeuren en tot slot moet rekening gehouden worden met de zesde staatshervorming. Meer informatie: www.serv.be www.sarwgg.be

‘Slagkrachtige overheid’ In een ander advies geeft de Serv ook haar aandachtspunten mee voor de hervorming van de overheid zelf in de volgende legislatuur. De adviesraad gebruikt daarbij het beeld van een open en klantgerichte overheid. De Serv vraagt onder andere meer aandacht voor een solide beleidsvoorbereiding en visieontwikkeling op lange termijn, met een grote betrokkenheid van de adviesraden. In lijn met deze bestuursgerichte nota bereidt de Serv momenteel ook nog adviezen voor rond de impact van de zesde staatshervorming en het begrotingsbeleid in de volgende legislatuur.


SECTORNIEUWS sectorNIEUWS

Het Vlaamse secundair onderwijs blijft hoge toppen scheren op wereldniveau Begin december 2013 maakte de OESO de Pisa-resultaten 2012 wereldkundig. Naar dit driejaarlijks, grootschalig internationaal onderzoek wordt steeds reikhalzend uitgekeken. De resultaten geven immers aan hoe het onderwijs zich in een bepaald land positioneert ten aanzien van andere landen. Het Vlaamse onderwijs blijft het qua performantie bijzonder goed doen in de wereld. Vlaanderen investeert heel wat in onderwijs, maar we krijgen dan ook waar voor ons belastingsgeld. PISA (Programme for International Student Assessment) test de kennis en vaardigheden van 15-jarigen. Het onderzoek wordt sinds 2000 driejaarlijks uitgevoerd in 34 OESO-landen en 31 partnerlanden. In elke cyclus worden dezelfde drie cognitieve domeinen onderzocht (leesvaardigheid en wiskundige en wetenschappelijke geletterdheid), met telkens extra aandacht voor één domein. In 2012 was dat wiskundige geletterdheid. De nadruk ligt steeds op functionele vaardigheden en kennis, die mensen ertoe in staat stellen om actief te functioneren in de maatschappij. De vragenlijsten worden zo gemaakt dat ze in de verschillende culturen, nationaliteiten en talen van de deelnemende landen kunnen worden gebruikt. In totaal werden 510.000 leerlingen bevraagd. In België werden 10.000 15-jarigen uit 280 verschillende scholen bevraagd. De steekproef is representatief naar net, onderwijsvorm en studierichting (inclusief Buso). Voor België kennen we de resultaten voor de drie gemeenschappen afzonderlijk. In de Vlaamse steekproef werden 5.970 leerlingen getest uit 174 scholen.

Australië (-4%), Nieuw-Zeeland (-5%) en in “voorbeeldland” Finland (-5,3%). Vlaanderen kent een performantiedaling van -4,5%, terwijl de Franstalige (-1%) en de Duitstalige gemeenschap (-0,8%) min of meer stabiel blijven. Polen tekent voor de sterkste vooruitgang tussen 2003 en 2012 (+5%). Vlaanderen scoort niet enkel gemiddeld bijzonder goed voor wiskunde, maar Vlaanderen telt ook het hoogste percentage toppresteerders (boven niveau 5) van alle Europese landen (25,3%). Alhoewel dit percentage tussen 2003 en 2012 vrij sterk daalde (-9 procentpunten), ligt het dubbel zo hoog als het OESO-gemiddelde van 12,6% en net onder de Aziatische landen. Aan de andere kant van het spectrum haalt 23% van de leerlingen over alle OESO-landen heen het basisniveau voor wiskunde niet (niveau 2). In Vlaanderen ligt dit heel wat lager (15,4%), ondanks de toename ten opzichte van 2003 (+4 procentpunten). Eén van de opmerkelijkste resultaten uit dit Pisa-onderzoek is het bijzonder lage percentage “zwakke “Vlaanderen leerlingen” in Shanghai: slechts scoort niet enkel gemiddeld 3,8% van de leerlingen haalt niet basisniveau 2.

bijzonder goed, maar telt ook de meeste toppresteerders”

Hoge performantie zou moeten samengaan met lage ongelijkheid De gemiddelde prestaties van een land geven een indicatie van de kwaliteit van het onderwijssysteem. Naast hoge performantie is ook de mate van gelijkheid in het onderwijs van essentieel belang. Het onderwijssysteem is immers de ultieme katalysator voor opwaartse mobiliteit. Zo is het prestatieverschil tussen de (10%) zwakste en de (10%) sterkste leerlingen een indicator

Vlaanderen blijft een toppresteerder, maar verliest iets van haar pluimen Voor wiskundige geletterdheid behoort Vlaanderen (531 punten), samen met Zwitserland (ook 531 punten), tot de absolute Europese top. Liechtenstein doet het net iets beter (535). Op wereldvlak moeten we enkel een reeks Aziatische toplanden laten voorgaan (China, Singapore, Korea en Japan). De Duitstalige gemeenschap (511) scoort boven het OESO-gemiddelde (494), terwijl de Franstalige gemeenschap (493) net onder dit gemiddelde ligt. In de meeste landen die boven het OESO-gemiddelde liggen, blijft de score in vergelijking met 2003 min of meer stabiel (verschil kleiner dan 2,5% zoals in Hongkong, Korea, Macao, Japan, Liechtenstein, Zwitserland, Duitsland) of gaat ze erop achteruit. Dit is het geval in Canada (-2,8%), Denemarken (-2,9%), Nederland (-3%), Frankrijk (-3,3%), Tsjechië (-3,5%), 5


voor de gelijkheid in leerkansen en leeruitkomsten. Ook de impact van de sociaal-economische thuissituatie op de prestaties van de leerlingen is een belangrijke ongelijkheidsindicator. De Vlaamse spreiding op de wiskundescores tussen de sterkste en de zwakste leerlingen is de vierde grootste van alle landen (na Taiwan, Singapore en Israël). Deze ongelijkheid is zelfs iets toegenomen in vergelijking met 2003. Bovendien bedraagt de impact van de sociaal-economische thuissituatie op de wiskundeprestaties van de leerlingen in Vlaanderen 20%, wat ver boven het OESO-gemiddelde is (15%). Hiermee zit Vlaanderen in het koppeloton op het gebied van ongelijkheid, samen met de Franstalige gemeenschap, Frankrijk, Roemenië, Portugal, Hongarije en Bulgarije. Positief is dat deze ongelijkheid in vergelijking met 2003 in Vlaanderen licht is gedaald (-3 procentpunten). Een ideale situatie is deze waar een sterke performantie wordt gecombineerd met een kleine impact van de socio-economische thuissituatie. Vlaanderen kan hier leren van

Hervorming jeugdhulp vordert De Vlaamse regering maakt werk van de uitvoering van het nieuwe decreet rond integrale jeugdhulp. In een nieuw ontwerp van besluit wordt onder andere de werking van de afgesproken intersetorale toegangspoort, de gemandateerde voorzieningen – die beslissen of de overheid moet tussenkomen in de hulpverlening – en de gerechtelijke hulpverlening verder toegelicht. De Strategische Adviesraad Welzijn, Gezondheid en Gezin is om advies gevraagd. In haar antwoord verwees de SAR WGG naar zijn oorspronkelijk advies over het decreet integrale jeugdhulp. De raad blijft bij haar eerdere opmerkingen en waarschuwt voor een gebrek aan middelen, onder andere voor preventie, laagdrempelige hulp of meer gespecialiseerde hulp. Daarnaast herhaalt de raad zijn vraag naar meer participatie van de gebruiker en aandacht voor resultaten in de evaluatieprocedures. De SAR WGG ondersteunt bovendien de evolutie naar een vermaatschappelijking van de zorg- en hulpverlening, maar roept de regering op haar verantwoordelijkheid niet te verwaarlozen.

de Duitstalige gemeenschap die een behoorlijke performantie heeft én tevens een bijzondere hoge gelijkheidsindicator. De impact van de socio-economische thuissituatie ligt er op 4%, de op één na laagste van alle OESO-landen. Conclusie Voor Vlaanderen is het van belang om de dalende trend in wiskundeprestaties en de aanzienlijke ongelijkheid in het onderwijs in het licht te zien van de toename van het aantal leerlingen met een migratie-achtergrond. In Vlaanderen is het verschil tussen de prestaties van autochtone leerlingen en leerlingen met migratie-achtergrond (zelfs na controle voor de sociaal-economische achtergrond) het grootst van alle landen. Het effect van een verschillende thuistaal is hierbij de grootste determinant. Voor meer uitleg zie www.pisa.ugent.be

Sociale bescherming onder druk De sociale bescherming in Vlaanderen verliest steeds meer van haar veren. Dat blijkt uit het jaarboek armoede dat het onderzoekscentrum OASeS van de Universiteit Antwerpen in december uitbracht. De afgelopen decennia nam de werkgelegenheid wel toe, maar de jobs gingen voornamelijk naar gezinnen waar er al iemand aan het werk was. Gezinnen waar er niet of amper een inkomen uit werk is, zijn vandaag slechter af dan 20 jaar geleden. Dat komt niet alleen doordat uitkeringen onder de armoedegrens blijven, maar ook omdat gezinnen met twee besteedbare inkomens de prijzen de hoogte injagen. Toch geven de cijfers aan dat de armoede stabiel blijft (9,8% in Vlaanderen en 15,3% in België). Nieuw onderzoek legt echter bloot dat die algemene cijfers een grote dynamiek verbergen. Zo belandde meer dan een kwart van de Belgen tussen 2006 en 2009 in de armoede, maar gelukkig kon een groot deel van hen hun situatie snel terug verbeteren. Laaggeschoolden, werklozen en gepensioneerden hebben echter minder kans om snel terug uit de armoede te geraken. De onderzoekers doen ook enkele voorstellen om de armoede structureel aan te pakken. Dat kan door de sociale uitkeringen op te trekken, de subsidies voor wonen deels af te leiden van eigenaars naar huurders en het kindergeld voor de laagste inkomens te verhogen. Wat kost de sociale zekerheid? Op hetzelfde moment kwam de FOD Sociale Zekerheid naar buiten met de laatste cijfers over de sociale zekerheid. De Belgische sociale zekerheid was in 2011 goed voor 30% van het bbp. Van de totale uitgaven voor sociale bescherming ging dan weer 30%, of 8% van het bbp, naar uitgaven in het kader van ziekte. Dat percentage ligt in de lijn van het Europees gemiddelde en is lager dan de uitgaven in onze buurlanden Frankrijk, Duitsland en Nederland.

Meer informatie: www.sarwgg.be www.vlaamsarmoedesteunpunt.be www.socialsecurity.fgov.be 6


Sectornieuws

Social profit maakt Europese prioriteiten bekend Voor de Europese verkiezingen van 25 mei 2014 hebben de vier federale en regionale werkgeversorganisaties uit de social profit voor het eerst samen een eisenbundel gepresenteerd aan de toekomstige verkozenen van de federale, regionale en Europese parlementen. Want ook het Europees niveau wordt steeds belangrijker voor de social profit. Europees semester Zo trekt de Europese Commissie sinds kort resoluut de sociale kaart. In het kader van het Europees Semester, dat oorspronkelijk enkel de begrotingsinspanningen van de lidstaten opvolgde, zal de Commissie voortaan via indicatoren zoals werkloosheidsgraad

Verso stelde de socialprofitpunten voor bij vleva op 9 januari.

Meer informatie www.verso-net.be www.vleva.be

en armoederisico ook het sociaal beleid van de lidstaten opvolgen. Een goede zaak, maar tegelijkertijd moeten we alert blijven voor Europese aanbevelingen die kunnen leiden tot een afbouw van sociale rechten en dienstverlening. Richtlijn openbare aanbestedingen Een ander belangrijk dossier is de richtlijn over overheidsopdrachten die de Commissie aan het herzien is. Het voorstel dat op tafel ligt houdt mogelijk een bedreiging in voor de manier waarop de socialprofitsector in BelgiĂŤ gefinancierd wordt. In de huidige richtlijn moeten openbare diensten die uitgevoerd worden door een openbare of private rechtspersoon niet via een openbare aanbesteding bekendgemaakt

worden. Dat zou veranderen in de nieuwe richtlijn. Sociale en gezondheidsdiensten zouden voortaan wel moeten aangekondigd worden en de overheid moet objectieve criteria vastleggen waaraan elk dossier getoetst wordt. Deze verplichting zou een enorme administratieve last betekenen voor zowel de overheid als socialprofitdienstverleners. De sector vraagt dan ook dat de Belgische verkozenen zich verzetten tegen deze bepaling in de nieuwe aanbestedingsrichtlijn. Arbeidstijdenrichtlijn Ook de arbeidstijdenrichtlijn, die onder andere de maximale arbeidsduur van werknemers in de verschillende sectoren vastlegt, is aan herziening toe. Deze legislatuur zijn de Europese instellingen er echter niet in geslaagd hierover een compromis te bereiken. De socialprofitwerkgevers, waaronder Verso, vragen dat de nieuwe Europese Commissie dit dossier nieuw leven inblaast want de huidige regelgeving is bijzonder nadelig voor de socialprofitsectoren. In afwachting van de nieuwe regelgeving zou de Commissie beter geen inbreukprocedures starten tegen lidstaten. Vleva Verso heeft haar aandachtspunten voor de Europese verkiezingen ook herhaald in het memorandum van vleva, het Vlaams-Europees verbindingsagentschap. Het memorandum van vleva bundelt de prioriteiten van 16 stakeholders uit het Vlaams middenveld.

Memorandum federale socialprofitwerkgevers De federale werkgeversorganisatie voor de social profit, unisoc, heeft onlangs ook haar memorandum voor de verkiezingen van 25 mei verspreid. Unisoc schuift vijf domeinen naar voren waarin de volgende federale regering moet investeren: een solidaire samenleving, een sociaaleconomisch beleid met aandacht voor de social profit, transparante en efficiĂŤnte regelgeving, investeren in innovatie en opleidingen stimuleren. 7


Sectornieuws

Risico’s voor ongekwalificeerde uitstroom in kaart gebracht Op 9 december 2013 werd de derde editie van ‘De sociale staat van Vlaanderen’ gepresenteerd. In dit tweejaarlijks rapport van de Studiedienst van de Vlaamse Regering wordt een wetenschappelijke stand van zaken gegeven over zeven onderwerpen, waarbij de auteurs in de slotbeschouwingen telkens enkele beleidsaanbevelingen meegeven. In de editie 2013 wordt dieper ingegaan op de volgende thema’s: de problematiek van het vroegtijdig schoolverlaten, de werkbaarheid van de jobs, de inkomenspositie en het armoederisico van alleenstaande ouders, de geestelijke gezondheid van de Vlaming, de problematiek van energiearmoede, de digitale participatie van de Vlaming en de aanpak van de verkeersleefbaarheid in Vlaanderen. We gaan hier kort in op de problematiek van de ongekwalificeerde uitstroom. Het thema van het vroegtijdig schoolverlaten staat reeds geruime tijd hoog op de agenda van de sociale partners. Het Pact 2020 en het zogenaamde Loopbaanakkoord (2011) van de Serv werden doelstellingen en actielijnen naar voren “ De thuistaal geschoven om het aantal vroegtijdige van de schoolverlaters terug te dringen. leerling is We weten immers dat de problematiek van de jeugdwerkloosheid doorslagin essentie een problematiek is van gevend” jongeren die zonder een diploma middelbaar onderwijs de arbeidsmarkt betreden, de ongekwalificeerde uitstroom. Laaggeschoold de arbeidsmarkt betreden maakt het bijzonder moeilijk om aan een duurzame baan te raken.

Serv wil wegen op

nieuwe Vlaamse regering Gedelegeerd bestuurder van Voka Jo Libeer zal het komend jaar het voorzitterschap van de Serv waarnemen. In zijn nieuwjaarstoespraak gaf hij aan dat de klemtoon voor de Serv in 2014 zal liggen op de voorbereiding van de bevoegdheidsoverdrachten in het kader van de zesde staatshervorming. 8

Genuanceerd beeld Uit het hoofdstuk van Lamote, Van Landeghem e.a. blijkt dat in 2010 de ongekwalificeerde uitstroom in Vlaanderen bijna 14% bedroeg. Hiermee zet de dalende trend die in 2008 werd ingezet, zich voort. Dit is op het eerste zicht goed nieuws, ware het niet dat een nadere analyse deze daling nuanceert. Het is niet zo dat er plots meer leerlingen effectief een kwalificatie behalen, maar wel dat niet-schoolplichtige leerlingen langer in het onderwijs blijven. Immers door de crisis en de hoge jeugdwerkloosheid is het aantrekkelijker om langer op school te blijven dan om zich op de arbeidsmarkt aan te bieden. Achtergrondskenmerken voorspellen schooluitval De auteurs geven, naast tal van andere inzichten, ook het antwoord op de vraag wie deze vroegtijdige schoolverlaters zijn. Het slechtst af zijn anderstalige jongens met een laagopgeleide moeder. Maar liefst vier op tien verlaat de middelbare school zonder diploma. Ter vergelijking, bij Nederlandstalige meisjes met een hoogopgeleide moeder is dat minder dan 5%. Tabel: 17-22-jarige vroege schoolverlaters naar opleidingsniveau van de moeder, thuistaal en geslacht, 2010, in % van totaal aantal schoolverlaters. Jongens

Meisjes

Nederlandstalig, hoogopgeleide moeder

8%

4,5%

Nederlandstalig, laagopgeleide moeder

22,6%

16,8%

Anderstalig, hoogopgeleide moeder

26,4%

19,8%

Anderstalig, laagopgeleide moeder

40,6%

29,7%

Bron: Callens, e.a. “De sociale staat van Vlaanderen, 2013”, p 26

Het opleidingsniveau van de moeder voorspelt dus in belangrijke mate of iemand zonder diploma de schoolbanken verlaat. Maar daarnaast is de thuistaal van de leerling nog doorslaggevender. Marc Callens, Jo Noppen en Lieve Vanderleyden (red.), De Sociale staat van Vlaanderen, 2013, Studiedienst van de Vlaamse regering, Brussel, 2013.

Het voorzitterschap wordt afwisselend toegekend aan de werkgevers- en werknemersbanken van het dagelijks bestuur van de Serv en loopt een jaar. Dat de zesde staatshervorming belangrijke bevoegdheden overhevelt naar Vlaanderen is ondertussen algemeen bekend. De Vlaamse sociale partners willen de volgende maanden gebruiken om overeenstemming te bereiken over belangrijke zaken als het doelgroepenbeleid, het vormingsbeleid, de kinderbijslag, dienstencheques en de controle en opvolging van werklozen. www.serv.be


sectornieuws

Tien voorstellen om kansengroepen aan het werk te krijgen Tijdens de viering van zijn tiende verjaardag op 2 december 2013 lanceerde de Commissie Diversiteit tien voorstellen voor het beleid die de werkzaamheidsgraad van mensen uit de kansengroepen kunnen verhogen. De Commissie, die vertegenwoordigers van sociale partners, het Gebruikersoverleg Handicap en Arbeid en het Minderhedenforum verenigt, stelt vast dat de tewerkstellingskansen van de verschillende kansengroepen na een eerdere stijging terug aan het dalen zijn. De leden van de Commissie Diversiteit drukken echter de wens uit dat de nieuwe bevoegdheden die overkomen in het kader van het arbeidsmarktbeleid een nieuw elan kunnen geven aan het arbeidsmarktbeleid van de Vlaamse regering. De Commissie Diversiteit formuleerde volgende tien aanbevelingen: 1. Blijvende aandacht voor de drie kansengroepen: personen met een arbeidshandicap, personen van allochtone afkomst en vijftigplussers. 2. Meer aandacht voor kansengroepen bij de aanpak van jeugdwerkloosheid. 3. Tewerkstellingsmaatregelen en loopbaanbeleid moeten ook kansengroepen bereiken. 4. Beter cijfermateriaal verzamelen over arbeidsparticipatie kansengroepen. U kunt de tien beleidspriori5. Inactiviteitsvallen kansengroepen wergwerken. teiten van de Commissie 6. Discriminatie aanpakken. Diversiteit lezen op 7. Inzetten op taalverwerving op de werkvloer. www.serv.be/serv/diversiteit 8. Ondernemerschap bij kansengroepen stimuleren en drempels wegwerken. 9. Diversiteitsbeleid bij aanwervingen door de overheid versterken. 10. Ruimte geven aan de Commissie Diversiteit om te groeien en de dialoog aangaan.

Werkbaarheid in gezondheid en welzijn Het Verso-cahier (1/2014) “De werkbaarheid in de Vlaamse gezondheids- en welzijnssectoren. Een beschrijvende analyse op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2013 (Serv-Stichting Innovatie & Arbeid)”, gaat in op de kwaliteit van de arbeid in een aantal socialprofitsectoren. Een greep uit de conclusies: - De gezondheids- en welzijnssector scoort beter dan het Vlaamse gemiddelde voor welbevinden op het werk (motivatie), de leermogelijkheden en de combinatie werk-privé. Voor werkstress ligt onze sector op het gemiddelde in Vlaanderen. - Binnen onze sector hebben vooral de rusthuizen en de ziekenhuizen te kampen met werkstressproblematiek. Wat betreft een gebrek aan leermogelijkheden doen enkel de rusthuizen en de gezins- en bejaardenhulp het minder goed dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Voor welbevinden en voor de combinatie werk-privé scoren al onze sectoren beter dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. - Met uitzondering van de arbeiders is het risico op emotionele belasting onafhankelijk van persoonskenmerken, vrij algemeen aanwezig in onze sector, maar opvallend sterk bij de kaders, de zorgmedewerkers, de voltijders en de 30 tot 39-jarigen. Ook wat betreft hoge werkdruk springen de kaders er bovenuit. Het gebrek aan autonomie piekt dan weer bij de arbeiders in onze sector. Het Verso-cahier is te raadplegen via de website www.verso-net.be. Naast deze cijfers over werkbaarheid, kunt u ook heel wat andere cijfers over de social profit lezen op www.verso-net.be in de rubriek ‘Social Profit Cijfers’. De cijfers worden halfjaarlijks geüpdatet in functie van de meest recent beschikbare gegevens.

Verenigingen zien hun subsidies verder dalen Voor het tweede jaar op rij slaken meer Belgische verenigingen een noodkreet over hun financiën. Volgens een bevraging van de Koning Boudewijnstichting vindt al een vereniging op de drie dat haar financiële toestand het afgelopen jaar verslechterd is. Dat is een verdubbeling op twee jaar tijd. De financieeleconomische crisis lijkt met enige vertraging zwaar toe te slaan in de sector. Uit de bevraging van 700 verenigingen in heel België komt naar voren dat de daling van de overheidssubsidies de belangrijkste oorzaak is van de slechte financiële toestand van veel verenigingen. De malaise wordt ook in beide taalgebieden gevoeld en bij zowel kleine als grote verenigingen. De verenigingen zijn in Vlaanderen dan ook voor 55% van hun financiering afhankelijk van subsidies. En die subsidies dalen. Voor projectsubsidies tekent de Koning Boudewijnstichting een daling van 36% op en voor structurele subsidies 26%. Door de daling van de inkomsten zit ongeveer een vijfde van de verenigingen in financieel zwaar weer. Dat resulteert in een hele reeks besparingsmaatregelen bij de verenigingen en zelfs ontslagen bij een vijfde van hen. Situatie nog erger? Voor het eerst hebben de onderzoekers de bevindingen van de directie getoetst aan de rekeningen van om en bij de 6000 organisaties in België. Ook daar blijkt een stijgend aantal verlieslatende verenigingen. Volgens de cijfers van de Nationale Bank is het voor meer dan een vijfde alle hens aan dek. In 2012 sloot maar liefst een derde van de verenigingen het jaar af in rode cijfers. Een stijging van 7 procentpunten sinds 2006.

Meer informatie: www.kbs-frb.be 9


Sectornieuws

HRwijs adviseert en inspireert vzw Boskat

In december vorig jaar organiseerde HRwijs twee nieuwe initiatieven: een adviessessie en twee inspiratiesessies. Beide initiatieven hadden een goede opkomst en brachten stafmedewerkers en leidinggevenden van kleine socialprofitondernemingen uit zeer verschillende sectoren samen. Adviessessie: aanpak op maat Acht organisaties kregen op 3 december een uur advies op maat van een HR-expert. Twee praktische workshops leverden extra input voor de deelnemers. Nico De Fauw “ Er bleek een (Zorgnet Vlaanderen) sprak over sociale duidelijke media en hoe ermee behoefte aan te starten als kleine een aanpak socialprofitonderop maat” neming. Miranda Vermeiren (VIVO) hielp de deelnemers verder met het stimuleren van een positief leerklimaat in hun organisatie. De evaluatie van het initiatief was positief. Er bleek een duidelijke behoefte 10

aan een aanpak op maat, waarbij wordt vertrokken vanuit een goede probleemanalyse als eerste stap op weg naar een oplossing. Inspiratiesessies: herkenbare cases Op 12 december deden een 50-tal deelnemers inspiratie op rond twee HR-thema’s: omgaan met veranderingen en personeelsgesprekken voeren. De keuze om hierbij te werken met cases uit de socialprofitsector werd geapprecieerd. Zo sprak Lieve Van Herck van Jeugdhuis Wollewei over het veranderingstraject dat haar organisatie de voorbije twee jaar doorliep en de grote onzekerheid die hiermee gepaard ging. Paul Goossens van sociale werkplaats Boskat (zie kader) vertrok vanuit de waarderende benadering om de personeelsgesprekken in zijn organisatie aan te pakken. De herkenbaarheid van de voorbeelden maakte de vertaling van inzichten naar de eigen context eenvoudiger. De deelnemers wisselden ervaringen uit en gingen vaak in discussie met de spreker.

Appreciative Inquiry bij Boskat vzw Boskat vzw is een sociale werkplaats met ruim 50 medewerkers. Ze staan in voor groenaanleg en -onderhoud en voor natuurzorg, voornamelijk in Herentals en omgeving. De arbeiders zijn mensen met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Boskat sprak op de HRwijs inspiratiesessie ‘personeelsgesprekken voeren’ over de waarderende benadering als insteek voor personeelsgesprekken. “Ons personeelsbeleid is geënt op onze belangrijkste doelstelling als organisatie: de persoonlijke ontwikkeling van mensen”, vertelt Paul Goossens, coördinator van sociale werkplaats Boskat. Als onderbouw kiest Boskat voor de waarderende benadering, sterk geïnspireerd door het gedachtegoed van Appreciative Inquiry (AI). Bij elke individuele medewerker gaan ze op zoek naar wat die goed kan, graag doet en wat er nodig is om dit verder te ontwikkelen. De dagelijkse informele gesprekken met medewerkers spelen hier een centrale rol in. Dat de aanpak werkt, kan je zien aan de bedrijfsresultaten. “Het grootste geschenk is mensen zien openbloeien”, zegt Paul.

Alle presentaties en publicaties van de HRwijs-initiatieven uit 2013 kunt u gratis downloaden via www.hrwijs.be. In 2014 heeft HRwijs opnieuw een uitgebreide seminarieagenda op maat van kleine socialprofitondernemingen. U mag het volledige programma binnenkort in uw mailbox verwachten. Wenst u bijkomende info over het HRwijs-project? Neem dan contact op met Pieter Vleugels, projectverantwoordelijke HR bij Verso (pieter.vleugels@verso-net.be, 02/739.10.77).


aankondigingen

Armoedebestrijding tussen filantropie en structureel werk 15,3% van de Belgen leeft onder de armoedegrens. In Vlaanderen ligt dat cijfer op 9.8%. Deze cijfers zijn al enkele jaren stabiel. Waarom ontbreekt een structureel armoedebeleid in dit land? Tijdschrift ALERT en het Pluralistisch Overleg Welzijnswerk organiseren op 27 maart in Antwerpen hierover een debat. Jos Geysels (Decenniumdoelen 2017) zorgt voor de inleidende lezing. Nadien gaan vertegenwoordigers van onder meer OASeS en het Vlaams Netwerk tegen Armoede in debat. Meer informatie: nico.bogaerts@alertonline.be

Van 25 CAW’s naar 11 Vanaf 1 januari zijn er nog maar 11 centra algemeen welzijnswerk voor heel Vlaanderen. De fusie ging ook gepaard met een versterking van het inhoudelijk profiel van de CAW’s. De opdracht blijft echter laagdrempelige, kwaliteitsvolle en toegankelijke hulp bieden aan jong en oud.

Dag van de Zorg komt eraan! Op zondag 16 maart 2014 gooien organisaties uit zorg en welzijn en bedrijven uit de witte economie weer hun deuren open voor de derde editie van Dag v/d Zorg. Meer dan 150 organisaties zijn vastberaden er ook dit jaar weer een mooie editie van te maken. Nieuw is dat voor deze editie de organisatoren vijf thema’s hebben geselecteerd die centraal zullen staan in de publicaties rond Dag v/d Zorg 2014: vacatures, bouw- en architectuurprojecten, innovatie, samenwerking en het Europees Jaar van het Brein. Voor de deelnemende organisaties is dit een unieke kans om zich te profileren. www.dagvandezorg.be

Neem op 27 maart deel aan de DUOdag Vorig jaar mochten ruim 500 werkzoekenden met een arbeidsbeperking in 422 bedrijven proeven van een échte job tijdens de DUOdag. Op 27 maart is de DUOdag al toe aan zijn vijfde editie. Uw organisatie kan ook aan een werkzoekende met een arbeidsbeperking een nieuwe werkervaring bieden. Tijdens de DUOdag werkt hij of zij samen met één van uw werknemers. Uw werknemer en uzelf kunnen zo kennis maken met de vaardigheden, de inzet en de mogelijkheden van werkzoekenden met een arbeidsbeperking en de werkzoekende krijgt de kans om zijn talenten te tonen. Hij of zij toetst bovendien zijn beeld van een bepaalde job aan de realiteit. Meer info? Neem een kijkje op www.duodag.be De DUOdag is een organisatie van GTB, in samenwerking met FeGOB, Jobkanaal, RESOC, UNIZO, VDAB, Verso, VKW en VOKA.

Voor de adressen van de 11 CAW’s, zie www.caw.be

WAARVAN AKTE...

der welvaart. Maar in “ Er kan geen welzijn bestaan zon weten we ook dat een deze eerste dagen van het jaar een gelukkige samenleving verdeelde samenleving nooit kan worden.” en op deredactie.be, Opiniemaker Luc Van der Kel 2 januari 2014. competitiever, socialer, “ Wie Vlaanderen innovatiever, moet inspelen op de milieuvriendelijker wil maken, Europese agenda.” ter vleva, op deredactie.be, Luc Van den Brande, voorzit 8 januari 2014.

Maak in 10 stappen kennis met MVO en win gratis professionele coaching MVO Vlaanderen en haar partners organiseren dit voorjaar de 2de editie van start-to-mvo. Het richt zich tot elke organisatie, van eender welk type of grootte, die meer wil weten over MVO en eerste stappen wil zetten. Start-to-mvo wil bedrijven en organisaties tonen hoe zij hun maatschappelijke verantwoordelijkheid kunnen opnemen. Succesvolle deelnemers kunnen na afloop beroep doen op gratis individuele coaching van een ervaren dienstverlener. Start-to-mvo is gratis en bestaat uit drie delen: een startworkshop, een trainingsprogramma met Evy Gruyaert per mail en individuele begeleiding van een ervaren consultant van Sustenuto. Start-to-mvo houdt in februari halt in acht Vlaamse steden. www.mvovlaanderen.be/aan-de-slag/start-to-mvo 11


aankondigingen

Cera Award: innoveren met een hart! Ook in de socialprofitsector komt technologische innovatie meer en meer aan bod. U heeft nog tot eind februari de tijd om uw eigen uitdaging voor te leggen aan geëngageerde studenten. Zij gaan in het kader van een eindwerk of opdracht aan de slag met hun technisch-wetenschappelijke bagage om tot een creatieve, kostenefficiënte en innovatieve oplossing te komen. Speelgoed aanpassen voor kinderen met een handicap? Aangepaste applicaties maken voor een bepaalde doelgroep? Woonaanpassingen? Planningssystemen en energievraagstukken? Cera Award brengt werelden samen om zo tot een unieke samenwerking te komen. Zo zijn de voorbij jaren al verschillende mooie innovaties tot stand gekomen. Doe mee Heeft uw organisatie ook een technisch-wetenschappelijke vraag of idee? Ga naar www.cera-award.be en dien uw idee/project online in. Misschien wordt uw organisatie wel gekozen voor de volgende Cera Awards.

gezocht: Projecten rond mobiliteit personen met een handicap Nog tot 14 februari kunnen lokale netwerken een project indienen rond een betere mobiliteit voor personen met een handicap. Want niet alleen voor langere afstanden is er nog werk aan de winkel, ook op lokaal vlak is er meer participatie en mobiliteit voor personen met een handicap nodig. Lokale netwerken rond personen met een handicap, ondersteund door vrijwilligers, kunnen er toe bijdragen dat mensen echt deel kunnen uitmaken van de plaatselijke gemeenschap waarin ze wonen. Hart voor Handicap, het vroegere Sinterklaasfonds, ondersteunt innovatieve projecten in de zorg voor mensen met een beperking. Hart voor Handicap is een initiatief van De Standaard, Cera en vzw KONEKT. www.hartvoorhandicap.be

Op jonge leeftijd aan armoede ontsnappen? Ontdek hoe het ‘Super Sim’-project in Gent kinderarmoede bestrijdt op vlaandereninactie.be/kinderarmoede

12

Vereniging voor Social Profit Ondernemingen vzw - www.verso-net.be Kolonel Bourgstraat 122 bus 4 - 1140 Brussel - T 02 739 10 71 - F 02 736 75 06 - info@verso-net.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.