VersoDirect nr4-jg17

Page 1

VersoDirect nr. 5 / december 2015 - januari 2016 / jaargang 17 V.U. Bruno Aerts, Kolonel Bourgstraat 122 bus 4, 1140 Brussel

VersoDirect is de nieuwsbrief van de Vereniging voor Social Profit Ondernemingen vzw, de intersectorale werkgeversorganisatie voor de Vlaamse socialprofitsector. Verso verenigt ondernemers uit de gezondheidszorg, de welzijnssector, de socioculturele sector, de sector van de aangepaste tewerkstelling, het onderwijs en de mutualiteiten.

INHOUD SECTORNIEUWS Vrijwilligerswerk in social profit goed voor 130.000 vte

2

Adviesraden buigen zich over Vlaamse Sociale Bescherming

4

Agnes Bode pleit voor samenwerking tussen socialprofitwerkgevers

4

Nieuwe inspiratiesessie focust op langer werken

5

Banenpact gemiste kans voor social profit

5

Gesco’s verder uitgewerkt door vakministers 5 Regering pikt draad EVC terug op

6

Serv kritisch over hervorming buitenschoolse opvang

6

SAR WGG hekelt eenzijdige focus Visie 2050

7

“Situatie werknemers met een handicap verontrustend”

7

Zevende sectorconvenant voor de social profit staat in de steigers

8

Stijgende capaciteit kan zorgvraag niet bijhouden Charter bundelt krachten in promotie STEM Onduidelijkheid over toekomstig beleid rond Evenredige Arbeidsdeelname houdt aan Weer meer studenten kiezen voor zorg Stelsels voor minder werken verhogen werkdruk in socioculturele sector AANKONDIGINGEN

9 10

Foto: www.jokaweb.be

“ Vrijwilligers zijn de levensader van het verenigingsleven.” Lees meer p 2

10 10 11 11 1


EDITO

Potentieel aan vrijwillige inzet beter benutten Recent onderzoek in opdracht van de Koning Boudewijnstichting toont overduidelijk aan dat er in Vlaanderen heel wat ‘gevrijwilligd’ wordt. Het gaat om zo’ n 14% van de Vlaamse bevolking die zich gemiddeld vier uur per week onbezoldigd voor een organisatie inzet. Dat deze vrijwilligers vooral het verenigingsleven ondersteunen, kan geen verrassing zijn. Uitschieters zijn de sportsector, de culturele en socioculturele sector en de maatschappelijke dienstverlening. Opvallend: de combinatie arbeid-vrijwilligerswerk blijkt momenteel (in tegenstelling tot wat men zou denken) voor de meesten geen onoverkomelijke hinderpaal. Verhoudingsgewijs zien we juist het meeste vrijwilligers in de categorie actieven tussen de 40-50 jaar. Toch blijven er ongetwijfeld nog heel wat toegangsdrempels tot vrijwillige inzet bestaan. Dat is jammer. Niet alleen bekeken vanuit het breder kader van ‘actieve participatie’ en ‘vermaatschappelijking’ maar vooral ook in termen van ’persoonlijke verrijking’. Vrijwilligers kunnen door hun engagement een bepalend verschil maken in tal van initiatieven. Vrijwilligerswerk kan tegelijk de persoonlijke competenties en vaardigheden aanscherpen en dit in een brede waaier van activiteiten, gaande van het opnemen van bestuursmandaten, coachende of begeleidende opdrachten of uitvoerende taken. Zulke ervaringen kunnen bovendien erg betekenisvol zijn in relatie ook tot de loopbaanuitbouw. In een recent rapport van de Verenigde Naties ‘State of the world’s Volunteerism report 2015’ wordt vastgesteld dat wereldwijd het potentieel aan vrijwillige inzet onderbenut blijft. Het roept de regeringen op om verder te gaan dan de “retoriek van de participatie” en concrete kaders te creëren die burgers aanzetten om zich als vrijwilligers in te zetten. De ’Norwegian declaration on voluntary work’ is zo’n goed voorbeeld. Het is in de eerste plaats een politiek statement over voortdurende regeringsinspanningen om het vrijwilligerswerk en de vrijwilligersorganisaties te ondersteunen. De afspraken creëren ook ruimte voor de deelname van de vrijwilligerssector aan de politieke besluitvorming en zetten in op onderzoek en managementkennis. Bruno Aerts, directeur Verso

2

Vrijwilligerswerk in social profit goed voor 130.000 vte Voor het eerst hebben onderzoekers betrouwbare cijfers in handen over het vrijwilligerswerk in België. Bijna 1.166.000 personen, of 12,5% van de bevolking, verrichten vrijwilligerswerk in een of meerdere organisaties. Deze vrijwilligers zijn in veel gevallen de levensader van het verenigingsleven. Zo is er in de culturele en socioculturele sectoren voor elk uur dat iemand betaalde arbeid verricht gedurende 1,74 uur een vrijwilliger aan de slag. Voor de sportsector is dit zelfs 6,78 uur vrijwilligerswerk per uur betaalde arbeid. De cijfers komen uit een studie die onderzoekers van de Universiteit Gent en de Universiteit van Luik hebben uitgevoerd op vraag van de Koning Boudewijnstichting. Ze konden dit onderzoek voeren omdat de FOD Economie in 2014 - eveneens op vraag van de Koning Boudewijnstichting - voor het eerst ook vragen over vrijwilligerswerk heeft opgenomen in hun jaarlijkse arbeidsenquête. Met 13,9% wordt er in Vlaanderen zelfs iets meer gevrijwilligd dan het Belgisch gemiddelde. Als het Belgische vrijwilligerswerk wordt omgezet naar aantal uren, dan zien we dat er in totaal 221,2 miljoen uren of 130.000 vte jaarlijks worden ingevuld door vrijwilligers. Dat is maar liefst 4% van de totale betaalde arbeid in België. Gemiddeld werkt elke vrijwilliger vier uur per week onbezoldigd voor een organisatie. Sportsector draait op vrijwilligers Het zijn vooral vzw’s die profiteren van de ondersteuning die vrijwilligers bieden. 83,3% van de activiteiten komen op hun rekening. De publieke sector kan slechts bogen op 7,7% van het volume. Qua verdeling van het aantal vrijwilligers zijn vooral de sportsector (24,5%), de culturele en socioculturele sector (19,9%) en de maatschappelijke dienstverlening (19,7%) uitschieters. Als we echter gaan kijken naar het aantal uren vrijwilligerswerk dat per sector wordt gepresteerd, dan blijft de sportsector nog steeds ruim op kop met 26,2% maar maakt de maatschappelijke dienstverlening een grote sprong voorwaarts naar de tweede plek.


SECTORNIEUWS

Veertigers vaakst actief Als we kijken naar wie er zoal vrijwilligerswerk verricht, dan valt op dat verhoudingsgewijs mensen tussen 40 en 50 het meest participeren. 60-plussers zijn minder actief, maar gezien het grote aantallen 60-plussers zijn zij toch de grootste leeftijdsgroep onder de vrijwilligers. Een kwart van de huidige vrijwilligers zijn ouder dan 60. Vrouwen participeren even veel als mannen, maar er is een groter aandeel hoger opgeleiden en mensen die ook betaalde arbeid verrichten. Verhoudingsgewijs zijn mensen die voor de overheid werken vaker actief als vrijwilliger. “Toegankelijkheid van het vrijwilligerswerk baart zorgen” Deze profielschets van de vrijwilliger in België toont ook aan dat er grote groepen in de samenleving zijn die minder participeren. Er is dus zeker nog potentieel aanwezig in de samenleving om het aantal vrijwilligers op te krikken. Tijdens de voorstelling van de cijfers verwoordde Eva Hambach, coördinator van het Vlaams Steunpunt “Er is zeker nog Vrijwilligerswerk, het potentieel om als volgt: “Jongeren de cijfers op zijn geëngageerd. We zien dat ouderen te krikken” geëngageerd zijn. Maar de toegankelijkheid van het vrijwilligerswerk baart mij zorgen. Ik denk dat er geïnvesteerd moet worden opdat ook de mensen die wat minder opgeleid zijn, die wat minder kansen hebben, toch meer aanwezig zouden zijn in het vrijwilligerswerk. We zien ook een ondervertegenwoordiging van mensen die arbeidsongeschikt zijn of die een uitkering krijgen.

Ik denk dat dat deels te maken heeft met de formaliteiten van de overheid die deze mensen moeten volgen. Ik zou de boodschap willen geven aan de overheid om het vrijwilligerswerk te bevrijden van alle soorten formaliteiten. De RVA heeft een opdracht om na te gaan of mensen beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, maar als de cijfers aantonen dat er veel werkende mensen zijn die naast hun job vrijwilligen, waarom zou je dan werkloosheid niet kunnen combineren met vrijwilligerswerk?” Bevoegd minister Maggie De Block was ook aanwezig op de voorstelling. Zij wist te vertellen dat zij opdracht had gegeven aan de Hoge Raad Vrijwilligerswerk om de Vrijwilligerswet, die ondertussen al tien jaar bestaat, te evalueren. Ze wees er ook op dat we voldoende grenzen moeten inbouwen om misbruiken te voorkomen. Sociaal zwakkeren mogen niet in een veredeld vrijwilligersstatuut geduwd worden in plaats van het reguliere arbeidscircuit. U kunt het rapport lezen of bestellen op de website van de Koning Boudewijnstichting: www.kbs-frb.be

WA ARVAN AKTE... “Wil je snel, ga dan alleen. Wil je ver,

ga dan samen.”

Uit de voorstellingsfolder van het Woo nZorgCollectief, een nieuw samenwerkingsve rband tussen 3 vzw’s en 1 OCMW-voorziening uit de ouderenzorg in het Antwerpse. 3


SECTORNIEUWS

Adviesraden buigen zich over Vlaamse Sociale Bescherming Eind september brachten de SociaalEconomische Raad Vlaanderen (Serv) en de Strategische Adviesraad Welzijn, Gezondheid en Gezin allebei een advies uit over de conceptnota van de Vlaamse regering over de Vlaamse Sociale Bescherming (VSB). Beide overlegorganen wijzen op de grote uitdaging van de zesde staatshervorming om diverse, overgehevelde bevoegdheden op het vlak van zorg en ondersteuning in een geïntegreerd beleidskader te gieten.

“Stapsgewijze aanpak is de beste” Dat moet gebeuren vanuit een gemeenschappelijke visie, die het resultaat moet zijn van overleg. Belangrijk daarbij is dat de continuïteit van de dienstverlening en de rechtszekerheid van de betrokken actoren gevrijwaard blijft. Een stapsgewijze aanpak zal dus het beste zijn. De aanbevelingen bevatten echter ook eigen accenten en klemtonen voor het verdere debat over de uitrol van de Vlaamse Sociale Bescherming. Aandachtspunten zijn de inhoud (doelstellingen, doelgroep,…), de financieringsmodaliteiten, het beheer en andere transversale thema’s. U vindt de adviezen terug op de respectievelijke websites: www.serv.be en www.sarwgg.be

4

Agnes Bode pleit voor samenwerking tussen socialprofitwerkgevers Begin 2016 geeft Agnes Bode als algemeen directeur van Familiehulp de fakkel door aan Ann Demeulemeester. Gedurende de voorbije 30 jaar heeft ze zowel beleidsmatig als organisatorisch de eigen organisatie en de brede thuiszorg in Vlaanderen mee vorm en inhoud gegeven. Agnes Bode stond ook mee aan de wieg van de krachtenbundeling van de socialprofitwerkgevers. In een uitgebreid interview in het maandblad van Zorgnet-Icuro breekt ze opnieuw een lans voor de samenwerking en afstemming tussen de socialproifitwerkgevers: “Ik was erbij toen op federaal niveau de werkgeversfederatie Unisoc werd opgericht en enkele jaren later ook bij de oprichting van de Vlaamse tegenhanger Verso. Ik herinner me dat het bij het eerste VIA-akkoord nog elk voor zich was in de social profit. Vandaag werken we nauw samen en slagen we erin de individuele belangen te overstijgen. Dat is waardevol en dat moeten we koesteren, ook met het oog op de verdere marktwerking en de commercialisering. Het is mooi om te zien hoe de zorgsector erin slaagt om zich aan te passen aan ontwikkelingen in de samenleving. We doen dat vanuit een solidaire gedachte van zorg dragen voor de meest kwetsbaren. Samen moeten we de verworvenheden van onze sociale zekerheid beschermen.” Agnes Bode zal zich ook in de toekomst blijven inzetten voor het werkgeversverhaal. Als afgevaardigd bestuurder van Familiehulp zal ze een aantal opdrachten blijven opnemen. Ook bij Verso kunnen we op haar expertise als bestuurder blijven rekenen.


SECTORNIEUWS

Nieuwe inspiratiesessie focust op langer werken Tijdens een inspiratiesessie op 10 december stelt HRwijs een tool voor die de duurzame inzetbaarheid van de medewerkers moet bewerkstelligen. De tool werd ontwikkeld voor het ESF-project ‘Langer Werken’. Het helpt ondernemingen om hun HR-beleid aan te passen aan de wetgeving (cao 104) en ’evidence-based’ te maken. Hiermee wordt een HR-beleid bedoeld dat voortbouwt op acties waarvan bewezen is dat ze een positief effect hebben, tegemoet komt aan de noden van oudere medewerkers en andere stakeholders én past in de organisatie. Het ESF-project www.langer-werken.be reikt via praktijkvoorbeelden en tools de nodige handvaten aan. Tijdens de inspiratiesessie wordt vervolgens dieper ingegaan op de tool ‘HR-keuzemenu’, waarmee het HR-beleid verder op punt gesteld kan worden. Op het einde van de inspiratiesessie moet je naar huis kunnen gaan met een aantal concrete HR-acties die je organisatie weer een stapje dichter bij een duurzaam HR-beleid brengen. Deelnemen? Schrijf je in via www.hrwijs.be

Banenpact gemiste kans voor social profit ACV, ABVV, ACLVB, Voka, UNIZO en Boerenbond sloten eind oktober binnen de Serv een banenpact af. Ze vragen daarin aan de Vlaamse regering onder andere om het nieuwe doelgroepenbeleid aan te passen. Daarin zijn RSZ-kortingen voorzien voor jongeren, 55-plussers en personen met een arbeidshandicap. Het banenpact vraagt echter een bijkomende korting voor laaggeschoolde jongeren en een premie voor de aanwerving van langdurig werklozen tussen 25 en 55 jaar. Deze premies moeten bovenop de voorziene werkervaringstrajecten komen. Verso zat niet mee aan tafel bij de totstandkoming van dit akkoord tussen sociale partners. Voor Verso blijft de ongelijke behandeling van werkgevers bij de toepassing van de doelgroepkorting ‘ouderen’ het grote pijnpunt. Voor de meeste socialprofitondernemingen is de RSZ-korting ‘ouderen’ namelijk niet van toepassing.

Gesco’s verder uitgewerkt door vakministers Minister van Werk Philippe Muyters vroeg de Serv om advies over het ontwerpbesluit rond de regularisering van de project-gesco’s. De Serv bezorgde de minister een verdeeld advies met de standpunten van de vakbonden en Verso. Gesco’s of gesubsidieerde contractuelen waren een tewerkstellingsprogramma om langdurig werkzoekenden aan de slag te krijgen bij overheid en socialprofitorganisaties. In het advies noemt Verso de regularisering van de overgrote meerderheid van de bestaande gesco’s positief. Regulariseren betekent in dit ontwerpbesluit van de Vlaamse regering dat het bijzondere stelsel stopt te bestaan, dat de betrokken personeelsleden via een gewone arbeidsovereenkomst zijn verbonden met de werkgever en dat er een compenserende vergoeding wordt voorzien. De wijze waarop de regularisatiepremie wordt

“Dienstverlening blijven garanderen” berekend (à rato van 95% ten opzichte van het referentiejaar 2014), is verdedigbaar. Positief is alvast dat de regularisatiepremie naast de loonpremie, ook de omkaderingspremies en werkingspremies omvatten. Ook positief is dat de middelen voor gesco’s uit vroegere VIA-akkoorden mee in rekening worden gebracht. Met de overdracht van de middelen bij regularisatie naar de diverse beleidsdomeinen, ligt de verdere afhandeling en concretisering in handen van deze beleidsdomeinen. In het ontwerpbesluit staat immers: “Het betrokken beleidsdomein beslist autonoom welke projecten subsidiëring krijgen, alsook het bedrag van de subsidiëring, en dit binnen de eigen kaders.” Voor de betrokken werkgevers van deze geregulariseerde gesco-medewerkers is het essentieel dat ze door de respectievelijke beleidsdomeinen tijdig op de hoogte worden gebracht van het budgettaire en legistieke kader waarbinnen het project verder zal ondersteund worden. De betrokken sectorale koepels kunnen hierin een rol spelen. Het spreekt voor zich dat dit kader de dienstverlening blijft garanderen. Hierbij vroegen we bijzondere aandacht voor kleinschalige projecten, onder meer in de kinderopvang.

5


SECTORNIEUWS

Regering pikt draad EVC terug op De Serv is gematigd positief over de conceptnota van de Vlaamse regering over de erkenning van verworven competenties. Met zo’n erkenning staan werknemers sterker op de arbeidsmarkt en in hun opleidingstraject. De Raad formuleert acht aandachtspunten bij het voornemen van de beleidsdomeinen Onderwijs en Werk om de draad van het EVCbeleid terug op te pikken. De sociale partners vragen bijvoorbeeld dat de Vlaamse overheid de wildgroei aan instrumenten voor de erkenning van EVC indijkt en dat EVC beter bekendgemaakt wordt bij ondernemingen.

Serv kritisch over hervorming buitenschoolse opvang De Vlaamse regering drukt in een conceptnota de nieuwe ambities uit voor de buitenschoolse kinderopvang. De bedoeling is om het vrijetijds- en opvangaanbod voor kinderen en jongeren vanaf 2,5 jaar beter op elkaar af te stemmen, met een belangrijke rol voor het lokaal beleid. Op 12 oktober brachten de sociale partners in de Serv een kritisch advies uit over deze conceptnota. Ze hekelen de eenzijdige focus op het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en betreuren dat er weinig afstemming is gezocht met andere beleidsdomeinen zoals Onderwijs, Jeugd, Sport en Cultuur. De sociale partners vragen ook dat de Vlaamse regering meer overlegt met de sector en de sociale partners over deze belangrijke beleidswijziging. SAR WGG Ook de strategische adviesraad Welzijn, Gezondheid en Gezin bracht al haar advies uit over de conceptnota. De SAR WGG vindt de nota nog te vaag en vraagt zich af waarom er geen afstemming is gezocht met de andere betrokken beleidsdomeinen. Ook de financiering baart de stakeholders uit zorg en welzijn zorgen. Er is nood aan een groeipad, maar de kosten daarvan kunnen niet enkel gedragen worden door de lokale besturen. De raad vraagt ook een oormerking van de middelen die de Vlaamse overheid overhevelt van de voorzieningen naar de lokale besturen. De Raad ziet in de hertekening van de buitenschoolse opvang een kans voor een breder maatschappelijk debat over de organisatie van onderwijs, arbeidsmarkt en gezinsleven.

Inspiratiesessie verzuimbeleid en waarderende benadering

U vindt meer info op www.serv.be en www.sarwgg.be

6


SECTORNIEUWS

SAR WGG hekelt eenzijdige focus Visie 2050

“Situatie werknemers met een handicap verontrustend”

Eind september lanceerde minister-president Bourgeois zijn langetermijnstrategie voor Vlaanderen. Visie 2050 omvat zeven prioriteiten, waaronder een rond zorginnovatie. In een advies betreurt de Strategische Adviesraad Welzijn, Gezondheid en Gezin de verre tijdshorizon en de eenzijdige focus op technologische innovatie.

Er is meer actie nodig om de werkbaarheid te verbeteren voor werknemers met een handicap. Dat zeggen de sociale partners binnen de Serv naar aanleiding van een onderzoek van Stichting Innovatie en Arbeid.

Volgens de Raad is het beleid beter gebaat bij een horizon van 10 tot 20 jaar. Bovendien ontbreken meetbare doelen en een uitgewerkt stappenplan. Verder hekelt de adviesraad de eenzijdige invulling van het plan. In het wereldbeeld van de Vlaamse regering wordt de toekomstige samenleving enkel vormgegeven door technologische innovatie en economische ontwikkelingen. Waar is de innovatieve kracht van mensen in dit verhaal?

Slechts vier op de tien werknemers met een handicap of een chronische aandoening of ziekte heeft werkbaar werk. Dat is een pak slechter dan het gemiddelde op de Vlaamse arbeidsmarkt van zes op tien. Voor wie een zware arbeidshandicap heeft, liggen die cijfers nog lager.

Omwille van deze beperkingen vraagt de Raad dat de Vlaamse regering haar huiswerk opnieuw maakt. Ze zou daarbij de kwaliteit van het leven in Vlaanderen als uitgangspunt moeten hanteren. Wat we nodig hebben zijn gezonde en tevreden mensen die ten volle participeren in het maatschappelijk en sociaal leven. Als de regering deze sociale bekommernissen mee in overweging neemt, dan zal ze ook moeten besluiten dat niet alle technologische ontwikkeling louter positief is. Nieuwe technologieën vragen ook een breed debat over de wenselijkheid van deze technologieën en hoe we ermee omgaan.

Werknemers met een arbeidshandicap geven vooral aan last te hebben met werkstress, motivatieproblemen, een gebrek aan leermogelijkheden en een verstoorde werkprivébalans. Ook pesten op het werk is een groot probleem.

Lees het advies op www.sarwgg.be

Zij hebben daarom nood aan structurele ingrepen om de werkdruk en de emotionele belasting te verlagen, meer autonomie en afwisseling te verzekeren en de ondersteuning door leidinggevenden te verbeteren. De sociale partners zien positieve ervaringen met de Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP) om de werksituatie van personen met een handicap drastisch te verbeteren. In de gezondheids- en welzijnszorg werken er verhoudingsgewijs meer mensen met een arbeidshandicap dan in andere sectoren. 19,4% geeft aan in zekere mate hinder te ondervinden van een beperking of ziekte. 2,7% ondervindt in erge mate hinder. Lees meer op www.serv.be/stichting

WA ARVAN AKTE... “Achter deze doelgerichte manager en bestuurder hebben wij een zeer sociaal ingesteld persoon leren kennen. Iemand die maatschappelijke relevantie verzoen t met de specificiteit van het individu en gepaste aandacht heeft voo r de op maat van mensen uit te werken oplossingen in de zorg.” Gewezen Boerenbond-voorzitter Piet Vanthemsche wordt vanaf 1 januari 2016 de nieuwe voorzitt er van het Wit-Gele Kruis. Uit het persbericht van de organisatie van 19 november 20157.


SECTORNIEUWS

Zevende sectorconvenant voor de social profit staat in de steigers Op de symbolische datum 15/10/2015 vierde VIVO, het Vlaams Instituut voor Vorming en Opleiding in de social profit, haar vijftiende verjaardag met een groot feest in de Atelier des Tanneurs. Er werd gefocust op 15 mijlpalen uitde geschiedenis van de organisatie.

thema’s: de overgang onderwijsarbeidsmarkt, competentiebeleid/ levenslang leren en diversiteit. Binnen VIVO worden zeven sectorconsulenten (gedeeltelijk) gefinancierd om de acties uit het convenant binnen de social profit in goede banen te leiden.

VIVO is het sectoraal opleidingsinstituut voor de socialprofitsector. Verso is sterk betrokken bij de paritair beheerde organisatie: sinds de start als bestuurders op de werkgeversbank en sinds enkele jaren ook via een operationele samenwerking met HRwijs en Jobkanaal.

De sectorconvenanten zijn vorig jaar ook geëvalueerd door de nieuwe Vlaamse regering en daaruit blijkt dat het instrument een belangrijke meerwaarde heeft voor de ondersteuning van het Vlaams arbeidsmarktbeleid op sectoraal niveau. Ook de social profit kwam positief uit de evaluatie. In verhouding met andere sectoren ziet men ons reeds als een ‘cluster’, en beslaan we een groot terrein, niet alleen qua tewerkstelling, maar ook qua acties.

VIVO is niet enkel bekend van de vormingsbudgetten die ze uitkeert aan organisaties, maar staat ook in voor de opvolging en uitvoering van het sectorconvenant voor de social profit. Op 14 december start VIVO de onderhandelingen met de Vlaamse overheid over wat al het zevende sectorconvenant voor de social profit zal worden. VersoDirect had er een gesprek over met Luc Van Waes, directeur van VIVO. Wat is een sectorconvenant? De sectorconvenanten bestaan al sinds eind jaren ’90 in heel wat sectoren en zijn een krachtig instrument om voor een periode van twee jaar een sectoraal werkgelegenheidsbeleid te ontwikkelen. Dit gebeurt rond drie decretaal bepaalde

De draagwijdte van VIVO is ook breed: soms nemen we een beleidsmatige rol op, soms werken we heel gericht, zoals bij het financieel ondersteunen van vormingen. De vorige sectorconvenant versterkte bovendien de samenwerking met de sectorale vormingsfondsen in de social profit, wat zeker een succesverhaal is. Wat zit er in de pijplijn voor de volgende sectorconvenant? Wel, de input voor het sectorconvenant komt tot stand tijdens een uitvoerige raadpleging van de vele deelsectoren in de social profit, meestal in de

WAARVAN AKTE... lastig om voor enige maat is, wordt het heel “Als arbeidsproductiviteit de eidsmarkt te vinden. arb de op e ziekte een plek werknemers met een chronisch enleving, maken met de participatiesam Maar als we echt ernst willen moeten hanteren.” dan zullen we andere criteria gazine sociale geneeskunde, in SER-ma Sandra Brouwer, hoogleraar van oktober 2015. 8

vorm van contacten met de sectorale vormingsfondsen. We vertrekken vanuit een omgevingsanalyse, die zowel een cijfermatige analyse is als een inschatting van nieuwe trends binnen de sectoren. Vanuit de feedback die we krijgen op deze analyse, proberen we een aantal inhoudelijke lijnen te tekenen die inhaken op deze evoluties en koppelen we daar mogelijke acties aan. Zo hebben we voor deze editie samen met onze partners binnen 4 hoofdstukken acht prioriteiten en een 50-tal acties ontworpen. De vier hoofdstukken zijn de volgende: kennisopbouw en beleid, instroom in de sector, competentieversterking en werkbaar werk en tot slot diversiteit. Wat zijn de tendensen binnen de sector die in de volgende sectorconvenant zullen terugkomen? Uit de opbouw in de vier hoofdstukken blijkt dat de belangrijkste hoofdthema’s natuurlijk doorlopen. Maar waar we zeker nog meer op zullen werken, is het samenwerken over sectorale grenzen

“Samenwerken over sectorale grenzen heen wordt een belangrijke uitdaging” heen. De social profit stelt zich meer dan ooit als doel om een consistent aanbod te kunnen bieden aan de patiënt, cliënt of gebruiker zonder te stoten op de muren tussen de sectoren. Dat wordt een zeer belangrijke uitdaging waar we vanuit onze overkoepelende positie ook een rol in kunnen spelen. Buiten het opnemen van een overkoepelende vertegenwoordigende rol, kunnen we vanuit VIVO of vanuit de vormingsfondsen bijvoorbeeld vormingen organiseren die over alle sectoren heen belangrijk worden.


SECTORNIEUWS

Voor meer informatie over het aanbod van VIVO en de sectorconvenant verwijzen we naar de website www.vivosocialprofit.org Bekijk er ook het nieuwe voorstellingsfilmpje van VIVO!

Ik denk bijvoorbeeld aan omgaan met verandering of omgaan met sociale media in de sector. Dat zijn thema’s die men belangrijk vindt en die elke subsector op zich zou kunnen aanbieden, maar die sterker worden als je ze globaal organiseert. De deelnemers komen dan weliswaar uit verschillende soorten organisaties, maar precies dat kan een meerwaarde bieden omdat het gevoel van gedeelde waarden en doelstellingen in de social profit overheerst. Ook vanuit efficiëntieoogpunt heeft een

overkoepelend aanbod vanzelfsprekend een meerwaarde.

concrete acties op te zetten naar zowel leidinggevenden als medewerkers.

Daarnaast zien we ook steeds meer aandacht voor werkbaar werk. Factoren als emotionele belasting, werkdruk en voor sommige sectoren gebrek aan autonomie en leermogelijkheden blijken daarbij aandachtspunten. We hebben daarrond in de vorige periode een studie gerealiseerd met financiële ondersteuning van het ESF. De conclusies daarvan gebruiken we nu om

Tot slot zien we dat de overheid resoluut de kaart trekt van duaal leren en werkplekleren. Als sector willen we daarin mee stappen zetten. We hebben een lange traditie in het aanbieden van kansen voor jongeren via het Deeltijds Secundair Beroepsonderwijs. De uitdaging wordt deze ‘missie’ mee te nemen in de uitrol van het duaal leren in onze sector.

Stijgende capaciteit kan zorgvraag niet bijhouden Naar jaarlijkse gewoonte heeft de Studiedienst van de Vlaamse Regering de staat opgemaakt van Vlaanderen op sociaal, economisch en ecologisch vlak. Nieuw in deze editie van de Vlaamse Regionale Indicatoren is de opname van de indicatoren die zijn afgesproken in het kader van de Pact 2020-doelstellingen. Die indicatoren zijn trouwens geactualiseerd sinds het aantreden van de huidige Vlaamse regering. Binnen het Pact 2020 zijn er ook 4 sociaal-maatschappelijke doelstellingen opgenomen, namelijk rond Vlaanderen als solidaire en open regio, rond zorg, rond armoedebestrijding en rond gezondheid.

Het valt op dat de Vlaamse regering een forse toename van het aanbod in de zorg heeft gerealiseerd. Zo kwamen er de afgelopen jaren plaatsen bij in de kinderopvang, de preventieve gezinsondersteuning, de gezinszorg en in voorzieningen voor jongeren, voor ouderen en voor personen met een handicap. Toch houdt de groei geen gelijke tred met de stijgende zorgvraag. Zo staan er nog steeds meer dan 10.000 personen met een handicap op een wachtlijst, zijn de wachttijden van de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg gestegen en stellen meer mensen zorg uit omwille van financiële redenen. Meer informatie: www.vlaanderen.be/svr 9


SECTORNIEUWS

Charter bundelt krachten in promotie STEM

Onduidelijkheid over toekomstig beleid rond Evenredige Arbeidsdeelname houdt aan

STEM staat voor science, technology, engineering en mathematics. In het onderwijs wordt heel wat aandacht besteedt aan de promotie van STEM-opleidingen en ook de Vlaamse overheid zet in op STEM via een actieplan. Het STEM-platform, dat dit actieplan adviseert, lanceerde vorige maand een STEM-charter dat alle initiatieven en betrokkenen wil samenbrengen en afstemmen.

In ons vorig nummer van de VersoDirect hebben we ingezoomd op de conceptnota van minister Muyters voor de hervorming van het tewerkstellingsbeleid voor kansengroepen. Daarin werden de drie complementaire sporen geduid: het activeren van talent, HR-ondersteuning voor ondernemingen en organisaties en vooroordelen wegnemen door een mobiliserende strategie.

Ook in de social profit zijn er veel beroepen die steunen op wetenschap en technologie. Daarom ondersteunt Verso deze oproep ten volle en ondertekenden we mee het STEM-charter op 22 november in Gent. Een van de initiatieven die het STEM-charter ondersteunt is het aantrekkelijker maken van beroepen en opleidingen voor vrouwen. Ook werkgevers kunnen daaraan bijdragen door bijvoorbeeld te letten op het taalgebruik in vacatures. Zo kunnen functietitels zowel in mannelijke als vrouwelijke vorm geplaatst worden en kleeft er vaak ook een mannelijke connotatie aan veelgebruikte adjectieven in vacatures. Of in het geval van veel zorgberoepen kunnen we het taalgebruik aanpassen om meer mannelijke kandidaten aan te trekken.

Na afloop van de huidige protocolperiode wordt er niet langer een structurele opdracht voor de loopbaan- en diversiteitsprojecten voorzien. Dit betekent onder meer dat Jobkanaal, waar Verso aan bijdraagt, in zijn huidige vorm en opdrachten eind 2015 wordt beëindigd. Op de vergadering van de Vlaamse regering van 30 oktober 2015 werden de transitiemaatregelen meegedeeld. Zo wordt een overgangsperiode geboden tot eind maart 2016. Tijdens deze periode moet de afbouw geregeld worden en wordt een actieve bijdrage voor de mobiliserende strategie voorbereid. Ook bevestigde de minister dat voor de social profit en de lokale besturen een alternatief zal worden voorzien. De kmo-portefeuille en de -groeisubsidie - een belangrijke pijler in de nieuwe plannen van de minister - zijn voor hen immers niet toegankelijk. Het blijft echter onduidelijk welke pistes precies worden verkend om de socialprofitorganisaties te bereiken. De aanhoudende onduidelijkheid over de toekomstige invulling van het EADbeleid blijft niet zonder gevolgen voor de Verso-organisatie. Twee van onze drie Jobkanaalconsulenten, Kirsten D’Hooghe en Jan Verdée, verlaten Verso voor een nieuwe uitdaging. Zij hebben zich jarenlang met hart en ziel ingezet voor het Jobkanaalproject. We danken hen voor hun deskundige inzet en hun bereikte resultaten en hopen dat wat ze opgebouwd hebben ook kan doorwerken in toekomstige acties. Zij zullen tijdens de transitieperiode vervangen worden door Mieke Mertens en Fatma Qorlazja.

Weer meer studenten kiezen voor zorg Het aantal studenten dat kiest voor een opleiding in zorg of welzijn blijft stijgen. Dat meldt zorgambassadeur Lon Holtzer in haar jaarlijks rapport. Die instroom is ook nodig, want de afgelopen vier jaar kwamen er 43.000 medewerkers bij in de Vlaamse zorgsector. Een stijging van maar liefst 21%. Opvallend genoeg zit ook het aantal mannelijke zorgverleners in de lift. De zorgambassadeur zag in 2014 ook 10

terug een stijging in het aantal vacatures in zorg en welzijn en ook in de toekomst blijft de tewerkstelling verzekerd. Tegen 2020 zal er werk zijn voor nog eens 30.000 medewerkers. Hiervoor kijkt de zorgambassadeur ook naar mannen en ASO-studenten. www.ikgaervoor.be


SECTORNIEUWS

Stelsels voor minder werken verhogen werkdruk in socioculturele sector Het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media publiceerde eind september het onderzoeksrapport van het HIVA naar de versterking van het arbeidsvolume in de socioculturele sector. Dit onderzoek kwam er op vraag van de sociale partners en de Vlaamse regering in het laatste intersectoraal akkoord voor de social profit. Het vult het eerder verschenen HIVA-onderzoek naar het arbeidsvolume in de brede social profit aan. Wat is de impact van de verschillende stelsels voor arbeidsduurverkorting in de socioculturele sector? Dat is in een notendop de vraag die de onderzoekers van het HIVA moesten beantwoorden. Daarvoor zijn ze eerst en vooral op zoek gegaan naar het in kaart brengen van het ‘verloren arbeidspotentieel’ door deze stelsels, vandaag en in de toekomst. Vervolgens hebben ze deze cijfergegevens getoetst aan een bevraging van werkgevers en werknemers uit de sector. De onderzoekers onderscheiden een twaalftal deelsectoren binnen de socioculturele sector: van sociaal-cultureel volwassenenwerk over beroepsopleiding en jeugdwerk tot lokale diensteneconomie en toerisme. In totaal waren

er in 2013 20.760 mensen tewerkgesteld in paritair comité 329.01. Daarmee kende de sector een groei van 11% op vijf jaar. Voor de komende decennia verwachten de onderzoekers echter dat de groei helemaal stilvalt en zich de komende vijf jaar beperkt tot zo’n 600 personen per jaar, voornamelijk om medewerkers die op pensioen gaan te vervangen. Wat de arbeidsduurvermindering betreft, is het deeltijds werken goed voor een zesde van het verloren arbeidspotentieel. Daarnaast zijn vooral de aanvullende vakantiedagen afhankelijk van leeftijd en brugpensioen, vervroegd pensioen of arbeidsongeschiktheid verantwoordelijk voor de meeste afwezigheden. Uit de bevraging blijkt dat de meeste organisaties deze afwezigheden niet opvangen door nieuwe aanwervingen te doen. Het resultaat is dat medewerkers vaak hetzelfde werk moeten uitvoeren in minder tijd of dat collega’s inspringen, al dan niet door het maken van overuren. De redenen die werkgevers daarvoor aangeven is een gebrek aan middelen, maar ook de zeer specifieke takenpakketten in de sector maken dat het moeilijk is om iemands werk uit handen te geven. In het slechtste geval leiden

afwezigheden ertoe dat organisaties taken gaan schrappen of uitbesteden. De meningen zijn dan ook verdeeld over deze arbeidsduurvermindering. Een kwart van de werkgevers vindt dat de nadelen groter zijn dan de voordelen, een derde ziet wel meer voordelen dan nadelen in het systeem. Werkgevers zijn er wel grotendeels over eens dat de financiering aangepast zou moeten worden, zodat vervangingen wel mogelijk worden. Slechts een minderheid ziet positieve effecten op het vlak van absenteïsme en productiviteit. Ook vergroot de afwezigheid van de medewerker de werkdruk voor collega’s. Toch zorgt dit slechts in 1 op de 10 gevallen voor een slechtere sfeer op de werkvloer. Om de negatieve effecten op te vangen, vindt het merendeel van de werkgevers het een goed idee om meer loon te kunnen toestaan in plaats van extra vakantiedagen en om een maximum in te stellen voor het aantal dagen arbeidsduurvermindering binnen één organisatie. U kunt de studie lezen op de website van het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media: www.cjsm.be

AANKONDIGINGEN Kijk op woensdag naar Z-Social Profit! Op 4 november zond Kanaal Z de eerste aflevering uit van Z-Social Profit, een nieuwe reeks over ondernemerschap in de social profit. Er beweegt namelijk heel wat in de socialprofitsectoren. Om deze boeiende en warme sector in de kijker te zetten, brengt Kanaal Z nog tot eind december elke woensdag een portret van een socialprofitonderneming. Kwamen al aan bod: bezigheidstehuis Ter Muiden, Familiehulp, Rode Kruis-Vlaanderen en Optimum C. Z-Social Profit is elke woensdag te zien in de lus op Kanaal Z en ook daarna nog te bekijken op www.verso-net.be 11


AANKONDIGINGEN

Agressie? Speel erop in! ‘Agressie? Speel erop in!’ is de titel van het eerste luik in een nieuwe campagne van het kenniscentrum voor aggressiebeheersing in zorg en welzijn Icoba. De focus ligt op het bespreekbaar maken van agressie op de werkvloer. Want agressie beheersbaar maken, begint door agressie als probleem te erkennen en bespreekbaar te maken in alle geledingen van de organisatie. Organisaties kunnen aan de hand van een gratis toolbox met praktische doeen praatactiviteiten het gesprek over agressie opstarten. Alle organisaties uit zorg en welzijn ontvingen ook een sensibilisatiepakket. De toolbox is te downloaden op www.agressiespeeleropin.be. Icoba organiseert ook demosessies om mensen wegwijs te maken in de toolbox. De volgende thema’s die aan bod komen in de campagne zijn: reageren, herstel en opvolgen.

Cera Award lanceert nieuwe oproep voor innovatieve projecten Ook in de socialprofitsector kunnen technologische vernieuwingen een wereld van verschil maken. Al 15 jaar motiveert Cera Award universiteitsstudenten industrieel en burgerlijk ingenieur en technische bachelors om hun eindwerk of een ontwerpopdracht in samenwerking met een socialprofitorganisatie uit te voeren. In de loop der jaren zijn er zo prachtige samenwerkingen en sociale innovaties ontstaan zoals aangepast speelgoed voor kinderen met een handicap of andere hulpmiddelen die het leven van mensen aangenamer maken. Dien uw project in bij Cera Award Op www.cera-award.be kunnen socialprofitorganisaties nog tot eind december 2015 hun technologische of wetenschappelijke vraag indienen. Heeft uw organisatie ook een technologisch-wetenschappelijke vraag? Meer informatie vindt u op www.cera-award.be/organisatie

Generation 3000 wint Prijs Jeugdhulp Vzw Alba en vzw Arktos wonnen dit jaar de Prijs van de Jeugdhulp voor hun project ‘Generation 3000’. Zij krijgen van Jongerenwelzijn en hun partners Vlaams Welzijnsverbond, SOM en Jongerenbegeleiding, 10.000 euro en een uniek kunstwerk. ‘Generation 3000’ verwijst naar het postnummer van de stad Leuven: 3000. Jongeren tussen 17 en 25 jaar, waarvan een deel omwille van hun verleden gekend staat bij politie en gerecht, komen er wekelijks samen om positieve acties op te zetten voor hun buurt. Zo organiseerden ze al een voetbaltoernooi in de krokusvakantie en een zoektocht voor paaseitjes voor kinderen uit een achtergestelde buurt. De jongeren baatten ook al een barbecuestandje uit op Levensloop. Voor de volgende editie van de Prijs van de Jeugdhulp zal het thema taboedoorbreking rond geestelijke gezondheidsproblemen bij kinderen en jongeren zijn.

Help, mijn bedrijf is divers! Op één generatie zijn we geëvolueerd van een maatschappij met enkele afgebakende kansengroepen naar een superdiversiteit van atypische profielen. Deze groeiende verscheidenheid in de samenleving weerspiegelt zich ook in de arbeidsmarkt. Vandaag is diversiteit op de werkvloer geen optie meer maar een gegeven. Op 10 december organiseren de Jobkanaaladviseurs van Verso samen met hun partners van ETION, Gent Stad in werking, UNIZO en VOKA een gespreksavond over een creatief hr-beleid met aandacht voor de uniciteit van elke werknemer én van elke werkgever. Prof. Dr. Koen Van Laer is de gastspreker. Hij volgt binnen de onderzoeksgroep SEIN van UHasselt al jaren het thema diversiteit op. Aansluitend kijken we naar verrassende praktijken van ondernemingen van bij ons. Meer informatie en inschrijven op www.etion.be/activiteiten

12

Vereniging voor Social Profit Ondernemingen vzw - www.verso-net.be Kolonel Bourgstraat 122 bus 4 - 1140 Brussel - T 02 739 10 71 - F 02 736 75 06 - info@verso-net.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.