VersoDirect nr4-jg18

Page 1

VersoDirect nr. 4 / oktober - november 2016 / jaargang 18 V.U. Bruno Aerts, Kolonel Bourgstraat 122 bus 4, 1140 Brussel

VersoDirect is de nieuwsbrief van de Vereniging voor Social Profit Ondernemingen vzw, de intersectorale werkgeversorganisatie voor de Vlaamse socialprofitsector. Verso verenigt ondernemers uit de gezondheidszorg, de welzijnssector, de socioculturele sector, de sector van de aangepaste tewerkstelling, het onderwijs en de mutualiteiten.

INHOUD VERSONIEUWS Nieuwe directeur voor Verso

2

VDAB start provinciaal overleg met sociale partners

2

SECTORNIEUWS “Stel de vragen liever in rustig vaarwater, anders zal het tijdens een crisis moeten” 3 Social profit wordt in nieuwe aanpak EAD-beleid verwaarloosd

6

Kwart middenveld in voortbestaan bedreigd

6

Bijna 12.000 jobs bij in social profit

7

Serv wil uitstel begroting in evenwicht

8

Nog veel vraagtekens bij uitwerking kinderbijslag

8

Kansarmoede bij jonge kinderen blijft stijgen

8

“Het potentieel staat te drummen”

9

‘Stroomversnelling’ zet koers naar Vlaamse energietransitie

10

Summer Course: door de bomen het bos weer zien

10

Staat ‘sociaal Europa’ in de steigers?

11

Europa wil lidstaten helpen bij migratie- en integratiebeleid

11

AANKONDIGINGEN

12

“ Performante bestuursorganen zijn een van de kritische succesfactoren voor organisaties vandaag” Lees meer p 3

1


EDITO

VERSONIEUWS

Van goed bestuur naar strategisch bestuur

Nieuwe directeur voor Verso

Goed bestuur staat al geruime tijd op de agenda van socialprofitondernemingen. Niet omdat het een thema is dat in de mode is, maar wel omdat goed bestuur in het bijzonder ook bij sociale ondernemers van cruciaal belang is. Transparantie, rekenschap en verantwoording afleggen zijn voor socialprofitondernemingen minstens even belangrijk, zo niet belangrijker dan in reguliere ondernemingen en vormen de basis voor het vertrouwen van de stakeholders. Bestuurders zijn dan ook op zoek naar de meest slagkrachtige organisatie van hun bestuursorganen, hierin ondersteund door diverse op maat van de social profit vertaalde aanbevelingen goed bestuur en governancemodellen. Minister Jo Vandeurzen wil het debat én de inspanningen rond goed bestuur een nieuwe impuls geven. Terecht. Zeker in zijn beleidsdomein worden socialprofitondernemingen geconfronteerd met een nooit geziene “paradigmashift” gelet op de sterk wijzigende context en nieuwe uitdagingen zoals vermaatschappelijking van de zorg, vraaggestuurde zorg, schaalvergroting en intersectorale samenwerking. Goed bestuur moet er voor zorgen dat organisaties de nodige slagkracht behouden of ontwikkelen om gefundeerde strategische beleidskeuzes te maken die de toekomst van hun organisatie zullen bepalen. Verso vindt het positief dat dit beleid inzake goed bestuur niet directief maar wel ondersteunend wordt opgezet, met respect voor de autonomie en het ondernemerschap van de organisaties. Een belangrijke troef is ook dat de nieuwe set van aanbevelingen én het zelfevaluatie-instrument erg praktijkgericht zijn opgevat. Verso hoopt dat vele socialprofit‑ ondernemingen dit aanbod aangrijpen om het debat over goed én strategisch bestuur binnen hun organisatie te voeden en te voeren. Verso en haar federaties zetten alvast mee hun schouders onder dit actief beleid voor goed bestuur. Bruno Aerts

2

Ann Gaublomme startte in september als directeur van Verso. Zij neemt de fakkel over van Bruno Aerts, die Verso de afgelopen 18 jaar geleid heeft. Ann Gaublomme is psychologe van opleiding en combineert beleidservaring met ervaring in het werkveld. Zo was ze diensthoofd Welzijn en Gezondheid bij de Provincie Vlaams-Brabant, maar ook gedurende zeven jaar algemeen directeur van een voorziening binnen de sector voor personen met een handicap. Tot voor kort was ze aan de slag op het kabinet van Vlaams minister Vandeurzen. Bruno Aerts zal nog tot eind oktober ter beschikking staan om zijn ervaring en expertise te delen.

VDAB start provinciaal overleg met sociale partners Na de stopzetting van de financiering van het regionale sociaal overleg door de Vlaamse regering, introduceerde de VDAB in september zelf provinciale werkgroepen. Binnen deze fora zullen de regionale sociale partners samen het provinciaal beleid van de VDAB kunnen sturen. Deze werkgroepen zullen alleszins de decretaal verankerde advisering over het Jaarondernemingsplan van de VDAB opnemen. Maar daarnaast zullen zij ook andere thema’s uit de VDAB-werking kunnen bespreken. Deze provinciale werkgroepen werden samengesteld door de sociale partners binnen de SociaalEconomische Raad Vlaanderen en worden voorgezeten door de provinciale VDAB-directeurs. De werkgroepen komen maximaal vier keer per jaar samen. Verso droeg volgende vertegenwoordigers voor: • Antwerpen: Luc Jaminé (SOM) effectief en Jean-Pierre Van Baelen (OLO) plaatsvervangend. • Brussel: Maarten Gerard (Sociare) effectief en Anke Grooten (Sociare) plaatsvervangend. • Limburg: Jan Thiry (‘t Weyerke) effectief en Luc Lemkens (De Meander) plaatsvervangend. • Vlaams-Brabant: Francis Devisch (Groep Maatwerk) effectief en Stef De Cock (Groep Maatwerk) plaatsvervangend. • Oost-Vlaanderen: Isabelle Marichal (Solidariteit voor het Gezin) effectief en Nathalie Van Ryckeghem (Solidariteit voor het Gezin) plaatsvervangend. • West-Vlaanderen: Bernard Bruggeman (GVO) effectief.


SECTORNIEUWS

“Stel de vragen liever in rustig vaarwater, anders zal het tijdens een crisis moeten” Dit najaar lanceert Vlaams minister Jo Vandeurzen meteen twee reeksen aanbevelingen voor het bestuur van organisaties in zorg en welzijn: een voor socialprofitorganisaties en een voor profitorganisaties. Deze aanbevelingen bouwen verder op de verzamelde expertise rond dit thema, binnen en buiten de social profit, en werden ook getoetst bij werkgeversorganisaties in zorg en welzijn en de Koning Boudewijnstichting. We voelden de minister aan de tand over deze nieuwe leidraad en de kansen die ze biedt voor nieuwe én ervaren bestuurders in zorg en welzijn.

Waarom nu deze aanbevelingen? Is het dan zo slecht gesteld met het bestuur van de organisaties in zorg en welzijn? Nee, helemaal niet. Uit het laatste onderzoek hierrond uit 2009 blijkt dat de sector zich er globaal genomen van bewust is dat de organisatie van de bestuursorganen een “Er komt heel belangrijk thema is. Maar ondertussen wat af op is het er natuurlijk niet gemakkelijker op geworden. Er komt heel wat af op bestuurders bestuurders uit zorg en welzijn: bestuuruit zorg en dersaansprakelijkheid, het overleg met welzijn” de stakeholders, nieuwe geïntegreerde modellen van zorg en hulpverlening. Ik denk dat veel bestuurders een nood voelen aan meer houvast om met al deze nieuwe ontwikkelingen aan de slag te kunnen. Voor andere organisaties is dit misschien vandaag geen echte prioriteit. Financieel is er niet echt een probleem, de sfeer is goed, cliënten of patiënten geven signalen dat ze zich goed voelen. Waarom zouden ze zich dan in vraag stellen? Waarom nadenken over de positie van de raad van bestuur? Mijn ervaring is dat als je de juiste vragen niet stelt op een moment waarop je organisatie ogenschijnlijk in rustig vaarwater zit, dan zul je er wellicht mee geconfronteerd worden op een moment van crisis. Op zo’n moment is het misschien niet gemakkelijk om daar op een rustige en serene manier mee om te gaan. Volgens mij zijn performante bestuursorganen echt een van de kritische succesfactoren voor organisaties vandaag. De zorg- en welzijnssectoren gaan door grote veranderingen heen. Dat zullen de lezers van de VersoDirect bijna allemaal wel aan den lijve ondervinden. Het is absoluut het moment om aan de competentie om strategisch te besturen grote aandacht te besteden. Organisaties die beschikken over een bestuursmodel dat in staat is om die evoluties te capteren en te vertalen naar wat dat kan betekenen voor de eigen organisatie, hebben zeker een streepje voor. Er valt dus veel voor te zeggen om echt in te zetten op goed bestuur.

Wat zijn vandaag de belangrijkste uitdagingen voor de organisatie van de bestuursorganen? In samenwerking met de werkgeversorganisaties en de Koning Boudewijnstichting hebben we een lijst van aanbevelingen gemaakt. In het geheel van die aanbevelingen zijn voor mij zonder enige twijfel de aanbevelingen rond het profiel van de bestuursorganen cruciaal. Daar moeten de juiste competenties aanwezig zijn, er moet ook voldoende ruimte zijn voor vernieuwing en de raad van bestuur moet ook strategisch kunnen nadenken over de toekomst van de organisatie. Vandaag is het niet meer voldoende om de vraag ‘zijn we onze missie goed aan het uitvoeren?’ enkel in je jaarverslag te beantwoorden. Organisaties moeten zich ook afvragen hoe zij omgaan met hun stakeholders. Hoe kun je hen meer betrekken in de advisering en ondersteuning van het bestuur en welke informatie hebben zij daarvoor nodig? Dat is niet altijd evident maar ik denk dat dat toch wel een van de cruciale manieren wordt om te zien of een organisatie haar missie waarmaakt. Je moet dan soms iets wat goed gaat, meer in vraag gaan stellen. En niet gewoon pro forma. Het moet het gevolg zijn van een gedeeld inzicht dat goed besturen dit soort dynamiek nodig heeft.

Daarvoor lijkt het cruciaal dat de juiste competenties aanwezig zijn in de bestuursorganen. Veel organisaties beginnen echter pas na te denken over de samenstelling daarvan wanneer er een aantal cruciale posities moeten vervangen worden. Je kan natuurlijk beginnen denken aan dit soort zaken als er zich een acuut probleem stelt, maar eigenlijk is de aanbeveling juist om van deze bekommernis een standaard te maken. Ik heb zelf ook in een aantal raden van bestuur gezeten. Daar heb ik gemerkt dat de raad van bestuur in staat moet zijn om met kennis van zaken een directie aan te sturen, te coachen en te motiveren. Dat veronderstelt van een raad van bestuur een helikopterzicht. Als bestuurder mag je je niet alleen laten documenteren ten opzichte van wat de directie allemaal op

WA ARVAN AKTE... “ Zuurstof geven aan sociale werkgeve rs uit het middenveld staat gelijk aan het opkrikke n van de sociaaleconomische leefbaarheid van onze samenleving.” Uit het jaarverslag 2015 van socialeeconomiebedrijf IN-Z, pagina 22.

3


SECTORNIEUWS de agenda zet, je moet ook zelf over een ruimere expertise en belangstelling beschikken. Dat kan een proces zijn waar een bestuur samen in kan groeien door vormingen te organiseren of samen strategische denkoefeningen te maken.

Sommige organisaties vinden het niet gemakkelijk om mensen warm te maken voor een bestuursmandaat. Welk advies heeft u voor hen? Ik denk dat ze alert moeten zijn voor opportuniteiten die minder voor de hand liggen. Het kan heel vruchtbaar zijn om mensen die een carrière hebben gelopen in een commerciële organisatie, aan te moedigen om te kiezen voor een mandaat in de ‘zachte sector’. Ze zullen dan wel snel ontdekken dat ook het management van een zorg- of welzijnsorganisatie zijn harde aspecten kent. Zo’n mensen, die binnen hun domein heel wat expertise hebben opgebouwd en vanuit een sociale bevlogenheid willen besturen in een organisatie in zorg of welzijn, zijn vaak heel interessante profielen. Ik vond zelf trouwens mijn tijd als bestuurder buitengewoon “Het management boeiend en ik denk dat er van zorg- of veel mensen zijn die dat welzijnsorganisatie ongelooflijk verrijkend vinden. kent ook zijn harde We moeten echt proberen om die wereld goed te presenteren aspecten” aan zo veel mogelijk mensen. Ook de omgekeerde beweging moedig ik trouwens aan. In de raad van bestuur van een for-profitorganisatie moet ook die dimensie van zorg en welzijn die niet in cijfers uit te drukken valt, aan bod kunnen komen. Om de cultuur en de eigenheid van zorg en welzijn goed te kennen, is het nodig om mensen te betrekken die vanuit hun ervaring en engagement kunnen spreken.

... WA ARVAN AKTE

4

Deze aanbevelingen zijn vrijblijvend. Moeten zorg- en welzijnsorganisaties ervoor beducht zijn dat ze misschien wel eens bindend kunnen worden? Het is niet onze bedoeling als overheid om er een star regelgevend kader van te maken. Ik denk niet dat dat werkt. Goed bestuur heeft ook iets te maken met de innerlijke overtuiging van mensen. Het is zeker geen kwestie van een formele checklist die je beleefd“We gaan geen heidshalve af en toe afvinkt. Het is ook niet mogelijk om een nieuwe regelgeving model te ontwerpen dat voor creëren, maar dit iedereen zaligmakend is.

kan wel mainstream worden”

Dat gezegd zijnde, als overheid zullen we onze controlefunctie meer en meer gaan toespitsen op de output. U krijgt middelen van de overheid of uit de sociale zekerheid, wat levert dat op

lzijn, te investeren in zorg en we “ Het appel om niet extra er me t jk nie eili het mo we het dat en mensen die “ Alles is zo evident geword in de ondersteuning van : arderen. De meerwaarde wa er me t nie rsteunen. En eerlijk gezegd s de du on en t nie en benoem hebben, kan ik n nge ke bre grij eld lan be be in ig een kracht rijp niet dat van ons sociaal systeem ik begrijp het niet. Ik beg kent het hoe en tie era gen de laatste jaren toch ge die jon , ze atie on nis al: is crucia werkgeversorga bij , eid r erh zek iale soc de getoond in zorg, deze zee het waarom niet meer van wel belangstelling heeft niet ter ech ra s on ext t n Laa gee n m. oo tee l sys daging gew uitbreiding van ons sociaa grote maatschappelijke uit staat, be nu ze ls zoa eid erh vergeten dat de sociale zek investering waard vindt.” dat het een prachtig en wd ou geb op rd we moeizaam menig zen op solidariteit, dat ons door van minister Jo Vandeur systeem is, gebaseerd op Uit de facebookreactie aan de ka Vo e ati nis .” eid eversorga woelige periode heeft gel een open brief van werkg 6. 201 tus 30 augus regeringen van dit land, tuurder Familiehulp, bes igd ard eva afg de, Bo Agnes isoc: www.unisoc.be. in het jaarverslag van Un


aan het einde van het verhaal aan kwaliteitsvolle en toegankelijke zorg- en hulpverlening? Als dan blijkt dat er zich toch een aantal problemen stellen, dan denk ik dat men vrij snel tot een fundamenteler debat zou komen: “Hoe komt het dat deze organisatie er niet in slaagt die verwachte kwaliteit te leveren, ook niet na aanbevelingen en remediëringsplannen?” Dan gaat Zorginspectie natuurlijk dieper graven en kijken naar hoe de organisatie in elkaar zit. Wat zijn de mechanismen volgens dewelke er bestuurd en gemanaged wordt? Hoe komt het dat die organisatie niet in staat is om performant te zijn in de verwachtingen, ook van de hulpvrager? We gaan dus geen nieuwe regelgeving creëren, maar natuurlijk is er wel zoiets als een verwachtingspatroon dat op een bepaald moment mainstream wordt. In Vlaanderen hebben wij zo met de koepels van de ziekenhuizen een traject opgezet rond vrijwillige accreditering. De overheid heeft daar geen enkele verplichting rond opgelegd. Maar het resultaat van die inspanningen is wel dat bijna alle ziekenhuizen in Vlaanderen een internationale accreditatieoefening doorlopen.

Komt er nog verdere ondersteuning om deze aanbevelingen in de praktijk te brengen? Er volgt nog een instrument voor zelfevaluatie dat door de Koning Boudewijnstichting samen met Verso werd ontwikkeld voor de social profit. Dat is natuurlijk ook erg nuttig. Je kunt zo heel snel jezelf en je eigen organisatie positioneren. Ik denk in ieder geval dat dit een heel belangrijk moment is. Omdat we nu duidelijke aanbevelingen hebben. Maar ook omdat we erin geslaagd zijn vanuit verschillende hoeken steun te verzamelen voor deze aanbevelingen. Er is ook een aangepaste set van aanbevelingen voor de for-profitsector. Daarmee maken we duidelijk dat de verwachtingen rond transparantie en goed bestuur voor iedereen gelden die ambieert actief te zijn in zorg en welzijn, toch erg bijzondere vormen van dienstverlening.

Het gaat in deze sectoren over kwetsbare mensen en er is hier sprake van publieke middelen. Ik vind het bijzonder nuttig dat we een draagvlak hebben gevonden om die aanbevelingen ook te richten naar for-profitorganisaties. We zijn trouwens al lang voorbij de simplistische redenering dat een vzw waardengedreven is en per definitie altijd goed bezig is maar misschien niet zo professioneel of efficiënt en een for-profitorganisatie die nooit in staat kan zijn om goeie zorg en hulpverlening aan te bieden, maar die wel extreem efficiënt en performant is. Dat soort clichés is niet meer van deze tijd. Om te weten waar een organisatie voor staat en verder te kijken dan de flashy website met ronkende titels, is het veel relevanter om te kijken naar het bestuursmodel van een organisatie. Ik verwacht nu niet dat alle organisaties in zorg en welzijn van vandaag op morgen die aanbevelingen plotsklaps gaan implementeren. Ik verwacht wel dat organisaties die geconfronteerd worden met zoektochten naar nieuwe samenwerkingsverbanden of schaalvergroting, al dan niet via fusies, dat zij deze dynamiek aangrijpen om een aantal zaken te realiseren. Ik verwacht ook dat de openbare initiatieven in zorg en welzijn zich hierdoor kunnen laten inspireren. In die zin ben ik ervan overtuigd dat we hier de lat hebben gelegd voor de volgende jaren. Dan zullen we wel evalueren in hoeverre deze aanbevelingen echt opgevolgd zijn en moeten we eventueel met de koepels afspreken in welke mate er verdere “We hebben de lat ondersteuning nodig is. In het gelegd voor de laatste sociaal akkoord dat met volgende jaren” de sector afgesloten is, het VIA4, hebben we ook middelen vrijgemaakt voor een kwaliteitsbeleid in de verschillende sectoren. Misschien kunnen we zo nog een extra impuls hieraan geven, moest dat nodig blijken.

‘To be or not to be, een kwestie van goed bestuur’ In oktober stelt minister Vandeurzen de aanbevelingen voor in Brussel, Hasselt en Gent. Een uitgelezen kans om kennis te maken met de aanbevelingen en te luisteren naar de ervaringen van bestuurders in zorg en welzijn. Ook de online tool waarmee bestuurders en directie zelf aan de slag kunnen, zal worden voorgesteld op de infoavonden.

Kalender Maandagavond 3 oktober 2016 in Brussel Maandagavond 10 oktober 2016 in Hasselt Woensdagavond 26 oktober 2016 in Gent Inschrijven voor een van deze sessies kan via de website van Verso.

5


SECTORNIEUWS SECTORNIEUWS

Social profit wordt in nieuwe aanpak EAD-beleid verwaarloosd De Vlaamse regering is dit jaar gestart met een radicaal andere aanpak van haar diversiteitsbeleid voor de arbeidsmarkt. Voor de directe ondersteuning van ondernemingen zijn de modaliteiten nu bekend. Ondanks een positieve evaluatie moeten de loopbaan- en diversiteitsplannen plaats ruimen voor een versterking van de kmo-portefeuille. In de profitsectoren kunnen ondernemingen hiermee naar eigen goeddunken expertise op het vlak van HR inkopen. Aangezien de kmo-portefeuille niet toegankelijk is voor vzw’s, werd een alternatief toegezegd voor de social profit en de openbare sector. Minister Muyters heeft net voor de vakantie beslist dat deze alternatieve ondersteuning voor de social profit zal gebeuren via een addendum bij de sectorconvenant. Tot “Kan met 200.000 euro eind 2017 ontvangt VIVO hiervoor een budget wel een volwaardig van 300.000 euro. Verso stelt zich daarbij de alternatief voor de vraag of met een budget van 200.000 euro op social profit geboden jaarbasis wel een volwaardig alternatief voor de hele social profit kan geboden worden. Binnen worden?” haar beleid rond evenredige arbeidsdeelname gaf de Vlaamse regering vorig jaar iets meer dan 7 miljoen euro uit aan loopbaanen diversiteitsplannen in profit en social profit. De socialprofitsectoren waren in 2013 goed voor 18,8% van de loopbaan- en diversiteitsplannen, in 2010 zelfs 21,3%. In dit breder perspectief betekent de alternatieve ondersteuning voor de social profit niet meer dan een minimalistische inspanning. Uitvoering van addendum sectorconvenant VIVO en Verso zijn overeengekomen om de bijkomende opdrachten binnen de sectorconvenant te verdelen. Zo zal Verso nog sterker inzetten op het aanbieden van gratis direct HR-advies op maat van socialprofitorganisaties. Via ons HRwijsproject zullen we nog meer organisaties kunnen begeleiden bij het uitbouwen van een strategisch en duurzaam HR-beleid met oog voor diversiteit en zullen we ook meer diepgaande trajecten kunnen opzetten. HRwijs blijft zo hét werkgeversaanspreekpunt voor alle vragen rond HR-ondersteuning. Daarnaast zet VIVO in op een uitdieping van de engagementen in de sectorconvenant met een extra aanbod rond competentiemanagement, diversiteit en werkbaar werk op hun website en in hun vormingen.

... WA ARVAN AKTE

6

Kwart middenveld in voortbestaan bedreigd 1 op 4 van de Vlaamse middenveldorganisaties vreest binnen dit en vijf jaar te moeten stoppen, in de eerste plaats wegens een terugval in overheidsfinanciering. Die verontrustende cijfers komen van onderzoekers aan de Universiteit Antwerpen, die bijna 700 middenveldorganisaties uit Vlaanderen, Wallonië en Brussel ondervroegen. Naast ngo’s en socioculturele verenigingen zaten daar ook vakbonden, werkgeversorganisaties en beroepsassociaties bij. De Vlaamse organisaties halen ongeveer even veel van hun middelen uit overheidsfinanciering (39%) als uit lidgelden (37%). Zeven van de tien Vlaamse organisaties ziet echter de dalende overheidsfinanciering als de grootste uitdaging voor het voortbestaan van de organisatie. Daarnaast zijn ook technologische veranderingen, veranderingen in de publieke opinie en wettelijke onduidelijkheden belangrijke uitdagingen.

www.cigsurvey.eu

rg teem van gezondheidszo werkend en afgestemd sys d goe een g ing min erk vor enw her sam ieve “ Om na de zesde staats toekomst, is er een intens e hervormingen voor de Gewesten. Ik en en pp cha ens te realiseren, met de nodig verschillende Geme de en id rhe ove le era -overdracht, aan de vereist tussen de fed th en kennis- en informatie eal e-h van , k rui geb het t het gezondheidsbeleid denk bijvoorbeeld aan plichtingen in verband me ver e nal atio ern iale int soc van de n KB78, nalevingsmodaliteite en, de hervormingen van gezondheidszorgberoep de contingentering van de akkoorden, enzovoort.” Vlaanderen en voorzitter geerd bestuurder Zorgnet ele ged t, gad De er Pet latievergadering van de Uit de toespraak van orzieningen, op de instal isvo hu ken Zie r voo ad van de Nationale Ra i 2016. vernieuwde Raad, 15 jun


SECTORNIEUWS

Bijna 12.000 jobs bij in social profit De recentst beschikbare werkgelegenheidscijfers naar paritair comité tonen opnieuw een groei voor de Vlaamse social profit. Op 30 juni 2015 telde de RSZ 309.105 medewerkers in de social profit in Vlaanderen, een groei met 4% in vergelijking met een jaar voordien. Deze cijfers houden zelfs geen rekening met de socialprofitdienstverlening bij lokale besturen (DIBISS). Enkel in PC 329 (de socio-culturele sector) nam het aantal medewerkers licht af (-1,1%). De globale werkgelegenheid in Vlaanderen nam in deze periode (2014-2015) toe met “slechts” 0,8%. Hiermee blijft de social profit een belangrijke motor voor de Vlaamse werkgelegenheid. Deze stuwkracht voor de Vlaamse werkgelegenheid wordt het duidelijkst geïllustreerd over een langere termijn. De figuur hiernaast toont dat de totale werkgelegenheid in Vlaanderen de afgelopen 10 jaar een groei kende van 6%, terwijl het aantal medewerkers in de Vlaamse social profit groeide met 43%. Of maar liefst zeven keer zo snel.

Figuur 1: Geïndexeerde evolutie van het aantal medewerkers (Vlaams Gewest, 2005-2015)

Pensionering babyboomers zorgt voor bijkomende uitdagingen Intussen is bijna één op drie (31,1%) van de medewerkers in de Vlaamse social profit 50 jaar of ouder. Dit is hoger dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt, waar 27,7% een vijftigplusser is. Bovendien gaat deze vergrijzing van de medewerkers in de social profit bijzonder snel. Zoals de tweede figuur toont, steeg het aantal vijftigplussers in de Vlaamse social profit tussen 2005 en 2015 met maar liefst 174%, terwijl deze groei op de Vlaamse arbeidsmarkt 55% bedroeg. Dit wil zeggen dat de vergrijzing van de medewerkers in de social profit de afgelopen 10 jaar zich driemaal sneller voltrok dan gemiddeld op de Vlaamse arbeidsmarkt. Wanneer deze groeiende cohorte de komende jaren de arbeidsmarkt zal verlaten, dringt zich een pertinente vervangingsvraag op.

Figuur 2: Geïndexeerde evolutie van het aantal vijftigplussers (Vlaams Gewest, 2006-2015)

145 140 135 130 125 120 115 110 105 100 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Social profit

Vlaamse arbeidsmarkt

Bron: RSZ-dmfa via Steunpunt WSE (bewerking Verso)

300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Social profit

Vlaamse arbeidsmarkt

Bron: RSZ-dmfa via Steunpunt WSE (bewerking Verso)

Voor meer arbeidsmarktgegevens uit de Vlaamse social profit verwijzen we naar de Verso-website: www.verso-net.be Tweemaal per jaar worden deze cijfergegevens geüpdatet.

Social profit blijft belangrijke motor voor jobgroei Ook op middellange termijn zal de jobgroei binnen de social profit aanhouden. Uit cijfers van het Federaal Planbureau blijkt dat er tussen nu en 2021 46.700 nieuwe banen in de social profit zullen worden gecreëerd. Dat is meer dan een derde van de jobgroei in Vlaanderen. Lees de volledige analyse van het rapport op www.verso-net.be

7


SECTORNIEUWS

Serv wil uitstel begroting in evenwicht De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen vraagt in haar jaarlijks begrotingsadvies om het geplande begrotingsevenwicht voor 2017 los te laten, maar wel de kosten voor de Oosterweelverbinding en de ziekenhuisinfrastructuur op te nemen in de begroting. Als alternatief voor een begroting in evenwicht schuift de Serv een evenwicht zonder eenmalige maatregelen en conjunc“Regering moet op turele schommelingen naar voren. Het nominaal zoek naar 596,5 tekort voor 2017 zou dan miljoen euro” 150 miljoen euro bedragen. Daarmee komt het totale bedrag waarnaar de regering op zoek moet in 2017 op 596,5 miljoen euro. Dat is volgens de sociale partners al heel wat realistischer. www.serv.be

WAARVAN AKTE... ereen kan “ Middenklassers denken dat ied en heeft wat zij kunnen. Maar niet iedere roffen. […] het even goed met zichzelf get laat hen niet Een beschaafde samenleving igheid van over aan de toevallige aanwez vrijwilligers en mantelzorgers.” dak Socioloog Jan Willem Duyven . 2016 ber tem sep 6 t, l.Ne op Sociaa

“Nog veel vraagtekens bij uitwerking kinderbijslag” Zowel de Sociaal-Economische Raad Vlaanderen als de Strategische Adviesraad Welzijn, Gezondheid en Gezin spraken zich deze zomer uit over de conceptnota rond de kinderbijslag waarrond de Vlaamse regering eind mei een consensus had bereikt. Beide adviesraden zien een aantal goede punten in de hervorming, maar plaatsten ook een aantal belangrijke kanttekeningen. De impact op de kinderarmoede is een gedeelde zorg, maar de adviesorganen geven ook eigen klemtonen mee. Onder meer de afschaffing van de leeftijdstoeslagen in de basisbijslag, de participatie in opvang en school, de inkomensselectiviteit, de administratieve organisatie en de noodzaak tot verder overleg komen aan bod. De Serv waarschuwt er ook voor dat deze hervorming een gat zou slaan in de Vlaamse begroting. Minister Vandeurzen belooft alvast een armoedetoets van de regeling in het najaar. www.serv.be www.sarwgg.be

Kansarmoede bij jonge kinderen blijft stijgen Het geboortecijfer in Vlaanderen daalde vorig jaar al voor het vijfde jaar op rij. In 2015 werden er 66.251 kinderen geboren, een daling van 2,4% ten opzichte van het jaar daarvoor. Dat berekent Kind & Gezin in de jongste editie van hun jaarboek ‘Het kind in Vlaanderen’. Naast het dalend geboortecijfer valt ook het groeiend aantal kinderen dat opgroeit in een kansarm gezin op. Bijna 8% van de Vlaamse kinderen groeit op in een gezin met een bruto jaarinkomen lager dan 15.000 euro. Het percentage jonge kinderen dat opgroeit in een kansarm gezin is zelfs gestegen tot 12%. In 2014 bedroeg dit nog 11,38%. Meer dan de helft van de kinderen in kansarmoede woont in een van de 13 centrumsteden en 63,9% heeft een moeder van niet-Belgische origine. De kansarmoede-index van Kind & Gezin is het hoogst in Antwerpen (15,3%). Enkel in West-Vlaanderen is de kansarmoede-index lichtjes gedaald. Lees zelf alle statistieken na op de website van Kind & Gezin: www.kindengezin.be

8


SECTORNIEUWS

“Het potentieel staat te drummen” maakt kans om een onbetaalde kijkstage van zes maanden te lopen op de praktijk van een arts in België. “We kunnen deze mensen helaas geen handelingen laten uitvoeren, want dat is in strijd met de arbeidswetgeving. Maar ze wisselen met de arts wel van gedachten over de aanpak en daar leren beide partijen van. De artsen leren nieuwe technieken en benaderingen en ervaren dat als een meerwaarde.”

Tom Van Liefferinge samen met Clara Borg, die ‘Refugee Skills Matter’ coördineert.

Vluchtelingen met een doktersdiploma of andere medische ervaring die een kijkstage lopen bij een arts in ons land. Sinds kort is dit mogelijk dankzij Dokters van de Wereld. “De bescherming van het artsenberoep en de moeizame gelijkschakeling van diploma’s maken het moeilijk om als nieuwkomer in België aan de slag te geraken”, zegt Tom Van Liefferinge, HR-verantwoordelijke en coördinator vrijwilligerswerk bij Dokters van de Wereld. “Wij willen aantonen dat er mensen klaarstaan om leemtes in te vullen.” Het zogeheten ‘Refugee Skills Matter’project is mogelijk dankzij middelen van de Koning Boudewijnstichting. Dit project ontsproot uit de solidariteit rond het Maximiliaanpark, waar zovele vluchtelingen zich verzamelden en troost en steun vonden bij elkaar. Daar stelde ook Dokters van de Wereld haar tenten op om te doen wat in haar missie staat: toegang tot zorg voor iedereen mogelijk maken. Vele vluchtelingen kregen er medische bijstand. “We deelden er ook flyers uit over onze werking en in één maand tijd kregen we wel 1500 reacties binnen van mensen die zich voor ons wilden engageren. Vooral van vrijwilligers die zich aandienden in het park, maar

ook van meer dan 100 vluchtelingen”, vertelt Tom Van Liefferinge. Al snel ontstond de idee om die vluchtelingen ook echt kansen te geven. “Via ons netwerk kwamen “Waarom we in contact met veel artsen, zouden verpleegkundigen we al die en tandartsen kennis niet uit Syrië en Irak. gebruiken?” Die mensen hebben de juiste diploma’s en een rijke ervaring terwijl we hier tekorten zien aan bepaalde specialisten. Waarom zouden we al die kennis en competenties niet gebruiken?”, vraagt Tom retorisch. Wettelijke grenzen Vluchtelingen een kans op werk geven blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. “We zijn gebonden aan de wet op het vrijwilligerswerk en kunnen niet zomaar iedereen aan het werk laten. Bovendien hebben we te maken met een beschermd beroep. Artsen hebben in dit land een Belgisch of daaraan gelijkgeschakeld diploma en een erkenningsnummer nodig”, legt Tom uit. Binnen die grenzen startte Dokters van de Wereld het project ‘Refugee Skills Matter’. Een vluchteling die kan aantonen dat hij of zij medische expertise heeft,

Geen valse hoop Dokters van de Wereld kiest er bewust voor om aan het einde van de stage geen prestatiebewijs af te leveren. ”We willen geen valse verwachtingen creëren en willen ook de mensen met de grootste motivatie aantrekken, los van de jobkansen die deze ervaring hen zou kunnen geven”, zegt Tom. Toch verhogen de tewerkstellingskansen van wie deelneemt, weet de HR-verantwoordelijke: “Ze verruimen hun kennis en netwerk. Dat zijn belangrijke hefbomen.” Eerste indrukken Momenteel zijn een kleine dertig vluchtelingen ondergebracht bij een arts. “Vanuit de eerste feedback van onze artsen kunnen we hierover optimistisch zijn”, stelt Tom. “Ze leren van elkaar.” Voor organisaties die vluchtelingen willen inschakelen, heeft deze HR-verantwoordelijke nog een gouden raad: “Start nooit zo’n project vanuit een sociaal bewustzijn alleen. Je moet geloven in de meerwaarde en de competenties van deze mensen. Ga dus net als bij andere jobkandidaten na of de nodige vaardigheden aanwezig zijn en wees ook bij vluchtelingen flexibel. Het is vaak belangrijker om te kijken naar de motivatie en groeikansen dan naar de huidige kennis van een kandidaat.” Voor meer informatie over de werking van Dokters van de Wereld, surf naar www.doktersvandewereld.be

9


SECTORNIEUWS

‘Stroomversnelling’ zet koers naar Vlaamse energietransitie Midden juni ondertekende Bruno Aerts namens Verso mee de engagementsverklaring voor het nieuwe traject naar een gedeelde energievisie van Vlaams minister Tommelein. Het project, dat de naam ‘Stroomversnelling’ meekreeg, moet concrete acties opleveren om de klimaat- en energiedoelstellingen voor 2020 en daarna te realiseren. De minister rekent ook op de medewerking van het middenveld en gewone burgers.

Om tot zo’n gedeelde visie te komen, maakt de minister gebruik van experts die in vijf werkgroepen concrete acties uitwerken binnen volgende domeinen: energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, flexibiliteit, financiering en governance. Daarnaast zullen 150 gewone Vlamingen in oktober debatteren over deze energievraagstukken. Op basis van al deze input wil minister Tommelein dan voor het einde van het jaar een gedragen energievisie presenteren.

Ook bij de gebouwen in de verschillende socialprofitsectoren is er nog veel ruimte voor een daling van de energiebehoeften en de productie van hernieuwbare energie. Daarom ondersteunt Verso het energietraject van de minister en zullen we het werkveld hierover verder informeren. www.stroomversnelling.vlaanderen

Summer Course: door de bomen het bos weer zien HRwijs organiseerde in augustus al voor de tweede keer een tweedaagse voor HR-verantwoordelijken die op zoek zijn naar een diepgravende vorming. In het groene Heerlijckyt van Elsmeren zag Eva Vereecke van De Ambrassade door de bomen weer het bos opdoemen. “We kregen een soort mindmap over hoe HR-thema’s met elkaar in verbinding staan en hoe de visie op je organisatie zich kan doorzetten in HR en leiderschap. Dat geeft een goed zicht op het geheel van ons werk.” Had de Summer Course (18-19 augustus) zich beperkt tot een afgebakend thema, dan was Eva Vereecke wel elders op tweedaagse gegaan, allicht ver van de werkcontext. “De docent, Roeland Broeckaert, ging in op alle aspecten van het medewerkersbeleid. Zijn boek gebruikte hij als kapstok, het diende voor mij als een soort mindmap die duidelijk aantoonde hoe alle HR-thema’s met elkaar in verbinding staan”, zegt Eva. “Die totaalbenadering zorgde voor overzicht en bood tegelijk de kans om stil te staan bij de thema’s die leefden in de groep.” Spiegelen aan de groep Dat blijken nogal vaak dezelfde thema’s te zijn en dat stelde Eva Vereecke best wel gerust. “We struikelen allemaal een beetje over dezelfde dingen. Dat maakt tegelijk dat we ook van elkaar konden leren en input kregen vanuit verschillende sectoren. Tijdens zo’n intense tweedaagse word je samen even ondergedompeld en krijg je de tijd om bij de dingen stil te staan. Dat vond ik absoluut een meerwaarde.” 10

De deelnemers van de Summer Course vonden ook een goed evenwicht tussen theorie, praktijk en ontspanning. “Zeer aangenaam dat het programma niet tjokvol zat. Je kunt dan nog alle kanten op. Wij hebben een ouderwets kampvuur gehouden en we zijn zelfs gaan kajakken.” Huiswerk Het werk van deze leidinggevenden stopt hier natuurlijk niet. Op basis van wat ze geleerd heeft, wil Eva werken aan een coachingstraject met haar leidinggevenden aan de hand van drie sporen: “Ik sta achter de visie van de docent: medewerkers voelen zich betrokken wanneer ze de autonomie krijgen om hun werk vorm te geven, wanneer hun persoonlijke doelen in overeenstemming zijn met die van de organisatie en wanneer ze hun competenties en talenten kunnen inzetten.” Ze zal dat ook kunnen doen met steun van haar medecursisten: “We hebben een dropbox geopend om sjablonen en documenten met elkaar te delen. Die openheid ontstaat als je twee dagen met elkaar optrekt”, stelt de directeur van De Ambrassade.


SECTORNIEUWS Staat ‘sociaal Europa’ in de steigers? Bij het begin van zijn termijn gaf Europees Commissievoorzitter Juncker al aan dat het de EU’s ambitie moet zijn om een ‘AAA-status op sociaal vlak’ te behalen. Een belangrijke rol daarbij is weggelegd voor Belgisch Eurocommissaris Marianne Thyssen als ‘sociaal gelaat’ van de Commissie-Juncker. Het voorstel voor een ‘Europese pijler van sociale rechten’, waar momenteel een openbare raadpleging over loopt, is een belangrijke stap om te peilen welk sociaal Europa mogelijk is.

Europa wil lidstaten helpen bij migratieen integratiebeleid Met een actieplan voor integratie en het aantrekken van hooggekwalificeerde migranten wil de Europese Commissie de lidstaten helpen om de voordelen van legale migratie te benutten en ook de integratie van nieuwkomers te bespoedigen. Op een netwerkevent van vleva, het Vlaams-Europees verbindingsagentschap, werd toelichting gegeven over deze initiatieven die ook voor de social profit kansen bieden.

Deze consultatie schuift een aantal gedeelde waarden naar voor op vlak van arbeidsmarktbeleid, arbeidsomstandigheden en sociaal beleid. Het uiteindelijke document, dat in eerste instantie enkel zal gelden voor de landen van de eurozone, zal hoogstwaarschijnlijk niet wettelijk bindend zijn, maar wel gebruikt worden om het sociaal beleid van deze landen op te volgen en omhoog te stuwen.

Europees Actieplan voor Integratie Het plan dat de Commissie op 7 juni voorstelde, bevat onder andere aanbevelingen rond de voorbereiding van migranten in het land van herkomst, beroepsopleiding, onderwijs, toegang tot huisvesting en gezondheidszorg en gemeenschapsvorming. De meeste van die zaken behoren tot de exclusieve bevoegdheden van de lidstaten, maar de Europese Commissie wil de lidstaten waar mogelijk ondersteunen door het stimuleren van goede praktijken en financiële steun.

Jos Sterckx, directeur van het Kenniscentrum Sociaal Europa, volgt dit dossier op de voet en beklemtoont het belang van dit initiatief: “Alhoewel we voor Vlaanderen niet direct grote gevolgen verwachten – onze standaarden op sociaal vlak en op vlak van arbeidswetgeving zijn al hoog – toont dit nieuw instrument dat de Commissie de kritiek over een te hardvochtig Europa ter harte heeft genomen. We moeten dit dan ook zien als een echte poging om naast een economisch sterk blok ook te streven naar op zijn minst gelijkere sociale standaarden in alle EU-landen.”

Blue Card “Europa weet De Commissie stelt ook een hervorming van slechts een de ‘blue card’ voor. Dit is een arbeidskaart die kan worden uitgereikt voor hooggekwalifiklein deel ceerde niet-Europese werknemers. Door de van deze uiteenlopende regelingen in de verschillende waardevolle lidstaten weet Europa slechts een klein profielen aan deel van deze waardevolle profielen aan te trekken. Duitsland is goed voor maar liefst te trekken” 87% van de Europese blue cards. In België wordt er – net als in de meeste EU-landen – eerder gebruik gemaakt van een eigen regeling: de arbeidskaarten. In 2013 werden er slechts vijf ‘blue cards’ uitgereikt. In 2014 nog altijd maar 19.

“Onze bekommernis is wel,” aldus Jos Sterckx, “dat Europese normen die lager zijn dan wat wij hier kennen, onze beleidsmakers niet zullen motiveren om te streven naar een verdere versterking van onze sociale bescherming. Daarnaast zet te tekst teveel in op ‘employability’ en te weinig op ‘sociale dienstverlening’. De verdere ‘internationalisering’ van sociale dienstverlening houdt bovendien grote risico’s in voor de lokale inbedding van sociale dienstverlening. Dit zijn voor ons de belangrijkste vragen waar de uiteindelijke tekst een antwoord op zal moeten vinden om ons te kunnen overtuigen.”

De Commissie wil nu één set van regels introduceren, die de nationale regelingen vervangen. De regels zullen ook eenvoudiger worden, zodat meer hooggekwalificeerde migranten aangetrokken kunnen worden. Zo wordt de salarisdrempel verlaagd tot hoogstens 1,4 keer het nationaal gemiddelde of zelfs 80% van het gemiddelde voor knelpuntberoepen zoals verpleegkundige. Kandidaten moeten ook een arbeidscontract kunnen voorleggen, maar de minimumduur hiervan wordt verlaagd van 1 jaar naar 6 maanden. De Commissie wil ook de verwerkingstijd voor een aanvraag beperken van 90 dagen naar maximaal 60 dagen. Voor een beperkt aantal ‘vertrouwde bedrijven’ wordt de administratieve rompslomp verder beperkt. Nieuwkomers zullen na vijf jaar in Europa een verblijfsrecht voor langere termijn verwerven of zelfs al na drie jaar indien de betrokkene steeds in dezelfde lidstaat heeft gewoond.

U kunt deelnemen aan de raadpleging via de website http://ec.europa.eu/social

www.vleva.eu 11


AANKONDIGINGEN

‘Samen Zorgkrachtig’ op Dag van de Zorg 2017 De volgende editie van de Dag van de Zorg is aangekondigd voor zondag 19 maart 2017. De voorbije jaren is de Dag van de Zorg uitgegroeid tot het grootste eendaagse event voor de zorgsector. Volgend jaar wordt er opnieuw gewerkt rond één centraal thema op deze grootschalige opendeurdag. Onder de noemer ‘Samen Zorgkrachtig’ zal de kracht van samen zorg dragen voor elkaar centraal staan. De inschrijvingen voor de Dag van de Zorg 2017 zijn geopend. Meer informatie? Neem eens een kijkje op de website van Dag van de Zorg: www.dagvandezorg.be

‘Groene kansen voor welzijn op maat’ Op donderdag 10 november organiseert het Steunpunt Groene Zorg in samenwerking met Cera een studiedag over de opportuniteiten die zorgboerderijen bieden in de uitbouw van het lokale zorg- en hulpverleningsaanbod. Vandaag zijn er zo’n 840 zorgboerderijen actief in Vlaanderen, al dan niet met subsidies. Zij bieden jaarlijks opvang en een stimulerende dagbesteding aan meer dan 2000 mensen uit kwetsbare groepen. 2,4% van de land- en tuinbouwbedrijven is actief als zorgboerderij. Er is dan ook een rijke traditie op dit vlak in Vlaanderen en de voordelen van deze zorgvorm, vaak met goed uitgewerkte samenwerkingsverbanden met zorgvoorzieningen, zijn dan ook al uitgebreid gedocumenteerd. Tijdens de studievoormiddag wordt er stilgestaan bij de meerwaarde van dit zorgmodel en de voorwaarden om tot een kwaliteitsvol zorgaanbod te komen. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar de positie van zorgboerderijen binnen het zorglandschap. Professor Johan Braeckman (UGent) zal een keynote verzorgen op de studiedag. De studiedag vindt plaats op 10 november in het KBC-auditorium in Brussel van 9.30 tot 11.30. Meer informatie: www.groenezorg.be

12

Nieuwe roadmaps innovatieve arbeidsorganisatie voorgesteld Op maandag 29 augustus organiseerde Flanders Synergy de zevende editie van haar congres over de weg naar een innovatieve arbeidsorganisatie. Flanders Synergy heeft als doel organisaties slagvaardiger te maken én aantrekkelijkere, werkbare jobs te creëren. Dit jaar stond de roadmap die Flanders Synergy ongeveer een jaar geleden ontwikkelde centraal. Die dient om organisaties te begeleiden naar een innovatieve arbeidsorganisatie en werd ondertussen al vaak getoetst aan de praktijk. Op het Flanders Synergy Congres kwamen vier cases aan bod van organisaties die de roadmap in de praktijk hebben gebracht: Vivaldis Interim, Terumo, Visitatie Mariakerke en wzc Sint-Jozef. Woonzorgcentrum Sint-Jozef in Neerpelt deed vooral ervaring op met zelforganiserende teams. Een tiental jaar geleden al formuleerden de medewerkers samen de kern van goede zorg in Sint-Jozef. Ondertussen is de organisatie geëvolueerd naar een ‘(t)huis met een ziel’, waarbij deskundig zijn, luisteren naar verhalen, bezielen en samenwerken de kernwaarden zijn. Daarnaast evolueert de organisatie steeds meer naar zelforganiserende teams. De prioriteiten en de werkverdeling worden in team bepaald en collega’s springen vaak voor elkaar in. De organisatie heeft op dit vlak al een hele weg afgelegd en uit de getuigenis blijkt dat de medewerkers veel autonomie en verantwoordelijkheidszin tonen. U kunt de getuigenis van wzc Sint-Jozef nalezen op de website van Flanders Synergy: www.flanderssynergy.be

Vereniging voor Social Profit Ondernemingen vzw - www.verso-net.be Kolonel Bourgstraat 122 bus 4 - 1140 Brussel - T 02 739 10 71 - F 02 736 75 06 - info@verso-net.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.