10 minute read

Tijd voor een waardig ouderenbeleid: interview met Christel Geerts

Next Article
Ledenvoordelen

Ledenvoordelen

Tijd voor een ouderenbeleid! volwaardig

Er is een nieuw Vlaams Ouderenbeleidsplan voor de periode 2020 tot 2025. We werpen er samen met VUB gerontologe Christel Geerts een kritische blik op.

Volgens de Vlaamse overheid moeten we anders denken over ouder worden. Het ‘nieuwe’ ouder worden heet voortaan Active Ageing. Zijn we op de goede weg? Christel Geerts: “Actief ouder worden is een belangrijk concept want het waardeert de eigenheid van iedere persoon en wil ouderen zolang mogelijk deel laten uitmaken van de samenleving. Het betekent dat leeftijd minder belangrijk is om ‘het kunnen’ van mensen te beoordelen. Alleen zit dat idee van leeftijd er zo ingebakken. Als ik vandaag vakbonden en sommige politici bezig hoor over de pensioenleeftijd is het alsof 60-plussers niks meer kunnen. We moeten met z’n allen werken aan een positieve beeldvorming. We moeten weten wat we willen als samenleving. Alle deuren voor ouderen moeten blijven openstaan om volwaardig te kunnen deelnemen. Dat is niet alleen goed voor de samenleving

De kern van het ouderenbeleid ligt op het lokale vlak.

maar ook voor de ouderen zelf. Het wetenschappelijk bewijs is talrijk.”

Dat actief ouder worden zou moeten gebeuren in leeftijdsvriendelijke gemeenten? Slagen we daar voldoende in? Christel: “De kern van het ouderenbeleid ligt inderdaad op het lokale vlak. Door corona is alle aandacht naar de woonzorgcentra gegaan, maar preventie is een veel grotere uitdaging. Uit onderzoek kunnen we vaststellen dat lokale besturen al heel veel doen. Ze hebben bijna allemaal een seniorenadviesraad en een seniorenconsulent. Dat zit wel goed. Maar wanneer je gaat polsen naar gestructureerd beleid, is het ver zoeken. De Vlaamse overheid moet beter doen dan nu. Ze mag best wel die gemeenten beter ondersteunen die inzetten op leeftijdsvriendelijk beleid. De Vlaamse overheid hoeft dat niet allemaal zelf te bekostigen, maar nu is er helemaal niks. In het Ouderenbeleidsplan is daar weinig over terug te vinden. Jammer, want dat lijkt me een gemiste kans.

Zo kom ik ook tot zorgzame buurten. De lokale overheid kan dat het best leiden, maar je hebt wel degelijk een globale visie nodig. Op alle domeinen van het leven ervoor zorgen dat alle ouderen zo lang mogelijk meekunnen. Dat is eigenlijk een vrij simpele samenvatting van leeftijdsvriendelijke gemeenten. Die zorgzame buurten zijn één element voor die mensen die het al wat moeilijker hebben. Maar laten we realistisch zijn, het is geen wondermiddel dat alles gaat oplossen. Wat ik nog te veel mis, en dat is toch een oude eis van S-Plus, is die ketting van sociale voorzieningen op lokaal vlak.

Van buurtwerk, seniorenverenigingen, dagopvang, enzovoort tot en met woonzorgcentra. Daar moet echt werk van worden gemaakt.”

Een ander principe gaat over participatief beleid. Maar wij hebben het gevoel dat Vlaanderen hoofdzakelijk naar de individuele burger kijkt (de ontzuiling in gedachte). Zijn seniorenverenigingen overbodig geworden? En wat met de Vlaamse Ouderenraad? Christel: “De Vlaamse overheid heeft het mis als ze denkt dat een volwaardig participatief beleid te bereiken is zonder seniorenverenigingen.

Die verenigingen bereiken mensen die de overheid niet bereikt. En in het Vlaams

Ouderenbeleidsplan zie ik zeer weinig staan over de rol van seniorenverenigingen. Ook ben ik ervan overtuigd dat seniorenverenigingen veeleer moeten betoelaagd worden vanuit welzijn en niet zo zeer vanuit cultuur.

Een goed georganiseerd openbaar vervoer is cruciaal.

Als ik sommige van die socioculturele teksten zie over de betoelaging dan denk ik echt dat die mensen die die teksten schrijven nog nooit in een seniorenvereniging zijn geweest.

De Vlaamse overheid maakt van het aanpakken van eenzaamheid bij ouderen een strijdpunt. Wat ik zeker goed vind ... Maar hoe ze dat gaan doen is me toch niet helemaal duidelijk. Ze willen de participatiedrempels wegnemen. Wel, als er nu een instrument is dat dit al doet, zijn het toch wel de seniorenverenigingen die hier van onschatbare waarde zijn. Want neem alle S-Plussen, Okra’s, NEOSsen, enzovoort weg, en je hebt een ramp.

De Vlaamse Ouderenraad levert goed werk hoor, maar is volgens mij te braaf. Dat moet meer de vakbond van de senioren zijn. De grote ambetanterik zeg maar, die kritisch staat tegenover het beleid. Daar blijf ik wat op m’n honger zitten.”

Bereikbaarheid is ook een belangrijk punt in het ouderenbeleid, maar als wij de plannen van Minister Weyts bekijken vrezen wij dat die zal verslechteren. Terecht, of is S-Plus te pessimistisch? Christel: “Minister Weyts ziet het groots met zijn nieuwe mobiliteitsplannen en vervoersregio’s. Alleen ziet het er minder rooskleurig dan hoe het wordt voorgesteld. Voor Sint-Niklaas (waar ik woon) bijvoorbeeld komt het er op neer dat alle stadsbussen verdwijnen. Dat kan toch niet? De bekommernis van S-Plus is meer dan terecht. De Vlaamse overheid wil iets anders opzetten met meer verbindingen tussen de kernen, maar met minder middelen. Het kleinschalige openbaar vervoer wordt hierdoor afgebroken. Het heil moet blijkbaar komen van de belbussen. Maar met welk geld? Door wie? Hoe? Daar moeten wij van wakker liggen. Want dan kun je nog zo vaak zeggen dat je moet participeren en actief ouderen worden, maar als een degelijke mobiliteit onmogelijk wordt gemaakt dan blijven de mensen thuis. Dat is zeker geen goed nieuws voor ouderen. Een goed georganiseerd openbaar vervoer is een cruciale factor om de participatie van ouderen in de samenleving mogelijk te maken. Ik zou hier vooral willen zeggen aan de S-Plus militanten die in seniorenadviesraden zitten om concrete vragen hierover te stellen, en laat je niet overdonderen door mooi ogende presentaties.”

Corona leert ons dat digitale inclusie heel belangrijk is. Toch stellen we vast dat de digitale kloof bijzonder groot is bij ouderen én jongeren. Biedt het beleidsplan voldoende om dat waar te maken? Christel: “De 2-deling doet zich hier heel sterk voor. De digitale kloof wordt het meest vast gesteld bij ouderen, maar vergis je niet. Ook jongeren vallen uit de boot. Er heerst een soort technologisch fatalisme. De almaar snellere digitale evolutie kunnen sommigen niet meer bijbenen, en ze haken bijgevolg af. Laagdrempelige cursussen aanbieden is een must. Maar dan denk ik opnieuw aan seniorenverenigingen. Al is het maar tussen een koffietafel door. We moeten wel degelijk ouderen blijven aanmoedigen om digitaal

actief te zijn. Aan de andere kant mag de overheid best ook kritischer zijn over haar eigen aanbod. Kijk naar de dienstverlening die volledig digitaal is geworden. En het niet-digitale alternatief is een telefoonnummer waar je nooit binnenraakt. Dat is toch wel een aandachtspunt. Want op die manier creëert de overheid mee de digitale kloof. Tovermiddelen gaan we echt niet vinden.”

Er komt een Vlaams actieplan rond vroegtijdige zorgplanning. Zijn we daar klaar voor? De Koning Boudewijnstichting heeft daar een paar jaar geleden ook op ingespeeld met hun project ‘Vroeger nadenken over later’. Christel: “Het is opnieuw heel vaag verwoord in het ouderenbeleidsplan, maar we kunnen niet tegen het concept zijn van een gezonde levensloop. Ja, de meesten plannen allerlei zaken maar denken niet na over de laatste levensfase. En dan zien we dat we nog geen stap verder staan met de uitbreiding van de euthanasiewet in kader van dementie, waar we ondertussen al 15 jaar mee bezig zijn. We worden een beetje ongeduldig.

Een goede zorgplanning in alle openheid lijkt mij wel belangrijk om die laatste levensfase zonder veel zorgen door te komen.”

Meten is weten. Een kwalitatief ouderenbeleid kunnen we alleen maar toejuichen. Maar als we de cijfers bekijken van ouderenmis(be)handeling in woonzorgcentra is er nog werk aan de winkel toch? Christel: “Objectief hebben we zeker een aantal instrumenten zoals de kwaliteitsindicatoren,

Laagdrempelige digitale cursussen aanbieden is een must.

we hebben subjectieve bevragingen en audits. Die controle is er. Of dat voldoende is, is een andere vraag. Kijk, sommige werkstudenten van onze opleiding gerontologie, werkzaam in verschillende woonzorgcentra, stonden mee in het oog van de storm. Samen met hen hebben we een artikel over woonzorgcentra geschreven. Eén van die citaten is wel sprekend: ‘We moeten veel registreren, en eens geregistreerd is het al voldoende.’ Dat zegt veel natuurlijk. Met zo’n registratie moet je aan de slag gaan. Anders mis je het punt.”

Zijn woonzorgcentra nog werkbaar of zullen die zich anders moeten gaan organiseren om te voldoen aan die zorg op maat? Christel: “Er zijn natuurlijk een paar dingen verkeerd gelopen, maar aan de andere kant zijn er ook fantastische dingen gebeurd. Je moet het maar doen onder die bepaalde omstandigheden. Het verslag van de Vlaamse Ombudsdienst is ook niet om vrolijk van te worden. Maar de teneur moet toch wel zijn dat iedereen in de zorg zijn best heeft gedaan.

Dat er meer middelen moeten komen, is een opendeur intrappen. Wat mij wel teleurstelt, zowel in het advies van de Vlaamse Ouderenraad als in het ouderenbeleidsplan, is het volgende. Het onderzoek van Apache toont aan dat via vzw-structuren geld wordt doorgesluisd naar vennootschappen. Het lijkt mij toch fundamenteel dat men dat moet aanpakken, niet? Dat betekent niet dat we tegen privé-initiatieven zijn. Alleen moet de minister zorgen dat overheidsgeld op een billijke manier naar de zorg gaat en niet via een achterdeur verdwijnt in een vennootschap.

Het is natuurlijk niet enkel en alleen een financieel probleem. Vanuit de VUB hebben wij ook aandacht voor opleiding. Men heeft het over warme, empathische zorg. Maar je moet eens kijken in de opleidingen? Daar vind ik soms zeer weinig van terug in handboeken.

De rol van verpleegkundigen lijkt mij ook cruciaal. Ik denk dat een taakuitzuivering geen kwaad zou kunnen. Zij zijn veel te veel bezig met administratie. Terwijl hun kostbare tijd toch beter kan gebruikt worden voor de verzorging van mensen.

Mag er niet nagedacht worden over een ‘tehuisarts’ in plaats van al die artsen die apart komen naar het woonzorgcentrum?

Ik mis momenteel een open discussie zonder vooringenomenheid met open vizier. Maar ik zie weinig politieke moed om dat ten gronde aan te pakken. Zelf pleiten wij vanuit de VUB voor netwerken van woonzorgcentra. Het is perfect mogelijk om kleinschalig zorg te verlenen, maar organisatorisch op een grotere schaal te werken. Binnen die schil van dat netwerk pleiten we dan voor een meer doorgedreven specialisatie. Bijvoorbeeld een referentiepersoon dementie.

Op één of andere manier moet het toch mogelijk zijn dat woonzorgcentra kordaat en correct kunnen handelen in acute en uitzonderlijke situaties. Want dat was de afgelopen periode toch één van de knelpunten.

Er moet terecht meer aandacht zijn voor verschillende disciplines, en verpleegkundigen maken daar deel van uit. Die hebben allemaal een plaats in die warme zorg. Alleen stellen we vast dat bijvoorbeeld psychosociale zorg er maar aan te pas komt als al de rest gedaan is. Dat moet toch veranderen. Dat het anders en beter moet. Daar zijn we het allemaal over eens. Maar de maatschappelijke discussie moet beginnen vanuit een appreciatie van alle goeie dingen die vandaag al gebeuren.”

Er wordt veel belang gehecht aan persoonsvolgende financiering in de Vlaamse Bescherming. Is dat de weg vooruit denk je? Christel: “Ik ben daar niet voor. Maar mijn mening is gevormd door wat ik heb zien gebeuren in de sector met personen met een beperking. Het modelproject staat in Sint-Niklaas, de vzw Bijs. Daar verblijven 9 kinderen met een beperking, waaronder het dochtertje van Tom Steels. Die mensen hebben gedaan wat het ministerie van hen verwacht. Maar het vergt veel van die gezinnen. Ik zie geen alleenstaande

Iedereen in de zorg heeft zijn best gedaan.

ouderen met meerdere kinderen in dat project stappen. Het idee dat je als mens zelf kan beslissen is goed, maar willen de meeste mensen niet eerder weten waar ze goeie kwaliteitsvolle en betaalbare zorg kunnen krijgen? Ik denk dat de meeste mensen daarvan wakker liggen.

Hoe dan ook, als er niet voldoende middelen zijn, is dit het zoveelste schaamlapje. Ik zou het omkeren. Maak dat er eerst voldoende middelen zijn en denk dan na over een ander systeem. Het klopt toch niet dat sommige mensen een brief krijgen met de melding dat hun kind in aanmerking komt, maar pas binnen 10 jaar krijg je de 1ste euro. Hoe ze dit willen uitbreiden naar de ouderenzorg baart mij toch zorgen. Zijn er geen andere noden binnen de ouderenzorg die moeten worden aangepakt?

Mensen moeten natuurlijk zelf beslissen. Maar het resultaat zal zijn dat de sociaal sterkere ouderen daar het meest van zullen profiteren. Die beslissen vandaag ook al zelf. Diegene die geen sociaal netwerk hebben zullen nog meer aan willekeur onderhevig zijn.”

Indien je het plan in zijn totaliteit moet evalueren, wat is dan je oordeel? Christel: “Minister Beke heeft veel goede intenties opgesomd. Het plan zit vol mooie ideeën en goede bedoelingen. Maar daar kom je nergens mee. Ik mis een concrete uitwerking. Niet geslaagd dus.”

Steven Vanden Broucke.

This article is from: