3 minute read

S-INFO

Next Article
NIEUWS

NIEUWS

IN DE BAN VAN DWANG

Elke dag met iets bezig zijn, dat is passie. Maar het kan soms overslaan in een obsessie. Meermaals checken of de deur op slot is. Pas kunnen vertrekken nadat alles gecontroleerd is in huis. Of misschien meer dan gemiddeld je handen wassen per dag. Onschuldig, tot blijkt dat je deze obsessies niet meer kan loslaten en er sprake is van dwanghandelingen.

In het centrum voor Obsessieve Compulsieve Stoornissen (OCS) van het UZ Gent spraken we met psychiater Hannelore Tandt en ex-patiënt en ervaringswerker Annelies Deswarte. We vragen hen wat OCS – vroeger ook bekend als dwangneurose – precies inhoudt.

VAST IN EEN SPIRAAL VAN OBSESSIE

“Natuurlijk hebben veel mensen vaste gewoontes of bepaalde routines. We hebben allemaal weleens rare gedachten zoals ‘stel dat ik nu op de sporen stap’ of ‘stel dat ik nu mijn stuur omsla’. Dat is volstrekt normaal”, legt dokter Tandt uit.

“Het wordt pas problematisch als je er geen plezier meer aan beleeft, als deze gedachtes stress veroorzaken en ze je leven overheersen. Of als je blijft doormalen op zo’n ‘vreemde’ gedachte, in plaats van ze luchtig te laten passeren.”

Mensen met OCS zitten vast in een spiraal van opdringerige gedachten of obsessies, die ze proberen op te vangen met bepaalde dwanghandelingen. “Wanneer dwanggedachten en -handelingen meer dan 1 uur per dag in beslag nemen, is er een probleem”, verduidelijkt dokter Tandt.

Ervaringswerker Annelies Deswarte (links) en psychiater Hannelore Tandt (rechts)

“Bij een gemiddelde persoon met OCS nemen de gedachten 6 uur en de handelingen 4,6 uur per dag in beslag. Dat heeft een enorme impact op je levenskwaliteit.”

NIET MEER LEEFBAAR

Annelies Deswarte (32) liet zich 8 jaar geleden opnemen in het OCS-centrum van het UZ Gent. Haar smetvrees had zulke proporties aangenomen dat het niet meer leefbaar was. “Op het eind kon ik niet meer naar buiten en niks meer aanraken zonder dat ik uren moest douchen”, getuigt ze.

“Liet ik mijn washandje vallen in de douche, dan moest mijn moeder het oprapen. Want ik mocht niets van de grond oppakken. Mijn handen waren helemaal rauw van het vele wassen en toch overgoot ik ze tientallen keren per dag met pure alcohol. De gedachte om vuil te zijn, was sterker dan de pijn die ik voelde.”

4 GEDAANTEN VAN OCS

Er zijn 4 types OCS, die ook samen kunnen voorkomen.

1. Smetvrees: angst om vuil te zijn, besmet te worden of anderen ziek te maken. Daardoor wil je jezelf, je kleding en je omgeving de hele tijd proper maken.

2. Orde en symmetrie: je ongemakkelijk of gespannen voelen als objecten niet symmetrisch of in een bepaalde volgorde staan. Je probeert daarom alles altijd netjes recht en symmetrisch te leggen.

3. Controle: angst dat door jouw nalatigheid iets verschrikkelijks zal gebeuren, zoals een inbraak of brand. Je controleert altijd opnieuw alles in huis.

4. Verboden of taboegedachten: gewelddadige of verboden gedachten ervaren. Je voert bepaalde rituelen uit om dit ongedaan te maken of om geruststelling te vragen.

“ALS DE DIAGNOSE LAAT GESTELD WORDT, HEEFT JE BREIN JAREN TRAINING GEKREGEN IN HET ‘DWANGEN’”

HANNELORE TANDT, PSYCHIATER UZ GENT

© James Arthur “Mijn leven bestond enkel nog uit mijn obsessieve gedachten. Ik besefte dat ik me moest laten helpen en ik ben zeer blij dat ik toen hier ben terechtgekomen.”

MOEILIJKE DIAGNOSE

Niet alleen de ‘gewone’ bevolking weet weinig over OCS, ook voor hulpverleners is het nog een vrij onbekende aandoening. Het probleem is vaak dat mensen niet snel hulp inschakelen, omdat ze hun obsessies als normaal zien. Patiënten ondergaan soms ook verkeerde onderzoeken of krijgen een foute diagnose doordat er nog niet veel geweten is over deze aandoening.

“Dat OCS vaak laat ontdekt wordt, zorgt ervoor dat je brein járen training heeft gekregen in het ‘dwangen’. En dat de omgeving van de persoon al flink ‘mee dwangt’ in een poging om het leefbaar te houden. Dat maakt de therapie natuurlijk erg zwaar. Vroege opsporing is dus cruciaal”, benadrukt dokter Tandt.

Annelies bevestigt: “Ik herinner me mijn allereerste dwanghandelingen, toen ik 8 jaar was. Nooit stelden hulpverleners de diagnose OCS. Pas op mijn 24ste, toen je er echt niet meer naast kon kijken, kwam ik hier terecht.”

“De therapie was heftig, maar ik heb me erdoor gesparteld. Vandaag kan ik zeggen: ik leef weer. Ik doe alles wat ik tof vind: ik reis, ik zwem in zee, ik zie vrienden. Alles wat vroeger ondenkbaar was. Ja, het blijft lastig. Ik moet elke dag opnieuw vechten tegen een stroom aan dwanggedachten. Maar dankzij therapie kan ik er nu voor kiezen om te leven.”

PSYCHOLOGISCHE HULP NODIG?

Ontdek ons aanbod en de terugbetalingen op www.devoorzorg.be/terugbetaling-psycholoog.

This article is from: