9 minute read
HOEZO
by Solidaris
HOEZO WAAROM JE MOET OPLETTEN MET CO
C,
DE STILLE DODER
Dominique Vandijck
Directeur van het Antigifcentrum
CO-vergiftiging is de belangrijkste vorm van vergiftiging in België. Zeker ’s winters loop je sneller het risico om bevangen te worden door dit gevaarlijke gas. Hoe voorkom je CO-vergiftiging? Dominique Vandijck, directeur van het Antigifcentrum, legt uit en geeft tips.
WAT IS CO?
“CO of koolstofmonoxide is een verbrandingsgas: het ontstaat als je een fossiele brandstof (zoals aardgas, kolen, hout …) onvolledig verbrandt. Als zulke brandstoffen normaal verbranden, is er geen probleem: dan ontstaat CO2 (koolstofdioxide). Maar als de verbranding te weinig zuurstof krijgt, gebeurt ze onvolledig. Dan ontstaat CO, dat zich in de omgeving verspreidt.”
HOE WERKT CO IN OP HET MENSELIJK LICHAAM?
“We ademen altijd wat CO in, want het zit ook in de lucht (door verkeer, natuurlijke bronnen, tabak …). Ons bloed neemt het op via de longen, zoals zuurstof. CO zet zich vast op de hemoglobine in onze rode bloedcellen. Hemoglobine kan je zien als ‘wagonnetjes’ in het bloed die zuurstof rondbrengen in ons lichaam. Gelukkig gaat CO weer naar buiten: vooral door uit te ademen. Zo ruimt ons lichaam voldoende op om gezond te blijven.”
“Het wordt wél een probleem als de CO-concentratie in het bloed te hoog wordt. Dat kan omdat er in de directe omgevingslucht te veel CO zit. Dan springt er te veel CO op de hemoglobinewagons, waardoor zuurstof minder plaats heeft. Met andere woorden: er wordt te weinig zuurstof rondgebracht in ons lichaam. Zuurstof is brandstof voor onze organen. Als je organen te weinig zuurstof krijgen, werken ze minder goed of falen ze.”
WANNEER ONTSTAAT CO-VERGIFTIGING? EN HOE HERKEN JE HET?
“Er is een verschil tussen blootstelling aan CO en CO-vergiftiging. Het is niet omdat je blootgesteld bent aan CO, dat je meteen vergiftigd bent. Je hebt het ingeademd, maar niet in die mate dat je klachten hebt. De concentratie in je bloed is niet te hoog en er is geen intoxicatie. Pas als je klachten ervaart, spreken we van een COvergiftiging.”
“Er zijn 2 soorten COvergiftiging: chronische
en acute. Stel: je hebt een slecht werkende verwarmingsketel die de hele tijd (kleinere hoeveelheden) slechte afbraakgassen verspreidt. Dan krijg je continu meer CO binnen dan normaal. Je hebt hoofdpijn, voelt je algemeen slecht, duizelig of vermoeid … Maar verlaat je de ruimte waar de ketel staat, dan gaan de symptomen over. Dat is een chronische vergiftiging, waarbij mensen vaak niet doorhebben dat het om COintoxicatie gaat.”
“Werkt een verwarmingsketel opeens heel slecht en komt er in 1 keer een grote hoeveelheid CO vrij, dan krijg je plots zwaardere symptomen die zeer snel verergeren – binnen 10 minuten zelfs – en levensbedreigend zijn. Algemene klachten zoals hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid … gaan snel over in zwakte, kortademigheid, verlies van bewustzijn tot
CO MAAKT JAARLIJKS 850
SLACHTOFFERS (NIET-DODELIJK EN DODELIJK) IN BELGIË
JAARLIJKS STERVEN ONGEVEER 30 MENSEN DOOR CO-VERGIFTIGING IN BELGIË
85%
VAN DE ONGEVALLEN MET CO GEBEURT BIJ MENSEN THUIS zelfs coma en overlijden. Dat is een acute CO-vergiftiging.”
WAT MOET JE DOEN BIJ TE VEEL CO OF CO-VERGIFTIGING?
“De belangrijkste regel is: alle ramen en deuren openzetten en ventileren. Vermoed je een COvergiftiging? Volg dan deze stappen: • Breng jezelf niet in gevaar en verlaat zo snel mogelijk de ruimte.
Ben je zelf buiten, ga dan niet binnen in een ruimte waar iemand bewusteloos ligt. De kans dat je zelf ook bevangen raakt, is zeer groot. • Verwittig de hulpdiensten (112) en laat hen alles verder controleren. • Verlucht de kamer als dat kan zonder risico voor je eigen veiligheid.
Zet alle ramen en deuren open. • Schakel toestellen uit die mogelijk de oorzaak zijn , als dat kan. • Evacueer iedereen uit de kamer. • Leg een slachtoffer in zijdelingse houding. Start reanimatie als hij of zij niet meer ademt.”
HOE KAN JE CO-VERGIFTIGING VOORKOMEN?
“Waar in huis komt het vaakst COvergiftiging voor? Dat zijn de woonkamer, badkamer en slaapkamer. Verwarmingstoestellen en installaties voor warm water zijn de grootste boosdoeners. 1. Controleer: laat elk verwarmingstoestel met verbranding (en het afvoerkanaal van het toestel) elk jaar nakijken door een erkende controleur. Installeer nooit een tweedehands toestel. Extra tip: heeft je ketel een waakvlam? Kijk ernaar. Een blauwe vlam is goed, een gele vlam wijst op een slechte verbranding. 2. Ventileer: zorg voor voldoende en constante aanvoer van frisse lucht en afvoer van ‘vuile’ lucht.
Zeker in (kleine) ruimtes waar een verbrandingstoestel staat. 3. Alarmeer: heb je een CO-melder?
Zorg ervoor dat die van goede kwaliteit is. Er zijn spijtig genoeg heel veel goedkopere en slechte toestellen op de markt. Check of het Europese keurmerk vermeld staat. Ook COmelders moet je onderhouden en nakijken. Test ze regelmatig. Zorg er verder voor dat iedereen van je gezin weet hoe ze moeten evacueren (hoe en langs waar gaan jullie naar buiten?).
Zo moet je niet nadenken in een moment van stress en paniek. 4. Reageer: wees alert voor symptomen van COvergiftiging: • hoofdpijn • algemene malaise • misselijkheid • vermoeidheid • duizeligheid • in een later stadium: zwakte, kortademigheid, verlies van bewustzijn tot zelfs coma. Zet alle ramen en deuren open, ga zo snel mogelijk naar buiten en verwittig de hulpdiensten. Breng jezelf niet in gevaar.
MEER WETEN OVER CO EN DE GEVAREN
Het Antigifcentrum legt precies uit wat CO is en waarom het zo gevaarlijk kan zijn. Je vindt er ook allerlei extra informatie over COvergiftiging én preventie. Surf naar www.antigifcentrum.be/ koolstofmonoxide/co-vergiftiging.
Antigifcentrum: www.antigifcentrum.be 070 245 245 (gratis, 24/7).
Actieweek Gezond Binnen
In november loopt de actieweek
Gezond Binnen. Want gezond leven wil niet alleen zeggen gezond eten, voldoende bewegen, goed slapen ... het betekent ook dat je de binnenlucht in huis gezond houdt.
Ontdek 15 tips voor een gezonde lucht in huis op www.solidaris.be/blog.
Eduarda Van Aken (89 jaar)
Houdt van kaarten, babbelen en tijd doorbrengen met haar (achter-) kleinkinderen
De stap zetten naar een woonzorgcentrum lijkt voor heel wat ouderen een grote opgave. Want een ‘rusthuis’ of een ‘home’ is geen pretje, hoor je vaak. Maar verhuizen naar een woonzorgcentrum hoeft echt niet slecht te zijn. Eduarda (89) bewijst dat je er je oude dag heel gelukkig kan doorbrengen.
Het is de 1ste dag in weken dat de zon er niet doorkomt, maar Eduarda straalt wél. Ze is net terug van de kapper en wacht me op met een vers kopje koffie. Of zeg maar stevige mok. Terwijl ik van de dampende koffie nip, maakt zij haar kaartspel met haar boezemvriendin Louisa nog snel af.
Andere vormen van wonen voor ouderen
Een woonzorgcentrum is lang niet meer de enige plek waar je als oudere terechtkan als je niet meer thuis kan wonen. Of wanneer je zelf beslist om op een bepaalde leeftijd aangepast te gaan wonen. Kleiner, maar nog altijd zelfstandig wonen? Dan is een assistentiewoning wel een idee. Je krijgt er bepaalde zorg als die nodig is. Ook een kangoeroewoning kan een oplossing zijn. En wist je dat je als 60-plusser heel wat voordelen kan halen uit co-housing? Ontdek alle mogelijke vormen van wonen voor senioren en getuigenissen op
www.solidaris.be/
blog.
ZELF GEKOZEN VOOR WOONZORGCENTRUM
“Wij zijn bijna altijd samen, Louisa en ik. We zijn onafscheidelijk”, vertelt Eduarda. “We kaarten of spelen Rummikub, babbelen, lachen, bekijken foto’s van onze familie ... We hebben enorm veel aan elkaar.”
Eduarda was een grote steun voor haar vriendin, die toen nog maar net verhuisd was naar woonzorgcentrum Den Beuk in Boom. “Louisa was heel triest en had het moeilijk met haar nieuwe woonsituatie. Ze praatte amper en weende vaak. 2 weken nadat zij hier introk, kwam ik aan. Ik probeerde haar langzaam uit haar isolement te halen. Ze is echt opengebloeid én gelukkig. Daar ben ik zo blij om.”
Voor ze verhuisde naar het woonzorgcentrum, woonde Eduarda in
“Ik ben oprecht gelukkig, maar geef toe dat ik schrik heb om terecht te komen op de afdeling voor mensen met dementie.
een appartement met haar dochter. “Ik koos er zelf voor om de stap te zetten naar dit centrum. Mijn dochter had het moeilijker met mijn verhuis dan ik. Maar ik zit hier echt goed. Ik heb hier meteen mijn draai gevonden.”
DEUR ALTIJD OPEN
“Hier ben ik nooit alleen. Toen ik nog thuis woonde, was ik overdag eenzamer dan nu. De mensen die hier werken zijn zo vriendelijk en aangenaam. Veel mensen denken bij een woonzorgcentrum aan een steriele en ongezellige omgeving. Kamers op ziekenhuisgangen, waar je in je eentje zit. Maar kijk rond, dat is totaal niet het geval!”, vertelt Eduarda.
Een extra bewijs zijn de deuren van de kamers van de bewoners op Eduarda’s afdeling. Stuk voor stuk zijn ze gepersonaliseerd met een wandsticker. Zo lijken het buitendeuren van een huis, met gekleurde glasramen. “Mooi toch? Al staat mijn deur meestal wel open. Dat vind ik veel fijner. Tegen iedereen die passeert, zeg ik dag. En wie wil, mag altijd even binnenspringen.”
BARBECUE EN SPORTDAG
Het woonzorgcentrum zorgt voor heel wat animatie en evenementen. Dagelijkse activiteiten, maar ook ‘speciallekes’. “Op het einde van de zomervakantie was er een barbecue voor alle bewoners en familieleden die wilden komen. Mijn dochter, kleindochter en haar peuterdochtertje – mijn oogappel – waren erbij. Prachtige dag, lekker eten, toffe sfeer: het was genieten. En niet lang geleden was er een sportdag. Ja, trek de kast maar open, dan zie je mijn diploma hangen”, knipoogt Eduarda. “Mijn familie komt geregeld langs. Ik besef dat ik daarin wel een geluksvogel ben, want niet iedereen heeft familie of vrienden die op bezoek komen. Maar elke woensdag komen er ook mensen voor een dag. Zij wonen hier niet, maar komen 1 keer per week op dagverblijf. Een leuke afwisseling. En hoe meer zielen, hoe meer vreugde, niet?”
PLANTREKKER
“Ik ben oprecht gelukkig. Ik ben van nature erg positief ingesteld, maar je maakt er ook van wat je zelf wil. Zit je met iets, zeg het gewoon tegen het personeel. Heb je iets nodig, vraag het. Dat zeg ik ook altijd tegen Louisa.”
“Iedereen heeft zijn karakter natuurlijk. Ik vraag vaak aan een bewoner die zich wat afsluit om deel te nemen aan een spelletje of babbel, maar ik krijg telkens een ‘neen’. Dat is spijtig, maar daar kan ik dan niets aan veranderen. Blijven proberen, zeker?”
Of Eduarda nog grote wensen heeft? “Ik hoop dat ik zo lang mogelijk op deze afdeling kan blijven wonen, zonder te erge gezondheidsproblemen. Ik wandel wat moeilijk, maar met mijn rollator kan ik goed mijn plan trekken. Ik geef toe dat ik schrik heb om terecht te komen op de afdeling waar de mensen met dementie zitten. Je zelfstandigheid verliezen, niet meer goed beseffen wat er allemaal gebeurt … Dat wil ik niet. Maar voorlopig is er geen vuiltje aan de lucht. Hopelijk kan ik dat zo houden!”