199
132
SERVUS! HET IS FRIS VANMORGEN.
GOEDEMORGEN!
PHILIPP! UITSTAPPEN.
WAT HOORDE IK? SPEEL JE TEGENWOORDIG THEATER?
PHILIPP! JE ZIT NOG ALTIJD IN DE AUTO! KOM! UITSTAPPEN!
NEE!
NEE OOM WALTER.
IK DOE AL HET WERK ACHTER DE SCHERMEN.
KOM, VOORUIT! BUITEN SCHIJNT DE ZON!
NEE! IK WIL BINNENÂ BLIJVEN!
133
JAMMER, IK HAD GEHOOPT JE BINNENKORT OP TV TE ZIEN.
NEE! NEE! NEE! IK WIL NAAR HUIS!
EN NOU IS HET KLAAR MET DAT THEATER!
PHILIPP IS EEN BINNENMENS.
DE HELE FAMILIE HELPT MEE OP DE WIJNGAARD. DE VOLWASSENEN KNIPPEN DE TROSSEN AF, DE KINDEREN HALEN DE VOLLE MANDEN OP EN ZETTEN LEGE TERUG – ZIJ KUNNEN NOG MAKKELIJK ONDER DE WIJNRANKEN DOOR LOPEN.
MAND!
IK HEB EEN LEGE MAND NODIG!
GOED, OOM WALTER!
HIER HEB JE EEN LEGE MAND.
WACHT MAAR! ALS JE NIET BRAAF BENT, KOMT DE KRAMPUS JE HALEN!
134
DE KRAMPUS IS EEN WEZEN UIT DE OOSTENRIJKSE FOLKLORE. HIJ VANGT STOUTE KINDEREN EN NEEMT ZE MEE NAAR DE HEL.
VOLGEND JAAR GAAT PHILIPP AL NAAR SCHOOL…
ULLI, HET WORDT TIJD DAT JE MET HEM GAAT PRATEN OVER WAAR HIJ IN DE TOEKOMST MOET WONEN…
HIJ KRIJGT DE LEEFTIJD WAAROP VRIENDEN BELANGRIJK WORDEN. WISSELEN VAN SCHOOL ZOU HEM UIT ZIJN VRIENDENKRING HALEN.
KRANKZINNIG, HOE SNEL DE TIJD GAAT…
HOEZO?
ALS JE HEM MEE WILT NEMEN NAAR WENEN, DAN MOET JE NIET TE LANG WACHTEN.
135
NU KAN HIJ NOG MAKKELIJK AARDEN.
Hm. Hm.
… MAAR ALS HIJ EENMAAL OP SCHOOL ZIT…
BEGRIJP ME NIET VERKEERD, WE ZORGEN GRAAG VOOR PHILIPP. MAAR JIJ BENT NU EENMAAL ZIJN MOEDER!
EH, kuch, KAN HIJ NIET NOG EEN TIJDJE BIJ JULLIE BLIJVEN?
EN ALS JE OVER EEN PAAR JAAR INEENS WIL DAT HIJ BIJ JE KOMT WONEN, DAN GAAT DAT MISSCHIEN NIET ZO MAKKELIJK MEER.
OPGESLOTEN MET ZIJN MOEDER IN EEN PIEPKLEINE STUDIOWONING WORDT HIJ VAST NIET GELUKKIGER.
136
EN EEN GROTERE WONING KAN IK NIET BETALEN.
ZOEK DAN OOK EENS EEN FATSOENLIJKE BAAN!!
IK ZOEK OOK!
LUI, EGOÏSTISCH, ONTAARD… SLECHT, DAT BEN IK: EEN SLECHTE MOEDER.
JA.
EN, PHILIPP? HEB JE DE KRAMPUS AL ONTMOET?
WAT?! EN HIJ HEEFT JE NIET MEEGENOMEN?
137
NEE. HIJ ZEI DAT HIJ OOM WALTER ZOCHT.
EERST KWAM DE TANDENBORSTEL.
KIMATA, JE KUNT HIER NIET WONEN.
ALLEEN TOT IK IETS GEVONDEN HEB…
TOEN DE SCHEERSPULLEN.
TENSLOTTE…
IK ZAL JE NIET STOREN, BELOOFD! JE ZAL NIET EENS MERKEN DAT IK ER BEN!
HOORT U EENS, VUILE SLET! ALLE BUREN KLAGEN OVER U! DIT IS EEN FATSOENLIJK HUIS!
VANDAAG KOOK IK VOOR ONS! LAAT JE VERRASSEN!
HEB JE HULP NODIG? NEE!
HIJ KOOKTE ZACHTE EIEREN. 138
AAHHH… EINDELIJK WEER EENS UITSLAPEN!! WERKLOOS ZIJN IS HEERLIJK!
VOOR IK OPSTA IS KIM AL NAAR ZIJN WERK. SOMS ZIEN WE ELKAAR DAGENLANG NIET, ALS IK BIJ THOMAS BLIJF SLAPEN, OF BIJ PHILIPP.
TOT OP EEN DAG… NU AL THUIS?
HET GAAT BEST GOED ZO…
EEN ONGELUK.
DE MACHINE WAARMEE IK WERK IS KAPOT. IK PROBEERDE HEM TE MAKEN EN DAARVOOR MOEST IK ONDER DE STANSARM DOOR.
DAT VERVLOEKTE DING BRAK BIJNA MIJN HAND! MAAR IK WAS SNELLER! HIJ HEEFT MAAR ÉÉN VINGER TE PAKKEN GEKREGEN!
WAT IS ER GEBEURD?
OH MIJN GOD!! DOET HET PIJN?
NEE, IN HET ZIEKENHUIS KREEG IK EEN PIJNSTILLER.
IK BEN ALLEEN WAT MOE.
139
DE WEEK DAAROP ZIT KIMATA ZIEK THUIS.
WAUW! VERKOOP JE DIE TEKENINGEN?
DAT WORDT EEN PRENTENBOEK. IK ILLUSTREER EEN SPROOKJE.
IS DAT VOOR KINDEREN? VOOR PHILIPP?
PHILIPP HEEFT HET VERHAAL GEKOZEN. IK HOOP EEN UITGEVERIJ TE VINDEN DIE ER EEN BOEK VAN MAAKT.
JE KUNT MIJ SCHILDEREN!
140
IK BEGRIJP NIKS VAN KUNST, MAAR IK ZIE WEL DAT JE GOED BENT. JIJ BENT GOED. DANK JE! IK MOET NOG VEEL LEREN.
OP EEN DAG…
IK HEB DORST! JE KRIJGT ZO IETS TE DRINKEN, PHILIPP.
WE ZIJN TE VROEG! ZE ZAL WEL THUIS ZIJN.
SNEL! KIM! TREK IETS AAN!
JA?
IK BEN VERGETEN DAT MIJN OUDERS VANDAAG ZOUDEN KOMEN!
141