de boer aan het woord verkorte voorpublicatie
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
‘Ik lever melk en wacht mijn prijs af. Ik lever vee en wacht mijn prijs af.’
Henk van Gerven, Kamerlid SP Inez Staarink, beleidsmedewerker SP Tweede Kamerfractie september 2012
Foto omslag: Herman Engbers / Hollandse Hoogte
2
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
Samenvatting In de SP-enquête ‘De boer aan het woord’ onder 841 boeren betreft het een man van middelbare leeftijd en bedrijfseigenaar. Maar liefst 82% heeft liever een normaal bedrijf dan een megabedrijf als daar een fatsoenlijke boterham mee te verdienen is. Cruciaal punt daarbij is de prijsvorming. Als de prijzen voldoende hoog zijn kiest men in groten getale voor het gezinsbedrijf. Slechts 16% van de boeren vindt meer megabedrijven een goede ontwikkeling. Bijna de helft (47%) vindt het een slechte ontwikkeling. Een overweldigende meerderheid van 95% van de boeren heeft liever een kostendekkende prijs voor zijn product dan subsidie van de overheid. 78% vindt echter dat hij in de markt niet de prijs voor zijn product krijgt die de boer nodig heeft om uit de kosten te komen en een fatsoenlijke boterham te verdienen. Als belangrijkste oplossing ziet hij een betere prijs. Driekwart van de boeren vindt dat de overheid maatregelen moet nemen tegen speculatie met voedselprijzen. De boer voelt zich tamelijk machteloos als het gaat om het bedingen van een reële prijs voor zijn product. Ze zijn sterk afhankelijk van een beperkt aantal afnemers en massaal leeft het gevoel dat in de voedselketen de boer als producent er bekaaid vanaf komt. De verdeling van de marges in de keten worden als hoofdprobleem en hoofdoplossing aan gekaart. Ook de inkoopmacht en de ongunstige mededingingsregels worden veel genoemd. De SP pleit voor een verandering in de productie van de intensieve veehouderij. Een eerlijke prijsvorming is een essentiële voorwaarde om de ongewenste doorgaande schaalvergroting in de landbouw tot staan te brengen en investeringen in milieu, gezondheid en dierenwelzijn terug te kunnen verdienen. Om de positie van de boeren te versterken, worden voorstellen gedaan om te komen tot een boerenombudsman, en de rol van de NMa te corrigeren. De inkoopmacht dient te worden aangemerkt als marktmacht en de NMa dient actief op te treden tegen misbruik van die macht. Verder dient de NMa (Nederlandse Mededingingsautoriteit) haar beleid tegenover boeren, tuinders en vissers die zich willen organiseren te versoepelen, zeker rondom thema’s als duurzaamheid en diervriendelijkheid. Zo kan een betere prijs voor de boer tot stand komen onder gelijkwaardige verhoudingen. Strengere dierenwelzijns- , milieu en gezondheidseisen zijn noodzakelijk. Daarbij is het uitgangspunt dat dieren natuurlijk gedrag moeten kunnen vertonen, gezondheidsrisico’s worden beperkt en de draagkracht van de natuur leidend is. De extra kosten die de boer hiervoor moet maken, moet hij kunnen doorrekenen naar zijn afnemers. Marktregulering door middel van quotering en dierrechtensystemen is gewenst. Canadese ervaringen laten zien dat dit leidt tot minder prijsschommelingen en meer zekerheid voor de boeren. Op deze wijze kan gemakkelijker een eerlijke prijs voor de boer worden gerealiseerd waarbij in het gezinsbedrijf een fatsoenlijke boterham kan worden verdiend en waarbij investeringen in milieu, gezondheid en dierenwelzijn kunnen worden terugverdiend.
3
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
4
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
Voorwoord Bij de voortzetting van het huidige beleid verwachten onderzoekers dat er in 2035 nog slechts 1000 varkens- en kippenboeren zijn. De trend is meer dieren en minder boeren. Terwijl de maatschappij demonstreert tegen mega stallen, is schaalvergroting de norm van de markt. De praktijk is dat er wekelijks meer dan vijftig boeren stoppen. Terwijl burgers vragen om beter dierenwelzijn, garanties voor de gezondheid en duurzaamheid, lijkt de markt te vragen om kostprijsreductie, rationalisatie en schaalvergroting. Steeds meer boeren hebben in dit dilemma moeite om het hoofd boven water te houden of om een opvolger te vinden. In september 2011 rondde oud-minister Hans Alders de maatschappelijke dialoog over de megastallen af. Daarin werd geconcludeerd dat het anders moet: meer draagvlak, meer dierenwelzijn, meer duurzaamheid. Aan de maatschap pelijke dialoog gingen jaren van onrust vooraf. Her en der ontstonden op het platteland megastallen nee protesten waarbij stank en andere overlast, aspecten van ruimtelijke ordening en volksgezondheidsrisico’s een centraal punt vormden. De intensiteit en de heftigheid van de ‘megastallen nee’ protesten ligt mede in het Q-koorts drama. Deze voor mensen gevaarlijke geitenziekte is lang onderschat en kostte tientallen doden en duizenden zieken, waarbij naar schatting 1000 mensen chronische Q-koorts ontwikkelden. Inmiddels is de Q-koorts uitbraak onder controle en heeft de discussie zich verbreed naar ziekteverwekkers uit de veehouderij in de lucht (endotoxinen) en de ontwikkeling van antibiotica-resistentie door overmatig gebruik van antibiotica bij dieren. Op het gebied van dierenwelzijn is er ook veel discussie. En dit heeft onder andere geleid tot nieuwe duurzame producten in de supermarkt waarbij de dierenbescherming sterrenpunten geeft voor verbeterd dierenwelzijn. De roep om verandering vanuit de maatschappij is groot, maar hoe denken agrariërs zelf eigenlijk over het boeren? Wat zien zij als problemen en oplossingen? Hoe zien zij hun eigen toekomst en die van de sector op lange termijn? Dit zijn vragen waar de SP in deze publicatie een antwoord op heeft gezocht. Want als het volgens de Nederlandse burger in de maatschappelijke dialoog anders moet in de veehouderij, dan kan dat niet zonder de boeren. Hun mening dient gehoord te worden. 841 Boeren deden mee aan een uitgebreide enquête van de SP. Dit is een verkorte voorpublicatie van de resultaten waarin met name wordt ingegaan op schaalgrootte en eerlijke prijs. In de volledige publicatie zullen ook de uitkomsten op het gebied van dierenwelzijn, arbeidsvreugde, natuur, pensioen en het vrije boeren bestaan te lezen zijn. Graag bedanken wij Marc van der Sterren, Piet van IJzendoorn, Jan Douwe van der Ploeg, Guus Geurts, Riky Schut, Niek Koning, Nicole van Gemert en Ineke Palm voor hun waardevolle bijdrage bij de totstandkoming van het rapport.
Henk van Gerven, Inez Staarink
5
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
6
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
Hoofdstuk 1 Opzet en respons In oktober 2011 startte de SP met haar online enquête ‘de boer aan het woord’. Via persberichten, nieuwsberichten en agrarische nieuwsbrieven is publiciteit gegeven aan de website waar de enquête kon worden ingevuld. Veel mensen zijn bereikt via een directe mailing aan boeren wier adressen van de Kamer van Koophandel zijn verkregen. De enquête richt zich in hoofdzaak op de maatschappelijke discussie over (intensieve) veehouderij wat betreft milieu, gezondheid en dierenwelzijn en op de maatschappelijke discussie rondom schaalvergroting. Bij de selectie van adressenbestanden zijn dan ook met name melkveehouders en intensieve veehouderij aangeschreven met het verzoek mee te doen met de enquête op de website. Bij de KvK zijn melkveehouders (0141), pluimveehouders (0147), houders van runderen- niet zijnde melkvee (0142), schapenhouders en geitenhouders (0145), varkenshouders (0146) en gecombineerde bedrijven met een veehouderijen en akker- of tuinbouwtak geselecteerd. Van deze mensen is de helft aan geschreven (alle even adressen). Dit waren 12.759 adressen. Niet alle vragen zijn door iedereen ingevuld en niet iedereen heeft de gehele enquête afgemaakt. Het aantal respondenten per vraag varieert dus. In de tabellen is daarom steeds per vraag het totaal aantal respondenten weergegeven. De resultaten zijn vergeleken met een eerder onderzoek onder de boeren van LTO Nederland in samenwerking NCRV Rondom 10 waar ruim 3000 boeren aan hebben deelgenomen. In totaal hebben 841 boeren meegedaan. 30% is in de leeftijd van 35 tot 44 jaar en 36% tussen de 45 en 54 jaar. Opvallend is dat de respondenten voor maar liefst 83% man zijn. De vrouwen in de agrarische sector zijn wel vaker behoorlijk onzichtbaar, hoewel ze vaak een belangrijke of essentiële rol op de boerderij spelen. Dit onderzoek vormt daarop geen uitzondering. De meeste boeren zijn eigenaar, slechts 2 procent is werknemer. Tabel 1. Wat voor een functie heeft u? Eigenaar
512
61%
Mede-eigenaar
221
26%
Bedrijfsopvolger
63
8%
Medewerkend gezinslid
20
2%
Werknemer
9
1%
Anders
14
2%
Totaal
839
100%
Het SP onderzoek laat zich goed vergelijken met het eerdere onderzoek van NCRV en LTO. In het SP-onderzoek zitten meer veehouders. Deze zijn ook in grotere mate benaderd vanwege de vraagstelling.
7
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
Tabel 2. In wat voor type boerenbedrijf bent u actief? (meerdere antwoorden mogelijk) Melkveehouderij
500
60%
Varkenshouderij
189
23%
Legkippen
41
5%
Vleeskalveren
30
4%
Vleeskuikens
16
2%
Geiten
22
3%
Schapen
57
7%
Akkerbouw
126
15%
Tuinbouw
24
Anders
126
15%
Totaal
840
3%
60% Van de respondenten is melkveehouder en dit is beduidend hoger dan de 42% in het NCRV-LTO onderzoek. 1 In het SP onderzoek zijn minder akkerbouwers en tuinbouwers vertegenwoordigd, dat kan invloed hebben op de vragen over megastallen. Ook zijn er relatief meer varkenshouders ten opzichte van melkveehouders in het SP onderzoek dan bij het NCRV-LTO onderzoek.2 61% Van de respondenten is eigenaar, 26% is mede-eigenaar en slechts 1% is werknemer. Ook uit de vraag naar opvolgerschap blijkt een grote overeenkomst. Tabel 3. Is er een opvolger voor het bedrijf? Ja
277
33%
Nee
169
20%
Weet niet, nog niet duidelijk 392
47%
Totaal
100%
838
NCRV – LTO onderzoek: heeft u een bedrijfsopvolger? 36% wel een bedrijfsopvolger 64% geen bedrijfsopvolger Om beide onderzoeken te kunnen vergelijken is in de enquête een dezelfde vraag gesteld, namelijk: ik vind dat ik als boer/tuinder nog steeds een vrij bestaan leid. Tabel 4: Ik vind dat ik als boer/tuinder een vrij bestaan leid
Helemaal mee eens
Totaal SP onderzoek % SP onderzoek
% LTO onderzoek
26
6
3
Mee eens
276
35
41
Neutraal
166
21
21
Mee oneens
264
34
25
Helemaal mee oneens
57
7
7
Totaal
789
1 Toekomst agrarisch ondernemen. NCRV en LTO Nederland. 18 september 2010. 2 Hierbij gaan we uit van de definitie van een megastal volgens het kennisinstituut Alterra. De norm die Alterra noemt als definitie van een megastal is 300 Nederlandse grootte eenheid (nge) zijnde 250 melkkoeien, 7500 vleesvarkens of 220.000 vleeskuikens.
8
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
Hoofdstuk 2 Liever een normaal bedrijf dan een megastal Mega hoeft niet zo nodig van de boer aan het woord. Slechts 16% van de boeren vindt meer megabedrijven een goede ontwikkeling. Bijna de helft (47%) vindt het een slechte ontwikkeling. 43 procent vindt dat de schaalvergroting te snel gaat, 27 procent is het daar niet mee eens.. Tabel 5. Ik vind meer megabedrijven een goede ontwikkeling Geheel mee eens
34
4%
Mee eens
88
12%
Neutraal
274
37%
Mee oneens
217
29%
Geheel mee oneens
135
18%
748
100%
In het LTO-onderzoek is ook een vraag gesteld over megabedrijven namelijk of dit de toekomst is: Megabedrijven zijn de toekomst Geheel mee eens
mee eens
9,5%
2,4 %
neutraal
23,3%
mee oneens
41,4%
geheel mee oneens
23,2%
De respondenten in het LTO onderzoek zijn meer uitgesproken over megabedrijven, de vraag was ook wat scherper gesteld. Maar liefst 82% van de ondervraagde boeren heeft liever een normaal bedrijf dan een megabedrijf als daar een fatsoenlijke boterham mee te verdienen is. 55% vindt dat megabedrijven de toekomst van familiebedrijven onder druk zetten, 29% vindt van niet.
9
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
Tabel 7. Ik heb liever een bedrijf van normale/gemiddelde proporties als daar een fatsoenlijk inkomen mee te verdienen is, dan een megabedrijf Geheel mee eens
384
51%
Mee eens
232
31%
Neutraal
65
9%
Mee oneens
43
6%
Geheel mee oneens
25
3%
Totaal
749
100%
Bijna de helft van de respondenten heeft zelf uitbreidingsinvesteringen gepland. De meest genoemde redenen zijn: om dierenwelzijns-investeringen te betalen, om milieu-investeringen te betalen en omdat het rendement van het huidige bedrijf achteruit gaat. In 13% van de gevallen is schaalvergroting een leningsvoorwaarde van de bank. Slechts 8% van de boeren aan het woord kan geen overheidsbeleid bedenken dat schaalvergroting in de hand werkt. Tabel 8. Zijn er van overheidswege invloeden die tot schaalvergroting leiden? (meer antwoorden mogelijk) Nee
59
8%
Ja, dierenwelzijnseisen
411
55%
Ja, Europees handelsbeleid, marktliberalisering
305
41%
Ja, afschaffen melkquotum
272
37%
Ja, Europees landbouwbeleid, namelijk afschaffing van de productiebeheersing
239
32%
Ja, Europees landbouwbeleid, namelijk verlaging van de garantieprijs
215
29%
Ja, vergunningen (landelijk)
183
25%
Ja, subsidies gaan te veel naar grote bedrijven en te weinig naar kleinere bedrijven
152
20%
Ja, afschaffen dierrechten
100
13%
Anders
84
11%
Geen mening
15
2%
Totaal
746
Onder de meest genoemde schaalvergrotende overheidsinvloeden worden genoemd: dierenwelzijnseisen, Europees handelsbeleid/ marktliberalisering, afschaffen melkquotum, de afschaffing van de productiebeheersing, en het verlagen van de garantieprijs. Selectie citaten: • Waarom uitbreiden? • Als ik niet ging uitbreiden, kon ik alleen maar stoppen omdat de investeringen voor welzijn en milieu te hoog werden. • Probeer hoofd boven water te houden. • Omdat dit gewoon leuk is. • Door de lage prijzen voor de producent is helaas massa kassa. • Stilstand is achteruitgang! • Ik wil een gesloten bedrijf. • Als het quotum er af gaat, gaat bijna iedereen meer melken. Daar spelen de boeren nu al op in. Grotere stallen en meer vee. Maar wat als er voor al die extra melk geen afnemer is…?! Overige opmerkingen over schaalgrootte: • Door afschaffing van productie beheersing en liberalisatie van de markt kan de melkprijs flink fluctueren. Bij een lage melkprijs wil de veehouder meer melken/groeien om zijn kosten te betalen, maar bij een hoge melkprijs wil hij meer groeien/melken om meer te verdienen/aflossen. Met productie beheersing is er meer rust in de sector en gestage groei.
10
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
• Zolang het melkquotum er nog is staan wij stil. • In het algemeen zullen grote investeringen zoals luchtwassers e.d. sneller rendabel zijn wanneer men op grotere schaal produceert. • Je moet steeds meer liters melken om het zelfde inkomen te houden. • Liberalisering wordt op termijn een slijtage slag waarbij slechts enkelen zullen overleven. • De ideale grootte bestaat niet en verandert in de tijd. • Voor ons gevoel is een ‘koude sanering’ van de kleinere gezinsbedrijven aan de gang. • Door allerlei kwantumregelingen moet men groter, lagere opbrengsten per liter melk maakt het inkomen te klein. • Vooral het voortdurend tegenwerken van eerlijke marktmachtverdeling in Nederland en Europa, waardoor boeren steeds voor een “rotprijs” moeten blijven produceren en de marges in de keten zeer oneerlijk zijn verdeeld, dwingt velen tot schaalvergroting. • Door geen duidelijk beleid grijpen ondernemers NU de kans om ALLE groeimogelijkheden op hun bedrijf te benutten. In de toekomst zou \’gezonde\’ groei namelijk wel eens onmogelijk kunnen zijn. • Als we geen beperkingen kennen in Nederland dan beconcurreren we elkaar tot dat er voldoende zijn afgevallen. • Afschaffen van dierrechten en melkquota leidt eerst tot meer dieren en productie met als gevolg een te lage opbrengst en prijs. Dit heeft tot gevolg dat er veel bedrijven zullen afvallen. Banken zullen dan kiezen om de bedrijven te laten stoppen waar ze zelf geen kleerscheuren aan oplopen. Dit betekent dat een groot bedrijf eerder door mag ondanks dat het financieel eigenlijk failliet is; de kleine buurman moet maar stoppen omdat de bank hier mee uit kan springen en er toch een aantal uit de markt moeten. • De bank wilde liever dat wij 300 melkgeiten gingen houden dan de 200 die we nu hebben, ze vonden ons eigenlijk niet kredietwaardig genoeg. • Bank vroeg om schaalvergroting,ik heb gezegd,schaalvergroting leidt voor de boer tot niets,wanneer is het eens genoeg, 20 jaar geleden en elke keer herhaald. Alleen afhankelijkheid van anderen en opgeven van vrijheden. Het bedrijf (eigen vermogen) opeten kunnen we zelf ook wel. • Samenvattend wil ik op vraag 13 zeggen dat er hier te zwart-wit onderscheid wordt gemaakt tussen ‘modaal’ en ‘mega’ bedrijf, en dat deze twee bedrijfsvormen elkaar klaarblijkelijk beconcurreren. Bij iedere ondernemer past een bepaalde eigen bedrijfsschaal, waarbij verschillende bedrijfsschalen prima naast elkaar kunnen bestaan. • Om een fatsoenlijk inkomen te halen zullen we moeten blijven groeien. Mijn opa had 20 melkkoeien mijn vader had er 60 ik heb er ruim 100. Als je dit door trekt heeft mijn zoon straks er 250, zo is het dus altijd geweest. • Doordat vergunning aanvraag veel tijd en geld kost moet je grotere vergunningen aanvragen, anders wordt de kostprijs bij voorbaat al te hoog. Klein voorbeeld: ik heb in 2006 een nieuwe milieuvergunning aangevraagd, let wel, dit viel binnen het bestaande bestemmingsplan en ruim binnen de geldende geurnormen en geen uitbreiding van de ammoniak. Dit kost ongeveer 15000 euro bij elkaar. Voor een uitbreiding van ongeveer15000 vleeskuikens en 30 melkkoeien heel veel geld. Hetzelfde geld ben je kwijt voor 4 of 5 keer deze uitbreiding, de verleiding is dan wel erg groot om dit te doen. • Waarom zouden er familiebedrijven moeten blijven bestaan, het is toch belangrijk dat een partner en of kinderen buiten de deur werken en zo midden in de samenleving staan. Laat mensen zelf de keuze maar maken • Dit prijsverschil moet naar de primaire sector terugkomen, dan is het mogelijk om te investeren voor extra dierenwelzijn. Nu blijft dit verschil voor een groot gedeelte hangen. Het verschil kan kleiner zijn indien aan mijn eerste voorwaarde voldaan wordt.
11
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
12
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
Hoofdstuk 3 Een eerlijke prijs 95% van de boeren heeft liever een kostendekkende prijs voor zijn product dan subsidie van de overheid. Tabel 9. Ik heb liever een kostendekkende prijs voor mijn product dan subsidie van de overheid Geheel mee eens
436
64%
Mee eens
209
31%
Neutraal
29
4%
Mee oneens
4
0,50%
Geheel mee oneens
4
0,50%
Totaal
682
100%
78% vindt echter dat hij in de markt niet de prijs voor zijn product krijgt die de boer nodig heeft om uit de kosten te komen en een fatsoenlijke boterham te verdienen. Tabel 10. In de markt krijgt men niet de prijs die de boer nodig heeft om uit de kosten te komen en een fatsoenlijke boterham te verdienen Geheel mee eens
288
42%
Mee eens
243
36%
Neutraal
84
12%
Mee oneens
59
9%
Geheel mee oneens
8
1%
Totaal
682
100%
Bijna de helft van de boeren vindt dat Nederland niet internationaal moeten concurreren met het buitenland op lage prijs bulkproducten, 25% denkt van wel. Tabel 11. Internationaal moet Nederland de concurrentie met het buitenland aangaan op lage prijs bulkproducten Geheel mee eens
41
6%
mee eens
132
19%
Neutraal
190
28%
Mee oneens
227
33%
Geheel mee oneens
92
14%
Totaal
682
100%
13
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
58% Denkt dat een boer is beter af bij weinig vreemd kapitaal en weinig schulden in een middelgroot bedrijf dan in een groot bedrijf met veel schulden. Tabel 12.. Een boer is beter af bij weinig vreemd kapitaal en weinig schulden in een middelgroot bedrijf dan in een groot bedrijf met veel schulden Geheel mee eens
225
29%
Mee eens
229
29%
Neutraal
173
22%
Mee oneens
122
15%
Geheel mee oneens
38
5%
Totaal
787
100%
Driekwart van de boeren vindt dat de overheid maatregelen moet nemen tegen speculatie met voedselprijzen. Tabel 13. De overheid moet maatregelen nemen tegen speculatie met voedselprijzen Geheel mee eens
247
36%
Mee eens
264
39%
neutraal
83
12%
Mee oneens
57
8%
Geheel mee oneens
31
5%
totaal
682
100%
Als het gaat over productbeheersing, zijn de volgende uitkomsten interessant. Waarbij overigens de uitkomsten voor melkveehouders, varkenshouders en andere sectoren grotendeels overeen komen. Tabel 14. De melkquotering moet blijven na 2015 Geheel mee eens
137
20%
Mee eens
134
20%
Neutraal
162
24%
Mee oneens
112
16%
Geheel mee oneens
136
20%
Totaal
681
100%
Tabel 15. Systemen van aanbodbeheersing voor prijsbeheersing (zoals melkquotering) moeten breed worden ingevoerd in de veehouderij Geheel mee eens
95
14%
Mee eens
152
22%
Neutraal
162
24%
Mee oneens
131
19%
Geheel mee oneens
141
21%
Totaal
681
100%
14
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
Hoofdstuk 4 Problemen en oplossingen vanuit de boeren In overweldigende meerderheid werd de prijs van het boerenproduct en de verdeling van marges in de keten als hoofdprobleem aangekaart bij de antwoorden op de open vragen: Wat zijn volgens u de drie grootste problemen van de agrarische sector op dit moment? Wat zijn volgens u de drie belangrijkste zaken die de komende jaren moeten gebeuren om de boer een goede toekomst te geven? Een betere onderhandelingspositie voor de boer, een betere prijs en een betere margeverdeling worden als hoofd oplossing gezien voor een betere toekomst. Wat zijn volgens u de drie grootste problemen van de agrarische sector op dit moment? Veruit het meest genoemd is betere prijs in combinatie met en betere margeverdeling / machtspositie voor de boer. Hier is zeer grote overeenstemming over. Bij zowel de problemen als de oplossingen. Naast deze overeenstemming zijn er op andere punten ook verschillen te duiden. Bij een subgroep is grote irritatie over de overheid, met haar vele regels, over de linkse media, de linkse politiek en de milieu- en dierenwelzijnsorganisaties. Opvallend is dat dit bij de problemen vaak genoemd wordt, maar dat bij de oplossingen bijvoorbeeld deregulatie lang niet zo vaak genoemd wordt als je zou verwachten na irritatie over regels. Bij de oplossingen gaat het toch vooral om prijs, margeverdeling en marktmacht. Er is ook een aardige subgroep boeren die heel bewust op de in hun ogen terechte vraag van consumenten naar dier- en milieuvriendelijk wil inspelen. En er is een subgroep biologische en aanverwante boeren die veel kritiek hebben op hun reguliere collega’s. Hieronder een selectie aan verschillende commentaren. Vaak genoemd: • Bar slechte prijzen • Fair price • Gebrek aan marktmacht • Lage opbrengstprijs • Lage marges • Supermarkten hebben te veel macht • Afzetmonopolies • Teveel macht inkooporganisaties supermarkten • Clustering inkopers • Aanbodbeheersing • Overproductie • Voerprijzen • Aantasting autonomie • De overheid
15
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
• Onkundige politici • Acceptatie en onbegrip bij de burgers • Mest • Administratieve terreur • Afstand tussen consument en voedselproductie • Bemoeienis van buitenaf: politiek, burgers • Consumentenvertrouwen • De burger spreekt met een andere mond, dan de mond, waar de consument mee eet • Dure grondstoffen • Grondprijs • Imago Maar ook: • Afschaffen melkquotum • Arbeidsinkomen te laag • Beleid linkse overheid • Banken zijn baas • Burgers die niet beseffen dat wij 70 % bezitten van Nederland • De banken fokken de boeren teveel op voor enorme schaalvergroting • Concurrentie met landen met lagere standaarden dan wij • De intensieve varkens- en kippenhouderij passen niet in Nederland • Financiering • Geen prijszekerheid • Globalisering en daarmee de prijsvorming • Graaicultuur bij directies, meer omzet=meerbonus, bij coöperaties, GD dieren • Inconsequentie overheidsbemoeienis • Intensivering melkveehouderij • Liberalisering • Macht tussen handel speculanten • Machtsvorming melkfabriek • Megastallen • Men moet te groot worden om nog een redelijk inkomen te kunnen verdienen • Milieuwetgeving • Milieu • Natura 2000 • Ontbreken en afschaffen(zuivel) van quotering productie • Ongelijke regels mondiaal • Melkquotering / productie beperking • Piramide klopt niet: we leveren met 7000 varkensboeren naar minder als 10 slachterijen die vervolgens weer naar 5 inkooporganisaties leveren die weer naar 18 miljoen consumenten. Dit is ook probleem van de dorpsbakker. Waar is de NMa dan??? • Speculatie grondstoffen • Veeeel teveel vreemd kapitaal en die laten ze niet vallen dat kost de financier geld • Geen boerenbelangen bij de grote slachterijen • Bulkproductie • Einde quotering en daaraan gekoppeld onbegrensde groei en mogelijk(te) lage melkprijzen • GGO bedreiging 3 • Grillige prijzen • Kuddegedrag van veel boeren: druk van buitenaf (overheid, verwerkers, banken, LTO!!, de buurman) om te groeien is zo groot dat veel boeren uitbreiden zonder het eigen belang na te rekenen • Mensen die Ot en Sien als ideaal blijven zien
3 Betreft genetisch gemoficeerde gewassen
16
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
• Negatieve media • Onterecht voordeel grote bedrijven • Wel graan en dieren over grens maar moeilijk om mest te exporteren • Allemaal terug naar school wat nou echt economie en ondernemerschap betekent en dat kan goed samen met natuur • Alles moet steriel; wordt heel gevaarlijk; dieren hebben straks geen weerstand meer. • Bergen papier • Boeren die zo gek zijn, om altijd maar door te blijven werken • Concurrentie vervalsing vanwege ongelijke eisen dierenwelzijn • Criminalisering van de boer • De biovergisters vreten te veel goede grondstoffen • De sector zelf • Bezuinigingen op onderzoek, sluiten van proefboerderijen • Dienst Regelingen bureaucratie • Door het niet verdienen gaan bedrijven fuseren of vergroten dit leidt tot machtsposities waar een veehouder niet tegen aan kan • Te veel boeren die doorgaan zonder redelijk inkomen, ze laten zich gebruiken • Teveel vreemd geld binnen bedrijven. • Teveel niet-boeren die alles weten • Free riders • Geen BTW op luchtvracht, scheepsvracht • GLB geld voor allerlei ondoelmatige plattelands ontwikkelingprojektjes, waar hele kuddes adviseurs en ambtenaren van leven. • Kringloop is uit balans • Lage garantie prijzen • Media, alles is zielig • Nostalgie • Preventief vaccineren is niet mogelijk ter voorkoming van dierziekten • Voedsel wordt niet meer op waarde geschat in decadent Nederland en Europa • Waardering voor je werk • Wat zijn volgens u de drie belangrijkste zaken die de komende jaren moeten gebeuren om de boer een goede toekomst te geven? Veel genoemd: • Stabiele, kostendekkende prijzen • Betere prijzen, de handel hoeft niet zoveel te verdienen van ons • Front tegen supermarkten • Betere prijzen voor de boeren overal in de keten wordt geld verdiend behalve bij de producent; supermarkten hebben veel teveel macht • Supermarkten eerlijker prijs laten betalen • Betere verdeling opbrengsten en kosten in de keten • Vermindering regeltjes • Eerlijk speelveld te beginnen in EU • Imago verbetering • Lagere productiekosten • Consument betaalt voor extra voorwaarden • Zorgen dat er geen producten uit buitenland komen die niet onder de zelfde normen zijn geproduceerd Ook genoemd: • Regels die voor 15 jaar vast staan • Een verbod op verkoop van dieronvriendelijk geproduceerde waren. • Verduurzaming van productie • Verliesgevende jaren moeten langer dan 5 jaar meegenomen kunnen worden om winstgevende jaren te matigen waardoor er investeringruimte overblijft. Ook dat draagt bij aan de economie omdat er wordt geïnvesteerd en dat hoeft niet altijd uitbreiding te zijn. • Productie regulering
17
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
• Inzetten op kleiner schaal zonder import diervoeders • Landbouw grondgebonden maken • Speculatie in de landbouw door grote partijen aan banden leggen • Markten proberen stabieler te krijgen op beter nivo • Opbrengst prijs op kostprijs dekkend niveau brengen; het verbieden van voedsel te gebruiken voor groene energie • Aanbodmanagement • Respect voor hun werk !!! • Diervoeder grondstoffen uit de speculatie halen. • ALLE megastallen afschaffen • Onderscheidende concepten • Diergezondheidsverzekering • Steun aan familie bedrijven • Imagoverbetering door eerlijke voorlichting • Minder milieu gericht, Nederland te streng vergeleken met buitenland • Consument betaalt voor dierwelzijn • Mest verwerking • Aanbod beperken door quotering • Eerlijke benadering sector door de politiek • VRIJ ondernemen • Flexibel reguleringssysteem voor melk • Pachtprijzen naar beneden • Gelijke eisen dierenwelzijn • Bodem in de prijzen • Soepeler mededinging • Groei vervangen door stabiliteit en rust • Deregulatie • Reële milieuregels • Opzetten van coöperaties voor diverse segmenten van de markt • Standaard inkomsten steun houden voor onderhoud landschap • Stimulering kleinere boeren, niet de mega bedrijven • Kunstmest, bestrijdingsmiddelen, antibiotica moeten een BTW tarief krijgen van 100% • Tussenhandel moet minder verdienen • Minder administratieve lasten • Voer kosten omlaag • Meer bemesten • Mineralen kringlopen sluiten (rioolzuivering) • Duurzame ontwikkeling sector • Schaalvergroting stoppen • Onderzoek en ontwikkeling naar landbouw methoden die antibiotica en gewasbeschermingsmiddelen vrij zijn • Groene en blauwe diensten • Geen vlees uit andere landen halen als daar niet dezelfde regels gelden als hier • Door grotere bedrijven een socialer leven.( weekend vrij, middag vrij); anders 7 dagen per week aan het werk • Grondprijs is een speelbal van beleggers geworden, de waarde moet meer gerelateerd aan de waarde van het product dat het voortbrengt, dan blijven gezinsbedrijven ook mogelijk • Grondfonds voor Duurzame Grondgebonden Landbouw • Bedrijven beboeten die niet duurzaam zijn (vervuiler betaalt) • Een lage rente • Kostprijs beheersing • We moeten af van de consument die eisen stelt en helemaal niet weet waarover hij praat en hoe de vork in de steel zit • Maatschappij moet meer over hebben voor voedsel • Consument mag best commentaar hebben, maar laten ze dan ook de producten kopen die naar hun wens geproduceerd worden • EU-subsidie voor koe in de wei • NL eisen aan producten wat betreft dierenwelzijn en milieu, niet aan bedrijven • Inkrimpen niet grondgebonden veehouderij
18
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
• Saneringsregeling varkenshouderij, veel varkenshouders willen stoppen maar kunnen dit niet, mestprobleem dan ook opgelost • Naar nieuwe stalsystemen • Minder tussenhandel, dus betere prijzen • Geen goedkope buitenlandse rommel • De politiek overtuigen dat verdere liberalisering heilloos is • Garantieprijzen • Boeren moeten zorgen dat ze door de maatschappij geaccepteerd worden: licence to produce • Weg subsidies • Aanpak free riders • Balans vinden tussen milieu en welzijnsregels: botsen nu te vaak • De sectoren niet de zelfregulering laten bewerkstelligen want dit gaat ten koste van de kleinere boer en je geeft als burger de voedselveiligheid af aan multinationals • Een boer moet weer lol in zijn werk krijgen: o.a door weer waardering en respect te krijgen voor het feit dat hij een belangrijke rol in de voedselvoorziening speelt • Een uitweg bieden voor structureel verliesgevende bedrijven die nu voor de bank hun rente op moeten blijven brengen(varkenshouderij) • Goede prijs, dan is dierenwelzijn geen probleem! • Het imago van de Nederlands geproduceerde artikelen moet verbeteren • Innovatiesubsidies • Inperking milieuclubs • Overheid ingrijpen bij grote prijs schommelingen • Overheid kan bedrijfsovername van gezinsbedrijven bevorderen (fiscaal), dit remt ook vorming grote bedrijven • Progressief tarief t.a.v heffingen etc (mbt bedrijfsgrootte e.d.) • Sociaal vangnet • Soepeler vergunningsbeleid • Stimuleer grondgebruik natuurgrond door biologische boeren, goed voor het milieu, scheelt de maatschappij geld en beter voor de boer • Stimulering verbreding • Stoppen met denken dat verbreding het antwoord is, hoeveel bed and breakfast en zorgboerderijen hebben bestaansrecht? • Vangnet voor extreme omstandigheden vanuit Brussel of Den Haag • Zoals het nu is: geen links kabinet • Stimulering eigen afzetcoöperaties
19
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
20
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
Hoofdstuk 5 Conclusies onderzoek Boeren geven aan dat hun inkomenspositie onder druk staat. Dit komt doordat hun onderhandelingspositie tegenover supermarkten en andere inkopers slecht is. Als oorzaak hiervan wordt aangewezen de grote inkoopmacht van het zeer beperkte aantal spelers tegenover de vele boeren. Ook de beperkingen die mededingingsregels en mededingingsorganisaties opleggen aan boeren spelen een belemmerende rol evenals het gebrek aan beperkingen dat de inkopers hierbij wordt opgelegd. Agrariërs geven aan dat onder andere daardoor de verdeling van winst in de keten van boer tot consument ongunstig uitpakt voor hen. Als een aanvullende oorzaak dat het inkomen van de boer onder druk staat wordt genoemd dat de boer zich genoodzaakt ziet te investeren in bijvoorbeeld dierenwelzijn of milieumaatregelen terwijl hij de investeringen moeilijk of niet terug kan verdienen in de markt. Van speculatie moet de boer aan het woord niks hebben. Massaal wordt de verdeling van winst in de keten, de slechte prijs voor het product en de slechte onderhandelings positie van de boer als oorzaak van inkomensproblemen aangewezen: “Ik lever melk en wacht mijn prijs af. Ik lever vee en wacht mijn prijs af.” Door de slechte onderhandelingspositie is het ook moeilijk om dierenwelzijns- en milieu investeringen terug te verdienen. Mededinging wordt door de boer aan het woord aangewezen als spaak in de wielen. Als oplossing wordt dan ook een betere onderhandelingspositie van de boer tegenover de inkopers aangedragen. Denk aan de supermarkten, maar ook bijvoorbeeld grote melk- of vleescoöperaties. Ook aan de andere kant van de keten bij voertoeleveranciers, banken en grote bedrijven wordt de machtspositie van de boer als onvoldoende ervaren. Oplossingen worden gezocht in verandering van de mededingingsregels.
21
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
22
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
Hoofdstuk 6 Aanbevelingen SP Veel boeren hebben het gevoel dat ze in de tang zitten: de markt vraagt verdergaande kostprijsreductie, rationalisatie, productie voor de wereldmarkt en schaalvergroting, maar de maatschappij vraagt dierenwelzijn, minder uitstoot, regionalisering, kleinschaligheid en een secure omgang met gezondheidskwesties. Hoe met dit dilemma om te gaan is de uitdaging aan de veehouderij in de toekomst. Met het huidige paradigma van de gevestigde instellingen (= kostprijsreductie, rationalisatie en goedkope bulkproductie) wordt het dilemma niet opgelost, maar verergerd. Wat nodig is, is een nieuwe creatieve manier van denken waarbij meerwaarde op een product gecreëerd wordt en boerenproducten beter vermarkt en verwaard worden. Essentieel is een eerlijke prijs voor het product en het verkrijgen van een goed en eerlijk deel van de marge door de boer. Daarbij dient marktordening ter ondersteuning van een goede prijsvorming. Een beter deel van de marge voor de boer kan door onderscheidende producten op het gebied van duurzaamheid, dierenwelzijn, smaak, regio of kwaliteit. De boerenmarges voor onderscheidende kwaliteitsproducten zijn meest beduidend hoger. Dit kan ook door een beter onderhandelingspositie voor de agrariër tegenover de inkopers, door een eerlijkere verdeling van marges in de keten, door het uitschakelen van tussenhandelaren. Door het beter mogelijk te maken voor agrariërs om zich binnen het mededingingsrecht te organiseren, bijvoorbeeld rond een thema als duurzaamheid. En door het verbeteren van markt- en prijstransparantie. In de discussies over landbouwbeleid lijkt het vaak te gaan tussen de conservatieven en de liberalen. De voorstanders van een conservatieve koers willen een systeem in stand houden waarbij, ondanks het feit dat 40% van het Europese budget wordt uitgegeven aan landbouwsubsidies armoede en maatschappelijk bediscussieerde milieu- en dieren welzijnscondities troef zijn. De voorstanders van een liberale koers staan voor een koude sanering en schaalvergroting. Gelukkig zijn er meer smaken in de wereld. Het kan ook anders: niet conservatief, niet liberaal, maar sociaal. Een sociaal Europees landbouwbeleid is gericht op goede prijzen, een leefbaar platteland, duurzaamheid, beperking gezondheidsrisico’s en dierenwelzijn. Structurele inkomenssubsidies zijn geen betaalbaar en verdedigbaar systeem. Beter is een omschakeling van de huidige directe betalingen naar betaling voor diensten. Boeren willen liever een goede prijs voor hun product dan overheidssubsidies, zo blijkt ook uit dit onderzoek. Voorwaarde voor het afschaffen van landbouwsubsidies is wel dat er tegelijkertijd een vorm van marktordening plaatsvindt, er flankerend beleid is en maatregelen worden genomen om een goede prijs(vorming) te bewerkstelligen. In de politieke en maatschappelijke discussie wordt veel te weinig over prijsvorming gesproken. Dit is een blinde vlek. Extreme prijsfluctuaties en bijkomende onzekerheid voor ondernemers zijn een groot probleem. Er zijn problemen als het gaat over te lage prijzen voor boeren en over inkoopmacht. Er zijn problemen als het gaat over extreem hoge prijspieken en er zijn problemen als het gaat over speculatie op de voedselmarkt en concurrentie met biofuels. Afgelopen kabinetten hebben hier niets tegen gedaan. Integendeel: met het loslaten van de melkquotering laat men de prijs beheersing los, en men weigert de spelregels van de NMa zodanig aan te passen dat boeren meer marktmacht krijgen om zich te organiseren bijvoorbeeld rond een thema als duurzaamheid of dierenwelzijn. Aanbevelingen als een eenvoudige bescherming in de vorm van verplichte wettelijke contracten van de High Level Group Zuivel worden niet
23
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
opgevolgd. Het instrument bij uitstek om de prijzen nog enigszins in de hand te houden, de quotering, wordt afgeschaft. De European Milk Board ijvert voor een melkprijs die de gemiddelde productiekosten dekt en wil hiertoe een systeem van flexibele quoteringen wil opstellen. Wat de SP betreft worden quoteringssystemen uitgebreid en niet afgeschaft. Er is, juist in deze tijd van extreme prijsschommelingen een vorm van marktordening, prijssturing en productiebeheersing nodig. Ook is het nodig dat boeren zich kunnen organiseren als tegenmacht van de groothandel en industrie.  Keiharde concurrentie op de wereldmarkt op goedkope bulkproductie is voor sommigen een religie. We zijn zeker niet tegen internationale handel, maar de draagkracht van de aarde en de zelfredzaamheid van landen vraagt om meer regionalisering van de voedselproductie. Een systeem waarbij Nederland massaal onduurzaam veevoer importeert ten koste van het regenwoud, vlees exporteert en achterblijft met de mest is onhoudbaar. We moeten toewerken naar een grondgebonden landbouw en meer zeggenschap van landen, boeren en andere mensen over hun eigen voedselproductie. De ambitie van het kabinet zou moeten zijn om Nederlandse agrarische producten nationaal en internationaal bekend te laten zijn vanwege het goede dierenwelzijn, de hoge duurzaamheid en de pure smaak. Voortaan staat Nederland bekend om de smaakvolle onbespoten tomaten, de diervriendelijke biefstukjes en de bacterievrije kip. Concurrentie op kwaliteit en niet op kwantiteit met de bulkproducten op de wereldmarkt.
24
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
Punten van aanbeveling A) goede prijsvorming, betere margeverdeling en mededinging. De prijs van het agrarische product wordt als hoofdprobleem genoemd door boeren. Daarbij gaat het om de nadelige onderhandelingspositie tegenover inkopers, de slechte margeverdeling en ongunstige mededingingsregels. Om betere prijsvorming te bevorderen, de boer een eerlijker aandeel van de winst op zijn product te geven en zijn inkomens positie te verbeteren stelt de SP de volgende maatregelen voor: 1. Kleine ondernemers die worden uitgeknepen door grote afnemers krijgen een betere rechtspositie. Inkoopmacht wordt aangemerkt als marktmacht en de NMa treedt actief op tegen misbruik van die macht. 2. De NMa versoepelt haar beleid tegenover boeren, tuinders en vissers die zich willen organiseren, zeker rondom thema’s als duurzaamheid en diervriendelijkheid. 3. Er komt een klachtenpunt waar klachten rondom oneerlijke handelspraktijken en inkoopmacht kunnen worden gemeld. Een (boeren)ombudsman behandelt en bestudeert de komende twee jaar de klachten en doet vervolgens aanbevelingen. 4. Informatie over prijsvorming van agrarische producten in Nederland wordt op transparante wijze via internet bevorderd, evenals onderzoek naar margeverdeling in de keten. 5. Analoog aan de mogelijkheden voor consumenten om massaschade collectief af te handelen, komt er een mogelijkheid voor ondernemers om een collectieve actie te starten indien er sprake is van massaschade. Bijvoorbeeld bij het overtreden van de mededingingswet. 6. Speculatie met voedsel wordt tegengegaan waardoor stabielere prijzen worden bevorderd. (zie ook Maatregelen tegen hoge voedselprijzen, honger en speculatie’ met aanbevelingen betreffende voedselspeculatie en volatiliteit).4 7. Voedselvoorraden moeten zowel Europees als wereldwijd verhoogd worden, strategische interventies worden des gewenst toegepast, mits dit geen dekmantel is om overproductie en dumping te maskeren. 8. De melkquotering blijft in stand. Afschaffen van de melkquotering brengt op korte termijn overproductie en het instorten van de melkprijs. Dit zal een consolidatieslag en schaalvergroting tot gevolg hebben. Quoteringssystemen blijven Europees in stand en anders wordt de melkveesector de mogelijkheid geboden om zelf een quoteringssysteem op te zetten en te handhaven. Europese quoteringssystemen worden uitgebreid naar andere producten en sectoren. 9. Boeren worden aangemoedigd zich meer richten op kwaliteitsproducten en producten met meer toegevoegde waarde, omdat deze door de bank genomen een betere marge voor de boer hebben en meer maatschappelijke waarde vertegenwoordigen. Daarbij is het ook raadzaam voor agrariërs om tussenhandel te passeren en directer de klant bereiken. 10. Naast betere prijsvorming komt er een flankerend inkomensbeleid zoals een progressieve belastingheffing. Europese landbouwsubsidies zijn niet voor miljonairs en grote bedrijven bedoeld. Deze moeten worden afgebouwd boven een bepaald bedrag en gemaximeerd. Ook bij Nederlandse subsidies wordt meer gekeken naar de inkomenssituatie. 4 SP nota ‘Maatregelen tegen hoge voedselprijzen, honger en speculatie’. Den Haag, 2011
25
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
11. Geen voedsel in de tank. Import van biobrandstoffen is niet wenselijk, regionaal duurzame productie wel. Alleen biobrandstoffen die niet concurreren met voedselproductie uit restproducten of van algen, zijn acceptabel. Regelingen die de vraag naar biobrandstoffen aanwakkeren (en dus concurreren met de voedselvoorziening) moeten worden afgeschaft. De concurrentie tussen voedsel en brandstof wakkert speculatie, prijsinstabiliteit en prijs stijging van de consumentenprijs aan. B. Tegengaan ongewenste schaalvergroting en bescherming middelgrote en kleine agrariërs. Onderzoekers voorspellen dat bij de voortzetting van het huidige beleid er in 2035 nog slechts 1000 varkens en kippen boeren zijn. Een gemiddeld bedrijf heeft dan zestienduizend varkens (tien keer zoveel als nu) of 220 duizend kippen (zeven keer zoveel als nu). De trend is meer dieren en minder boeren. Deze industrialisatie vindt de SP met het oog op de leefbaarheid op het platteland, de werkgelegenheid en andere maatschappelijke belangen zoals dierenwelzijn geen wenselijke ontwikkeling. Ook in het kader van de wenselijkheid van kwalitatief hoogwaardige arbeid is het niet raadzaam dat middelgrote zelfstandige boeren worden vervangen door megastallen waar arbeiders uit Oost-Europa, vaak slecht betaald kwalitatief lage en soms ongezonde arbeid verrichten. Daarom de volgende voorstellen: 1. Er komt een wettelijke regeling voor het maximeren van stalgrootte. 2. Bij de vergunningverlening of bedrijfsuitvoering wordt de wettelijke mogelijkheden verruimd om op basis van gezondheidsaspecten te kunnen ingrijpen of tot regulering over te gaan. 3. De regering gaat in gesprek met afnemers als coöperaties en supermarkten over het systeem van kwantumkortingen en andere regelingen die kleine en middelgrote ondernemers benadelen. Ook wordt met banken gesproken over hun beleid voor zoverre dit schaalvergroting bevordert. 4. Er wordt een onderzoek gestart naar welke huidige wet- en regelgeving schaalvergroting in de hand werkt, en hoe dit ongedaan kan worden gemaakt of gecompenseerd. Er wordt bijvoorbeeld gekeken of de kosten voor vergunningaanvragen ongewenste schaalvergroting in de hand werken en of dit anders kan.
26
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
27
DE BOER AAN HET WOORD - VERKORTE VOORPUBLICATIE
28
www.sp.nl