Sportservice Magazine 2013-2014

Page 1

sport service SPORTSERVICE NEDERLAND

2013-2014

Een editie vol talent! Ireen W端st op naar meer goud Koningsspelen


talent

Monumentaal vakmanschap

in opdracht van Stichting Risicofonds Sportservice

Uw monumentale pand in goede handen Verbouwexpert verzorgde in opdracht van Stichting Risicofonds Sportservice de renovatie van het hoofdkantoor in Haarlem. En wij zijn trots op het resultaat! Want voor monumentale panden bent u aan het juiste adres bij Verbouwexpert. Wij zorgen dat u begrijpt waarvoor u kiest en kunt vertrouwen op een kwalitatief hoog resultaat. Verbouwexpert voegt waarde toe en klaart de klus. Gedreven, persoonlijk, professioneel én betaalbaar. Benieuwd naar onze visie op uw project? Bel 020 303 78 00 of kijk op verbouwexpert.nl.

Dirk Jongkind Rodelen - 22 jaar Hoe is het allemaal begonnen? “Bij een goede vriend van mij, Mark, kijken ze regelmatig rodelen op televisie. Op een gegeven moment wilden wij beiden wat anders gaan doen en kwamen wij bij het rodelen terecht. We zijn naar de site van de Bob- en Sleebond (BSBN) gegaan en hebben daar een contactformulier ingevuld. Via de bond kregen wij eerst de kans om in Nederland te trainen en later in het buitenland. Dat is nu zo’n vier jaar geleden. Het is eigenlijk allemaal een beetje uit de hand gelopen.” Waarom juist rodelen? “Het geeft zo’n enorme kick om met 125 km per uur naar beneden te gaan. De eerste paar keer ben je al blij als je heelhuids beneden komt, maar op een gegeven moment ga je door krijgen hoe je het beste kan sturen en controle krijgt over de slee. Het gevolg is dat je de tijden ziet verbeteren en jezelf durft te vergelijken met andere atleten.” Waar ben je het meest trots op? “Ik ben het meest trots op mijn prestaties van twee jaar geleden. Als rodelaar start je niet zomaar helemaal bovenaan, dat is te gevaarlijk. Ik heb bij de junioren twee seizoenen meegedaan en daarna moest ik meteen naar de senioren vanwege mijn leeftijd. Binnen veertien weken moest ik ineens van een lage stand helemaal naar boven. Ik ben trots op het feit dat het mij gelukt is. Normaal krijgen Duitse, Russische of Oostenrijkse kinderen vanaf hun zesde tot hun achttiende jaar de tijd om dit te doen.” Gaat het op dit moment goed met het rodelen? “Ik ben vrij laat begonnen als je het vergelijkt met andere landen, maar ik boek nog ieder jaar progressie. Ik kom steeds dichterbij en dat vind ik heel leuk.”


COLOFON SPORTSERVICE is een uitgave van Sportservice Nederland

Hoofdredactie Henk Uildriks Eindredactie Caroline van Diest Coline Elbertsen Redactie Coline Elbertsen, Wendy Elberse, Harry Akkermans, Rob Spierenburg Vormgeving Sportservice Nederland Caroline van Diest, Marja Eveleens Druk Sportservice Nederland BV

vraaggericht ‘s Ochtends vroeg, de dag na de Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer, ontmoette ik bij de flappentap de burgemeester. “Rutte vindt dat de sport het zélf wel kan”, zo luidde zijn begroeting. “De sport doet het al eeuwen zélf”, was mijn reactie. “De overheden regelen de infrastructuur, net als wegen, lantaarnpalen, schouwburgen en ook sportaccommodaties. De invulling, de bezetting, doet de sport meestal zelf.” “Kan de sport meer doen, meer betalen?” vroeg hij vervolgens. Onmiddellijk kwam bij mij het woord participatie boven, dat door Koning Willem-Alexander in rap tempo diverse malen in de Troonrede was uitgesproken. “Meer betalen? Nee. Meer doen? Ja,” was mijn antwoord. “De politiek moet eens ophouden het woord bezuinigen te vertalen naar het verzwaren van de lasten.” “Wat bedoel je met meer doen?” “Alles kent een golfbeweging. In de jaren ’80 stond privatiseren hoog op de agenda. Dat komt nu ook weer in beeld. De sport betrekken bij het beheren van accommodaties. Ook dat is participeren.” “Oke,” zo vervolgde hij zijn weg naar het gemeentehuis, de inmiddels goed gevulde portemonnee wegbergend, “ik zal de wethouder informeren. Prettige dag.”

Verspreiding/oplage 15.000 Verschijningsfrequentie 1 x per jaar ISSN 2213-8544 ‘SPORTSERVICE’ Postbus 338, 2000 AH Haarlem 023-531 94 75 info@sportservicenederland.nl www.sportservicenederland.nl

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch door fotokopieeën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Sportservice Nederland.

Bewegen en participeren zijn kernbegrippen die leven bij veel sportverenigingen. Verenigingen die op dat terrein veelal minder star zijn dan de sportbonden waarbij zij zijn aangesloten. Eigenlijk ook wel logisch. Een sportbond komt op voor één tak van sport. Veel sportverenigingen functioneren goed in samenstel en samenspraak met andere, plaatselijke organisaties. Dat vraagt om kennis van ook andere disciplines. Tak van sport overschrijdend. “Geen ego, maar lego”, zei mijn leermeester. Reden waarom steeds meer verenigingen bij Sportservice aankloppen voor raad en daad. Te veel van de schaarse financiën leiden op landelijk sportniveau tot bureaucratie. Het is in mijn ogen te zot voor woorden dat sportbonden hun eigen verenigingsondersteuners hebben. Immers, de meeste vraagstukken die verenigingen moeten oplossen zijn niet specifiek voor één tak van sport. Nu ook op landelijk niveau de geldstromen voor de sport fors krimpen, doen de sportbonden er goed aan om samenwerking te zoeken. Samenwerking met Sportservicebureaus die voor hen goedkoper en kwalitatief hoogwaardig klussen kunnen klaren. Vraaggericht, onder het motto: ‘Het aanbod verliest zijn recht als de markt er niet om vraagt.’ Eénentwintig jaar zat ik in het bestuur van de oudste voetbalvereniging in Nederland. De club floreert, maar vermoeiend was het om steeds maar weer een aanbod van onze landelijke sportbond te krijgen waarom wij niet hadden gevraagd en waaraan wij geen enkele behoefte hadden.

1


25 inhoud

64 12

44

38 2


14

60

32

1 Voorwoord en colofon 4 Sporteiland Texel 8 Sport hoog in het vaandel bij ambtenaren 12 Talenten 14 Ireen Wüst 18 Nooit één dubbeltje onder de tafel 20 Een podium voor Olympiërs 25 Rugbyvrouwen 29 Sportimpuls - subsidieregeling biedt kansen voor sportaanbieders 36 Langer zelfredzaam door bewegen 38 Nieuwe passie in het leven van Hennie Meijer 42 Joska Le Conté - Olympische droom op centimeters van het ijs 32 Hockey vs honkbal 44 Elvira Stinissen - Persoonlijke groei te danken aan de sport 47 Mo Boutaka - Beter mens geworden dankzij een bal 5 1 Dordt Sport Talentcentrum 53 Joop van de Water - Door de ogen van een Noordkopper 56 Goede aanpak haalt het maximale uit een kind 58 Koningsspelen 60 Een veiliger sportklimaat 62 Moderne gymlessen met pittenzak en iPad 64 Curling 68 Over Sportservice Nederland

3


Vanaf de kade in Den Helder zie je de lijnbussen op Texel rijden. Een geoefende zwemmer is er in een wip. Op de waterfiets is het een kwestie van eventjes doortrappen. Doemt er na vier kilometer een wereld van verschil op...

of gaat Noord-Holland aan de andere kant van de nattigheid gewoon verder?

4


duelleren met de overkanters

sporteiland

Texel Op het gebied van de amateursport is Texel als een ouderwetse astronautenpil. Piepklein, maar nagenoeg alles is vertegenwoordigd. Natuurlijk zijn niet alle sportdisciplines op het eiland in club- of teamverband uit te oefenen. Hoe kan het ook anders met een bevolkingsaantal dat niet eens de 14.000 aantikt. Kies je op het Waddeneiland voor een sport die in competitieverband wordt uitgeoefend, dan doet het begrip ‘de overkanters’ onverbiddelijk zijn intrede. Want op uitsluitend krachtmetingen tussen Texelse vakgenoten raak je gauw uitgekeken. Hoe groter de club, hoe complexer de taak om de teams op het juiste moment in de juiste plaats op het vaste land te krijgen. Met name voor de jonge jeugd levert dat een club vele uren arbeid en een niet misselijke kostenpost op.

Texel ’94 is met 400 voetballende leden met gemak de grootse sportvereniging van het eiland. Op de website is de rubriek ‘vervoer’ het allerbelangrijkste gerecht in het keuzemenu. Bestuurslid Wim Koorn houdt zich al 44 jaar bezig met de problematiek rond de verplaatsing. “Vroeger gingen alle jeugdteams in personenauto’s met chaufferende vaders, moeders en leiders met de boot mee. Soms een heel gehaast om op tijd te zijn voor de afvaart. Met wel acht kinderen in de auto omdat iemand had afgebeld. Dat moest anders.’’ Al weer jaren wordt het vervoer naar het vaste land centraal door de club geregeld. Bussen met chauffeur staan op de thuisbasis van VV Texel ’94 in Den Burg te wachten op hun lading. Met maximaal drie jeugdelftallen per touringcar volgt een korte rit naar de veerboot. Aan de overkant worden de voetballers naar de diverse locaties gereden om een paar uur later weer te worden opgehaald. Een uitwedstrijd kost een voetballertje zijn complete zondag. Ze malen er niet om. Aan het luxe vervoer hangt een stevig prijskaartje. “Het kost ons 30.000 euro per seizoen’’, weet de op Texel geboren en getogen Koorn. Dat de leden van de club die vorig jaar zijn

eeuwfeest vierde, met gangbare lidmaatschapsprijzen te maken hebben, is het gevolg van een knap staaltje Texels vernuft. “In de zomermaanden verhuren wij ons complex aan groepen vakantiegangers. In de kleedlokalen plaatsen wij stapelbedden; de kantine wordt ingericht als eetzaal. Een bestuurslid houdt zich de hele zomer bezig met de ontvangst van de gasten. Het levert ons 20.000 euro op.’’ Texel is een stukje Nederland. Dus nagenoeg elk dorp of gehucht beschikt er over een eigen voetbalvereniging. Sommige brengen slechts één elftal op de been. Op het eiland is dat bepaald geen reden om te overwegen het bijltje er bij neer te gooien. Ook met elf man kan je de naam van je geliefde woonplaats hoog houden. Wethouder Hennie Huisman (haar portefeuille telt vele vakjes. Sport is er één van) ziet het als een belangrijke taak om de verscheidenheid te bewaken. “Hoewel het aantal geboortes in de buitendorpen al jaren afneemt, is de behoefte om de eigen identiteit te behouden er groot. Sport speelt daarin een belangrijke rol. Een sportvereniging heeft een accommodatie nodig. Hoe klein de club ook is. Wij steunen hen daarbij zoveel mogelijk.

TEKST Rob Spierenburg FOTO’S Heleen Vink

Op Texel geldt de regel ‘voor topsport moet je aan de overkant zijn.’ Voor velen blijkt dat een niet te nemen horde. Behoudens Olympische ‘golden boy’ Dorian van Rijsselberghe die zich in het windsurfen bekwaamde op de zee eventjes voorbij zijn voordeur en twee modale profvoetballers (Siemen Sijm en Martin Koorn) heeft het eiland geen grote sportnamen voortgebracht.

5


Herkent u dit? Migraties, deadlines, upgrades, verschillende IT belangen vanuit de business units

U bent als IT Manager de spin in het web binnen uw organisatie. Men verwacht van u een continu werkende IT omgeving. Daar heeft u niet alleen goede systemen voor nodig, maar ook de juiste mensen! Codec-it kan u snel en flexibel helpen met het vinden van de juiste persoon voor het juiste project!

www.codec-it.nl/dienstverlening

GEZONDHEIDPASPOORT

uw gezondheid in één overzicht ZORGINNOVATIE VAN 2013

Hotel Hotel Den Den Haag Haag -- nootDorp nootDorp Hotel Hotel Den Den Haag Haag - nootDorp - nootDorp

Hotel Den Haag – Nootdorp beschikt over: 140 luxe hotelkamers 2 suites een eigen restaurant een hotelbar

WELZIJN IN EIGEN HAND

Overzicht van alle relevante metingen, medicijngebruik, mogelijke verbeterpunten en leefstijltips. Alle belangrijke informatie over uw gezondheid altijd en overal binnen handbereik en op de digitale pas staan uw gegevens in 9 talen. De metingen zijn mogelijk op diverse locaties bij u in de buurt.

14 vergaderzalen In uw paspoort en digitale pas • persoonlijke gegevens • medische gegevens • gezondheidverklaring • inentingen • allergiën • medicijngebruik • persoonlijke doelstellingen • leefstijltips • donorcodicil GEZONDHEIDPASPOORT Bel voor een afspraak 06 - 832 25 533 Wij hebben kantoren op meerdere locaties in Nederland info@gezondheidpaspoort.nl WWW.GEZONDHEIDPASPOORT.NL

Gezonder en veiliger zo werkt het gewoon

Daarom zijn sporters en sportteams graag geziene gasten door de vele mogelijkheden in en om ons hotel.

Gildeweg 1 | 2632 BD Nootdorp | tel: 015-3104545 | www.hoteldenhaag.nl


Wethouder Hennie Huisman:

‘We steunen sportverenigingen zoveel mogelijk.’

Connie Joling:

‘Het Texels kwartiertje is een begrip’

Om te voorkomen dat het slaapdorpen worden.’’ Het verdelen van de beschikbare gemeentelijke gelden over de diverse plaatsjes, heeft als consequentie dat het grote Texel ’94 uit Den Burg (de helft van de totale eilandbevolking woont er) nog altijd niet beschikt over een kunstgrasveld. De schreeuw om de plastic sprieten is tot in de werkkamer van wethouder Huisman te horen. Dat is overigens geen kunst. Een verkeerd geraakte bal tijdens een training landt gegarandeerd op de parkeerplaats van het aanpalende gemeentehuis. “Texel bezuinigt mee met de overheid’’, vervolgt Huisman. “We hebben te maken met een sporthal en een zwembad die nodig moeten worden opgeknapt. Gemeentelijke inkomsten door verkoop van grond nemen af. Dan is 400.000 euro voor een kunstgrasveld heel veel geld. Zelfs als de club een gedeelte van de kosten voor eigen rekening neemt,

voelen de buitendorpen zich te kort gedaan. Daar heb ik rekening mee te houden.’’ In sporthal Ons Genoegen in Den Burg bevindt zich de kleine vestiging van SportService Texel. Connie Joling zwaait er de scepter. De in het Drentse Zuidwolde geboren sportieve duizendpoot is sinds 1996 zo’n beetje het sportgeweten van het eiland. Qua mentaliteit was het voor haar even wennen. “Ik ben hier direct gaan volleyballen. Ik was vechten voor mijn plekkie in de selectie gewend. Op tijd komen met trainingen was vanzelfsprekend. Nou, dat ligt hier dus even anders. Het Texels kwartiertje is een berucht begrip. Tussen acht uur en kwart over acht zit hier geen verschil.’’ De meest in het oog springende sportvorm die op Texel ontbreekt is hockey. “Daar is hier gewoon geen behoefte aan’’, weet Joling. “Maar het kan best zijn dat er binnenkort iemand van de

boot stapt die zich hard gaat maken voor die sport. Dat zie je wel vaker. Sinds 2012 speelt een handbalteampje in deze hal. Een vrouw die op hoog niveau heeft gespeeld in Duitsland is met tien liefhebbers aan de slag gegaan.’’ Als de dames volhouders blijken, zal er regelmatig richting Den Helder worden afgekoerst. Of met trommelende vingers worden gewacht op de boot die de tegenstanders brengt. Soms betekent dat wachten op niemand. Het overkomt de voetballers van Texel ’94 regelmatig. Zeker als aan het einde van een seizoen niets meer op het spel staat. “Dan bellen ze op de dag van de wedstrijd zomaar af’’, meldt Wim Koorn. “Logistieke problemen, hoor je dan. Natuurlijk krijgen ze een boete van de bond. Maar die is lager dan de reiskosten. Nou, dan weet je ’t wel.’’

.

7


hoog in het vaandel Wie van mening is dat ambtenaren grijze muizen zijn zit er goed naast. Wie denkt dat ze klokslag vijf en masse in pak met koffer huiswaarts keren heeft het misschien nog wel meer mis. De huidige sportambtenaren zijn actief betrokken bij de sport en zelf ook in tenue op menig sportveld te vinden. Soms zelfs in zeer bijzonder sporttenue.

8


Castricum – Tot 1 april 2009 was Heerhugowaarder Sebastiaan Huys een integer beleidsmedewerker onderwijs in de gemeente Heemstede. De switch naar Castricum bracht zijn werk een stuk dichter bij huis. Zowel letterlijk als figuurlijk. Want in de Noord-Hollandse kustgemeente kreeg hij sport en cultuur als werkterrein. “Dat is mij op het lijf geschreven’’, zegt Huys De ruim 34.000 inwoners kunnen kiezen uit 30 sporten die bij 90 verschillende verenigingen worden beoefend. Over de sportcultuur in Castricum is ambtenaar Huys best te spreken. Logisch, want het beleidsplan 2012-1016 dat hij in nauwe samenwerking schreef met Platform Sport, kwam vorig jaar ongeschonden door de raad. Speerpunt van het plan was het voor iedereen toegankelijk houden van de sport, óók voor de meest kwetsbare doelgroepen. “Het blijft een enorme kick als een dergelijk beleidsplan door de raad komt.’’ Kicks van een geheel andere orde beleeft Huys tijdens het uitoefenen van zijn niet alledaagse sport: de Highland Games. De 4.000 jaar oude Schotse stoere mannensport wordt ook in Nederland beoefend. Huys schetst zijn passie in vijf woorden. “Het uiterste uit jezelf halen.’’ De Highland Games Federatie Nederland en België organiseert jaarlijks een groot aantal wedstrijden waarin de beoefenaars uit de lage Landen het in diverse klassen tegen elkaar opnemen. Sebastiaan Huys kiest jaarlijks zo’n vijftien evenementen uit waarop hij zijn kunsten kan vertonen. Zijn dadendrang leverde hem in 2010 in zijn woonplaats Heerhugowaard de prestigieuze titel ‘sportman van het jaar’ op. Als beloning voor het winnen van de Nederlandse titel Highland Games in de B-klasse. Aansluitend maakt Huys de stap naar de hoogste A-klasse waarin hij ook zichzelf verbaasde door beslag te leggen op de vierde plaats in het eindklasse-

ment van het NK 2011 en 2013. Dat het geen sport is voor watjes, blijkt uit de vijf onderdelen die de atleten voor de kiezen krijgen. Een loodzware kogel aan een stok moet worden weggeworpen. Een steen met hetzelfde gewicht wordt gestoten. Weight for Height heet de handeling waarbij een gewicht van ruim 25 kilo achterwaarts over een lat moet worden gekegeld. Met de oervorm van het discuswerpen (Weight for Distance) worden afstanden van wel twintig meter bereikt. En dan is er natuurlijk het onderdeel dat zelfs bij de grootste sportonbenul een lichtje doet branden. Het spectaculaire Caber Tossing levert de bekende plaatjes op van een in kilt gestoken atleet (ja, ze hebben d’r wat onder aan) die een boom met een lengte van vijf meter en een gewicht van 75 kilo over de kop dient te kukelen. Een goed seizoen afleveren vergt een intense training. “Ik doe drie keer per week aan krachttraining en ik concentreer mij wekelijks vier keer op de verschillende werptechnieken.’’ Sebastiaan Huys weet al een leven lang wat het pijnigen van het eigen lichaam inhoudt. “Ik kom oorspronkelijk uit de atletiek. De 400 meter was mijn specialiteit. Met mijn één meter negentig woog ik destijds 75 kilo.’’ Zijn huidige sport vraagt andere lichaamseigenschappen. “Ik zit momenteel met 115 kilo op mijn ideale gewicht. Nog ietsje zwaarder zou mijn prestaties zeker ten goede komen. Maar ik vind het prima zo. Ik wil me ook op het strand kunnen vertonen.’’

TEKST Rob Spierenburg FOTO’S Remco van der Kruis (portret) en Tjalling Jan Raukema (actiefoto)

Sebastiaan Huys ‘Het uiterste uit jezelf halen’

9


Velsen-Zuid – Meldt op deze zonnige zaterdagochtend van 13 juli de fanclub van Payne Stewart zich op de openbare golfbaan Spaarnwoude? Zo’n vijftig mannen arriveren in een sporttenue dat sterk doet denken aan de outfit van de in 1999 bij een vliegtuigongeluk omgekomen Amerikaanse topgolfer. Naast zijn ijzersterke spel, was Stewart vermaard om zijn klassieke sportkledij: platte pet, mouwloos vest over een polo, knickerbocker en geruite lange kousen. Als de heren zich hebben verzameld in een zaaltje op het sportcomplex aan de oever van het Noordzeekanaal, slaat de verwarring bij de argeloze toeschouwer nog wat nadrukkelijker toe. Waar zijn de met clubs volgestouwde megatassen op wieltjes? Dit zijn helemaal geen golfers! Maar wat komen de heren dan doen op deze plek? FootGolf spelen! Sinds een paar jaar is het ronden van een golfcourse met de benen als golfclubs en een leren ‘vijfje’ als golfbal een nieuwe rage in ons sportgekke land. Om niet al te nadrukkelijk af te wijken van het keurige golfende volk, dient een FootGolfer zijn sport bij voorkeur te bedrijven met geruite hoge sokken om de kuiten. Deze eindigen zo ongeveer waar de Bermuda begint. Ietsje verder omhoog het lichaam vinden wij een net poloshirt dat best mag worden gecombineerd met een spencer. Bij een enkeling rust helemaal bovenaan een platte cap op het hoofd. Rens Elbertsen heeft zich belast met de organisatie van de FootGolf Classis 2013. Hij behoort tot het selecte groepje voetballers dat de sport in 2009 in Nederland introduceerde. Om even voor twaalf uur verdeelt hij het gezelschap in groepjes en trekken de heren er op uit. Stuk voor stuk met een bal onder de arm. Ook Elbertsen begeeft zich naar de negen holes tellende baan. De afslag in het golf wordt een aftrap bij het FootGolf. Dat houdt in dat de bal richting het midden van de fairway moet worden gestuurd (par vier) of al aardig in de buurt van de

10

vlag moet komen te liggen (par drie). De holes bevinden zich net buiten de greens. Niet onlogisch, want de diameter bedraagt 55 centimeter. Als de baan weer door golfers in gebruik wordt genomen, worden de royale ronde gaten afgedekt met een kunstgras deksel. Om het gras op fairway en green te sparen wordt FootGolf gespeeld op sportschoenen zonder noppen. “Wij richten minder schade aan dan de gemiddelde golfer’’, stelt Elbertsen. Zie hem voor, tijdens en na de wedstrijd bezig en het is zonneklaar dat de 24-jarige inwoner van Mijdrecht een doener is. “Ik wil regelen en organiseren. Er op uit. Ook tijdens mijn werk.’’ Met collega Patrick Hilhorst bestiert hij Sportservice Stichtse Vecht dat een groot gedeelte van het sportbeleid van de nieuwe fusiegemeente (63.000 inwoners) uitvoert. Vol overgave doet Elbertsen zijn werk. Eén van zijn taken is het ondersteunen van verenigingen. Bijvoorbeeld als een club wordt geconfronteerd met zaken als agressie en disrespect. “Dan ga ik kijken hoe de structuur er in elkaar zit. Is er iemand belast met incidentenbestrijding? Zijn er vertrouwenspersonen die vervolgstappen kunnen maken? Zijn de clubs op de hoogte van de ondersteuning die partijen als KNVB en NOC*NCF leveren?’’ Het FootGolf heeft geen goede raad nodig van Rens Elbertsen. Daar zorgen zelfregulering en respect voor. Wellicht daardoor groeit de sport als kool. “Gewoon lekker rammen met een vijfje’’, besluit Elbertsen. Ooit gold dat ook voor het spelletje met elf tegen elf.

FOTO’S Remco van der Kruis

Rens Elbertsen ‘Lekker rammen met een vijfje’


Zoetermeer - Op de werkplek op veertien hoog van de Zoetermeerse beleidsadviseur sport Karen van Drimmelen is goed te zien waar de term ‘groeigemeente’ voor staat. Kort turen, hoog vanuit het gemeentehuis, en je gelooft direct dat Zoetermeer 123.000 inwoners telt. Als het aan Karen van Drimmelen ligt zullen al deze Zoetermeerders vroeg of laat – liever nog vroeg én laat – aan het bewegen gaan. Ter aansporing verscheen onlangs de door de gemeente vervaardigde gids Sport- en beweegaanbod Zoetermeer 2013-2014. De samenstellers van het blad hadden liefst 76 pagina’s nodig om de diverse mogelijkheden onder de aandacht van de doelgroepen te brengen. Het zegt iets over de prominente positie die sport inneemt in Zoetermeer. De gemeente wordt daarbij zeer geholpen door vijf grote sportcentra die er zijn gevestigd. Skicentrum Snowworld, wildwaterbaan Dutch Water Dreams, ijssportcentrum Silverdome, klimcentrum Ayersrock en de golfbanen van BurgGolf zetten de groeigemeente in de spo(r)tlights. Het huidige sportklimaat in Zoetermeer is zeker ook aan de inzet en kennis van zaken van Karen van Drimmelen te danken. “Toen ik hier in 2002 aan de slag ging, was er van een sportbeleid nauwelijks sprake. Ik heb deze baan min of meer zelf vormgegeven. Natuurlijk wordt het beleid vooral bepaald door de politiek. Maar stiekem druk je als beleidsadviseur ook jouw stempel er op.’’ Met Van Drimmelen (41) haalde Zoetermeer een doctorandus in huis. Bij haar aantreden had zij de studie algemene bestuurskunde afgerond. In 2012 bracht zij de masteropleiding Sportmanagement tot een goed einde. Haar afstudeerscriptie handelde over het optimaliseren van regionale samenwerking met als doel topsporters en sporttalenten maximaal te ondersteunen. Op het voorblad van het onderzoeksrapport prijken de

welbekende vijf Olympische ringen. Diezelfde, iets anders vormgegeven symbolen staan afgedrukt op de kadernota Sport en Bewegen 2009-2016 van de gemeente Zoetermeer. “Daarbij is het streven dat iedereen sport beleeft. Actief of passief. De Olympische gedachte staat in de nota centraal.’’ Het onderstreept het enthousiasme van Van Drimmelen en de gemeente waarvoor zij werkt om de Spelen van 2028 naar ons land te halen. Inmiddels een gepasseerd station. “Heel jammer’’, vindt Van Drimmelen. “Ik schreef mijn scriptie met de Olympische Spelen van 2028 in het achterhoofd. Ik had graag een rol gespeeld in de aanloop daar naartoe. Nederland in de ban van de sport. De Spelen komen er aan! Maar helaas.’’ Een andere recente tegenvaller voor sportminnend Zoetermeer was het voorlopig door de KNSB en het NOC•NSF toewijzen aan Almere van het (winter)topsportcentrum voor Nederland. Het kabaal uit het concurrerende Heerenveen dat volgde, was zo luid dat bijna werd vergeten dat ook Zoetermeer in de race was. Karen van Drimmelen schreef mee aan het ’bidbook’ van het Zoetermeerse TranSportium. “Het project TranSportium zal hopelijk in een uitgeklede versie alsnog verrijzen. Want de behoefte aan een nieuwe 400 meterbaan in deze regio blijft onveranderd groot. De ijsbaan van de Uithof is wat verouderd. Het is de vraag of de gemeente Den Haag nog wil investeren. Dus gooien we onze mooie plannen niet zo maar in de prullenbak.’’ Ondanks de bomvolle werkweken is Karen van Drimmelen trouw gebleven aan de sport waarmee het allemaal begon: tennis. “Ik geef nog altijd twee avonden in de week les aan een groepje liefhebbers in Waddinxveen. En ik organiseer jaarlijks een tennisreis naar een mooie plek buiten de landsgrenzen. Op deze manier kan ik de beleidsmatige kant van de sport perfect combineren met het actief bezig zijn op de tennisbaan.’’

.

FOTO’S Remco van der Kruis (portret) en eigen foto.

Karen van Drimmelen ‘Ik organiseer jaarlijks een tennisreis’

11


Bastijn Boele, pag 13

Michelle Dekker, pag 46

gkin

on irk J

D

ag d, p

69

Imke van der Aar, pag 63

TEKST Coline Elbertsen FOTO’S SNL, Joop van de Water

Noah Krabshuis, pag 41

12

Chantal Molenkamp, pag 50

Zes talenten vertellen over hun sport, hun drive en hoe ze de toekomst voor zichzelf zien.


talent

bastijn boele Schaatsen - 17 jaar Waarom is schaatsen jouw sport? “Ik vind schaatsen een moeilijke maar ook diverse sport. Ik ben niet alleen maar op het ijs te vinden; mijn trainingen bestaan uit veel verschillende sporten. Ik ga naast het schaatsen ook hardlopen, skeeleren en wielrennen. Hierdoor wordt het voor mij niet eentonig en word ik continue uitgedaagd.” Hoe ben jij in het schaatsen terecht gekomen? “Toen ik acht was mocht ik gaan sporten. Mijn vader stelde voor om te gaan schaatsen, omdat dat ook handig is als er natuurijs ligt. Uiteindelijk liep het iets anders dan we dachten. Na twee jaar mocht ik al bij de clubselectie van IJsvereniging Voorschoten. Toen ben ik wat meer en harder gaan trainen en mocht ik ook naar het Zuid-Hollands kampioenschap, waar ik tweede werd. Zo ben ik in het Gewest Team Zuid-Holland terecht gekomen en daar zit ik nu nog steeds.” Wat is jouw hoogtepunt? “Ik denk deelname aan de Jeugd Olympische Spelen van Innsbruck in januari 2012. Toen ben ik vijfde geworden op de 1.500 meter, achtste op de 3.000 meter en tiende op de massastart. Het was een ontzettend groot evenement waar ik me voor moest kwalificeren.” Wat wil je nog behalen? “Dat is nog best veel! Voor aankomend seizoen wil ik gewoon goede Nederlandse Kampioenschappen rijden en op de lange termijn wil ik ook wel eens in een vol ijsstadion staan.” Hoe ziet jouw (schaats)toekomst eruit? “Als ik me goed ontwikkel dan, wie weet, kan ik van mijn hobby werk maken. Ik stel gewoon elk jaar mijn doelen en leef meer van jaar tot jaar. Ik zit op dit moment op het VWO, en daarna wil ik ook verder gaan studeren, een economische richting op.”

13


Toen de één haar drie gouden schaatsplakken in de wacht sleepte, zat de ander nog in de luiers. Toen de eerste haar succesvolle carrière beëindigde had de ander nog nooit op de schaats gestaan. Inmiddels zijn de rollen omgedraaid en is Ireen Wüst onze grote schaatsheldin die het waar moet gaan maken in Sochi. En nee, Yvonne van Gennip zit inmiddels niet in de luiers, maar is niet meer op, maar naast de schaatsbaan te vinden als teammanager nationale selectie langebaan. Beiden blijken echte gevoelsmensen te zijn en naast gouden schaatsmedailles nog veel meer gemeen te hebben.

14


OUD-OLYMPISCH KAMPIOEN YVONNE VAN GENNIP INTERVIEWT

In het bosrijke Wolfheze treffen beide dames elkaar. Ireen is daar vanwege een trainingskamp met haar ploeg TVM en Yvonne zoekt haar op ter gelegenheid van dit interview. Tijdens een lunch in het hotel waar de ploeg verblijft, komt de hele geschiedenis van Ireen aan bod. Als je beide carrières en persoonlijkheden vergelijkt, dan zouden ze bijna naadloos op elkaar aansluiten. Dat levert dus een mooi gesprek op, enkel af en toe onderbroken door een teamlid. Want de aanwezigheid van Yvonne blijft ook in de TVMploeg niet onopgemerkt. Kunstschaatsen van de Scapino Ireen begon haar schaatscarrière op elfjarige leeftijd. In de koude winter van 1997 deed haar vader mee aan de Elfstedentocht en kleine Ireen zat vanaf de start gebiologeerd voor de tv. Vanaf dat moment was ze bevangen door de schaatssport en – doortastend als ze is- was ze al snel op een kanaal in Heerenveen te vinden. Schaatsend achter haar vader aan direct hele-

maal naar Akkrum. “Op krakkemikkige kunstschaatsen van de Scapino precies de bewegingen van mijn vader kopiërend”, aldus Ireen. Nakomertjes Ireen is, net zoals Yvonne, een nakomertje in het gezin. Toeval? “Ik voelde regelmatig de drang om mezelf te bewijzen en tegen iedereen op te boksen. Ik wilde meedoen met de volwassenen en had erg de neiging om mezelf te laten zien”, aldus Ireen. Waarop Yvonne beaamt: “Ik ervoer precies hetzelfde! Volgens mij is dat een basiskaraktereigenschap die je nooit meer kwijt raakt. Veel sporters zijn ook nakomertjes.” Heil ergens anders zoeken Als er iemand loyaal aan een ploeg is, dan is het Ireen Wüst wel. Maar liefst negen jaar lang is ze al onderdeel van de succesvolle TVM-ploeg. Yvonne: heb je nooit overwogen om over te stappen, ook niet toen het iets minder ging?” Ireen: “Ja, maar dan kies je de weg van de minste weerstand en ga je

iets buiten jezelf leggen. Je kunt beter naar jezelf kijken en wat je anders kunt doen. Ik zit bij de meest professionele en betrouwbare sponsor in het schaatsen. Waarom zou ik dan mijn heil ergens anders zoeken?” Goud op de Spelen Het seizoen 2012/2013 was voor Ireen haar beste seizoen ooit. Ze won eigenlijk alles wat er te winnen viel, onder andere de Worldcup overall, ze werd Europees en wereldkampioen en ze won als eerste Nederlandse vrouw de Oscar Mathisen-trofee. De ideale opmaat naar het seizoen 2013/2014, waar ze nog een record kan verbreken, namelijk de eerste vrouwelijke schaatser worden die op drie Spelen goud wint. “Het zint me niet dat jij er meer hebt dan ik Yvonne!”, is Ireens snelle reactie. Als het aan Ireen ligt doet ze op de Spelen mee aan vijf afstanden, van de 1 tot aan de 5 kilometer en de ploegenachtervolging. “Ik moet me eerst nog plaatsen hoor, maar op de WK afstanden deed ik aan deze afstan-

TEKST Coline Elbertsen FOTO’S Remco van der Kruis / Gerlinde Schrijver (portretfoto’s)

IREEN WüST 15


Nieuwe LED verlichting heeft een korte terugverdientijd! Vraag naar de mogelijkheden voor uw sportcomplex. Maak een afspraak voor een helder advies met ĂŠĂŠn van onze adviseurs.

16

Newtonstraat 5, 1704 SB Heerhugowaard, Elektropartners T: 072 - 571 51 41, E: info@elektropartners.nl www.elektropartners.nl Protectiepartners T: 072 - 534 85 86, E: info@protectiepartners.nl www.protectiepartners.nl


‘Het zint me niet dat jij er meer hebt dan ik, Yvonne!’

den mee en dit ging goed. Ik ga voor goud op de 1.500 en 3.000, maar als ik ook een medaille kan pakken op een andere afstand, waarom niet?” Na Sochi Ireens grote kracht is haar focus. Ver vooruit denken is dan ook niet iets wat ze veel doet. Toch stopt na Sochi TVM ermee. “Hoe ziet jouw ideaalplaatje er dan uit?”, is de vraag van Yvonne, waarop Ireen antwoord: “Helemaal blanco! Natuurlijk heb ik wel een idee, maar dat komt na de Spelen wel. Stel dat Gerard Kemkers doorgaat, dan kan ik me voorstellen dat ik blijf. Ik heb vertrouwen in hem en succes met hem. Maar ik ga nooit zelf een ploeg beginnen, dat kost te veel energie.” Van podium tot podium Ook voor de schaatssport in Nederland is de toekomst nog onzeker. De schaatsbond heeft verschillende maatregelen in het visiedocument ‘Van podium tot podium’ aangekondigd om de sport sportief en commercieel (weer) aantrekkelijk te maken. Yvonne:

“Zo moet een sponsor meerdere dingen kunnen sponsoren, naast een team bijvoorbeeld ook een regionaal trainingscentrum. En moet het mogelijk worden om internationaal als merkenteam te rijden.” Ireen ziet deze aanpassingen wel zitten: “Dan krijg je misschien de sponsor weer terug in het schaatsen. Nu hikken ze tegen het probleem aan dat je alleen tijdens het NK in een sponsorpak schaatst en verder alleen maar in een pak met je sponsor klein op de borst.” Heerenveen versus Almere Een andere grote verandering is het verplaatsen van ons schaatsmekka Heerenveen naar Almere. Het Icedome wordt de nieuwe hal waar alle topschaatsevenementen plaats gaan vinden. Niet alle schaatsers zijn hier even blij mee. En Ireen? “Aan de ene kant moet er gewoon een nieuwe hal komen met de topsportfaciliteiten van de tegenwoordige tijd.” Maar Almere of Heerenveen? “Natuurlijk gaat mijn voorkeur uit naar Heerenveen, dat is puur omdat ik daar een huis heb. En het is wel jam-

mer dat een stukje historie verloren gaat”, is Ireen haar opvatting. na de schaatscarrière Heerenveen of Almere daargelaten, veel schaatsers zijn na hun carrière langs de baan te vinden. Kijk maar naar Yvonne, zij wilde nooit meer iets met schaatsen te maken hebben en is nu, twintig jaar later, toch weer in de sport te vinden. En Ireen? ”Alsjeblieft niet!” Is haar eerste antwoord, maar na een kleine aarzeling volgt toch: “Met de ervaringen die ik heb opgedaan zou ik misschien wel iets in de sport willen doen. Maar ik vind dat je eerst afstand van de sport en bijhorende emoties moet nemen.” Afstand van Ireen en haar schaatskunsten hoeven we waarschijnlijk nog lang niet te doen. Ze wil nog minimaal vijf jaar door. En wie weet, de schaatsers kunnen het zo goed met elkaar vinden, daarna ooit nog eens met Yvonne langs de baan.

.

17


De in Velp gevestigde Arnhemse Hockeyclub kan jaarlijks rekenen op de inzet van zes betaalde krachten. De vier heren en twee dames doen hun werk in dienst van Sportkader Nederland. Tot groot genoegen van penningmeester Gerrit den Hartog. De veelbeproefde

nooit één dubbeltje onder de tafel constructie scheelt hem bergen werk.

Een duidelijk geval van ‘goed geregeld’.

18


Er zullen in ons land weinig hockeyverenigingen zijn die over zo’n schitterend gelegen thuisbasis beschikken als de 102 jaar oude Arnhemse Hockeyclub. De overweldigende eeuwenoude natuur in de directe nabijheid van de drie velden maakt je nederig. Of je wilt of niet. Misschien komt het daardoor dat het bestuur van AHC niet doet aan wolkenfietserij, maar kiest voor een degelijke koers zonder fratsen. Het hockeycomplex ligt aan de rand van Velp. Het Gelderse Velp wel te verstaan. “We beschikken over een zandveld; een volbloed waterveld en een semi-waterveld’’, doet penningmeester Gerrit den Hartog de toplaag van de drie grasmatten van AHC uit de doeken. Dat hij bij de 900 leden tellende club de man is die op de penningen let, maakt Den Hartog aansluitend duidelijk. “Een semi-waterveld is bijna net zo goed als een authentiek waterveld. En véél goedkoper.’’ Het onderhoud van het park wordt uitbesteed aan het Arnhemse SIZA; een dienstverlener die mensen met een beperking aan het werk zet. “Goed en goedkoop’’, weet Den Hartog. “We zijn aan het onderzoeken of we de velden met LED-lampen gaan verlichten. Scheelt enorm in de kosten.’’ De crisis waarin ons land nog altijd verkeert, laat ook zijn sporen na in sportend Nederland. AHC zag het afgelopen jaar een aantal sponsors vertrekken, waardoor de club genoodzaakt is op de kleintjes te letten. ideale penningmeester Zoals gebruikelijk bij een vereniging die zich met amateursport bezighoudt, kwam belastingadviseur Den Hartog via zijn kinderen in aanraking met de hockeyclub die in Arnhem werd opgericht om in 1953 in de Velpse bossen het bestaan voort te zetten. “Ik had niets met hockey’’, erkent de man die vijftien jaar geleden met zijn gezin in Velp neerstreek. Broer en zus Den Hartog waren net een jaartje lid toen vader Gerrit voorzichtig werd gepolst voor een functie in het bestuur. Een belastingadviseur die werkte bij het gerenommeerde BDO. Een ideale kandidaat om het penningmeesterschap op zich te nemen. De hockeyvader zei ‘ja’ en aanvaarde in 2007 zijn vrijwilligersfunctie. “Ik heb mij in eerste instantie wel een beetje verkeken op het aantal uren dat ik in mijn beginperiode aan deze job besteedde. Je moet leren begrijpen hoe de club werkt. Je moet ontdekken wie er allemaal altijd om geld komen vragen. Inmiddels loopt alles al weer jaren op rolletjes.’’

Natuurlijk weet Den Hartog dat er heel wat verenigingen zijn die de technische staf en zelfs het spelersmateriaal onder de tafel uitbetaalt. “Ik snap niet dat er bestuurders zijn die kiezen voor zulke avonturen. Wij hebben pas nog een belastinginspecteur op bezoek gehad. Ben je als club zwart bezig geweest, maak dan je borst maar nat. Ze kunnen vijf jaar teruggaan. Er worden boetes tot wel 100 procent van het verschuldigde bedrag berekend. Dergelijke aanslagen kom je als club niet te boven. Wij voeren hier een prudent financieel beleid. Anders was ik nooit aan deze klus begonnen.’’ Kijk voor meer informatie op www.sportkadernederland.nl

TEKST Rob Spierenburg

Bergen werk uit handen Tijdens zijn inwerkperiode bemerkte Gerrit den Hartog direct dat de overeenkomst tussen AHC en Sportkader Nederland met betrekking tot een zestal betaalde arbeidkrachten, hem bergen werk uit handen nam. “Ideaal’’, zegt de penningmeester. “Alle administratieve ellende neemt Sportkader voor zijn rekening. Ze regelen de betalingen en de afdrachten. Heb ik geen omkijken naar. Voeg daarbij de kleine vergoeding die ze vragen en het is nauwelijks te begrijpen dat er clubs zijn die niet kiezen voor een dergelijke constructie.’’

19


een podium voor olympiërs Een verbaal partijtje armdrukken tussen directeur Henk Uildriks van Sportservice Nederland en Peter van der Aart, alliantiemanager Olympisch Netwerk, leverde drie pittige stellingen op: brons, zilver en goud. Stellingen zijn er om op geschoten te worden. Annemarie Kramer, voormalig topatlete en Olympiaganger neemt dit ‘eremetaal’ onder vuur.

Zesjescultuur is de sportieve norm geworden. De eerste daad van het huidige kabinet was het definitief wegpoetsen van de gedachte aan het door Nederland organiseren van de Olympische Zomerspelen van 2028. Door de Olympische ambitie verkeerd te verkopen, ontbrak in ons land het noodzakelijke draagvlak. Door gedurende 25 jaar elke Nederlander wekelijks 50 cent te laten bijdragen, had ons land in 2028 over een infrastructuur beschikt waar we onze vingers bij hadden afgelikt. De overheid heeft een enorme kans laten liggen om het steeds meer wegsijpelende ‘wij-gevoel’ nieuw leven in te blazen. Sterker nog, nu de Olympische droom is doorgeprikt zal het egocentrisme binnen de landsgrenzen alleen maar toenemen. Een andere gevolg van de huiver om een mega-evenement als de Spelen naar Nederland te halen, is het nog nadrukkelijker verdwijnen van prestatiesport in onze samenleving. In het verleden ontkiemde dat op de lagere school, om in het voorgezet onderwijs serieus wortel te schieten. Bijvoorbeeld in de Verenigde Staten wordt de status van een highschool of een universiteit nog altijd voor een groot gedeelte bepaald door de sportieve prestaties. Ook op sportgebied lijkt Nederland af te glijden naar een bedenkelijk niveau. Massaal toeleven naar de Spelen in Nederland van 2028 had het tij kunnen doen keren. Nu dreigt de zesjescultuur ook in de sport de norm te worden. Een gemiste kans.

20

Annemarie Kramer: “Ik heb me altijd verbaasd over hoe Nederland met zijn topsporters omgaat. Afgelopen zomer heb ik het WK atletiek gevolgd op de BBC en zag daar mijn Engelse oud-collega’s dagelijks terug als commentatoren. Met enkelen heb ik periodes getraind en trainingskampen meegemaakt. Deze veelal gouden medaillewinnaars worden nog altijd behandeld als helden. Dat Nederlandse ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ past niet bij wat een al dan niet winnende sporter allemaal investeert in zijn of haar carrière. In mijn huidige werk als topsportcoördinator hoor ik vaak dat jonge sporters op school gepest worden omdat ze uitblinken in hun sport. Het moet niet veel gekker worden! Hoewel ik het moeilijk vind om te bepalen of de Spelen in Nederland organiseren voldoende oplevert, ben ik er absoluut voor om de sporters met een Olympische ambitie te blijven ondersteunen. Ook als ze niet voor eigen publiek kunnen acteren. Maak helden van deze sporters.’’


Sportbond is een achterhaald fenomeen. Tijd voor topsportinstituut. De sportbond is een vereniging van verenigingen. De democratische structuren van deze verenigingen staan de ontwikkeling van prestatiesport compleet in de weg. De in de topsport noodzakelijke ingrediënten als ‘resultaatgericht bezig zijn’ en een ‘over-mijn-lijk-mentaliteit’, staan lijnrecht tegenover het verenigingsgevoel dat logischerwijs doorsijpelt naar de diverse bonden. De bond vertegenwoordigt immers de club die alle leden tevreden dient te stellen. Een vereniging die het leeuwendeel van het beschikbare budget zou besteden aan een select groepje toppers, zou gegarandeerd worden geconfronteerd met een leegloop. Bovendien kan een sportbond worden getypeerd als achterhaald fenomeen vanwege de enorme bureaucratie die er heerst. De topsport is vanzelfsprekend niet gebaat bij het verdelen van overheidsgelden over de diverse sportbonden die niet in staat zijn om snel en adequaat te handelen. De huidige situatie schreeuwt om de introductie van een topsportinstituut. Een professioneel opgetuigd lichaam dat boven de verenigingen staat. Geleid door ex-topsporters die het klappen van de zweep kennen. Alleen dan kan Nederland zichzelf op de Olympische kaart zetten. Verandert er niets, dan blijft het bij hopen op een topper die niet dankzij, maar ondanks de huidige organisatiestructuur het podium beklimt.

Annemarie Kramer: “Ik denk dat veel bonden ondertussen beschikken over veel kennis en wel degelijk in staat zijn topsporters op te leiden. Ik ben niet goed op de hoogte van de onderlinge kennisuitwisseling tussen de verschillende bonden, maar het is natuurlijk wel zonde als ze allemaal op hun eigen eilandje het wiel aan het uitvinden zijn. Bij trainers onderling, in dezelfde tak van sport, zie je vaak dat ze angstig zijn om hulp te vragen of een kijkje in de keuken te geven. Degenen die dat wel durven, zijn wat mij betreft de beste coaches, die zich blijven ontwikkelen en zich niet slechts inzetten voor hun eigen pupil maar ook voor de sport in zijn geheel. Zo zou het bij bonden ook moeten gaan. Het NOC*NSF kan daar een belangrijke rol in spelen, maar soms vraag ik me af of het wel goed is dat het NOC*NSF zoveel macht heeft en invloed uitoefent.’’

21


VOETBAL|KORFBAL|TENNIS|HANDBAL|BASKETBAL|BADMINTON|MIDGETGOLF|RUGBY|HOCKEY|VOLLEYBAL

Uw parTnEr ALS HET GAAT OM Alle sportveld inrichtingsmaterialen wij werken met een uitgebreid assortiment waarbij kwaliteit maar

www.pluimensports.nl

zeker ook prijs zeer belangrijk is, om u in alle wensen tegemoet te komen kunnen wij u adviseren en begeleiden zodat u tot een juiste beslissing komt. Snelle levering Merendeels leveren wij uit voorraad dat betekent voor u dat de bestelde producten snel op locatie geleverd kunnen worden. Montage teams al onze inrichtingsmaterialen kunnen uiteraard ook door ons gemonteerd worden, wij hebben een vast team die de producten

Zeelandsedijk 16 | 5424 TL Elsendorp | T 0492 - 35 91 11 | F 0492 - 35 91 07 E info@pluimensports.nl | I www.pluimensports.nl

snel voor u kunnen monteren cq plaatsen.

actief voor Sportorganisaties Maatschappelijke organisaties Onderwijs

Met Scheerman is het besparen geblazen Spouwmuurisolatie Vloerisolatie Bodemisolatie Geluidsisolatie Dakisolatie

één aar in Besp tot 50% 0 dag 3 energieú w op u ! Maak n ing n k e a k a re fspr een a

Overheden

SPEcIALIST IN SAlArIS- eN perSoNeelSDIeNSteN IN DE SPORT

Een lagere energierekening? Wie wil dat niet? Bespaar 30% tot 50% op uw energierekening. Hoe? Heel eenvoudig, door uw woning goed en degelijk te laten isoleren. Iets wat niet alleen uw energierekening laat dalen, maar uw wooncomfort ook nog eens verhoogt. En dit alles zonder hak- of breekwerk! Als ervaren isolatie-professionals bieden wij u altijd een totaaloplossing waar u tot in lengte van jaren van profiteert en direct - vanaf dag één - de vruchten van plukt. Bezoek vandaag nog onze website www.scheerman-isolatie.nl of bel ons voor een afspraak.

p r o f e s s i o n a l s

i n

i s o l a t i e

o p l o s s i n g e n

Scheerman Isolatie, Oranjelaan 21, 1901 TV Castricum, T +31(0)251 83 01 66, info@scheerman-isolatie.nl

t 023-531 94 75 e info@sportkadernederland.nl

www.sportkadernederland.nl


De vijf Olympische ringen zijn op sportgebied het ultieme keurmerk. Pak een gouden plak en de stad loopt voor je uit. Het overkwam Yvonne van Gennip in 1988. Drie keer stond zij tijdens de Winterspelen van Calgary op de hoogste trede. Korte tijd later barstte de Haarlemse Grote Markt uit zijn voegen. Zou datzelfde gebeuren op de Rotterdamse Coolsingel als Ignisious Gaisah in 2016 weet te stunten in Rio de Janeiro? Ignisious wie? In juli 2013 kreeg de Ghanese verspringer zijn Nederlandse paspoort overhandigd. Sindsdien mag hij namens ons land uitkomen op internationale wedstrijden. Zijn bedankje bestond uit het behalen van een zilveren medaille tijdens het WK in Moskou. Apetrots stond hij de pers te woord. In het Engels. Het tot Nederlander nationaliseren van medaillekandidaten is het gevolg van de ambitie om ons land een vaste plek in de mondiale Olympische top-tien te laten bekleden. Weg Olympische gedachte; een ‘goldrush’ is pure noodzaak. Geen sportbenadering, maar een goudbenadering. Een vereiste indrukwekkende medailleoogst is slechts mogelijk als Holland atleten afvaardigt die in hun discipline grote kans maken op eremetaal. Takken van sport waarin Nederlandse atleten of teamspelers letterlijk het nakijken hebben, kunnen financiële steun van de overheid vergeten. Enthousiaste atleten zullen afhaken; veelbelovende talenten stoppen met het najagen van een droom. Een straffe sportverschraling is het gevolg. Beleidsmakers zullen vol zijn van een gedroomde gouden medaille voor Ignisious Gaisah. De Coolsingel zal gegarandeerd leeg blijven.

Annemarie Kramer: “Ik weet dat Ignisious al jaren banden heeft met Nederland en niet hoefde te worden overgehaald om de Nederlandse nationaliteit aan te nemen. Toch zegt zijn medaille mij veel minder dan bijvoorbeeld die van Dafne Schippers op de meerkamp. Ik ervaar het verspringzilver van Ignisious niet als een Nederlands succes. Met de herverdeling van de gelden door het NOC*NSF lijkt het voor veel sporters bijna onmogelijk geworden om hun ultieme droom waar te maken. Ik denk daar anders over. Ik maakte vroeger elke week een paar uur schoon in het huis van mijn coach, zodat ik mijn trainingskamp daarvan kon betalen. Als ik dat nu vertel aan sporters dan kijken ze mij glazig aan. Zodra ze een beetje presteren, verwachten ze direct dat er van alles in hun schoot wordt geworpen. In staat zijn om te knokken met de middelen die je hebt; ook dat is talent. ‘’

TEKST Rob Spierenburg

Nederland moet stoppen met het ‘kopen’ van Olympisch eremetaal.

23


k

264x96_multifields_adv

11-06-2009

15:07

Page 1

WINDDO voor sportclub, be WINDDOEKEN WINDDOEKEN voor uw WINDDOEKEN

Multifields B.V. | Van den Bergst Natuurlijk Kunstgras! Natuurlijk Kunstgras! Fax: 0186-6 速

Altijd spelen

Kindvriendelijk

atuurlijk Kunstgras!

Nooit meer maaien?

Altijd spelen

Nooit meer maaien?

Multifields速 B.V. | Van den Bergstraat 40 | 3263 EB Oud Beijerland | Tel.: 0186-627562 | 06-22529516 | Fax: 0186-626032 | mail@multifields.nl | www.multifields.nl

Natuurlijk Kunstgras!

Multifields速 B.V. | Van den Bergstraat 40 | 3263 EB Oud Beijerland | Tel.: 0186-627562 | 06-22529516 | Fax: 0186-626032 | mail@multifields.nl | www.multifields.nl

voor uw sportclub, bedrijf of tuin

voor uw sportclub, bedrijf of tuin sportclub, bedrijf of tuin

info@henderik.nl / www.henderikwinddoeken.nl

info@henderik.nl / www

nddoeken.nl info@henderik.nl / www.henderikwinddoeken.nl

EEN ANDER EEN KANS GEVEN... info@henderik.nl / www.henderikwinddoeken.n DAT IS PAS EEN TOPPRESTATIE!

24


Atletische meiden met een missie

Sinds september 2011 heeft een groep rugbyvrouwen het vizier gericht op de zomerspelen van 2016 in het Braziliaanse Rio de Janeiro. Rugby Sevens heet de variant op de aloude sport die over drie jaar zowel bij de mannen als bij de vrouwen zijn Olympisch debuut maakt.

TEKST Rob Spierenburg FOTO’S Remco van der Kruis

rugby vrouwen

25


te kunnen leven. Want het hebben van een A-status stelt een sporter zeker niet in staat om een luxe leven te leiden. Dat is dan ook niet de bedoeling als je Olympische plannen hebt. Maar met een maandelijks bijlage van zeventig procent van het minimum loon, kun je zelfs niet één keer per maand de bloemetjes buiten zetten.

Met bal: Pien Selbeck. Tackle inzet: Yurena Polanen

Is rugby in Nederland al een kleine sport; de ‘sevens-variant’ heeft met nog veel meer krapte te maken. Zomaar van de ene discipline naar de andere overstappen is namelijk niet voor iedereen weggelegd. Doordat de wedstrijden tussen zeventallen op een regulier rugbyveld worden gespeeld (100 meter bij 70 meter), wordt van de beoefenaars meer verwacht dan een goed balgevoel en een puike conditie. A-status Explosiviteit, kracht, snelheid, souplesse en tactisch vernuft zijn vereisten om de slijtageslagen over twee keer zeven minuten tot een goed einde te brengen. Gespierde waterbuffels zul je in rugby sevens dan ook niet tegenkomen. Aan al deze voorwaarden voldoen en kans maken op Olympisch eremetaal, zit er voor Nederlandse sevens van het mannelijk geslacht voorlopig niet in. Voor de vrouwen geldt een heel ander verhaal. Een groot gedeelte van de huidige groep die deelneemt aan het eliteprogramma, knokte zich in 2011 naar een derde plaats op het EK. Aansluitend werd het loodzware traject richting Rio ingezet. Dankzij deze prestatie, kon bij NOC*NSF voor de vrouwelijke 7’s een A-status worden aangevraagd. Vijftien speelsters maken inmiddels gebruik van de exclusieve regeling die hen in staat stelt zich voor de volle honderd procent op hun sport te storten. Hoofdsponsor EY maakt goede randvoorwaarden mogelijk. Net als Centrum voor Topsport en Onderwijs Amsterdam (CTO). Ook CURA fysiotherapie uit Hoofddorp heeft zich aan het project verbonden.

Om de teamspirit te verhogen, en belangrijker nog, om geen tijd te verspillen aan reizen tussen de woonplaats en het trainingscomplex, werd van alle rugbyende oranjeklanten verlangd dat zij zich in de hoofdstad zouden vestigen. In vrije weekeinden (die vallen voor de dames op zondag en maandag) verliest het gezelschap iets van zijn hechtheid als de sociale banden verspreid over het hele land voor korte tijd worden aangehaald. Maar ook dan zit er een zwaar bewaakte grens aan het stappen en wordt er door de speelsters goed gelet op voeding en voldoende nachtrust. Ook op vrije dagen is een topsporter met zijn vak bezig. Teammanager Niki Ankersmit Bij een nationale selectie hoort een teammanager. Bij de rugby sevens bekleedt Niki Ankersmit deze belangrijke functie die zij kort en bondig samenvat. “Organiseren en ontzorgen. Ik zorg dat de dames een prestatie kunnen neerzetten. Dat doe ik bijvoorbeeld door het welzijn van de speelsters te bewaken. Sommigen volgen opleidingen. Dus ben ik soms in overleg met de school als er examendata moeten worden aangepast. Een kwestie van geven en nemen.’’

‘Doei,

Ankersmit (28) trad aan in augustus 2012. Op verzoek van toenmalig bondscoach Gareth Gilbert. De Zuid-Afrikaan heeft inmiddels het veld moeten ruimen voor een opvolger waarnaar nog wordt gezocht. Aanleiding voor het ontslag was een tegenvallend seizoen van de 7’s dat ook tijdens de World Cup in Moskou in juni van dit jaar niet kon worden gekeerd. “Gilbert heeft een heel belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het team’’, zegt Ankersmit over de vertrokken bondscoach. “Hij heeft alle meiden bij elkaar gebracht en het niveau zodanig verbeterd, dat wij ons kunnen meten met de wereldtop. Toch vond de rugbybond de tijd rijp om voor vernieuwing te kiezen.’’ Aldus spatte de Olympische droom van de coach uiteen. Sommige meiden overkomt wellicht hetzelfde. Want de deur van de Nederlandse Rugby Bond staat nog altijd wijd open voor speelsters die het spelpeil nog wat op kunnen krikken. Dat geldt zeker ook voor potentiële ‘zij-instromers’. Topsportvrouwen die hun vertrouwde discipline vaarwel zeggen om de gezamenlijke droom van de elitegroep rugbyvrouwen te gaan dromen.’

ik ga rugbyen!’ Dat klinkt toch lekkerder.

Sommige rugbysters werken er wekelijks een dag bij. Om feeling met de maatschappij te houden. Of om ietsje ruimer

26


Op advies van twee studiegenoten meldde Jannicke zich in 2012 voor een rugbycursus. In Groningen proefde ze aan de sport en het smaakte naar meer. “Nadat ik een wedstrijd had gespeeld, was ik verkocht. Wel miste ik in het Groningse rugbywereldje een topsportcultuur. Die vond ik hier in Amsterdam. Ik maakte de switch naar de sevens en startte in het opleidingsteam. Al snel mocht ik meedoen aan een toernooi in Frankfurt. Daar werd ik pas écht verliefd op rugby.’’ Het avontuur op het complex van het Nationaal Rugbycentrum Amsterdam doet sterk denken aan het volleybalsprookje dat als Bankras model startte en in 1996 eindigde met goud voor de lange mannen tijdens de Spelen van Atlanta. De formule waarbij het spelen van competitiewedstrijden werd uitgebannen, vereiste een enorme dosis zelfopoffering en discipline. Het Wilhelmus maakte na vele jaren buffelen alles goed. Met bal: captain Linda Franssen v.l.n.r. Yasmin Gunner, Linda Franssen, Paula Schouten, Dorien Eppink, Pien Selbeck

Van bobslee naar rugby: Jannicke IJdens Jannicke IJdens heeft bewezen dat de uitermate lastige stap gemaakt kan worden. De Groningse verruilde in oktober 2012 de bobslee voor de sport met de zwabberbal en is een jaar later niet meer uit de elitegroep weg te denken. In augustus van dit jaar ontving IJdens haar A-status. Zoals het een sevens-speelster betaamt beschikt de in het Groningse Hoogkerk opgegroeide IJdens over een fysiek waar de snelheid en de kracht vanaf spat. Dat zij ook nog de ‘looks’ heeft is van minder belang. Wel moet worden gevreesd dat Jannicke (mits zij het traject weet te volbrengen) wandelend door de straten van Rio de nodige kop-staart botsingen zal veroorzaken. Voor haar carrière in de bobslee, was IJdens een talentvolle kogelstoter en discuswerper. Al deze disciplines zullen haar enigszins hebben geholpen bij het onder de knie krijgen van het rugby. “Natuurlijk komen al die ervaringen van pas’’, weet zij. “Maar wat er bij mij aan ontbrak was een ijzersterke conditie. Daar werk ik elke dag aan. Ik maak vorderingen, maar heb nog een lange weg te gaan.’’

Van judo naar rugby: Pien Selbeck Pien Selbeck (28) wist wat haar te wachten stond toen zij zich aansloot bij de elitedames. Haar baan als hoofdagent bij de Amsterdamse politie werd wekelijks één dag werken op kantoor. In uniform werken op de Mokumse straten, werd vijf dagen per week, tweemaal per dag snoeihard trainen. In 2004 maakte zij de overstap van judo naar het rugby. Voor Selbeck een logische sportieve carrièrewissel. “Ik heb nu eenmaal een voorkeur voor contactsporten. Ik begon bij Thor in Delft en ging later bij AAC in Amsterdam spelen.’’ Strijden voor de punten met vijftien vrouwen maakte in 2011 plaats voor de wedstrijdvorm met zeven tegen zeven. “Dat vraagt zoveel meer van een rugbyer. Je weet dat je keer op keer door de verzuring heen moet. Je moet je in wedstrijden durven laten zien. Het is een sport voor echte atleten.’’ Het sociale leven van Selbeck staat al weer twee jaar op de sluimerstand. Dat zal de komende drie jaar niet veranderen. Ze zou het niet anders willen. “Tijdens mijn baan bij de politie zei ik tegen mijn vriend ‘Tot later, ik ga naar mijn werk.’ Nu zeg ik ‘Doei, ik ga rugbyen. Dat klinkt toch lekkerder.’’

.

Jannicke IJdens vangt de bal (erachter Pien Selbeck)

Ook het werpen en vangen van de rugbybal was nieuw voor de 26-jarige. Het gooien van een discus of het stoten van een kogel heeft nauwelijks raakpunten met het verzenden van het vreemdsoortige rugbyattribuut. Het uit de lucht plukken van het leren ding was voor IJdens een nog onbekender fenomeen. Want als er iets is wat je niet moet doen, is het het proberen te vangen van een zoevende loodzware kogel of een tollende discus. “Er valt voor mij nog zoveel te leren. Dat motiveert enorm.’’ Een nare crash met de viermansbob in het Duitse Winterberg in 2008, deed het heilige sledevuur bij IJdens doven. “Ik heb twee jaar moeten revalideren. In oktober 2010 keerde ik terug in de bob. De noodzakelijke ontspanning heb ik nooit meer ervaren. Ik merkte dat ik mij op de dagen waarin ik als reserve optrad veel relaxter voelde. Dat was een teken aan de wand.‘’

27


- Advertorial -

Haal meer uit de wolk OfficeGrip is sinds 2005 partner in managed ICT services. Vanuit vier vestigingen in Nederland, met een netwerk van ruim 140 ICT professionals, wordt elk specialisme op het gebied van ICT vertegenwoordigd. OfficeGrip levert managed desktop services, Unified Communications en datacenter services op basis van een shared services infrastructuur. Dit stelt ons in staat om onze klanten diensten te leveren, welke normaal alleen voor top-500 ondernemingen bereikbaar zijn vanwege de complexiteit en hoge kosten van implementatie en beheer. Deze diensten levert OfficeGrip op basis van het Private Cloud concept. Daarbij adviseren wij onze klanten doorlopend over het effectief en economisch gebruik van informatietechnologie. Onze oplossing is zeer geschikt voor bedrijven met meerdere locaties en biedt alle mogelijkheden voor thuis- en telewerkers. Hiervoor bieden wij uitstekende voorzieningen met onze state-of-the–art oplossingen voor remote access, video-, voice- en webconferencing. OfficeGrip biedt service en security van desktop tot datacenter met 24*7 monitoring en alerting. Wij weten op elk moment wat er speelt in uw infrastructuur. OfficeGrip is Microsoft Gold Partner, gevestigd te Heemskerk, Roosendaal, Maastricht en Enschede. Sportservice en OfficeGrip OfficeGrip mag Sportservice Nederland met alle aangesloten rechtspersonen tot haar gewaardeerde klanten rekenen. Waar Sportservice zich dagelijks bezighoudt met sport, ziet OfficeGrip het verzorgen van een betrouwbare ICT-omgeving als een echte sport. Deze samenwerking, waarbij de liefde en passie voor sport in iedere vorm centraal staat, zorgt al jaren voor een prettige en vruchtbare samenwerking tussen Sportservice en OfficeGrip. Goede doelen / ANBI OfficeGrip biedt samen met Microsoft Nederland een speciaal platform voor Goede Doelen organisaties en voor organisaties met een ANBI status aan. Dit platform biedt in alle takken van sport voordelen. Zo biedt Microsoft Nederland de Microsoft licenties tegen gereduceerde tarieven aan. OfficeGrip draagt zorg voor de dagelijkse operationele zaken op het gebied van ICT voor een gereduceerd tarief. Deze combinatie zorgt ervoor dat een hoogwaardige ICT-omgeving voor een aantrekkelijke prijs kan worden aangeboden. Office365 Het platform voor Goede Doelen organisaties of organisaties met een ANBI status is gebaseerd op Office365, de nieuwe productsuite van Microsoft. Met Office365 werkt u volledig uit de Cloud. Dit heeft enkele grote voordelen: • U heeft altijd de nieuwste versies van Office ter beschikking. • U kunt uw meest recente documenten altijd benaderen, ongeacht uw locatie of device. • Het verlies van bedrijfsgegevens is verleden tijd. Uw gegevens worden automatisch opgeslagen in een beveiligde omgeving. • De Office365 omgeving is eenvoudig te monitoren. Hierdoor worden problemen voorkomen in plaats van genezen. • Uw licenties zijn flexibel en maandelijks opzegbaar. • De ICT-diensten zijn tevens flexibel en maandelijks opzegbaar.

OfficeGrip B.V.

www.officegrip.nl


s l u p m i t r o p S g n i l e g e ! r s e r i e d i d s e i b b n Su a a t r o p s r o o v n e s n a k t d bie uurtsportB n e l o o h c ee Judo op S rssen zijn tw ers a a M g in aanbied verenig n van sport orbeelde rkelijk praktijkvo ls daadwe u p im rt o p S die met de krijgen! beweging in n e s n e meer m

Er

‘75

TEKST Coline Elbertsen en Jorrit Hansen FOTO’S SNL Joop van de Water

OSM j i B g u

e s k e e w n r Tie u c s g n i k a m s i A n B n T e E k O V S E DAM naf 16 jaar AL T B T E O ESV

DAM

De subsidieregeling Sportimpuls van het ministerie van VWS biedt kansen voor Sport-

aanbieders! Zij worden financieel ondersteund bij het opzetten van activiteiten die mensen

va

meer laten sporten en bewegen. De wensen en behoeften van potentiele deelnemers staan

g va n i d i e gel e b r e nele o Ond i s s profe n speler rs e e n i a isie r v t i d e r E uit de 29

hierbij centraal. Ook samenwerking tussen sportaanbieders onderling en lokale partners is essentieel. Sportaanbieders kunnen binnenkort weer een aanvraag doen.


puls m i t r o p S eling g e r e rs! i e d i d s e i b n Sub a a port s r o o v n se biedt kan

Judo op school Van pubers tot epilepsiepatienten, allemaal op de tatami De sportdeelname van leerlingen op het speciaal onderwijs is over het algemeen lager dan in het reguliere onderwijs. Oorzaken hiervoor zijn vaak te vinden in de weerbaarheid en het ontbreken van het zelfvertrouwen om zomaar bij een sportvereniging binnen te stappen. Iets om aan te pakken dachten ze in de gemeente Haarlemmermeer. Dit resulteerde in het tweejarig project Judo op School, financieel mogelijk gemaakt door de Sportimpuls. Eén plus één is twee “Judo Op School is een succesvol schoolsportconcept, ontwikkeld door de Judo Bond Nederland. Wij hebben dit zo aangepast dat het geschikt is voor leerlingen van het speciaal onderwijs”, aldus Michiel Lems, teamleider bij Sportservice Haarlemmermeer. Van judo is algemeen bekend dat het de zelfverzekerdheid vergroot. Menig ouder krijgt in Nederland het advies zijn kroost de judosport te laten beoefenen omdat het ze weerbaarder maakt, zelfvertrouwen geeft en respect bijbrengt. Eén plus één is twee dachten ze daarom in de Haarlemmermeer en het contact tussen judovereniging Judo Yushi en Sportservice Haarlemmermeer was snel gelegd. Lems: “judo op school wordt van 2012 tot 2014 uitgevoerd op alle speciale scholen die de gemeente rijk is. Er wonen namelijk zo’n 1.000 speciale leerlingen die zich verspreiden over het speciaal- en praktijkonderwijs. Om Judo op school zo laagdrempelig mogelijk te houden worden de lessen als extra sport- en beweegaanbod gegeven op de scholen en dus niet in de dojo. Het project is opgedeeld in zes deelprojecten, één per speciale school. De lessen worden gegeven door een gekwalificeerde judodocent van Judo Yushi ondersteund door de combinatiefunctionaris judo Jordy Croese vanuit Sportservice Haarlemmermeer.”

30

Bijdragen aan sportaanbod Vanuit de judovereniging zijn Barry Piroli en Clark van Veen vanaf het begin betrokken bij Judo op school. Piroli als kwaliteitsbewaker en aanvrager van de sportimpuls en van Veen als docent judo. Natuurlijk hopen zij met judo op school nieuwe leden te werven, maar dit is voor de vereniging niet het voornaamste doel. Van Veen: “er is voor deze doelgroep te weinig aanbod om lekker te kunnen sporten en daar wilden we wat aan doen.” Judo op school is voor alle facetten van het speciaal onderwijs, wat leidt tot een heel diverse doelgroep waar de lessen op worden aangepast. “De leerlingen van de praktijkschool zijn echte pubers, die moet je flink opzwepen. Maar voor de groep leerlingen met epilepsie begin je erg rustig en voer je alle oefeningen laag bij de mat uit.” Klinkt als een uitdaging, maar de ervaren judodocent van Veen weet daar wel raad mee. Liefdesbrieven Het project Judo op school loopt op dit moment nog, dus een eindbalans is er nog niet opgemaakt. Wel is uit een tussenrapportage gebleken dat er al 80 leerlingen hebben meegedaan, waarvan er 16 voor de gele band zijn gegaan, 8 hebben dit afgemaakt en uiteindelijk zijn er 3 leerlingen ook daadwerkelijk lid geworden van Judo Yushi. Naast deze cijfers bleken de lessen op de scholen erg succesvol te zijn. “Zo vertelde een lerares mij dat ze helemaal verbaasd was bepaalde leerlingen bij mijn lessen te zien die normaal nooit ergens aan mee wilden doen”, aldus van Veen. “En op een andere school werd ik overladen met tekeningen en kreeg ik liefdesbrieven.”


Kijk op www.sportindebuurt.nl voor de planning van de derde tranche van de Sportimpuls.

buurtsportvereniging maarssen Veel inwoners willen wel sporten Sinds 2012 is de gemeente Stichtse Vecht een ‘vereniging’ rijker: de Buurtsportvereniging Maarssen (BSVM). Net als andere verenigingen zet ook zij zich in voor het in beweging brengen van de inwoners. Toch is BSVM net even anders. Het is namelijk een verzamelnaam voor activiteiten die plaatsvinden onder de vlag van samenwerkende sportaanbieders en Sportservice Stichtse Vecht. Het project wordt gefinancierd via de Sportimpuls en gesteund door de gemeente. Lage sportactiviteit “Meerdere verenigingen in Maarssen wilden iets doen in wijken met een lage sportactiviteit”, kijkt projectleider Patrick Hilhorst terug. “Die verenigingen waren Luck Raeck, vv Maarssen, OSM’75 en OVVO/De Kroon. Die laatste deed een subsidieaanvraag bij de Sportimpuls. Er moest een succesvol project uit de praktijk worden gekozen. Uit de menukaart koos men de Buurtsportvereniging, omdat je tijdens dit project met jouw sportaanbod naar de mensen toegaat.”

vijf verschillende pleinen, waarop ook kinderen van andere scholen welkom zijn.”

Herkenbaar “Daarnaast gaven verenigingen clinics onder schooltijd en konden kinderen zich inschrijven voor schooltoernooien. Het korfbaltoernooi had dankzij BSVM twee keer zo veel deelnemers. Ook zijn een beweeggroep voor vrouwen en een damesteam bij OSM’75 opgestart”, aldus Hilhorst. “Dit alles promoten we in onze eigen huisstijl, zodat we herkenbaar zijn. Komend schooljaar breiden we het aanbod verder uit. We hebben het idee dat veel mensen al meer in beweging ‘75 zijn gekomen, maar gaan hier ij OSM B g u L TEr OETBA nog onderzoek naar doen.” MESV

.

eekse sus w n e i T gscur n i k a sm L kenni ESVOETBA DAM naf 16 jaar DA

Vanaf maart, rgen op zondagmo ende

va

van iding egele ele b r e d On ssion profe n spelers e s r e train Eredivisie uit de

Locatie

ldo Alleen bij vo g, belangstellin bekend. t tijd nog nie

.nl

www.osm75 ntenkamp

ortpark Faza

OVVO/De Kroon

Sp atie Meer inform, 06 33 74 34 38 Behoeftepeiling (OSM’75) “We wilden graag een 20 75 01 97 Rae Koetsier enhuizen, 06 uw l Nie .n da n De BSVM loopt van september Lin e s rs a a ingm bijdrage leveren aan portverenig 2012 tot en met september 2014. www.buurts sportend Maarssen Meteen na de start is begonnen met een sportbehoeftepeiling en meedenken over onder de inwoners van Maarssen. de invulling hiervan”, vertelt Hedde Brouwer “Dit is gedaan bij de leerlingen van acht basisscholen van OVVO/De Kroon. Hij bekleedt een aanen hun ouders. Al deze scholen staan in de wijken met lage tal functies bij de maatschappelijk betrokken sportactiviteit”, zegt Hilhorst. “De uitkomst bevestigde de lage sportparticipatie, maar liet wel zien dat veel inwoners vereniging. Zo is hij jeugdtrainer en lid van de wilden sporten. Kinderen wilden dit het liefst na schooltijd.” schoolkorfbal- en ledenwervingscommissie. “De

Schoolpleinactiviteiten Op die wens is ingespeeld met schoolpleinactiviteiten. Een team van combinatiefunctionarissen bezoekt drie keer per week basisscholen om na de lessen op het plein te sporten. Een mooie gelegenheid voor deelnemende verenigingen om de kinderen met clinics enthousiast te maken voor hun sport. Patrick: “Dit is een groot succes. We doen dit op

samenwerking met de andere verenigingen is goed. Wij merken dat we al veel meer bekendheid hebben op scholen dankzij het schoolkorfbalproject en de schoolpleinactiviteiten van BSVM.”

31


‘Ik wil 70 minuten lang alles geven’

‘Ik maak zelf wel uit waar ik pit!’ 32


hockey vs honkbal Zelfs de ballen zijn niet uitwisselbaar!

Honkballer Niels van Weert en hockeyster Merel Bas zijn collega’s bij Sportservice. Op kantoor voeren zij in verschillende functies hetzelfde beleid uit. Hun beider sportdisciplines leveren niet één overeenkomst op.

Zelfs de seizoenen zijn tegengesteld Als Merel Bas in augustus eindelijk afscheid neemt van een strak trainingschema die haar tijdens de zomerstop fit hield, weet Niels van Weert dat het einde van het honkbalseizoen nadert. Mocht zijn Kinheim de Holland Series hebben bereikt, dan heeft het team er liefst 68 wedstrijden op zitten. Na twee weken vakantie duikt de Almeerder half oktober de sportschool in om zijn lichaam wekelijks drie keer op de lazer te geven. Half januari worden deze zelfkastijdingen aangevuld met indoor honkbaltrainingen. Dan is Niels van Weert zes dagen per week bezig om met het welbekende ‘sixpack’ onder het shirt aan een nieuw seizoen te beginnen. “Honkballers staan niet bekend als trainingsbeesten. Maar ik heb die vele trainingsuren tussen de seizoenen hard nodig. Dat krijg je als je de dertig passeert. Merel Bas geniet met haar 21 lentes nog volop van een lichaam dat zich na zware inspanningen moeiteloos herstelt. Al moet de hockeyster voorzichtig omspringen met een onderrug die nogal eens protesteert. De Haarlemse begint met Bloemendaal aan haar vierde seizoen in de overgangsklasse. De dames snoven de afgelopen vier jaar al twee keer nadrukkelijk aan een promotie naar de hoofdklasse. “Mijn ambitie om de stap naar het hoogste niveau te maken is er nog steeds’’, zegt de voorstopper van het team. “Het liefst doe ik dat met Bloemendaal waarvan ik aanvoerder ben.’’ Op een bijveld even buiten het honkbalstadion van het Pim Mulier Sportpark verschijnen Merel en Niels in hun vertrouwde wedstrijdtenue. Op de achterzijde van het knalo-

ranje Bloemendaalshirt staat boven de grote ‘14’ in bescheiden letters ‘Bas’ te lezen. Overbodig te vermelden dat de hockeyster al een leven lang ‘Bassie’ wordt genoemd. Merel wordt er niet warm of koud van. een tweehonkslag! Tijd om een balletje te slaan. Een honkballetje wel te verstaan. Door Merel. Als ze de houten knuppel in ontvangst neemt, trekt ze een gezicht alsof ze zojuist in een koeienvlaai stapte. “Getverdemme’’, walgt ze. “Wat is dat?’’ Tussen de handgreep en het brede slagoppervlak wordt het hout omkleedt door een hard geworden derrie. Het heeft iets weg van opgedroogde jam vermengd met uitgedroogde tabak. Niet verwonderlijk dat de hockeyster met de handen ver weg blijft van de smurrie. Het blijkt een voorraadje boomhars te zijn. Om de handen stroef te maken. Merel Bas is gerustgesteld maar laat het goedje ongemoeid. Voorzichtig gooit Niels van Weert (tweedehonkman bij hoofdklasser Kinheim) milde boogballetjes richting zijn gelegenheidspupil. Soms voegt de pitcher een beetje venijn toe. Het maakt Merel allemaal niets uit. Ze raakt elke bal. Oké, in een wedstrijd was zij na elke rake slag zonder meer uitgevangen. Want telkens stuurt Bas het gestikte ding de hoogte in. “Niet slecht, niet slecht’’, vindt honkballer Niels. “We gaan het even anders doen.’’ Als hij de slagvrouw heeft uitgelegd hoe zij ten opzichte van de plaat dient te staan, wandelt hij ruim tien meter bij haar vandaan. “Normaal staat een pitcher op 18 meter’’, roept Niels. “Het denkbeeldige vierkant waarin hij de bal moet werpen is niet groter dan een draagbare tv. En dat gebeurt met een vaartje van zo’n 140 kilometer!’’ Merel Bas luistert aandachtig. Maar ze is een fanatiek sportvrouw. ‘Kom op met die bal’, zie je haar denken. Dan krijgt Merel Bas eindelijk de langverwachte milde streep te verwerken. Ze schampt het projectiel. Ook de tweede en

TEKST Rob Spierenburg FOTO’S Remco van der Kruis

De ballen die qua afmeting en gewicht nauwelijks van elkaar verschillen. Meer overeenkomsten tussen de sporten hockey en honkbal zijn er niet. En zelfs deze vergelijking gaat mank. “Er zitten geen stiknaden op een hockeybal’’, zegt honkballer Niels van Weert. “Effect geven kan je dus vergeten met zo’n ding.’’

33


Innovatie Begin bij jezelf en verander de wereld Kunt u mij helpen om groei te realiseren? Ik ben ambitieus.

Hoe zit het met internationaal zakendoen?

Absoluut. Mooi! Wij ook.

Waar u bent in de wereld, daar zijn wij ook.

Een succesvol partnership op financieel gebied vraagt om twee grondbeginselen: een persoonlijke benadering en grote betrokkenheid. Dat klinkt logisch, maar steeds meer organisaties beschouwen de wereld als hun speelveld en richten de focus op het groter geheel. Kennis van de klant, écht kennis en persoonlijke betrokkenheid raken daarmee nog wel eens op de achtergrond. Dat overkomt u niet bij RSM Niehe Lancée Kooij. Voor meer informatie over de financiële en fiscale dienstverlening van RSM Niehe Lancée Kooij, kunt u contact opnemen met Monica Versteegh, 023-5300400 of per e-mail mversteegh@rsmnlk.nl. www.rsmniehelanceekooij.nl Volg ons op

sportservice magazine_2 oktober 2013.indd 1

3-10-2013 16:35:17

VERHUIZEN MET ATLAS: ZORGELOOS EN BETAALBAAR

Atlas International Movers Tel: +31 (0) 297 34 82 81 E-mail: info@atlas-movers.nl www. atlas-movers.nl


Naam: Merel A ga Geboor tedatum tha Maria Bas : 13 no Functie vember :S 1991 medewe ecretarieel/ad ministr rker Oly atief mpisch Sport: H Netwer ockey k Noord-H Club: H C Bloem olland endaal Hoogst e prest ati Landsk ampioe e: Selectie Ned n met m e eisjes B rlands B en A, (HC Blo emenda al) Weert vice iels van 5 juni 1983 N : m portser a S 1 ij : Na b m r u tedat dviseu Geboor Verenigingsa : e Functi lland o -H d r o No l Honkba ioen Sport: s Kamp d m n e la h r e in d Club: K atie: Ne e prest t s g o o H

derde poging leveren foutslagen op. De bal belandt telkens achter de plaat hoog in het hek. Na een nieuw teleurstellend contact verschijnt er een onheilspellende frons op het voorhoofd van Bas. Een paar tellen later klinkt er een luid ‘beng!’ op het trainingsveld. Merel raakt de strak geworpen bal vol op het hout. In het stadion zou de uithaal zijn voorzien van een dosis galm en nog indrukwekkender hebben geklonken. Mooi laag zoeft de kogel over het kunstgras om een meter of zestig verderop tegen het gaas te botsen. “Super, Merel’’, juicht Niels. “Een tweehonkslag. Geen twijfel mogelijk.’’ Scheidsrechters Voordat de honkbalman de hockeystick ter hand neemt, wordt een boom opgezet over de bejegening van de scheidsrechters in beide sporten. “In het hockey is het niet de bedoeling dat je een arbitrale beslissing ter discussie stelt’’, begint Merel. Niels erkent dat het in het honkbal nog wel eens wil onweren. Na een onterecht gegeven ‘Out!’ , kan de umpire in de regel de borst natmaken. Vanuit de drukbevolkte dug-out rollen krachttermen op het gras en gravel die er op tv onherroepelijk worden uitgepiept. Het verbale geweld blijkt het directe gevolg te zijn van de povere kwaliteit van het arbiterskorps. “Het spel gaat gewoon veel te snel voor die mannen. Het honkbalniveau in Nederland is de laatste jaren enorm gestegen. De umpires zijn stil blijven staan. Een groot probleem.’’ “In het hockey hoor je zelden echt grove teksten richting de scheidsrechters’’, weet Merel Bas. “Ook de technische staf houdt zich in. Heeft natuurlijk te maken met de straf die volgt op grof commentaar. Als een coach er bij het hoc-

key voor vijf minuten wordt uitgestuurd, moet hij of zij een veldspeler aanwijzen die voor diezelfde periode aan de kant moet.’’ geen overeenkomsten Intussen heeft de honkballer een hockeystick in de handen en gooit er een dribbel uit. Als Niels het contact met de bal verliest, ligt dat natuurlijk aan het hoge kunstgras. Maar eerlijk is eerlijk; hij heeft een punt. Dan komt het slaan van de bal aan de orde. Natuurlijk raakt de honkballer alles. Net als Merel Bas beschikt Niels van Weert over een uitstekende oog-hand coördinatie. Toch blijft het een honkballer die een hockeybal te grazen neemt. Hij weet het ding een ziedende vaart mee te geven. Dat dan weer wel. “Ik heb voor hockey gekozen omdat ik een echte teamsporter ben’’, zegt Merel. “Honkbal is een teamsport voor individualisten’’, vindt Niels. “Ik wil 70 minuten lang alles geven’’, meldt Merel. “Een honkbalwedstrijd kan wel vier uur duren’’, oppert Niels. Merel: “Ik geniet van veel publiek langs de lijn.’’ Niels. “Doet me niks.’’ Hoe de twee ook zoeken; overeenkomsten tussen hun sporten worden niet gevonden. Maar dan komt het trainingskamp ter sprake. Die zullen toch wel hetzelfde worden ervaren? De hockeysters moeten hun telefoontjes inleveren, te laat terugkeren van een stapavondje levert straf op en de kamerindeling wordt gemaakt door de technische staf. Niels van Weert tovert een frons op het gezicht die sterk doet denken aan die van Bas vlak voordat zij vervaarlijk uithaalde. “Een trainingskamp voor honkballers betekent ’s avond stappen. Ietwat laat terugkeren in het hotel levert geen straf op. Kamerindeling? Ik maak zelf wel uit met wie ik pit.’’

.

35


plezier in bewegen staat centraal

Langer zelfredzaam door bewegen Haar eerste kennismaking met bewegen voor ouderen vond plaats nadat ze een advertentie in een huis-aan-huis krantje had gelezen, waarin mensen gezocht werden voor de cursus ‘Meer Bewegen voor Ouderen (MBvO)’. Ina van der Sar, die van huis uit gymlerares is, leek het leuk om les te geven aan ouderen die gemotiveerd waren om te bewegen. Ze belde met de vraag of ze een keertje mocht kijken. Na een bezoek was ze overtuigd en werd ze MBvOdocent. “Door wat ik daar meemaakte werd ik enthousiast. De mensen beleefden met elkaar veel plezier aan bewegen. Ze kwamen graag naar deze activiteit. En na afloop koffie drinken, praten met elkaar, dingen delen. Kortom: ik vond het echt feest”.

36


Sociaal aspect “Het gaat niet alleen om lenigheid en conditie. De ouderen hebben elkaar ook echt nodig. Het is op die manier mogelijk lang geestelijk, lichamelijk en sociaal actief te blijven. Er ontstaan vriendschappen, bijvoorbeeld in mijn groep in Leiden. Begin 2001 kregen de bewoners van 65 tot 75 jaar van de Morswijk in Leiden de vraag van TNO Preventie en Gezondheid om mee te werken aan een onderzoek naar het belang van bewegen. De bewoners kregen voorlichting èn ze kregen MBvO-gymnastieklessen. Aan de samenstelling van de groep was te zien dat dit mensen waren die zo’n

onderzoek misschien wel aardig vonden, maar die elkáár nou niet meteen zouden hebben uitgezocht. Tot mijn verrassing gaf de groep toch aan dat ze door wilden gaan met elkaar, nadat het onderzoek was afgerond. Het werd leuk, en heel saamhorig, ook toen er later nieuwe leden bij kwamen. Deze groep bestaat nu, twaalf jaar later, nog steeds. Onderling respect en accepteren van ieders eigenheid is de basis. Er wordt met elkaar meegeleefd en als het moet, naar elkaar omgezien. Bij deze groep maak ik het mee dat als iemand overlijdt het crematorium vol zit met de andere leden uit de groep, zo ver gaat die band!”

zo’n 60 medewerkers geschoold. Daardoor komt er een structureel aanbod, onafhankelijk van vrije dagen en/of vakanties van de medewerkers. Dat zorgt voor duidelijkheid onder het volledige personeel. Op vaste momenten wordt er bewogen op de locatie. Door hoge werkdruk verviel vroeger snel de bewegingsles, het kwam er niet van. In de cursus trainen we de medewerkers zich hard te maken voor het doorgaan van de activiteit. Ik zou wensen dat meer verzorgingshuizen hiermee aan de slag gaan. Het belang is iedereen steeds duidelijker en ik hoop dat bewegen in hun beleid wordt opgenomen en een speerpunt wordt”.

‘Een les waar niet gelachen is, is geen goede les geweest!’ Medewerkers scholen In de afgelopen jaren verzorgt Ina van der Sar steeds vaker de cursus ‘Recreatief Spel en Bewegen’. Tijdens deze cursus worden medewerkers van woonzorgcentra en verpleeghuizen geschoold om met (dementerende) ouderen bewegingsactiviteiten te ondernemen. “De aandacht voor bewegen neemt toe in verzorgings- en verpleeghuizen. Onderzoek wijst uit dat bewegen het proces van dementie vertraagt en dat mensen langer zelfredzaam blijven. Zorginstelling Pieter van Foreest heeft beleid op bewegen gemaakt en geeft al haar activiteitenbegeleiders de kans deze cursus te volgen. Zij hebben nu al

Bij het geven van deze cursus staat Ina van der Sar voor een heel andere groep, namelijk de begeleiders. “Ik vind het erg leuk om iets over te dragen waar ik zelf in geloof, dat geldt voor zowel de kennis als voor het plezier dat ik wil overdragen. Ik vind gymnastiek voor ouderen een fantastisch vak en houd ervan om anderen daarin op te leiden. In de cursus laat ik de activiteitenbegeleiders zien wat ouderen wel kunnen. En hoeveel plezier daar aan te beleven valt. Dat is veel meer dan je denkt!”

.

TEKST Harry Akkermans FOTO’S Marina van Gaalen

Meer zelfvertrouwen Het plezier dat oudere mensen hebben om dingen te leren en te herhalen doet Ina van der Sar goed. “Mensen kunnen tot op zeer hoge leeftijd leren. Ik heb mogen meewerken aan de pilot van de valpreventiecursus ‘In Balans’ met mensen tussen 80 en 95 jaar die twaalf weken lang, twee keer in de week bewegingsles kregen. Die mensen gingen er fysiek en geestelijk zienderogen op vooruit. Ze kregen meer zelfvertrouwen, konden weer een jas aantrekken, durfden de stoel los te laten waar ze zich anders altijd aan vasthielden, en ze konden weer naar buiten. Hun hele welbevinden was toegenomen. Mensen geloven haast niet meer dat ze dat nog kunnen en toch gebeurt het met ze, dat zorgt voor plezier in bewegen. Mijn motto is: “Een les waar niet gelachen is, is geen goede les geweest!” Maar het gaat Ina van der Sar niet alleen om het plezier, de ouderen moeten ook het gevoel hebben dat ze iets gedaan hebben. “Zo heb ik ooit lessen gegeven aan gepensioneerde nonnen in een klooster. Toen ik daar voor het eerst kwam hadden ze lange rokken aan. Ik nam die keer pittenzakken mee, dat is mooi materiaal om door te geven. Maar met die rokken achtjes maken en onder je knieën door, dat werd lastig! Dat merkten ze zelf en ik kreeg boze blikken, zo van: dat kun je ons niet vragen. Ik heb vervolgens het probleem besproken. De volgende keer dat ik daar kwam, was minstens de helft van de nonnen gekleed in een broek. Dat vond ik heel bijzonder. Ze vertelden dat ze allemaal wel een broek hadden willen aanschaffen, maar Zeeman aan de overkant was uitverkocht. Dat was de reden dat ze niet allemaal in broek waren.”

37


`

Nieuwe passie in het leven van Hennie Meijer

Kinderen die opgroeiden in lang vervlogen tijden. Toekomstige tieners die over vele jaren over de aardbol banjeren. Of de jongens en meisjes die momenteel de wereld bevolken. E茅n ding hebben ze allemaal gemeen: ze willen spelen. Jazeker; 贸贸k buiten. Al is er vandaag de dag soms een gepassioneerde motivator voor nodig om de jeugd achter de spelcomputer vandaan te lokken om buitenshuis lekker te gaan rennen en vliegen.

38


Hennie Meijer (51) kan elke week opnieuw rekenen op een mooie opkomst. Een keihard bewijs dat zijn inzet door de buurtkinderen zeer op prijs wordt gesteld. “Heerlijk om na mijn profcarrière als voetballer voor de tweede keer gepassioneerd bezig te zijn. Want ik geniet zo enorm van dit werk. Omdat ik zelf altijd een beetje kind ben gebleven.’’

De voormalige dribbelkont en meedogenloze afmaker die zijn voetbalkunsten vertoonde bij onder meer Ajax en FC Groningen doet zijn werk in de Hoofddorpse wijken als een succesvol standwerker op een weekmarkt. Zijn product is sport. Geestdrift is zijn wapen. Beide zaken werken als een magneet op de plaatselijke jeugd. Als de in Paramaribo geboren IJmuidenaar met een zak vol ballen en andere spelattributen het kleine kunstgrasveld in Toolenburg betreedt, duurt het niet lang of een groot gezelschap jongens en meisjes hangt aan zijn lippen. De kinderen zijn er in alle soorten en maten. Van een kleine spring-in-hetveld tot een lange lijs die nog maar nauwelijks lijkt te zijn bekomen van een vervaarlijke groeispurt. Een sterk ogende jongeman is zo overtuigd van zijn voetbalkwaliteiten, dat hij zijn eigen achternaam op het shirt liet zetten. Twee tienermeiden staan vooral mooi te wezen. Ze lonken er vrolijk op los. Sommige oudere jongens worden zichtbaar gevangen door de verleidelijke blikken. Maar als Hennie Meijer meldt dat het tijd is geworden voor het afsluitende potje voetbal, hebben de bakvissen geen vat meer op hun mannelijke leeftijdsgenoten. Een bal aannemen en hard van de wreef laten vertrekken wint het met gemak van intense blikken uit opgemaakte ogen. Voorlopig dan toch.

Toch eist één van de twee wulpse jongedames voor korte tijd een sportieve hoofdrol voor zich op. Terwijl de groep er fanatiek op los voetbalt, staan de twee meiden schuin voor een doeltje onafgebroken te ouwehoeren. Dan krijgt de linker babbelaarster de bal hard op de kont en voorkomt daarmee een zeker doelpunt. De verdedigende ploeg juicht, de schutter baalt als een stekker. Meijer begon de middag met een spelletje waarbij een aantal door Sportservice beschikbaar gestelde kleine leren voetballen kon worden gewonnen. Toen de variant op de stoelendans voorbij was, had een klein ontwapend ventje met Mediterrane roots, grote moeite om zijn teleurstelling te verbergen. Hij had zo vreselijk zijn best gedaan om tijdens het spel een bal in de wacht te slepen. Maar telkens waren de andere kinderen hem net te snel af geweest.

Na het potje voetbal geeft Hennie Meijer de pechvogel een onverwachte laatste kans. “Ik heb nog één bal om weg te geven’’, zegt de sportbuurtwerker. Een klein meisje en het donkere jongetje strijden om het laatste leren knikkertje via het gokspelletje ‘steen-schaar-papier’. Als de wereldberoemde reeks snelle handbewegingen er op zit, mag de jongen zich winnaar noemen.

‘Ik geniet zo enorm van dit werk omdat ik zelf altijd een beetje kind ben gebleven.’ De bofkont heeft zijn felbegeerde prijs nog niet uit de handen van de gever gegrist, of hij gaat er als een raket vandoor. Alsof de duivel hem op de hielen zit, sprint hij richting zijn fiets. Als het balletje onder de twee snelbinders klemt, pedaalt hij met een noodvaart uit het zicht. Wellicht kan hij niet wachten om het geschenk aan zijn ouders te laten zien.

TEKST Rob Spierenburg FOTO’S Remco van der Kruis

Hennie Meijer is zo’n aanjager. Twintig uur per week trekt hij namens Sportservice Haarlemmermeer de Hoofddorpse buurten Toolenburg en Graan voor Visch binnen om er de jeugd aan het bewegen te krijgen. Zijn enthousiasme komt recht uit het hart. Gelukkig maar, want een kind prikt meedogenloos door nagemaakte passie heen. Met als gevolg dat hij of zij het na één keer razen op het kunstgras of in de sporthal voor gezien houdt.

39


Het kan natuurlijk ook zijn dat hij zojuist een vals spelletje ‘steen-schaar-papier’ ten beste gaf. De overige kinderen besluiten de middag met een glas limonade. Dan verdwijnen ze één voor één de wijk weer in. Maar niet voordat ze ‘coach’ Hennie stuk voor stuk bedanken voor de afgelopen maanden waarin hij hen in de buitenlucht of in de gymzaal vakkundig had vermaakt. Natuurlijk doet de sportbuurtwerker veel meer dan de kinderen simpelweg aan het bewegen krijgen. Hij stuurt aan, corrigeert en geeft het grut er soms verbaal van langs. Als ze daar om vragen. Hoewel ze hem bij z’n voornaam mogen noemen, straalt Hennie Meijer een natuurlijke autoriteit uit. Grof taalgebruik pikt-ie niet. Je blijft met je handen van de zak met ballen af.

Soms stelt Meijer harde voorwaarden. “Ik schrok pas van het postuur van een allochtone jongen van een jaar of dertien. Hij woog zeker 80 kilo. Ik heb tegen hem gezegd dat er minimaal tien kilo af moet.’’ De betreffende dikzak kaatste terug dat ook Hennie Meijer stevig aan z’n gewicht zit. De sportbuurtwerker erkende zijn teveel aan kilo’s, maar beet van zich af. “Ik heb een heel sportleven achter mij liggen. Jij bent verdomme een tiener!’’ Toch begreep Hennie Meijer dat er op afvalgebied ook iets van hem werd verwacht. “Ik heb met die jongen afgesproken dat ook ik tien kilo kwijt ben als ik na de zomer in Hoofddorp weer aan de slag ga. Hij doet er goed aan hetzelfde te doen, want anders komt hij de zaal niet in.’’

.

Sprintkanon ontdekt Ook op scholen kan jeugd gemotiveerd worden om te spelen en de spelcomputer even daar te laten. Af en toe wordt daardoor een toptalent ontdekt, die anders misschien nooit gevonden zou worden… Op de Hoofddorpse Basisschool De Bosbouwers gaf combinatiefunctionaris Oscar Soethout een atletiekclinic bestaande uit o.a. kogelstoten en sprinten. In de wandelgangen had Oscar al opgevangen dat er een echte Usain Bolt in de dop op school zat. Tyrel Gumbs heette hij en met elk sprintwedstrijdje troefde hij zijn klasgenoten met een grote voorsprong af. Dit gerucht bleek meer dan waar te zijn. Oscar: “tijdens de afsluitende finale sprint over 20 meter won Tyrel met gemak van zijn leeftijdsgenoten”. Zoveel talent, daar moet je iets mee dacht Oscar: “dus nodigde ik hem uit om een keer naar atletiekvereniging te komen”. Op de dag dat Tyrel zijn eerste schreden op het rode atletiekrubber zette was er toevallig een wedstrijd in zijn leeftijdscategorie gaande. Op geleende spikes (twee maten te groot) en clubkleding won hij niet alleen de 80 meter, hij bleef op slechts tweehonderdste van een seconde onder het clubrecord en staat met deze tijd vijfde van Nederland. Tyrel woont bij zijn oma en de financiële armslag is niet groot. Met de school heeft Oscar kunnen regelen dat Tyrel lid kan worden via het JeugdSportFonds. Wie weet wacht Tyrel nu een prachtcarrière in de atletiek, iets wat zonder de clinic op school wellicht nooit ontdekt was.

40

TEKST Coline Elbertsen FOTO Sportservice Haarlemmermeer

En als er wordt gevoetbald, hamert hij er op dat een goede speler moet leren combineren met zwakkere broeders of zusters. Aldus geschiedt. Zijn succesvolle voetballoopbaan geeft hem status. Al heeft hij het er nooit over. “Dan komen ze de sporthal binnen en roepen enthousiast ‘Hé man, m’n vader zegt dat je Hennie Meijer bent! Ik heb je gegoogled. Je won in 1991 de gouden schoen! Cool! Ik ga naar je luisteren, man!’’


talent

Noah Krabshuis Skiën - 13 jaar Hoe is het allemaal begonnen? “Ik stond al voor het eerst op de ski´s toen ik nog maar 2,5 jaar oud was. Mijn ouders namen me toen mee naar Gerlos in Oostenrijk. Vanaf dat ik zeven jaar was ben ik echt serieuzer gaan skiën. Ik was toen op wintersportvakantie in Schladming terwijl net het NK bezig was. Ik wilde daar erg graag aan meedoen. Officieel mag dit natuurlijk niet, maar uiteindelijk kregen mijn ouders het toch voor elkaar. Ik eindigde als dertiende.” Wat is jouw specialisatie? “Het slalommen.” Waarom is skiën jouw sport? “Ik hou van het hard gaan en het sporten in de sneeuw.” Hoe ziet een gemiddelde dag er voor jou uit? “Ik train elke dag, maar voor training ga ik eerst naar school. Naast school doe ik twee keer per week aan krachttraining en ga ik hardlopen of fietsen. Op dinsdag en in het weekend heb ik skitraining bij het CTT wedstrijdteam bij Snowsports Academy Racing (SAR) in Snowworld Zoetermeer en Landgraaf. In de winter ben ik ook veel in het buitenland, in Oostenrijk, te vinden. Hier train ik de reuzenslalom en super G.” Wat heb je al bereikt? “Ik heb tweede plaatsen en enkele eerste plaatsen op indoorwedstrijden gehaald en ik heb meegedaan aan het NK.” Waar ben je het meest trots op? “Dat ik mijn LOOT status heb gekregen, zo´n drie jaar geleden. Daarvoor moet je aan bepaalde eisen voldoen en dat deed ik. Het betekent dat ik nu gemakkelijker school met mijn sport kan combineren.” Hoe ziet jouw toekomst eruit? “Ik wil het liefst zo lang mogelijk blijven skiën en ook deelnemen aan een worldcup.”

41


olympische droom op centimeters van het ijs Liggend op je buik met snelheden boven de 100 km een bobsleebaan af razen. De meeste mensen moeten er niet aan denken. Skeletonster Joska Le ContĂŠ is niet anders gewend. 42


ters boven het ijs vliegt ze op haar doel af: de Olympische Spelen van 2014 in Sochi. “Als alles mee zit en ik tijdens de Spelen een uitschieter heb, durf ik wel van medailles te dromen.” “Vroeger deed ik aan atletiek. Ik begon met de meerkamp. Toen ik oud genoeg was, ging ik polsstokhoogspringen. Dat vond ik er altijd zo gaaf uitzien. Ik ben vijf keer Nederlands jeugdkampioen geworden. De sport was echter niet te combineren met mijn studie. Vooral vanwege de ongelukkige trainingstijden. In die periode kwam skeleton op mijn pad. De Bob en Slee Bond zoekt vaak atleten die goed kunnen sprinten om tests te doen in het bobsleeën en skeleton. Ik kreeg een uitnodiging.” “In Harderwijk is een startbaan voor deze sporten. Daar deden ze deze testen. Het bobsleeën leek me heel gaaf. Ik had nog nooit van skeleton gehoord. Dat leerde ik toen kennen. Bij skeleton heb je veel meer snelheidsbeleving en daarom leek dat me leuker. Mijn starttijden waren gelijk vrij goed. Ik durfde verder door te lopen dan de anderen voordat ik op de slee sprong. Daarnaast hoorde ik bij atletiek altijd dat ik te ver voorover liep en dat was voor skeleton juist goed. Dat ik het snelst was op de eerste meters was ook ideaal.” “Ze vroegen of ik in de winter een week naar een skeletonschool in Oostenrijk wilde. Daar was een wat makkelijkere baan. Ik begon laag op de baan en toen het goed ging, startte ik

steeds iets hoger. De eerste keer naar beneden gaf zo’n adrenalinekick! Die snelheid en het blijven zoeken naar verbetering maken de sport het leukst. In kleding, materiaal en de start ben je altijd op zoek naar tijdswinst.” “Je hebt ijzers onder je slee. De voorkant is glad en de achterkant een soort mes. Met je knieën en schouders stuur je. Als je extra wilt sturen, duw je met je voeten op het ijs. Je ligt met je kin in een helm vlak boven het ijs, en in sommige bochten zelfs erop. Af en toe haal je krachten richting de 5G. Dan kan je je hoofd niet meer omhoog tillen. In bochten heb je geen overzicht.

‘Af en toe haal je krachten richting de 5G’ Aan de druk voel je waar je ongeveer zit. Daarom is het ook belangrijk om de baan van tevoren een aantal keer lopend goed te verkennen.” “Het is in Nederland lastig om te trainen. In de zomer ben ik vooral actief op de startbaan. Verder doe ik hier atletiek-, sprong- en krachttraining. Tussen oktober en maart zit ik veel in het buitenland. Eerst een paar weken trainen en dan de wedstrijden.

Meestal sluit ik aan bij andere landen omdat Nederland geen bondscoach heeft. Daarnaast werk ik parttime als beleidsmedewerker bij de Nederlandse Motorrijdersbond. Mijn uren maak ik veelal in de zomer. Ook geef ik atletiekclinics aan de jeugd. Hiermee verdien ik echter niet genoeg om mijn sport te betalen. Daarom ben ik nog hard op zoek naar sponsors voor komende winter.” “Binnen Nederland heb ik niet echt concurrentie van skeletonsters. Niemand sleet op mijn niveau. In het buitenland is de concurrentie groter. Vooral in Canada en Duitsland is het een grote sport. Ik doe al een aantal jaren mee aan de wereldbekercyclus. Mijn prestaties variëren een beetje. Mijn beste prestatie is een vijfde plek op het EK. In de wereldbeker is dat de elfde plaats. Ik zit wel tegen de top aan. Momenteel sta ik in de top-25 van de wereld.” “Voor de Olympische Spelen van 2010 voldeed ik aan de eis van het IOC, maar niet aan de strengere eis van NOC*NSF. Die wilde dat ik de top-8 haalde tijdens een wereldbekerwedstrijd. Ook nu is dat de eis. Ik heb nog zeven wedstrijden om daar aan te voldoen. Het lijkt me fantastisch om de Spelen mee te maken. Ik denk dat ik onder de indruk ben van de grootsheid van het evenement. Daarbij is het de kans om skeleton in Nederland wat meer op de kaart te zetten. Wellicht komt dan mijn opvolger bovendrijven. Het lijkt me leuk om na mijn carrière als trainer door te gaan en een Nederlandse skeletonster te begeleiden.”

.

TEKST Jorrit Hansen FOTO’S Robert Govers/ Fotoshoot Nivel

Met haar kin enkele centime-


zitvolleybalster elvira stinissen:

persoonlijke groei te danken aan de sport Elvira Stinissen heeft als speelster en aanvoerster van het Nederlands zitvolleybalteam diverse gouden medailles veroverd. Ze nam met de Nederlandse ploeg tweemaal deel aan de Paralympische Spelen (2008 en 2012). Daarbij is het opvallend dat ze, geboren met een lichamelijke handicap, als klein meisje juist niet aan gehandicaptensport wilde doen.

“Gehandicaptensport is precies wat ik niet wilde. Ik heb vroeger altijd paardgereden en gezwommen. Eerst op een manege voor kinderen met een handicap, maar dat paste niet. Daar zaten kinderen met verschillende handicaps, lichamelijk en geestelijk, door elkaar. Daarna hebben mijn ouders mij lid gemaakt van de plaatselijke paardenmanege. Dat ging totdat ik vijftien jaar was heel goed. Later kwam ik in de puberteit, dan wordt het moeilijker om te gaan zoeken naar wat je kan en wil. Mijn moeder probeerde me als tien jarig meisje warm te maken om mee te gaan met een wintersportreis voor gehandicapten om te leren skiën. Dat vond ik echt verschrikkelijk. Ik wilde gewoon niet op een sport met andere mensen met een handicap”. Net als ik vragen veel mensen met een handicap zich bij sporten af of ze dat wel willen, wel durven en wel kunnen. Daar gaat veel tijd over heen. Ook ik moest accepteren dat ik een handicap had. Als mens, maar zeker als kind, maak je verschillende ontwikkelingen door in het accepteren van je handicap”. Het vinden van de geschikte sport is voor gehandicapte sporters (of hun ouders) een heuse worsteling. “Ik had het geluk dat ik de weg naar de sportconsulent wist te vinden, maar veel gehandicapte sporters of hun ouders hebben dat niet. In één van mijn focusgroepen sprak ik een moeder van een kind dat zowel een lichamelijke als een geestelijke aandoening heeft, dus best complex. Toen zij de gemeente belde met de vraag welke sport zij voor haar dochter kon

44


‘Door over de grenzen te kijken kun je elkaar versterken’

Naast het aanvoerderschap heeft Elvira zitting genomen in de atletencommissie van het NOC*NSF en het IPC (Internationaal Paralympisch Comité). “Ik weet wat de sport met mij gedaan heeft, ik was een verlegen en teruggetrokken meisje. Veel van mijn persoonlijke groei is te danken aan de sport. Toen ik ging zitvolleyballen viel iedereen onmiddelijk mijn snelheid in schuiven en het krachtige blokkeren op. Ik werd me ineens bewust van wat ik wel kon in plaats van niet. Ik heb hierdoor een ontwikkeling doorgemaakt, die nog eens versterkt werd doordat ik een teamsport deed. Ik hoop door te laten zien wat sport met mij gedaan heeft, mensen te inspireren”. Behalve als inspiratiebron probeert Elvira Stinissen ook om zaken daadwerkelijk te verbeteren en te versterken. Onder meer door het opzetten van regionale samenwerkingsverbanden in Zuid-Holland. “Ik kwam bij Sportservice Zuid-Holland werken en las het werkboek Regionalisering Aangepast Sporten van onze collega’s in Noord-Holland. Toen werd mij duidelijk hoe het werkt en welke rol ik als verbinder kon pakken. Ik leerde vrij snel de verschillende Zuid-Hollandse organisaties kennen. Zij verrichten allemaal goed werk, maar zijn vaak op zichzelf bezig. Het is beter meer samen te wer-

ken op dit onderwerp. Ook gemeenten waren erg autonoom bezig. Maar niet elke gemeente hoeft alle sporten vertegenwoordigd te hebben. De doelgroep is te gevarieerd en woont te verspreid door de provincie. Door over de grenzen te kijken kun je elkaar versterken. Voor gemeenten is het niet duidelijk hoe groot de doelgroep precies is en welke behoefte er is. Hier proberen wij in te voorzien. Ik merk dat na de Paralympische Spelen in Londen dit onderwerp meer aandacht krijgt. In de regio’s HollandRijnland, Rijnstreek en Midden-Holland bestaan nu regionale samenwerkingsverbanden voor aangepast sporten. In de Drechtsteden functioneert het Samenwerkingsverband Aangepast sporten Drechtsteden (SAD) al enkele jaren, terwijl je nu rondom Rotterdam, Den Haag, Gorinchem, Middelharnis en Oud-Beijerland ook steeds meer behoefte proeft om regionaal samen te gaan werken. De onderliggende gedachte van de regionale aanpak is dat er in een regiegroep experts vertegenwoordigd zijn die de aanpak voor de regio gaan bepalen. Zij hebben alle kennis. Voor de gehandicapten moet duidelijk gaan worden waar zij terecht kunnen met hun vragen. Door samenwerking tussen verschillende partijen gaan we dit beter organiseren. De rol die Sportservice Zuid-Holland hierin heeft is die van verbinder. Wij streven geen uitvoerderschap na. Daar waar er niets is, doen wij dat wél, maar daar waar bestaande organisaties al goed werk doen, blijven wij ervan af. Wij willen wel weten wat er in alle regio’s speelt, zodat wij die informatie vervolgens kunnen doorspelen naar andere gemeenten en regio’s”. Elvira Stinissen kijkt met plezier naar deze resultaten die in een relatief korte tijd bewerkstelligd zijn. “Sinds kort is er een speciale website* in de lucht waarmee zoekende gehandicapte sporters gemakkelijk hun weg kunnen vinden: www.aangepastsportenzuidholland.nl. Daarnaast is de website een podium en vindplaats voor alle organisaties die in Zuid-Holland werkzaam zijn.

.

*De website is tot stand gekomen door financiële bijdragen van Fonds1818 en Sportservice Zuid-Holland.

TEKST Harry Akkermans FOTO’S www.fotohoogendoorn.nl

zoeken, werd ze eerst doorgestuurd naar een maatschappelijke instelling. Vervolgens kon ze weer terug naar de gemeente en door naar de afdeling Sociale Zaken. Daar mocht ze een formulier indienen om een aanvraag te doen voor een sportvoorziening. Maar ze wilde geen rolstoel, ze wilde een sport voor haar kind vinden! Ik begrijp dat ouders daar gefrustreerd van raken, want sporten is maar één onderdeel. Op ouders van een gehandicapt kind komt nog veel meer af”. Het zou tot haar 21ste jaar duren voordat Elvira de overstap maakte van een reguliere sport naar een gehandicaptensport. “Ik was zoekende naar wat ik echt zou kunnen. Ik wilde heel graag sporten, maar de drempel om dit bij een gewone sportclub te doen werd steeds hoger. Ik wist niet goed wat ik kon. Daarom ben ik met de sportconsulente van het revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht in gesprek gegaan om de mogelijkheden te bespreken. Zo kwamen we bij zitvolleybal uit, dat was liefde op het eerste gezicht!

45


talent

Michelle Dekker Snowboardster – 17 jaar

46

Hoe ben jij in het snowboarden terecht gekomen? “Tot mijn achtste deed ik aan alpineskiën, maar toen ik een snowboard kreeg werd dit mijn sport. Ik heb lessen genomen bij Snowworld. Op een gegeven moment kwam ik in contact met de gymleraar van mijn basisschool die een snowboardteam had, team Chacaltaya. Daar heb ik mij bij aangesloten. De naam is inmiddels veranderd in Snowpepper, maar ik train nog steeds met dat team. Op mijn tiende deed ik voor het eerst mee aan het NK in Laax, Zwitserland.” Wat is jouw specialiteit? “Ik beoefen vooral de disciplines slalom en reuzenslalom. Bij de slalom staan de poortjes dichter op elkaar en daar ben ik iets beter in. Dit komt doordat ik zelf klein ben en daarom sneller kan bewegen.” Gaat het op dit moment goed met jou en je sport? “Ik heb vorig jaar een heel goed seizoen gedraaid. Zo heb ik brons gehaald op het Europese Jeugd Olympische Winter Festival en op de Wereldkampioenschappen voor junioren in Turkije heb ik ook goed gereden.” Wat wil je nog behalen? “Ik train voor de Olympische Spelen van 2018 in Korea. Volgend seizoen ga ik voornamelijk meedoen aan Europacups, daar wil ik zoveel mogelijk finales halen en op het podium terecht komen. Het jaar daarna hoop ik in te stromen bij de wereldbekerwedstrijden. Daar kan ik mijn startbewijs voor de Spelen halen.” Hoe zie jij jouw toekomst? “Eigenlijk wil ik altijd blijven snowboarden. Ik heb net mijn VMBO diploma gehaald en volgend jaar ga ik de opleiding Sport en Bewegen doen. Het ID College in Zoetermeer heeft verschillende sportfaciliteiten waardoor ik vaker in het buitenland kan trainen.“


beter mens geworden dankzij een bal

Als de deuren van de openbare basisschool Aldoende in de Amsterdamse Oosterparkbuurt openzwaaien, stroomt aansluitend het Boerhaaveplein vol. Alle opgekropte energie komt luidruchtig tot ontlading. Geluiden waarmee straatvoetbalvirtuoos Mo Boutaka

Mo

a k a t u o B

opgroeide en die hem na een wedstrijd, optreden of buitenlandse trip laten weten dat hij weer thuis is. Onder zijn glanzende grijsblauwe spijkerbroek gaan gespierde topsportbenen schuil. Het gevolg van de ontelbare trainingsuren die van de Marokkaanse Amsterdammer een fenomeen maakten. Natuurlijk leverde de vele arbeid slechts resultaat op doordat Boutaka is gezegend met een fabelachtig balgevoel. Een door God gegeven talent. In dit geval niet een toevallig gekozen uitdrukking. “Ik geloof in een schepper die dit alles voor mij heeft mogelijk gemaakt’’, zegt de Moslim voor wie het geloof nog altijd een grote rol speelt. Voor vele Nederlanders is voetbal een spelletje waarbij elf spelers het gedurende twee keer 45 minuten opnemen tegen elf opponenten die een ander shirt dragen. De voeten zijn uitgerust met leren schoenen met noppen. Het spel wordt gespeeld op gras. Liever geen synthetische sprieten, want dat hoort niet. In de grote steden staat voetbal voor heel iets anders. Daar gaat het om techniek. Snelheid. Souplesse. Derde helften zijn er onbekende fenomenen. Op straat voetbal je door

tot je er bij neervalt. Of door de politie wordt weggejaagd. De kick bestaat uit het dollen van de tegenstander. Hem in de luren leggen. Met als ultieme trick hem poorten; een ‘panna’ geven. Doe je dat maar vaak genoeg op de pleintjes en je maakt naam tot ver buiten de stadsgrenzen. Je wordt gevreesd, uitgedaagd en nog nadrukkelijker gevreesd. Als een pokeraar die keer op keer bewijst dat er tegen hem geen kruid gewassen is en er altijd met de poet vandoor gaat. Mo werd relatief laat besmet met het straatvoetbalvirus. Als jeugdvoetballer van het Amsterdamse Voorland toonde hij aanvankelijk zijn kunsten op gras. Een enkelbreuk na een zware overtreding hield de dertienjarige langdurig buiten de krijtlijnen. Tijdelijk afscheid werd definitief toen hij zijn hart verpandde aan het gladde asfalt in de stad. Solo revalideren werd met collega-straatvoetballers werken aan een grootse carrière. Aanvankelijk in een voetbalkooitje op het Weesperplein; later een stuk dichter bij huize Boutaka toen er een verhard voetbalvierkant verscheen op het Boerhaaveplein.

47


Heliomare Sport

Expertisecentrum aangepast sporten N-H

Heliomare Sport is hĂŠt expertisecentrum voor aangepast

met gedragsproblemen, zoals autisme en ouderen

Heliomare Sport

sporten in Noord-Holland. Ons doel is om zoveel mogelijk

voor wie bewegen niet vanzelfsprekend is. Ook voor

Relweg 51, 1949 EC Wijk aan Zee

mensen met een beperking te laten bewegen. Daarvoor

inspanningstesten, onderzoek en advies op het gebied van

E info-sport@heliomare.nl

werken wij samen met gemeenten, sportverenigingen en

aangepast sporten, kan men bij ons terecht.

www.heliomare.nl/sport

Sportservice Noord-Holland. Wij bieden sport- en beweegprogramma’s die speciaal

Nieuwsgierig?

ontwikkeld zijn voor verschillende groepen, zoals chronisch

Kijk voor meer informatie op onze website of

zieken, mensen met een (lichamelijke) beperking, kinderen

bel: 088 920 82 88

heliomare onderwijs revalidatie wonen arbeidsintegratie dagbesteding spor t


‘Ik heb Willem-Alexander een panna gegeven.’ de wereld van Mohammed Boutaka aanzienlijk door hem mee te nemen naar eredivisiewedstrijden van het Amsterdamse zaalvoetbalbolwerk AORC Lebo. Terwijl Blankendal in de sporthal de wedstrijdbespreking aanhoorde, trok Mo op straat tekeer met de pannahelden uit de omliggende buurten. De confrontaties vonden plaats in alle uithoeken die Nederland rijk is. “Beetje dollen’’, lacht Mo. “Ik had ook toen al best een stevig postuur, dus die gasten dachten dat ik weinig kon. Als je dan de beste speler van de wijk binnen een seconde een panna geeft, tja……’’ Overal zag de Amsterdamse topper weer andere technieken en truckjes die hij in zijn eigen vaardigheid verwerkte. Zijn naam verspreidde zich als een olievlek over straatvoetballand Nederland. De sociale media zorgden er vervolgens voor dat de naam Mo Boutaka tot ver buiten de landsgrenzen belletjes deed rinkelen. Inmiddels reist de Amsterdammer de hele wereld over om zijn kunsten te vertonen. Tijdens de door Sportservice Nederland in het leven geroepen wedstrijdvorm Panna Knock Out, (tegenstander poorten en direct weer in balbezit komen, betekent winst) verzorgt Boutaka regelmatig een one-man show. Natuurlijk komt hij ook tijdens deze uitstapjes menigmaal oog in oog te staan met plaatselijke helden die hem uitdagen. Soms stapt een profvoetballer minzaam lachend op hem af. Zoals in Liverpool. Een van een profcontract

dromende Somalische jongen bekeek Boutaka en zei ‘mij poorten? Dacht het niet!’’ Mo lachte en nam de jongeman in 1.6 seconde te grazen. De Somaliër erkende zijn verlies en betaalde de afgesproken prijs: twintig keer opdrukken. Vanzelfsprekend vervult Mo al jaren een voorbeeldfunctie voor de jeugd in de straten en wijken die net als ‘mister Panna’ furore wil maken. Ze zullen gelijk hun held bergen werk moeten verzetten. Ze dienen in staat te zijn om eventuele discriminerende teksten te beantwoorden met een verbale panna. Alleen dan kunnen ze wellicht over jaren hetzelfde verklaren als Mo. “Ik voel mij in Nederland op mijn plek. Simpelweg als Hollander met Marokkaanse roots. Of als Marokkaan met Nederlandse wortels. Ik heb met mensen vertoeft waar menig landgenoot van droomt. Ik reisde met Willem Alexander mee naar Brazilië. Ja, natuurlijk heb ik hem een panna gegeven. Ik heb vele plekken van de wereld gezien. Schrok er van de enorme armoede. Ik probeer telkens zo veel mogelijk spullen voor die kinderen mee te brengen. Wat dat betreft heeft het straatvoetbal van mij een beter mens gemaakt. En het heeft mij doen beseffen dat wij het in Nederland verschrikkelijk goed hebben.’’

.

TEKST Rob Spierenburg FOTO’S SNL Joop van de Water

Talenten die het Pannakoning Mo in de nabije toekomst lastig willen maken, zullen zich ergens anders moeten ontwikkelen. De voetbalvloer en de twee doeltjes moesten wijken voor een nieuwe invulling van het Boerhaaveplein. De straatvoetballers bestreden elkaar tot in de late uurtjes. De sportieve kunstenaars trokken meer en meer publiek. De passie van de tieners werd ervaren als burengerucht. Bewoners van de omliggende huizen werden het kabaal zat. “Ik snap hun bezwaren wel’’, zegt Mo. “Maar het is jammer dat de jeugd geen alternatieve locatie werd aangeboden. Oké, die gasten kunnen terecht in het Oosterpark.’’ Boutaka trekt een vies gezicht. “Maar ja, dat is gras hè.’’ Het enkelgewricht van de balgoochelaar herstelde voorspoedig. Met een vriend reisde Mo door het land om in diverse steden mee te doen aan straatvoetbaltoernooitjes. Twee tegen twee, vijf tegen vijf of Mo’s favoriete één tegen één met een geslaagde panna als hoogtepunt. “Met een bal onder de arm en een lunchpakketje in de tas reisden we per trein en bus overal naartoe. Ik won bijna alles en bouwde langzaam maar zeker een naam op. Meer en meer werd ik met respect behandeld. De straat won het van het gras. Het werd mijn passie. Geen haar op mijn hoofd die er aan dacht om bij Voorland op het veld terug te keren.’’ De vermaarde Nederlandse zaalvoetballer Calvin Blankendal vergrootte

49


talent

chantal molenkamp Aangepast zwemmen - 22 jaar

50

Hoe is het begonnen? “Toen ik tien was zat mijn broer op zwemmen en hij haalde mij over om ook te gaan. Dit ging erg goed en al snel kwam ik op een hoger niveau. Op mijn vijftiende werd bij mij Mixed Connective Tissue Disease geconstateerd. Een auto-immuun ziekte waarbij de antistoffen in je lichaam zich tegen je keren. De artsen vertelden mij dat ik niet meer op mijn oude niveau zou kunnen zwemmen. Ondanks deze diagnose ben ik altijd doorgegaan, meer voor de lol en af en toe een wedstrijd. Toen ik 18 was kwam ik op een talentendag voor paralympische sporters. Ik viel op bij de bondscoach en hij vroeg mij bij de selectie te komen. Sindsdien zwem ik weer op hoog niveau.” Wat is jouw specialisatie? “De 50 meter vrij. Daarbij doe ik ook nog de 100 meter vrij en ik ben aan het trainen voor de 100 en de 50 meter vlinder.” Wat heb je allemaal al bereikt? “Ik heb meegedaan aan het WK in 2009 in Eindhoven en het EK in 2011. Hier won ik brons op de 50 meter vrij. In 2012 heb ik meegedaan aan de Paralympische Spelen in Londen. Ook heb ik verschillende Nederlandse records, een Europese en een wereldrecord.” Wat wil je nog behalen? “Goud op de 50 meter vrij op de Paralympische Spelen in Rio de Janeiro. Elk jaar is er een EK of WK en dat zijn voor mij de tussenstappen daar naartoe. In 2015 kan ik mijn plek voor de spelen bemachtigen.” Waarom juist zwemmen? “Het water is gewoon heel goed voor me: ik kan gemakkelijker bewegen en heb minder pijn. Het wedstrijdgevoel van zwemmen maakt mijn sport zo leuk. Zo hard mogelijk proberen te gaan, dat wil ik altijd.”


Dordt Sport Talentcentrum helpt sporters door te breken naar absolute top

“We creëren hiermee de beste omgeving voor sporttalenten om zich te ontwikkelen”, zegt Edwin Rensen van Sportbedrijf Dordrecht. “Het centrum wordt voor talenten uit de regio het startpunt van hun carrière. De echte toppers trainen in een centrum voor topsport en onderwijs. Wij zitten in de laag daaronder en willen de talenten verder brengen in de hoop dat ze doorbreken naar de absolute top. Op deze manier leveren we in Dordrecht een doorgaande lijn voor sporttalenten en topsporters.” Faciliteiten Het Talentcentrum biedt op één locatie alle faciliteiten die nodig zijn voor een optimale ondersteuning. Denk hierbij aan een praktijk voor sportfysiotherapie, inclusief fitnessruimte, een huiskamer om voor en na de training te relaxen en kantoor- en vergaderruimtes voor de talentcoaches. “Maar ook op sporttechnisch vlak heeft het Talentcentrum het nodige te bieden. Zo krijgen sporters op basis van een gecombineerde medische en fysieke test een op maat gesneden advies. En ze worden niet alleen ondersteund in hun sport, er wordt ook huiswerkbegeleiding aangeboden voor degenen die daar behoefte aan hebben.” Talent voor Talent Het Talentcentrum is in eerste instantie bedoeld voor alle sporters die verbonden zijn aan het Olympisch Netwerk Zuid-Holland (regio Dordrecht) en de talenten die deelnemen aan het Regionale Talent Centrum Dordrecht met vier speerpuntsporten: waterpolo, shorttrack, korfbal en ijshockey. “Daarnaast biedt het Talentcentrum volop ruimte aan

gedreven jongeren buiten de sport. Op dit moment is er al een intensieve samenwerking met de opleiding Media van het Da Vinci College. Zij maken filmpjes van talenten en evenementen om de bekendheid te vergroten. Daarnaast gaan wij leerwerkbedrijven inzetten om administratieve ondersteuning voor zowel talenten, topsporters en talentcoaches te geven.” Samenwerking “Het is fantastisch om te zien hoeveel positieve energie er loskomt in de stad en daarbuiten. Bedrijven, sportbonden en onze partners vanuit het Olympisch Netwerk Zuid-Holland regio Dordrecht tonen veel betrokkenheid en dragen ieder hun eigen steentje bij om van het Talentcentrum een succes te maken. Ik ben nog nergens in Nederland tegengekomen dat het zo uitgebreid wordt aangepakt. Het geeft een gezicht aan alle initiatieven die er zijn en het promoot de stad.” Op 4 oktober 2013 vond de officiële opening van het Talentcentrum plaats. Volg het Talentcentrum via www.dordtsport.nl, Facebook / DordtSport of via Twitter @DordtSport #DSTC

Olympisch Netwerk Het Olympisch Netwerk Zuid-Holland regio Dordrecht vormt een belangrijk onderdeel van het Talentcentrum. Het netwerk krijgt dan ook een fysieke plek in het Talentcentrum. Mede dankzij dit faciliteitennetwerk kunnen talenten, topsporters, maar ook coaches, ouders en verenigingen

TEKST Wilma de Jong

D

De afgelopen maanden is hard gewerkt aan de realisatie van het Dordt Sport Talentcentrum in de topsportlocatie: Sportboulevard Dordrecht. Talenten, topsporters en coaches nemen hun intrek in de ruimtes waarbij ze optimaal worden gefaciliteerd op het gebied van sport, onderwijs en zorg.

begeleid en ondersteund worden.

51


‘Fantastisch om te juichen als er succes is, maar laten we ook opstaan als het talent op weg naar de top ondersteuning nodig heeft.’ Yvonne van Gennip

uw bijdrage is van belang

Steun onze Sporttalenten op weg naar de top www.talentboek.nl A4 ruud zander_Opmaak 1 24-04-12 13:59 Pagina 1

Familierecht Nalatenschappen Estate planning Ondernemingsrecht Onroerend goed Mediation

Julianastraat 1, 2012 ER - Haarlem - T 023 531 95 28 info@sbvg.nl - www.sbvg.nl

52

Izaak Enschedeweg 30 • 2031 CR Haarlem Postbus 1192 • 2001 BD Haarlem E-mail: info@ruudzander.nl

Tel: 023-5345226 Fax: 023-5343370 www.ruudzander.nl


‘Het was niet moeilijk het roer radicaal om te gooien.’

Door de ogen van een Noordkopper De tien jaar waarin Van de Water voor Sportservice werkte leverde zo’n 10.000 foto’s op. Uit de duizelingwekkende reeks koos de afgezwaaide

Het telefoontje kwam ruim tien jaar geleden precies op het goede moment. Of Joop van de Water voelde voor een vaste aanstelling als huisfotograaf van Sportservice Noord-Holland. “Ik was al een leven lang onderwijzer op een basisschool in mijn woonplaats Callantsoog. Mooi werk. Behalve dan het hele administratieve circus er omheen. Dat werd ik spuugzat. En dan ineens krijg je een aanbod om 32 uur per week er op uit te trekken met de camera. Ik ben al vanaf mijn vijftiende gepassioneerd met fotografie bezig, dus het was niet moeilijk om het roer radicaal om te gooien.’’ Deze zomer maakte de pensioensgerechtigde leeftijd een einde aan deel twee van het werkende leven van de ‘Noordkopper’ zoals Nederlanders worden genoemd waarvan de wieg in het uiterste noordwesten van het vaste land stond.

TEKST Rob Spierenburg FOTO’S Joop van de Water

huisfotograaf twee exemplaren. Zeer geslaagde platen met een verhaal.

53


‘Alles klopte. Ik hoefde er niets aan te doen.’

Als je het snorkelende meisje ziet, kan het niet anders dan dat zij tientallen malen door de fotograaf het zwembad werd ingestuurd. Wéér de kant op klauteren om wéér het water in te plonzen. Omdat meneer de fotograaf na vele pogingen nog altijd niet tevreden was over het eindresultaat. Welnu, zo ging het dus niet. “Het was drie jaar geleden tijdens een jeugd speelweek in Hoogwoud in West-Friesland. Ik stond aan de rand van het zwembad mij af te vragen hoe ik de dag in beeld zou brengen. Plotseling hoorde ik ‘plons!’ achter mij. Ik draaide mij om en deed ‘klik’. Ik zag op mijn schermpje dat de foto was gelukt en ging verder met mijn werk.’’ Thuisgekomen keek de fotograaf op een grote monitor of zijn werkdag als geslaagd de boeken in kon. Toen het ‘plonsmoment’ op het beeldscherm verscheen, zag de maker van de prachtige plaat dat hij letterlijk raak had geschoten. “Als je ziet dat zo’n foto helemaal goed is, dan geeft dat een bijzonder prettig gevoel. Scherpte, compositie, kleur en timing. Alles klopte. Ik hoefde er niets aan te doen.’’

54

De reflex van Joop


Op de ochtend van 16 maart 2012 stapten twintig mannen met een geestelijke beperking de ArenA binnen. De heren kregen alles te zien. Kleedkamers, persruimte, VIP-boxen en krachthonken. Hoogtepunt was natuurlijk het uurtje op het heilige gras met Frank de Boer en Toby Alderweireld. Joop van de Water legde het grote genieten vast. ,,Het enthousiasme dat die jongens uitstralen is hartverwarmend. Ze weten van de hoed en de rand. Kennen alle maniertjes die bij het profvoetbal horen en lieten dat in een partijtje ook zien. Blessures simuleren. Ook dat beheersen ze.’’ De heren waren niet te beroerd om vlak voor het afscheid Frank de Boer nog even een hart onder de riem te steken. Tijdens het handen schudden werd de oefenmeester moed ingesproken. Want in maart van het seizoen 2012-2013 zag het er allerminst naar uit dat Ajax de titel zou pakken. ,,Het kán nog’’, hoorde de coach. ,,Je mag nóóit opgegeven. Jullie moeten altijd blijven hopen!’’ De lach op de gezichten van De Boer en Alderweireld waren voor de volle honderd procent oprecht. Een paar maanden later tilden de Godenzonen de titelschaal de hoogte in.

‘Blessures simuleren. Ook dat beheersen ze.’

TEKST Rob Spierenburg FOTO’S Joop van de Water

Het grote genieten in beeld

55


Sportprogramma laat autisten groeien

Goede aanpak haalt het maximale uit een kind Autisme is een aangeboren ontwikkelingsstoornis, waarbij men vooral moeite heeft adequaat te reageren op andere mensen en situaties. Simpeler is zo’n ingewikkelde stoornis niet te maken. Er zijn veel soorten autisme die bij elke persoon weer anders tot uiting komen. Daarom is tijdens het sporten veel individuele aandacht en begeleiding nodig voor deze doelgroep. Paul Voois en Tobias Wijnmaalen, die lesgeven aan aparte sportgroepen voor autisten, lichten graag toe: “Met een goede aanpak en de juiste benadering is het maximale uit kinderen met autisme te halen.”

Niet in hokje stoppen Autisme is ‘hot’. Tegenwoordig komt deze stoornis in de hersenen veel vaker aan het licht dan vroeger. “Autisme is van alle tijden, maar tegenwoordig is er veel meer informatie beschikbaar”, vertelt Paul. “Maar autisten kan je onmogelijk in één hokje stoppen. Er zijn heel veel vormen van autisme, iedereen heeft weer andere symptomen en bij sommige mensen zijn andere karaktereigenschappen juist weer veel beter ontwikkeld dan bij anderen.” Uittekenen Mensen met autisme hebben moeite met het verwerken van informatie. Zij visualiseren alles en nemen wat iemand zegt heel letterlijk. “Daarom moet je heel duidelijk zijn in wat je vertelt”, aldus Tobias. “Gebruik geen spreekwoorden en metaforen. En begin een zin nooit met ‘stel je voor...’. Vraag je af of je iets dat je vertelt ook letterlijk kunt uittekenen. Dan is de kans heel groot dat een autist het snapt. Ze hebben daarnaast behoefte aan duidelijkheid en voorspelbaarheid.”

56

Kwaliteiten van het kind Het is een fabeltje dat autisten over het algemeen moeilijk benaderbaar en sociaal onderontwikkeld zijn. Paul: “Dat verschilt per kind. Ik heb ooit meegedaan aan een steptocht van 24 kilometer. Ik reed naast een jongen met autisme die 24 kilometer aan één stuk heeft gebabbeld. Mijn tong hing over mijn stuur, maar hij had de energie om te blijven praten. Het is belangrijk om naar de kwaliteiten van het kind te blijven kijken. Sommigen zijn juist heel sociaal en empatisch. Dat verschilt net zoveel als tussen andere kinderen.” Uniek in Nederland Waarom dan toch aparte sportgroepen? “Via mijn werkgever Sportservice Midden Nederland hebben we ooit een enquête gehouden in de provincie Utrecht”, blikt Paul terug. “Ouders van autisten gaven aan dat voor hun kind weinig of geen juiste begeleiding was tijdens sport. Er was behoefte om met gelijken te gaan sporten. Toen zijn we bij atletiekvereniging Clytoneus in Woerden een aparte groep gestart. Niet


Structuur ‘Structuur’ is één van de toverwoorden. In aparte groepen wordt veel structuur aangeboden. Paul: “Kinderen moeten voorbereid zijn op wat komen gaat. Op het moment dat je iets verandert in je les, moet je dit op tijd melden. Kondig alles aan. Stop niet ineens een oefening, maar vertel ze al van te voren dat je gáát stoppen. Je moet ze overal op voorbereiden. Geef ze alvast een opdracht die ze moeten doen als een oefening stopt. Houd je instructie heel kort en werk met commando’s. ‘Loop naar de gele pion. Doe dit. Ga daarheen.’ Op die manier wordt alles heel concreet.” Prikkels Ook is het belangrijk om voor weinig prikkels te zorgen,

maar vooral tijdens buitensporten is dit niet altijd mogelijk. “Bij het atletiek in Woerden kwam elk kwartier een trein langs. Stopten alle kinderen met sporten en keken ze naar de trein”, geeft Paul als voorbeeld. “Dat moet je dan accepteren en laten gebeuren. Op een gegeven moment ben ik de trein gaan gebruiken als wisseltijd.” Complimenten Dat de aparte lessen hun vruchten afwerpen, blijkt wel. Veel kinderen blijven structureel sporten en sommigen doen dat zelfs in reguliere groepen. “Ik vind het geweldig als ik zie hoe ze groeien in het zelfvertrouwen, plezier en op sociaal vlak. Dit komt ook in het dagelijks leven terug”, vertelt Paul. Tobias voegt toe: “Dat is ook te danken aan succesbeleving. Je moet veel complimenten geven aan de kinderen. Het is fijn om van ouders te horen hoeveel baat de kinderen bij de lessen hebben.”

.

TEKST Jorrit Hansen FOTO’S SNL, Joop van de Water

beseffende dat dit uniek was in Nederland. Daarop hebben we ook een handboek ontwikkeld, dat handvatten geeft aan lesgevers en trainers om goed om te gaan met deze doelgroep.”

57


24 80

5.203

scholen

broodjes

docenten

vrijwilligers

3 weken organisatietijd

100

58

600 500

broodjes smeerders

12.000

bussen

basisschoolkinderen

konings

spelen

haarlemmermeer


Op een maandagavond kwam het nieuws dat Koningin Beatrix zou aftreden en dat Nederland vanaf 30 april een koning zou hebben. De troonswisseling ging gepaard met een hoop festiviteiten, waaronder de Koningsspelen. Slechts zes weken kregen de Nederlandse scholen de tijd om een activiteitenprogramma op poten te zetten ter ere van de kroning van onze nieuwe koning. Een krap tijdsbestek waarin veel georganiseerd moest worden. In de gemeente Haarlemmermeer deden ze daar nog een schepje bovenop. Vanuit de evenementenhal Expo Haarlemmermeer werd het idee geopperd een grote ‘Koningsspelen’ te organiseren. De gemeente Haarlemmermeer en Sportservice Haarlemmer-

meer werden hiervoor in de arm genomen; zij sloegen de handen ineen. In slechts drie weken tijd werd een groot evenement op poten gezet waarvoor samen bijna dag en nacht werd gewerkt aan het programma.

Zonder de kennis en het uitgebreide netwerk van Sportservice Haarlemmermeer en de gemeente Haarlemmermeer had dit evenement niet tot stand kunnen komen. Ook onze overige regio’s beschikken over een ijzersterk netwerk!

59


Naar een veiliger sportklimaat, ook voor homo’s Begin augustus veroorzaakte René van der Gijp in het tv-programma Voetbal International veel commotie met zijn uitspraken over homoseksuele voetballers. Om toch een genuanceerd beeld te schetsen werd in een volgende uitzending van het programma zelfs tijd ingeruimd om over het onderwerp door te praten. Opmerkelijk omdat het programma van Johan Derksen en Wilfred Genee zichzelf doorgaans wil beperken tot barpraat.

60

Karin Blankenstein, voorzitter van de John Blankenstein Foundation, kijkt met gemengde gevoelens terug op deze onstuimige week. “Door de opmerkingen is er een week lang over het onderwerp gesproken. Het was onmogelijk om deze aandacht voor het onderwerp met reclametijd in te kopen. Dat was de positieve kant hiervan. Ik miste in het VI programma de balans. Het leek wel een spel om de kijkers zo extreem mogelijk te prikkelen. Achter de schermen is de discussie heel anders geweest dan op televisie. Waarom kunnen ze nou niet zeggen, de eerste de beste voetballer die uit de kast komt gaan wij steunen? Ik vrees dat ze het makkelijker vinden om de massa aan te spreken met goedkope oneliners.” Veilig sportklimaat De John Blankenstein Foundation is onderdeel van de Alliantie Gelijkspelen en werkt daarbinnen samen met onder andere NOC*NSF. Het doel is een open en veilig sportklimaat. Blankenstein: “Het gaat ons vooral om het perspectief van een jongen van veertien jaar. Zo’n jongen heeft het al moeilijk genoeg, gaat hij het thuis vertellen? Op school? En op het sportveld wil hij ook zichzelf zijn.


Een boot van de KNVB bij de Canal Parade met ex-voetballers en de bondscoach er op kan hem daarbij helpen. Zeker in combinatie met de positieve sfeer langs de grachten, daar heerste een euforische stemming. Met dat beeld op zijn netvlies en die stemming in zijn hoofd ben ik ervan overtuigd dat hij dit seizoen wel overweegt zijn teamgenoten te vertellen wat zijn seksuele geaardheid is.” Focus op de jeugd Het gaat de John Blankenstein Foundation om de vele (vaak jonge) amateurvoetballers. Voor deze groep is het belangrijk dat hun vereniging laat blijken dat iedereen welkom is, ongeacht ras, huidskleur, geloof of seksuele geaardheid. Blankenstein: “Sportverenigingen kunnen het onderwerp bespreekbaar maken via hun website, het clubblad en in de kantine. Ook (jeugd)trainers hebben hier een rol in. Zij kunnen het onderwerp aan het begin van het seizoen aankaarten. Daarmee geef je als trainer aan dat je er over hebt nagedacht. Dat maakt het voor de persoon in kwestie, vaak nog een puber, veel makkelijker om er over te beginnen. De KNVB gaat het onderwerp vanaf dit seizoen ook meenemen in de trainersopleiding van de KNVB. Dat is een goede ontwikkeling. Daarmee geven ze trainers ook de handvatten die ze nodig hebben.”

Voorbeeldfunctie Om de jeugd in het amateurvoetbal te bereiken heeft het profvoetbal een voorbeeldfunctie. Blankenstein: “Het zou mooi zijn als er een talent zou doorbreken waarvan al bekend is dat hij homoseksueel is. Mijn broer John was bijvoorbeeld al uit de kast voordat hij als scheidsrechter bekend werd. Hij moest ooit een Europa Cup wedstrijd in Engeland fluiten, waarop de Daily Mirror kopte met ‘Tonight ref is gay’. Het enige commentaar van hem daarop was “ja, dat is feitelijk juist”. En daarmee verstomde de discussie. Ik hoop dat dit ook een keer in het profvoetbal gaat gebeuren. Er zijn niet veel homo’s in de Ere- en Eerste Divisie bekend, maar ze zijn er wel. Het is ook jammer dat Van der Gijp hier niet het achterste van zijn tong liet zien. Van der Gijp en John kenden elkaar goed en ik weet dat John hem verteld heeft dat er in die periode wel degelijk voetballers waren die homo zijn. Ik ken ook een getalenteerde profvoetballer die het bekend wilde maken, maar door zijn club is tegen gehouden. Hij moest het maar niet vertellen en zijn mond houden. Inmiddels speelt hij veel lager. Een gemiste kans. Een sporter, die zichzelf kan zijn en geestelijk goed is, presteert beter en is net die halve seconde sneller. Dat hoor je ook van individuele sporters, waarvan bekend is dat zij voor hun geaardheid zijn uitgekomen.”

Workshops De John Blankenstein Foundation gaat het land in om workshops te geven aan voetbalverenigingen. Blankenstein: “Daarmee willen we sportverenigingen helpen om een positief sportief klimaat te ontwikkelen. Het is niet onze bedoeling om iemand uit de kast trekken. Wat we wel willen is een klimaat creëren waarin sporters zich op hun gemak voelen, zodat ze het kunnen vertellen. Het beste voorbeeld is dat van Wensley Garden, die na zijn actieve loopbaan als voetballer bij Helmond Sport uit de kast kwam. In de rapportage FC Gay sprak hij vorig jaar met zijn voormalig ploeggenoten, die hem vertelden dat hij het ‘gewoon’ had kunnen zeggen. Als je dat analyseert kun je niet anders dan de conclusie trekken dat Garden niet het gevoel gehad heeft dat hij dat inderdaad had gekund.”

Winterspelen in Sochi In de aanloop naar de Olympische Spelen in Sochi is de Russische wet die ‘homo-propaganda’ verbiedt omstreden. Blankenstein: “Een boycot van de Olympische Spelen heeft geen zin, dat helpt niet. Ik vind wel dat het IOC hier een belangrijke taak in heeft. Ik verwacht van het IOC dat zij beter gaan kijken naar de mensenrechten in landen waar ze Olympische Spelen laten plaatsvinden. Een sporter mag nooit het idee hebben dat hij ergens niet veilig is. Dat past niet in de gedachte van de oprichter van het IOC Pierre de Coubertin”.

.

Meer informatie is te vinden op de website www.johnblankensteinfoundation.nl

TEKST Harry Akkermans FOTO’S Marina van Gaalen

‘Het zou mooi zijn als er een talent zou doorbreken waarvan al bekend is dat hij homoseksueel is.’

61


Moderne gymlessen met pittenzak en

iPad

Geef een kind een tablet in de hand en hij weet precies wat hij ermee kan. Zelfs de allerjongste generatie lijkt te zijn geboren voor de nieuwste communicatiemiddelen en weet feilloos welke knop waarvoor dient en wat er allemaal mogelijk is. Hoog tijd dus dat de gymlessen op school ook met de tijd meegaan. Daarom gebruikt de Sint Jozefbasisschool in het Noord-Hollandse dorp ’t Zand de lesmethode Gympedia. In de gymzaal van de Sint Jozefschoolbasisschool is het druk. Door de hele zaal zijn namelijk de kinderen van groep 5 actief. Wanneer iemand voor het eerst een Gympedia gymles binnenstapt zal de eerste gedachte daarom misschien zijn: wat een chaos! Maar schijnt bedriegt. Meester Jord Breed heeft alles prima onder controle. Zodra hij op zijn fluitje blaast zitten alle sportende kinderen binnen enkele seconden stil op de grond en luisteren naar zijn instructies. In de les van vandaag staan balanceren, de hurksprong en werpen en vangen centraal. Hiervoor is de gymzaal opgedeeld in drie delen waarover de gymmende kinderen verdeeld zijn. Vrijheid en eigen initiatief staan in een echte Gympediales centraal. Tijdens het balanceren een pittenzakje gebruiken op het hoofd? Prima! Een stok gebruiken voor de balans? Dat mag natuurlijk ook. De nadruk ligt niet op het niveau, maar juist op wat het kind zelf kan en wil. ‘Gebruik je fantasie en maak de les zo uitdagend mogelijk voor jezelf’ brengt meester Jord de kinderen dan ook bij.

Op de Sint Jozefbasisschool maken ze inmiddels al twee jaar gebruik van de lesmethode Gympedia, gegeven door een bewegingsconsulent van Sportservice Schagen. Juf Laura Kolb: “de kinderen vinden de tablet in de gymles geweldig, bijvoorbeeld dat ze een koprol kunnen terugkijken en hier van leren.” Jord Breed: ”en daardoor zie je direct verbetering in de tweede keer dat ze het proberen”. De basisschool in ’t Zand is niet de enige ‘Gympediaschool’ in Nederland. Inmiddels maken meerdere scholen en bewegingsconsulenten er gebruik van. Nieuwsgierig geworden? De methode beschikt over een eigen website, www.gympedia.nl, waar u ook een demovideo kunt bekijken of een demo-iBook kunt downloaden voor de iPad.

62

TEKST Coline Elbertsen FOTO’S Sportservice Noord-Holland

observerend leren: zelf Zien wat beter kan En waar blijven dan die moderne communicatiemiddelen? Het unieke aan Gympedia is dat alle leerlijnkaarten, de jaarplanning en het leerlingvolgsysteem niet uit een boekje komen, maar op de iPad staan. Naast het gebruiksgemak voor de leraar zorgt dit er ook voor dat de leerlingen tijdens de lessen instructiefilmpjes kunnen bekijken of zichzelf kunnen terugzien op een zojuist gemaakt video. Observerend leren heet dit en het werkt vaak veel effectiever dan een paar woorden van de meester.


talent

imke van der aar Badminton - 15 jaar Waarom vind jij badminton zo leuk? “In mijn sport moet je het helemaal zelf doen. Bij sporten als hockey of voetbal sta je regelmatig stil in het veld, daar krijg je bij badminton de tijd niet voor.” Huidige club? “BC Duinwijck in Haarlem: daar ben ik vijf jaar geleden begonnen en nooit weggegaan. Daarnaast train ik al drie jaar met de Nederlandse jeugdselectie in Arnhem.” Hoe ziet een gemiddelde dag er voor jou uit? “Ik train elke dag, soms twee keer per dag. Dit doe ik bij mijn club en de Badminton Academy Haarlem. Daarnaast train ik op woensdag van 17.00 uur tot 19:00 uur op Papendal met de selectie.” Gaat het op dit moment goed? “Ja, het gaat goed! Ik hoor eigenlijk nog in de categorie onder vijftien jaar te spelen, maar afgelopen seizoen heb ik alles in de categorie onder 17 gespeeld want dat niveau past beter. Ik ben hier alleen maar eerste geworden. Ook de Junior Master finale heb ik gewonnen. Op Europees niveau ben ik vorig jaar derde van Europa geworden in de mix onder 15 en dit jaar derde in de dubbel in de categorie onder 17. Dit heb ik behaald tijdens de 6 en 8 Nations cup. Ik heb ook mijn eerste EBU titel behaald, tijdens de Slovenia Junior. Ik werd eerste in de dubbel onder 19.” Wat wil je nog behalen? “Ik hoop volgend jaar aan het EJK in Turkije mee te mogen doen en ik wil er helemaal voor gaan op WJK’s en WK’s. Daar ben ik nu eigenlijk nog te jong voor, maar dat begint wel steeds dichterbij te komen en ik werk er elke dag hard voor. En natuurlijk de Olympische Spelen van 2020.”

63


curling

van koekblik naar de spelen van PyeongChang In 1565 schilderde Brabander Pieter Bruegel een doek dat vele eeuwen later wereldberoemd werd. Dat heeft de grootmeester vooral te danken aan de koekblikken en placemats waarop zijn creatie staat afgebeeld. ‘Winterlandschap met schaatsers en vogelknip’ kreeg het schilderij als titel. Ook in de vroege Middeleeuwen kwam de curlingsport er in ons land bekaaid af.

64


Jong Oranje traint

Het Engelse woord curling levert in het Nederlands het onvoltooid deelwoord ‘draaiend’ op. En dat is precies wat de granieten stenen doen als deze door een speler behoedzaam richting de rode en blauwe cirkels worden weggeduwd. Vandaar de naam van de wintersport die wereldwijd gestaag aan terrein wint. Qua tactiek heeft curling wel iets weg van het Engelse bowls. Ook daar dient de (ovalen) bal zo dicht mogelijk bij het beoogde doel te worden geplaatst. En ook daar worden de ballen die in scoringspositie liggen beschermd door een strategisch geplaatste bowl die voor de tegenstander ergerlijk in de weg ligt. ‘Guard’ wordt een dergelijke spelbreker genoemd. Verdere vergelijkingen gaan niet op. Als een bowl door een speler is geworpen, rest hem niets anders dan afwachten of de richting en snelheid juist waren gekozen. Bij curling kan de ‘glijdlijn’ sterk worden beïnvloed door de vermaarde ‘bezemers.’ Twee in getal. Iedereen kent het

hypergeveeg van het ijs dat zich vlak voor de oprukkende steen bevindt. De handeling is niet bedoeld om de gladheid van de vloer te bevorderen, maar om een minuscuul toplaagje van het ijs te laten smelten, zodat er een milde vorm van aquaplaning ontstaat. Een geroutineerd vegersduo kan de afgelegde afstand van de steen met wel drie meter verlengen. Bovendien kunnen de vegers het moment van afbuigen van het gelanceerde ronde blok graniet uitstellen. De werper zorgt er voor dat de steen aan het einde van zijn tocht naar rechts of naar links wijkt. Dat doet hij of zij op dwingende aanwijzingen van de skip (de aanvoerder van het team) die zich ter hoogte van de scoringscirkels bevindt; het ‘huis’ wordt dit baangedeelte genoemd. Overleg tussen de vier leden van een team is een essentieel onderdeel van de sport. Aangezien elk team acht stenen tot zijn beschikking heeft, worden er op de baan de nodige verbale noten gekraakt. Dat dit gepaard gaat met enige stemverheffing mag duidelijk zijn. Dit geschreeuw noemt men in de curlingsport ‘communiceren’. Er kan schorheid optreden, want op Europese-, Wereld- en Olympische kampioenschappen duren wedstrijden zo’n twee en een half uur. Op grote toernooien komt een equipe op een wedstrijddag tweemaal in actie. Scheidsrechters worden slechts geraadpleegd als de twee teams er onderling niet uitkomen. Het zegt alles over de

TEKST Rob Spierenburg FOTO’S Remco van der Kruis

Naast de schaatsers en de vogelval is op het eeuwenoude doek te zien dat een groepje curlingspelers enthousiast in de weer is met de stenen. Zelfs de handvatten op de kogelronde spelattributen ontbreken niet. Bruegel zag het tafereel en legde het voor de eeuwigheid vast. Waarom hij de sport niet in de naam van zijn doek verwerkte? Misschien had de kunstenaar simpelweg geen idee wat de personages op het ijs aan het doen waren.

65


Clinics Events Kidspartys Leagues Curlingles Voor al uw catering en delicatessen Als enige officiële curlinghal in Nederland is Curlingbaan Zoetermeer een unieke locatie, waar een echte curling belevenis op ieder niveau mogelijk is. Zo trainen de nationale teams bijna dagelijks op ons speciaal geprepareerde curlingijs, organiseren wij regelmatig (inter) nationale wedstrijden en bieden wij voor bedrijven, scholen, verenigingen en particulieren verschillende concepten als curlingclinic. Kom langs en maak kennis met deze Olympische Wintersport!

tegen zeer redelijke prijzen!

van der Hagenstraat 20 –Zoetermeer – 079 330 5065 - info@curlingbaan.nl

www.cuisinier.nl

www.curlingbaan.nl

Lunch Belegde broodjes Borrelhapjes Warm buffet Catering op maat

Wagenweg 86, Haarlem | 023-534 09 98

Al meer dan 75 jaar de beste merken met de beste prijzen!

www.elres.nl

info@elres.nl


VS en Canada zijn wereldmachten

sportiviteit van curling. ‘Liever een wedstrijd verliezen, dan de tegenstander schofferen’, staat in de reglementen te lezen. Kom daar bij een andere sport maar eens om. Dat de ruim negentien kilo wegende curlingstenen grote afstanden afleggen terwijl de snelheid van de granieten kogels minimaal is, heeft te maken met een speciale preparatie van het ijs. Een wedstrijd kan slechts van start gaan als de baan is ‘gepebbled’. Dat gebeurt door het ijs te besprenkelen met water. De bevroren druppels zorgen voor een minimale wrijving met het graniet. Op een vlakke ijsvloer zou een curlingsteen al na zo’n drie meter knarsend tot stilstand komen. De levensduur van een curlingsteen is nagenoeg eeuwig. Maar dan moet deze wel zijn gemaakt van graniet dat afkomstig is van het Schotse eilandje Ailsa Craig. De samenstelling van het stollingsgesteente aldaar zorgt voor een dusdanige hardheid, dat een leven lang glijden over een curlingbaan moeiteloos wordt geïncasseerd. Het eiland wordt kleiner en kleiner. Met Rusland en China als opkomende curlingnaties zou de steenklomp ten zuidwesten van Glasgow wel eens letterlijk kopje onder kunnen gaan. Van Nederland heeft Ailsa Craig vooralsnog weinig te vrezen. Verdeeld over vier verenigingen telt ons land slechts 150 curlers. Het kloppend hart bevindt zich in Zoetermeer waar de banen in de Silverdome IJshal al in augustus klaarliggen om te worden gebruikt. Hoewel de Nederlandse Curling Bond er hard aan werkt om de sport naar een hoger plan te tillen, moeten we het voorlopig doen met een select groepje diehards. Daarvan dromen de meest getalenteerde mannen en vrouwen vanzelfsprekend van een Olympisch optreden. Geduld is nodig, want alleen al het kwalificeren voor de winterspelen is een geweldige opgave. Automatische plaatsing door het mega-evenement in de lage landen te organiseren lijkt niet tot de mogelijkheden te behoren. Dus zullen de Oranjedames en de Oranjeheren het op eigen kracht moeten doen. Sochi komt te vroeg. Het Zuid-Koreaanse PyeongChang biedt in 2018 een nieuwe kans. De mannen roken vorig jaar al eens aan een stap naar de Europese top. In de 16 landen tellende B-poule eindigde Ne-

Een wedstrijd kan pas van start als de baan is ‘gepebbled’

derland als derde. Een plaatsje hoger had promotie naar de A-poule (tien landen) opgeleverd. Pas als deze elitegroep is bereikt kan de vervolgstap richting de winterse Olympische ringen worden gemaakt. Het zal er heus wel van komen. De sport is immers in Nederland ontstaan. Dat bewijs is dankzij de penselen van Bruegel geleverd. Toegegeven; het waren in de zeventiende eeuw de Schotten die het curling doorontwikkelden, populair maakten en vervolgens exporteerden naar Canada. De Noord-Amerikanen vielen massaal voor het spel met de stenen en het ijs. Niet verwonderlijk aangezien het land slechts twee seizoenen kent: winter en juli. Canada telt vandaag de dag 500.000 actieve curlers en neemt daarmee de helft van het mondiale totaal voor zijn rekening. In Europa zijn het vooral de Scandinavische landen, Duitsland, Zwitserland en Schotland die tot de top behoren. De Verenigde Staten en Canada zijn wereldmachten. Dankzij de Olympische status die curling in 1998 werd toebedeeld, is de exposure van de sport ook in Nederland sterk toegenomen. Dus weet de gemiddelde sportminnende kaaskop waar het over gaat als curling ter sprake komt. Bij menigeen floept het juiste beeld in het brein als er over de schuivende stenen en de vegers wordt gerept. Soms wordt in andere sportdisciplines zelfs een typische ‘curlinghandeling’ verricht. Zo maakt menig biljarter met de hand de kenmerkende veegbeweging over het groene laken als de stootbal te weinig vaart werd meegegeven. Pure scherts natuurlijk. Maar de stoter weet wat curling is. En dat kon Pieter Bruegel niet zeggen.

.

67


Over Sportservice Nederland Sportservice Noord-Holland, Sportservice Midden Nederland en Sportservice Zuid-Holland hebben de handen ineen geslagen en opereren onder de vlag van Sportservice Nederland. Wij voeren activiteiten uit een tiental stichtingen en één BV. Onder onze hoofdactiviteiten treft u nog steeds de producten en diensten aan die u van ons gewend bent. Dat doen wij deskundig, klantgericht en innovatief. Stichting Sportservice Noord-holland, Stichting Sportservice midden nederland en stichting sportservice zuid-holland Sportservice blijft dé service-, uitvoerings-, en adviesorganisatie voor sport en bewegen in de provincies Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland. Samen met onze lokale en regionale frontoffices blijven wij de sport, de sportorganisaties en hun vrijwilligers versterken en verbinden. Wij brengen mensen en organisaties in beweging. Sportservice helpt gemeenten bij hun sportbeleid en voert stimuleringsprogramma’s uit. Alledrie deze stichtingen zijn lid van Sportkracht 12, waarin samengewerkt wordt met andere provinciale sportorganisaties. Stichting Sportkader nederland De stichting Sportkader Nederland is hét service- en adviescentrum voor het sportkader en alle andere arbeidsaangelegenheden in de sport. Zij is op dit terrein de rechtsopvolger van de STK-werkzaamheden van Sportservice NoordHolland. In de dynamische sportwereld zorgen wij voor rust en zekerheid voor de werkgever en de werknemer. Door het uit handen nemen van fiscale, juridische en administratieve zaken houdt u handen vrij voor het echte werk. Zo kunt u zich concentreren op het behalen van sportief succes. De werkzaamheden worden afgestemd binnen het landelijke samenwerkingsverband ‘Netwerk in de Sport’. Sportservice Nederland BV Sportservice Nederland BV benut de kracht van sport voor de maatschappelijke en commerciële doelen van de opdrachtgevers. Zij doet dit vooral door het organiseren van sportieve evenementen in binnen- en buitenland. Daarnaast kunt u bij de drukkerij terecht voor al uw vormgeving en drukwerk. Stichting Olympisch Netwerk Noord-Holland Het Olympische Netwerk Noord-Holland is de verbinder tussen het landelijk, provinciaal en (boven)lokaal topsport- en talentontwikkelingsbeleid in Noord-Holland. Wij begeleiden topsporters en talenten en zorgen ervoor dat zij zich maximaal kunnen ontplooien. Websites Backoffices www.sportservicemiddennederland.nl www.sportservicenoordholland.nl www.sportservicezuidholland.nl www.sportserviceNL.nl www.sportkadernederland.nl www.onnh.nl

68

Frontoffices www.sportservicedenhelder.nl www.sportservicegooi.nl www.sportservicehaarlemmermeer.nl www.sportserviceheemstedezandvoort.nl www.sportserviceheerhugowaard.nl www.sportservicekennemerland.nl www.sportserviceschagen.nl www.sportservicetexel.nl www.sportservicewestfriesland.nl www.sportservicezaanstad.nl www.sportservicezeist.nl


talent

Monumentaal vakmanschap

in opdracht van Stichting Risicofonds Sportservice

Uw monumentale pand in goede handen Verbouwexpert verzorgde in opdracht van Stichting Risicofonds Sportservice de renovatie van het hoofdkantoor in Haarlem. En wij zijn trots op het resultaat! Want voor monumentale panden bent u aan het juiste adres bij Verbouwexpert. Wij zorgen dat u begrijpt waarvoor u kiest en kunt vertrouwen op een kwalitatief hoog resultaat. Verbouwexpert voegt waarde toe en klaart de klus. Gedreven, persoonlijk, professioneel én betaalbaar. Benieuwd naar onze visie op uw project? Bel 020 303 78 00 of kijk op verbouwexpert.nl.

Dirk Jongkind Rodelen - 22 jaar Hoe is het allemaal begonnen? “Bij een goede vriend van mij, Mark, kijken ze regelmatig rodelen op televisie. Op een gegeven moment wilden wij beiden wat anders gaan doen en kwamen wij bij het rodelen terecht. We zijn naar de site van de Bob- en Sleebond (BSBN) gegaan en hebben daar een contactformulier ingevuld. Via de bond kregen wij eerst de kans om in Nederland te trainen en later in het buitenland. Dat is nu zo’n vier jaar geleden. Het is eigenlijk allemaal een beetje uit de hand gelopen.” Waarom juist rodelen? “Het geeft zo’n enorme kick om met 125 km per uur naar beneden te gaan. De eerste paar keer ben je al blij als je heelhuids beneden komt, maar op een gegeven moment ga je door krijgen hoe je het beste kan sturen en controle krijgt over de slee. Het gevolg is dat je de tijden ziet verbeteren en jezelf durft te vergelijken met andere atleten.” Waar ben je het meest trots op? “Ik ben het meest trots op mijn prestaties van twee jaar geleden. Als rodelaar start je niet zomaar helemaal bovenaan, dat is te gevaarlijk. Ik heb bij de junioren twee seizoenen meegedaan en daarna moest ik meteen naar de senioren vanwege mijn leeftijd. Binnen veertien weken moest ik ineens van een lage stand helemaal naar boven. Ik ben trots op het feit dat het mij gelukt is. Normaal krijgen Duitse, Russische of Oostenrijkse kinderen vanaf hun zesde tot hun achttiende jaar de tijd om dit te doen.” Gaat het op dit moment goed met het rodelen? “Ik ben vrij laat begonnen als je het vergelijkt met andere landen, maar ik boek nog ieder jaar progressie. Ik kom steeds dichterbij en dat vind ik heel leuk.”


sport service SPORTSERVICE NEDERLAND

2013-2014

Een editie vol talent! Ireen W端st op naar meer goud Koningsspelen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.