Stadsschouwburg Journaal december 2014 • januari • februari • maart 2015
ssba.nl
Cover en illustraties p. 8, 16, 20 & 24: Jordy van den Nieuwendijk
Stadsschouwburg Journaal # 15, december 2014 - maart 2015
> jordyvandennieuwendijk.nl
Concept en vormgeving: Van Lennep Coverserie: Jordy van den Nieuwendijk Redactie: An Cardoen Aan dit nummer werkten mee: Melle Daamen, Francy Derks, Anita van Dolen, Lonneke Kok, Eric Nederkoorn, RenĂŠ van der Pluijm en Jowi Schmitz Heel veel dank aan: Alle mensen die achter de schermen hard hebben meegewerkt. Uitgave: november 2014, Stadsschouwburg Amsterdam Druk: Dijkman Print Oplage: 18.764 Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van drukkerij Dijkman Print.
2
VOORWOORD
MENEER DE VEURZITTER,
De Stadsschouwburg kent een Raad van Toezicht. Die houdt een oogje in het zeil of het wel goed gaat hier. Het is net een Raad van Commissarissen, maar dan liefdewerk, ze zijn onbezoldigd. Die Raad van Toezicht komt 4 à 5 keer per jaar bij elkaar. Voor mij zijn dat belangrijke vergaderingen, omdat ik er kan toetsen of we op de goede weg zijn. De Toezichthouders zijn solidair en kritisch tegelijk. Ze sparen me niet als zaken niet duidelijk zijn of mijn verslag hen niet overtuigt. Of als het beter kan. Ze geven adviezen en zijn bepalend bij begroting, jaarrekening maar bijvoorbeeld ook bij de benoeming en het ontslag van de directeur/bestuurder. Onze Raad van Toezicht wordt -vrij uitzonderlijk- benoemd door het College van Burgemeester & Wethouders van de Gemeente Amsterdam. Een restant van de tijd dat we nog een Gemeentelijke Dienst waren, en ik dus nog ambtenaar. Vind ik wel chique eigenlijk. Dat het voltallige College van Burgemeester & Wethouders van de Hoofdstad zich op een dinsdagochtend moet buigen over de benoeming van mijn toezichthouders. Ik denk dat zij het een stuk minder chique vinden.
kritische vragen over waarom dingen gaan zoals ze gaan. Hij heeft me geholpen met onderhandelingen. Wist altijd wel een foutje uit de financiële rapportage te halen. Irritant is dat, maar wel goed. Onconventioneel ook, aan procedures heeft hij eigenlijk een broertje dood. Een jongetje dat avontuur zoekt, eerder dan een bestuurder. Daarom koos hij ook voor de Stadsschouwburg in plaats van het Koninklijk Concertgebouworkest. En hij heeft een ijzeren gestel. Wilde vaak ’s avonds laat nog drinken, terwijl ik eigenlijk best wilde gaan slapen, maar ja, voor je baas doe je dat soort dingen. En dan moest hij de volgende ochtend vroeg in Dubai zijn en ik kon uitslapen.
De voorzitter van de Raad van Toezicht is zo ongeveer mijn baas. Hij vervult, namens de Raad van Toezicht, de rol van werkgever. En deze baas, Peter Mensing heet de man, is baas af. Na 8 jaar komt er een einde aan zijn toezichthoudende rol. Langer mag niet, volgens de statuten. Ik heb een nieuwe baas, daarover vast een andere keer.
Hij gaat dus weg als voorzitter, maar heeft aangeboden een Steunfonds voor de Stadsschouwburg te willen vormen, dat geld bij fondsen en particulieren gaat werven. Dat aanbod is goud, want hij kan dat en wij hebben dat nodig. Ik ben blij dat Peter Mensing nog verbonden blijft. Op de achtergrond, onzichtbaar haast, maar o zo belangrijk voor ons.
Peter Mensing is heel goed voor de Stadsschouwburg. Hij heeft mij enorm geholpen met adviezen en contacten. Hij is reteslim, betrokken en heeft een netwerk dat volgens mij groter is dan de omvang van de halve Chinese bevolking. Anders wel IJsland. Het contact met de Rabobank, onze hoofdsponsor, werd bijvoorbeeld via hem gelegd. Mensing is altijd goed in het stellen van
― Melle Daamen baas onder baas
Zijn rol als voorzitter van de Stadsschouwburg is natuurlijk een (onbetaald) bijbaantje. Hij werkt als senior vicepresident bij Booz & Co, een toonaangevend consultancybureau. Adviseerde de Minister van Financiën ten tijde van de bankencrisis. Stoer vond ik dat. En Philips. En nog heel veel andere bedrijven. En mij, zei de mug.
PS. Laat ik dan toch in ieder geval de naam van de nieuwe voorzitter onthullen: Joost Kuiper. Ben ik heel blij mee.
3
INHOUD De illustraties in dit Journaal zijn van Jordy van den Nieuwendijk. Zijn werk is als jazz: een onstuimige mix van beweging en vrijheid, uitgevoerd met intelligentie en humor. Direct herkenbaar door de primaire kleuren en door de vormen, die we associëren met vrolijke dingen: krullen, lussen, kronkels, de zon. Van den Nieuwendijks werk staat in publicaties over de hele wereld. Hij heeft ook een groot aantal tentoonstellingen op zijn naam, waarvan de meest recente zijn solo-expositie WET! in de Moiety Gallery in New York. U vindt hem op p. 8, 16, 20 & 24. 3 VOORWOORD 6 UITGELICHT 7 GEEF EEN VRIENDSCHAP KADO! 11 MAAK KENNIS MET ONZE INLEIDERS 19 HET WETEN WAARD 23 IN BEELD 30 FOTOREPORTAGE
TOROBAKA! Akram Khan en Israel Galván: clash van wereldsterren
BRANDSTICHTER 2015 Katie Mitchell: stof tot napraten
CONTROVERSE EN KLASSIEKERS De grote verhalen van Simon Stone
4
IN GRONINGEN IS ALLES MOGELIJK Ola Mafaalani en Guy Weizman over wonen en werken in Groningen
IT MAKES ME FEEL SEXY
Ohad Naharin en Batsheva Dance Company: 50 jaar passie en bezieling
& HET PROGRAMMA
In dit Journaal vindt u ook een bewaar足boekje met alle voorstellingen van december t/m maart, een jaaroverzicht en zaalplattegronden.
5
UITGELICHT
foto: Barbara Braun
foto: Julian Röder
TONEEL
DANS
100% AMSTERDAM (NL PREMIÈRE) RIMINI PROTOKOLL (DUITSLAND)
De gezichten achter de statistieken: 100 Amsterdammers over hun stad “Leugens, verdomde leugens en statistieken”, zo rangschikte een Brits staatsman de gradaties van onwaarachtigheid. Het Berlijnse gezelschap Rimini Protokoll - befaamd om zijn spitsvondige documentaire theater - dook in de officiële cijfers van de stad Amsterdam. Daarop selecteerden ze 100 Amsterdammers, die elk 1% van de bevolking representeren. De directeur en de werkloze, de student en de hangjongere, de alleenstaande moeder en de carrièrevrouw, uit alle wijken: op het toneel vertellen zij de ware verhalen achter de statistieken. Na 100%-voorstellingen over de hele wereld, van Berlijn tot Tokyo, wordt 100% Amsterdam speciaal voor de schouwburg gemaakt en is alleen hier te zien. I.s.m. Stadsschouwburg Amsterdam, The European Cultural Foundation en Stichting Publieke Werken.
BUILT TO LAST
MÜNCHNER KAMMERSPIELE & DAMAGED GOODS / MEG STUART (DUITSLAND/BE) “Een schitterend falen” van dansers en acteur Built to Last vertrekt vanuit een aantal muziekklassiekers van Rachmaninov, Beethoven, Xenakis en Schönberg. Elk muziekstuk is een indrukwekkende, nieuwe wereld waarin de performers (vier dansers en een acteur) zich staande proberen te houden. Built to Last gaat over het menselijke streven, en het onvermijdelijke falen dat daarmee samenhangt. “De wrijving tussen de sérieux van wat we horen en de lichtvoetigheid van wat we zien is ontwapenend. Zelden iemand zo schitterend en onderhoudend zien slagen in het falen als Meg Stuart in Built to Last.”, schreef De Standaard. di 20 jan, 20.00 uur
wo 10 t/m za 13 dec, 20.30 uur
foto: Miklos Szabos
foto: Jan Versweyveld
MUZIEKTHEATER
TONEEL
HAMLET (NL PREMIÈRE) THEATRE REPUBLIQUE & THE TIGER LILLIES (DENEMARKEN / UK)
TONEELGROEP AMSTERDAM / ERIC DE VROEDT
Cabaretesk muziektheater vol liefde, waanzin en zwarte humor Cultband The Tiger Lillies staat bekend om zijn vaudeville-achtige rockshows. Voor de Hamlet van het de Deense gezelschap Theatre Republique schreef de band dertien nieuwe songs, die ze live spelen op het podium.
King Lear anno nu: de hel breekt los in een multinational Shakespeares koningsdrama King Lear - geen ander stuk in de wereldliteratuur toont op zo’n pijnlijke manier de kleinheid en de machteloosheid van een machthebber ten aanzien van de onbestuurbare krachten die het menselijk lot bepalen.
William Shakespeare schreef Hamlet in 1605 en het stuk is sindsdien een klassieker met eeuwigheidswaarde. De jonge Deense prins Hamlet wil zijn vermoorde vader wreken, maar wordt verlamd door twijfel. Hij moet handelen als een man, maar is nog een jongen. Hij moet het politieke spel aan het hof leren spelen, waar de moordenaar van zijn vader hertrouwd is met zijn moeder. En hij worstelt met zijn liefde voor Ophelia.
Koningin Lear werd speciaal geschreven voor actrice Frieda Pittoors, door Tom Lanoye, van Hamlet vs Hamlet-faam. In deze bewerking zwaait een vrouw de scepter over een tot multinational uitgegroeid familiebedrijf. Als ze het bedrijf onder haar zoons wil verdelen, barst de hel los.
In de handen van Republique en The Tiger Lillies wordt Hamlet een cabaretesk staaltje muziektheater vol liefde, wraak, waanzin, moord en zwarte humor. vr 16 & za 17 jan, 20.00 uur 6
KONINGIN LEAR (PREMIÈRE)
do 5 t/m za 7 (try-outs) & wo 11 t/m za 14 mrt, 20.00 uur / zo 8 (première) & zo 15 mrt, 16.00 uur ook in april
illustratie: Melle Daamen
Sinterklaas komt eraan. En dan galopperen de rendieren van de Kerstman er gezwind achteraan. Feest, gezelligheid en veel kado’s, dat betekent de decembermaand voor de meesten. Of heeft u last van kadostress? Mogen wij u het perfecte kado aan de hand doen?
GEEF EEN VRIENDSCHAP KADO! Het helpt als de potentiële nieuwe vriend een theaterliefhebber is, maar hoe u het ook bekijkt: het is een góed kado. U hoeft niet langer te zoeken. Het past in ieder interieur en garderobe. Uzelf en de ontvanger steunen de Stadsschouwburg, een goed doel. De nieuwe Vriend mag profiteren van de Vriendenvoordelen. En laten we wel wezen: wat is nu leuker en waardevoller dan een Vriendschap. U wordt al Vriend vanaf €75 per jaar! Als u onderstaande gegevens invult en het cadeautje naar ons toestuurt maken wij de Vriendschap, voor uzelf of voor een ander, in orde: Stadsschouwburg Amsterdam, t.a.v. Nynke de Haan, antwoordnummer 11340, 1000 PJ, Amsterdam Een postzegel is niet nodig.
✂ Naam Vriend:
IBAN:
Adres:
Naam rekeninghouder:
Postcode: Woonplaats:
Bedrag:
Land:
Plaats en datum:
Telefoon:
Handtekening:
Per: O maand
O kwartaal
O halfjaar
O jaar
Geboortedatum:
Door ondertekening van dit formulier geeft u toestemming aan Stadsschouwburg Amsterdam om doorlopende incasso-opdrachten te sturen naar uw bank om een bedrag van uw IBAN af te schrijven en aan uw bank om doorlopend een bedrag van uw IBAN af te schrijven overeenkomstig de opdracht van Stadsschouwburg Amsterdam.
7
8
INTERVIEW
Torobaka is een hedendaagse dialoog tussen klassieke Indiase kathak en flamenco. Een clash van twee werelden en twee wereldsterren van de dans: Akram Khan en Israel Galván. Deze voorstelling in de Stadsschouwburg vormt de afsluiting van de 5e Flamenco Biënnale.
TOROBAKA! DOOR FRANCY DERKS
Akram Khan en Israel Galván: dat een samenwerking tussen deze dansers/choreografen iets bijzonders zou opleveren kon bijna niet anders. Israel Galván is een van de meest eigenzinnige flamencovernieuwers en won nagenoeg alle belangrijke prijzen die er in het genre bestaan. Tijdens de vorige Flamenco Biënnale in 2013 werd zijn solo Lo real in een afgeladen Stadsschouwburg ontvangen met een minutenlange staande ovatie. Samenwerken met een andere danser is nieuw voor hem.
De eerste keer dat Galván en Khan elkaar ontmoetten kan Khan zich nog goed herinneren. Het bracht hem in verwarring. “Die man is een beest op het podium, maar toen ik hem na zijn optreden sprak was hij heel verlegen. Israel is een man van extremen. Ik was door hem geïntimideerd. Hij is zo goed. Ik ben zelden zo geïnspireerd door een andere danser.” Na wat aftasten besluiten ze samen een voorstelling te maken. Maar hoe doe je dat met twee zulke
Voor Akram Khan, opgeleid in traditionele Indiase kathak en hedendaagse dans, is samenwerking een tweede natuur. Vanuit zijn thuisbasis Londen maakt hij voorstellingen waarin hij verschillende disciplines en dansstijlen moeiteloos combineert. Dat maakt hem tot een van de meest invloedrijke dansmakers van dit moment. Niet voor niets mocht hij de choreografie maken voor de openingsceremonie van de Olympische Spelen in 2012 in Londen. Hij stond al vaak in de Stadsschouwburg, onder andere met het bejubelde Desh en iTMOi en is hij een van publiekslievelingen van het festival Julidans.
“Die man is een beest op het podium. Israel is een man van extremen.”
Akram Khan: “Toen ik Israel zag dansen wist ik meteen: met hem wil ik samenwerken. Hij bevindt zich net als ik in een niemandsland tussen klassiek en hedendaags. Ik neem mijn kathakachtergrond mee in hedendaagse dans. Israel vertrekt vanuit flamenco en deconstrueert die van binnenuit.”
sterke persoonlijkheden? Khan, lachend: “Ja, dat was ingewikkeld. We hebben veel gepraat, onderhandeld zelfs, het leek hier soms wel de VN. We wilden allebei onze traditie terug zien in de choreografie, maar het moest meer zijn dan allebei solo’s dansen. Tegelijkertijd wilden we er ook geen versmelting van maken.” Uiteindelijk besloten ze uit te gaan van hun eigen traditie in het vertrouwen dat er op die manier een nieuwe wereld zou ontstaan. Daarna ging het snel. Tot Galváns verbazing sneller dan als hij alleen werkt. De manier waarop ze elkaar aanvoelden heeft hem verrast en geraakt. “We besloten te zoeken naar die plek buiten de traditie, hedendaagse
9
“Toen ik Israel zag dansen wist ik meteen: met hem wil ik samenwerken. Hij bevindt zich net als ik in een niemandsland tussen klassiek en hedendaags.” dans en fusion. We wisten nog niet hoe die plek eruit zag, maar we voelden wanneer we die wereld binnengingen.” Hij moest wel wat schroom overwinnen omdat hij niet gewend is samen te dansen. “In het begin durfde ik Akram niet eens aan te raken.” Daarnaast raakte er aanvankelijk nogal wat lost in translation, omdat Galván geen Engels spreekt en Khan geen Spaans. Met repetitor Jose Agudo, die ook fungeerde als tolk, begon tenslotte hun zoektocht. Vanuit hun oeroude danstradities gingen ze in de studio terug naar de basis van beweging en geluid, nog voor ze werden gezien als kunst. Twee grootmeesters aan het werk. Galván leerde Khan een choreografie van zijn oude flamencomeester. “Akram danst dat op zijn unieke manier, het is geen flamenco, maar wel dans.” Khan: “Ik probeer geen flamenco te dansen, want dat kan ik niet. Het ontbreken van die kennis, die naïviteit maakte vrij en gaf me de mogelijkheid er iets mee te doen, to fuck up flamenco, want dat is wat ik in feite doe.” Andersom waagt Galván zich aan ritmisch gebruik van zijn stem: “In flamenco wordt de stem alleen gebruikt om te zingen en niet als percussie-instrument zoals bij kathak. Daar wilde ik iets mee doen. Ik heb daarvoor het gedicht Toto-vaca gebruikt.” Het dadaïstische gedicht van Tristan Tzara vormt de inspiratie voor de titel van de voorstelling, die verwijst naar de heilige dieren uit de culturen van de dansers: de stier (toro), en de koe (vaca).
Khan: “Israel creëert chaos en ik probeer chaos te bedwingen.” Beide dansers gaan in de voorstelling in solo’s de dialoog aan met de muzikanten van de andere traditie. Galván met de Indiase tablaspeler en Khan met de Spaanse flamencomuzikant. De livemuziek is voor beide tradities essentieel. De twee percussionisten en twee zangers hebben dan ook een prominente rol in de voorstelling. Hierin lijken de tradities erg op elkaar. Het zijn solodansen waarbij de danser met zijn lichaam een gesprek aangaat met de muzikanten. Met de voeten worden ingewikkelde ritmes gestampt. In kathak met bellen om de enkels, in flamenco met nagels onder de hakken. Ook de manier waarop het lichaam om zijn as draait en de expressieve handgebaren vertonen gelijkenis. De tradities zijn dan ook zeer waarschijnlijk historisch verwant. De Indiase invloeden zouden in de 11e eeuw door zigeuners via het toenmalige Perzië naar Spanje zijn verspreid. Daaruit zou de flamenco zijn ontstaan. Galván: ‘Het was alsof ik met een tijdmachine reisde. Alsof Akram een heel oude flamencodanser was. Ik herkende in hem de voorvaderen van de flamenco. Ik leerde van hem nieuwe bewegingen. Als ik die meeneem in mijn dans denk ik dat een flamencocriticus niet zou zien dat het kathakbewegingen zijn.’
10
In de samenwerking werden ook de verschillen heel duidelijk. Khan: ‘We hebben een heel andere relatie met de muziek. In kathak heeft de muziek een spiritueel doel, het reikt naar god. In flamenco wordt muziek gebruikt om emoties uit te drukken. Flamenco is veel gepassioneerder, de manier van improviseren lijkt meer op jazz.” Ook
Galván: “Als Akram danst is het of hij een cadeau geeft aan het publiek.” de relatie die de dansers hebben met het publiek is op z’n zachts gezegd anders. Galván: “Akram vertelde dat als hij danst het is of hij een cadeau geeft aan het publiek. Het is sereen, niet bedreigend. Ik erfde als danser het idee dat je het publiek moet doden, voordat het jou dood. Ik ben altijd klaar voor de strijd.” De uitwisseling heeft op beide dansers een blijvende indruk gemaakt. Khan: ‘De bewegingen die ik van Israel heb geleerd laten een afdruk achter in mijn lichaam. Dat neem ik de rest van mijn leven mee. Daarnaast is er een dierbare vriendschap ontstaan.’ Galván: ‘Ik heb een broer gevonden. Mijn enige echte, unieke broer. Misschien dat onze passen de mensen niet bevallen, maar ik heb zoveel geleerd. Het belangrijkste is het proces. Ik hoop dat elk van onze duizenden uren repetitie, net als het respect voor elkaar, zichtbaar worden.’
Torobaka (NL première) ma 2 & di 3 feb, 20.30 uur
VOORBESCHOUWINGEN Sinds september hebben wij een vernieuwde ploeg inleiders, een enthousiast team theaterliefhebbers dat staat te popelen om zijn enthousiasme vrij over u uit te strooien. Ze zullen u voorzien van alle informatie en wetenswaardigheden die nodig zijn om goed beslagen ter ijs de zaal te betreden (en vooral: nog meer van de voorstelling te genieten). En ze doen dat in vijftien minuten. De Stadsschouwburg biedt voorbeschouwingen aan bij (bijna) alle voorstellingen, een half uur voor aanvang. De inleidingen van Toneelgroep Amsterdam beginnen drie kwartier voor aanvang. De voorbeschouwingen zijn gratis voor bezoekers van de voorstelling.
CĂŠline Buren
Constant Meijers
Mark Fischer
Karlijn Mofers
dramaturg
Junior assistent Programmering Stadsschouwburg Amsterdam
Ilon Lodewijks
theatermaker/docent
Danielle Ludwig
dramaturg
Marc Maris
dramaturg
Mirjam Midderham
dramaturg/actrice
Hoofdredacteur TheaterMaker en Theaterkrant.nl
dramaturg
Jonathan Offereins gespreksliefhebber
Syarda Steers actrice
Susanne Visser dramaturg
Mirjam Zeilmaker
docent Cultuur Educatie en docent geschiedenis (i.o.)
11
BRANDSTICHTER 2015
De Britse Katie Mitchell maakt voorstellingen over thema’s waar ze van wakker ligt. Zoals uitsluiting of misbruik van vrouwen. Haar regies nopen tot lang napraten. Mitchell is de Brandstichter 2015 van de Stadsschouwburg. De Brandstichter is die theatermaker uit het buitenland waar niemand nog omheen kan en wiens werk iedereen (absoluut en per se, vinden wij) zou moeten zien.
WAAR KATIE MITCHELL IS, IS VUUR
Het evenement Brandhaarden (rondom een baanbrekend internationaal gezelschap) wordt in de Stadsschouwburg ieder jaar afgewisseld met het evenement Brandstichter (rondom een internationaal gevierd theatermaker). In 2015 is dat Katie Mitchell. De Brandstichter komt naar Amsterdam in januari, februari, maart en april 2015 met vijf voorstellingen en een video-installatie.
12
foto: Stephen Cummiskey
DOOR LONNEKE KOK
Met haar eerste voorstellingen na haar opleiding Engelse literatuur in Oxford verscheurde Katie Mitchell (1964) publiek en pers in eigen land. The Guardian noemde haar werk “baanbrekend en briljant”, een minder verheugde criticus stuurde haar na een voorstelling het programma toe waarop hij het woord “rubbish” had gekliederd. Het voorkwam niet dat ze in rap tempo het vasteland van Europa begon te veroveren. Als eerste Britse regisseur werd ze uitgenodigd voor het prestigieuze Duitse festival Theatertreffen, waar een recensent opmerkte: “In Duitsland zijn we niet van ons stuk gebracht door regisseurs die oneerbiedig zijn naar het originele materiaal.” Integendeel: toeschouwers en recensenten toonden er grote waardering voor de manier waarop ze in haar werk controversiële thema’s opwerpt. De voorstellingen en video-installatie die ze als Brandstichter in Amsterdam zal tonen maakte ze in Londen, Hamburg, Berlijn, Salzburg en het Franse Aix-en-Provence, want vandaag de dag wordt Mitchell op steeds meer plekken in Europa uitgenodigd om regies te komen maken.
The Guardian noemde haar werk “baanbrekend en briljant”, een minder verheugde criticus “rubbish”. In haar voorstellingen neemt Mitchell geen blad voor de mond. Vanwege hun heftige karakter werd ze al de “de meest onbevreesde theatermaakster die er op dit moment rondloopt” genoemd. In haar werk legt ze, weliswaar met de nodige humor, de vinger op de plekken waar het wringt en schuurt in onze maatschappij, van oorlog en misbruik tot de actuele milieuproblematiek. Dikwijls bekijkt ze die thema’s vanuit het perspectief van de onderdrukte, ondergeschikte of lijdende vrouw; niet alleen in de video-installatie Five Truths, maar ook in bijvoorbeeld Alles Weitere kennen Sie aus dem Kino, over jonge vrouwen in oorlogstijd, in Becketts Glückliche Tage (Happy Days), waarin de hoofdpersoon Winnie al haar bewegingsvrijheid kwijt is omdat ze tot in haar nek zit ingegraven, en in The Forbidden Zone, over een wetenschapster die gefrustreerd wordt in haar poging een tegengif te ontwikkelen voor chemische wapens. Met deze thematiek schaart Mitchell zich in een langere traditie van Britse kunstenaressen die het opnemen voor hun seksegenoten en hun complexe levens in het daglicht zetten, met als grootste voorbeeld natuurlijk Virginia Woolf. Kenners schiet waarschijnlijk ook de naam van Sarah Kane te binnen.
Je ziet hoe een actrice heel geloofwaardig zelfmoord pleegt. Maar ook de theatrale vorm die Katie Mitchell kiest voor haar voorstellingen onderscheidt haar van andere theatermakers. Haar stukken krijgen vaak nog een extra intensiteit doordat ze het karkas van theater erin blootlegt, zoals door live on stage films op te nemen en het filmische resultaat tegelijkertijd op groot scherm te laten zien.
Of door, zoals in de installatie Five Truths, vijf indringende films tegelijkertijd af te spelen op tien grote schermen. “In The Forbidden Zone kijk je twee uur lang naar het opnemen van een film, live op de set,” zegt René van der Pluijm, hoofd programmering van de Stadsschouwburg Amsterdam. “Het kunstmatige van het theater wordt voor je ogen uitgespeeld, met cameramensen, acteurs, opnameassistenten. Een treinwagon uit de jaren veertig die statisch op het podium staat zie je op het scherm erboven door een landschap rijden. Je ziet hoe een actrice wordt uitgerust met een bloedzakje voordat ze in de film heel geloofwaardig zelfmoord pleegt.” In ander werk laat Mitchell juist vooral de muziek spreken, zoals in Trauernacht, gebaseerd op cantates van Bach. Over de diversiteit van haar werk zei ze deze zomer zelf in een interview: “Ik denk nooit: Nu klopt het. Ik denk nooit: Dit is mijn stijl. Ik denk alleen, elke tien seconden: Is dat goed genoeg of niet?” Zo legt ze de lat hoog om elke keer opnieuw het best mogelijke verhaal in de best mogelijke vorm te dwingen. Van der Pluijm weet wel op wie hij zijn zinnen heeft gezet. Mitchell behoort tot de weinige Europese regisseurs anno 2014-2015 die nog echt een eigen smoel tonen en het is bijna onvoorstelbaar dat het Nederlandse publiek nog maar zo sporadisch met haar werk heeft kunnen kennismaken – alleen in 2012 regisseerde ze bij De Nederlandse Opera Written on Skin en de Koninklijke Schouwburg haalde in 2008 haar voorstelling Waves naar Den Haag. Van der Pluijm: “Tijdens Brandstichter bieden we een staalkaart van al haar verschillende signaturen: haar gebruik van live film, haar liefde voor muziek, haar betrokkenheid bij de getroebleerde vrouw. Maar ook haar bezorgdheid over de toekomst van de wereld, die je dan weer goed ziet in Atmen. Daarin heeft ze het over de milieuproblematiek en koppelt
Bij weinig voorstellingen wordt zo lang nagepraat in de foyer als bij die van Mitchell. daaraan de vraag of het in deze tijd nog wel verantwoord is om een kind op de wereld te zetten. Alle energie voor die voorstelling wordt opgewekt door de acteurs non-stop zelf te laten fietsen. Dat zet je aan het denken.” Een van de aantrekkelijkste elementen aan het werk van Mitchell, net als aan de Brandstichters en Brandhaarden die haar voorgingen, is misschien wel dat het geen hapklaar theater is. Als publiek word je uitgenodigd je tanden erin te zetten, verder te denken waar de voorstelling ophoudt. Bij weinig voorstellingen wordt zo lang nagepraat in de foyer als bij die van Mitchell. Dat is aan het Nederlandse publiek wel besteed. “Wie nog zegt dat het Nederlandse publiek lui of ongeïnteresseerd is in artistiek theater, die heeft het mis,” zei Stadsschouwburgdirecteur Melle Daamen na afloop van Brandhaarden 2014, met voorstellingen van de Berlijnse Volksbühne am RosaLuxemburg-Platz. “Voor de derde keer bewijzen we het tegendeel. Het gaat ergens over en het vakmanschap spat ervan af. En daar is publiek voor.”
13
BRANDSTICHTER 2015
BRANDSTICHTER 2015: HET PROGRAMMA MEER WETEN EN OVERAL BIJ ZIJN? SCHRIJF U IN VOOR DE BRANDKRANT VIA WWW.SSBA.NL/BRANDSTICHTER.
De Britse regisseur Katie Mitchell laat ons de wereld bekijken door de ogen van de vrouw. Mitchells thema’s zijn donker en heftig, haar voorstellingen sprankelend en inventief. “Haar werk is baanbrekend en briljant.”, schreef The Guardian. In 2015 is Katie Mitchell onze Brandstichter, een spraakmakend theatermaker die we in al zijn of haar veelzijdigheid voorstellen.
video-installatie
toneel
muziektheater
Five Truths (NL première)
The Forbidden Zone (NL première)
Trauernacht (NL première) Festival d’Aix-en-Provence & Académie européenne de musique & De Nationale Opera / Katie Mitchell
foto: Gareth Fry
foto: Stephen Cummiskey
Salzburger Festspiele & Schaubühne am Lehniner Platz / Katie Mitchell
foto: Patrick Berger / ArtcomArt
National Theatre / Victoria & Albert Museum / Katie Mitchell
Ophelia door de ogen van vijf theatergrootmeesters
Een jonge vrouw op verboden terrein
Cantates van Bach als “schitterende meditatie over de dood”
Five Truths is een video-installatie met vijf gefilmde scènes van Ophelia’s zelfmoord uit Hamlet, bekeken door de ogen van de vijf groten van het theater: Stanislavski, Brecht, Peter Brook, Antonin Artaud and Jerzy Grotowski. Ophelia wordt in elke film gespeeld door dezelfde actrice: Michelle Terry, winnares van een Olivier Award, de Britse Oscar van het theater.
The Forbidden Zone gaat over een jonge wetenschapster, Claire Haber, die zich vlak na WO II waagt op voor vrouwen verboden terrein: oorlog en wetenschap. Ze raakt op het spoor van haar beroemde grootouders, Nobelprijswinnaar Fritz Haber en zijn vrouw Clara Immerwahr. Fritz ontwikkelde voor het Duitse leger chemische wapens (o.a. chloorgas), Clara trok daar publiekelijk tegen ten strijde en pleegde in 1915 zelfmoord.
Bach componeerde meer dan 200 cantates op religieuze teksten over het lijden van de mens. Op uitnodiging van het prestigieuze Festival d’Aix-enProvence selecteerde dirigent Raphaël Pichon veertien cantates. Samen vertellen ze het verhaal van een familie in rouw. Katie Mitchell werd gevraagd als regisseur. Trauernacht is een ode aan de levendige energie van Bachs muziek. “Ingehouden maar groots. Een schitterende meditatie over de dood.” (Le Temps)
wo 11 t/m vr 13 feb, 20.00 uur
za 14 feb, 20.30 uur / zo 15 feb, 15.00 + 20.30 uur
ma 5 jan t/m za 4 apr
14
toneel
toneel
Atmen (NL première)
Alles Weitere kennen Sie aus dem Kino (NL première)
Schaubühne am Lehniner Platz / Katie Mitchell
foto: Stephen Cummiskey
foto: Stephen Cummiskey
DeutschesSchauSpielHausHamburg / Katie Mitchell
Twee geliefden als eenzame strijders in ‘eko-medie’
“Innovatief, verslavend theater.”
Atmen gaat over een hip, geëngageerd echtpaar dat zo druk is met het oplossen van de wereldproblemen - overbevolking en milieuvervuiling - dat ze de problemen in hun eigen leven uit het oog verliezen en hun relatie op de klippen dreigt te lopen. Een ‘eko-medie’ waarin de elektriciteit door de acteurs zelf, al fietsend op het toneel, wordt opgewekt. “Scherp schrijnend en verfijnd ironisch.” (Die Welt). “Briljant.” (Morgenpost).
Alles Weitere kennen Sie aus dem Kino is een radicale bewerking van Euripides’ klassieke tragedie Fenicische vrouwen uit ca. 410 v. Chr. Als de twee zonen van koning Oidipous vechten om de troon van Thebe, leidt dat tot een lange oorlog. Een koor van Thebaanse meisjes volgt en becommentarieert het onheil. Mitchell legt de focus op de oorlog en het geweld, waarin de jonge vrouwen terecht komen. “Van een onrustwekkende schoonheid, vol raadselen, duister. Innovatief, verslavend theater.” (Hamburger Abendblatt).
ma 9 & di 10 mrt, 20.30 uur
vr 20 & za 21 mrt, 20.00 uur / zo 22 mrt, 15.00 uur
toneel
An Evening With... Katie Mitchell
Glückliche Tage (NL première)
Stadsschouwburg Amsterdam & Katie Mitchell
DeutschesSchauSpielHausHamburg / Katie Mitchell
foto: Arnoldius
foto: Stephen Cummiskey
Ontmoet de regisseur
De verhalen en de inspiraties van de Brandstichter
Gewapend met tandenborstel, revolver en een stroom van woorden
Midden in ons festival Brandstichter organiseren we, geïnspireerd door VPRO’s Zomergasten, een avond met Katie Mitchell. De Britse regisseur staat centraal tijdens Brandstichter, dus we laten u graag nader kennismaken.
Glückliche Tage (Happy Days) is één van de meest gespeelde stukken van de Ierse Nobelprijswinnaar Samuel Beckett. Hoofdpersoon Winnie zit muurvast, maar blijft hardnekkig geloven in gelukkiger dagen. Heeft Winnie in het eerste deel nog de armen vrij om bij haar bezittingen te komen - tandenborstel, bril en revolver, in de tweede deel zit tot aan de nek vast. Ze kan alleen nog haar ogen bewegen, maar de woorden blijven komen.
De regisseur, die vaak video inzet in haar voorstellingen, krijgt de ruimte om haar publiek, aan de hand van zelfgekozen videofragmenten te vertellen over haar fascinaties en thema’s. Een interviewer van statuur stelt vragen en er is ruimte voor uw vragen uit het publiek.
do 2 & vr 3 apr, 20.00 uur / za 4 apr, 16.00 uur
zo 15 mrt, 20.30 uur
15
16
PORTRET
De Australiër Simon Stone regisseert bij Toneelgroep Amsterdam een radicale bewerking van de klassieke tragedie Medea. Een Medea in de huidige samenleving: Marieke Heebink speelt een succesvolle arts die op het punt staat alles te verliezen: haar echtgenoot, haar kinderen en haar leven. Stone zet graag de klassiekers op zijn kop. “Realistisch en messy”: een kennismaking.
CONTROVERSE EN KLASSIEKERS DE GROTE VERHALEN VAN SIMON STONE DOOR JOWI SCHMITZ
Afgelopen zomer presenteerde Stone tijdens het Holland Festival een herbewerking van Thyestes, de tragedie van Seneca. In een interview met journalist Robbert van Heuven zei hij destijds over Toneelgroep Amsterdam: ‘Toneelgroep Amsterdam is een mooie groep en haar werk heeft een sterke relatie met wat ik maak. Realistisch en messy, met een moderne esthetiek die ruimte biedt aan het spel van de acteurs.’
‘Hij trekt graag het tapijt onder je vandaan.’ Als je mensen met vuur vergelijkt, is Simon Stone (1984) een steekvlam. Een man die aansteekt en opstookt, die ideeën over klassieke stukken en de wereld in het algemeen op zijn kop zet. De Australische regisseur heeft bovendien haast. Met zijn dertig jaar werkt hij met een gretigheid alsof de tijd hem op de hielen zit. Naar eigen zeggen komt dat door het plotseling overlijden van zijn vader toen hij twaalf was. Tijd is zo weg. Die moet je gebruiken om grote verhalen te vertellen. Daarom kiest hij consequent voor het (her) vertellen van verhalen die hun waarde door de eeuwen heen bewezen hebben: Ibsen, Shakespeare, Tsjechov, ... Soms heeft hij wel drie premières in luttele maanden. Tussen die producties door maakt hij films. Eerst korte, onlangs zijn eerste ‘full feature’ film. Veelgehoorde opmerkingen over Stone: ‘Hij doet altijd iets verrassends met een stuk dat je denkt dat je kent.’ En ook: ‘Hij trekt graag het tapijt onder je vandaan.’
17
Stone doet geen pogingen de boodschappen van 2000 jaar geleden te ontcijferen, hij herschrijft naar onze tijd. Vaak schrapt hij de complete originele tekst en behoudt alleen de plotstructuur van het stuk. Zijn personages wonen in onze wereld, praten over zaken die de toeschouwer zal herkennen. Dit keer bijt hij zich met Toneelgroep Amsterdam vast in Euripides’ Medea. Het verhaal van de Korinthische prinses die alles voor haar geliefde Griek Jason opgeeft. Ze helpt haar lief met het stelen van het Gulden Vlies, ze doodt haar eigen broer en uiteindelijk wordt ze door diezelfde Jason gedumpt. Te oud. Niet meer interessant. Het thema dat Stone aanspreekt is de onvruchtbaar geworden vrouw die eenzaam achterblijft en gruwelijk wraak neemt. ‘In Medea ontneemt een vrouw haar kinderen het leven. Wat drijft iemand tot zo’n daad? Misschien het besef dat zij vroeger, als geliefde, alles voor de man betekende en nu wordt weggezet, wordt ingeruild voor een jongere vrouw, een meisje nog. Medea was ooit Jasons muze, de vrouw die hem leidde, betoverde. De heks. Nu ze ouder is en niet langer vruchtbaar, laat hij haar achter. Zij vormt geen deel meer van zijn verdere plannen en ambities. Hij sluit haar buiten en ontneemt haar zo de zin van haar leven. Zij trekt een grens.’
Zijn personages wonen in onze wereld, praten over zaken die de toeschouwer zal herkennen.
17
“ Als je mensen met vuur vergelijkt, is Simon Stone een steekvlam.” JOWI SCHMITZ
Stone werd geboren in Basel en spreekt nog steeds vloeiend Duits. Maar zijn ouders kwamen uit Australië en op zijn dertiende verhuisde het gezin Stone terug naar hun thuisland. Die Europese invloed is altijd voelbaar gebleven. Voor de Australiërs doet zijn theater Europees aan, voor de Europeanen is het precies andersom. Stone besloot al vroeg dat hij acteur wilde worden, las de volledige werken van Shakespeare op chronologische volgorde, had op zijn vijftiende een agent en speelde vervolgens in verschillende films. Stone studeerde aan de Victorian College of the Arts aan de Universiteit van Melbourne. In 2007 richtte hij het onafhankelijke theatergezelschap The Hayloft Project op. Met dit gezelschap maakte hij onder meer Voorjaarsontwaken van Wedekind, Tsjechovs Platonov en The Only Child, een nieuwe versie van Ibsens Kleine Eyolf. Hoewel hij nog even bleef acteren werden zijn regiekwaliteiten al snel opgemerkt. Stone was gefrustreerd door het Australische theater dat in zijn ogen slaperig was en dito bezoekers trok. Daar wilde hij iets aan doen. Er bestond wel edgy alternatief theater– maar daar zat niemand in de zaal. Stone zocht naar een manier om de kloof tussen het commerciële en het alternatieve theater te dichten. Met beroemde verhalen, met een eigen visie en met succes.
Stone zou meer respect moeten opbrengen, vonden ze. In 2010 begon het prijzen te regenen. Stone won drie Green Room Awards voor zijn bewerking van Theyestes, een jaar later werd hij huisregisseur bij het beroemde Belvoir Theater in Sydney en won met dat gezelschap de Helpmann Award voor Beste Toneelstuk, Best Director en Best Mainstage Productie. Sindsdien blijft zijn ster rijzen en stromen de uitnodigingen binnen. Vanaf 2015 wordt Stone vaste huisregisseur bij Schauspiel Basel, waar hij al voorstellingen maakte.
18
Groot talent heeft het misschien ook nodig dat er enige controverse rond zijn doen en laten is. Er waren critici in Australië die mopperden over Stones vrije interpretatie van de eerbiedwaardige oude theaterschrijvers. Stone zou meer respect moeten opbrengen, vonden ze. Daarnaast schopte hij met zijn radicale bewerkingen soms tegen de schenen van de beschermers van het theatrale erfgoed. Eind 2012 mocht hij Dood van een Handelsreiziger van Arthur Miller pas op het laatste moment ten tonele brengen, wegens een conflict met de erven Miller. Ook de uitvoering van zijn versie van The Piladelphia Story van Philip Barry werd op het laatste moment door diens vrouw gedwarsboomd. Stone vangt de klappen op en werkt vrolijk verder. Als vervanging van The Philadelphia Story koos hij voor The Government Inspector van Nikolai Gogol. Het leverde hem laaiend enthousiaste recensies op. Want dat is wat Stone kan: hij pakt iets op, blaast er overheen, en het vlamt.
Medea
wo 10 - vr 12 (try-outs), za 13 (première), di 16 & wo 17 dec, 20.00 uur wo 21 - za 24 & wo 28 - za 31 jan, 20.00 uur zo 25 jan, 16.00 uur di 3 - za 7 feb, 20.00 uur di 24 - za 28 mrt, 20.00 uur
HET WETEN WAARD NIEUWS Poëzie aan tafel
De bijen van de schouwburg
Poëzie aan tafel is een nieuw initiatief van Stanislavski, het restaurant van de Stadsschouwburg. Op iedere tafel staat een menu waaruit u een gedicht kunt kiezen, dat door een acteur aan uw tafel wordt voorgedragen. De gedichten kosten 1 euro per stuk.
Wist u dat, hoog op het dak van de Stadsschouwburg, enkele tienduizenden werkneemster noest aan het werk zijn? Het zijn onze bijen - vijf kasten met al gauw 20.000 bijen per kast. Sinds enkele jaren doet de Stadsschouwburg aan ‘urban beekeeping’, het houden van bijen in de stad. Het is niet alleen een rage, het is ook broodnodig voor de overleving van de bedreigde bij, die een cruciale rol speelt in het milieu. En dat is niet overdreven: als de bij uitsterft, dreigen massale wereldvoedseltekorten, zo waarschuwde de VN. Wij zijn dus blij met onze bijen en we zijn in goed gezelschap: ook het Koningspaar heeft een eigen bijenvolk.
We hebben net de eerste editie achter de rug. Het thema was de Eerste Wereldoorlog, dat aansloot op de voorstelling FRONT die op dat moment in de Grote Zaal speelde. De gedichten waren van de ‘War Poets’, een generatie jonge dichters die zelf aan het front meevochten. Deze Poëzie aan tafel was een bijzondere en indringende ervaring, en krijgt zeker een vervolg.
POËZIE AAN TAFEL
WAR POEMS
Poëzie aan tafel is een nieuw initiatief van Stanislavski, het restaurant van de Stadsschouwburg. Het thema van deze eerste editie is de Eerste Wereldoorlog. Dit n.a.v. de voorstelling FRONT die vanavond bij ons te zien is.
1 An der Front
Honderd jaar geleden werden jonge mannen naar het front geroepen om te vechten voor het vaderland. De gruwelijke en smerige oorlog waar zij in terecht kwamen, werd beschreven door een generatie jonge dichters, die zelf aan het front meevochten, ‘The War Poets’. Tom Lanoye vertaalde veel van deze gedichten. Vanavond kunt u een gedicht bestellen van één van deze War Poets. Het gedicht wordt door een acteur aan uw tafel voorgedragen.
Theatervooropleiding van start Vanaf september wordt er in de Stadsschouwburg lesgegeven in het kader van de Theatervooropleiding. Dat is een parttime vooropleiding bedoeld om jong talent - acteurs, mimespelers en performers tussen 16 en 23 jaar - klaar te stomen voor de landelijke opleidingen. Stadsschouwburg Amsterdam, Toneelgroep Amsterdam, Frascati Theater, het Nederlands Theater Festival/ Amsterdam Fringe Festival en Likeminds ondersteunen samen het initiatief.
Wilhelm Klemm
2 Wapens en de jongste Piot Wilfred Owen
3 Dulce et Decorum Est Wilfred Owen
4 In Vlaamse Velden John McCrae
5 Aan zijn Lief Ivor Gurney
6 De Veteraan
Meer beenruimte
Margaret Postgate Cole
De gedichten kosten 1 euro per stuk.
POËZIE
Muze
aan tafel
Sinds kort is er Muze, de gedichtenapp. Scan de code en u hoort het gedicht ‘Oorlog’ van Theo van Doesburg. Wanneer u de ‘Muze’-app downloadt, ontvangt u elke week gratis een door een dichter voorgedragen gedicht. Stadsschouwburg Amsterdam ondersteunt dit initiatief van harte.
Het was een veelgehoorde klacht, zeker van langere mensen: de beenruimte in de Rabozaal. Wij hebben geluisterd (natuurlijk!) en we hebben gezocht naar een oplossing. “Project meer beenruimte” is nu afgerond. De zittingen van de stoelen zijn naar achteren gezet en de rugleuningen zijn vervangen door smallere exemplaren. Wonderen hebben we niet verricht (het was passen en meten) maar we hopen wel dat u beter beter zit!
foto www.lightcatch.nl
WIST U DAT... Credits ‘Poëzie aan tafel’: Tom Lanoye - vertaling Marijn Graven - regie Marlies Bosmans - actrice Marit Hooijschuur - actrice Victor IJdens - acteur Jaleesa Williams - productie
Bestel een gedicht dat aan uw tafel wordt voorgedragen.
Toneelgroep Amsterdam speelt Couperus
Als u door de Stadsschouwburg loopt, wordt u gevolgd door de blikken van alle grote Nederlandse theatersterren, geschilderd, gefotografeerd of in brons gegoten. Sinds enkele jaren krijgen de winnaars van de Louis d’Or (prijs voor beste acteur) en de Theo d’Or (prijs voor beste actrice) hun eigen portret in de schouwburg aangeboden. Emilio Kruithof schilderde Halina Reijn, winnares 2013. Tijdens het afgelopen Theater Festival werd het portret onthuld en is te bewonderen in de gang naar de Rabozaal.
Ivo van Hove, foto: Jan Versweyveld
Toneelgroep Amsterdam zet de komende jaren drie romans van Louis Couperus op het toneel: De stille kracht, Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan en De boeken der kleine zielen. In september 2015 gaat De stille kracht in première. Ivo van Hove regisseert, Eric de Vroedt bewerkt het boek. Van Hove: “Als een ware kosmopoliet schrijft Couperus met open blik over mensen die vaak een te nauwe blik op het leven en de maatschappij hebben. Juist nu heeft de wereld schrijvers als Couperus nodig.”
... het nieuwe portret van Halina Reijn in de galerij der groten hangt?
19
20
INTERVIEW
In maart organiseert de Stadsschouwburg in Amsterdam een Groningenspecial, Made in Groningen. Eric Nederkoorn vroeg regisseur Ola Mafaalani (Noord Nederlands Toneel) en Guy Weizman (Club Guy & Roni) hoe het is om in Groningen te wonen en te werken. “Nooit heeft iemand me hier nee verkocht.” De auteur is redacteur cultuur van het Dagblad van het Noorden.
IN GRONINGEN IS ALLES MOGELIJK DOOR ERIC NEDERKOORN
Ze beweren dat er niets boven gaat: Groningen. De ene keer doelt de slogan op de stad, de andere keer op de provincie. Net hoe het uitkomt. Noordelijk pragmatisme. Goed, de aarde wil er wel eens beven, maar dat Groningen op cultuurgebied veel te bieden heeft klopt. Met 200.000 inwoners is de stad een cultuureiland voor de wijde omtrek. In de laatste decennia ontwikkelde Eurosonic/Noorderslag zich tot hét popfestival voor nieuwe Europese en Nederlandse bands. Groeide Noorderzon uit tot een zomers theaterfestival van wereldniveau. Je hebt er Noorderlicht, als fotomanifestatie nooit te onderschatten – wat overigens wel gebeurt. In dit klimaat van bedenken en doen gedijen eigenzinnige gezelschappen als Noord Nederlands Toneel (theater) en Club Guy & Roni (dans). Bij het Noord Nederlands Toneel zou het al haast tegenvallen als niet jaarlijks een voorstelling wordt geselecteerd voor het Nederlands Theater Festival, Club Guy & Roni won twee jaar achtereen een Zwaan, ’s lands belangrijkste dansprijs. Die twee gezelschappen vormen het hoofdprogramma van de Gro-
ningenspecial Made in Groningen in Stadsschouwburg Amsterdam. Niet alleen presenteren ze afzonderlijk hun voorstellingen, het komt ook tot een gemeenschappelijke productie. Niet voor het laatst. Sterker, de twee instituten coproduceren nu al op jaarlijkse basis. Ola Mafaalani, artistiek leider van het Noord Nederlands Toneel, en Guy Weizman, choreograaf van Club Guy & Roni, spreken elkaar dus wel vaker dan alleen op deze ochtend. We zitten in de repeteerplek van het dansgezelschap, een leegstaande kerk, in bruikleen gegeven door een sympathiserende woningcorporatie. Een symbolische verwijzing naar het gespreksthema: hoe is het om in Groningen te werken?
“In Groningen leerde ik dat alles mogelijk is. We dóen het gewoon.”
21
“ Je maakt je beste werk waar je je veilig voelt. Voor mij is dat Groningen.” GUY WEIZMAN
Weizman woont en werkt er sinds 2000, eerst als danser bij Galili Dance. “In 2006 wilde ik als choreograaf door, met mijn eigen Club. Per se in Groningen. Dat had alles te maken met het Grand Theatre van Jan Stelma.” Dat theater fungeerde decennialang als vliegwiel voor regisseurs en choreografen. Ook voor Mafaalani. “Mijn eerste productie, Harige Machines, deed ik in 1994 voor het Grand, niet eens afgestudeerd. Stelma gaf me alle vrijheid. Met mijn hele team naar Polen? Prima. Hij stak er 60.000 gulden in. Ik dacht, dit kan niet wáár zijn. Het werd een topproductie. Mijn naam gonsde door ’t land. Ik was een zondagskind. Dankzij Jan.” Weizman: “Stelma heeft een ander soort dans, een ander soort theater gecultiveerd.” Mafaalani: “Ik maakte nog drie voorstellingen bij het Grand. Geld had ik niet. Maar dan maakte het Groningse architectenbureau De Zwarte Hond voor een appel en een ei de bijzondere tribune die mij voor ogen stond. Dat neem ik nu elke keer mee naar de Randstad. Steeds als hier iemand zegt “maar Ola, dat kan niet”, dan zeg ik: “bel Pol, productiecoördinator bij het Grand. Die weet hoe”. In Groningen leerde ik dat alles mogelijk is. We dóen het gewoon.” Weizman beseft, politiek is zo’n opmerking riskant: “Maar een lager budget maakt de mensen harder en creatiever bij het overwinnen van problemen. In Groningen zoeken we elkaar op.” De choreograaf schrikt haast van zichzelf: “We zitten onze problemen te idealiseren! Er is écht te weinig geld. En in een grote stad is niet één museum, maar zijn er twaalf. Meer inspiratiebronnen.” Toch: “Je maakt je beste werk waar je je veilig voelt. Voor mij is dat Groningen. Ik fiets hier in alle rust in tien minuten naar huis. In Amsterdam deed ik er veertig over. Vermoeiend voor mijn hoofd. Ik kan me moeilijk afsluiten van de buitenwereld.”
“Je sms’t de commissaris van de Koning of de burgemeester en het komt goed.” Mafaalani: “Groningen koos juist ons omdat die stad open staat voor vernieuwing. Al toen Guy en ik elkaar nog niet kenden, was het ons beider diepste verlangen om tegen de vaste normen aan
22
te trappen. Ik wilde de schouwburg, de bonbonnière, tot iets hips maken. Die is niet van vroeger, maar staat er nu! Er moest worden gegeten, met tomaten gegooid. Rock ’n roll. Dat herkende ik direct in Guy. Ik woonde toen nog in Amsterdam, maar pal nadat hij had gehoord dat ik naar Groningen ging, stond hij aan mijn keukentafel. ‘Zullen we een plan maken?” Guy Weizman: “Groningen is als het ware één team. Iedereen werkt samen. Gemeente en provincie incluis.” Mafaalani: “Nooit heeft iemand me nee verkocht als ik belde. Je sms’t de commissaris van de Koning of de burgemeester en het komt goed. Het is gemakkelijker om iets met wijken te doen, met oude mensen, want alles en iedereen is dichtbij.” Weizman: “Het voelt bovendien niet alsof ik in een kleinere stad woon. Mijn wereld zou in Amsterdam niet groter zijn. Een stad is zo groot als je jezelf ervoor openstelt.”
Made in Groningen Noord Nederlands Toneel, Club Guy & Roni e.v.a.
In maart organiseren we de Groningenspecial Made in Groningen. Rondom drie voorstellingen is er een uitgebreid programma met (podium)kunst uit het noorden. Noord Nederlands Toneel speelt De Twaalf Gezworenen. Club Guy & Roni danst een dubbelprogramma met Midnight Rising en Mechanical Ecstasy (met Slagwerkgroep Den Haag). De rest van het programma was nog net niet klaar bij het ter perse gaan van dit Journaal, maar u vindt het wél op www.ssba.nl.
Groningenspecial
“Ongelofelijk dat we nu vanuit Groningen werk maken in de hele wereld.” Groningen is een relatief arme stad. Veel studenten, veel minima. De gemeentekas loopt niet over van belastinginkomsten. Weizman: “Wat is dan belangrijker, dansers een goeie verwarming geven, of schoolkinderen een conciërge? Ik snap het probleem. Maar als het culturele leven beroerd is, dan vertrekt iedereen die wél goed onderwijs heeft gehad. Amsterdam is altijd een feest. Alleen al een blik in de schouwburg. En dat grotestadsgevoel. Maar dan trein ik weer naar Groningen, loop het station uit en zie de kont van ’t Peerd van Ome Loeks en weet, oké, ik ben weer hier. Het ene is niet beter dan het andere. Alleen anders. Toen ik hier kwam, was ik 27. Ongelofelijk dat we nu vanuit Groningen werk maken in de hele wereld.”
do 26 t/m ma 30 mrt
IN BEELD De Staat van de Stad Op 22 september vond in de Stadsschouwburg de 2e editie plaats van De Staat van de Stad. Een jaarlijkse evenement waar de balans wordt opgemaakt over (het leven in) Amsterdam. De Staat van de Stad was al twee keer een groot succes. In mei 2015 volgt de 3e editie. Fotografie: Maurice Mikkers. Op de foto’s vlnr: Leonie Janssen-Jansen (l) (Uva), Hans Aarsman (o.a. de Volkskrant), Yvonne Zonderop (moderator), Paul de Beer (UvA), Kasja Ollongren (Wethouder Gemeente Amsterdam), Josephine Green (Beyond20).
23
24
PORTRET
Onder leiding van de charismatische choreograaf Ohad Naharin schoot de Israëlische Batsheva Dance Company naar de wereldtop. Het gezelschap maakt overal grote indruk met zijn fenomenale dansers. Dit jaar bestaat Batsheva vijftig jaar. Vijftig jaar vooruitstrevende en virtuoze dans, maar ook pro-palestijnse boycots en toeren met bodyguards. En bovenal: passie en bezieling.
“IT MAKES ME FEEL SEXY.” OHAD NAHARIN EN DE BATSHEVA DANCE COMPANY DOOR AN CARDOEN
De Batsheva Dance Company bestaat 50 jaar. Het gezelschap uit Tel Aviv werd in 1964 opgericht door barones Batsheva de Rothschild, kunstminnende telg van de rijke bankiersfamilie. Sinds 1990 staat Ohad Naharin (1952) er aan het hoofd. Onder zijn leiding veroverde de groep de wereld, Batsheva geldt onbetwistbaar als een van de belangrijkste dansgezelschappen van dit moment. Binnen en buiten de danswereld. Zo werd Naharin gevraagd om actrice Nathalie Portman te trainen voor haar balletrol in de film Black Swan. De New York Times noemde hem “een van de meeste fascinerende dansmakers op deze planeet.”
“Ik danste vijf jaar lang bij Batsheva en die ervaring heeft diepe indruk op me gemaakt. De essentie van dat gezelschap ligt voor mij in de hechte verbinding van Ohad Naharin met zijn dansers. Hij was er altijd, hij was elke dag in de studio. Dat is bij de meeste gezelschappen heel ongewoon.” (Itamar Serussi Sahar, choreograaf, ex-danser Batsheva)
Ter ere van het 50-jarige bestaan halen we Batsheva in januari naar Amsterdam met SADEH21, een van de hoogtepunten in hun oeuvre. Het is een ontdekkingsreis langs 21 scènes waarin de Batshevadansers laten zien waarvoor ze zo befaamd zijn: explosieve dans en rauwe emoties.
“Onder de huid, dicht bij de botten, verslavende dans.” (Keren Levi, choreograaf, ex-danser Batsheva)
“Sensationeel”: Batsheva - De Batsheva Dance Company en haar Ensemble (de ‘juniordivisie’) bestaat uit 34 dansers van over de hele wereld. Naharin creërt niet alleen de meeste choreografieën voor zijn gezelschap, maar vaak ook de muziek. Soms onder pseudoniem: de enigmatische Maxim Waratt bijvoorbeeld, die de soundtrack creëerde voor o.a. SADEH21, is Naharin zelf. Zijn werk wordt ook opgevoerd door toonaangevende internationale gezelschappen buiten Israël, van het Nederlands Dans Theater tot de Cedar Lake Contemporary Ballet New York. Het was zijn vernieuwende visie en originele stem in de dans waarmee Naharin zijn gezelschap naar de wereldtop schoot. En in het verlengde daarvan de bewegingstechniek die hij uitvond en waarmee hij zijn dansers traint, Gaga. “Luisteren naar wat het lichaam
25
“ Ohad Naharin is een unieke en inspirerende kunstenaar.” G ARY FEINGOLD, EX-DANSER BATSHEVA, DIRECTEUR VAN DE HENNY JURRIËNS STICHTING
zelf doet.”, zo benoemde Naharin de essentie daarvan. De resultaten zijn spectaculair. “De dans, hoe expressief ook, lijkt van heel diep uit de performers te komen. Het is sensationeel om hen bezig te zien door hun buitengewone spierbeheersing en hun kracht.”, schreef The Guardian.
“Ohad Naharin is een waarachtig kunstenaar met een getalenteerde groep dansers. Het is de combinatie van wijsheid, gevoeligheid en precisie. Voor mij was het de perfecte leerschool en ik prijs me gelukkig met zo’n cadeau.” (Sharon Eyal, choreografe, ex-danser Batsheva)
“Don’t Dance With Israeli Apartheid.” - Naharin zelf begon pas met dansen op zijn 22e, wat in dansland laat is. Martha Graham, de Amerikaanse grootmoeder van de moderne dans en medeoprichter van Batsheva, zag Naharins talent en nodigde hem uit voor haar opleiding in New York. Hij studeerde er bij meerdere choreografen en richtte een eigen gezelschap op. In 1990 keerde hij terug naar Israël om het roer over te nemen bij Batsheva. Het begin van een succesverhaal. Al brengt kunst maken in een land als Israël ook specifieke moeilijkheden met zich mee.
“Ik houd van de rauwe kracht, brutaliteit, gekte en emotionaliteit van Ohad Naharins dans. En ik bewonder hem om de bijna nonchalante onverzettelijkheid waarmee hij altijd maar blijft ontkennen dat zijn werk (soms toch echt) een politieke of maatschappelijke lading heeft. Wat kan hij anders? Het zou zijn artistieke vrijheid hoogstwaarschijnlijk ernstig beperken als hij anders zou beweren. Dus mijn zegen heeft hij: blijf maar ontkennen Ohad, en laat ons maar gissen naar de betekenis van je onstuimige, ogenschijnlijk soms zo luchtige en vermakelijke choreografieën.” (Astrid van Leeuwen, dansjournaliste)
In het buitenland heeft Batsheva regelmatig te lijden onder bedreigingen en boycots van pro-Palestijnse groeperingen. De groep is gedwongen te reizen met beveiligers (“heel frustrerend”). Soms zijn er demonstraties. “Don’t Dance With Israeli Apartheid.” was een protestslogan.
26
Een tikje paradoxaal: als er één choreograaf is die niet verdacht kan worden van overdreven patriottische sentimenten, dan is het Naharin. In Israël staat hij bekend om zijn uitgesproken mening over het Joods-Arabische conflict. Ook de religieuze gemeenschap stoot hij met enige regelmaat tegen het hoofd. Hij doet dan ook geen concessies. In 1998 trok hij zijn dansstuk Anaphaza terug uit het programma van de officiële festiviteiten rondom Israëls 50-jarige bestaan, nadat de president hem had gevraagd bepaalde gedeeltes om religieuze redenen te censureren.
“De unieke ‘ziel’ van Batsheva is de belichaming van de sterke band tussen de choreograaf, Ohad Naharin, en de dansers; en van hun buitengewoon grote toewijding aan het onderzoek en de vernieuwing van hun kunst, de hedendaagse dans.” (Liat Waysbort, choreografe, ex-danser Batsheva)
Die politieke statements, zitten die ook in zijn werk? Ja en nee. Het werk van Naharin is (meestal) te abstract om expliciet politiek te zijn. “Ik vind het heel saai om in mijn werk commentaar te geven op politieke zaken. Maar ik vind het geen probleem om erover te praten. De mensen in Israël kennen mijn opvattingen.”, zei hij tegen de Sydney Morning Herald. Toch heeft zijn werk vaak een maatschappelijke, filosofische (of, ja, een politieke) dimensie. Als ‘bijproduct’: “Het gelukkige bijproduct van het maken van een choreografie is dat je een tegenwicht biedt voor conventionele en conservatieve politieke ideeën en voor theorieen die nieuwe inzichten en vrij denken blokkeren.” In het korte artikel Why I Choreograph, waaruit dat laatste citaat komt, verwoordt Naharin zijn drijfveren. Er spreekt bovenal een grote bevlogenheid uit en een groot plezier in het maken van dans: “Choreograferen is voor mij reizen naar plaatsen waar ik nog nooit ben geweest en waarvan me ik, vaak, niet eens had kunnen inbeelden dat ze bestaan. Ik houd van choreograferen omdat ik zo mijn kunde, passie en verbeelding in één pot kan gieten. It makes me feel sexy. En ik slaap er beter van.”
Ohad Naharin inspireerde een hele generatie jongere choreografen uit Israël, die ondertussen zelf hard aan de internationale weg timmeren. Zoals Sharon Eyal, wiens voorstelling House we vorig jaar toonden en die nu een nieuw werk gaat maken bij Nederlands Dans Theater. In Nederland zijn ook een aantal talentvolle dansmakers aan het werk die in het verleden bij Batsheva als danser begonnen zijn. Het Journaal vroeg een aantal onder hen, en een aantal belangrijke Nederlandse choreografen, festivalleiders en dansrecensenten, om in enkele woorden de ziel van Batsheva te beschrijven. Hun woorden zijn door de tekst geweven.
SADEH21 Batsheva Dance Company vr 9 & za 10 jan, 20.00 uur
27
en voor Amsterdammers.
Rabobank draagt cultuur een warm hart toe en vindt het belangrijk om in Amsterdam de ontwikkeling, het behoud en de toegankelijkheid van cultuur te stimuleren. Daarom zijn wij trotse Founding partner van de Stadsschouwburg Amsterdam.
Samen sterker
Fotograaf: Maarten J端ngen
100% Amsterdam: Cultuur door
ADVERTORIAL
VOOR DE 100% 100% Amsterdam is een bijzonder project van het Berlijnse gezelschap Rimini Protokoll, befaamd om zijn documentaire voorstellingen met wat ze zelf noemen ‘experts van het dagelijks leven’. Bijvoorbeeld Bulgaarse vrachtwagenchauffeurs of Indiase callcentermedewerkers. Deze keer zijn het honderd Amsterdammers, een dwarsdoorsnede van de samenleving. Zij zijn de gezichten achter de officiële statistieken van de stad. Na 100%-voorstellingen over de hele wereld, van Berlijn tot Tokyo, wordt 100% Amsterdam speciaal voor de schouwburg gemaakt en is alleen hier te zien. De afgelopen maanden bestudeerde Rimini Protokoll de demografische cijfers van de Gemeente Amsterdam. Daarna begon de zoektocht naar de honderd Amsterdammers. Elke deelnemer representeert 1% van de stadsbevolking. De meesten hebben nog nooit op een podium gestaan.
Wat was jouw eerste kennismaking met theater? Eric Traa: Het Fulcotheater in IJsselstein, mijn geboorteplaats. Ik denk dat ik verplicht naar een plaatselijk toneelgezelschap moest kijken van mijn ouders. De eerste keer was met mijn klasgenoten van de lagere school. Wat dacht je, toen je daar voor het eerst zat? “Oh dat kan ik ook.” Jaren later werd mij door Monique van der Ven tijdens een managementtraining verteld dat ik toch wel erg onnatuurlijk acteerde. Het bleek toch moeilijker dan ik destijds dacht! Sindsdien heb ik wel een liefde opgebouwd voor het toneel.
Aan de hand van hun verhalen kreeg de voorstelling vorm. Rabobank Amsterdam is founding partner van de Stadsschouwburg. De bank heeft diepe wortels in de Amsterdamse samenleving en draagt het 100%-project een warm hart toe. Meer nog: Eric Traa, directeur Markt Centrum van Rabobank Amsterdam, is één van de honderd Amsterdammers die in december meespeelt in 100% Amsterdam. Het Journaal kreeg van hem een kijkje achter de schermen van de voorstelling. En natuurlijk ging het ook over (liefde voor) theater in het algemeen. Productie: Rimini Protokoll i.s.m. Stadsschouwburg Amsterdam, The European Cultural Foundation en Stichting Publieke Werken. 100% Amsterdam is te zien van wo 10 t/m za 13 december 2014.
Ik hoop dat we met deze voorstelling een actueel beeld van de stad kunnen geven. We kunnen op deze creatieve manier een aantal belangrijke onderwerpen “aan de kaak” stellen op een Amsterdamse manier. Ik stel voor dat de vastlegging van deze voorstelling gebruikt gaat worden in diverse overlegorganen en dat het niet blijft bij een eenmalige performance, waar vervolgens niets mee wordt gedaan.
Kun je in een zin omschrijven wat theater voor jou betekent? Theater betekent voor mij een heerlijke ontspanning in een prachtige ambiance en er heerst altijd een goede vibe. Hoe is het om zélf mee te doen aan een voorstelling? Erg leuk om met verschillende mensen met diverse achtergronden de stad te bespreken en te beleven. Ik vind het ook best wel een beetje spannend op zo’n podium.
Deze theatervoorstelling gaat over Amsterdam. Wat betekent Amsterdam voor jou? Ik werk in Amsterdam en dit is mijn leukste werkplek ooit. Ik kan in deze stad al mijn talenten kwijt en ik geniet iedere dag weer van de dynamiek. Het is een stad waar de creativiteit heerst. Daarnaast ervaar ik Amsterdam als een stad van internationale allure met een prettig vestigingsklimaat.
Eric Traa
Welke vragen zijn je gesteld in aanloop naar de voorstelling? Vragen als: ‘Wat zou jij morgen veranderen als je burgemeester van Amsterdam bent?’ en ‘Wat is voor jou ieder jaar een traditie?’
29
FOTOREPORTAGE Op 27 september jl. werden in de Stadsschouwburg de TANS Awards - voor Nederlands-Marokkaans talent - uitgereikt. Dat gebeurde tijdens het feestelijke TANS Awards Gala, een avond met de allure van 1001 Nacht. Een willekeurige greep uit de foto’s van het feest - rode loper-stijl! > Fotografie: Karima Maruan voor hoda magazine.
Hosts Kirsten van den Hul en Jamila Aanzi
30
zanger Abder
El Bachir Amenchar (l), voorzitter bestuur Moroccan International Business Network
Farouk el Kodady (r), directeur De Baak Business Academy
oud-politici Fatima Elatik en Tofik Dibi
1 18 vlnr Ibrahim Ă–zgĂźl, directeur Define Group, H Hamdaoui, oprichter/hoofdredacteur hoda magazine, Nancy & Nabeela, redacteuren hoda magazine
4 19
17 DJ Moradzo
31
5 januari tot en met 4 april 2015
KATIE MITCHELL WWW.SSBA.NL/BRANDSTICHTER