Stadsschouwburg journaal #18

Page 1

Stadsschouwburg Journaal

september • oktober • november • december 2015

ssba.nl


Fotograaf en filmmaker Anne Huijnen maakte speciaal voor dit Journaal een serie stillevens geïnspireerd door de onderwerpen van de artikelen. Net als voor ons festival Julidans (waarvoor ze samen met Anna de Jong het campagnebeeld ontwierp) ‘fabriceert’ ze telkens een treffend beeld. Voor deze serie gebruikte Huijnen een servies als basis, waarvan ze fragiele sculpturen maakt. Iedere compositie is geïnspireerd door een zin uit de tekst die zij illustreert. U vindt haar foto’s op de cover en op pag. 6, 10, 16 en 18. Bekijk het werk van Anne Huijnen op annehuijnen.com.

Cover & beeldserie p. 6, 12, 16 & 20 Anne Huijnen

Stadsschouwburg Journaal # 18, september - december 2015 Concept en vormgeving : Van Lennep Redactie : An Cardoen Aan dit nummer werkten mee : Jacq. Algra, Melle Daamen, Anita van Dolen, Robbert van Heuven, Vincent Kouters, René van der Pluijm, Jip Vuik. Heel veel dank aan : iedereen die achter de schermen hard heeft meegewerkt, ons te woord heeft gestaan en mee heeft gedacht. Uitgave : augustus 2015, Stadsschouwburg Amsterdam Druk : Dijkman Print Oplage : 20.000 Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van drukkerij Dijkman Print.

2


VOORWOORD

DROMEN VAN TEGENOVER Vijftien jaar geleden kozen de directies van Toneelgroep Amsterdam, Stadsschouwburg Amsterdam en Melkweg voor een eigen samenwerkingsmodel. Het Amsterdamse Gemeentebestuur ondersteunde dit ‘Amsterdamse Model’ en het werd de basis voor de benoeming van nieuwe directies bij Toneelgroep Amsterdam en de Stadsschouwburg, voor de bouw van de Rabozaal, voor de groei van Toneelgroep Amsterdam, voor de eigenzinnige en internationale programmering van de Stadsschouwburg en voor de verjonging en groei van het publiek. Maar voordat dat succes van het Amsterdamse Model je naar de bol stijgt, word je soms weer even met beide benen op de grond gezet. Een paar maanden geleden liep een 15-jarige Amsterdamse scholiere bij ons een zogenaamde ‘snuffelstage’: een dag meelopen en zo veel mogelijk meemaken wat er in een organisatie gebeurt. Het meisje kwam ook bij mij, omdat de stage­ begeleider (adjunct-directeur Dianne Zuidema) met mij een afspraak had. Tijdens die afspraak ging de telefoon van de eendags-stagiaire. Ze nam op (ik had niet anders verwacht) en kennelijk werd haar gevraagd waar ze was. Ik hoorde haar stamelen en zoeken naar de naam van ons gebouw. “Iets van Stads......ehh”. Tot ze de verlossende woorden sprak: “Nou ja, je weet wel dat gebouw tegenover de Apple Store.” Denken wij een icoon te zijn, bijna vier eeuwen oud, word je in de ogen van een 15 jarige voorbijgestreefd door een winkel voor telefoonen computerbenodigdheden die amper drie jaar aan het Leidseplein gevestigd is. Ik wil niet ons hele marketingbeleid ophangen aan de ervaringen met deze scholiere, maar het illustreert voor mij wel duidelijk dat het geen zin heeft de ogen te sluiten voor andere culturele interesses bij jongeren, andere consumptiepatronen. Hoe onzinnig is het de kop in het zand te

steken voor de invloed die digitalisering, globalisering en commercialisering (zullen) hebben op onze cultuur en dus op de theatersector. Hoe succesvol wij ook zijn, met de hoogste bezoekcijfers ooit, hoe goed we het ook doen ten opzichte van collega-theaters in andere steden, hoe veel waardering we ook krijgen van vakgenoten - nationaal en internationaal -, de vraag hoe we aansluiting houden bij nieuw publiek houdt mij wakker. We doen er van alles aan: we hebben afgelopen jaar zo’n 12.000 scholieren voor een educatieactiviteit in huis gehad, we hebben een kring van jongvolwassenen om ons heen (de succesvolle SSBA-Salon), met Expanding Theatre geven we nieuwe invulling aan onze programmering, deze zomer was ons Ajaxterras een place to be met een pop-up Zomertuin. Maar we zijn er nog niet en denken ook na over de wezenlijke functie van theater in deze tijd. Is theater zoals het nu gemaakt wordt toekomstbestendig? Ik denk niet zonder meer. Theater was in zijn oervorm een plek waar publiek een spiegel werd voorgehouden en met nieuwe ideeën werd geconfronteerd. Moeten we die functie niet weer, of meer, centraal stellen? Theater als plek om na te denken? Moeten we theater opnieuw uitvinden en hoe dan? In Berlijn slaat de beroemde Volksbühne ook nieuwe wegen in. Het theater krijgt er een grote hal op het voormalige vliegveld Tempelhof bij. De kersverse directeur Chris Dercon betrekt mensen van buiten het theater bij zijn programmering. Welnu, dit soort onderwerpen houdt mij deze zomer bezig. Daar lig ik overdag wakker van en daar droom ik ‘s nachts over. Ik houd u op de hoogte. ― Melle Daamen directeur

3


INHOUD De zomer ligt achter ons, we staan klaar voor een najaar om u tegen te zeggen. We organiseren specials rond Wunderbaum en het Zeeland Nazomerfestival. We hebben zowat iedereen van betekenis in de Nederlandse dans op het podium. We halen exceptioneel internationaal talent naar Amsterdam. Daarnaast focussen we op het werk van twee zwaargewichten uit de toneelliteratuur: Lars Norén en Eugene O’Neill. Een jonge regisseur vroeg namens ons Ivo van Hove, directeur van Toneelgroep Amsterdam, de hemd van het lijf. En we spreken met één van de stille krachten achter de schermen van Expanding Theatre, de programmaserie waarmee de schouwburg politiek, geschiedenis en actualiteit het theater binnenhaalt. 3 VOORWOORD: DROMEN VAN TEGENOVER 15 ADVERTORIAL 20 UITGELICHT: VIER NIET TE MISSEN VOORSTELLINGEN 22 ZOMER IN BEELD

8

GEMASKERDE AUTOBIOGRAFIEËN Op zoek naar Ivo van Hove.

IN DE SCHIJNWERPERS

Wunderbaum Fest en Zeeland Nazomerfestival in Amsterdam.

JONGE DANSERS VLEUGELS GEVEN Een staalkaart van de Nederlandse dans en zijn toekomst.

4


12 WAANZINNIGE ENERGIE Internationaal talent in de Stadsschouwburg.

FOCUS: De (familie)drama’s van Lars Norén en Eugene O’Neill.

EEN PLEK VOOR KRUISBESTUIVING Expanding Theatre: wat is het en waarom doen we het?

21 DE NIEUWE TANDEMCHEFS VAN STANISLAVSKI.

& HET PROGRAMMA

In dit Journaal vindt u ook een bewaar­boekje met alle voorstellingen van september t/m december, een jaaroverzicht en zaalplattegronden.

5


INTERVIEW

Ivo van Hove: “Elke voorstelling staat op zichzelf en hoewel dingen achteraf met elkaar te maken hebben, weet je dat op het moment eigenlijk niet.”

GEMASKERDE AUTOBIOGRAFIEËN

OP ZOEK NAAR IVO VAN HOVE DOOR JIP VUIK 6


De eerste voorstelling die Jip Vuik zag van Toneelgroep Amsterdam en Ivo van Hove, was Romeinse Tragedies, eind 2007. Vuik was toen zestien jaar oud. Nu, acht jaar later en een opleiding tot regisseur aan de Toneelacademie Maastricht verder, praat hij met de man bij wie het voor hem allemaal begon.

Ivo, je zit nu tweemaal zeven jaar bij Toneelgroep Amsterdam, en je gaat je volgende cyclus van zeven jaar in, wat is er veranderd de afgelopen zeven jaar? Van Hove (lacht) “Het is fijn dat jij er zo naar kijkt, maar ik denk niet in cycli. Wat er bij Toneelgroep Amsterdam gebeurd is de afgelopen zeven jaar, en dan denk ik terug aan 2007, is dat we in dat jaar twee hele belangrijke producties hebben gemaakt : Romeinse Tragedies en Angels in America. De ene maximaal theater en de andere minimaal theater. Romeinse tragedies met ongelofelijk veel video, livemuziek, geen pauze ; het kon niet op. En de ander met minimale middelen. In dat jaar hebben we die megaproducties ontdekt, en dat wil niet zeggen groot in omvang, maar groot van gedachte. Een ambitie om in het denken over de wereld, de mens en het toneel te zoeken naar waar we staan en dat op de meest extreme manier te doen. En dat hebben we de afgelopen zeven jaar verder ontwikkeld.” Dus jullie zitten op een soort stijgende lijn. “Zo zie ik dat dus niet hè.” Echt niet ? “Nee, zo zie ik het zelf niet. Elke voorstelling staat op zichzelf en hoewel dingen achteraf met elkaar te maken hebben, weet je dat op het moment eigenlijk niet. Ik werk aan drie of vier voorstellingen tegelijkertijd, ik ben nu al bezig met dingen die over drie of vier jaar spelen. Om echt gelukkig te zijn in het toneel, moet toneel het perfecte medium voor je zijn om uit te drukken wat je voelt en wat je denkt. Ik voel me thuis in het toneel. En daardoor kan ik ook beter omgaan met voor- en tegenspoed. Soms is het ook zo dat mindere voorstellingen inspiratie worden voor nieuwe dingen. En daar heb ik goed mee leren omgaan, ik zie dat alles evolueert.” Is een regisseur een kunstenaar? “Ja. Een echte theaterregisseur. Ik heb die discussie in Londen ook veel gevoerd. Daar is de taak van een regisseur vooral het op het toneel brengen van de tekst zoals hij er staat, met alles er op en er aan. Ik beweer dat een regisseur een tekst moet herontdekken voor vandaag. Een regisseur moet proberen te gaan tot de kern van wat dat stuk vertelt, en daar de juiste vorm voor vinden. Je moet de vensters van de stukken openzetten. Als je iets over vandaag wilt vertellen op een zo origineel mogelijke manier, dan ben je een kunstenaar.” Ken je Ivo van Hove als je zijn voorstelling ziet ? “Dat hoop ik wel. Dat is mijn diepste hoop, dat als je al mijn voorstelling na elkaar zou zien, dat je ook weet wie ik ben. Ik zie het als gemaskerde autobiografieën. Ik ben er niet goed in op het toneel te staan en mijn gevoel rechtstreeks te uiten, ik doe het veel liever via andere mensen. Ja, vroeger was het natuurlijk mijn grote droom om een rock-pop artiest te worden. Dat iedereen naar jou staat te kijken om te zien wat jij te zingen hebt. Maar ik heb daar natuurlijk geen enkel talent voor... (stilte) dat is nooit gelukt.”

Jammer. “Nee. Want nu ben ik gelukkig. Anders zou ik misschien heel ongelukkig geworden zijn.” Maar, anders dan een schrijver, kan je je eigen leven toch niet uiten in je voorstellingen? “Een voorstelling als Kreten en Gefluister in 2009, ik heb dat expres nooit in een interview vooraf gezegd, maar twee jaar daarvoor was mijn vader gestorven. Die voorstelling gaat daar toch over. Maar ik vind het niet zo boeiend dat mensen weten dat het over mijn vader gaat. Het is toch ook de kracht van toneel dat iedereen er in kan zien wat hij wil, anders gaat iedereen ineens via dezelfde bril kijken. Ik heb er toen ook intern met niemand over gesproken, omdat ik dacht dat niemand daar iets mee kon. Het was zo privé dat ik er niet over kon praten, behalve via die voorstelling. Ik wou gewoon laten zien, wat doodgaan is, wat ik denk dat doodgaan is. Dus als je goed kijkt zit ik altijd heel erg in mijn voorstellingen, en soms ben ik me daar zelf niet eens bewust van op dat moment.” Waar kijk je naar uit in het aankomend seizoen? “Dat is zo moeilijk, want dan doe ik dat wat ik niet kies onrecht aan. Maar ik kijk enorm uit naar de Amerikaanse regisseur Sam Gold en Glazen speelgoed, omdat die man bezeten is van dat stuk. Bij hem kwam ik zelf met dat stuk omdat ik dacht dat het bij hem paste, en het bleek dat hij dat al heel lang wilde doen, maar in New York de komende tijd niet kan omdat het net gedaan is. Ik voel daar een persoonlijke drive achter als ik met hem praat. En we introduceren een bijzondere regisseur die we nog niet kennen.” Naast Glazen speelgoed speelt Toneelgroep Amsterdam van september tot juni nog een groot aantal voorstellingen, waaronder zeven (Nederlandse) premières: Song from Far Away, De stille kracht, Het jaar van de kreeft, De welwil­ lenden, De andere stem en Husbands and wives. Hiernaast alle voorstellingen van Toneelgroep Amsterdam

TA in de schouwburg Medea Regie : Simon Stone di 8 sep & do 15 - di 20 okt De stille kracht (NL Première) Regie : Ivo van Hove do 1 -11 okt & wo 20 - za 30 jan & di 2 - vr 5 feb Wish you were here di 13 okt & ma 7 dec & ma 15 feb La voix humaine Regie : Ivo van Hove wo 21 - za 24 okt The Fountainhead Regie : Ivo van Hove vr 30 okt - vr 6 nov Glazen speelgoed (Première) Regie : Sam Gold do 12 - zo 22 nov & di 5 - vr 15 jan Lange dagreis naar de nacht Regie : Ivo van Hove wo 2 - za 12 dec Kings of War Regie : Ivo van Hove vr 18 - wo 23 dec & di 9 - di 16 feb Het jaar van de kreeft Regie : Luk Perceval wo 23 mrt - za 2 apr & wo 20 - za 30 apr De welwillenden TA & Het Toneelhuis Regie : Guy Cassiers wo 6 - za 16 apr & wo 18 - za 28 mei Kings of War jr. regie: Rosa Fontein vr 8 - do 28 apr De andere stem Regie : Ivo van Hove wo 11 - za 21 mei Husbands and wives Regie : Simon Stone do 16 - zo 26 jun

7


Unser Dorf soll schรถner werden, foto: Tanja Kernweiss

SPECIAL

IN DE SCHIJNWERPERS SPECIALS IN DE STADSSCHOUWBURG

8


In korte tijd nader kennismaken met een veelbelovend (vaak jong) gezelschap. Met voorstellingen, gesprekken, muziek en feest. Daarvoor heeft de Stadsschouwburg zijn ‘specials’ in het leven geroepen. En geeft de sleutels van de schouwburg graag voor enkele dagen uit handen.

Met zijn specials laat de Stadsschouwburg het Amsterdamse publiek grondig kennismaken met een gezelschap. Het kan gaan om jonge(re) makers (zoals Toneelgroep Oostpool, Wunderbaum en De Warme Winkel), een groep die nooit eerder in de schouwburg te zien was (zoals mugmetdegoudentand) of een thema (Made in Groningen). De Stadsschouwburg geeft zijn gasten de sleutel van de schouwburg voor een meerdaags evenement met voor­stellingen, gesprekken, muziek en feest. De keuze voor deze specials passen in de artistieke koers van de Stadsschouwburg, die wordt uitgezet door Hoofd Programmering René van der Pluijm : “We willen het publiek samenbrengen met theatermakers die met hun kunst reflecteren op onze tijd en onze wereld en de grenzen van toneel en dans opzoeken. Wij blijven kunstenaars die we interessant vinden volgen en bouwen een relatie met hen op. Door hun werk regelmatig te laten zien, kan ook ons publiek hen goed leren kennen.” Achter de generatie gerenommeerde regisseurs staat een jonge garde klaar om de grote podia te bestormen. Zij hebben aan de weg getimmerd, meestal in het circuit van de kleinere theaters, en zijn klaar voor het grote werk. De Stadsschouwburg kan en wil daar een belangrijke rol in spelen. Van der Pluijm : “We bieden hen niet alleen een podium in Amsterdam, maar willen hen echt bij het publiek introduceren. We doen dat bijvoorbeeld door een hele theaterweek rond zo’n gezelschap te organiseren. Het publiek kan dan intensief kennismaken met de makers. Programmeren betekent voor ons niet alleen scherpe keuzes maken uit de voorstellingen die worden aangeboden, maar ook in gesprek gaan met makers over hoe de Stadsschouwburg kan bijdragen aan de realisering van hun plannen.” Een special bestaat uit meerdere voorstellingen en een uitgebreid randprogramma dat daaromheen georganiseerd wordt : ontmoetingen met de makers, muzikale optredens, debatten of literaire programma's, bijvoorbeeld. Café-restaurant Stanislavski doet mee met een themamenu. Het gaat ook altijd in nauwe samenwerking met de gezelschappen zelf, die interessante gasten en acts meebrengen. Dit najaar staan twee nieuwe specials op het programma : het Wunderbaum Fest en Zeeland Nazomer Festival in Amsterdam. Die laatste organiseren we samen met Theater Bellevue. Wunderbaum Fest ‒ Met Wunderbaum organiseert de Stads­ schouwburg al voor de tweede keer een special. Na de Wunder­baum Driedaagse in 2011, volgt in september 2015 het Wunderbaum Fest. Dat is niet zonder reden : Wunderbaum heeft zich een vaste plek veroverd in het Nederlandse theater (en timmert ook internationaal aan de weg). Ze spelen vaak op verrassende locaties buiten de theaters en vallen op door hun inventieve, originele ideeën. Met hun voorstellingenreeks The New Forest Fest laat Wunder-

baum ons daarover niet alleen nadenken over milieu en samenleving, maar gaat ook actief op zoek naar realiseerbare alternatieven voor de toekomt. Dat doen ze samen met een wilde verzameling van maatschappelijke vooruitdenkers en -doeners. En dat wil de Stadsschouwburg ook in Amsterdam laten zien. Vanaf 22 september nestelt Wunderbaum gedurende een periode van twee weken in en rondom de schouwburg. Drie producties – Johan Simons' regie Unser Dorf soll schöner werden, het participatiespektakel We doen het wel zelf en de locatievoorstelling Helpdesk – worden afgewisseld met diepgravende interviews, prikkelende workshopsessies en opzwepende live muziek. Een voorsmaakje uit de recensies van Unser Dorf soll schöner werden : “Een boeiend stuk van bijna twee uur, zowel intellectueel als qua dramatiek. En bovendien een voorstelling die impliciet uitnodigt voor boeiende nagesprekken.” (Theaterkrant.nl ****). De hoogtepunten van het Zeeland Nazomerfestival, in Amsterdam ‒ Samen met Theater Bellevue organiseren we een special rondom het Zeeland Nazomerfestival, waar voorstellingen te zien zijn die spelen op bijzondere locaties en altijd een link hebben met Zeeland. We laten de veelzijdigheid van het festival zien in vier dagen met voorstellingen in beide theaters en feest. Het Zeeland Nazomerfestival wordt georganiseerd door Theaterproductiehuis Zeelandia. Het festival veroverde zich een geheel eigen plek in het Nederlandse theater. Het ambieert een hoge artistieke kwaliteit en produceert eigen producties op bijzondere locaties in Zeeland - kerken, loodsen, pleinen en open ruimtes met zicht op de zee of het Zeeuwse landschap. In het festivalhart, de Abdij van Middelburg, wordt een selectie aan bestaande voorstellingen uit Nederland en Vlaanderen getoond. Net als Noord Nederlands Toneel en Club Guy & Roni in Groningen, bewijst het festival dat er ver van de Randstad interessant en goed theater gemaakt wordt. Maar net als Groningen is Zeeland natuurlijk een eind weg. Daarom haalt de Stadsschouwburg, na Made in Groningen, nu ook een aantal hoogtepunten uit Zeeland naar Amsterdam. In Stadsschouwburg wordt de vierdaagse feestelijk geopend en zijn er twee voorstellingen te zien: De Zwarte van Walcheren, over een zwarte baby die als verre nazaat van een ontsnapte slaaf op Walcheren wordt geboren, en Mathilde, over Nederlands eerste tragische diva: Mathilde Willink (gespeeld door Louis van Beek, het leverde hem een nominatie voor de Louis d'Or op). Mogelijk volgt nog een derde voorstelling, we houden u op de hoogte. In Theater Bellevue spelen Een Zomerdag en Soeur Sourire, die in augustus op het festival in première gaan, en een oudere voorstelling, De rietdekker.

Wunderbaum Fest Unser Dorf soll schöner werden Wunderbaum & Münchner Kammerspiele / Johan Simons di 22 & wo 23 sep, 20.30 uur > programma p. 12 We doen het wel zelf Wunderbaum do 24 sep, 20.30 uur > programma p. 13 Helpdesk Wunderbaum (op locatie) di 29 & wo 30 sep / do 1 & vr 2 okt, 21.00 uur > programma p. 13 Randprogramma Urgenda: 23 sep, workshops Instituut voor Publieke Waarden: 24 sep meer op ssba.nl

Zeeland Nazomer Festival in de Stadsschouwburg De Zwarte van Walcheren Theaterproductiehuis Zeelandia / Stefan Perceval vr 2 okt, 20.30 uur > programma p. 17 Mathilde Theaterproductiehuis Zeelandia / Paula Bangels za 3 okt, 22.30 uur > programma p. 17

9


INTERVIEW

Conny Janssen: “Ze moeten elk hun stukje solo kunnen pakken, maar vooral ook teamspeler zijn, zich aan de groep kunnen committeren.“

JONGE DANSERS VLEUGELS GEVEN DOOR JACQ. ALGRA

10


Een groot aantal van de belangrijkste Nederlandse dansgezelschappen zijn dit najaar in de schouwburg te zien. Samen bieden ze een staalkaart van de Nederlandse dans. We zoomen in op twee choreografes die niet alleen zelf al jaren op de voorgrond staan, maar door hun inzet op het gebied van talentontwikkeling ook onmisbaar zijn voor de volgende generatie danskunstenaars.

“Met welke kleuren kan ik de voorstelling nog spannender maken ? ” Dat is de vraag die Conny Janssen (1958) zich stelt als ze een bestaand werk opnieuw op het toneel brengt. Dit seizoen beleven I'm Here en Álbum Familiar hun reprise, choreografieën die ze negen en vijftien jaar geleden creëerde. Janssen: “Een dansvoorstelling is geen museumstuk. Ik breng deze twee stukken opnieuw met de dansers die ik nu heb. Ik heb nieuwe dansers, dus daardoor alleen al wordt de dans anders. Zelf ben ik ook niet dezelfde choreograaf als vijftien jaar geleden. Door de afstand in de tijd kan ik de choreografie met andere ogen bekijken en de essentie ervan naar boven halen.” De afgelopen twee decennia was Janssens werk te zien in veel theaters ; ook kerken, huisvuilcentrales en onderzeebootloodsen dienden als decor. Bovendien maakte Janssen stukken bij Introdans, Dansgroep Krisztina de Châtel, diverse dansacademies en So You think You Can Dance. Motto van de choreograaf : in een wereld die steeds harder en onmenselijker wordt, moeten we ruimte maken voor persoonlijke, breekbare verhalen. Om die verhalen overtuigend voor ons te kunnen dansen, zijn telkens nieuwe dansers nodig. “Je wil je werk ontwikkelen, maar ook de dansers,” verklaart Janssen, en daarom startte ze twee jaar geleden Room for Talent. Elk seizoen krijgt een aantal dansstudenten de kans in haar programma mee te draaien: vlieguren maken, zeg maar. Die maken ze tijdens de technieklessen, de repetities en de complete serie voorstellingen. Daarnaast volgt elke stagiaire nog een traject op maat, waarbij hij of zij één-op-één wordt gecoacht door de choreograaf en de meest ervaren dansers uit de groep. “Wat kan deze danser vleugels geven ? Dat is de vraag waar het voor mij om draait. Ik wil geen klonen van mezelf zien op het toneel, ik wil dat er mensen staan die iets te vertellen hebben : over het leven in de stad bij I'm Here, over familiebanden in Álbum Familiar. Ze moeten elk hun stukje solo kunnen pakken, maar vooral ook teamspeler zijn, zich aan de groep kunnen committeren. Technische bagage, persoonlijkheid en creativiteit, dat zijn de dingen waarop ik let. Het is best intensief, maar het werpt wel zijn vruchten af.” Dat blijkt : alle jonge dansers die het afgelopen seizoen in het gezelschap meedraaiden hebben werk gevonden. Drie in het buitenland, twee in Conny Janssen Danst. Dit seizoen gaan er vier nieuwe jonge dansers bij haar van start. Die staan straks op het toneel, tussen de andere dansers. Een Conny Janssen Danst-2, zoals bij het Nederlands Dans Theater (dat met zijn talentengroep ook een belangrijke rol speelt in de Nederlandse dans), komt er niet: “Je hebt maar één Conny en die heeft maar één gezelschap. Ik denk juist dat het goed is als ervaren en jonge dansers zoveel mogelijk met elkaar matchen.”

Krisztina de Châtel (1943) werkt al haar hele leven mee aan het ontwikkelen van danstalent. “Vanaf het moment dat ik bij de groep van Koert Stuyf danste, heb ik daarnaast met studenten gewerkt. 's Morgens lesgeven en daarna je eigen stukken maken is een goede combinatie : in beide gevallen ben je bezig anderen iets te leren. Ik heb het jarenlang gedaan en heb er totaal geen spijt van.” Nu brengt De Châtel een nieuwe versie van twee choreografieën: Waltz (uit 2010) en Infinite (2011), met studenten van vier Nederlandse dansacademies. Oorlog vormt de inspiratiebron voor beide. In Infinite vullen sensuele klanken van Astor Piazzolla's tango's de ruimte, terwijl de dansers met doeken over hun gezicht en de handen in een vuist op de rug over het podium doormarcheren. In Waltz - de titel verwijst naar de oorlogsdocumentaire Waltz with Bashir van Ari Folman uit 2008 - horen we Johann Strauss' An der schönen blauen Donau en houdt iedereen de schone schijn op door stug door te dansen, als een gevoelloze machine. De Châtel : “Ik vind dat die twee stukken heel goed in deze tijd passen, met al die onthoofdingen en andere toestanden - het is idioot gewoon. Dat is de eerste reden om ze te hernemen, het onderwerp ligt heel dicht bij mijn ziel. Daarnaast zit er natuurlijk dansmateriaal in waarvan ik denk dat het nuttig is voor studenten, hoewel het niet makkelijk is : ze moeten goed tellen, er is partnerwerk en nauwgezet groepswerk.” Acht dansstudenten uit het laatste jaar selecteerde De Châtel na klassikale audities op elke academie. In vijf weken studeren zij samen met vier ervaren dansers haar stukken in en daarna dansen ze zeventien voorstellingen. “In die periode kun je natuurlijk geen echte Châteldansers van ze maken, maar we doen wat we kunnen. Ze werken met een professioneel team en ze doen ervaring op in alle onderdelen van het vak.” Maar De Châtels dansers doen nog meer. Vier van hen dansen ook in de gloednieuwe creatie Stairs op Simeon ten Holts Natalon in E, dat live wordt uitgevoerd door pianist Gerard Bouwhuis. De Châtel : “Het is een loodzwaar muziekstuk om te spelen, echt heel heftig. Gedanst wordt op een trap : op en neer, met stoere bewegingen en zitten, springen, kruipen, draaien.” De andere dansers werken mee aan de workshops die in zeven steden worden georganiseerd. Daarin krijgen telkens twintig amateurdansers de kans Châtelpassen aan te leren en die voorafgaand aan de voorstelling op het podium te presenteren : Infinite en masse. Kortom, een hele nieuwe lichting dansers staat samen met doorgewinterde professionals klaar om voor onze ogen kunst te maken van hun passie. Een prachtig begin van een nieuw dansseizoen.

Phobia Club Guy & Roni & EN-KNAP vr 18 & za 19 sep, 20.30 uur > programmaboekje p.10 Waltz / Infinite & Stairs (première) De Châtel sur place / Krisztina de Châtel vr 25 sep, 20.30 uur > programmaboejkje p.14 SAPPERDEFLAP (6+) Introdans Ensemble voor de Jeugd zo 25 okt, 15.00 uur > programmaboekje p. 24 HENRY Scapino Ballet Rotterdam ma 26 & di 27 okt, 20.30 uur > programmaboekje p. 25 Benefiet Balletgala Stichting Dansersfonds '79 ma 16 nov, 20.00 uur > programmaboekje p. 32 I'M HERE & Álbum familiar Conny Janssen Danst zo 29 & ma 30 nov, 20.30 uur > programmaboekje p. 35 School of Thought Nederlands Dans Theater 1 di 8, wo 9 & do 10 dec, 19.00 uur + 21.00 uur > programmaboekje p. 39 Sheering the Wolves Nederlands Dans Theater 2 zo 13 & ma 14 dec, 20.30 uur > programmaboekje p. 39

11


Les Particules élémentaires, foto: Simon Gosselin

PORTRET

WAANZINNIGE ENERGIE DOOR ROBBERT VAN HEUVEN

12


Stadsschouwburg Amsterdam geeft regelmatig een podium aan nieuw internationaal talent, of dat nou de Amerikaanse choreograaf Richard Siegal of de Franse regisseur Julien Gosselin is. “Het is belangrijk nieuw talent naast oude iconen te tonen.”

Als een lopend vuurtje ging zijn naam door de straten en steegjes van Avignon. Zijn voorstelling Les Particules élémentaires (Elementaire deeltjes) was in 2013 dé hit van het internationale theaterfestival in de Zuid-Franse Stad. De toen 26-jarige Franse regisseur Julien Gosselin werd tot de nieuwe theaterbelofte van Frankrijk gebombardeerd. “Frankrijk richt zich op”, verzuchtte een commentator zelfs, met een knipoog naar een uitspraak van Generaal De Gaulle en verwijzend naar de jaren van artistieke droogte als het gaat om baanbrekende theaterregisseurs. Dankzij het succes op Avignon maakte Les Particules élémentaires een grote wereldtournee. De laatste stop daarvan is de Amsterdamse Stadsschouwburg. Gosselin zag met lichte verbazing aan hoe hij tot voorman van een nieuwe, frisse generatie van Franse theatermakers werd gelanceerd. “Ik heb niet het gevoel dat ik bij een bepaalde generatie hoor”, zei hij tegen de Franse krant Le Monde. “Dat kan nog komen. Later. Maar ik weet wel dat ik in een totaal andere wereld ben geboren dan hen die nu 35 zijn.” Precies dat besef maakt Les Particules élémentaires zo’n bijzondere voorstelling. Gosselin bewerkte het gelijknamige boek van Michel Houellebecq uit 1998 als eerste in Frankrijk voor het toneel. Behalve de vraag wat de verworvenheden van de seksuele revolutie zijn, speelt het artificieel verbeteren van de mens en zijn dna een belangrijke rol in het boek. Was dat laatste in 1998 nog een soort van science fiction, voor de generatie van Gosselin is dat een alledaagse werkelijkheid. Daardoor kan Gosselins jonge groep acteurs niet alleen commentaar leveren op het wereldbeeld van de generatie van 1968, maar ook op dat van Houellebecq in 1998. “Misschien moet deze voorstelling juist nu door een nieuwe generatie gespeeld worden”, zegt René van der Pluijm. Van der Pluijm is Hoofd Programmering bij de Stadsschouwburg en haalt Les Particules élémentaires dit najaar naar zijn theater. “Gosselin doet dat bovendien in een vorm die fris en open is, met video en met popmuziek die de voorstelling voortstuwt.” Het tonen van internationaal talent vindt Van der Pluijm een belangrijke taak van de Stadsschouwburg. “Jonge mensen als Gosselin hebben nog geen grote theaterorganisatie achter zich. Wij kunnen hen als theater helpen door hen een speelplek te bieden en hen bij ons publiek onder de aandacht te brengen. Het is ook belangrijk deze talenten niet een enkele keer te tonen, maar juist iemand langere tijd te volgen om zo zijn ontwikkeling te laten zien. We gaan dus in ieder geval ook Gosselins volgende project tonen.” Het jonge internationale aanbod is een mooie aanvulling op wat er in de Nederlandse podiumkunsten gebeurt, denkt Van der Pluijm : “Er zijn nog maar weinig theaters in Nederland die internationaal programmeren. Wat internationaal wordt gecreëerd, is heel anders

dan wat de grote gezelschappen in Nederland maken. Al zijn ons huisgezelschap Toneelgroep Amsterdam en TA-directeur Ivo van Hove daar dan weer een uitzondering op. Er zijn in Nederland bovendien maar weinig jonge makers die in grote zaal werken op de manier waarop Gosselin dat doet.”

Les Particules élémentaires (NL première) Julien Gosselin zo 20 t/m di 22 sep, 19.30 uur > programmaboekje p. 11

Niet alleen op theatergebied, maar ook op het gebied van de dans wil de Stadsschouwburg nieuw talent laten zien, vertelt Anita van Dolen, verantwoordelijk voor de dansprogrammering. “We tonen hier natuurlijk de grote iconen van de dans : Alain Platel, Lucinda Childs, Meg Stuart, Anne Teresa De Keersmaeker. Zij werden zo groot, omdat zij met hun werk reageerden op de generatie voor hen. Dat doet een nieuwe generatie ook weer. Het is daarom belangrijk om nieuw talent naast oude iconen te tonen. Zo lever je als theater een bijdrage aan de evolutie van de dans.”

Model (NL première) Richard Siegal di 3 & wo 4 nov, 20.30 uur > programmaboekje p. 28

Een van die nieuwe talenten is Richard Siegal. De Amerikaan begon als danser bij William Forsythe, maar ging vervolgens ook zelf choreografieën maken. Inmiddels is zijn ster rijzende, zowel met het werk dat hij maakt bij prestigieuze danshuizen als met zijn eigen gezelschap The Bakery. Van Dolen: “De invloeden van Forsythe vind je terug in het werk van Siegal. Hij borduurt voort op de academische traditie, maar geeft daar een eigen draai aan door gebruik te maken van hedendaagse elektronische muziek, video en licht. Door die elementen en de ruimte van de grote zaal in combinatie met staccato afgebroken bewegingen, ontstaat een dynamisch en sexy geheel. Het heeft een waanzinnige energie en er wordt technisch heel erg goed gedanst. Door de klassieke vorm een eigen draai te geven draagt hij bij aan de ontwikkeling van de dans, en spreekt hij ook een nieuwe generatie publiek aan." De voorstelling Model die in Amsterdam te zien is, maakte Siegal bij het Bayerische Staatsballett in München, voor het eerst in Nederland te zien. Siegal stelde een eigen groep samen met dansers van het ballet en van The Bakery.

Golden Hours (As you like it) (NL première) Anne Teresa De Keersmaeker wo 21 & do 22 okt, 20.00 uur > programmaboekje p. 22 Fase, Four Movements to the Music of Steve Reich Anne Teresa De Keersmaeker za 24 okt, 20.00 uur > programmaboekje p. 22 En avant, marche! (NL première) Alain Platel en Franck van Laecke vr 30 & za 31 okt, 20.30 uur > programmaboekje p. 26 Absoluut Amerika Introdans danst o.a. Lucinda Childs ma 25 apr, 20.30 uur

Net als Van der Pluijm vindt ook Van Dolen dat de Stadsschouwburg een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van jonge, internationale vernieuwers. “Er zijn maar weinig jonge choreografen die werk maken voor de grote zaal. Gelukkig gebeurt het steeds vaker dat jonge talenten door een groot huis worden gevraagd om iets te maken. Dat stelt hen in staat om eens met dertig goed getrainde dansers in een grote ruimte te werken. Dat krijg je als jong talent met een kleine projectsubsidie niet voor elkaar. Aan die ontwikkeling kunnen we als Stadsschouwburg bijdragen door ons podium beschikbaar te stellen.” Dat is niet alleen interessant voor de makers, maar ook voor het publiek. Van Dolen: “Wat is er leuker dan in Stadsschouwburg een spraakmakend talent te ontdekken?” 13


Cultuur een warm hart toedragen

en Amsterdam internationaal op de kaart zetten.

Rabobank draagt cultuur een warm hart toe. Amsterdam heeft een uniek aanbod aan kunst en cultuur en dit is belangrijk voor haar (internationale) uitstraling. Mede daarom zijn wij Founding partner van Stadsschouwburg Amsterdam. De Stadsschouwburg is een toonaangevende instelling met een actuele en diverse programmering, met topgezelschappen uit binnen- en buitenland.

Een aandeel in elkaar


ADVERTORIAL

RABOBANK AMSTERDAM OMARMT JULIEN GOSSELIN

Maarten Rosenberg, Directeur Bedrijven van Rabobank Amsterdam, vertelt : “Rabobank Amsterdam ondersteunt de ambities van Stadsschouwburg Amsterdam. Eén van de speerpunten in de samenwerking is de internationale programmering. Wij hechten veel waarde aan de (internationale) uitstraling van de stad Amsterdam als interessante vestigingsplek voor mensen en bedrijven. Rabobank omarmt een aantal van de veelbelovende makers die de schouwburg uit het buitenland naar Nederland haalt, voor voorstellingen die vaak enkel in Amsterdam te zien zijn.”

Melle Daamen, directeur Stadsschouwburg Amsterdam : “De Stadsschouwburg heeft als ambitie het Nederlandse huis van het theater zijn. Waar al het belangwekkende theater uit Nederland en de wereld te zien is, waar de geest geprikkeld wordt en waar goede gesprekken gevoerd worden, op en naast het podium. Wij willen laten zien wat er in de wereld gebeurt. Daar is publiek voor, zéker in Amsterdam. Wij voelen ons zeer gesteund door de vaak volle zalen bij onze internationale voorstellingen en festivals. Om deze ambitie te verwezenlijken, is de steun van Rabobank Amsterdam voor ons onontbeerlijk. Daarmee kunnen wij veelbelovende makers uit het buitenland in de schouwburg presenteren.”

Les Particules élémentaires, foto: Simon Gosselin

De Franse regisseur Julien Gosselin is zo'n maker. Hij geldt als de grote belofte van het Europese toneel. In 2013 was hij met zijn 26 jaar de jongste regisseur op het zeer prestigieuze Festival van Avignon. Hij debuteerde er met Les Particules élémentaires (Elementaire deeltjes), naar de beruchte roman van Michel Houellebecq. Het sloeg in als een bom. Iedereen wilde het zien. “Een coup d'éclat”, noemde Le Monde het, een triomf. “Waarom teruggrijpen op de Grieken of de mythologie als je een grandioze recente tekst hebt die het heden bij zijn lurven pakt?”, vroeg Gosselin zich luidop af in een interview met NRC Handelsblad. Over de voorstelling schreef de krant: “Vier uur lang weten de elf spelers zonder probleem een kritisch, jong publiek te boeien. Houellebecqs teksten worden nog beter. Zijn onderkoelde humor wordt nog scherper. Na de staande ovaties bleef het publiek verdacht stil.” Stadsschouwburg Amsterdam haalt dat indrukwekkende festivaldebuut nu naar Nederland voor de Nederlandse première, exclusief te zien in Amsterdam, van zondag 20 t/m dinsdag 22 september 2015.

RABOBANK AMSTERDAM IS FOUNDING PARTNER VAN STADSSCHOUWBURG AMSTERDAM. 15


PORTRET

FOCUS: LARS NORÉN EN EUGENE O’NEILL DOOR VINCENT KOUTERS

Vincent Kouters: “Een perfecte, emotionele storm, die even uitputtend als indrukwekkend is om te zien.”

16


De Zweed Lars Norén werd bekend met een zijn beklemmende familiedrama’s in de traditie van de (door Norén bewonderde) Amerikaanse schrijver Eugene O’Neill. Een interessante connectie waar we dit jaar aandacht aan besteden door meerdere stukken van Norén en O’Neill te laten zien en met een speciaal programma, Focus Lars Norén.

Het beste toneelwerk van Eugene O'Neill (1888-1953) toont de familie als gesloten inrichting. Ontsnappen is de enige redding, maar dat lukt uiteindelijk niemand. Voor inspiratie heeft O'Neill nooit ver hoeven zoeken. Het leven van de schrijver zelf leest als een van die beklemmende familietragedies die hij schreef. Depressies, tuberculose, alcoholisme, angsten, een autoritaire vader, een verslaafde moeder, een verstoten dochter, weinig bleef de Nobelprijswinnaar bespaard. Een hoogtepunt in zijn oeuvre is het autobiografische Long Day's Journey Into Night (1956), over zijn miserabele jeugd. Zo erg was het, dat ook anderen met O’Neills biografie aan de haal gingen. De Zweedse toneelschrijver en O’Neill-adept Lars Norén (1944) waagde zich in 1991 aan Och ge oss skuggorna (‘En geef ons de schaduwen’) : een waarheidsgetrouw portret van Eugene O’Neill als grumpy old man die zijn naasten terroriseert. Norén, eveneens bekend om zijn vlijmscherpe familietragedies, laat hierin weinig heel van de O’Neills. Uitvoeringen van beide stukken zijn dit najaar te zien in Stads­ schouwburg Amsterdam. Evenals Een soort Hades, een later werk van Norén, waarin hij een groep patiënten in een gesloten inrichting opvoert, figuren die stuk voor stuk ooit uit zo’n disfunctionele familie ontsnapt zijn, maar dat met hun geestelijke gezondheid hebben moeten bekopen. Uiteindelijk behandelen deze drie voorstellingen dezelfde mythe : de maakbaarheid van het geluk. Lange dagreis naar de nacht (Toneelgroep Amsterdam, regie: Ivo van Hove) is een gedetailleerd verslag van één lange dag uit het leven van de familie Tyrone, zoals O’Neill zijn eigen gezin heeft omgedoopt. Alle vier hebben een eigen verslaving, waarmee ze hun onvermogen om het leven naar hun hand te zetten, trachten te verhullen. Vader Tyrone is een alcoholist en toneelspeler en als zodanig verslaafd aan de leugen. Moeders lievelingsdrug is de morfine. Zoon Jamie, een mislukt acteur, is verslaafd aan de rancune en vergiftigt zichzelf met steeds grotere doses haat. Zoon Edmund ten slotte, de toneelversie van O’Neill zelf, komt er nog het beste vanaf. Eveneens een zware drinker, maar behept met een hang naar donkere Romantiek en tuberculoselijder. En als zodanig meelijwekkend. Het viertal, noodgedwongen tot elkaar veroordeeld, draait om elkaar heen en lijkt vast te zitten in een carrousel van afgunst en verwijten. Met de drank als katalysator belanden ze in een perfecte, emotionele storm, die even uitputtend als indrukwekkend is om te zien en waarmee O’ Neill de grote conflicten, die in de meeste families doorgaans onbesproken blijven, genadeloos blootlegt. Hij won er postuum een Pulitzerprijs voor. Want zo genadeloos vond hij ook zelf het stuk, dat hij bepaalde dat het pas 25 jaar na zijn dood opgevoerd mocht worden. Zijn derde vrouw Carlotta stak hier evenwel een stokje voor. Zodat het al in 1956 gepubliceerd werd en tegelijk zijn wereldpremière beleefde bij het Stockholmse gezelschap Dramaten. In Zweden genoot O’Neill destijds grote bekendheid, groter dan in zijn thuisland. Datzelfde Dramaten komt nu dit najaar naar de Amsterdamse Stadsschouwburg met een gloednieuwe uitvoering van Och ge

oss skuggorna (O’Neill : En geef ons de schaduwen) van Norén. Hierin corrigeert hij het enigszins rooskleurige beeld dat O’Neill van zichzelf schetste in Lange dagreis naar de nacht. Want wat blijkt ? Zo vader, zo zoon. In dit stuk is Eugene O'Neill (geen andere namen dit keer) zelf vader. Ook Norén beschrijft in zijn stuk één lange dag. Om precies te zijn : 16 oktober 1949, O’Neills 61e verjaardag. Zijn volwassenen zoons Eugene jr. en Shane komen langs en zijn de onwillige getuigen van de destructie van het huwelijk tussen O’Neill en Carlotta. De grote schrijver komt daarbij naar voren als een volwassen kind, een man die wordt geleefd door zijn onzekerheden en faalangst over zijn werk, en ondertussen compleet faalt als vader en echtgenoot. Of hij het zelf zo zou zien, zullen we nooit weten, maar O’Neill : En geef ons de schaduwen is een eerbetoon van Norén aan de door hem bewonderde O’Neill. De thematische en stilistische verwant­ schap tussen de twee schrijvers is treffend en wordt tot het uiterste doorgevoerd. Het stuk past perfect in hun beider oeuvre. De personages spreken in citaten uit O’Neills werk, en verwijzen voortdurend naar gebeurtenissen en anekdotes uit Lange dagreis naar de nacht. Het naturalisme, een stroming die ten grondslag ligt aan het werk van beide schrijvers, heeft ook hier het laatste woord: een mensenleven ligt geketend aan de wetten van erfelijkheid en milieu en aan dat noodlot valt onmogelijk te ontsnappen.

Focus Lars Norén ma 26 okt, 20.00 uur > programmaboekje p. 24 Och ge oss skuggorna (En geef ons de schaduwen) (NL première) Dramaten / Eirik Stubø di 10 & wo 11 nov, 19.30 uur > programmaboekje p. 30 Een soort Hades (première) Theater Utrecht / Thibaud Delpeut ma 23, di 24 nov (première) & vr 22 jan, 20.30 uur > programmaboekje p. 33 Lange dagreis naar de nacht Toneelgroep Amsterdam / Ivo van Hove wo 2 t/m vr 4 & di 8 t/m za 12 dec, 19.30 uur / zo 6 dec, 16.00 uur > programmaboekje p. 37

En geef ons de schaduwen vormde een keerpunt in het oeuvre van Norén. Hierna zou hij zich afkeren van de naturalistische familietragedies en ontpopte hij zich als vertolker van de verliezers van de samenleving. Gedetineerden, drugsverslaafden en patiënten kregen in zijn werk het woord. Voor het eerst was dat goed te zien in Een soort Hades (1994), dat dit najaar in première gaat in de Stadsschouwburg in een uitvoering door Theater Utrecht, een regie van Thibaud Delpeut. Het stuk is gesitueerd in een kliniek, waar gekken en depressie­ velingen, bezoekers en artsen hun dagen slijten. Tientallen figuren voert Norén op: dement, getraumatiseerd, nymfomaan, impotent, eenzaam. Tijdens de wereldpremière in 1994, destijds in Nederland bij Toneelgroep Amsterdam, liet Gerardjan Rijnders het stuk spelen door maar liefst 25 acteurs. Delpeut doet het nu met 15, nog altijd een podium vol. In een van licht en lichtheid verstoken onderwereld, zoals de titel suggereert, worden deze verschop­pelingen gedwongen samen te leven. En wederom, zoals in de familiedrama’s, is de vraag of deze mensen mogen hopen op een beetje geluk. Het ontmoedigende antwoord van Norén en O’Neill, in navolging van Aristoteles, is dat het ware geluk besloten ligt in de tragedie. Geen geluk zonder ongeluk. Zowel in het theater als in het echte leven. Naar aanleiding van deze voorstellingen organiseert de Stadsschouwburg op ma 26 oktober een speciaal programma rond het werk van Lars Norén. Een avond interessante gesprekken met kenners van het werk van Norén (o.a. Norén-vertaler Karst Woudstra, regisseur Thibaud Delpeut en acteur Hein van der Heijden), voor iedereen die er liefhebber van is of het beter wil leren kennen.

17


INTERVIEW

EEN PLEK VOOR KRUISBESTUIVING DOOR AN CARDOEN

18


We moeten als Stadsschouwburg oog hebben voor de wereld om ons heen, reageren, agenderen, en, waarom niet, stelling nemen. En op zijn minst : het gesprek openen. Producent Wiepke Westbroek over Expanding Theatre in de Stadsschouwburg: wat is het en waarom doen we het.

Meer dan tien jaar geleden bedacht directeur Melle Daamen een nieuwe programmaserie voor de Stadsschouwburg, Expanding Theatre : “In de schouwburg lag toen teveel de nadruk op de traditionele theaterprogrammering. Daarmee liepen we achter op wat er om ons heen gebeurde. Wat ik wilde, was ruimte geven aan film, beeldende kunst, nieuwe media, politiek en actualiteit. Ik wilde de grenzen van dit theater verkennen. Ik wilde dat de Stadsschouwburg een plek werd die interessant is voor iedereen. Waar je kunt discussiëren, blijven hangen, waar gedanst kan worden. Een culturele ontmoetingsplek.” Door zijn (soms experimentele) aard is Expanding Theatre enorm divers en niet makkelijk in een hokje te stoppen. Van Het Eerste Amsterdamse Sinterklaasgala voor Volwassenen – een ouderwets strenge avond over deugd en ondeugd – tot TEDx, de wereld­ beroemde ideeënconferentie. Van Exploding China – over de explosieve ontwikkeling van dat land – tot de Jonge Schrijversavond - een avond met talentvolle jonge schrijvers. De lijst is heel lang. Achter de schermen werkt een klein team heel hard aan die pro­ gramma's. Producent Wiepke Westbroek is samen met Melle Daamen vanaf het begin een drijvende kracht achter Expanding Theatre. (Daamen : “Het is echt nodig om een kei van een pro­ ducent te hebben. En Wiepke is zo'n kei.”) Westbroek is betrokken vanaf het prille idee tot het daadwerkelijk organiseren van het evenement. Ze neemt ons mee naar de beginjaren en de gedachte achter Expanding Theatre. Wiepke Westbroek : “ De diversiteit van Expanding Theatre komt door de organische groei van het idee. Het begon, ruim tien jaar geleden, met een aantal kleine evenementen zoals De avond van de slechte bandjes van Lost & Found, een avond over verloren cassettebandjes met 250 bezoekers, afgewisseld met groot­ schaligere. Zoals het Europa Debat van happyChaos (1099 bezoekers), Zelda, Scott and Ernest met het John Adams Institute (697 bezoekers) of de Nacht van het Terrorisme (11 september 2004, 300 bezoekers). Het was echt pionieren in het bolwerk van het theater. Die organisaties uit de beginjaren weten trouwens nog steeds de weg naar de schouwburg te vinden.” “De allereerste ‘officiële’ Expanding Theatre-avond was Afterism, een groot feest ter afsluiting van de Museumnacht 2001, met muziek- en dansacts en 1000 bezoekers in het hele gebouw. Toen ik erbij kwam, was dat voor Blind Date, waarvan we zes edities hebben georganiseerd. Iedere bezoeker had een één-op-één gesprek met een meer of minder bekende Nederlander over een controversieel, maar herkenbaar thema, bijvoorbeeld jaloezie. Aan kleine tafeltjes, maximaal 15 minuten per gesprek. “We moesten al doende het wiel uitvinden, maar Blind Date was al heel erg Expanding Theatre : een programma rijk aan inhoud, dat door de bijzondere setting verder gaat dan de clichés over een thema en waarbij de bezoeker zelf actief is. En het werkte. Na afloop gonsde het aan de bar van de gesprekken over de thema's. “Dat is Expanding Theatre, idealiter : een combinatie van serieuze onderwerpen en goed vermaak, waarbij het hele gebouw gebruikt wordt, de toeschouwer actief mee kan doen en het gesprek op gang wordt gebracht.” “Het waren memorabele avonden, ondanks de nog wat lagere bezoekcijfers (de eerste keer 217 bezoekers). Mensen moesten Expanding Theatre nog weten te vinden en leren kennen in die tijd.”

“Toen zijn we gaan doorexperimenteren. We zochten naar wat we allemaal konden doen met dit klassieke theater. We werken vaak samen met interessante partners. De reikwijdte is enorm: van jongerencultuur, zoals Drop Die Shit samen met de Melkweg tot beeldende kunst, zoals De Grote Kunstshow die we nu al drie jaar organiseren samen met Johan Idema en Nina Folkersma. Een kennismaking met beeldende kunst, niet in een museum, maar in het theater.” “Er zijn een aantal programma's die al heel lang meegaan. Het Eerste Amsterdamse Sinterklaasgala voor Volwassenen, bij uitstek. Het was een idee van Melle, die het oorspronkelijke Sinterklaasfeest, met zijn rituelen rond deugd en ondeugd, in ere wilde herstellen. Na het serieuze zaalprogramma, waarin zich misdragende publieke figuren op de korrel werden genomen door Sinterklaas (jarenlang was dat Hans Kesting) en bekende gastsprekers, mocht iedereen los in het gebouw voor feest met oud-Hollandse spelletjes. Het is ook een voorbeeld van de zoektocht naar een goede balans tussen ernst en vermaak.” “Deze Expanding Theatre-evenementen zijn belangrijk, vinden wij. Voor de stad. Voor de schouwburg en zijn bezoekers. Maar ook voor het theater in brede zin. Wij willen daarin een gidsfunctie vervullen. De wereld verandert, het publiek verandert. Theaters krijgen een andere rol. Ze moeten oog hebben voor de wereld om hen heen, reageren, agenderen, misschien ook, waarom niet, stelling nemen. Op zijn minst : het gesprek openen. Onze kracht is dat we de connecties, de expertise en de plek hebben om kruisbestuivingen op gang te brengen. Door samen te werken met andere organisaties, wetenschappers, journalisten, kunste­naars en creatieve denkers.” De al genoemde Grote Kunstshow is daar een goed voorbeeld van, maar ook het Gala van de Weten­schap, waar topwetenschappers ingaan op actuele kwesties. Of What Design Can Do, een designconferentie over de impact van design op milieu en samenleving. De Verleiding en de Verantwoordelijkheid, met de top van het OM en de advocatuur. Het Grote Interviewgala, met 's lands bekendste journalisten. Of De Staat van de Stad, een stand van zaken over het leven in Amsterdam, samen met Pakhuis de Zwijger en de Gemeente. Westbroek: “Daar is dus enorm veel publiek voor, dat niet altijd, maar wel vaak, zijn weg naar de schouwburg vindt. En meer dan genoeg creatieve denkers die langskomen met goede ideeën. We begonnen met 4 à 5 programma's per jaar, nu zijn het er gemakkelijk 20. And counting.” Daamen : “Expanding Theatre wordt wel eens vergeleken met wat er gebeurt in de Balie. Maar Expanding is veel grootschaliger. Voor ons wordt het pas interessant als we de Balie drie keer uitverkopen. Dat impliceert een andere opzet van de avond.” Westbroek: “Expanding Theatre kan een cruciale aanvullende rol spelen op onze theater - en dansprogrammering - waarin we óók bewust kiezen voor theater - en dansmakers die reflecteren op de wereld om hen heen en ons met hun voorstellingen aan het denken zetten. We willen inhoud bieden. Nieuwe invalshoeken aanreiken. Wij nodigen iedereen uit voor het gesprek. Ik geloof zelf dat we zo een heel klein beetje meewerken aan een betere wereld. Dat is de rol van een theater als de schouwburg in de hedendaagse samenleving : meer dan brood en spelen – op zoek gaan naar de noodzaak.”

Programma najaar 2015 Vrij Nederland: Verzet en Vernieuwing za 12 sep, 19.30 uur > programmaboekje p. 9 De Verleiding en de Verantwoordelijkheid Openbaar Ministerie & De Orde van Advocaten & Stadsschouwburg Amsterdam do 8 okt, 20.30 uur > programmaboekje p. 19 SiS 2015 Opzij ma 12 okt, 16.00 uur > programmaboekje p. 20 Big Brother Awards Bits of Freedom wo 28 okt, 20.00 uur > programmaboekje p. 25 Playgrounds International Digital Arts Festival do 5 & vr 6 nov > programmaboekje p. 29 Opo Kondre (40 jaar onafhankelijkheid Suriname) Stadsschouwburg Amsterdam & Urban Myth wo 25 nov, 20.30 uur > programmaboekje p. 33 TEDxAmsterdam vr 27 nov > programmaboekje p. 34 Gala van de Wetenschap Het Parool & Folia & New Scientist & Stadsschouwburg Amsterdam za 28 nov, 20.00 uur > programmaboekje p. 34 Het eerste Amsterdamse Sinterklaasgala voor Volwassenen Stadsschouwburg Amsterdam za 5 dec, 20.00 uur > programmaboekje p. 338 De Nachtmis Stadsschouwburg Amsterdam & Urban Myth do 24 dec, 22.00 uur > programmaboekje p. 42

Daamen : “Sommige mensen vinden Expanding Theatre een theater­ vreemde activiteit. Maar vergeet niet dat de basis en historie van toneel is om het publiek te confronteren met nieuwe zienswijze op hun bestaan. Dat doet Expanding Theatre.” 19


UITGELICHT

foto: Kurt van der Elst

foto: Jan Versweyveld

TONEEL

TONEEL

DE BLINDEN (NL PREMIÈRE)

DE STILLE KRACHT (NL PREMIÈRE)

HET TONEELHUIS / GUY CASSIERS

TONEELGROEP AMSTERDAM / IVO VAN HOVE

Een krachtige parabel over verantwoordelijkheid en macht. In 2014 maakte het Toneelhuis - het belangrijkste gezelschap van Vlaanderen - een grootschalige, eenmalige productie, met alle makers (o.a. Olympique Dramatique, FC Bergman en Abke Haring) en acteurs van het huis, geregisseerd door artistiek leider Guy Cassiers. Zo groots opgezet dat de voorstelling normaal niet op tournee gaat. Wij halen hem tóch naar Amsterdam.

Ivo van Hove regisseert een Nederlandse literaire klassieker. Toneelgroep Amsterdam brengt de visionaire roman van Louis Couperus in een omvangrijke coproductie met de Ruhrtriënnale (geleid door Johan Simons).

In De blinden (1890) van Maurice Maeterlinck wordt een groep blinden in een bos achtergelaten door de gids. Ze beseffen dat ze op zichzelf zijn aangewezen. Cassiers maakt er een krachtige parabel van over de maatschappelijke onzekerheid bij het wegvallen van een politieke leider, een statement over verantwoordelijkheid en macht.

De stille kracht (1900) speelt zich af in Nederlands-Indië en plaatst de kolonisator tegenover de ‘stille kracht’ van de Indische cultuur. De westerling slaagt er niet in de Indische cultuur te overheersen. Wat rest is de machteloze westerse mens in het Indische woud. Regisseur Van Hove : “Couperus behandelt thema’s die Nederland ver overstijgen. Als een ware kosmopoliet schrijft hij over mensen die een te nauwe kijk op het leven hebben. Juist nu heeft de wereld schrijvers als Couperus nodig.” do 1 t/m za 3 & wo 7 t/m za 10 okt, 20.00 uur / zo 4 & zo 11 okt, 16.00 uur > programmaboekje p. 16

di 29 & wo 30 sep, 20.30 uur > programmaboekje p. 14

foto: Anne van Aerschot

EXPANDING THEATRE

DE VERLEIDING EN DE VERANTWOORDELIJKHEID OPENBAAR MINISTERIE & ORDE VAN ADVOCATEN & STADSSCHOUWBURG AMSTERDAM

De top van het OM en de advocatuur over de verlokkingen van fraude. Deze tweede Expanding Theatre-avond van de Stadsschouwburg samen met de top van het Openbaar Ministerie en de Orde van Advocaten gaat over de eigen verantwoordelijkheid voor de rechtstaat. Betrokkenen op het hoogste niveau worden aan de tand gevoeld over de verleiding om zaken te doen met organisaties of mensen die het wat minder ernstig nemen met die rechtstaat - van zwartwerkers tot vastgoedfraude. Acteur Pierre Bokma speelt zijn monoloog uit DE VERLEIDERS, een theatervoorstelling over de misstanden in de bankensector. do 8 okt, 20.30 uur > programmaboekje p. 19

DANS

GOLDEN HOURS (AS YOU LIKE IT) (NL PREMIÈRE)

ROSAS / ANNE TERESA DE KEERSMAEKER Anne Teresa De Keersmaeker drukt al drie decennia haar stempel op de hedendaagse dans. Zelfs haar vroegste werken worden beschouwd als mijlpalen en na ruim dertig jaar nog steeds gedanst voor volle zalen. Naast de muziek van Brian Eno's album Another Green World (1975) is Shakespeares komedie As You Like It de inspiratiebron voor Golden Hours. In As You Like It vluchten een aantal verliefde koppels naar het mysterieuze woud van Arden, waar geen tijd bestaat. In deze voor­ stelling brengt De Keersmaeker dans, de poëzie van Shakespeare en de muziek van Brian Eno samen. We halen ook één van De Keersmaekers grote klassiekers naar Amsterdam, waarin ze zelf meedanst: Fase, Four Movements to the Music of Steve Reich, op za 24 oktober om 20.00 uur. wo 21 & do 22 okt, 20.00 uur > programmaboekje p. 22

20


ETEN EN DRINKEN

DE GEEST ÉN HET LICHAAM VOEDEN: DE (NIEUWE) TANDEMCHEFS VAN STANISLAVSKI

De theaterzalen van de schouwburg zijn een plek waar de geest gevoed wordt. Ons café-restaurant sluit aan met een eetfilosofie die daarbij past. Want vorige zomer begon de Stadsschouwburg met het vernieuwen van zijn café-restaurant Stanislavski. Belangrijk onderdeel van die vernieuwing is de keuken. Met sinds begin dit jaar een nieuwe chef, of beter: twee nieuwe chefs, Anna Brandon en Elmer Kesseler. Een interview met Anna Brandon. Hokjesstopperij is eigenlijk nooit goed, en het eten van Brandon en Kesseler laat zich ook niet in hokjes stoppen, maar de richting waarin het zit is licht, gezond, slow, rauw (en lekker). Brandon en Kesseler - die samen de tandemchefs vormen - hebben sterke ideeën over ‘goed eten’. Ze gebruiken pure, biologische en gezonde ingrediënten, zoveel mogelijk locaal geteeld, en wijn van veelal kleine wijnmakers met hart voor hun product. Anna Brandon: “Stanislavski vraagt om een specifieke visie op wat je serveert. Het café-restaurant ligt op een kruispunt in de stad en trekt een breed publiek, inclusief toeristen. Maar het is ook de Stadsschouwburg, een culturele ontmoetingsplek voor creatieve mensen en kritische denkers. Daar koken wij bewust voor: licht en natuurlijk. Geen zware kost waar je loom van wordt. Wij zorgen voor energierijk voedsel, dat je niet verdooft als je de voorstelling ingaat. Zoals in de Japanse keuken: voedsel voor een wakkere geest. En ook voor de toeristen is het een opkikker tijdens een lange, vermoeiende dag in de stad.”

“De seizoensproducten zijn altijd leidend. Bij een boer in Osdorp halen we bijvoorbeeld de kruiden en veel groenten. Het vlees komt van een slager in Weesp die zelf de dieren zelf ook weer uit zijn ‘achtertuin’ haalt. Dat is ook gewoon het meest logische om te doen, vinden wij.” “De gerechten komen heel erg uit onszelf. We hebben duidelijke ideeën maar zijn niet orthodox. We bedenken eerst wat we mensen willen presenteren, hier op deze plek in de stad. Niet te freaky, daar gaat het ook niet om, sommige gerechten moeten gangbaar zijn. We geven er altijd onze eigen draai aan. Zo serveren we onze eigen versie van het klassieke ‘continental breakfast’, met o.a. zuurdesembrood en een glaasje kefir.” “Wat we in Stanislavski op de kaart zetten, hoort niet thuis in één keuken. Ik ben een intuïtieve, natuurlijke kok en zo komen onze gerechten ook tot stand, organisch.” We gaan op zoek naar pure smaken en gaan heel bewust om met de ingrediënten. Over alles denken we opnieuw na. We willen niet klakkeloos bestaande technieken en ingrediënten overnemen, maar ons altijd afvragen: is dit nodig? En hoe kan het anders? Zo kom je op hele verrassende alternatieven. En dat zorgt dan weer voor onverwachte creaties. We willen dat mensen de verschillende smaken en de texturen op hun bord beleven.”

21


ZOMER IN BEELD Zo zag de zomer in de schouwburg eruit. Veel zon, en ook regen. Er werd achter de schermen hard gewerkt door onze technici en voor de schermen door onze horecamedewerkers in Stanislavski. Er waren (nitro-)ijsjes in Felicia. Er waren blije gezichten tijdens de Vakantie Theater en Dans Dagen. En ook verdriet (toen de grande dame van het Nederlandse toneel, Ellen Vogel, overleed). Er was urban dance. En natuurlijk: theater.

1.

2.

5.

6.

10.

11. 22


3.

4.

9.

7.

8.

12.

13. 1. De Zomertuin, het eerste Amsterdamse pop-up park, op ons Ajaxterras. | 2. En beneden het zonnige terras van Stanislavski. | 3. Picknicken in het Vondelpark tijdens de Vakantie Theater dagen.| 4. Wrecking Crew Orchestra tijdens Summer Dance Forever. | 5. Toneelgroep Amsterdam speelt Song from Far Away (foto: Jan Versweyveld). | 6. Ellen Vogel (1922-2015) voor haar schilderij, dat in de schouwburg hangt (foto Hans Peters, Anefo). | 7. Voor hen die op kantoor zaten, waren er zonnebloemen. | 8. Toneelgroep Amsterdam speelt La voix humaine (foto: Jan Versweyveld). | 9. Het Leidsche plein in den motregen. | 10. Zomer betekent ook: groot onderhoud. En opruimen. | 11. Wegens verbouwing ging de kassa mobiel. De pluchen bank beviel goed. | 12. Kunst! Christian Falkner en Aleschija Seibt in de SSBA Salon. | 13. En we zitten weer in De Zomertuin!

23


FEST

22, 23, 24, 29, 30 SEPTEMBER & 1, 2 OKTOBER

UNSER DORF SOLL SCHÖNER WERDEN DI 2 / 09 & WO 23 / 09

WE DOEN HET WEL ZELF DO 4 / 09

HELPDESK

DI 9 - WO 30 / 09 & DO 1 - VR 2 / 10 (OP LOCATIE)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.