4 minute read
Buurten Rapenstraat
by Stad Aalst
BUURTEN
Wie aan Vierdewereldgroep Mensen voor Mensen vzw denkt, denkt uiteraard aan armoedebestrijding. Maar sinds vorig jaar zijn ze ook actief bezig met buurtwerk, waarbij ze vooral ‘kleine ontmoetingen’ tussen buren stimuleren. Het doorbreken van sociaal isolement en het samenbrengen van mensen staat hoog op de agenda. In dat kader organiseerde ze de afgelopen maand zes zomerse buurtbabbels onder de noemer Buurtproject B². De Aalstenaar aan het woord laten, laat dat toevallig ook een missie van CHIPKA zijn. We sloten dus graag aan bij de eerste buurtbabbel in de rij, in de Rapenstraat.
De Rapenstraat is een ietwat weggestopte eenrichtingsstraat die de Binnenstraat met de Groenstraat verbindt. Halfweg wordt de aaneenschakeling van rijhuisjes onderbroken door een groen speelplein, aan de achterzijde grenzend aan kinderdagverblijf Oogappel. Een ideale ontmoetingsplek en een straat met charme en potentieel, maar toch kennen de meeste buren mekaar niet echt. Bovendien -zo klagen sommige bewoners- maken sommige jongeren het er te bont. Vierdewereldgroep Mensen voor Mensen pikt dat soort signalen op en tracht daar samen met de buren wat aan te veranderen.
Maria Hebbelinck van de Vierdewereldgroep legt uit: “Tijdens de coronaperiode was nogmaals duidelijk dat we goede buren nodig hebben om graag thuis te zijn. Daarom organiseren we deze buurtbabbels, met subsidies van de stad. We luisteren naar de bewoners hun verhalen, hun noden en hun grieven en stimuleren kleine ontmoetingen. Soms volstaat een klein zetje om een buurt in beweging te krijgen. Een zitbank, meer groen, een speeltuig, een hondentoilet… Op basis van een buurtanalyse zetten we momenteel in op de Rapenstraat als één van onze zes werkplekken. De andere zijn het Horebekeveld, de Cesar Haeltermanstraat, het Rederijkersplein, het Hoveniersplein en de Boudewijnlaan. Nadien verplaatsen we ons dan weer naar andere buurten.”
Kat uit de boom
Maria zet haar feestelijk aangekleedde tentje op aan het plein. Uit haar bakfiets tovert ze folders, een thermos ko ie, water en
frisdrank, koekjes en bekers. Alles staat klaar om de buurtbewoners te verwelkomen. Het is vrijdagnamiddag, bijna 14 uur, maar de buren lijken de kat nog wat uit de boom te kijken. Anderen zijn dan weer niet thuis, aan het werk, of met vakantie, tonen geen interesse, of zijn ontgoocheld, omdat een eerdere buurtbabbel (nog) niet het gewenste e ect had. Tegenover het plein gaat toch alvast één voordeur open. Sofie Dujardin neemt een kijkje terwijl haar behulpzame zoontjes Matteo (4) en Milan (11) Maria helpen met het optrommelen van de buren.
Graag voetbalruimte
“Ik woon hier nu zes jaar", vertelt Sofie. “Het is hier aangenaam wonen, ik heb een tuintje achteraan en de kinderen kunnen hier rechtover spelen. Maar de laatste tijd krijgen we te maken met overlast, we hebben al druggebruik vastgesteld en de politie is op de hoogte gebracht. Dat kan echt niet.” Nochtans is dit speelplein voor de deur een groot pluspunt voor de kinderen uit de buurt. “Ik hielp de speeltuin mee opbouwen", zegt Milan. “Soms komen hier ook vriendjes spelen uit omliggende straten. Alleen zou ik hier wel wat meer ruimte willen om te voetballen, dat is nu niet mogelijk.”
Stoelen voor de deur
Buurvrouw Anne-Marie Vinck komt erbij. Zij herinnert zich nog de tijd van 30 jaar geleden, toen ze hier kwam wonen en de buurt voornamelijk door ouderen werd bewoond. “De mensen zaten toen in de zomer buiten
Milan en Matteo vinden het pleintje voor hun deur wel leuk, maar missen plaats om te voetballen.
BUURTEN
aan hun voordeur", zegt Anne-Marie. “Dat zie je nu niet meer. Maar toch komen de buren hier wel overeen. Als we elkaar kunnen helpen, dan doen we het. En de meesten zeggen hier tenminste nog goeiedag. Spijtig genoeg ga ik de buurt moeten verlaten, want mijn huurhuis wordt gerenoveerd. Mijn buurvrouw moest daardoor eerder al verhuizen, zij mist het pleintje hier.”
Dankuwel
Jef Moens en zijn vrouw Leona De Wandeleer komen ook een kijkje nemen. Zij wonen hier een kleine 10 jaar en zijn hier content. Als aangekaarte verbeterpunten, noteert Maria de klassieker ‘hondenpoep’. Nonchalante hondeneigenaars zonder zakje voor het kakje worden nergens gewaardeerd. Maar waardering voor het initiatief van de Vierdewereldgroep is er wel bij de aanwezigen. En in het bijzonder van Wlodzimierz, een gepensioneerde Poolse bouwvakker die weliswaar aan de Gentse steenweg woont, maar die als passant toevallig bij het gesprek betrokken raakte. Geld wilde Maria in geen geval aanvaarden in ruil voor de aangeboden ko ie, maar even later stond de man er terug, met flesjes water én een mooie bloem, “gewoon om te zeggen: dankuwel!”
Wlodzimierz apprecieerde de buurtbabbel. Een bloemetje voor Maria: "we bieden een luisterend oor.".