Mozaïek 2025 - februari- De universiteit in de stad

Page 1


DE UNIVERSITEIT

Universiteitsbibliotheek

Ontdek de stad, begin bij KU Leuven

Toen de Leuvense lakenindustrie begin 15de eeuw in verval raakte, keek de stad vooruit. Ze nam initiatief voor een nieuwe universiteit – de eerste van de Nederlanden. De stadsrekeningen uit die tijd, die bewaard worden in het stadsarchief, tonen aan dat Leuven al vroeg begreep hoe belangrijk innovatie is voor de toekomst. Die vooruitziende blik legde de fundamenten voor een unieke wisselwerking tussen stad en universiteit.

Sindsdien zijn de stad en de universiteit nauw met elkaar verbonden. De stad profiteert van de kennis en kunde die talloze generaties academici hebben opgebouwd. Omgekeerd biedt Leuven een prettige en stimulerende omgeving aan studenten en wetenschappers. De universiteit heeft dan ook een uitgesproken stempel gedrukt op de ruimtelijke inrichting van onze stad.

De afgelopen decennia is die invloed alleen maar zichtbaarder geworden. De alma mater heeft ‘kinderen’ gekregen, elk met een eigen identiteit.

Gasthuisberg is het meest opvallende voorbeeld, maar ook het wetenschapspark Arenberg en de studentenwoningen hebben het stadsbeeld veranderd.

De universitaire campussen worden bovendien steeds levendiger. De tijd ligt ver achter ons dat je er alleen kwam om te studeren, te werken of onderzoek te doen. Tegenwoordig vormen campussen bloeiende gemeenschappen van studenten en medewerkers, en zijn ze ook toegankelijk voor andere stadsbewoners en werknemers. Van de faculteit Sociale Wetenschappen in het hart van de stad tot Campus Gasthuisberg, dat intussen veel meer is dan een ziekenhuis. En ook wetenschapsparken investeren in een gemeenschapsgebouw of andere faciliteiten waar iedereen welkom is om te sporten of te eten.

In deze editie van Mozaïek stellen we de opvallendste projecten en markantste gebouwen voor. Ze tonen hoe de universiteit ook in de toekomst haar stempel op het stadsbeeld zal blijven drukken.

INHOUD

BINNENSTAD

06 UNIVERSITEITSHAL

Waarom geeft de stad dit gebouw aan de universiteit?

08 HISTORISCHE COLLEGES

Waar ligt ‘Leuven High Street’?

12 REDINGENSITE

Kan het Dijlepark bijna dubbel zo groot worden?

14 WELZIJNSTOREN

Hoe blijft de link met het zorgverleden in de binnenstad bewaard?

CAMPUS ARENBERG

18 CAMPUS ARENBERG

Waar komt de ontbrekende fietslink tussen Brussel en Leuven?

23 BIOSCIENCE CENTRE

Hoe ziet het nieuwe landmark van campus Arenberg eruit?

28 STUDENTENWONINGEN

Hoe zorgt KU Leuven mee voor betaalbare studentenkoten?

CAMPUS GASTHUISBERG

32 CAMPUS GASTHUISBERG

Hoe maken we van het ziekenhuis een groene zorg- en wetenschapscampus?

38 KLIMAATNEUTRAAL

Kunnen we gebouwen verwarmen met leidingwater?

COLOFON Eindredactie: Heyvaert & Jansen

Fotografie en beelden: Karl Bruninx, Jan Crab, Henderyckx luchtfotografie, Dries Renglé, Erard Swannet, 360 architecten, Rob Stevens - KU Leuven, Rob Zink, UZ Leuven, Visit Leuven, Constanza Parra Novoa

Opmaak: Skrew Studio - Maarten De Naeyer Verantwoordelijke uitgever: Mohamed Ridouani, burgemeester stad Leuven, Professor Van Overstraetenplein 1, 3000 Leuven

Contact: info@leuven.be, tel. 016 27 27 27, www.leuven.be

Je kan Mozaïek digitaal lezen en beluisteren via www.leuven.be/mozaiek-magazine

Mozaïek is gedrukt met milieuvriendelijke inkt op papier uit duurzaam beheerde bossen

28 23

BINNENSTAD

De Leuvense binnenstad is de bakermat van KU Leuven. Hier ontstond en groeide de universiteit en bevonden zich tot de jaren 1960 alle les- en onderzoeksgebouwen. De historische universiteitsgebouwen, de meer recente campussen en het karakteristieke netwerk van fiets- en wandelpaden dat ze met elkaar verbindt, vormen nog steeds de ruggengraat van de binnenstad.

In het centrum zijn de campussen van de Groep Humane Wetenschappen gevestigd. Sommige zijn recent gemoderniseerd, andere zijn in volle ontwikkeling.

DE UNIVERSITEITSHAL

Een verjaardagsgeschenk van de stad

Nergens wordt de unieke band tussen stad en universiteit zo tastbaar als in de Universiteitshal. Dat is het beleidscentrum van KU Leuven: studenten schrijven zich er in, doctorandi verdedigen er hun proefschrift in de indrukwekkende promotiezaal en de rector en zijn diensten zijn er gevestigd. Het gebouw is toegankelijk voor het publiek. Je vindt er een klein museum, een universiteitsshop en een gezellige koffiebar.

Lakenhal met leslokalen

Oorspronkelijk was de Universiteitshal een gotische lakenhal, die eigendom was van de stad. Kort na de oprichting van de universiteit kreeg een deel van de lakenhal een nieuwe bestemming: leslokalen voor de universiteit. Alles met financiële steun van de stad.

Na twee eeuwen bleek de combinatie van marktruimte en onderwijs niet langer houdbaar. De universiteit kocht het gebouw voor een bescheiden bedrag en nam zelf de renovatie op zich. Tussen 1680 en 1687 kreeg de hal zijn iconische uitzicht, met een barokke verdieping bovenop de gotische basis. In de hal kwam er naast de collegezalen en vergaderlokalen ook de eerste universiteitsbibliotheek.

Turbulente tijden

Tijdens de Franse Revolutie werd de universiteit tijdelijk opgeheven en kreeg het gebouw een militaire functie. In 1805 gaf Napoleon de hal samen met andere universitaire gebouwen terug aan de stad, die de bibliotheek heropende maar de overige ruimtes tijdelijk een andere invulling gaf. Vanaf 1835, toen de universiteit werd heropgericht, nam de universiteit opnieuw haar intrek in de hal. Dat gebeurde via een erfpachtovereenkomst met de stad.

De Eerste Wereldoorlog bracht grote schade toe aan het gebouw. Bij de Duitse brandstichting gingen meer dan 300.000 boeken en manuscripten van onschatbare waarde verloren. De universiteit moest alweer tijdelijk sluiten.

Vanaf 1922 nam de stad de wederopbouw van de universiteitshal ter harte. In 1927 kreeg de universiteit met een nieuwe erfpachtovereenkomst weer een plek in het gebouw. Dat doet sindsdien dienst als bestuurscentrum en symbolisch hart van de KU Leuven.

Met uitzicht op de stad

In 2007 werd de Universiteitshal aan de kant van de Zeelstraat uitgebreid met een glazen trappen- en liftgebouw om het gebouw toegankelijker te maken. Helemaal boven heb je een weids uitzicht over Leuven.

Een nieuw hoofdstuk

De gevel is recent gerestaureerd en het rectoraat is grondig gerenoveerd. Zo is het gebouw beschermd tegen de tand des tijds en voldoet het aan de hedendaagse normen inzake duurzaamheid.

In 2025 schrijft stad Leuven een nieuw hoofdstuk in dit gedeelde verhaal. Ter gelegenheid van de 600ste verjaardag van de universiteit schenkt ze de Universiteitshal terug aan de universiteit. Zo wordt de historische onteigening in de Franse tijd symbolisch rechtgezet. De Universiteitshal blijft zo de fysieke belichaming van de nauwe samenwerking tussen KU Leuven en de stad, nu en in de komende eeuwen.

Erfgoedwandelingen

De universiteit ontdekken doe je het best te voet. KU Leuven heeft verschillende erfgoedwandelingen waarmee je de rijke geschiedenis en het culturele patrimonium van de universiteit en de stad kan ontdekken.

Volg de gids

Op regelmatige basis zijn er erfgoedrondleidingen voor individuele bezoekers, en tijdens het feestjaar 2025 zijn er zelfs elk weekend rondleidingen. Wie in groep op stap gaat, kan een ervaren erfgoedgids boeken op aanvraag.

Met de app

Verken je Leuven liever op eigen tempo? Kies dan voor de wandelapp KU Leuven Walking Tours. Kunst in de stad, honderd jaar vrouwelijke studenten in Leuven of langs Leuvense colleges: het zijn maar enkele van de verhalen die je kan beluisteren terwijl je door de stad dwaalt. Je kan de app downloaden in je favoriete app-store.

www.kuleuven.be/erfgoed

Open

Monumentendag 2025

Open Monumentendag Leuven staat dit jaar in het teken van het erfgoed van KU Leuven. Op 14 september 2025 ontdek je verschillende bijzondere gebouwen die de rijke geschiedenis van de universiteit weerspiegelen. Vanaf de zomer kan je het programma bekijken via www.openmonumentendag.be.

HISTORISCHE COLLEGES

Universitair erfgoed in het hart van de stad

De historische colleges bezorgen onze stad een heel eigen cachet. Ooit waren er meer dan zestig, en daarvan zijn er heel wat bewaard gebleven. Niet voor niets wordt de Naamsestraat wel eens ‘Leuven High Street’ genoemd – een knipoog naar de vermaarde Engelse universiteitsstad Oxford.

Lessen voor de 15e eeuw

In de loop van de tijd zijn er wellicht meer dan 60 verschillende colleges geweest. Er woonden studenten.

Aanvankelijk werden de colleges ondergebracht in woningen. Na verloop van tijd werden ze vergroot en kregen ze een kapel en een bibliotheek.

Er woonden zowel studenten met een beurs (bursalen) als rijkere studenten die zelf betaalden voor kost en inwoning (commensales). Een toezichter waakte over de huisregels, en inwonend personeel zorgde voor het onderhoud en de maaltijden.

Kapel in het Hollands College, Pater Damiaanplein 9

Restauratie

Om deze waardevolle gebouwen te beschermen, investeert KU Leuven in hun restauratie en renovatie. Ze geeft dit waardevolle patrimonium ook een passende invulling.

Een restauratie- en renovatieproject start altijd met een bouwhistorisch vooronderzoek. Dat geeft inzicht in de evolutie van het gebouw door de tijd en helpt te bepalen of en hoe een monument aangepast kan worden aan de moderne eisen inzake comfort, veiligheid en duurzaamheid.

Doorsteekjes

In het stadscentrum liggen de oude colleges dicht in elkaars buurt. Vaak worden ze verbonden door doorsteekjes, zodat voetgangers en fietsers een snellere binnenweg kunnen nemen.

Via het Pauscollege kan je overdag bijvoorbeeld van het Hogeschoolplein naar de Charles Deberiotstraat wandelen. Aan het college De Valk is er dan weer een doorsteek tussen de Tiensestraat en het Ladeuzeplein.

Zulke kleine doorsteken maken het aangenamer om door de stad te wandelen. Daarom vind je ze ook op modernere campussen. Zo kan je te voet door de campus van de Faculteit Letteren, waar vooral het brutalistische Erasmushuis in het oog springt.

Ook op de nog te bouwen campus van de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen (zie p. 12) komen er doorsteken. Op die manier wordt het een echte stadscampus, met een meerwaarde voor het stedelijke weefsel.

Van Dalecollege, Naamsestraat 80

Amerikaans College (1857)

Dit college werd opgericht voor de opleiding van priesters die naar Amerika zouden trekken. Het sloot in 2011, waarna een vakkundige restauratie begon. Waardevolle interieurelementen bleven behouden, en de gangen en trappenhallen werden herschilderd in het originele kleurenpalet. In de toekomst staan de restauratie van het dak en het buitenschrijnwerk op de agenda. Maar nu al is het college een levendige studentenresidentie, met achter de neogotische gebouwen een grote tuin.

Naamsestraat 100

Koningscollege (1579)

Dit college werd opgericht als priesterseminarie en later verbouwd in classicistische stijl. In de 19e eeuw vond hier het Instituut voor Dierkunde onderdak. In de achterbouw kan je nog altijd een klein maar erg rijk zoölogisch museum bezoeken, met onder meer het reusachtige skelet van een Groenlandse walvis. De komende jaren zal het instituut verhuizen naar Heverlee. Daarna wordt het gebouw de werkplek voor medewerkers van de Dienst Onderwijs. Het museum blijft wel in het college.

Naamsestraat 59 www.bio.kuleuven.be/museum

College van Premonstreit (1573)

Oorspronkelijk was dit een college voor norbertijnermonniken die in Leuven studeerden. Begin 19e eeuw werd er het Instituut voor Scheikunde gevestigd. In de jaren 1930 kreeg dat een extra vleugel en zelfs een sterrenkijker met telescoop.

Sinds 2016 zijn hier diensten van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen ondergebracht. Op het voorplein kwam een borstbeeld van Georges Lemaître – de vader van de Big Bang-theorie, die hier werkte. Zijn bureauruimte werd in ere hersteld.

Naamsestraat 61

Collegium Veteranorum (1778)

Dit was ooit een vleugel van een jezuïetencollege uit de 16e eeuw.

Eind 18e eeuw werd het een college voor oudere, afgestudeerde seminaristen – vandaar de naam.

In de jaren 2009-2010 werd het gebouw volledig gerestaureerd. Sindsdien huist hier het decanaat van de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen. Het was een hele uitdaging om het gebouw voldoende te verstevigen. Met het oog op de stabiliteit bleven sommige raamopeningen op de eerste verdieping dichtgemetseld.

Sint-Michielsstraat 2-4

College De Valk (1543)

De Valk was een van de vier originele ‘pedagogieën’ van de oude universiteit, en de enige die bewaard is gebleven. Midden 16e eeuw verhuisde ze van de Savoyestraat naar de Tiensestraat. Rond 1800 was het gebouw een tijdlang een militair hospitaal. In 1953 kwam het in handen van de universiteit. Die bracht er de Faculteit Rechten in onder.

In 2013 werd de buitenkant gerestaureerd. De komende jaren wordt het buitenschrijnwerk opnieuw geschilderd en wordt onderzocht of en hoe er dubbele beglazing geplaatst kan worden.

Tiensesestraat 41

Atrechtcollege (1508)

Het Atrechtcollege werd kort na 1500 gesticht door de bisschop van Atrecht. Een wijnhandelaar kocht het gebouw in 1797 en liet er een nieuwe traphal en salons inrichten. Pas in 1921 kwam het terug naar de universiteit: eerst als meisjespeda, sinds 1979 als onderkomen voor universiteitsdiensten.

In 2023 werd de buitenkant gerestaureerd. De daken werden geïsoleerd, en in de vensters kwam thermisch glas. De scheuren in de hoofdvleugel – waarvan de kern nog steeds teruggaat tot de 16e eeuw – werden hersteld met nieuwe verankeringstechnieken.

Naamsestraat 63

REDINGENSITE

Een nieuwe, open stadscampus

In de Redingenstraat heeft

KU Leuven de intentie om een nieuwe campus voor de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen te bouwen. Het wordt een echte stadscampus: open en ‘doorwaadbaar’, met publieke plekken en doorsteken. Een plaats voor onderzoek en onderwijs, maar ook voor ontmoeting en verbinding.

Op maat van de buurt

De nieuwe stadscampus brengt alle onderzoeksgroepen van de faculteit samen op één locatie. De gebouwen krijgen een beperkte grondoppervlakte en zijn niet allemaal even hoog, zodat ze passen in de buurt. Tussen de gebouwen komt een binnenhof met bomen: een aangename plek voor studenten, medewerkers en buurtbewoners.

Voetgangers kunnen overdag door de campus wandelen tussen de Redingenstraat en de Léon Colinslaan. De Rixvonderendijk wordt breder en blijft een pad voor fietsers en voetgangers. Op de benedenverdieping van de universiteitsgebouwen komen ruimtes voor diverse activiteiten. Op die manier krijgt de campus een plek in het stedelijk weefsel.

Fossielvrije campus

Zoals in al haar nieuwe gebouwen investeert de universiteit ook hier in fossielvrije verwarming en koeling. Ze onderzoekt nog op welke manier dat het beste kan. Zo wordt gedacht aan riothermie: een warmtepomp zou dan warmte onttrekken aan de nabijgelegen rioolwatercollector van Aquafin. (zie p. 38)

Weeshuis

Nog voor de opmaak van de plannen is er een uitgebreide erfgoedstudie gebeurd. Het voormalige weeshuis aan de Redingenstraat met zijn meisjesvleugel, kapel en hovenierswoning blijft bewaard. Net zoals de doorsteek van de Rixvonderendijk en het landschappelijk erfgoed van de boomgaard. Die ligt verstopt achter de gebouwen, maar zal in de toekomst zichtbaar zijn langs de voetgangersdoorsteek. De boomgaard blijft wel afgesloten voor het publiek om het waardevolle groen te beschermen.

De nieuwe universiteitscampus zit nog in de ontwerpfase en wordt ontworpen door Dierendockblancke Architecten – Robbrecht en Daem Architecten. Als alles volgens plan verloopt, starten de bouwwerken in het najaar van 2026.

In het masterplan is er ruimte voor een nieuwe stadscampus, een groene omgeving en veilige wandel- en fietspaden. Het ontwerp is nog in ontwikkeling en kan afwijken van het getoonde beeld.

De omgeving

De nieuwe stadscampus zal de buurt een nieuwe impuls geven. De stad en de universiteit werkten dan ook nauw samen aan een masterplan voor de buurt: een duurzaam stadsvernieuwingsproject langs de Dijle met ruimte voor een fossielvrije campus in een groene omgeving, en veilige en aangename fiets- en wandelverbindingen.

Een XL-Dijlepark

De nieuwe campus krijgt een ondergrondse garage. Zodra die er is, kunnen de meeste parkeerplaatsen op het eiland tussen de twee Dijlearmen verdwijnen. Het Dijlepark kan op termijn bijna dubbel zo groot worden als nu. Dat zal in verschillende fasen gebeuren. In het huidige park behouden we de besloten sfeer rond de vijver. In het nieuwe parkdeel zorgen we voor open ruimte met uitzicht op de Dijle. We onderzoeken ook of er een brugje kan komen tussen het park en de Redingenstraat.

Groene woonstraten

Op lange termijn wil de stad de omliggende straten inrichten als woonerf. Dan kunnen we de Redingenstraat en de Dijle-oevers vergroenen, zodat je er aangenaam en veilig kan wandelen en fietsen. Zo sluiten we de missing link in de fietsroute tussen Heverlee en de Vaartkom. Het Prosper Poulletplein vormen we om tot een klein parkje.

Uitbreiding Atheneum

Redingenhof

Naast de sporthal is er ruimte voor een nieuw gebouw, maar daar zijn voorlopig geen concrete plannen voor.

www.leuven.be/redingensite

Zoals de Redingensite in de nabije toekomst, kreeg de campus Sociale Wetenschappen langs de Parkstraat al in 2009 een volledige opwaardering. Het verharde en verloederde terrein veranderde toen in een aangename stadscampus met een ondergrondse parking en een centraal, publiek toegankelijk plein. Voetgangers kunnen er gemakkelijk doorsteken tussen de omliggende straten. De herinrichting zorgde dan ook voor een meerwaarde voor de hele buurt.

Op termijn kan het Dijlepark dubbel zo groot worden als nu.

WELZIJNSTOREN

Ziekenhuistoren wordt centrum voor zorg en welzijn

Op de Hertogensite in de binnenstad komen woningen en een nieuw podiumkunstengebouw – maar niet alleen dat. De link met het zorgverleden blijft. De SintRafaëltoren wordt gerenoveerd en omgedoopt tot Welzijnstoren.

Momenteel bieden de gebouwen nog onderdak aan de diensten tandheelkunde, mond-, kaak- en aangezichtschirurgie en radiologie. Die verhuizen over enkele jaren naar Gasthuisberg. In de plaats komt hier een centrum voor zorg en welzijn. Rondom de bestaande toren

wordt een nieuwbouwgedeelte gezet. Enkele gebouwen langs de Kapucijnenvoer worden afgebroken. Zo krijgt deze drukke straat wat meer ademruimte.

Onder één dak

KU Leuven en UZ Leuven bieden verschillende zorgen welzijnsorganisaties de kans om hier activiteiten te ontwikkelen. Denk aan een opleidingscentrum voor huisartsen, een universitaire huisartsenpraktijk, een bloeddonorcentrum van

het Rode Kruis, ambulante geestelijke gezondheidszorg, een activiteitencentrum voor beschut wonen … Er zullen enkel dagactiviteiten zijn, er vinden geen overnachtingen plaats.

Timing

De omgevingsvergunning is intussen verkregen. Als alles volgens plan verloopt, starten de werken in het voorjaar van 2025. Vermoedelijk in 2028 zal alles klaar zijn.

Ontwerpers: 360 architecten

VESALIUS MUSEUM

Hier komen geschiedenis en innovatie samen

Meer dan een museum

Vesalius Museum is meer dan een museum: het is een unieke plek waar de rijke geschiedenis van de geneeskunde en de innovaties van de toekomst elkaar vinden. Een bezoek wordt een reis door de tijd, van de anatomische lessen van Andreas Vesalius tot de nieuwste technologieën die de gezondheidszorg van morgen vormgeven.

Het museum toont hoe ieder van ons in aanraking kan komen met gezondheidszorg. Permanente en tijdelijke tentoonstellingen laten je nadenken over thema’s als ziekte en gezondheid, wetenschap en technologie, zorg en welzijn, en de maatschappelijke impact van de medische wetenschap.

Objecten uit de erfgoedcollecties van KU Leuven en de indrukwekkende collectie over 100 jaar Leuvense gezondheidszorg van het voormalige museum Histaruz krijgen hier een plek. Historische topstukken prijken zo naast wetenschappelijke doorbraken en hedendaagse kunstwerken.

Vesalius Museum omvat ook een belevingscentrum: Vesalius Next. Daar kunnen professionals uit de gezondheidszorg samen nadenken en werken rond nieuwe ontwikkelingen.

Gerestaureerd en gerenoveerd

Het museum neemt zijn intrek in twee gebouwen van de historische geneeskundefaculteit: het Vesaliusinstituut met anatomisch theater (Joris Helleputte, 18761877) en bijbehorende snijzaal (Joseph Piscador, 1896), en het aangrenzende Pathologisch Instituut (Vincent Lenertz, 1906) met heelkunde-auditorium.

Beide gebouwen liggen op de Hertogensite en worden grondig gerestaureerd en gerenoveerd.

Eerbetoon

Het museum is een eerbetoon aan Andreas Vesalius (1514-1564), de grondlegger van de moderne anatomie. Hij was een van de eerste artsen die het menselijk lichaam beschreven en illustreerden op basis van autopsies en dissecties.

Hij breidde niet alleen onze kennis van het menselijk lichaam uit, maar verfijnde ook heel wat chirurgische technieken.

Ontwerpers: Sergison Bates Architects in samenwerking met Studio Roma en Wondering

Vesalius Museum, Minderbroedersstraat 12

Op 9 december 2025 zal de renovatie voltooid zijn. Het museum opent een jaar later.

Werken aan het anatomisch theater

CAMPUS ARENBERG

Aan de oevers van de Dijle, in Heverlee, ligt Campus Arenberg, de thuishaven van de bewegings- en revalidatiewetenschappen en de toegepaste wetenschappen. De komende jaren groeit de campus in harmonie met de stad, het omliggende valleigebied en het aangrenzende wetenschapspark. Een masterplan zet in grote lijnen de visie voor de toekomst uit. De uitvoering gebeurt stap voor stap, project per project.

CAMPUS ARENBERG

Levendige campus, geïntegreerd in de stad

De Campus Arenberg en het gelijknamige wetenschapspark zijn klaar voor de noden van nu en de uitdagingen van morgen. Het worden duurzame en levendige plekken waar mensen graag werken, studeren en verblijven. Volwaardige onderdelen van de stad ook.

Bij de toekomstige ingrepen laten we ons leiden door nieuwe masterplannen. Die komen in plaats van de masterplannen uit 2008: die gaven vooral een antwoord op de vraag naar meer ruimte. Maar vandaag spelen ook water en groen, duurzaamheid, erfgoed en mobiliteit een rol.

Waardevol groen

Campus Arenberg ligt in de Dijlevallei, een plek met rijke natuur en historisch erfgoed. De campus strekt zich uit over 90 hectare en bestaat uit vier grote delen, die worden gescheiden door de Celestijnenlaan en de Dijle: de sportcampus, het kasteelpark, Arenberg II met onder andere de wetenschapsbibliotheek en Arenberg III, dat grenst aan imec. De campus reikt als een groene vinger van de binnenstad naar de grotere open landschappen verderop.

Blauwe ader

Dwars door de campus slingeren twee waterlopen, de Dijle en de Voer. Ze zorgen voor een bijzondere landschapsbeleving, maar maken het gebied ook gevoelig voor overstromingen.

Het nieuwe masterplan hecht daarom veel belang aan waterbeheer en het behoud van open ruimte. Bestaande gebouwen als het Arenbergkasteel, de gebouwen van de sportwetenschappen en Arenberg III zijn ooit gebouwd in overstromingsgebied. Bij nieuwe gebouwen pakken we dat anders aan. Die zullen bijvoorbeeld de hoogte ingaan, om zoveel mogelijk groene ruimte te vrijwaren. Verhardingen worden waar mogelijk verwijderd en maken plaats voor groen of waterdoorlatende bodems.

De vallei wordt heringericht als een groen hart met vijvers, wadi’s, natuurlijke bosovergangen en andere natuurlijke elementen die overtollig water helpen bufferen en de biodiversiteit bevorderen. Het Langestaartveld, tussen het Egenhovenbos en het kasteelpark, wordt een onderdeel van een gevarieerd parklandschap met ruimte voor zowel recreatie als waardevolle fauna en flora.

Autoluwe fietsvallei

Volgens het nieuwe masterplan wordt de campus autoluw. De auto wordt er geweerd uit het hart en opgevangen aan de randen. Tegelijk wordt de campus beter bereikbaar met het openbaar vervoer en de fiets. Aan de invalswegen komen Hoppinpunten, waar je deelfietsen kan lenen en vlot op openbaar vervoer kan overstappen. De fietssnelweg F29 zal de campus en het wetenschapspark verbinden met de stad. Er komen ook nieuwe fietsverbindingen op de campus zelf. Er zijn nu al verbindingen om vanuit het kasteelpark vlot de overkant van de Celestijnenlaan te bereiken. Op termijn komt er ook een fietspad en een fietsbrug over de Dijle voor een vlotte fietsverbinding tussen campus Arenberg II en Arenberg III.

Langs de Koning Boudewijnlaan wordt een brede fietsweg met een groene buffer aangelegd –een ontbrekend stuk van de fietssnelweg F29 naar Brussel. De dubbelzijdige weg verbindt de binnenstad langs het kasteelpark met het wetenschapspark Arenberg en loopt tot aan de autosnelweg en verder richting Tervuren. Ter hoogte van de Celestijnenlaan komt er een nieuwe fietsers- en voetgangerstunnel.

Een nieuw, goed bereikbaar parkeergebouw van 8 verdiepingen vervangt de parkeerplaatsen die vroeger versnipperd rond de gebouwen van imec en KU Leuven lagen. Door er 750 auto’s en een grote fietsenstalling samen te bundelen, behouden we meer open ruimte. Het gebouw is open en transparant, waardoor je de hellingbanen omhoog ziet slingeren. Langs de slanke balustrades zijn netten aangebracht als steun voor klimplanten die voor een groene gevel zorgen. De parking kan later dienen als randparking voor een bezoek aan de stad, tijdens het weekend bijvoorbeeld.

Hoge score voor erfgoed

Het kasteel van Arenberg en het omliggende park scoren hoog als het gaat om erfgoedwaarden. Ze herinneren aan een rijk verleden en hebben archeologische, architecturale en wetenschappelijke kwaliteiten.

Ook andere gebouwen getuigen van de geschiedenis van deze plek. De Sint-Lambertuskapel en de watermolen gaan terug tot de tijd dat de adel het hier voor het zeggen had. Enkele gebouwen uit de beginjaren van de universitaire campus (1926-40) zijn opgetrokken naar het model van een Amerikaanse parkcampus – zoals het beschermde Thermotechnisch Instituut, het Landbouwinstituut of het Gymnasium. En er is ook jonger erfgoed van na de oorlog, toen de campus een echte uitbreidingsgolf beleefde. Zo staan het Pius X-college en het studentenrestaurant Alma 3 op de inventaris van bouwkundig erfgoed.

Die erfgoedgebouwen krijgen telkens een gepaste renovatie en indien nodig een herbestemming. Alma 3 bijvoorbeeld is binnenkort geen studentenrestaurant meer. Het opvallende gebouw in glas en beton –een bijzonder staaltje brutalistische architectuur uit 1966 – is zo goed ontworpen dat de binnenruimtes inspiratie bieden voor een nieuwe bestemming. De knoop is nog niet doorgehakt, maar mogelijke opties zijn een open leercentrum of een nieuwe locatie voor de ontwerpateliers van de studenten architectuur. Sowieso blijft het gebouw een rol spelen in het groen van het Arenbergpark.

Dankzij het nieuwe masterplan blijft het bouwkundig en landschappelijk erfgoed niet alleen bewaard, het wordt ook op een verantwoorde manier ingepast in de toekomstige ontwikkelingen. Zo wordt het kasteelpark hersteld in zijn oude glorie en verbonden met de rest van de vallei. De locatie van nieuwe bouwprojecten wordt zorgvuldig gekozen met respect voor mooie uitzichten en het bestaande erfgoed. Zo zoekt de modernisering van de campus een evenwicht tussen traditie en innovatie.

Sint-Lambertuskapel

Alma 3
Landbouwinstituut
Kasteel van Arenberg

Levendige campus

Het nieuwe masterplan wil Arenberg verder ontwikkelen tot een ‘living campus’: een plek waar werken, leren en ontspannen samenkomen. De universiteit wil dat de campus aanvoelt als een echte wijk in de stad, waar niet alleen studenten en medewerkers welkom zijn, maar ook buurtbewoners en bezoekers. Dat betekent: meer aandacht voor recreatie, betere verbindingen voor fietsers en voetgangers, en een netwerk van ontmoetingsplaatsen en gemeenschappelijke voorzieningen.

Een voorbeeld van dat laatste is de Geogarden. Dat vertellen Constanza Parra en Anton Van Rompaey, professoren geografie en pioniers van dit project.

‘We hebben de Geogarden in 2018 opgericht met medewerkers en studenten van het departement. De campus was toen weinig aantrekkelijk: een plek met grijze gebouwen en zielloze grasvelden, waar iedereen na de werkuren zo snel mogelijk vertrok. Om dat te veranderen, zijn we zelf begonnen met deze tuin.’

‘We wilden meer leven, létterlijk: mensen, bomen, bloemen, en ook kunst. De voorbije jaren hebben we met veel vrijwilligers samengewerkt en geëxperimenteerd. Zo hebben we een klein weerstation geplaatst, dat binnen het project Leuven.cool onderzoekt hoe de inrichting van de stad het microklimaat beïnvloedt. Onze collega’s van archeologie hebben prehistorische graansoorten gezaaid, en we pasten het Milpasysteem toe: een duurzame landbouwmethode waarbij verschillende gewassen samen op één veld worden geplant. Zo vullen ze elkaar aan en houden ze de bodem gezond.’

‘Maar de Geogarden is boven alles een plek waar medewerkers en bezoekers samenkomen. Je kan er werken, maar ook ontspannen, gezellig samenzitten of zelfs lesgeven. Ook internationale studenten appreciëren deze plek: ze experimenteren er met groenten en bloemen uit hun landen van herkomst.’

Nieuwbouw met blik op de toekomst

Campus Arenberg III krijgt twee nieuwbouwprojecten, helemaal volgens de filosofie van het masterplan.

Quadrivium

Het Quadrivium: zo heet het nieuwe gebouw van de Groep Wetenschap en Technologie op Campus Arenberg III, dat in 2021 de deuren opende. Het omvat een auditorium voor 600 mensen, seminarielokalen, ruimtes waar je prettig kan samenwerken, praktijkruimtes, kantoren voor het decanaat en een grote foyer en cafetaria als bruisende ontmoetingsplek. Door die combinatie kan je in hetzelfde gebouw les volgen, onderzoeken, (samen) werken, eten en drinken en gewoon fijn samenzijn. Een ‘living campus’ onder één dak.

Die filosofie keert ook terug in de architectuur en de buitenaanleg. Een strak balkvormig volume is door een glazen luchtbrug verbonden met het bestaande gebouw van scheikunde. Zo kunnen de praktijkruimtes van de twee gebouwen als één geheel functioneren. Op de kop is er een vijfhoekig volume met de inkomruimte, de foyer, de cafetaria en de grote aula. De vijfhoek is gedeeltelijk zwevend en door de glaspartijen ook erg open – een opvallend en herkenbaar element.

Rond het Quadrivium zie je overal zitbanken en picknicktafels waar studenten kunnen eten, babbelen en van de zon genieten. Er zijn pleintjes met toegangen, maar er is vooral veel beplanting tussenin, groene weides rondom en wadi’s om water vast te houden in deze drassige omgeving.

Ontwerpers: POLO Architects

BioScience Centre

Het nieuwe masterplan gaat uit van verdichting. Dat houdt onder meer in dat je op een beperkt perceel beter in de hoogte kan bouwen. Zoals bij het BioScience Centre, het toekomstige gebouw voor de biowetenschappen.

Het BioScience Centre is een nieuw herkenningspunt voor Campus Arenberg, naast de imec-toren wat verderop. De hoge, geknikte toren van 14 verdiepingen is zo ontworpen dat de noordgevel, die geen zon vangt, groter is dan de zuidgevel, die dat wel doet. Die eenvoudige ingreep maakt een aangenaam binnenklimaat mogelijk. De energievoorziening van dit labogebouw gebeurt met warmtepompen en is volledig fossielvrij.

Het gebouw is erg flexibel ingedeeld. Bijna elke functie kan naar elke plek in het gebouw verhuizen. Zo is het klaar voor toekomstige herschikkingen.

Het BioScience Centre omarmt samen met het Quadrivium een nieuw publiek plein.

Ontwerpers: Proof of the sum, SVR-ARCHITECTS, Exilab en Studieburo De Klerck

Celestien

De grootkeuken van Alma langs de Celestijnenlaan staat momenteel leeg. Het gebouw wordt afgebroken en er komt een nieuwbouw: Celestien, een nieuwe studentenresidentie mét een nieuwe Alma. De verhuizing van Alma 3 vanuit het park naar de Celestijnenlaan zal het overbelaste fietspad door Campus Arenberg wat minder druk maken.

Dwaaltuin: kunst voor alle seizoenen

Vlak bij het Arenbergkasteel opent in 2025 Dwaaltuin. Een bijzonder kunstwerk, dat de komende maanden en jaren voortdurend zal veranderen onder invloed van de seizoenen.

Tot voor kort was parking De Molen aan de Celestijnenlaan een weinig inspirerende plek, die bovendien uitsluitend toegankelijk was met de juiste badge. Intussen is de parking verdwenen, en binnenkort komt hier een uitnodigend park. Dat wordt een belangrijke schakel tussen de campussen aan weerszijden van de Celestijnenlaan en zal ook

het omliggende natuurgebied rond de Dijle aankondigen.

Centraal in het nieuwe park staat een doorzichtige constructie van gebogen stalen rasters: Dwaaltuin. Er worden zowat 100 soorten klimplanten aangeplant, die het stalen canvas geleidelijk zullen opvullen met kleuren, geuren, bladeren en vruchten. Op termijn zul je hier kunnen dwalen door een labyrint van golvende groene muren. Rustige plekken wisselen af met onverwachte uitzichten en ontmoetingspunten voor studenten, werknemers en omwonenden.

Dwaaltuin verwijst naar mythologische doolhoven en de formele historische tuinen die vaak bij kastelen stonden, maar ook naar de zoektocht die wetenschappelijk onderzoek per definitie is.

Het kunstwerk kwam tot stand in opdracht van KU Leuven, in samenwerking met biologen, botanici en stabiliteitsingenieurs van de nabijgelegen campus. Het kunstenaarsduo Gijs Van Vaerenbergh, geboren Leuvenaars en gastdocenten aan de architectuuropleiding, zocht samen met hen naar technische oplossingen om dit bijzondere ontwerp mogelijk te maken.

Net zoals hun doorkijkkerkje in Borgloon en het labyrint in C-Mine in Genk kan Dwaaltuin uitgroeien tot een klassieker die kunst en architectuur op een inspirerende manier combineert. En die ons op een nieuwe manier naar onze omgeving laat kijken.

Dwaaltuin is onderdeel van de nieuwe kunst- en wetenschapsroute And So, Change Comes in Waves, die op 16 mei 2025 opent in het kader van 600 jaar KU Leuven. Acht kunstenaars en evenveel dichters tonen nieuw werk op bijzondere plekken in en rond Leuven.

www.kuleuven.be/600jaar/ programma

Ontwerpers:

Dwaaltuin: Gijs Van Vaerenbergh Park: OKRA i.s.m. de technische diensten van KU Leuven

WETENSCHAPSPARK ARENBERG

Innovatiemotor voor de stad

Wetenschapspark Arenberg is een bedrijventerrein dat een sleutelrol speelt in de uitbouw van de Leuvense hightech-regio. Bedrijven uit de biotechnologie, ICT en mechatronica vinden hier een thuis. De komende jaren ontwikkelt het park zich verder als broedplaats voor innovatie.

Net als voor Campus Arenberg voldeed ook hier het twintig jaar oude masterplan niet meer aan de noden en behoeften van nu. Het nieuwe masterplan zet in op duurzame nieuwbouw met fossielvrije energievoorziening. Er komt een centraal park als poort tot de Voervallei en het Egenhovenbos. De buitenruimte wordt vergroend en onthard. Er komt ook een fietsverbinding naar de Kapeldreef en een Hoppinpunt voor deelmobiliteit aan imec.

En net als op Campus Arenberg verlegt ook dit masterplan de focus van uitbreiding naar inbreiding. Op enkele plekken kan er hoger gebouwd worden, om meer open ruimte te kunnen behouden. Zo blijft één derde van het wetenschapspark groen, wat belangrijk is voor de ecologische waarden van de vallei.

Communitygebouw

Het wetenschapspark in Leuven is op dit moment vooral een werkplek, maar met het nieuwe masterplan krijgt het gebied de kans om uit te groeien tot een dynamisch onderdeel van de stad, waar naast werk ook andere activiteiten mogelijk worden.

Een van de opvallende projecten in dit plan is het communitygebouw, dat de vernieuwing van Arenberg verder versterkt. Het vult een leemte in het gebied op en biedt een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en inspireren.

De afgelopen jaren werd er in het wetenschapspark flink gebouwd: kantoren, bio-incubatoren en onderzoeksruimtes kwamen erbij. Maar een plek waar al die mensen elkaar konden treffen, ontbrak nog. Dat verandert nu.

In het hart van het park, naast de Gaston Geenslaan, verrijst een nieuwe toren van 12 verdiepingen, met maar liefst 21 000 m² aan vloeroppervlakte. Dit markante gebouw wordt het nieuwste landmark in onze stad, in het verlengde van de bekende imec-toren.

Naast de klassieke kantoorruimtes biedt het gebouw ook plaats aan eventruimtes, vergaderzalen, een brasserie, een koffiezaak en co-working spaces. De bedoeling is dat de duizenden werknemers in en rond Arenberg elkaar hier vaker zullen ontmoeten – zowel informeel in aangename ruimtes als tijdens speciaal georganiseerde events. Onderzoekers kunnen er hun ideeën delen en ondernemers kunnen er met hun vragen terecht bij de wetenschappers.

Het communitygebouw zal naar verwachting eind 2027 zijn deuren openen. Zo kan Arenberg zich verder ontwikkelen als dé plek voor innovatie in onze regio. Al gaan de partners de komende jaren ook andere plekken als Leuven-Noord en de Commscopesite ontwikkelen.

Initiatiefnemers: KU Leuven Research & Development, de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV, het strategisch onderzoekscentrum Flanders Make en de stad Leuven

Ontwerpers: 360 architecten

KENNISECONOMIE

Motor van onze welvaart

De kennis die wordt opgebouwd aan KU Leuven, UZ Leuven en andere onderzoekscentra wordt meer en meer omgezet in innovatieve producten en diensten. Die zogeheten kenniseconomie vormt de grondslag van onze welvaart.

Zo bestaat 60% tot 70% van de Vlaamse export uit technologieen kennisintensieve goederen. Denk maar aan farmaceutische en chemische producten, software of onderdelen voor hoogtechnologische machines.

De kenniseconomie brengt groei en welvaart. Ze schept ook meer en betere banen, helpt de maatschappij te vergroenen en verbetert onze levenskwaliteit.

Daarom zetten universiteiten, steden en landen zich hard in om het innovatieklimaat te stimuleren.

Bijvoorbeeld door ruimte te maken voor wetenschapsparken en andere kenniscampussen:

DE VAART industrieel herontwikkelingsgebied, onder andere voor startende technologiebedrijven

GASTHUISBERG zorg- en wetenschapscampus

ARENBERG WETENSCHAPSPARK + HOOFDKANTOOR IMEC onderzoek en ontwikkeling

plekken waar kennis, ontwikkeling en productie samenkomen en elkaar versterken. In Leuven gebeurt dat op verschillende plaatsen, telkens met een iets andere focus. Daardoor spelen we aan de wereldtop. Een kort overzicht.

LEUVEN-NOORD nieuw te ontwikkelen wetenschapspark/ innovatiedistrict

COMMSCOPESITE toekomstige site voor industriële innovatie en productie

RESEARCHPARK HAASRODE mix van productie, onderzoek en ontwikkeling

STUDENTENWONINGEN Stad en universiteit werken samen

Tienduizenden studenten huisvesten in een middelgrote stad als Leuven is niet vanzelfsprekend. Daarom werken de stad en de universiteit samen om te zorgen voor kwaliteitsvolle kamers en zien ze toe op de veiligheid ervan.

Zo is er het kotlabel, dat de kwaliteit en veiligheid van bestaande koten waarborgt. Daarnaast kwam er in 2013 al een algemeen verbod op het opdelen van eengezinswoningen in studentenkoten. Op die manier

blijven die woningen aantrekkelijk voor gezinnen. Tegelijk is het voor gezinnen makkelijk om een kamer in hun woning te verhuren via de kotmadamformule.

Om voldoende aanbod te garanderen, bouwen de stad en de universiteit al jaren samen aan grote studentenresidenties. Dat zijn studentenhuizen met 20 tot soms wel 400 kamers. In die residenties zijn er meer mogelijkheden voor fietsenstallingen

De Jacht

De gebouwen van De Jacht zijn in 1927 opgetrokken in opdracht van de gelijknamige zusterorde. Ze liggen ingebed tussen akkers en de groene uitlopers van Heverleebos. De kloosterkamers worden stap voor stap omgevormd tot studentenkamers. Uiterlijk tegen 2033 verlaten de laatste zusters het gebouw en het bijbehorende paviljoen. In totaal komen er ruim 200 kamers. Om het project vorm te geven, stelt de universiteit een ontwerpteam aan. De eerste studenten verhuizen waarschijnlijk in het academiejaar 2027-2028.

Het project wordt mogelijk gemaakt door een renteloze lening van de Vlaamse overheid. Dankzij die manier van financieren kunnen de residenties niet alleen gebouwd worden, maar nadien ook uitgebaat worden tegen voordelige verhuurprijzen en zonder winstoogmerk.

en gemeenschappelijke ontmoetingsruimtes – zaken die in gewone woningen niet mogelijk zijn.

Er zijn verschillende soorten residenties: sommige zijn private initiatieven, andere worden beheerd door KU Leuven. Er zijn ook residenties die uitgebaat worden via samenwerkingsovereenkomsten met KU Leuven. Weer andere maken deel uit van grotere projecten.

Sint-Jansbergsesteenweg

De universiteit wordt steeds internationaler. Toppers uit de academische wereld aantrekken doe je niet enkel met relevant onderzoek. Je moet buitenlandse onderzoekers en studenten ook huisvesting aanbieden. Daarom werkt de stad, samen met KU Leuven en woonmaatschappij Dijledal, aan een klimaatneutrale woonwijk aan de Sint-Jansbergsesteenweg. Er komen zo'n 440 woningen, waaronder ongeveer 220 sociale woningen, huisvesting voor onderzoekers van KU Leuven en betaalbare koopwoningen.

‘Betaalbare studentenwoningen voorkomen dat de huizenprijzen in Leuven verder stijgen’

KU Leuven is populair, zowel bij Belgische als bij buitenlandse studenten. Daar zijn goede redenen voor: ze eindigt steevast hoog in internationale ranglijsten die universiteiten met elkaar vergelijken. Bovendien zijn studeren en wonen hier nog betaalbaar in vergelijking met veel buitenlandse universiteitssteden. Maar die populariteit heeft ook een keerzijde, vertelt Sara Phlips.

’Het nadeel van ons succes is dat er een tekort aan kamers dreigt. Dat is niet alleen vervelend omdat we zoveel mogelijk mensen de kans willen geven om te studeren en te doctoreren. We willen ook voorkomen dat zij hun toevlucht zoeken tot de reguliere woonmarkt en de prijzen daar verder omhoog duwen. Daarom breiden we in samenwerking met de stad ons aanbod aan kamers gevoelig uit.’

‘Het project rond de SintJansbergsesteenweg, het klooster van de Zusters van De Jacht en de nieuwe studentenresidentie aan de Celestijnenlaan zullen samen ongeveer 750 nieuwe kamers opleveren. Die compenseren ruimschoots de 320 kamers van residentie Groenveld, die door de uitbreiding van imec verdwijnt.’

‘Betaalbaarheid is uiteraard belangrijk voor veel studenten en hun ouders, maar de kotprijzen in Leuven zijn minder gestegen dan enkele recente uitspraken van vastgoedmakelaars laten uitschijnen. Via de inschrijvingstool van KU Leuven hebben dit jaar ruim 2400 studenten hun huurcontract doorgestuurd. Daardoor hebben wij een brede kijk op de Leuvense kamermarkt, en die is toch wat genuanceerder.’

‘Mogelijk is het beeld wat vertekend doordat sommige private ontwikkelaars zich richten op het luxesegment – denk aan studentenkamers met een eigen badkamer en wc. In onze residenties hanteren we een andere filosofie. Wij bieden hoofdzakelijk basiskamers met gedeeld sanitair en een gedeelde keuken per leefgroep. Bovendien werken we met residentiebeheerders, die de studenten ondersteunen en mee zorgen voor een fijn sociaal leven.

En anders dan vroeger proberen we Nederlandstalige en internationale studenten samen te huisvesten. Zo blijft niet iedereen in zijn eigen bubbel zitten. Op die manier geven we ons eigen kameraanbod een meerwaarde.’

Sara Phlips is diensthoofd van Cerab (Coördinatie Exploitatie Residenties Algemeen Beheer), dat verantwoordelijk is voor het beheer van de nietgesubsidieerde residenties van KU Leuven. De dienst beheert momenteel 15 residenties, met samen zowat 2500 van de ongeveer 6350 kamers die KU Leuven beheert.

KU Leuven Studentenvoorzieningen staat in voor de huisvesting van 3500 studenten en verhuurt aan studenten met specifieke noden. Zo kunnen studenten uit gezinnen met een lager inkomen huren tegen een huurprijs op maat, die gebaseerd wordt op het gezinsinkomen. En in de kotformule van Omkaderd Wonen delen studenten met een fysieke beperking het kotleven met andere studenten die hen assisteren.

CAMPUS GASTHUISBERG

Sinds de jaren 70 groeit er op een heuvel aan de westkant van de stad een heel bijzonder stadsdeel: Campus Gasthuisberg. Wat ooit begon als een uitbreiding van de ziekenhuizen in het stadscentrum, is inmiddels uitgegroeid tot een dynamische en veelzijdige campus, met een unieke combinatie van zorg, onderwijs en onderzoek. Het is een van de allergrootste ziekenhuiscampussen van Europa. Sinds 2004 geeft een masterplan richting aan deze ontwikkeling.

CAMPUS GASTHUISBERG

Health Sciences Campus

Campus Gasthuisberg ondergaat een indrukwekkende gedaanteverwisseling. Hier bouwen UZ Leuven en KU Leuven samen aan een echte Health Sciences Campus (zorg- en wetenschapscampus), met veel aandacht voor innovatie en duurzaamheid. Ongeveer tweederde van de gebouwen is 25 jaar of ouder en wordt stapsgewijs gerenoveerd. Er zijn ook heel wat nieuwe bouwprojecten.

De ontwikkeling van de campus gebeurt op basis van een masterplan. Dat werd in 2004 opgesteld door AWG architecten en onlangs geactualiseerd. Het is de leidraad voor de verdere groei en ontwikkeling van de campus tot 2035.

Een gedeelde visie

Gasthuisberg is een plek waar zorg en kennis elkaar aanvullen en versterken. KU Leuven, dat focust op onderzoek en onderwijs, en UZ Leuven, dat de zorg beheert, werken er nauw samen met hun partners. Dat maakt van de campus een medisch knooppunt van wereldniveau.

AWG architecten bewaakt de ruimtelijke visie uit het masterplan en houdt de architecturale kwaliteit van de nieuwe gebouwen in het oog. Elk nieuw gebouw heeft een aparte fiche. Die legt de voorwaarden voor het ontwerp vast. Voor elk gebouw wordt een nieuwe architect gezocht. Een bewuste keuze die eigenheid combineert met herkenbaarheid, zowel voor bezoekers als voor patiënten.

Stadswijken op de campus

Het masterplan ziet de Gasthuisbergsite als een stad met verschillende wijken, elk met een eigen functie: zorg, onderwijs, onderzoek of stedelijke functies. De wijken worden verbonden door pleinen, bruggen en binnenstraten. Die zorgen voor natuurlijke overgangen tussen de verschillende functies en helpen bezoekers en medewerkers zich gemakkelijk te verplaatsen. Ongeveer één derde van de gebouwenoppervlakte is bestemd voor onderwijs en onderzoek, de rest is gericht op zorg.

Het masterplan hecht veel belang aan verdichting. Door in de hoogte te bouwen en nieuwe gebouwen dichter bij elkaar te plaatsen, behoud je meer open ruimte op de campus. Bovendien blijft ook de omliggende natuur gevrijwaard als groene buffer.

Mobiliteit en toegankelijkheid

Mobiliteit speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van de campus. De circulatie van mensen die zich te voet over de campus bewegen wordt er geregeld via een assenkruis (de rode pijlen op de tekening). De korte as verbindt de onderzoeks- en onderwijsfaciliteiten met het ziekenhuis; de lange as vormt een binnenstraat die de oost- en westzijde van de campus aan mekaar linkt. Die indeling zorgt voor een efficiënte scheiding van stromen, zoals patiënten, bezoekers en logistiek verkeer.

Ook rond de campus wordt hard gewerkt. De nieuwe zuidelijke ringweg is in 2026 klaar. Dankzij een aparte busbaan zal het openbaar vervoer op de ringweg efficiënter verlopen. De noordkant van de campus wordt autoluw om het fietsverkeer te stimuleren. Investeringen in de weginfrastructuur en nieuwe fietsenstallingen hebben ervoor gezorgd dat het autogebruik van de medewerkers van UZ Leuven van 83% in 2005 is gedaald naar 58% in 2024. Voor KU Leuven daalde dat cijfer van 59% in 2008 naar 45% in 2024.

Ziekenhuis en zorg

Onderzoek en onderwijs

TOEGANG OOST

Publiek domein

Bij het ontwerp van het publiek domein staat het welzijn van patiënten, medewerkers en bezoekers centraal. Het idee is dat je op de campus niet alleen medische voorzieningen vindt, maar ook aangename buitenruimtes. Daar kan je op pleinen, straten met zitbankjes en groene rustplekken even ontsnappen aan de soms confronterende ziekenhuisomgeving.

Aan de oostkant van de campus wordt een nieuw plein aangelegd, dat in 2026 klaar moet zijn. Het zal met de rest van de campus verbonden zijn via een centrale wandelas.

Innovatie in de zorg

De uitbreiding van de campus biedt ook kansen om de zorg te verbeteren. Een voorbeeld is de afdeling voor te vroeg geboren baby’s die intensieve zorg nodig hebben. Vroeger lagen die samen op één zaal, maar nu heeft elk kindje een eigen kamer. Die aanpassing kwam er dankzij de nieuwe infrastructuur, die tegelijkertijd zorgde voor een beter overzicht voor artsen en verpleegkundigen. Door de nieuwe indeling is het er rustiger en kunnen ouders permanent bij hun pasgeboren baby blijven.

Duurzame campus

Campus Gasthuisberg verbruikt veel energie – dezelfde hoeveelheid elektriciteit als 70% van de Leuvense gezinnen, om maar een voorbeeld te noemen. Daarom hebben KU Leuven en UZ Leuven een ambitieuze doelstelling: tegen 2050 willen ze volledig onafhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Nieuwe gebouwen worden uitgerust met warmtepompen, en er is een systeem voor warmte- en koudeopslag via het grondwater.

Blik

op de toekomst

De ontwikkeling van campus Gasthuisberg is een voorbeeld van hoe een langetermijnvisie kan bijdragen aan innovatie en duurzaamheid. Met het masterplan als leidraad blijft de campus een belangrijke speler in de medische wereld, en wordt het bovendien een aangename plek om te verblijven en te werken.

De komende jaren staan er tal van projecten op de planning. Lees er meer over op de volgende pagina’s.

15 verdiepingen

Vanaf dit jaar wordt centraal op de campus een toren van 15 verdiepingen gebouwd. Die zal vanaf 2030 plaats bieden aan verpleegafdelingen met in totaal ongeveer 300 bedden, een uitbreiding van het dagziekenhuis en de consultatie oncologie. De aangrenzende diensten radiotherapie en spoed kunnen dankzij het nieuwe gebouw uitgebreid worden.

Ontwerpers: TM WiegerinckLOW-Ingenium-Ney

Gasthuis

Langs het plein aan de westkant van de campus komt over enkele jaren het ‘Gasthuis’: een publiek toegankelijk gebouw met onder andere een kleine supermarkt, een apotheek en een hotel waar bijvoorbeeld bezoekers van patiënten kunnen overnachten. Voor UZ-medewerkers komen er kantoren en ondersteunende functies zoals een cafetaria en een fitness. Allemaal functies die passen binnen het idee van de 'living campus'.

Ontwerpers: Kairos i.s.m. Robberecht & Daem

Vaardigheidscentrum

Tussen de bestaande gebouwen aan de oostelijke ringweg bouwt KU Leuven momenteel een vaardigheidscentrum. Studenten kunnen er vanaf 2026 praktijkervaring opdoen voordat ze met echte patiënten gaan werken. Ook externe en interne gezondheidswerkers kunnen zichzelf hier voortdurend bijscholen. Denk aan communicatieen reanimatietrainingen, zelfleerstations, complexe simulaties voor technische vaardigheden, ruimtes met virtual- en augmentedreality-toepassingen...

Ontwerpers: TM Atelier

Kempe Thill – Sweco – BAS

Grote verhuizing

Nieuwe laboratoria

Onderzoek is van levensbelang voor de zorgsector. Op Gasthuisberg staan nieuwe laboratoria op de planning, zoals een onderzoeksgebouw voor nucleaire geneeskunde. Tegelijk wordt het oudste onderzoeksgebouw op de campus Onderwijs en Navorsing 1 gerenoveerd om plaats te bieden aan de laboratoria van de departementen Cellulaire en Moleculaire

Geneeskunde en van Chronische Ziekten en Metabolisme. In een volgende fase komen er ook kantoren van het departement Maatschappelijke gezondheidszorg en Eerstelijnszorg.

Ontwerpers: THV PoloM4-Detoo-SDKe

Vanaf 2026 begint de bouw van een nieuw onderkomen voor de diensten tandheelkunde, mond-, kaak- en aangezichtschirurgie en radiologie. Die zitten nu nog op de Hertogensite in de binnenstad, maar verhuizen over enkele jaren naar campus Gasthuisberg. Dat is meteen ook de laatste fase van de verhuizing van alle activiteiten van de Hertogensite. Op de site wordt de Sint-Rafaëltoren gerenoveerd en omgevormd tot een welzijnstoren (zie p. 14).

KLIMAATNEUTRAAL IN 2050

'De beste kilowattuur is degene die je niet verbruikt'

De stad heeft samen met verschillende partners een klimaatcontract opgesteld: een actieplan voor een koolstofarme toekomst. KU Leuven is daarin een belangrijke partner. De universiteit wil haar CO2-uitstoot in 2027 gehalveerd hebben ten opzichte van 2006, en klimaatneutraal zijn in 2050. Raf Van Hoorick en Bruno Motten (Technische Diensten KU Leuven) vertellen hoe ze oude en nieuwe universiteitsgebouwen afstemmen op die uitdaging.

‘De universiteit heeft een groot en divers patrimonium. Nieuwe en historische gebouwen, laboratoria en auditoria, studentenrestaurants en -residenties, kinderdagverblijven … Samen stoten ze heel wat CO2 uit. Dat kunnen we verminderen door minder fossiele brandstoffen zoals stookolie en aardgas te gebruiken.’

Isoleren en renoveren

‘De beste kilowattuur is diegene die je niet verbruikt. En dus investeren we in renovatie en isolatie om ons energieverbruik te verminderen. Dat doen we door over te schakelen op LED-verlichting, enkel glas te vervangen door dubbele beglazing en daken te isoleren. Om de twee jaar isoleren we de volledige buitenkant van één van onze gebouwen. Zo hebben we al verschillende gebouwen ingepakt, bijvoorbeeld de nieuwe Valk en de studentenresidenties Camilo Torres (Brusselsestraat) en Frascati (Vital Decosterstraat).’

‘Ook het gebouw van het departement computerwetenschappen hebben we volledig ingepakt. Zo besparen we de helft van de warmtevraag. En omdat we de twee gasketels nu combineren met een nieuwe warmtepomp, stoten we in dat gebouw 60% minder CO2 uit.’

‘In historische gebouwen is het altijd een evenwichtsoefening om zoveel mogelijk energie te besparen zonder te raken aan het monumentale karakter. Daken en zoldervloeren kunnen we meestal zonder al te grote problemen isoleren, en vaak zijn er nog enkele andere ingrepen op maat mogelijk. Maar een historisch gebouw volledig inpakken gaat natuurlijk niet.’

Fossielvrije nieuwbouw

‘In 2020 besliste KU Leuven om nieuwe gebouwen voortaan enkel fossielvrij te verwarmen. In al onze nieuwbouwprojecten gebruiken we warmtepompen. Zulke pompen verwarmen op

een lagere temperatuur dan andere verwarmingssystemen. Je kan ze dus enkel inzetten in goed geïsoleerde gebouwen met een warmteafgiftesysteem dat daaraan is aangepast, zoals vloerverwarming, grote radiatoren of ventiloconvectoren.’

’Het rendement van warmtepompen ligt tussen de 300% en 500%. Anders gezegd: ze produceren 3 tot 5 keer zoveel warmte-energie als de elektrische energie die ze verbruiken. Gasboilers hebben een rendement van ongeveer 90%: ze produceren dus minder warmteenergie dan ze verbruiken.’

Gasthuisberg: verwarmen via leidingwater

‘Hoe hoger de temperatuur van je warmtebron, hoe minder energie je moet toevoegen en hoe hoger dus je rendement. Daarom gaan we bij elk project op zoek naar de warmtebron met de hoogste temperatuur. Op Gasthuisberg is dat het leidingwater. Dat heeft een constante, relatief hoge temperatuur: we kunnen er dus efficiënt warmte aan onttrekken. Zonder vervelende gevolgen voor andere gebruikers. Het water dat bij je thuis uit de kraan komt, zal nog altijd dezelfde temperatuur hebben.’

‘Op die manier verwarmen we twee gebouwen: Onderwijs & Navorsing 6 en het nieuwe vaardigheidscentrum voor studenten en gezondheidswerkers (vanaf 2026). In beide

gevallen volstaat een warmtepomp van 300 kilowatt, maar in het vaardigheidscentrum plaatsen we er één van 500 kilowatt. De overblijvende warmte kunnen we via een warmtenet naar andere gebouwen op de campus transporteren, zodat die fossielarmer worden.

We voorzien in extra vermogen zodat we de overblijvende warmte via een warmtenet naar andere gebouwen op de campus kunnen transporteren. Zo maken we ook die gebouwen fossielarmer.’

‘Ook de niet-gebruikte condensatiewarmte van de stookplaats van UZ Leuven kunnen we gebruiken als warmtebron. Die warmte zou anders gewoon de lucht ingaan. Alle maatregelen samen kunnen ons een besparing van 950 ton CO2 per jaar opleveren.’

Riothermie op de Redingensite

‘Op de Redingensite in de binnenstad gaan we een nieuwe campus voor de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen bouwen. Vlakbij ligt een grote collector van rioolwater van Aquafin. Ook dat water heeft een hoge temperatuur en is dus een ideale warmtebron.’

‘We onderzoeken de mogelijkheid om in dit nieuwe project een warmtepompcentrale met riothermie te bouwen. Daarmee zouden we warmte via een warmtenet kunnen overbrengen naar het Groot Begijnhof en studentenresidenties in de buurt.’

Campus Arenberg

‘Ook op de campus en het wetenschapspark Arenberg zijn we stappen aan het zetten. Bij imec is er heel wat restwarmte van industriële processen. Die zullen we samen recupereren via een warmtenet op campus Arenberg III. Volgens een eerste haalbaarheidsstudie zouden we dat warmtenet kunnen inzetten om de stookplaatsen in de campusgebouwen hybride te maken. Zo worden de gebouwen fossielarm.’

‘Even verderop bouwen we het BioScience Centre, een laboratoriumgebouw van 14 verdiepingen (zie p. 23). We gaan verschillende systemen gebruiken om het volledige gebouw fossielvrij te klimatiseren. Zo gaan we de restwarmte van de koeling recupereren. In het nieuwe gebouw moeten sommige ruimtes permanent gekoeld worden: de restwarmte die daarbij vrijkomt, kan je gebruiken om andere ruimtes te verwarmen.’

‘Op campus Arenberg II maken de twee plantenserres plaats voor een hightech-nieuwbouwserre. Het wordt de eerste fossielvrije serre van die omvang in ons land. Op de vijver ernaast leggen we drijvende zonnepanelen.’

Lichtere zonnepanelen

‘Om fossielvrij te verwarmen gebruiken we altijd warmtepompen. Maar die moeten natuurlijk aangedreven worden met energie. We produceren zoveel mogelijk elektriciteit zelf. En we kopen enkel groene stroom aan.'

‘Waar het kan leggen we zonnepanelen, maar niet elk gebouw is daarvoor geschikt. Zo heeft het gebouw van het departement computerwetenschappen onvoldoende draagkracht voor klassieke zonnepanelen. Gelukkig staat de technologie niet stil, en dus plaatsen we een nieuw type verlijmbare zonnepanelen op het dak. Die zijn een pak lichter. Tegen juli 2025 zullen we genoeg zonnepanelen hebben om 3 megawatt elektriciteit te produceren. Toch een serieus vermogen.’

Een pak minder CO2-uitstoot ‘Tegen 2027 zorgen al deze inspanningen voor een halvering van onze totale CO2-uitstoot in vergelijking met 2006. In die periode is de universiteit erg gegroeid en zijn er een pak nieuwe gebouwen bijgekomen. Per vierkante meter vloeroppervlakte daalt de uitstoot zelfs met 66%. Een hele verbetering.’

Bruno Motten (links) en Raf Van Hoorick (rechts)

6633

studentenkoten in beheer van KU Leuven

95 aula's en

272 leslokalen

13

bibliotheken van de universiteit in Leuven

68 km

buizen voor geothermie

KU LEUVEN in de stad IN

CIJFERS

140

beschermde monumenten van KU Leuven

10.000 m2

zonnepanelen op Leuvense daken van KU Leuven

200 jaar bestaat de grote aula in het MariaTheresiacollege, de oudste nog gebruikte aula

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.