mozaiek jaargang 10 nr. 31 augustus 2013
stadsvernieuwingsmagazine leuven
fris stadsgroen opgefriste eeuwelingen & nieuwe parken picknickplekken getest door kinderen de financiĂŤle waarde van de kampioen interview met landschapsarchitect geert meysmans
- mozaiek 31 I blz. 2 -
concept en realisatie
Communicatie stadsvernieuwing stad Leuven redactie
Geert Antonissen, Karlien Stroeykens, Wendy Maes fotografie
Geert Antonissen, Karlien Stroeykens, Eric Dewaersegger schepen van communicatie
Els Van Hoof directeur communicatie
Alfons Verdyck met dank aan
Stad Leuven: dienst ruimtelijke ontwikkeling, Kruidtuin: cel beheer, ontwerp en educatie, Ruimtelijk en duurzaamheidsbeleid, Data- en facilitair beheer, college van burgemeester en schepenen, AGSL, OKRA landschapsarchitecten, H+N+S landschapsarchitecten, Het ‘Central Park 3010’ team, Geert Meysmans landschapsarchitectuur, Oona, Lisse, Otis, Nora contactgegevens
Communicatie stadsvernieuwing Stadskantoor Professor Van Overstraetenplein 1 B-3000 Leuven infohuis@leuven.be, tel. 016 272 272 www.leuven.be/stadsvernieuwing volgend nummer
november 2013
Beste Leuvenaar Net zoals Leuven continu verandert en vervelt, vernieuwt ook het magazine dat de historische transformatie van onze stad beschrijft. Maar net als de stad zelf gebeurt dit zonder zichzelf te verloochenen. Het hoofdthema - de stadsvernieuwing - blijft het uitgangspunt, maar voortaan is Mozaïek groter en dikker en zal hij twee keer per jaar verschijnen. Het eerste nummer van deze Mozaïek nieuwe stijl, zoomt in op een aantal groengebieden van onze stad. Iedereen is het er over eens dat groen in de stad een noodzaak is: het tempert de hitte in de zomer, het filtert fijn stof, het geeft voedsel aan mens en dier, het bevordert de gezondheid en het wordt boven alles door bijna iedereen als mooi en aangenaam ervaren. Maar tegelijk staan we niet altijd stil bij de grote menselijke en financiële inspanningen die nodig zijn om al dat groen te plaatsen en te onderhouden. Uit deze Mozaïek blijkt ook dat groen modegevoelig is. Door nieuwe inzichten en veranderende voorkeuren kiezen we steeds weer andere planten. In dit magazine lees je de meest recente evoluties en de visie van de stad op groen. Uiteraard ligt er veel nadruk op de nieuwe projecten - anders zou dit geen stadsvernieuwingsmagazine zijn - maar tegelijk is er ook heel wat aandacht voor de manier waarop we vandaag omgaan met onze historische groene plekken en krijg je als uitsmijter een interview met een landschapsarchitect die al deze evoluties tracht te verduidelijken. Net als de vorige Mozaïeken pretendeert deze Mozaïek geen academische volledigheid, zo ontbreekt bijvoorbeeld de grote toegankelijke tuin van het Lemmensinstituut, maar kan hij je hopelijk wel zin geven om deze nazomer ook minder bekend Leuvense groen op te zoeken. Veel lees-en kijkplezier. Reacties zijn nog meer dan anders welkom op infohuis@leuven.be.]]
- mozaiek 31 I blz. 3 -
blz 04. cijfermania
Waarom staan deze korven in de kruidtuin?
blz 06. historische parken
Kan de historische stadsmuur nog een rol spelen in de hedendaagse stadsontwikkeling?
blz 18. getest door de kids
Enig idee wat de favoriete picknickplekken zijn van de kids?
blz 30. het sluispark
Welke straat ruimt plaats voor het Sluispark?
blz 36. interview
Waarom is groen niet altijd noodzakelijk ... volgens deze landschapsarchitect?
en verder ondermeer
»» Parken met een grote natuurwaarde. blz. 23 »» Hoe maakt de Dijle Leuven groener? blz. 26 »» Central Park 3010. blz. 34
...
- mozaiek 31 I blz. 4 -
Cijferstad 0
De hoeveelheid pesticiden die de stedelijke groendienst normaal vanaf 2015 zal gebruiken. De stad werkt al jaren met steeds minder onkruidverdelgingsmiddelen. Zo is de deelgemeente Kessel-Lo nu al volledig pesticidenvrij. Deze manier van werken is weliswaar arbeidsintensiever en maakt hier en daar wat meer onkruid zichtbaar, maar zorgt voor minder gezondheidsrisico’s.
Omdat 1 cijfer soms meer zegt dan 1000 woorden.
35 Het aantal schapen dat de stad bijhoudt op verschillende plekken in de stad als levende, sympathieke grasmaaier. Ieder jaar zijn er ook ongeveer een dertigtal lammetjes. Je vindt ze terug op de Kesselberg, de Keizersberg, in de Abdijen van Park en Vlierbeek en in de Dijlemeander.
134
Het aantal werknemers dat bij de groendienst werkt, inclusief de 8 mensen van de 10 stedelijke begraafplaatsen. In totaal beheren ze samen bijna 300 ha openbaar groen (parken, pleinen, plantsoenen enzovoort).
22
are. De grootte van het serrecomplex in het Heuvelhofpark waar de stedelijke groendienst planten kweekt. Leuven heeft als ĂŠĂŠn van de laatste steden nog een eigen plantenkweekdienst.
- mozaiek 31 I blz. 5 -
52.612
36
Het aantal mensen dat in de zomer continu bezig is met het maaien van het gras in de stad. Deze zijn onderverdeeld in 7 ploegen die elk een deel van de stad beheren. Daarvoor kunnen ze gebruik maken van 8 grote grasmaaiers (tractortjes) en 28 klassieke grasmaaiers voor plekken waar een grote machine niet bij raakt. In totaal beheert de stad dan ook meer dan 80 ha (of ongeveer 150 voetbalvelden) gras dat om de tien dagen opnieuw moet gemaaid worden.
Het aantal m² hagen dat de stad onderhoudt.
18.234
Het aantal (laan-)bomen dat de stad beheert op het openbaar domein. In dit cijfer zijn de bomen in de parken, begraafplaatsen en dergelijke niet meegeteld, evenmin als de bomen op privĂŠterrein, op de gronden van de KU Leuven enz. Jaarlijks plant de stad er gemiddeld 300 bij. Het aantal kapvergunningen varieert. Soms zijn dit er slechts 20 per jaar, maar op andere momenten kan dit oplopen tot 150. Dat is bijvoorbeeld sporadisch het geval bij de heraanleg van een bepaalde straat. De bomen worden dan wel bijna altijd vervangen door beter aan de situatie aangepaste exemplaren.
5 Het aantal stadsbijenkolonies van de stad. Deze staan in de fruittuin van de Kruidtuin waar ze cruciaal zijn voor de vruchtvorming en de goede zaadproductie van vele plantensoorten. Ze tellen ongeveer 100.000 zachtaardige bijen per kolonie. Daarnaast werkt de stad ook samen met imkers bij de drie abdijen (Vlierbeek, Abdij van Park en Keizersberg) om het bijenbestand in Leuven te verbeteren.
- mozaiek 31 I blz. 6 -
De Keizersberg. Een vrij recente publieke groene long op een historisch beladen plek.
- mozaiek 31 I blz. 7 -
historische parken
Wanneer je lang genoeg wacht, krijgt uiteraard ieder park een historische waarde. Toch zijn er drie soorten historische parken die Leuven typeren: de exemplaren rondom de abdijen die soms nog zeer recent publiek geworden zijn, de parken op de voormalige ringmuren van de stad en de parken die ontstaan zijn door het openstellen van kasteeltuinen. De meeste van deze parken stammen uit de 19de eeuw en zijn vormelijk - geheel volgens de toenmalige romantische visie - aangelegd. De romantiek is zoals je weet al even gepasseerd. Daarom zijn er nieuwe inzichten in de manier waarop we vandaag met deze rustpunten in de stad omgaan. Een overzicht.
- mozaiek 31 I blz. 8 -
Leuven kent vier (voormalige) abdijen die niet alleen bekendheid genieten omwille van hun historische gebouwen, maar ook omwille van hun genereuze groengebieden die vandaag allemaal toegankelijk zijn. Vooral de groenruimten rond de abdijen van Park en Keizersberg zijn in volle verandering.
Abdij van Park D
e Abdij van Park is een beschermd landschap. Om deze rijkdom te behouden en te versterken renoveert men niet alleen gebouwen, maar werkt de stad ook het opgemaakte landschapsbeheersplan uit tot concrete plannen die in verschillende fasen zullen worden uitgevoerd.
De zeer weidse noordzijde van de site blijft open zodat de zichten bewaard blijven. Enkel aan de randen komen er bomen en struiken die de sporen enigszins verbergen.
De maĂŻsakker zal omgevormd worden in een hooiland.
Achter het Neerhof bevindt zich de oude moestuin. De stad onderzoekt of en hoe de moestuin toegankelijk kan gemaakt worden.
- mozaiek 31 I blz. 9 -
Indeling van de wegen De wegen en paden krijgen een herkenbare bestrating: de hoofdwegen krijgen net als de dreef kasseien, de secundaire wegen worden halfverhard en kleine graspaadjes geven toegang tot de meer afgelegen plekken.
De vijvers geven ruimte en rust aan het gebied. Vandaag staan de vijvers en de directe omgeving gekend als ecologisch zeer interessant. Zo broeden hier verschillende watervogels die de vijvers gebruiken als rustpunt tijdens de trek of tijdens de winterperiode. Er is in het recente verleden - ondermeer met de hulp van de Vrienden van de Abdij van Park - reeds hard gewerkt aan de oevers. Zo kunnen verschillende diersoorten deze plek vandaag gebruiken als paai- en broedplaats. De vijvers zelf laat men regelmatig leeglopen. Dit is een vorm van historisch vijverbeheer die op zich goedkoop en ecologisch is en zorgt voor minder slib zodat het water helderder wordt en er meer waterplanten kunnen groeien. Tegelijk kan men het visbestand in de vijver bijsturen.
De huidige tennisterreinen zullen verdwijnen. In plaats daarvan komt er een natuurpark dat de Molenbeek linkt met de rest van de site.
De tuinen rond de abdij worden ook heringericht. Dit gebeurt in de geest van de rest van het project. Het historische karakter blijft bewaard ‌ met oog voor een hedendaags gebruik.
Zonne-energie De stad onderzoekt een nieuwe afrastering voor de weiden. Omwille van het klimaatneutrale karakter dat de stad in de toekomst nastreeft, zullen de poorten en de schrikdraad gevoed worden door zonne-energie.
Ingroening fietsbrug Om de technische constructie ietwat te verstoppen, zal de aanloop naar de fietsbrug richting de Hoegaardsestraat ingegroend worden. Bovenaan blijft het opvallende zicht op de abdij.
NatuurgeĂŻntegreerde spelelementen In plaats van klassieke speeltoestellen bekijkt men waar het mogelijk is om gebruik te maken van de bestaande natuurelementen om de kinderen op te laten ravotten.
- mozaiek 31 I blz. 10 -
- mozaiek 31 I blz. 11 -
Keizersberg H
et is sinds de openstelling in 2010 één van de meest verrassende plaatsen binnen de ring: de onverwachte zichten, de natuurlijke rijkdom en de historische overblijfselen geven de Keizersberg dan ook een unieke eigenheid.
Nieuwe verbinding vanuit de Vaartkom De eerste maanden was het park zeer moeilijk bereikbaar voor mensen die rond de Vaartkom woonden en werkten. Om dit euvel grotendeels op te lossen, bouwde de stad een nieuwe toegang vanaf de Vaartkom. Deze bestaat uit twee delen. Op de hoek van de straten ‘Achter de latten’ en ‘Wolvengang’ vertrekt er een nieuwe trappenpartij die het hoogteverschil van negen meter overbrugt en boven uitkomt op de Tramweg - het voetweggetje dat langs de Keizersberg loopt tot onder de pijlers van de ring. Halverwege de trap is een bordes met een mooi uitzicht. Verderop de Tramweg is er een doorsteek naar het park. Een nieuwe trap breekt eerst de bestaande keermuur door en loopt als pad verder door drie nieuwe openingen die gemaakt werden in de gemetselde boogvormen van de vestingsmuur. Het pad volgt de helling van het terrein en sluit finaal aan op de nieuwe paden die eerder op de Keizersberg zelf al werden aangelegd. Archeologie Voor de abdij op de Keizersberg stond, bevonden er zich twee belangrijke gebouwen die neerkeken op de stad: de hertogelijke burcht en de commanderij van de tempeliers. Op basis van oude documenten weten we dat de toegang tot deze gebouwen vertrok aan de plek waar nu de trap ligt. Voor de aanvang van de werken aan de huidige toegang, is er dan ook een archeologisch
onderzoek gebeurd om deze eventueel te reconstrueren. Door de verzakkingen van de voorbije eeuwen, bleek het niet langer mogelijk om het precieze tracé te vinden. Toch was het onderzoek niet helemaal zinloos. Zo vond men een onaangeroerde afvalput uit de 16de eeuw ... een cadeau voor archeologen die op deze manier een beter inzicht verwerven hoe onze voorouders leefden en wat ze aten. Zo identificeerde men ondermeer de botjes waardoor het duidelijk werd welke dieren er in het toenmalige klimaat leefden. Allemaal beestjes Vandaag huizen er in de taluds en hellingen van de Keizersberg ook heel wat dieren. Naast de vrij unieke Spaanse vlag, een mooie vlinder, is vooral de hazelworm een speciale bewoner. Dit diertje lijkt voor het ongeoefende oog op een slangetje, maar is eigenlijk een pootloze hagedis. Door de open beplanting van de taluds, vindt dit koudbloedige dier voldoende zonlicht om zich op te warmen. Daarenboven vindt hij op deze plek zijn geliefkoosde menu: naaktslakken, spinnen, wormen en insecten. Planten De stad onderhoudt het groen op de Keizersberg op dezelfde ecologische wijze als in de vele andere parken in de stad. Dat merk je ondermeer aan het graas- en maaibeheer.]]
foto’s van links naar rechts en van onder naar boven 1. één van de historische relicten in het park 2. de schapen van de stad in de boomgaard 3. de afsluiting die de grens vormt tussen de tuin van de abdij en het openbaar park 4. de toegang tot het park vanuit de Vaartkom via de nieuwe trap
De aanleg van de nieuwe toegang tot de Keizersberg is gerealiseerd door de volgende partners Bouwheer stad Leuven Ontwerpteam Ontwerpbureau Pauwels Financiering Stad Leuven Europa (Interreg & ROI)
- mozaiek 31 I blz. 12 -
Na jaren van achteruitgang krijgt één van de bekendste ruïnes van de stad - de toren in het stadspark en de bijbehorende muur weer zicht op een interessante toekomst.
Stadspark I
Afbeeldingen links: de aanleg rondom de toren in het stadspark © Barbara Van Der Wee Architects foto in grijze kader: resten van de stadsomwalling op de Hertogensite
n het Sint-Donatuspark - beter gekend als het stadspark - bepalen de muur en de centrale toren nog steeds grotendeels de structuur en de werking van het park. Beide zijn echter in slechte staat. Vandaar dat de voorbereidingen volop bezig zijn om deze eeuwenoude relicten te herstellen en terug een plaats te geven in onze hedendaagse stad.
van de restanten moet bestudeerd worden, er moet grondig onderzoek gedaan worden naar de verschillende materialen die in de loop der tijden zijn gebruikt en hoe die vandaag op elkaar inspelen, men moet kiezen welk tijdperk het meest waardevol was enz. Vandaar ook dat dit projecten zijn van lange adem.
Lange adem Historische monumenten herstellen is niet eenvoudig … niet in het minst omdat de beginsituatie niet altijd helder is: de stabiliteit
Funderingen Dat is ook het geval voor de historische relicten in het Leuvense stadspark: de centrale toren en de muur die beide restanten zijn van
- mozaiek 31 I blz. 13 -
de oorspronkelijke stadsmuur. Er is aan beide de voorbije decennia wel gewerkt, maar de gedeeltelijke instortingen bewezen dat dit niet altijd even oordeelkundig gebeurde. Muur Vandaag bestudeert men hoe men deze muur - die voor verschillende bewoners van de Charles De Beriotstraat de scheidingsmuur van hun tuin is – kan herstellen en stabiliseren. Dat gebeurt op een zeer technologisch vooruitstrevende manier. Zo gaat men bijvoorbeeld ook “endoscopische” onderzoeken in de monumenten uitvoeren: men brengt letterlijk een cameraatje in de monumenten om te kijken in welke staat ze zich bevinden. Daarnaast zijn er ook kernboringen en stabiliteitsonderzoeken die er allemaal samen voor moeten zorgen dat de restauratie van deze muur aan het begin van de 21ste eeuw professioneler zal verlopen dan de voorgaande.
Globale visie op Leuvense stadswallen De toren en de muur in het stadspark zijn één van de vele restanten van de oude stadsomwalling. Om deze oude structuren terug zichtbaar te maken, ontwikkelt de stad een globale visie die, in de mate van het mogelijke, deze restanten integreert binnen nieuwe projecten. Daarbij focust men niet alleen op de stenen, maar ook op het omliggende landschap. Concreet zijn er niet alleen plannen voor het stadspark en het Handbooghof, maar ook voor de ziekenhuissite Sint-Pieter en SintRaphaël. Daar bestudeert men nu al hoe de resten van de stadsomwalling kunnen geïntegreerd worden in het nieuwe project.
Toren Ook de toren zelf krijgt een extra leven. Hij blijft er als een ruïne uitzien, maar zal toch grondig aangepakt worden. Eén van de meest opvallende ingrepen is het vrijmaken van de waardevolle binnenkamer die “ontdekt” is bij de instorting van het complex in 2004. Deze zal tijdens de restauratie hersteld worden en zal via een wandelparcours zichtbaar worden voor bezoekers. Daarnaast komt op een deel van het complex een groendak met zorgvuldig uitgekozen planten, die voorkomen op oude ruïnes. De funderingen zelf verdwijnen weer onder de aarde. Hierdoor is het monument niet alleen stabieler, maar herstelt men ook de oorspronkelijke verhoudingen van het complex. Op deze manier verzoent men op een feilloze manier de historische bedoelingen met de hedendaagse noden. De werken aan de toren starten normaal gezien dit najaar.]]
Restauratie van de restanten van de voormalige stadsomwalling en ontwerp van de omgeving in het stadspark van Leuven Bouwheer stad Leuven Ontwerpteam Barbara Van Der Wee Architects Specialistisch onderzoek Teresa Patricio Stabiliteitsstudie Triconsult Landschapsproject Erik Dhont Financiering Vlaamse overheid Stad Leuven provincie Vlaams-Brabant Erfpacht toren Herita vzw
- mozaiek 31 I blz. 14 -
Al deze parken hebben een gelijklopende geschiedenis. Het waren ooit privédomeinen die oorspronkelijk buiten de stad lagen en voor de fusie door de gemeente KesselLo zijn verworven. Ook het Heuvelhofpark bijvoorbeeld behoort tot deze opvallende Kesselse collectie.
Domeinparken
Park Heideberg
Park Michotte
De Bron
Het kasteelpark Heideberg ligt tegen de heuvelruggen van Boven-Lo. Deze groenoase staat rondom een in het oog springend geel kasteel en kent grosso modo twee delen: een ecologisch rijk lager gelegen gedeelte - met ondermeer uitzonderlijke paddestoelen zoals de kleurrijke wasplaten- en een armer en meer gefragmenteerd bovengedeelte (achter het kasteel). De kinderen van de plaatselijke jeugdorganisatie en de brede omgeving maken er met veel plezier gebruik van de soms indrukwekkende hoogteverschillen. Sinds twee jaar geldt voor het park en de ruime omgeving een nieuw ruimtelijk uitvoeringsplan. Dankzij dit zogenaamd “ruimtelijk uitvoeringsplan voor openruimtegebieden met geïntegreerde bebouwing” tracht men ook op langere termijn de kwaliteiten van het groen in combinatie met het historische centrale gebouw te versterken.]]
De groendienst van de stad werkt volgens de principes van het Harmonisch Park- en Groenbeheer . In mensentaal wil dit zeggen dat ze - samen met een hele reeks partners en buurtbewoners - onderzoeken hoe ze een gezond evenwicht kunnen vinden tussen de duurzaamheid en diversiteit van onze parken enerzijds en de beleefwaarde voor de bezoekers anderzijds. Dit evenwicht is uiteraard verschillend per park. Het park Michotte dat oorspronkelijk het domein vormde rond het landhuis van (de ouders van) professor Michotte, is het eerste park waar ze dit concreet toepassen. Deze plannen behelzen geen enorme ingrepen, maar onderzoeken hoe de groendienst de komende jaren met een reeks kleinere aanpassingen de ecologische en beleefwaarde van dit park kan vergroten. Eén van de eerste ingrepen zijn de nieuwe speeltoestellen voor 6 tot 12-jarige kinderen die de stad gaat plaatsen. Na samenspraak met de buurt is ook besloten om de petanquebaan, een prieeltje en de zitbanken te houden en verder alles zo natuurlijk mogelijk aan te leggen.]]
Ook aan de Bron - het kasteeldomein op de flanken van een heuvelrug in Kessel-Lo - is de voorbije jaren hard gewerkt. Deze plek is vrij uniek omdat er op verschillende plaatsen grondwater aan de oppervlakte komt dat poeltjes vormt.
meer info www.leuven.be/ORGB
Deze poeltjes dreigden echter te verloederen. Om dit te voorkomen werkte de stad samen met een aantal partners waaronder het Regionaal Landschap Dijleland vzw. Ze haalden het slib er uit en herstelden het ondergrondse buizensysteem dat het water regelt. Zo is er vandaag weer meer zuurstof en licht in de poeltjes en kunnen ze heropleven. Op de flanken van de heuvel tenslotte zijn er ook een reeks aanplantingen gebeurd.]]
- mozaiek 31 I blz. 15 -
Vestparken Ruelensvest
Remyvest
Ook de Ruelensvest is ontstaan in de 19de eeuw en vormt vandaag een opvallende plek temidden de drukke stedelijke ring. Deze groenzone is niet alleen een fijne fietsroute, ze herbergt ook een opvallend rijke biodiversiteit.
De Remyvest is aangelegd eind 19de eeuw als een echte flaneerboulevard. Deze aanleg komt vandaag weer tot leven door het specifieke hooilandbeheer.
Deze natuurlijke rijkdom is het resultaat van een jarenlang volgehouden hooilandbeheer. Zo maaide de stedelijke groendienst maar twee keer per jaar: één keer in de zomer en één keer in het vroege najaar. Op die manier worden er een heleboel voedingsstoffen afgevoerd, waardoor de dominantie van de grasmat afneemt. Hier profiteren andere (bloeirijkere) kruidachtige planten van. Vandaag groeien er dan ook al margrieten, rolklaver en andere bloemrijke planten. Deze trekken dan op hun beurt ook een heleboel bijen en vlinders aan.]]
Dit hooilandbeheer geeft niet alleen meer kansen aan bloemrijke planten, maar verbeeldt ook weer het oude ontwerp: de gemaaide paden bijvoorbeeld liggen precies op dezelfde plek als de oude dolomietpaden en het hooiland bevindt zich op de toenmalige gras- en plantsoenplaatsen. Op die manier combineert de stedelijke groendienst geschiedenis met ecologie.]]
Wiskunde op de Luibank Volgens de overlevering bestudeerde Gemma Frisius - een befaamde 16de eeuwse wis- en sterrenkundige - van op het hoogste punt van de Remyvest - de Luibank de sterren. De man ligt ondermeer aan de basis van de driehoeksmeting en is dus niet alleen verantwoordelijk voor de hedendaagse cartografie, maar ook voor menige nachtmerrie in het Leuvense.
Op de voormalige ringmuur rond de stad is niet alleen de ring aangelegd, maar ook verschillende belangrijke groenlocaties. Naast het bekende groen op de Tiense- en Schreursvest is er de laatste jaren ook veel aandacht voor het specifieke onderhoud van de Remy- en de Ruelensvest.
- mozaiek 31 I blz. 16 -
In het historische hart van Leuven is er meer groen dan het stadspark alleen. Enkele voorbeelden.
Centrumparken
Ramberg
Van Dalecollege
Kruidtuin
Het Rambergpark – oorspronkelijk een tuin van een woning in de Naamsestraat – is een stil verborgen wijkpark, tussen de Naamsestraat, het Van Dalecollege, de Ramberg en het Pater Damiaanplein. Het ligt pal in het centrum en is toch zeer rustig. Via een doorgang in een muur kan je doorwandelen naar het Van Dalecollege.]]
Het Van Dalecollege – één van de vele universiteitscolleges en een voormalige wijngaard – heeft een goed bewaarde tuin die de KU Leuven open stelt als park. Door dit park loopt een toeristische wandelroute die deze tuin via het Pieter Van Dalepad verbindt met de Wolvepoort in de Schapenstraat. In ruil voor het recht van doorgang dat de KU Leuven verleende, legde de stad verlichting op het hele traject aan.]]
“Den botanieken hof” is de klassieker onder de Leuvense groenplekken. Op een terrein van ca. 2 ha bevindt zich sinds het begin van de 19de eeuw een uiterst rijke verzameling bomen, heesters en struiken. Iedere zomer is er “Zomer in de kruidtuin”, een artistiek evenement dat kunst tracht te koppelen aan de natuurpracht van de tuin.]]
Van waar komen de Leuvense palmbomen? Heb je je ooit al eens afgevraagd van waar de palmbomen komen die regelmatig op Leuvense straten en pleinen verschijnen? Het zijn de erfgenamen van een oud kweekprogramma. Ongeveer 100 jaar geleden beslisten de voorgangers van de stedelijke groendienst om - geheel volgens de Victoriaanse traditie - de grenzen van de natuur te negeren en palmbomen te kweken in ons vrij bar klimaat. Dankzij de toen nog nagelnieuwe serres kon men deze voor het eerst ‘s winters laten overleven, zodat ze ‘s zomers het brandende middelpunt konden vormen van de vele bloemperkmozaïekjes in de stad. De stad is deze collectie blijven verzorgen zodat ze nu - een eeuw later - nog steeds over een mooie collectie beschikt die regelmatig in het straatbeeld verschijnt.
- mozaiek 31 I blz. 17 -
Straffe bomen
In de Leuvense geschiedenis zijn er heel wat bekende bomen met specifieke verhalen. Denk maar aan de bomen op de Grote Markt: de moeraseik en de Meiboom. Maar daarnaast zijn er nog enkele klassiekers in het stadscentrum.
Groot verdriet
Jeezekesboom
Vrijheidsboom
Deze boom heb je ongetwijfeld al in het echt gezien: de mooie honingboom in de aan de straat gelegen binnentuin van het Atrechtcollege in de Naamsestraat. Het Atrechtcollege was heel lang een soort internaat voor meisjesstudenten. Zij mochten daar geen bezoek krijgen van jongens, die altijd afscheid namen aan deze boom. Omdat er heel wat tranen vloeiden, kreeg de boom de toepasselijke bijnaam ‘boom van ’t groot verdriet’. De echte naam ‘honingboom’ ontleent de boom dan weer aan de overvloedige nectarproductie waarop veel bijen en andere insecten afkomen.]]
Misschien denk je bij deze naam onmiddellijk aan één van de bekendste bruine kroegen van Leuven? Het café ontleent zijn naam effectief aan een eikenboom die hier in de 14de eeuw stond. In die boom was een kapelletje met een … Christusbeeld erin. Het beeld vond ondertussen een onderkomen in Museum M en de eik werd vervangen door een lindeboom]].
In mei 1975, 30 jaar na het einde van de tweede wereldoorlog, plantte de stad Leuven een vrijheidsboom – een eik – op het Margarethaplein, als herdenking aan de Leuvense politieke gevangenen in de concentratiekampen. Deze ondertussen flinke boom pronkt nog altijd naast de bushalte op het totaal heraangelegde plein.]]
Wat kost een boom? Een boom is veel geld waard, meer dan je misschien vermoedt. De vereniging van openbaar groen heeft een rekenwijze opgesteld om op een uniforme manier de waarde van een boom te bepalen. Dat kan bijvoorbeeld nuttig zijn om een schadevergoeding te berekenen bij een verkeersongeval, vandalisme, strooizout enz. Vijf factoren bepalen de waarde van een boom: de oppervlakte van de stam, de soortwaarde van de boomsoort, de plek waar de boom staat, de gezondheidstoestand en de plantwijzewaarde. Een doorsnee boom is al snel ongeveer 1000 euro waard. Maar de waarde van uitzonderlijke bomen - zoals de beschermde plataan in de deelgemeente Wijgmaal die op blz. 44 beschreven staat - loopt al snel op tot 40.000 euro.
- mozaiek 31 I blz. 18 -
picknickplekken getest door kinderen
- mozaiek 31 I blz. 19 -
Natuurlijk kan je in alle parken van deze MozaĂŻek picknicken. Maar sommige interessante plekken om je dekentje te leggen, staan niet in dit magazine vermeld, omdat ze recent niet vernieuwd werden bijvoorbeeld of omdat het geen klassieke parkjes zijn. Om toch een paar tips te geven, stuurden we onze kinderen naar drie van deze locaties om ze op hun manier grondig en vrolijk te testen. Een kort verslag.
- mozaiek 31 I blz. 20 -
Noormannenpark > “Ok. De volle rode appels kwamen niet van de bomen in het Noormannenpark, maar van de winkel. Toch staan er in dit parkje veel appelbomen. Leuk is dat. Zeker omdat dat ook goed is voor de dieren. Bevers hebben we deze keer niet gezien, vogels des te meer. Verder kan je in dit park ook fantastisch tuimelen.
Van boven naar beneden in het zachte gras rollen is dan ook het leukste wat er is. We hebben ook gezien dat je er kan barbecueën. Dat leek ons wel prettig, maar we moesten nog naar twee andere plekken ... een volgende keer dan maar”]] picknickscore 9,5/10
Museum M > “Dit was geen gewoon parkje. Het leek wel alsof we gingen winkelen, toen we plots in het midden van een cool gebouw stonden waar je bijna overal kon doorwandelen. We konden op één van de bankjes gaan zitten, maar wij hadden ons dekentje mee.
Tofkes. Zeker als je weet dat we hier ons favoriete nagerechtje aten: de meisjes een ijsje met mango en de jongen een echte stracciatella. Die hadden we net daarvoor gekocht bij een kraampje daar niet ver vandaan.”]] picknickscore 8/10
- mozaiek 31 I blz. 21 -
< Dijlepark â&#x20AC;&#x153;We zijn geen prinsesjes en een prins, maar deze plek is echt wel romantisch: zulk een schattig parkje met een grappig bruggetje er midden in. Na het eten zijn we dan ook nog een hele tijd blijven bellen blazen, zodat het allemaal nog romantischer werd.
Toen we op het brugje stonden, zagen we wel waar al dat gekwaak vandaan kwam. De hele vijver zat vol kikkers. Gelukkkig moesten we ze niet kussen, want voor je het weet zat het er toch nog vol prinsen.]] picknickscore 9/10
- mozaiek 31 I blz. 22 -
Cadol
- mozaiek 31 I blz. 23 -
parken met een grote natuurwaarde Doorheen de stad liggen verschillende groengebieden die niet alleen aangenaam zijn om in te vertoeven, maar die ook een opvallend rijke en gevarieerde collectie planten en dieren huisvesten. Deze biologische weelde is vaak het gevolg van een bewust beheer.
- mozaiek 31 I blz. 24 -
Cadol
- mozaiek 31 I blz. 25 -
Een overzicht van enkele zeer rijke groengebieden in de stad.
ie in de winter het buurtpak Cadol langs de Broekstraat in Heverlee bezoekt, kan volledig omringd zijn door water ... en toch droge voeten hebben. Op de meest natte plekken van dit waterwingebied, plaatste de stad namelijk robuuste steigers van gegalvaniseerd staal. Het typeert de aanleg van dit park dat volledig aangepast is aan deze waterrijke omgeving.
Water bepaalt het hele park Een groot deel van het water dat door de Leuvense kranen stroomt, komt van de Molenbeekvallei. In Cadol en de nabijgelegen Abdij van Park borrelt er namelijk heel wat drinkbaar water op dat we met zijn allen drinken. Toch is hier meer dan water. Beide plekken zijn vandaag ook parken die grotendeels toegankelijk zijn, weliswaar met de nodige voorzieningen en beperkingen. Het ontwerp van dit buurtpark speelt mooi in op het water. Niet alleen door het plaatsen van technische hulpmiddelen als de eerder geciteerde steigers, maar ook door uitgegraven poelen waarin waterdieren en -planten zich rustig kunnen ontwikkelen en de inplanting van de “paden’ (de gemaaide delen) op de hoger gelegen delen. Zuiderterras Ook de infrastructuur van het park is helemaal aangepast aan het waterrijke karakter van deze plek. Aan de ingang bijvoorbeeld is een zonneterras dat aangelegd werd met heel grote betontegels en grastegels, waardoor water makkelijk de bodem in kan. De betontegels zijn overigens groot genoeg om het lokale feestcomité een paar tenten te laten plaatsen tijdens de buurtfeesten.
Allemaal beestjes Maar ook andere materialen als de schanskorven - metalen netwerken gevuld met keien - zijn voorzien om de natuur zoveel mogelijk kansen te bieden. Op warme dagen zie je er wel eens een salamander langskomen die zich schuilhoudt tussen de keien. Ook aan de grenzen van dit dertig are groot park schuilen vogels en andere dieren in de heraangelegde hagen en bomen. Ter beschikking van stad Leuven Het park is overigens eigenlijk eigendom van de Watergroep, maar dankzij een overeenkomst met de stad kan het nu bijna drie decennia lang een aangename, esthetische en ecologisch verantwoorde plek zijn voor de brede omgeving.]]
Heverleebos f
Arenberg f
;
W
Kesselberg
De Kesselberg is een 12 ha groot natuurgebied dat zich uitstrekt rond een 75 meter hoge heuvel die samen met andere ‘bergen’ in de omgeving – de Keizersberg, de Schoolbergen en de Lemingsberg – een aaneengesloten heuvelketen in het Hageland vormt. Het is een beschermd landschap met een rijke variatie aan planten. Ook hier zet de stad schapen in om de graslanden te begrazen. Het panoramische uitzicht op de brede omgeving is de moeite waard om de tocht naar boven aan te vatten.]] Heverleebos is de grootste groene long van Leuven. Samen met het aansluitende Meerdaalwoud vormt het één van de grootste boscomplexen in Vlaanderen. Heverleebos groeit voornamelijk als een ‘stadsbos’ waar wandelen en fietsen en spelen gestimuleerd worden door randparkings, wandelpaden en zitbankjes, terwijl in het Meerdaalwoud de natuurwaarden primeren.]]
Rond het kasteel van Arenberg genieten studenten van een heerlijk groene campus, die naadloos doorloopt in Heverleebos. Het kasteelpark biedt veel variatie: prachtige monumentale bomen, groene grasperken, fietspaden, de kabbelende Dijle en de Voer. Op zomerse dagen ben je hier dan ook niet alleen.]]
- mozaiek 31 I blz. 26 -
groengebieden rondom de dijle Project na project wordt de Dijle weer een deel van de stad. Door de beheersing van de rivier voor de stadspoorten, kunnen de oevers vandaag ingericht worden als fijne verblijfplaatsen voor passanten en omwonenden, vaak met veel groenvoorzieningen.
- mozaiek 31 I blz. 27 -
- mozaiek 31 I blz. 28 -
De Dijle levend
D
e Dijle leidt nu nog op veel plaatsen een verborgen bestaan in Leuven. Een zichtbare Dijle, met groene oevers en een Dijlepad brengt de natuur in de stad. Daarom besliste de stad al een aantal jaren geleden om de Dijle – waar mogelijk – opnieuw open te leggen. Bij elk stedenbouwkundig project langs deze rivier groeit zo het Dijlepad, een voet- en fietspad langs het water, aan. Bovendien zijn de laatste decennia ook veel inspanningen gedaan om de waterkwaliteit van de Dijle te verbeteren. Vandaag kan je dan ook al op heel wat mooie plekjes van het water genieten. Een selectie:
Wijgmaalbroek
Rietenspark Dijevallei Wilsele Bruul Handbooghof
Dijleterrassen In de bocht van de Dijle langs de Dirk Boutslaan, ter hoogte van de Minnepoort, legde de stad terrassen en een uitkijkplatform aan om van het water te genieten. Het resultaat is een aangename plek waar je op een bank of in het gras van de zon kan genieten. De mooie en warme materialen geven hier een hedendaagse uitstraling. Bij hevige neerslag kunnen de onderste terrassen overstromen…]] Barbarahof/Hertogensite Het Helleputteplein in het nieuwe woonproject Barbarahof, op de vroegere Boerenbondparking, loopt achteraan terrasgewijs af naar de Dijle-oever. Zo heb je er een fijn contact met het water. De Dijle is hier tot nader order nog een kleine rivier. Eenmaal de werken stroomopwaarts klaar zullen zijn, kan de rivier terug in volle glorie door de stad stromen. Ook in het aansluitende stadsvernieuwingsproject - de Hertogensite - is (het vrijmaken van een deel van) de Dijle een essentieel onderdeel.]] Dijlepark Begijnhof Masterplan Zuidelijke Dijlevallei
d door Leuven
- mozaiek 31 I blz. 29 -
Dijlemeander/Dijlepad Langs het Dijlepad naast de treinsporen in Wijgmaal ligt het natuurgebied de “Dijlemeander”. Een 500 meter lange afgesneden Dijlearm wordt er als een amfibieënpoel onderhouden. De oever is hier afgeschuind en de vegetatie wordt aangepast beheerd waardoor er een brede strook ontstaat met unieke oever- en waterplanten en waar amfibieën, watervogels en insecten zich graag nestelen. Vlinders, vogels en andere dieren voelen zich dan weer meer thuis in een brede overgangszone naast de poel.]]
Klaverpark In het stadsvernieuwingsproject Klaverpark op de voormalige drankenhandel Terclavers, is de Dijle over bijna 120 meter opengelegd tussen de Penitentienenstraat en de Mechelsestraat. En ook hier kwamen Dijleterrassen naast het Dijlefietspad: brede trappen en houten zitbanken lopen tot aan het waterpeil, een zwevend zonneterras zorgt voor een extraatje. Het naastliggende park oogt nu nog kaal, maar belooft volgende zomer ook een groen rustpunt te worden.]]
o
Vaartkom In de omgeving van de Vaartkom lag en ligt de Dijle vaak onder of achter oude fabrieksgebouwen en loodsen. De toekomstige ontwikkelingen voorzien de afbraak van de gebouwen zodat de Dijle in de toekomst duidelijker zichtbaar zal zijn. Fietsers zullen hier over het Dijlepad en via nieuwe bruggetjes naar het stadscentrum kunnen pendelen. Het eerste nieuwe bruggetje is binnenkort een feit: in het verlengde van de Balk van Beel kan je weldra richting de binnenstad over het water!]]
- mozaiek 31 I blz. 30 -
fris groen Er verschijnt steeds meer groen in de stad. Er komen nieuwe parken (tijdelijke en definitieve), en her en der schieten de groententuintjes uit de grond. Bij verschillende initiatieven werken de stad en buurtbewoners samen.
- mozaiek 31 I blz. 31 -
- mozaiek 31 I blz. 32 -
Sluispark
I
n de Vaartkom gaat heel wat aandacht uit naar groen, omdat het de leefkwaliteit van de buurt versterkt. Eén van de nieuwe groengebieden wordt het Sluispark, dat vooral gericht is op de omliggende woningen. De stad zal hiervoor de Sluisstraat tussen De Hoorn en de Dijle verkeersvrij maken zodat het buurtpark langs beide zijden van de huidige straat kan uitgroeien. Buurtpark Omdat het een echt buurtpark moet worden, vond de stad het van in het begin belangrijk de bewoners ook van dichtbij te betrekken in het hele ontwerpproces. Tijdens een open namiddag konden omwonenden hun wensen en ideeën uiten. Een kleine kerngroep van deze geïnteresseerden heeft daarna het ontwerpproces samen met de ontwerpers – OKRA uit Utrecht - van dichtbij opgevolgd. Schetsontwerp Op basis van een aantal uitgangspunten die de bewoners selecteerden, is het schetsontwerp opgesteld. Door de meest logische wandel- en fietsroutes door het park te verharden, ontstaan er verschillende plekken met elk een eigen functie en vormgeving: een speelweide voor balspelen, een buurtplein met een podium en trappen naar de Dijle, een notenboomgaard met ligweides en een speeltuin . Verschillende grassoorten en bomen zullen het natuurlijke karakter verzoenen met een hoog gebruikscomfort van het park. Op dit moment heeft de stad een voorlopig ontwerp goedgekeurd. Dit gaat nog voor advies naar verschillende instanties en kan finaal uitmonden in een definitief ontwerp.
Computerbeelden en ontwerp OKRA landschapsarchitecten
Park Belle-vue
- mozaiek 31 I blz. 33 -
H
et Park Belle-Vue zal de afronding vormen van het hele stationsproject. Dit langgerekte park - van 750 meter lang, maar slechts 50 meter breed tussen de Tiensesteenweg en de Kop van Kessel-Lo werd eerder al voorgesteld in MozaĂŻek. Intussen heeft het ontwerp van dit park enkele aanpassingen ondergaan, niet alleen door het uitgebreide participatietraject met de buurtbewoners en school De Ark, maar ook door de crisis die de stad noopt om nog voorzichtiger om te springen met de beschikbare middelen. Basisingrepen blijven overeind De basisstructuur van het park blijft overeind. De drukke Martelarenlaan verhuist naar de spoorwegkant en gaat een halve verdieping lager liggen zodat je mooie zichten krijgt op de ijzeren rivier. Daarnaast komen er ook de twee zogenaamde bastions: verharde pleinen in het park die op de kruispunten liggen van de verschillende voetgangers- en fietsersroutes uit de omgeving. Onder ĂŠĂŠn van de bastions komt een ondergrondse buurtparking voor 46 wagens die zal bereikbaar zijn van op de Martelarenlaan. Daarnaast is het intussen ook duidelijk dat het gebouw op de hoek van de Martelarenlaan en de Koning Albertlaan niet alleen een ondergrondse parking zal bevatten, maar ook onderdak zal bieden aan studenten. Betaalbaar Om het hele project betaalbaar te maken, gaat het park zelf iets soberder en in verschillende fasen aangelegd worden. Gelukkig was het oorspronkelijk ontwerp flexibel genoeg om zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden. Tegelijk zullen enkele elementen voorlopig niet uitgevoerd worden. Het gaat dan concreet over de fietsersbrug richting het Provincieplein en de fietstunnel onder de Tiensesteenweg. Het Vlaams Gewest gaat wel het kruispunt met de Tiensesteenweg heraanleggen zodat dit zowel op korte termijn, als op langere termijn, wanneer het fietspad wel kan doorgetrokken worden richting Abdij van Park, veilig kan functioneren. Werken De aanbesteding van de werken is voorzien voor 2014 en de werken over de gehele lengte zullen normaal gezien een kleine drie jaar duren. Na de werken zal Kessel-Lo afgezoomd zijn met een uitzonderlijk park.]] Computerbeeld en ontwerp H+N+S landschapsarchitecten
Kom op voor je wijk
- mozaiek 31 I blz. 34 -
Dongelstuin
De Nof
De bewoners van de wijk naast het Rietensplein in de deelgemeente Wijgmaal grepen de actie ‘Kom op voor je wijk’ aan om twee weinig gebruikte grasveldjes om te vormen tot een ontmoetingsplaats voor de buurtbewoners. Met subsidies van de stad bouwen ze hier een bloementuin en een moestuin. Ze werkten het geheel af met een paar fruitbomen en banken. Een aantal vrijwilligers onderhouden de tuintjes en de groendienst staat in voor het gras er rond. Van een fijne samenwerking gesproken.]]
Bewoners van de Penitentienenstraat en La Vignette vatten het idee op om via ‘Kom op voor je wijk’ een speel- en leertuin aan te leggen. Ze plantten fruitstruiken, laagstammige fruitbomen, en groenten. Voor het groenafval legden ze een composthoop aan. Al doende kunnen de buurtbewoners leren om zelf een moestuin te onderhouden en op een duurzame manier om te gaan met de natuur. De zelfgekweekte groenten zijn hierbij de kers op de taart.]]
Naast de grote (master-)plannen en overkoepelende beleidsvisies hangt de kwaliteit van onze stad ook vaak af van vrij beperkte ingrepen: een speeltuintje, een kunstwerk, een gemeenschappelijke fietsenberging enz. Vandaar dat de stad - onder het motto ”Kom op voor je wijk.” - sinds 2000 initiatieven ondersteunt van buurtbewoners die zulke kleinere projecten trachten vorm te geven. Het gaat in de eerste plaats om financiële steun, maar daarnaast zorgt de stad ook voor materiële en logistieke steun (advies, technische hulp, transport,…). Wie geïnteresseerd is kan surfen naar www.leuven.be/komopvoorjewijk. Daar lees je alle voorwaarden en vind je ondermeer ook een inschrijfformulier. De belangrijkste voorwaarden zijn dat je voorstel tegemoet komt aan een behoefte in de buurt en dat de realisatie het samenleven versterkt. Het projectidee moet voorgedragen worden door ten minste 12 buurtbewoners en/of leden van lokale verenigingen. Drie recente projecten die het hele idee typeren:
- mozaiek 31 I blz. 35 -
Central Park 3010
O
mdat het definitieve park op de Centrale Werkplaatsen - het Treinpark - pas afgewerkt zal zijn als de sociale koopwoningen op de Centrale Werkplaatsen klaar zijn, en omdat er ondertussen toch al heel wat mensen wonen, ondersteunen de stad en het AGSL graag het initiatief van een tijdelijk buurtpark. Enkele buurtbewoners dienden in het kader van de actie ‘Kom op voor je wijk’ namelijk een projectvoorstel in om op de Centrale Werkplaatsen een tijdelijk buurtpark in te richten. De komst van dit buurtpark kan op kortere termijn al mee zorgen voor een tijdelijk alternatief vooruitlopend op het definitieve park. Het buurtpark komt voor hal 9: een plek die net gesaneerd is, maar die nog wacht op een projectontwikkelaar voor een toekomstig woonproject. Fasering Tijdens de Centrale Werkplaatsen op zondag van begin mei (cf. volgende blz.) was er een eerste ideeënronde. Deze leverde al heel wat, realistische en iets minder realistische, ideeën op: moestuin, schapen, vogelnest-
kastjes, picknicktafels, vuurplaatsen, basketbalring, zwemvijver, landingsplaats voor luchtballonnen, … Het Autonoom Gemeentebedrijf stadsontwikkeling en verschillende stadsdiensten maakten in het voorjaar het terrein al klaar en zaaiden het terrein in met gras en bloemen. In een volgende fase, waarschijnlijk tegen het einde van de zomer, zullen buurtbewoners met middelen van de actie ‘Kom op voor je wijk’ het park inrichten.]]
beelden Het ‘Central Park 3010’ team
Treinpark
- mozaiek 31 I blz. 36 -
beeld THV Groep Infrabo-Vectris
Intussen zijn de werken aan het definitieve park op de Centrale Werkplaatsen - het Treinpark - gestart. Dit park komt centraal op het terrein en is 1,5 ha groot, ongeveer even groot als het Leuvense stadspark. Het park zelf regelt voor een groot deel de verschillende voetgangers- en fietsverbindingen in de buurt. Een van de verbindingen - het houten wandelpad – volgt precies hetzelfde tracé als het voormalige uiterste spoor op de site. In »» »» »»
het park komen drie delen: een open ruimte met zowel een grasvlakte als een spel- en sportzone tegenover hallen 4 en 5 een meer intieme ruimte tussen het woonproject van Matexi en de sociale koopwoningen met wandelpaden en bomen een speeltuin voor peuters en kleuters op de hoek tussen de Karel Schurmansstraat en de Smidsestraat
Het park zal definitief afgewerkt worden wanneer ook de omliggende sociale woningen klaar zullen zijn. Vermoedelijk is dit medio 2016. Centrale Werkplaatsen op zondag Op 5 mei vond de eerste Centrale Werkplaatsen op zondag plaats. De stad en het AGSL toonden samen met vele partners de evolutie van de Centrale Werkplaatsen. Voor de liefhebbers van het concept : op 8 september is er de derde editie van Vaartkomopzondag. Het centrale punt is deze keer De Hoorn in de Sluisstraat.
Wedstrijd
- mozaiek 31 I blz. 37 -
Herken deze plek en win dit unieke fietsmandje. Enig idee waar dit beeld genomen is? Mail het antwoord met je naam naar infohuis@leuven.be en een onschuldige hand kiest niet minder dan 50 winnaars uit. Dit unieke fietsmandje is niet alleen een leuk accessoire om je fiets mee te pimpen, het is ook gewoon een uiterst handig hebbeding voor kleine boodschappen. Het mandje is ontworpen naar aanleiding van “Leuven fietst” en “Leuven klimaatneutraal”. Twee projecten die de leefbaarheid van onze stad verder trachten te verbeteren. meer info www.leuven.be/leuvenfietst
- mozaiek 31 I blz. 38 -
â&#x20AC;&#x2DC;
kwalitatief groen is ook economisch noodzakelijk om een stad te laten leven Interview met landschapsarchitect Geert Meysmans over de rol van groen in een hedendaagse stad
- mozaiek 31 I blz. 39 -
- mozaiek 31 I blz. 40 -
H
et zit diep in velen van ons. Als we groen in de stad horen, denken we spontaan aan parkjes met keurig opgeharkte bloemperkjes en vijvers vol waggelende eendjes. Maar de realiteit vandaag is heel wat complexer. Zowel economisch als ecologisch is groen tegenwoordig letterlijk van levensbelang. Projecten en steden vallen of staan bij de kwaliteit van het al dan niet aanwezige groen. Geert Meysmans - tuin-en landschapsarchitect - tracht reeds vele jaren op verschillende manieren de hele sector verder te professionaliseren. Hij pleit onvoorwaardelijk voor meer en diverser groen, maar vermijdt vakkundig een hele reeks gemeenplaatsen die de ronde doen over groen in de stad: zowel van de klassieke milieubeweging als van zijn collega’s landschapsarchitecten en hun opdrachtgevers.
GM: “We bekijken bomen bijvoorbeeld nog veel te vaak als meubilair. We zetten ze ergens neer om een architecturaal beeld te maken, maar staan niet stil bij de gevolgen ervan. Bomen hebben bijvoorbeeld nood aan een fatsoenlijke boomspiegel: een stuk grond rondom de stam dat toegankelijk is voor lucht en water. Die is in de ideale situatie minstens zo groot als de kruin van de boom en is een wereld op zich die de gezondheid van de boom bepaalt. In onze versteende dorpen en steden hebben ze die ruimte vaak niet. Er bestaan uiteraard wel technische oplossingen, maar die beperken de keuze en dus de biodiversiteit van al dat groen. Een zeer mooi voorbeeld hiervan zijn platanen die massaal in Vlaamse steden zijn ingeplant. Op zich zijn dat goede bomen die hun diensten hebben bewezen in moeilijke omstandigheden, maar door hele straten en pleinen aan te leggen met platanen creëer je geen biodiversiteit in de stad. Daarenboven - en dat is in deze tijden van financiële krapte ook niet onbelangrijk - belast je de stedelijke groendiensten voor vele decennia met grote (snoei -) onderhoudswerken omdat die bomen snel te groot en teveel schaduw
op de taart van een ontwerp. Het is een determinerend element dat pas goed kan zijn wanneer er van bij de aanvang mee over gedacht wordt.
‘
Daarenboven is goed functionerend groen ook economisch steeds belangrijker. Je kan dat bijvoorbeeld feilloos aflezen aan eender welke immobiliënbrochure. Daarin zijn de gebouwen steevast gekadreerd door grote, Klaverpark volwassen bomen en ligt er veel nadruk op de aanwezigheid van tuinen en parken. Dat duidt er op dat Groen maakt onze steden groen meer is dan een overbodig, roniet alleen leefbaarder, mantisch extraatje. De aanwezigheid maar ook meer van bomen en planten is ook economisch van levensbelang om een progestructureerd. ject verkocht te krijgen.”
geven. Voor een architectuurbureau of een opdrachtgever geven die platanen natuurlijk snel mooie plaatjes, maar op langere termijn zouden andere bomen wel eens veel interessanter kunnen zijn, zowel ecologisch als economisch. Vandaar dat ik ervoor pleit om landschapsarchitecten continu bij te scholen - zodat ze een grotere kennis over een breder gamma aan bomen krijgen - en ze tegelijk bij de aanvang van ruimtelijke plannen te betrekken. Groen in de stad is meer dan de kers
Vlaamse klei GM: “Ook op grotere schaal komt er steeds meer aandacht voor ons landschappelijk groen. Tot voor enkele generaties bezagen de meeste Vlamingen groen als iets dat geoogst moest worden. Ons boerenverleden maakte dat we ons landschap bekeken met de bril van een landbouwer. Vandaag bekijken we ons platteland en onze stadslandschappen steeds meer met een andere bril. In onze steden zorgt groen niet alleen voor de leefbaarheid,
- mozaiek 31 I blz. 41 -
maar ook voor de structuur. Ook het groen van de buitengebieden wordt steeds belangrijker voor recreatie en toerisme. Ook daar heeft groen met andere woorden een economische waarde. Toch hebben we - in tegenstelling tot Duitsland of de Scandinavische landen - nog geen landschapscultuur die gedragen wordt door een groot deel van de bevolking. In Beieren bijvoorbeeld associëren veel bewoners zich met hun typische biotopen vol bergen en bijhorende planten. Ze zijn echt fier op hun landschappen. Wij hebben bijvoorbeeld aan de kust niets gelijkaardig met de duinen en de typische planten die in de kalkrijke grond daar groeien. Maar ook in onze steden zijn we ons vaak niet bewust hoe veel natuur er is … en vooral hoeveel diversiteit er mogelijk is. Het gaat dan niet alleen over grote structuren die vaak door overheden worden beheerd - parken, begraafplaatsen, boomrijen langs wegen enz. - maar ook over kleine ingrepen op individuele gebouwen: gevelgroen, groendaken, vogelkastjes enz.” Eigen bomen eerst? Iedere tijd heeft een andere visie op groen. Terwijl in de 19de eeuw moeder natuur zo veel mogelijk door de mens diende gemodelleerd te worden, is vandaag de biodiversiteit vaak uitgangspunt nummer één. Geert Meysmans pleit ervoor om die biodiversiteit niet alleen te realiseren op zoveel
mogelijk plekken, maar ook zo consequent mogelijk … zelfs als het indruist tegen één van de heilige huisjes van de natuurbeweging: het verwijderen van zogenaamde exoten. Planten die oorspronkelijk niet in onze streken groeiden, maar die door de mens hier zijn geïntroduceerd.
binnensteden. Dat is logisch aangezien onze boomsoorten in een ander klimaat zijn ontwikkeld. Wanneer geïmporteerde soorten wel overleven op moeilijke plaatsen is het juist goed dat ze daarvoor ingezet worden. Ze kunnen, eventueel in combinatie met de lokale soorten, de biodiversiteit in onze steden versterken en ze kunnen vaak ook beter overweg met de aanwezigheid van mensen en activiteiten rondom. Het is dus niet nodig om alle exoten manu militari te verwijderen. Wanneer men dan ook nog eens herbiciden gebruikt, wat jammer genoeg vandaag hier en daar gebeurt door natuurverenigingen, dan is dat uiteraard waanzin.
Fietspad Vuurkruisenlaan
‘
Het groen in onze buitengebieden wordt steeds belangrijker voor recreatie en toerisme.
GM: “Ik begrijp wel vanwaar het idee komt om onze lokale flora te behoeden voor uitheemse planten. Zeker als het over agressieve varianten gaat als Japanse duizendknoop of reuzenberenklauw. Maar in het algemeen is de negativiteit tegenover eender welke exoot veel te kort door de bocht. Die exotische planten kunnen juist bijdragen tot de biodiversiteit in onze steden. We hebben nu eenmaal niet veel boomsoorten bijvoorbeeld die goed aarden in het microklimaat van onze
Ach. Het is een beetje dezelfde discussie als bij dieren die soms te veel voorkomen op bepaalde plaatsen . Denk maar aan onze eendjes en ganzen in parken die massaal overleven op ons oud brood en zo het natuurlijk evenwicht en de biodiversiteit van onze groengebieden verstoren.” Biodiversiteit en toegankelijkheid en parken Exotische planten hebben nog een troef. Ze overleven niet alleen makkelijker in onze stedelijke omstandigheden, maar ze zijn ook vaak beter aangepast aan menselijke aanwezigheid. GM:“In stedelijke gebieden is groen een zeldzaam goed. Vandaar dat het vrij zeldzame groen zo toegankelijk mogelijk moet zijn voor de bewoners.
- mozaiek 31 I blz. 42 -
Uiteraard botst die toegankelijkheid vaak op de biodiversiteit van het groen. Daarom hebben we een soort term bedacht die de verhouding tussen beide moet regelen : het ‘Harmonisch park- en groenbeheer (HPG)’. Dat wil zeggen dat je voor iedere groenstructuur een analyse maakt van de aanwezige dieren en planten, de milieufactoren (water, licht.) enz. en je daaraan koppelt wat je in de groenzone Kasteelpark Heideberg wil bereiken, welke functies ze moeten herbergen enz. In het beste geval kan je zowel de biodiversiteit als de toegankelijkheid verhogen, Struiklagen geven maar vaak moeten er keuzes gemaakt kasteelparken vaak een worden. En dat zijn vaak beleidskeutypisch karakter. zes.
‘
In Antwerpen bijvoorbeeld wil de stad het aanwezige groen ook letterlijk zo toegankelijk mogelijk houden. Zo kan iedereen genieten van de publieke investeringen en is het veiligheidsgevoel bij de passanten gegarandeerd. Bij hedendaagse parken is die openheid eenvoudig te realiseren. Ontwerpers zeggen vaak zelf dat ze bewust vrij ongedefinieerde, open landschappen creëren die de gebruikers zelf kunnen invullen. Maar bij zeer veel historische parken als kasteelparken, negentiende eeuwse stadsparken enzovoort, is die openheid en transparantie minder vanzelfsprekend. Ze zijn bijvoorbeeld vaak ontworpen met een dichte struiklaag wat een typisch karakter geeft, maar niet vanzelfsprekend is om open zichten te hebben. Ik vind dat we telkens weer een even-
wicht moeten zoeken tussen openheid, toegankelijkheid, biodiversiteit en het historische karakter van het groen. Anders vervallen we al snel in absurde situaties dat bepaalde historische bruggetjes over vijvers niet meer mogen, omdat ze niet voldoen aan de hedendaagse hellingsgraadvoorschriften voor rolstoelen. Ook onze botanische tuinen - zoals deze in Leuven nog in volle glorie staat - heeft een typisch historisch karakter dat andere zaken moet beogen dan zo transparant mogelijk zijn. Het is een soort dierentuin voor plantensoorten waar we de technieken onderhouden om bepaalde plantensoorten te kweken. Ook dat kan helpen om op termijn de biodiversiteit in de rest van de stad te versterken.” “Hedendaagse inwoners verwachten
van een stedelijke groendienst wel veel meer dan een mooie “botaniek”. Vroeger moesten deze mensen het aanwezige groen onderhouden, maar vandaag moeten ze het echt wel beheren. Zo vinden er vandaag in onze stedelijke groengebieden bijvoorbeeld ook heel wat evenementen plaats: optredens, kermissen, picknicken enz. Om dat alles tot een goed einde te brengen, is er een bewust beheer nodig. Ook de keuze van steeds meer steden en gemeenten - waaronder Leuven - om geen pesticiden meer te gebruiken heeft heel wat gevolgen. Zo moeten de ontwerpen aangepast worden, moet er duidelijk gecommuniceerd worden waarom er al eens wat “onkruid” verschijnt enz.” Soorten groen GM: “Groen in de stad is met andere woorden niet alleen heel belangrijk geworden, het is ook een stuk complexer omdat we er met zijn allen zeer veel van verwachten. Toch is het belangrijk ook daarin realistisch te blijven. Landschapsbureaus hebben de neiging om fantastische photoshopbeelden te maken met bloemenweiden vol klaprozen die schijnbaar van januari tot december de stad inkleuren. In realiteit zijn bloemenweiden vaak éénjarigen en gaan onze bloemenweiden vaak snel vergrassen door de hoge stikstofconcentratie in onze grond. Vandaar dat het soms zinvoller is om bloemenakkers te zetten met meerjarige bloemen. Deze geven het eerste jaar wel geen bloemen, maar blijven op termijn
- mozaiek 31 I blz. 43 -
worden tenminste. De boompjes kunnen zo alvast groeien om in een latere fase - eventueel op dezelfde heraangelegde grond - definitief geplant te worden. Dat is vooral een optie voor niet te diep wortelende bomen als els, wilg en berk.” Grote Markt
‘
Soms is kwalitatief groen … geen groen
wel overeind. Het probleem is natuurlijk dat -net als bij de platanen- de opdrachtgever en de landschapsarchitect graag zo snel mogelijk het resultaat zien van hun inspanningen. Vandaar ook de vele investeringen in tijdelijk groen: bloembakken en bomen in grote zakken bijvoorbeeld. Bloembakken wijzen er vaak op dat er iets fundamenteels mis is gegaan in het ontwerp. Ze plaatsen groen of bloemen op plaatsen waar groen gemist wordt of misschien zelfs niet thuishoort. Want soms is kwalitatief groen … geen groen. Op sommige pleinen en markten is het patrimonium zo overheersend en zijn de activiteiten zo intens dat bomen of struiken er geen zin hebben en je beter uitkijkt naar alternatieven als groendaken of gevelgroen. Boomzakken daarentegen zijn een trend die wel zinvol is … als ze op een goede manier ingezet
Burgers GM :”Maar uiteraard is niet alleen een stedelijke overheid verantwoordelijk voor het groen in de stad. Ook de burgers zelf groenen de omgeving vaak in met hun tuinen, dakterrassen of desnoods bamboebakken. Er is de laatste jaren ook een trend dat burgers steeds meer publieke plekken gaan ingroenen. Zeker op plekken die door de eigenaars en de overheid (tijdelijk) vergeten zijn, zoals oude industrieterreinen of stedelijke randen. Op zich is dat een positief teken waar niet door iedere stedelijke overheid positief wordt op gereageerd. Toch zie je de laatste jaren niet alleen spanningen tussen de overheden en de bewoners over het openbaar groen. Je ziet ook vele inspraakmomenten die vooral lukken wanneer de bewoners het gevoel hebben dat er naar hen geluisterd is … en wanneer de beslissingen eenmaal genomen ook niet langer gecontesteerd worden door individuen.]]
GEERT MEYSMANS kort
• landschaps- en tuinarchitect met eigen bureau • eerder ondermeer medewerker van het bureau Radersschall in Bonn. • docent plantenleer, ecologie, beheer en ontwerpen aan de Erasmushogeschool Brussel • voorzitter “Kubiekeruimte: platform en netwerk voor Landschaps- en tuinarchitecten
- mozaiek 31 I blz. 44 -
Mozaïek² Een fotoverslag van het onderzoek naar de stabiliteit van de “kampioen van Wijgmaal”: een bundelboom nabij het sportcentrum Ymeria die sinds 2010 als monument beschermd is.
Op 28 mei onderzocht de firma Krinkels - in opdracht van de stad - de stabiliteit van deze platanenbundel. Verschillende hoogtechnologische proeven bepaalden ondermeer de standvastigheid van de wortelkluit, de stabiliteit van de takken enz. Uit de proef bleek dat de boom weliswaar hier en daar wat extra verstevigingen nodig heeft, maar dat hij mits enkele ingrepen nog jarenlang massa’s fijn stof uit de lucht kan filteren, liters zuurstof kan maken en vooral een uniek beeld schenken aan de omgeving.]]
Meer foto’s www.leuven.be/fotoalbums