stadsvernieuwingsmagazine Leuven
37 juni 2018 jaargang 15
ZICHT OP DE TOEKOMST Het nieuwe structuurplan
Beste Leuvenaar, Exact één jaar na de Mozaïek over het stedelijk structuurplan heb je nu een exemplaar in je handen … over hetzelfde thema. Dat is geen toeval. Het structuurplan - de visie van de stad op de ruimtelijke ontwikkeling op lange termijn - is niet langer een vrijblijvende tekst, maar een door de gemeenteraad goedgekeurde ruimtelijke visie op het toekomstige Leuven. Dit ‘fundament van de ruimtelijke ontwikkeling’ is met bijna 600 bladzijden tekst en 750 bladzijden afbeeldingen een onuitputtelijke bron van analyses en plannen. Soms zijn die zeer concreet, een andere keer zijn het langetermijnvisies. Vijftien jaar geleden deden we een soortgelijke inspanning met het eerste structuurplan. Daar plukken we vandaag de vruchten van. Daarom verwijzen we in deze Mozaïek regelmatig naar projecten die sindsdien binnen de krachtlijnen van het vorige structuurplan gerealiseerd zijn. In die projecten wordt duidelijk wat een structuurplan juist teweegbrengt. Volgens huidig Vlaams bouwmeester Leo Van Broeck en ruimtelijk planner Marc Martens staan we op een keerpunt in ons ruimtelijk denken. In het uitgebreide interview dat centraal staat in deze Mozaïek, verduidelijken ze dat er veel moet en zal veranderen. De economische en ecologische uitdagingen dwingen ons om creatief te zijn. Onze woon- en verplaatsingsgewoontes zijn bijvoorbeeld stilaan onhoudbaar geworden. Maar wie een beeld wil scheppen van de toekomst, moet het verleden kennen. Vandaar dat het structuurplan én deze Mozaïek vertrekken vanuit de basisstructuren van onze stad - de fundamenten die Leuven soms al eeuwenlang vorm geven en dat ook in de toekomst zullen blijven doen: de heuvels, de valleien, de steenwegen, de ring, het erfgoed. Van daaruit verduidelijken we de plannen op korte en lange termijn. Volledig kunnen we niet zijn op 52 bladzijden. Wil je echt alles weten over jouw stadsdeel of ben je sterk geïnteresseerd in een bepaald thema? Surf dan naar www.leuven.be. Daar vind je de volledige tekst en alle afbeeldingen van het nieuwe structuurplan.
Reacties zijn welkom op infohuis@leuven.be
MOZAIEK
16
CO LO FON CONC EPT EN RE A L I SAT I E Communicatie stadsvernieuwing stad Leuven i.s.m. Uncompressed
RE DACT IE Geert Antonissen, Karlien Stroeykens, Sanne Strouven, Thomas Holemans, Martijn Van Lierop i.s.m. heyvaertjansen
FOTO G RAFIE Lander Loeckx, Henderyckx luchtfotografie, Peter Torfs (o.a. coverfoto), Filip Van Loock, Sanne Strouven
SC H EP EN VAN CO M M UN I C AT I E Erik Vanderheiden
DI REC T EU R CO M M UN I C AT I E Steven Dusoleil
MET DANK AAN Stad Leuven: college van burgemeester en schepenen, afdelingen ruimtelijk en duurzaamheidsbeleid, data- en facilitair beheer, cultuur, groendienst, AGSL Marc Martens, Leo Van Broeck, Gunter Gonissen, Joost Van Damme, Herman Geens, Daan Verwimp, Hilde Gonnissen, Hilde Van den Bussche
DAT U M Juni 2018
CONTACTG EGEV E N S Communicatie stadsvernieuwing Stadskantoor Professor Van Overstraetenplein 1 3000 Leuven infohuis@leuven.be tel. 016 27 22 72 www.leuven.be/stadsvernieuwing
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
20
28
04 06 12 16 20 28 34 38 42 48
42
V I SI E WER D WER K EL I J K H EI D Wat is er al gebeurd sinds het vorige structuurplan?
K ESSEL- LO Hoe werken een steenweg en een fietspad samen?
WI L SEL E- P U T KA P EL EN WI L SEL E- D O R P Groene verbindingen tussen de twee dorpen?
G ET U I G ENH EU V EL S EN VA L L EI EN Op welke manier bepaalt het landschap onze ruimtelijke invulling?
I NT ER V I EW M ET L EO VA N B R O EC K EN M A R C M A RT E N S Moeten we leren dansen met het verleden?
H ERTO G ENSI T E Waar kan je binnenkort de Dijle zien?
WO O NO NTWI K K EL I NG SG EB I ED EN Hebben we nog woonuitbreidingsgebieden nodig of net meer open ruimte?
ER FG O ED D O R P Zie je de oorspronkelijke opbouw van Wijgmaal nog steeds?
D E R I NG Rijden er in de toekomst nog auto’s op de ring?
G A ST H U I SB ER G Hoe breidt de topcampus in zorg en kennis verder uit?
3
MOZAIEK
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
— weetjes —
HET STRUCTUURPLAN 2004: VISIE WERD WERKELIJKHEID Ook tussen 2001 en 2004 werkte de stad aan een structuurplan, en dat bleef geen dode letter. De visie en keuzes van toen zijn vandaag realiteit. Dat is goed te zien wanneer je citaten uit de tekst van toen naast foto’s van nu legt.
Een levende Dijlevallei “De Dijle moet levend door Leuven stromen.”
4
MOZAIEK
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
De Vaartkom
© Peter Torfs
“De Vaartkom is vandaag een verlaten industriezone. Het moet een nieuw stedelijk centrum worden. Niet alleen voor woningen, maar ook voor grootschalige activiteiten waarvoor geen plaats meer is in de binnenstad.”
Verordening tegen het opdelen van woningen “Woningen mogen niet langer zomaar opgedeeld worden in studentenkamers. Een reeks grote projecten en de kotmadamformule moeten genoeg kwaliteitsvolle studentenkamers op de markt brengen en de prijsdruk verminderen.”
Park Philipssite “Op de Philipssite komt een nieuw park.”
Fietspad Brugbergpad “De stad bouwt het fietsroutenetwerk verder uit.”
© Peter Torfs
Wetenschapspark Arenberg
Veilingsite “De stad wil inspanningen leveren om ook voor laaggeschoolden interessante jobs te creëren. De Veilingsite is hiervan een voorbeeld.”
Martelarenlaan
“Wetenschapspark Arenberg is bestemd voor bedrijven die actief zijn in onderzoek en ontwikkeling en die samenwerken met de universiteit.”
“De Martelarenlaan krijgt een nieuw tracé en een park.”
Rector De Somerplein (het voormalige Fochplein) “Er komt een busstation in de binnenstad en een centrale fietsenstalling.”
Museum M “Leuven wil zich meer opwerpen als cultuurstad, onder meer door de uitbouw van de museumsite.”
5
ROND DE DIESTSESTEENWEG
MOZAIEK 
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
De oude stelplaatsen van De Lijn gaan zich ontwikkelen tot werkplekken en bieden ruimte voor gemeenschapsfuncties.
Het binnengebied aan de Koetsweg – Platte Lostraat gaat niet bebouwd worden. Het is wel een reserveruimte voor sportinfrastructuur.
De omgeving rond het Boudewijnstadion gaan we beter inrichten.
Het plein aan de kerk van Blauwput en het August de BeckerRemyplein gaat meer aansluiten bij de ontwikkelingen van de Centrale Werkplaatsen.
De Centrale werkplaatsen vormen samen met de omgeving rond het August de Becker-Remyplein het nieuwe hart voor Kessel-Lo.
Er komen meer stedelijke functies langs de Diestsesteenweg.
6
MOZAIEK 
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
De ontbrekende onderdelen van het Jan Vranckxpad zullen de komende jaren aangelegd worden.
DIESTSESTEENWEG Twee assen in Kessel-Lo De Diestsesteenweg in Kessel-Lo is een belangrijke verkeersas, ook voor het openbaar vervoer. Maar je vindt er tegelijk clusters met voorzieningen die het leven in Kessel-Lo aangenamer maken: scholen, bedrijvenzones, winkels, kantoren, sportvelden ... Die troef wil de stad verder versterken. Parallel met de Diestsesteenweg loopt het Jan Vranckxpad, een fietspad in het groen. Dankzij beide assen zijn de voorzieningen in KesselLo makkelijk en veilig te bereiken voor busgebruikers, automobilisten en fietsers.
7
ROND DE DIESTSESTEENWEG
MOZAIEK 
8
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
MOZAIEK 
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Samenspel tussen Diestsesteenweg en Jan Vranckxpad Langs de Diestsesteenweg komen nieuwe stedelijke functies die mensen uit een bredere regio aantrekken.
Voorstadsparking De stad bekijkt of er een voorstadsparking mogelijk is aan de Diestsesteenweg. Je zou er kunnen overstappen op bus of fiets, zodat autoverkeer van de verzadigde steenweg gehaald wordt. Het succes van de parking hangt af van frequente buslijnen en van goede fietsenstallingen met een fietsdeelsysteem.
Jan Vranckx fietspad Het Jan Vranckxpad heeft een dubbele functie: het is niet alleen een snelle fietsverbinding door Kessel-Lo, maar ook een rustige, aangename fietsroute. Je fietst er in het groen van wijk naar wijk, en van speelplek naar speelplek. Om het Jan Vranckxpad te laten uitgroeien tot een volwaardige, snelle fietsverbinding onderzoekt de stad nog een rechtstreekse
aansluiting met het toekomstige Park Belle Vue (langs de spoorweg), met de Jan Davidsstraat (richting Linden) en met de toekomstige voorstadsparking. Tegelijk moeten er ook dwarsverbindingen voor fietsers komen naar de nieuwe voorzieningen aan de steenweg, en moet de verbinding met recreatieplekken in de buurt verbeteren.
9
MOZAIEK
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
ROND DE DIESTSESTEENWEG
Stelplaatsen De stad onderzoekt of de voormalige stelplaatsen van De Lijn gebruikt kunnen worden voor ambachten die wat meer plaats nodig hebben. De directeurswoning en de loodsen met de typische daken zijn beschermde monumenten. Aan de overkant van de Diestsesteenweg zijn er nieuwe mogelijkheden op het terrein naast de supermarkt. Daar kan een gemeenschapsvoorziening komen, bijvoorbeeld een school.
Van binnenstad naar deelgemeenten Een aantrekkelijke, levendige stad is meer dan een verzameling woningen. Je vindt er ook scholen, kinderopvang, sportinfrastructuur, een bakker en een buurtwinkel, groene plekjes … Daarom reserveert het structuurplan bewust plaats in de woonkernen voor die voorzieningen. Andere functies trekken mensen aan van verder weg: grotere sportcomplexen, cultuurcentra, middelbare scholen, werkplekken … Vroeger zaten die functies vooral in de Leuvense binnenstad. Om de druk op het centrum te verlichten en de leefkwaliteit van de deelgemeenten te versterken, kunnen die functies voortaan ook in de deelgemeenten. Wel op voorwaarde dat ze goed bereikbaar zijn, vooral met fiets en openbaar vervoer. Zo krijg je in Leuven een netwerk van centrale plekken vol voorzieningen.
Centrale Werkplaatsen De Centrale Werkplaatsen groeien verder uit tot een nieuw centrum voor KesselLo. Ze groeperen enkele belangrijke publieke voorzieningen zoals Hal 5, een park en de academie. De stad onderzoekt een betere samenhang met het August de Becker-Remyplein en het plein aan de kerk van Blauwput, aan de andere kant van de steenweg.
Boudewijnstadion
Koetsweg – Platte Lostraat Het binnengebied Koetsweg en Platte Lostraat moet overwegend open en groen blijven. Het terrein kan als reserveruimte dienen voor bijvoorbeeld tennis of rugby of andere recreatievoorzieningen die niet te veel auto’s aantrekken.
10
De stad bekijkt hoe ze de ruimte rond het Boudewijnstadion beter kan benutten. Ook de link met het park Heuvelhof en de publieke functies aan de andere kant van de steenweg wordt mee onderzocht. Ten slotte moet de aansluiting voor fietsers vanaf het Boudewijnstadion op het Jan Vranckxpad verbeteren.
MOZAIEK
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
— uitgelicht —
Ontdek je stad: Centrale Werkplaatsen De ontwikkeling van de Centrale Werkplaatsen was één van de 101 actiepunten van het vorige structuurplan. Deze vroegere ommuurde spoorwegwerkplaats, vlak bij het station, is ondertussen een levendig centrum voor Kessel-Lo geworden. Het terrein is uitgegroeid tot een nieuwe wijk met een mix van woningen en een groot en aantrekkelijk publiek domein.
Werken waar je woont In een aangename woonbuurt wil je niet enkel slapen. Je moet er ook kunnen ontspannen, winkelen, schoolgaan en werken. De stad kijkt sinds het nieuwe structuurplan ook expliciet naar kleine, verharde en bebouwde binnengebieden als locatie voor werkplekken. Terwijl daar vroeger vaak (lucratieve) woonprojecten kwamen, willen we er nu liever kantoren voor bijvoorbeeld vrije beroepen of creatieve bedrijfjes. Een mooi voorbeeld vinden we in Kessel-Lo, in het binnengebied tussen de Diestesteenweg, de Paternosterstraat en het August de Becker-Remyplein. Oude loodsen van de watermaatschappij worden er nu gebruikt als fietsatelier en als werkplaats voor een stoffenatelier.
Sociale huur- en koopwoningen, stadswoningen en private woningen zorgen voor een betaalbaar aanbod voor iedereen. Als antwoord op de dure huizenprijzen in Leuven blijft de stad constant op zoek naar ruimte voor sociale huurwoningen. Het nieuwe park, een groot plein en veel fietsen wandelverbindingen creëren dan weer ademruimte in de dichtbebouwde omgeving. Verder heeft het terrein ook vele publieke functies en groeit het daardoor als ontmoetingsplaats. Handelszaken vullen de activiteiten langs de Diestesteenweg aan en de academie van KesselLo vond er een nieuwe thuis.
En dan zijn er nog de beschermde industriële hallen, die het terrein een duidelijk eigen karakter geven. Ook zij krijgen publieke functies. Hal 5 draait nu al meer dan een halfjaar op volle toeren. Het is een bruisende ontmoetingsplek geworden, met allerlei eetstandjes, een bar, een koffiebranderij, een bewegingshal met uitdagende hindernissen … Vermoedelijk later dit jaar begint de omvorming van Hal 9 tot het jeugdcentrum van de stad. Volgend jaar start het laatste nieuwe bouwproject op de site: ’t Wisselspoor wil het meest kind- en gezinsvriendelijke woonproject van Vlaanderen worden. Beneden komen een kinderdagverblijf en een conservatorium, waar je muzieklessen zal kunnen volgen.
Roel Moons van Fietslab: “We zitten hier nu ongeveer vijf jaar. Voordien hadden we al een fietswinkel in Kessel-Lo, maar daar werd het te klein. We hebben echt overal gezocht: in de binnenstad, aan de vaart, op de Centrale Werkplaatsen… Bijna toevallig zijn we hier terechtgekomen, en we hebben het ons niet beklaagd! Er is plek voor een fietswinkel en een fietsherstelplaats. Geïnteresseerde kopers kunnen op het binnenplein een testritje maken. Maar het fijnste is dat we hier zoveel ruimte hebben dat we een echt fietsatelier konden starten: we maken onze eigen fietsen en werken bakfietsen op maat uit voor gezinnen of bedrijven. We hebben hier echt het fietsambacht naartoe gebracht.” “Die ruimte zou je normaal alleen vinden op een industrieterrein of zo. Maar dat is net waar we niet willen zitten. We willen een centrale plek, tussen onze klanten - dat het station hier in de buurt ligt, is dus zeker een troef. We vinden het schitterend dat binnengebieden met loodsen niet meer automatisch met woningen bebouwd worden. Daardoor krijgen wij kansen om creatief aan de slag te gaan.”
11
WILSELE-PUTKAPEL
MOZAIEK 
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
De site van de Sportschuur vlotter toegankelijk maken voor voetgangers en fietsers vanuit Wilsele-Dorp. De stad start een project om, samen met de buurtbewoners, enkele ruimtelijke knelpunten in Wilsele-Dorp op te lossen. Zo biedt het Roeselbergdal mogelijk plaats voor buurtparkeren, speeltuintjes en parkjes.
Op termijn komt er een nieuwe brug over de Vaart. Die moet de vijvers van Bellefroid verbinden met het groen rond de vijver van ’t Fort.
De stad zal ook onderzoeken hoe deze open en groene ruimte voor voetgangers en fietsers kan aansluiten op het groen aan de Sportschuur, beneden aan de helling, en verder op de vijvers van Bellefroid.
Er komen extra voorzieningen die mensen uit de bredere regio aantrekken: de dorpskern van Wilsele-Putkapel is immers goed bereikbaar met het openbaar vervoer en de fiets.
12
MOZAIEK
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
De stad wil graag in de toekomst de vijvers van Bellefroid in de toekomst openstellen als recreatiegebied en ze verbinden met de Sportschuur.
Rond de vijvers en het skatepark van ’t Fort en in de buurt van het oude deelgemeentehuis, voorzien we meer vrijetijdsvoorzieningen (Finse piste, speelveldjes, maar ook kleinschalige stadslandbouw).
Er komen extra fietspaden langs de Dijle die de verschillende sporten speelplekken met elkaar verbinden. Sportsite Ymeria gaat beter aansluiten op de andere sportinfrastructuur in de buurt en wordt ingericht als een landschapspark aan de Dijle.
WILSELE-PUTKAPEL Vlot bereikbaar, prettig leefbaar Door de vele voorzieningen - denk maar aan het zwembad, het woonzorgcentrum en de handelszaken - komen er heel wat mensen naar Wilsele-Putkapel. Om de deelgemeente vlot bereikbaar te houden, moeten we verder investeren in goed openbaar vervoer en in veilige fietsverbindingen met de buurgemeenten. Zo breiden we het fietsnetwerk door de Dijlevallei verder uit. Langs de Dijle en de Vunt zal je vanuit Wilsele-Putkapel naar Wilsele-Dorp en Wijgmaal kunnen fietsen. Tegelijk ontstaat er zo een interessante recreatie-as die de vele sporten spelmogelijkheden (Ymeria, Sportschuur, zwembad …) in de buurt met elkaar verbindt. Nieuwe fietsverbindingen met de voetbalvelden aan de Verbroederingstraat.
13
WILSELE-PUTKAPEL
MOZAIEK 
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Een aantrekkelijk centrum voor Wilsele-Putkapel In Wilsele-Putkapel liggen al veel voorzieningen vlak bij elkaar: een woonzorgcentrum, enkele kleuter- en basisscholen, het zwembad, een jeugdhuis, bloeiende handelszaken ‌ Nieuwe projecten geven verse zuurstof aan het dorp. Zo opende onlangs het ontmoetingscentrum in de Bosstraat. Het nieuwe zwem- en sportcomplex gaat na de zomervakantie open. Na de afbraak van het oude zwembad start de stad met de aanleg van een gloednieuw dorpsplein, het Sint-Agathaplein. Later wordt de verdere omgeving heraangelegd. Zo krijgt Wilsele-Putkapel een kwaliteitsvolle dorpskern.
Fietssnelweg
Parallel met de spoorweg komt er een nieuw fietspad. Dat zal deel uitmaken van de fietssnelweg tussen Leuven en Aarschot en komt dus langs de dorpskern van WilselePutkapel. Mix van woninggroottes
In en rond het centrum van Wilsele-Putkapel liggen heel veel eengezinswoningen met een tuin. Veel gezinnen met kinderen zoeken dat soort huizen. Zulke woningen wil de stad daarom zeker behouden. Tegelijkertijd kijkt een structuurplan ook naar de lange termijn. Daarom duidt het een aantal plaatsen aan in Wilsele-Putkapel waar kleinere huizen en appartementen kunnen komen. Zo kunnen de jonge ouders van nu later, wanneer de kinderen het huis uit zijn, hun te grote woning verlaten en toch in hun vertrouwde omgeving blijven wonen. De eengezinswoningen komen dan weer vrij voor nieuwe jonge gezinnen.
14
Historisch hart Domein Puthof is het historische ankerpunt van Wilsele-Putkapel. Het ontstond rond een waterput met walgrachten en was het machtscentrum van de Heren van Wilsele. In de 20ste eeuw werd het het buitenverblijf van de Leuvense architect Piscador. Die legde er een landschapstuin aan, die de middeleeuwse grachten mooi tot hun recht liet komen. De huidige eigenaars renoveren het huis en de tuinen met veel respect voor die geschiedenis.
MOZAIEK
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
De ingrepen van het structuurplan klinken vaak behoorlijk abstract en ingewikkeld. Toch kunnen ze een tastbare verbetering betekenen voor het dagelijks leven van veel inwoners en bezoekers.
Herman, 81 jaar, woont in een serviceflat van woonzorgcentrum Ter Putkapelle Wat kan er beter in de omgeving?
Hilde, 45 jaar, woont met haar gezin in de Weggevoerdenstraat Wat kan er beter in de omgeving?
Daan, 14 jaar, woont in Holsbeek en zit bij de scouts van WilselePutkapel Wat kan er beter in de omgeving?
‘Door de bouwwerken is het op dit moment niet zo makkelijk om je te verplaatsen, maar na de werken zal dat allemaal wel weer verbeteren. Er mogen wel wat meer zitplekken komen in de buurt. En het zou magnifiek zijn als we ook bewegingstoestellen en een petanquebaan zouden krijgen.’
‘Onze eigen straat is een echt pijnpunt. De Weggevoerdenstraat is een smalle maar drukke verbindingsweg waar veel auto’s en zelfs vrachtwagens rijden. We durven hier haast niet met de kinderen te fietsen. Net daarom komen we bijvoorbeeld niet zo vaak in Wijgmaal, terwijl dat vlakbij is.
‘Ik skate erg graag. Vroeger ging ik samen met mijn vrienden naar ‘t Fort, maar een tijd geleden is daar wat skatemeubilair weggenomen. De ondergrond is er ook versleten. Erg jammer, want het is een mooie plek, perfect gelegen ook. Tegenwoordig gaan we dan maar naar andere skateparken.’
Hoe denk je dat het structuurplan je dagelijks leven kan beïnvloeden?
Hoe denk je dat het structuurplan je dagelijks leven kan beïnvloeden?
‘De aanpassingen aan de dorpskern, met veel paadjes en plaatsen om even uit te rusten, maken het leven hier nog aangenamer. En door de fietssnelweg kunnen mijn kleinkinderen me makkelijker komen bezoeken.’
‘De herinrichting van het Vuntcomplex zou een grote verbetering betekenen. Vooral omdat het veel zwaar verkeer zou weghouden. Dat kan nu niet onder de ‘Duitse brug’ en rijdt dan maar door onze straat. ’
‘Ik fiets ook vaak door de Weggevoerdenstraat. Die is best gevaarlijk, omdat het er zo smal is en er veel verkeer passeert.’
‘Ook de extra fietsverbindingen in de omgeving zijn zeer welkom. Zo kunnen we de Weggevoerdenstraat vermijden. En om naar Leuven te gaan, zou de fietssnelweg helemaal perfect zijn.’
Hoe denk je dat het structuurplan je dagelijks leven kan beïnvloeden?
‘Als de stad ‘t Fort en het skatepark wat kan opknappen, zouden we er zeker weer vaker naartoe gaan. En de plannen voor Ymeria klinken ook goed.’ ‘Maar ik kijk vooral uit naar de nieuwe fietspaden in de buurt. Zo kunnen we van school naar ‘t Fort fietsen, of rechtstreeks naar Ymeria, zonder de Weggevoerdenstraat te moeten nemen.’
15
CREATIEVE MOLENBEEKVALLEI ECONOMIE
MOZAIEK 
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
DE MOLENBEEKVALLEI Groene ruggengraat Net als de getuigenheuvels geven ook de valleien vorm aan Leuven. EĂŠn ervan is de Molenbeekvallei in Heverlee. De Molenbeek brengt groen en water tot aan de stadsring, maar ligt verstopt op ontoegankelijke plekken. Aan de hand van het nieuwe structuurplan willen we deze groene ruggengraat van Heverlee zichtbaarder en toegankelijker maken.
De stad onderzoekt de verdere ontwikkeling van het Ruelenspark en omgeving.
16
MOZAIEK 
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
De Abdij van Park gaat verder uitgroeien tot een toeristische trekpleister, met aandacht voor de rust en stilte en met respect voor het uitzonderlijke erfgoed en landschap.
De omgeving rond de Ziekelingenstraat blijft open. Het gebied blijft groen en biedt ruimte voor overtollig water bij overstromingsgevaar.
Cadol en omgeving: Het park in het waterwinningsgebied zal uitbreiden en toegankelijker worden via verschillende toegangen.
17
MOLENBEEKVALLEI
MOZAIEK
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Molenbeekvallei: Erfgoed langs het water Leuven is ontstaan in de vallei van de Dijle. De rivier en haar vele zijarmen geven al eeuwenlang vorm aan de binnenstad en de deelgemeenten. De laatste jaren zijn ze door verschillende stadsvernieuwingsprojecten (Dijleterrassen, Kapucijnenvoer, Sluispark …) weer zichtbaar en voelbaar gemaakt. Maar ook andere rivieren hebben in en rond Leuven valleien geboetseerd. Zoals de vallei van de Molenbeek in Heverlee, een plek met een lange geschiedenis. Onze voorouders bouwden er boerderijen en de indrukwekkende Abdij van Park. Er zijn ook verschillende plaatsen waar water gecontroleerd kan overstromen bij overvloedige neerslag. Die plekken zijn opvallend groen.
18
Daarom wil de stad daar fiets- en wandelpaden aanleggen. De hele vallei moet uitgroeien tot een groene ruggengraat, waarlangs je van de Naamsepoort tot aan de grens met Bierbeek - en op termijn zelfs tot in Lubbeek – zal kunnen fietsen. Zo komt er ook in Heverlee een fietspad in het groen, naar het voorbeeld van het Jan Vranckxpad in Kessel-Lo.
MOZAIEK
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Ontdek je stad: Abdij van Park Al in het vorige structuurplan stond beschreven hoe de Abdij van Park moest uitgroeien. Vandaag is er al heel wat gerealiseerd van wat in 2004 beschreven werd.
Visie structuurplan 2004: situatie vroeger
Ruelenspark Op dit moment werkt de stad aan een nieuw masterplan voor het Ruelenspark, het woonwijkje met de kenmerkende witte bungalows in Expo ‘58-stijl.
Op termijn moet het park een groene toegang worden tot de achterliggende Molenbeekvallei met haar goede wandel- en fietsroutes.
huidige situatie
Citaat uit 2004: “We willen de abdij uitbouwen voor zachte recreatie door een oordeelkundige aanleg van wandelpaden en de inplanting van recreatieve voorzieningen.”
Citaat uit 2004: “Harde recreatie, zoals de bestaande tennis- en voetbalinfrastructuur, is in de Abdij van Park niet wenselijk. In de plaats daarvan moet de natuur meer plaats innemen.”
Cadolpark Veel water dat uit de Leuvense kranen stroomt, wordt gewonnen in het Cadolpark in de Broekstraat. Sinds enkele jaren is een deel van dit waterwinningsgebied opengesteld als buurtpark. De inrichting van het park speelt mooi in op het water, met steigers, uitgegraven poelen en hoger gelegen wandelpaadjes.
buurt. Zo kan er een extra toegang komen vanaf de Hoveniersdreef aan de overzijde van de Molenbeek, en eventueel ook vanaf de Bronlaan door een verbinding onder de sporen. Extra bebouwing is hier uitgesloten. Fietsroutes door het gebied zijn wel mogelijk.
Citaat uit 2004: “We zoeken nieuwe bestemmingen voor het patrimonium. Daarbij wordt vooropgesteld dat de site in de toekomst publiek toegankelijk moet blijven en dat het gebruik van de gebouwen bij voorkeur een maatschappelijke meerwaarde moet hebben.”
Het structuurplan maakt het mogelijk het park uit te breiden én toegankelijker te maken voor de hele
19
INTERVIEW
MOZAIEK
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Interview met Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck en ruimtelijk planner Marc Martens over het nieuwe structuurplan van Leuven. Dat structuurplan legt de toekomst van onze ruimte vast.
‘We moeten leren dansen met het verleden’ ‘Alleen door samen te werken kunnen we onze mobiliteitsknopen, ruimteproblemen en milieudrama’s oplossen. We moeten weer leren delen.’ Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck en ruimtelijk planner Marc Martens zijn het vaak roerend eens over wat ons te doen staat. Ze laten hun licht schijnen over het nieuwe structuurplan voor Leuven. 20
MOZAIEK
L
eo Van Broeck: ‘In deze Brexit- en Trump-tijden plooien we massaal terug op onszelf. Maar dat is geen oplossing. Wie twee minuten nadenkt over ruimtelijke ordening, beseft dat. Je kan onmogelijk je eigen atmosfeer zuiveren. Luchtvervuiling stopt niet aan landsgrenzen. We moeten samenwerken.’
Is een stedelijk structuurplan dat enkel handelt over Leuvens grondgebied dan zinvol?
inderdaad soms dramatisch voor ruimtelijke ordening. Natuurlijk stopt het groen van de valleien en bossen niet aan de grens met de buurgemeenten. En de bewoners van de randgemeenten zijn aangewezen op de scholen en winkelstraten van de stad. Als je wil dat je dorp niet volledig verstedelijkt, moet je samenwerken of zelfs fusioneren met een stad.’ Leuven bestaat ook uit verschillende deelgemeenten met een eigen karakter.
Martens: ‘Exact. Het is een grote verdienste van dit structuurplan dat het Leuven niet langer omschrijft als
een stad waar alles binnen de ring moet gebeuren. De deelgemeenten krijgen ook centrumfuncties en goede verbindingen.’ ‘Ons grondplan is niet het gevolg van menselijke planning, in tegenstelling tot dat van Kopenhagen bijvoorbeeld. Het landschap onze heuvels en waterwegen heeft bepaald waar de kernen kwamen te liggen. Het is zeer goed dat dit structuurplan die natuurlijke structuur voor het eerst uitvoerig omschrijft. Ruimtelijke planners moeten die basis kennen en er dan pas correcties op aanbrengen.
“Als je wil dat je dorp niet volledig verstedelijkt, moet je samenwerken of zelfs fusioneren met een stad.”
Het landschap - onze heuvels en waterwegen - heeft bepaald waar de kernen kwamen te liggen.
Martens: ‘Je moet ergens beginnen, maar de gemeentelijke autonomie is
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
21
Ze moeten de Dijlevallei begrijpen, voor ze die beter bereikbaar kunnen maken. Een structuurplan mag niet te gedetailleerd zijn.’ Van Broeck: ‘En als je die basis hebt, moet je je plannen ook kunnen wijzigen op basis van voortschrijdend inzicht. Een structuurplan dat alles voor jaren en jaren tot in de puntjes vastlegt, is funest. Er zijn Europese landen waar bouwgrond maar vijf jaar bouwgrond blijft. Als het dan nog niet bebouwd is, wordt het weer open ruimte. Je kan daar geen stuk planeet kopen als belegging.’
22
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
In de Vaartkom waren oorspronkelijk bijna alleen appartementen gepland. Gelukkig zijn daar intussen ook andere functies bijgekomen. © Peter Torfs
INTERVIEW
MOZAIEK
HET NIE UW E WONE N Wonen is en blijft het meest gevoelige thema in het structuurplan. Zien jullie een fundamenteel verschil tussen het huidige en het vorige plan?
Martens: ‘Het vorige structuurplan uit 2004 focuste sterk op het ontwikkelen van woningen. Dat is goed gelukt, maar nu blijkt dat we té veel bezig waren met wonen en te weinig aandacht hadden voor het leven rondom. In de Vaartkom of op de Hertogensite waren bijvoorbeeld oorspronkelijk bijna alleen appartementen gepland. Gelukkig zijn daar intussen ook andere functies bijgekomen.’
“Het is een grote verdienste van dit structuurplan dat het Leuven niet langer omschrijft als een stad waar alles binnen de ring moet gebeuren.”
Van Broeck: ‘Daarom is het ook goed dat er op de Hertogensite een nieuwe podiumkunstenzaal wordt ingepland. Het moet dan wel een open gebouw worden met een populair café. Als dat één geheel gaat vormen met de omgeving, dan wordt die wijk fantastisch.’
Martens: ‘Sinds het vorige structuurplan zijn er evenveel nieuwe woningen buiten als binnen de grote projectgebieden gebouwd. Die woningen buiten de projectgebieden moeten ook groen in de buurt hebben. Daarom is het goed dat het nieuwe structuurplan aangeeft waar er al groen is, en waar er nog bij moet komen.’
MOZAIEK
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Wie zijn Marc Martens en Leo Van Broeck?
“We waren té veel bezig met wonen en hadden te weinig aandacht voor het leven rondom.”
Van Broeck: ‘Het groen dat er bijkomt moet van goede kwaliteit zijn. Je moet fauna en flora in de stad brengen die je vroeger enkel op de boerenbuiten vond. Zelfs al maak je daarvoor een deel van een park ontoegankelijk.’ Martens: ‘De bijsturing van de Hertogensite was ook daarom een zegen. In het oorspronkelijke plan was er veel meer verhard. Nu is er een natuurlijke Dijle-oever en een groter park.’ Dreigt die aandacht voor een aangename omgeving de woningenprijzen niet nog meer de hoogte in te jagen?
Martens: ‘Het is goed dat het structuurplan veel aandacht schenkt aan betaalbaar wonen, maar de oorzaak van die hoge prijzen ligt elders. Het woonprobleem raakt niet opgelost zolang we alles aan de privémarkt overlaten. Een goede woning bouwen is nu eenmaal voor 30 tot 40 procent van de mensen te duur. Dat is eenvoudige logica.’ Van Broeck: ‘Onze klassieke modellen van huren en kopen volstaan niet langer. Als huurder ben je vaak zeer kwetsbaar en bouw je geen kapitaal op.’
Is er een alternatief?
Martens: ’Ik zie meer mogelijkheden in coöperatieve huisvestingsmodellen. In landen als Zwitserland en Oostenrijk zijn die wijdverspreid.’ Van Broeck: ‘Coöperaties hebben er verschillende soorten woningen in aanbod: starterswoningen, ouderenwoningen, gezinswoningen … Je hebt er zelfs ‘hotelkamers’ voor kinderen van nieuw samengestelde gezinnen. Mensen betrekken een woning die past bij hun levensfase.’ ‘Bewoners zijn aandeelhouders van de coöperatie. Zo doe je aan kapitaalopbouw en kan je je aandelen laten erven. Er is niet langer een kloof tussen promotor en klant, want de promotor ben je zelf. Daarenboven is het systeem zeer flexibel en heb je geen dure notariskosten wanneer je een pand koopt of verkoopt.’ Martens: ‘Een coöperatief systeem is ook een oplossing voor veel armoede, een probleem dat we hier in Leuven onderschatten. In onze stad worden ook matrassen per nacht verhuurd, hoor.’
Van Broeck: ‘De bouwkwaliteit gaat er met een coöperatie ook op vooruit. Promotoren bouwen bijna altijd volgens de minimumnormen, want dat is het goedkoopst. Maar een coöperatie moet wel op lange termijn denken: ze blijft nog 200 jaar verantwoordelijk. Daarom zal ze investeren in de basisstructuur van haar gebouwen.’ Martens: ‘De meeste appartementen in Leuven zijn duur, maar weinig vernieuwend. Vaak zitten achter een mooie gevel allemaal dezelfde flats zonder bruikbare gemeenschappelijke ruimtes. Je kan er bijvoorbeeld geen familiefeest houden, of de fietsenstallingen zitten ondergronds.’ ‘Ons sociale woonproject in Lolanden is het enige appartementsgebouw in Leuven waar de fietsenstallingen naast de ingang liggen. Terwijl makkelijk bij je fiets kunnen toch essentieel is voor wie in de stad woont.’ Van Broeck: ‘Daarom verwacht ik ook veel van het toekomstige gezinsvriendelijke appartementsgebouw op de Centrale Werkplaatsen - een stedelijk woonproject dat bewoners dezelfde kwaliteit wil geven die je in een verkaveling vindt.’
MARC MART EN S IS B U RG ERLI JK I N GE N I E UR ARC HIT EC T EN RU IMT ELIJK PLA N N E R . Hij volgde de opbouw van beide Leuvense structuurplannen van nabij als lid van de Gecoro, de stedelijke adviesraad over ruimtelijke ordening. Als zaakvoerder-vennoot van het architectuurbureau ba-p in Heverlee bouwde hij verschillende projecten in Leuven, zoals de groepswoningprojecten Residentie Trimaran, een woonproject in Lolanden en de sociale woningen in de Zwaluwenlaan. Daarnaast maakt ba-p ook zeer veel stedenbouwkundige studies. Marc Martens is nationaal en internationaal bijzonder actief in de wereld van de ruimtelijke ordening.
LEO VAN B ROEC K IS VLAAMS BOUW ME E STE R , B U RG ERLIJK IN G EN IEU R ARC H I TEC T E N D OC E N T AAN DE KU LEU VEN . Zijn bureau BOGDAN & VAN BROECK bouwde in Leuven onder meer de Bakala Academy. Met zijn vorige bureau VBM ontwierp hij ook de eerste huizen en appartementen op de Centrale Werkplaatsen, het woonproject De Mouterij en de uitbreiding van het rectoraat van de KU Leuven. Hij focust zich al verschillende jaren op ruimtegebruik en verdichting. Sinds zijn aanstelling als Vlaams Bouwmeester in het najaar van 2016 is hij een veelgevraagde gast om zijn visie te verduidelijken.
23
INTERVIEW
MOZAIEK
‘Want wil je mensen een stedelijk alternatief geven voor hun villa met twee gesubsidieerde bedrijfswagens en tuin, dan moet je ze dezelfde woonkwaliteit bieden. Dat gaat niet alleen over ruime terrassen. Mountainbikers moeten bijvoorbeeld na hun zondagse rit hun fiets kunnen afspuiten, familiefeesten moet je kunnen organiseren in gemeenschappelijke ontmoetingsruimtes.. En daarbovenop woon je dan iedere dag in een levendige stad vol parken, cultuur en winkels.’ Martens: ’Je moet als stad de ambitie hebben om het voortouw te nemen en je gronden, kloosters
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
en andere gebouwen in te zetten. Zo kan je experimenteren met creatieve en betaalbare woonvormen.’ Van Broeck: ‘Maar ook privé-ontwikkelaars moeten nadenken over het gedeeld gebruik van ruimtes.’ WAT MET HET OUDE ? Onze erfgoedgebouwen liggen bijzonder gevoelig. Ze vormen mee onze identiteit. In een snel veranderende wereld blijven ze voor veel mensen een ijkpunt.
Van Broeck: ‘Wie de wereld wil redden, moet de moed hebben om los te laten. Natuurlijk verandert alles en zijn mensen nostalgisch. Maar het is absurd om te
“Je moet als stad de ambitie hebben om het voortouw te nemen en je gronden, kloosters en andere gebouwen in te zetten. Zo kan je experimenteren met creatieve en betaalbare woonvormen.”
denken dat onze identiteit authentiek of stabiel is. Leuven is een totaal andere stad dan de plek waar ik veertig jaar geleden studeerde.’ ‘Ik ben bang dat erfgoed onze ontwikkeling te veel afremt, terwijl het die juist een boost moet geven. We moeten leren dansen met het verleden.’ ‘Er zijn genoeg voorbeelden. In Culemborg, in Nederland, staat een bunker uit de Tweede Wereldoorlog. Na vijf jaar discussie met erfgoedinstanties hebben ze daar een stuk van ongeveer een meter breed uit het centrale deel weggesneden. Plots kon je door de bunker wandelen en de waanzinnig dikke muren zien. Het project is nu zo populair dat er elk jaar een wapenstilstandsherdenking wordt georganiseerd. Volgend jaar is het mogelijk Unesco-werelderfgoed.’ ‘De dag dat de bouw van de Eiffeltoren startte, heeft de voltallige erfgoedcommissie van Parijs ontslag genomen. Ze vreesden dat de toren
24
Parijs zou verminken. Amper drie jaar later was hij hét symbool van de natie.’ ‘We hebben te veel koudwatervrees. Als je gechoqueerd bent door een gebouw, is het ofwel echt slecht, ofwel zo goed dat je het nog niet doorhebt. Wantrouw je eigen aversie en wees niet te conservatief.’ ‘Ik verwijs vaak naar de imec-toren, die boven het Arenbergkasteel uitsteekt. Het is juist goed voor het kasteel dat je eindelijk ziet dat het de 21ste eeuw gehaald heeft. Steden die hun skyline bevriezen, missen de afspraak met de toekomst. Als ze er nog eens een ridderfilm willen draaien, moeten ze die toren maar weg photoshoppen, maar wij leven nu.’ ‘Het Arenbergkasteel is trouwens zelf continu herbouwd. In de loop der eeuwen heeft het een mooie mix van invloeden ondergaan.’ Martens: ‘Wie restaureert, kent het probleem. Naar welke periode moet je teruggrijpen? De meeste
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Bunker in Culemborg © Nederlandse landschapsarchitecten
MOZAIEK
historische gebouwen zijn in de loop van hun geschiedenis grondig verbouwd. Waarom zou dat vandaag niet meer mogen?’ Van Broeck: ‘Natuurlijk blijf je van kathedralen af, maar andere historische complexen moet je kunnen verbouwen om ze aan te passen aan hedendaagse noden en inzichten. Erfgoed moet een motor zijn van stadsvernieuwing, geen manier om het te bevriezen.’ Erfgoedgebouwen hebben het ook moeilijk met de energievereisten van vandaag.
Van Broeck: ‘Dat is dubbel. Oude gebouwen hergebruiken is soms energievriendelijker dan nieuwbouw. Het is zoals bij wasmachines. Waarom zou je een wasmachine kopen met een A+++ energielabel, als die een levensduur
van amper vijf jaar heeft? Dat is toch waanzin? Een typische denkfout van ons huidige economische systeem. Gebouwen die we vandaag zetten, moeten we zo ontwerpen dat ze nog tweehonderd jaar mee kunnen. We moeten ze sterk genoeg maken, met verdiepingen die voldoende hoog zijn, zodat ze later verschillende functies kunnen krijgen.’
“Op termijn moet je de hele binnenstad autovrij maken.”
D I N O ’ S I N D E B I N N E N STAD Als we voor de komende eeuwen bouwen, moeten we dan nog parkeergarages aanleggen zoals onder Den Bruul?
Van Broeck: ‘De parkeergarages in onze steden hebben zeker nut. Op die plaatsen staan binnenkort de zelfrijdende deelwagens en fietsen. Je moet ze natuurlijk wel zo bouwen dat ze herbruikbaar zijn.’ Gaan de zelfrijdende auto’s echt onze mobiliteit bepalen?
Martens: ‘Zelfrijdende auto’s zijn niet noodzakelijk een oplossing voor onze mobiliteitsproblemen. Volgens een studie van de VUB kan het zelfs de andere kant opgaan. Als die wagens net als nu hoofdzakelijk privé gebruikt worden, zullen ze
75 procent méér kilometers afleggen. De files dreigen nog langer te worden.’ ‘Maar gedeelde zelfrijdende auto’s kunnen tot 50 procent ruimte besparen.’ Van Broeck: ‘Deelwagens nemen nu al een hoge vlucht. In Brussel groeit het gebruik 40 procent sneller dan verwacht. Dat zijn auto’s die gewoon op straat staan en die je opent en sluit met je smartphone.’ Martens: ‘Ook in Leuven stijgt het gebruik. Het is één van de oplossingen voor het overbodige autoverkeer in de binnenstad.’
25
INTERVIEW
MOZAIEK
Intussen zijn we in de Leuvense binnenstad min of meer gewend geraakt aan de nieuwe verkeerssituatie. Wat denken jullie over het circulatieplan? Martens: ‘De resultaten zijn vrij indrukwekkend: 14 procent meer fietsers op de vesten en zowat 50 procent meer fietsen in de binnenstad. Ik snap niet dat sommige mensen blijven zeuren. Ik rij ook nog af en toe met de wagen in de stad, en eigenlijk raak je overal nog even vlot. Zeker als je gewoon een parking inrijdt.’
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Van Broeck: ‘Op termijn moet je de hele binnenstad autovrij maken, behalve voor taxi’s en deelauto’s. De privé-auto’s moeten eruit. In een historische binnenstad zijn dat onaangepaste dinosaurussen.’ Martens: ‘Het huidige autovrije gebied valt ongeveer binnen de 12deeeuwse gordel. Die schaal is haalbaar voor mensen die niet zo goed ter been zijn. Maar toch blijven we het ver vinden als we van het station naar het Ladeuzeplein moeten wandelen. Het lijkt wel alsof we allemaal sukkelaars zijn
“De parkeergarages in onze steden hebben zeker nut. Op die plaatsen staan binnenkort de zelfrijdende deelwagens en fietsen.”
geworden. En zo blijven onze steden onleefbaar door overbodig autoverkeer.’ Toch willen veel mensen nog met de eigen wagen door de stad rijden. Hoe moeten we daarmee omgaan?
Martens: ‘Het gaat stilaan de goede richting uit. Alleen heeft Leuven een schaalprobleem. Steden als Marseille of Bordeaux zijn groot genoeg om een fatsoenlijk en financieel rendabel randparkingsysteem uit te bouwen. Leuven is net te klein. Gelukkig zijn er toch al enkele randparkings langs de ring. Het structuurplan vermeldt ook enkele voorstadparkings, waar je de auto kan achterlaten en kan overstappen op bus of fiets.’ ‘Ook onze stadsring functioneert verkeerd. In de jaren ’70 werd die afgewerkt als onderdeel van het snelwegennetwerk. Op die manier is het geen verdeelweg geworden van Leuven, maar van de hele regio. Hij zuigt nog steeds te veel verkeer uit de regio aan.’ Van Broeck: ‘Dat gaan we moeten oplossen met het regionet: een hoogwaardig netwerk voor openbaar vervoer en fiets.’ En hoe moeten we de ring en de straten in de binnenstad dan inrichten?
Martens: ‘Je moet vooral opletten dat je het hele wegennet niet ontwerpt
26
op basis van onze huidige mobiliteit. Het autogebruik zal de komende jaren veranderen, terwijl onze infrastructuur langer zal meegaan. Soms kan je beter tijdelijke maatregelen nemen, zoals bloembakken zetten om de snelheid van auto’s af te remmen. Die neem je gemakkelijk weer weg.’ B I L D U N G V S. B U I L D I N G De roep naar inspraak klinkt steeds luider. Kan inspraak de kwaliteit van projecten verbeteren?
Van Broeck: ‘Inspraak zonder inzicht leidt tot uitspraken zonder uitzicht. Stel dat je je kinderen inspraak geeft in wat er op tafel komt zonder ze uit te leggen wat gezond eten is – je zult alle dagen frieten en Marsen moeten serveren.’ ‘Je moet de mensen al vroeg mee aan boord nemen en ze kennis en inzicht geven. Wie fundamenteel mee wil praten over onze ruimtelijke ordening, zou bij wijze van spreken eerst een jaar in de leer moeten gaan bij een stedenbouwkundige, zodat hij of zij mee kan nadenken over dichtheden, grondprijzen, ecologische evenwichten enzoverder. En bovendien: stedenbouw blijft een vak. Ik zou ook niet graag geopereerd worden door iemand die geïnteresseerd is in chirurgie.’ ‘‘Wij hebben dat samen met Architecture Workroom Brussels (denktank voor
MOZAIEK
die politici nooit op tafel hadden durven te leggen. Als we een vergelijkbaar project voorgesteld hadden zonder participatie, waren diezelfde mensen ongetwijfeld in een kramp geschoten, met een procedureslag tot gevolg.’
Martens: ‘Je moet inderdaad de inspanning doen om de mensen te informeren. Het Leuvense circulatieplan is ook uitvoerig uitgelegd, opgevolgd en gemonitord. Dat het nu gedeeltelijk geaccepteerd wordt, is mede daaraan te danken.’
Je ziet dat het kasteel van Arenberg de 21ste eeuw gehaald heeft door de imec-toren die er boven uitsteekt.© Peter Torfs
vernieuwing in architectuur en stedenbouw, nvdr.) meegemaakt in Kortrijk. Een jaar lang waren er workshops, debatavonden en lezingen die gewone burgers bij konden wonen. Wel: nadien suggereerden die burgers bouwhoogtes en -dichtheden
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
27
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
HERTOGENSITE
MOZAIEK
De ziekenhuistorens maken plaats voor nieuwe functies die het kernwinkelgebied versterken: onder meer een podiumkunstengebouw.
De toren van Sint-Rafaël wordt omgevormd tot welzijnstoren.
HERTOGENSITE De grootste autovrije woonwijk van Leuven In de eerste plannen voor de ziekenhuissite was er weinig aandacht voor erfgoed, groen. Nieuwe inzichten én de participatie van belangengroepen en buurtbewoners hebben daar verandering in gebracht. Het nieuwe plan bevat naast woningen ook veel andere functies, een groot openbaar park en een opengelegde Dijle met natuurlijk aangelegde oevers. Bovendien blijft een aantal waardevolle erfgoedpanden behouden. Hertogensite wordt zo de grootste autovrije woonwijk in Leuven.
28
Verschillende erfgoedpanden blijven behouden en krijgen een nieuwe bestemming.
MOZAIEK 
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Centraal komt er een groot park.
Een koudenet zal de hele woonwijk op een duurzame manier verwarmen.
De Dijle komt weer boven water, met deels natuurlijk aangelegde oevers.
29
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
overzicht van Hertogensite Š Resiterra
HERTOGENSITE
MOZAIEK 
Hertogensite 300 meter opengelegde Dijle De ziekenhuissite in de Brusselsestraat blijft overeind als woongebied. Het ruimtelijk uitvoeringsplan voor de site is goedgekeurd. Een ruimtelijk uitvoeringsplan legt de bestemming voor een gebied vast. Het heeft meer aandacht voor groen, erfgoed, voorzieningen en energie.
30
Veel groen
De Dijle is momenteel volledig overwelfd. In de toekomst zal ze opnieuw open door de site stromen, langs een zachte groene oever met een wandelpad. Centraal komt een aaneengesloten park van ongeveer 1 ha tussen de Dijle en de Aa (een arm van de Dijle). Tussen de gebouwen komen kleinere groene pleintjes. Tweede leven voor erfgoed
De beschermde monumenten op de site worden gerestaureerd en krijgen een nieuwe bestemming. De restanten
MOZAIEK
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
historisch waardevolle houten aula’s blijven bewaard.
Ze krijgen een nieuwe, waarschijnlijk culturele functie.
Een klein aantal gebouwen met historische waarde verdwijnt. Zo verdwijnt de voormalige verpleegstersschool aan de Kapucijnenvoer. Daardoor ontstaat er een as van het Sint-Jacobsplein naar het hart van de Hertogensite. Tegelijk komt er ruimte vrij voor een vlottere doorstroming van het drukke busverkeer in de buurt.
Het museum HistarUZ - dat de zorggeschiedenis van de site in beeld brengt - blijft op de Hertogensite maar krijgt er een nieuwe plek, al dan niet in combinatie met de aula’s.
Meer dan wonen alleen
van de middeleeuwse stadsomwalling en de twee torens worden prominent zichtbaar. Een lange doorlopende zitbank maakt zichtbaar waar de stadsomwalling verdwenen is. Veel niet beschermde maar toch waardevolle gebouwen blijven behouden en krijgen nieuwe functies. Het gaat onder meer om het Instituut Maisin, de resten van het oude gasthuis en de voormalige afdelingen Pediatrie, Materniteit en Inwendige Ziekten. Die gebouwen liggen nu onopvallend achterin, maar het nieuwe plan zet ze opnieuw in de kijker. Drie
De Hertogensite biedt niet alleen plaats aan nieuwe woningen en appartementen, maar ook aan andere activiteiten. Langs de Kapucijnenvoer en de Brusselsestraat, en ook aan de nieuwe pleintjes op het terrein zelf, komen er op de benedenverdiepingen kleine handels- of horecaruimten. Die moeten het levendige karakter van de binnenstad doortrekken naar de Hertogensite. Dat effect wordt nog versterkt door grote publiekstrekkers als de welzijnstoren en de podiumkunstensite. Historische aula’s blijven
De houten aula’s van Pathologie, Heelkunde en het Instituut Maisin, waar duizenden studenten geneeskunde college hebben gevolgd, blijven behouden.
De toren van Sint-Rafaël blijft, maar wordt omgevormd tot een welzijnstoren waarin verschillende gezondheidsdiensten onderdak krijgen. Mensen zullen er terechtkunnen voor welzijn en zorg op maat van de binnenstad. De Hertogensite heeft een historische link met zorg, en op deze manier blijft die link bestaan. De bouwvergunning voor de welzijnstoren is verleend. De werken starten in 2019 en zullen twee jaar duren. Podiumkunstensite
De kant van de Brusselsestraat vormt straks de grens tussen de Hertogensite en het kernwinkelgebied. Daarom plant de stad hier een grote publiekstrekker. De torens
Samen met de Romaanse Poort en de Predikherenkerk moet de nieuwe zaal uitgroeien tot een aantrekkelijke en bruisende ontmoetingsplek voor iedereen, ook als er geen voorstelling is. Op dit moment loopt een wedstrijd met verschillende ontwerpteams. In het najaar moeten hun wedstrijdontwerpen klaar zijn. Zo liggen de visies en de schetsontwerpen klaar wanneer het volgende stadsbestuur de definitieve beslissing neemt voor de bouw van de podiumkunstensite.
behoud van Instituut Maisin © Resiterra
Tot slot verdwijnen ook andere, niet-waardevolle gebouwen. Vooral de afbraak van het Sint-Pietersziekenhuis, één van de meest omstreden gebouwen van de stad, springt in het oog.
Welzijnstoren
van de ziekenhuizen maken plaats voor een gebouw voor podiumkunsten. Die moet Leuven ook in de toekomst aantrekkelijk houden voor tal van podiumkunsten door bijvoorbeeld een groter podium, een grotere publiekszaal ...
31
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Justus Lipsiustoren en Ursulinnensluis
HERTOGENSITE
MOZAIEK
Ontdek je stad: Barbarahof en Janseniushof Langs de Dijle, midden in het centrum, zijn de afgelopen jaren twee nieuwe woonprojecten gebouwd: Barbarahof en Janseniushof. Allebei stonden ze in de lijst van 101 actiepunten uit het vorige structuurplan. Samen met de Hertogensite vormen ze een drieluik van woonontwikkelingsgebieden in de Leuvense benedenstad.
32
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Barbarahof © Peter Torfs
MOZAIEK
Barbarahof
Barbarahof ligt in het hart van de stad, vlak bij de Oude Markt. Rondom enkele verkeersluwe straten en het Joris Helleputteplein aan de Dijle liggen eengezinswoningen met een tuintje en appartementen
Janseniushof
van verschillende grootte. Op de benedenverdiepingen van de gebouwen is plaats voor handel en horeca, in het verlengde van het winkelcentrum van de Parijsstraat.
Primeur voor Vlaanderen: het koudenet De stad trekt in dit nieuwe structuurplan volop de kaart van de duurzame energie. Zo is het Janseniushof de eerste woonwijk in Vlaanderen die zich verwarmt via een koudenet. Het woord is wat misleidend: het gaat om een techniek om op een milieuvriendelijke manier warm water te produceren. Grondwater van 14 graden wordt van 70 meter diepte naar de oppervlakte gepompt. Daar wordt het opgewarmd met een warmtepomp, die het naar de woningen stuurt. In de zomer werkt het systeem omgekeerd: dan dient het koele water om de woningen af te koelen.
Verderop in de benedenstad ontdek je in het nieuwe woonproject Janseniushof een onbekend stuk van het middeleeuwse Leuven. Een nieuw stadspark langs de Dijle zet de 12de-eeuwse Janseniustoren en de Justus Lipsiustoren in de kijker. Een brugje over de Dijle verbindt het park met het Damiaanplein. De doorgang is nu nog afgesloten omdat er nog een nieuwe brug over de Dijle moet komen.
Het park omvat ook het speelterrein van de school Paridaens. Tijdens de schooluren is dat enkel toegankelijk voor de leerlingen, maar ’s avonds, in het weekend en in de vakanties is het open voor de buurt. In en rond het park kijken nieuwe appartementen en rijwoningen uit op dit mooie stukje groen. De Hertogensite gaat de komende jaren verder op de ingeslagen weg, met nog meer nadruk op groen, erfgoed, een mix van functies en duurzame energie.
In totaal worden 103 woningen van het Janseniushof op het net aangesloten. Later komt er ook een koudenet op de Hertogensite.
Duurzaam vervoer houdt woonkernen leefbaar De stad wil de verschillende woonkernen leefbaar maken en houden. Fietsvoorzieningen spelen daarin een belangrijke rol. Er moet een fijnmazig fietsnetwerk komen, met verbindingen in en tussen woonkernen, en fietssnelwegen naar de ruimere omgeving. De stad ijvert ook voor een aangepast busnetwerk, met verschillende overstappunten zodat je vlot met de bus in elke richting kan pendelen. Door in te zetten op duurzaam vervoer kan de stad het autoverkeer onder controle houden. Er moeten voorstadsparkings op de grote invalswegen komen die het autoverkeer tegenhouden voor het in de binnenstad of in de woonkernen komt. Op die parkings kunnen bezoekers overstappen op bus of fiets. En door stadsdistributiecentra te voorzien, kunnen we zwaar vrachtverkeer uit de woonkernen weren. Het gaat om plekken waar goederen kunnen worden overgeladen van vrachtwagens op bijvoorbeeld bestelwagens of elektrische bakfietsen. Van daaruit gaan ze naar hun bestemming in de stad.
33
GROENVELD
MOZAIEK
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
GROENVELD Blijft groen In het structuurplan van 2004 was Groenveld één van de ‘woonontwikkelingsgebieden voor grootschalige woonprojecten’. In 2012 bleek echter dat er in Leuven al genoeg grote en kleine woonprojecten waren. In het nieuwe structuurplan is Groenveld daarom een openruimtegebied geworden.
Aan de rand kunnen nog kleinere woonprojecten komen.
34
Groenveld blijft ook in de toekomst grotendeels open ruimte. Er is wel plaats voor gemeenschapsvoorzieningen zoals een school of een sporthal.
MOZAIEK 
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Parallel met de Tervuurse steenweg komen er voet- en fietspaden om snel en veilig naar het centrum of naar Gasthuisberg te gaan.
35
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
GROENVELD
MOZAIEK
Woon ontwikkelings gebieden Aandacht voor voorzieningen Het structuurplan van 2004 voorzag in een hele reeks woonontwikkelingsgebieden, zones waar grootschalige woonprojecten mogelijk zijn. Die gebieden waren toen broodnodig om de verwachte bevolkingsgroei op te vangen. 36
E
ind 2012 waren al heel wat van die projecten gerealiseerd of volop in uitvoering. Een nieuwe woonbehoeftestudie wees toen uit dat Leuven tussen 2013 en 2030 nog eens ongeveer 5500 extra huishoudens zou mogen verwachten. Uit diezelfde studie bleek echter dat grote woonprojecten zoals de Centrale Werkplaatsen, de Vaartkom en de Hertogensite, samen met kleinere woonontwikkelingsgebieden in de deelgemeenten, zowat 4000 nieuwe woningen zouden opleveren. Daar kwamen nog heel wat vergunningsaanvragen
MOZAIEK
voor kleinere of losstaande woonprojecten bovenop. De verwachte 5500 huishoudens zouden met andere woorden relatief eenvoudig gehuisvest kunnen worden zonder woonontwikkelingsgebieden te moeten aansnijden. Er kwam dus meer ruimte vrij voor andere functies die het wonen veraangenamen. Woonontwikkelingsgebieden als Groenveld en Roeselbergdal beschouwen we daarom niet langer als sites voor nieuwe woningbouwprojecten, maar als openruimtegebieden en plekken voor gemeenschapsvoorzieningen.
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Woonontwikkelingsgebieden die niet van functie veranderen
Sint-Janbergsesteenweg Hier komen betaalbare woningen, tijdelijke woningen voor onderzoekers en studenten, een park en enkele voorzieningen voor de buurt.
Wakkerzeelsebaan – Ursulinenstraat Hier komen woningen, voorzieningen en recreatie.
De toekomst van de andere woonontwikkelingsgebieden
Bij de opmaak van het nieuwe ruimtelijk structuurplan is afgewogen welke woonontwikkelingsgebieden nog nodig zijn. Sommige blijven volgens plan bestaan, andere krijgen (deels) nieuwe functies.
Een nieuw structuurplan, een nieuwe visie op wonen
Parkveld De eerder al vergunde verkaveling blijft behouden. Ook de zone voor een bedrijventerrein blijft bestaan, maar kan enkel ingevuld worden als een economische studie de noodzaak uitwijst. De ruimte tussen de beide zones zal open blijven. Er kan dus geen woonproject komen, zoals in een eerder plan voorgesteld was.
Woonontwikkelings gebieden die een nieuwe functie krijgen Naast Groenveld zijn er nog drie grote woonontwikkelingsgebieden die een nieuwe toekomst krijgen:
De 5500 nieuwe woningen die Leuven volgens de woonbehoeftestudie tegen 2030 nodig heeft, zullen er komen dankzij grotere woonprojecten (Vaartkom, Centrale Werkplaatsen, Hertogensite..) en kleinere vergunningsaanvragen. Maar het aantal woningen is niet het enige dat telt. Ook de kwaliteit van de woonomgeving moet beter. Bij nieuwe woonprojecten wordt er daarom ruimte vrijgehouden voor sport- en spelvoorzieningen, lokale handel en parkeerplaatsen. Bestaande projecten krijgen meer parkjes en infrastructuur.
Roeselbergdal Dit gebied blijft grotendeels open. In de toekomst kan het ingezet worden voor landbouwactiviteiten of voor recreatie. Eventueel kunnen hier enkele gemeenschappelijke buurtparkeerplaatsen komen.
Bovendien moeten er meer betaalbare huur- en koopwoningen komen. Leuven wil in elke woonwijk ook een divers aanbod van studio’s, appartementen, assistentiewoningen en gezinswoningen, van verschillende grootte. Zo kan je oud worden in een woning op maat in je eigen buurt.
Parkveld Platte Lostraat – Koetsweg Deze open ruimte blijft grotendeels behouden. Er is wel nog plaats voor sportvoorzieningen.
De ruimte tussen de vergunde verkaveling en het geplande bedrijventerrein wordt niet langer ingenomen door woningen, maar blijft open.
37
WIJGMAAL
MOZAIEK 
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
WIJGMAAL Historisch erfgoed zorgt voor uniek karakter Wijgmaal ontwikkelde zich in de 18de eeuw langs de Vaart. In de 19de eeuw bouwde de industrieel Edouard Remy aan het water een fabriek. Daar tekende hij vervolgens een heel dorp omheen, met een school, een feestzaal en een heleboel woningen. De stedenbouwkundige ideeĂŤn van Edouard Remy zijn nog steeds zichtbaar en vormen de basis voor de verdere ontwikkeling van de deelgemeente.
Nieuwe fietsverbindingen We bouwen nieuwe fietsverbindingen uit die Wijgmaal verbinden met Wilsele-Putkapel (als alternatief voor de Weggevoerdenstraat) en Wilsele-Dorp.
38
Op de Remysite komen geen extra kantoren, maar eerder voorzieningen zoals jeugdlokalen, een school, horeca, handel of recreatie.
MOZAIEK 
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Compacte kern in open ruimte De grenzen van de bebouwing in Wijgmaal worden duidelijker. Zo dient verdere lintbebouwing te stoppen.
Ymeriasite We willen het landschap verder ontwikkelen met respect voor de eeuwenoude geschiedenis. Hier lag ooit het Dijle-eiland, een stukje land tussen twee rivierarmen. EĂŠn arm is overwelfd en kan weer zichtbaar worden gemaakt.
39
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
WIJGMAAL
MOZAIEK
Wijgmaal Een man met een plan Wijgmaal heeft een ander karakter dan veel ogenschijnlijk vergelijkbare dorpen. Het is dan ook het resultaat van een stedenbouwkundige visie. In de 19de eeuw bouwde Edouard Remy het agrarische dorp uit tot een fabrieksdorp, met een kenmerkende architectuur en een duidelijke ruimtelijke structuur. Ook de vele andere initiatieven van de familie Remy - een fanfare, cafés, winkels - zorgden ervoor dat Wijgmaal meer werd dan zomaar een landbouwdorp.
40
D
ie basis ligt er nog altijd. Wijgmaal heeft nog steeds een levendige, compacte kern met heel wat erfgoed. Het structuurplan wil die situatie versterken door het dorp te selecteren als erfgoedcluster en door extra recreatie- en gemeenschapsvoorzieningen toe te laten. Maar dat kan alleen wanneer we doorgaand verkeer weren uit de kern en zorgen voor veilige wandelen fietsroutes in de kern en richting Wilsele-Dorp en Putkapel. Dorp met twee gezichten
Twee sites definiëren Wijgmaal. De Remysite is de voorbije jaren grondig ontwikkeld, met voornamelijk kantoren. De Ymeriasite is het groene broertje, met onder meer voetbalvelden en een sporthal.
MOZAIEK 
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Nog meer historische sporen
De juiste plek voor elke sector
Remysite Hier kunnen in de toekomst voorzieningen voor de inwoners van Wijgmaal komen: jeugdhuizen, scholen, horeca, handel en recreatie, eventueel aangevuld met woningen. Bijkomende kantoorfuncties zijn er niet wenselijk.
Leuven is een gegeerde plek om te werken, maar heeft daarvoor maar beperkt de ruimte. De stad kiest dan ook bewust welke sectoren ze stimuleert en waar die het best tot hun recht komen. In de woonwijken is er plaats voor vrije beroepen, kleine kantoren en de creatieve economie. Net buiten de woonkernen kan lokale landbouw een deel van de open ruimte gebruiken. Langs de ring liggen enkele multifunctionele polen voor kantoren en de creatieve economie (vooral in de Vaartkom). In enkele grote concentratiezones worden bedrijven gecombineerd met grote voorzieningen en onderzoek- en onderwijscampussen. De kenniseconomie zit vooral geconcentreerd rond campus Gasthuisberg en het wetenschapspark Arenberg.
Ook de volgende zaken blijven behouden:
de Privaatweg met de feestzaal en enkele indrukwekkende woningen: dit was en is de centrale as tussen de kerk en de Remysite
het plein voor de SintHadrianuskerk
de Rijkeroot: hier stonden oorspronkelijk woningen voor de ingenieurs van Remy
waardevolle woningen langs de Remylaan
Erfgoedclusters: aandacht voor het geheel
Ymeriasite De stad maakt binnenkort een masterplan op voor deze plek. Voor details is het te vroeg, maar de belangrijkste uitgangspunten liggen al vast. Door de overwelfde Dijle-arm opnieuw open te leggen, herstellen we het oorspronkelijke eiland tussen de beide rivierarmen. Daar stond ooit de eerste fabriek van Remy. Ymeria kan uitgroeien tot een landschapspark, met naast de voetbalvelden ook recreatiemogelijkheden aan het water en wandel- en fietspaden naar de buurgemeenten. Wijgmaal krijgt hier zijn eigen Dijleterrassen.
In het nieuwe structuurplan is Wijgmaal een erfgoedcluster: een stuk van de stad waar de erfgoedwaarden niet alleen terug te vinden zijn in de individuele gebouwen, maar ook en vooral in het geheel. Ook elders in Leuven zijn wijken als erfgoedcluster aangeduid. Sommige zijn uniform en harmonieus, zoals de Matadiwijk in Heverlee of het Nieuw Kwartier in Leuven-centrum. Zulke wijken zijn gewoonlijk ontstaan op de tekentafel. Andere zijn juist organisch gegroeid en erg divers, zoals de middeleeuwse stadskern met haar poortstraten.
41
DE RING
MOZAIEK
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
DE RING Minder doorgaand verkeer De ring van Leuven is een erg drukke verkeersas. Alle autoverkeer voor Leuven-centrum passeert er, maar tegelijk verdeelt hij ook het verkeer tussen de verschillende deelgemeenten. De ring ligt echter al lang niet meer aan de rand van de stad, maar in het midden van grote woonwijken. Daarom moet het doorgaande verkeer naar de buurgemeenten beter gebruik maken van andere invalswegen en de snelweg. Zo komen er minder auto’s op de ring en wordt er plaats gemaakt voor efficiënt openbaar vervoer en fietsverbindingen. Dat is belangrijk voor de bereikbaarheid van de vele stadsontwikkelingen (stationsomgeving, Vaartkom, Philipssite,…) langs de ring. De ring mag geen barrière meer vormen, maar moet als ontmoetingsruimte uitgroeien tot een wezenlijk onderdeel van de stad.
De ring aantrekkelijker maken voor fietsers door betere en bredere fietspaden, waar mogelijk in het groen. Knooppunten voor openbaar vervoer langs de ring aanleggen, zodat je gemakkelijk kan overstappen op een andere bus of op de fiets. Zulke knooppunten bestaan nu al op Gasthuisberg en het Engels Plein. Zo moeten niet alle bussen door de binnenstad en wordt het busstation aan het Martelarenplein ontlast. Erfgoed herwaarderen. De ring ligt op de plaats van de tweede
42
stadsomwalling uit de 14de eeuw, en heeft dus een lange geschiedenis. De omwalling zelf is nog deels leesbaar. Verder zijn er de vele erfgoedwoningen langs de ring en enkele belangrijke historische monumenten, zoals de tolhuizen aan de Brusselsepoort. Randparkings langs de ring bekender maken, omdat die auto’s uit het centrum houden.
Fietsers en voetgangers zullen veiliger de ring oversteken aan de Rennessingel wanneer het park van het Lemmensinstituut verbonden wordt met het park van de Van Waeyenberghlaan.
De Dijle (en de fietspaden) aan beide zijden van de ring gaan met elkaar verbonden worden.
MOZAIEK 
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
Fietsers en voetgangers gaan veiliger de ring oversteken aan de LĂźdenscheidsingel: zo zal Wilsele-Dorp beter op de Vaartkom aansluiten.
Fietsers en voetgangers gaan veiliger de ring oversteken aan de Parkpoort. De binnenstad zal via het park op de Philipssite verbonden worden met de Abdij van Park.
43
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
GETUIGENHEUVELS
MOZAIEK 
Aan de kant van de Diestsesteenweg gaat het groen van de getuigenheuvels doorlopen in het groene lint van de Abdijbeek en de Molenbeek.
De toegankelijkheid vanuit de woonwijken beneden aan de heuvelflanken gaat verbeteren, bijvoorbeeld met een fietspad in het groen vanaf het Michottepark.
We werken de wandelwegen nog beter uit. Het worden recreatieve wandel- en fietsroutes.
Het groen van de getuigenheuvels zal verbonden worden met de Spaanse Kroon en het groen van de Molenbeekvallei aan de andere kant van de Tiensesteenweg.
44
MOZAIEK 
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
GETUIGENHEUVELS
De heuveltoppen blijven bebost.
Een stukje prehistorie voor de 21ste eeuw De Keizersberg is een beschermd landschap. Ooit stond hier de burcht van de hertogen van Brabant. Sinds de stad het park in erfpacht heeft, is het open voor het grote publiek. Je vindt er wandelpaden, zitbanken, infoborden. Voor de bewoners van de Vaartkom zijn verschillende nieuwe toegangen aangelegd. Ook de Kesselberg is inmiddels een bekend en geliefd wandelgebied. Het is de bedoeling dat ook de andere getuigenheuvels mooie wandelgebieden worden en tot echte landschapsparken uitgroeien. Je kan ze dan heuvel per heuvel ontdekken, of als samenhangend natuurgeheel. De Predikherenberg, de Trolieberg en de Loberg spannen zich mooi op tussen de Diestseen de Tiensesteenweg. Ze zijn redelijk dicht bebouwd, maar er blijft ook nog veel natuur te ontdekken. Er lopen nu al heel wat wandelpaden, maar er moeten er nog meer worden aangelegd om ze beter toegankelijk te maken vanuit de omliggende woonwijken.
We zoeken een manier om de rijke geschiedenis uit te leggen aan de hand van infoborden of uitzichtspunten. De heuvelflanken blijven groen en gaan niet verder bebouwd worden.
45
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
GETUIGENHEUVELS
MOZAIEK 
De getuigenheuvels op dezelfde manier inrichten Aan de kant van Kessel-Lo wordt Leuven omringd door een reeks heuvels: Kesselberg/Chartreuzeberg, Schoolbergen, Lobergen, Trolieberg, Predikherenberg, Zwanenberg, Roeselberg en Keizersberg. Het zijn getuigenheuvels, overblijfselen van een oeroude kustlijn. Toen de Diestiaanzee zich miljoenen jaren geleden terugtrok, kwamen de zandbanken voor de kust bloot te liggen. Ze waren zo rijk aan ijzer dat door het contact met de lucht keiharde ijzerzandsteen gevormd werd. Die erodeerde minder dan de omgeving, en mettertijd ontstonden zo de heuvels. Je vindt ze overal langs die oude kustlijn, niet alleen in Vlaams-Brabant. De Kluisberg in Oost-Vlaanderen en de Kemmelberg in West-
46
Vlaanderen zijn ook bekende voorbeelden. Getuigenheuvels hebben steile hellingen en een plateauvormige top. Dat maakte ze tot ideale plekken om goed verdedigbare nederzettingen te bouwen. Er zijn dan ook heel wat archeologische resten te vinden: sporen van het Kesselsteinkasteel op de Kesselberg, restanten uit de vroege middeleeuwen op de Keizersberg ... Op de Predikherenberg had je steenbakkerijen en veldschansen - militaire verdedigingswerken met aarden wallen.
MOZAIEK 
De heuvels hebben niet alleen een grote erfgoedwaarde, het zijn ook zeer waardevolle natuurgebieden. Daarom wil de stad de groene gordel rond Leuven bewaren en er de bebouwing beperken. Op termijn wil ze samen met de buurgemeenten bekijken of ze de heuvels kan beschermen als natuur- en cultuurlandschap. De stad wil ook de toegankelijkheid van de heuvels verbeteren vanuit de woonkernen zelf, zodat meer mensen er kunnen gaan wandelen of fietsen.
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
De bedoeling is dat de heuvels op dezelfde manier ingericht worden. Wandelpaadjes op alle getuigenheuvels zien er dan hetzelfde uit, uitzichtpunten en infopanelen krijgen dezelfde lay-out, er komen dezelfde picknickplekken en zitbanken ‌ Misschien kan er ergens een uitkijktoren komen die prachtige uitzichten biedt op de brede omgeving. Tussen de getuigenheuvels liggen de valleien van onder meer de Lemingbeek, de Abdijbeek, de Molenbeek en de Bierbeek. De stad zal
het groen van de heuvels beter verbinden met het groen langs de beken. Op die manier sluit de natuur echt aan bij de omliggende woonwijken en draagt ze bij tot een aangenamere woonomgeving.
Landschap Het nieuwe structuurplan gaat, in tegenstelling tot het vorige, uit van het erfgoed en het landschap. De typerende getuigenheuvels, maar ook de vele beekvalleien, zijn een mooi voorbeeld. Wanneer je het landschap en zijn geschiedenis kent, wordt het makkelijker om logische keuzes te maken voor waterberging, bebouwing enzovoort. Het landschap vormt dus de leidraad voor nieuwe ontwikkelingen.
Ontdek je stad: wandeling op de Kesselberg
De Kesselberg is 75 meter hoog en strekt zich uit over een lengte van 300 meter. Je hebt er een fantastisch uitzichtspunt. Bij helder weer zie je het Atomium!
Op de Kesselberg ligt een natuurgebied van ongeveer 12 hectare. Het is een beschermd landschap met een grote rijkdom aan planten en bomen.
De Kesselberg had in de ijzertijd een hoogteversterking: een goed verdedigbaar toevluchtsoord voor de mensen uit de omgeving. Typisch waren de grachten en aarden wallen een deel ervan kan je nog altijd zien. In Vlaanderen zijn er maar zes bekende hoogtenederzettingen uit de ijzertijd.
Op kaarten uit de 18de eeuw is de Kesselberg nog groter. In de 19de eeuw werd een deel afgegraven om plaats te maken voor de spoorwegverbinding Leuven-Aarschot, en tijdens de Eerste Wereldoorlog volgde een nog groter deel. Het afgegraven zand diende voor de uitbreiding van het station en voor de aanleg van de spoorweg naar Mechelen.
In deze groeve werd vroeger ijzerzandsteen gewonnen. Met de typische roestbruine stenen werden heel wat versterkingen gebouwd. Ook veel kerken rond Leuven zijn in ijzerzandsteen opgetrokken.
Archeologen hebben ook restanten van aardewerk uit de ijzertijd gevonden - meteen de oudste en meest volledige archeologische vondsten uit het Leuvense. De Kesselberg is beschermd als landschap, maar ook als archeologische site. Daarom is mountainbiken er bijvoorbeeld niet meer toegestaan. In de middeleeuwen stond hier een versterkte burcht: Kesselstein, een voorpost van de burcht van Leuven.
Om de unieke natuur op de Kesselberg alle kansen te geven, heeft de stad de recreatie afgeleid naar een minder kwetsbaar gebied: het Begijnenbos. Dat is ingericht als speelbos.
47
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
GASTHUISBERG
MOZAIEK 
Er komen veiligere routes voor zachte weggebruikers en een vlottere doorstroming van het autoverkeer door de vele infrastructuurwerken.
Door de concentratie van kennis op de campus is er zeer veel werkgelegenheid.
Parking Teken (personeelsparking) doet in het weekend dienst als randparking waar je gratis de bus naar het centrum kan nemen.
48
MOZAIEK 
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
GASTHUISBERG Met zorg ontwikkelen De site van Gasthuisberg is op zichzelf al bijna een kleine stad. Als de campus nog wil uitbreiden en de bezoekersstromen in goede banen wil leiden, is er een doordacht beleid nodig.
Parallel met de Tervuursesteenweg komen er voet- en fietspaden om snel en veilig naar het centrum of naar Gasthuisberg te gaan.
De nieuwe bebouwing concentreert zich binnen de infrastructuurring. Op lange termijn kunnen er eventueel losstaande gebouwen in de rand bijkomen.
De heuvelflanken van de getuigenheuvel blijven groen.
49
INTERVIEW
MOZAIEK
Gunter Gonnissen, Diensthoofd logistiek en mobiliteit UZ Leuven Joost Van Damme, mobiliteitscoördinator UZ Leuven
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
De organisatie van een snel groeiende campus
Iedere dag komen er duizenden personeelsleden en bezoekers naar Gasthuisberg en rukken er constant hulpdiensten uit. Zoveel beweging vraagt een goede ondersteunende infrastructuur en een ideale ontsluiting.
O
m dit op een leefbare manier te organiseren, rijmde Gunter Gonnissen en Joost Van Damme van de UZ Leuven hun masterplan voor Gasthuisberg met het stedelijke structuurplan. Voor de realisatie van beide plannen werkten ze onder meer nauw samen met de stad.
50
B OUWW ER K E N
Gonnissen: ‘De ontwikkeling van de campus, zoals omschreven in ons masterplan, is volop in uitvoering. Het plan deelt de campus op in vier delen, als de kamers van een hart: het dagziekenhuis, een hospitalisatiedeel, een onderzoekskwadrant en de onderwijscampus.’
‘De bouwwerken aan het onderwijsgedeelte zijn zo goed als afgerond alleen de stadscampus Tandheelkunde moet nog verhuizen. Binnen het onderzoekskwadrant breiden we stelselmatig uit. Het ziekenhuis, met het ambulante gedeelte en het hospitalisatiegedeelte, wordt helemaal herbekeken. Aan de westzijde hebben
we een ondergrondse parking aangelegd, daarboven verrijzen nu ziekenhuisgebouwen. Die uitbreiding is onder meer nodig om de stadscampussen Sint-Pieter en Sint-Rafael vrij te maken. Ter afronding komen er nog een aantal gebouwen bij, zoals de diensten oncologie en intensieve zorg.’
MOZAIEK
‘Voor de kernfuncties van de vier campusdelen, zoals patiëntenzorg, opleiding en onderzoek, is binnen die infrastructuurring zeker nog voldoende plaats.’ Van Damme: ‘Dankzij een sterke verdichting. De zone erbuiten willen we zo groen mogelijk houden.’
Parking Teken Voor amper ¤3 kan je in het weekend op de personeelsparking van de Campus parkeren en gratis met de bus de stad inrijden. Mgr. Van Waeyenberghlaan, 3000 Leuven —— Open: vr 18u00 t.e m. zo 19u00 —— ¤3 per inrit: cash, betaalkaart en kredietkaart —— 177 plaatsen Nabijgelegen bushaltes: Lemmensinstituut of Gasthuisberg Kliniek Perron 1,2,3 www.zonaarleuven.be
Gonnissen: ‘Momenteel zijn er geen concrete plannen voor bebouwing in de rand. Maar op lange termijn moeten losse volumes nog wel mogelijk blijven. Nu zitten veel biomedische spin-offs in het Wetenschapspark Arenberg, maar zodra dat volgebouwd is, kan de reserveruimte rond Gasthuisberg ingezet worden.’ Van Damme: ‘We zijn en blijven een kenniscentrum. Het is belangrijk dat de spinoffs in de biomedische sector bij ons kunnen blijven.’ M OBIL IT E IT
Gonnissen: ‘De groei van de campus veroorzaakt veel verkeer. Dagelijks komen duizenden medewerkers, patiënten, bezoekers en studenten samen. Al die bewegingen moeten efficiënt en veilig kunnen plaatsvinden. We merken dat we weinig
Zicht op de toekomst, het nieuwe structuurplan
invloed hebben op de manier waarop patiënten en bezoekers naar hier komen. In 2005 kwam 83% van de patiënten met de wagen, nu is dat nog steeds 78%. Dat is veel, maar een patiënt verkeert natuurlijk doorgaans niet in goede gezondheid en kiest hierdoor vaak voor comfortabel en individueel vervoer.’
met steden als Brussel, Aarschot en Tienen. Wij zijn hier ook voorstander voor plannen met meerdere overstappunten, waarvan Gasthuisberg er één is. Om dat mogelijk te maken, moeten er ontwerpprocessen bijgestuurd worden.’
Van Damme: ‘We blijven inspanningen doen om meer duurzame verplaatsingen te krijgen. Op de bewegingen van het personeel hebben we meer greep. We zetten sterk in op duurzame verplaatsingen, met stimuli als een kosteloos openbaarvervoerabonnement, een fietsvergoeding, beveiligde stallingen… En dat loont: in 2005 koos 83% van onze mensen de auto, nu 65%. En dat ondanks obstakels zoals beperkt openbaar vervoer voor nachtploegen, of de steile hellingen hier, die voor fietsers niet altijd gemakkelijk zijn.’
‘We hebben al veel toegangswegen aangelegd of heraangelegd. In de eerste fase kwam er een nieuwe toegang voor openbaar vervoer en hulpdiensten aan het kruispunt van de Tervuursesteenweg met de Celestijnenlaan. In fase twee kwam er rotonde ‘Teken’ met de aansluiting op de Leuvense ring. Verder hebben we een logistieke weg aangelegd, en is een groot stuk van het noordelijke deel van de ringweg rond de site afgewerkt. De derde fase, met de ontsluiting via de E314, loopt nu. We werken de ringweg helemaal af en leggen een nieuwe rotonde aan. Die leidt het verkeer rechtstreeks naar de nieuwe ondergrondse personeels- of bezoekersparking.’
Gonnissen: ‘Op vlak van openbaar vervoer zitten we nog met een knelpunt. Bij de opmaak van het masterplan gingen we uit van een busnet met twee knooppunten: het station en Gasthuisberg. Intussen is de visie gewijzigd: er zou nu een busnet met meerdere overstappunten komen. Wij willen op korte termijn graag duidelijkheid hoe dat in het masterplan past. Dat vraagt extra inspanningen van onze partners, in eerste instantie De Lijn en de Vlaamse overheid, maar ook de stad en provincie.’ Van Damme: ‘Bijna alle bussen circuleren nu nog tussen het station en campus Gasthuisberg, ook bussen die Leuven verbinden
W EG E N B O U W E RS
‘Ook voor fietsers is er al veel gebeurd. Er zijn bijna overal gescheiden dubbelrichtingsfietspaden aan de buitenkant van de ringweg. De fietsenstallingen aan de binnenzijde zijn bereikbaar via veilige oversteekplaatsen. Onder het logistiek platform komt een nieuwe fietsenstalling voor de studenten met 2500 plaatsen.’
richting Arenberg, Haasrode en Tienen. En in de andere richting kan er in Winksele aangetakt worden op de fietssnelweg naar Brussel. Er zijn ook plannen om de fietsverbinding naar Herent langs de E314 en de Leuvense ring te verbeteren.’
LO G I ST I E K
Gonnissen: ‘We hebben ook het aantal vrachtwagens en laad-en-loszones rond de campus zo laag mogelijk gehouden. Onze voorraad wordt in Aarschot geleverd. Van daaruit vertrekken maar een paar georganiseerde transporten per dag. Zowat alles komt aan op het logistiek platform. Via een tunnelsysteem bevoorraden we de verschillende gebouwen.’ Van Damme: ‘De campus heeft een heel bevoorradingsnetwerk, deels in tunnels. Naarmate de campus groeit, groeit dat netwerk mee.’ ‘Je merkt het: we hebben al heel wat inspanningen geleverd om de groei van campus Gasthuisberg in het masterplan en het structuurplan in te passen. We zijn er nog niet, maar we zitten op de goede weg.’
‘Er wordt ook volop gewerkt aan de toegangswegen voor fietsers. Over de snelweg ligt nu al een nieuwe fietsbrug. In de toekomst willen we een fietssnelweg ‘Leuven-Zuid’
51
— cijferstad —
Het structuurplan in cijfers Een cijfer zegt soms meer dan 1000 woorden.
26,57 460.000 ha extra openbaar groen
mensen
in de afgelopen 10 jaar
wonen in het ‘verzorgingsgebied’ van de Leuvense handel
1995
6650
bedden
nieuwe woningen
in campus Gasthuisberg
81.051
komen er tussen 2016 en 2030 naar schatting bij
wooneenheden
waarvan 28.330 gezinswoningen met een tuin
41 % fietsers in de binnenstad na de invoering van het circulatieplan
2
de
46 7
meest gebruikte station
miljoen busreizigers
in Vlaanderen
per jaar. In 1993 waren er dat 9 miljoen
randparkings