Boek 10: Beleidskaders voor de stadsdelen en deelsysteem - Noordelijke Laagvlakte

Page 1

/

""'CJ (/)

r

:::0

--1 C )> :::0 -

ze � n --1 m --1

er CL ;o ::,;;;:

2

BELEIDSKADERS VOOR DE STADSDELEN EN DEELSYSTEMEN

/ Stadsdeel Noordelijke Laagvlakte


1

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I CHTI N GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

3 RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 1

24/04/2019 17:35


2

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /  S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

BE L E I DSKA DE RS VOOR DE STA DSDE L E N EN D E E L SYST E M E N HOOFDSTUK 1 / HOOFDSTUK 2 / HOOFDSTUK 3 / HOOFDSTUK 4 / HOOFDSTUK 5 / HOOFDSTUK 6 /

Stadsdeel Binnenstad Stadsdeel Noordelijke Laagvlakte Stadsdeel Heuvellandschap Stadsdeel Z uidelijk P lateau Deelsysteem D ijlevallei Deelsysteem Ring

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 2

24/04/2019 17:35


3

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /  S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

HOOFDSTUK

Stadsdeel Noordelijke Laagvlakte

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 3

24/04/2019 17:35


4

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /  S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

1/

Afbakening en ligging

7

/1 AFBAKENING STADSDEEL NOORDELIJKE LAAGVLAKTE

7

/2 LIGGING EN GEOMORFOLOGIE

7

2/ Historiek

9

/1 HISTORIEK VAN WIJGMAAL

9

/1/1 Agrarisch Wijgmaal

9

/1/2 Industrieel Wijgmaal

9

/1/3 Wijgmaal na WOII

11

/2 HISTORIEK VAN WILSELE

13

3/ Bestaande ruimtelijke structuur en gekende ontwikkelingen in de Noordelijke Laagvlakte

15

15

/1 DRIE DEELRUIMTEN /1/1 Vallei van de Dijle en Vunt

15

/1/2 Wijgmaal

16

/1/3 Wilsele

/2 MORFOLOGIE EN VERSTEDELIJKING

16 16

/2/1 Bebouwde ruimte

16

/2/2 Openruimtestructuur

17

/2/3 Publieke ruimte

17

/2/4 Watergevoelige gebieden

17

/2/5 Erfgoed in de Noordelijke Laagvlakte

18

/3 MIX VAN FUNCTIES

19

/4 BEVOLKING EN WONINGBESTAND

19

/4/1 Bevolkingsevolutie

19

/4/2 Woningbestand

21

/5 BEREIKBAARHEID

22

/5/1 Onderzoek verplaatsingsstromen

22

/5/2 Openbaar vervoer

22

/5/3 Autoverkeer

22

/5/4 Fietsnetwerk

22

4/ Visie en concepten voor het stadsdeel Noordelijke Laagvlakte

23

/1 LANDSCHAPPELIJKE KWALITEIT VAN DE OPEN RUIMTE EN WOONKERNEN VERSTERKEN

23

/2 ZORG VOOR HET ONROEREND ERFGOED

23

/3 WIJGMAAL EN WILSELE ALS VOORZIENINGENCENTRA ONDERSTEUNEN

25

/4 RECREATIEF NETWERK UITBOUWEN

25

/5 ZOEKEN NAAR LOCATIES VOOR KLEINERE WONINGTYPES

27

/6 VALORISEREN VAN POTENTIEEL AAN HERNIEUWBARE ENERGIE

27

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 4

24/04/2019 17:35


5

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /  S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 5

24/04/2019 17:35


6

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /  S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

5/ Beleid voor de deelruimten in de Noordelijke Laagvlakte

28

28

/3

/1 DEELRUIMTE OPENRUIMTE VAN DIJLE EN VUNTVALLEI /1/1 De open ruimte in de laagvlakte is bepalend voor de woonkwaliteit en landschappelijk structurerend

28

/1/2 Waterbergend vermogen van de valleien bewaken

28

/1/3 Een open ruimte met verschillende functies

30

/2 DEELRUIMTE WIJGMAAL

31

/2/1 De historische morfotypologische samenhang van Wijgmaal bewaren en versterken

31

/2/2 De historische relatie tussen de Ymeria-site en Remy-site leesbaar maken

32

/2/3 Wijgmaal als een compacte kern in de open ruimte

33

/2/4 De relatie tussen de woonkern en de open ruimte versterken

35

/2/5 Ruimte voor voorzieningen

37

/2/6 Spoorweg als drager van publiek groen

37

/2/7 Doorgaand verkeer weren uit de woonkern en nieuwe fietsverbindingen door de Dijlevallei

37

DEELRUIMTE WILSELE

38

/3/1 Landschappelijke kwaliteit van de woonkern optimaliseren

38

/3/2 Een bovenlokaal voorzieningencentrum

45

/3/3 Multimodale ontsluiting van Wilsele

45

6/ Krachtlijnen voor het stadsdeel Noordelijke Laagvlakte

46

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 6

24/04/2019 17:35


7

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

I N FOR MAT IEF

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

1

Afbakening en ligging /1 AFBAKENING STADSDEEL NOORDELIJKE LAAGVLAKTE Het stadsdeel Noordelijke Laagvlakte is het gebied ten noorden van de E314. Het omvat de kernen Wijgmaal, Wilsele-Putkapel en Wilsele-Oud Centrum. Het gebied wordt doorkruist door de Dijle, Vunt, Vaart, een spoorlijn en een aantal steenwegen ( f i g. 1) . Het bestaat voor het grootste deel uit open ruimte, die hoofdzakelijk voor landbouw wordt ingezet. Het gebied is ongeveer 11.4 km2 groot.

/2 LIGGING EN GEOMORFOLOGIE De Noordelijke Laagvlakte is een naar het noorden zacht afhellend vlak gebied, zonder noemenswaardige reliëfveranderingen ( f i g. 2) . Door de zwakke helling en de lage ligging, is het gebied vrij vochtig en wordt het door talrijke kleine grachten gedraineerd. De Noordelijke Laagvlakte herbergt de alluviale vlakte van de Dijle alsook de brede moerassige vallei van de Winge. Het stadsdeel Noordelijke Laagvlakte grenst aan de buurgemeenten Herent, Haacht, Rotselaar en Holsbeek.

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 7

24/04/2019 17:35


8

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

I N FORMAT IEF

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

f i g. 1 - Afbakening Noordelijk Laagvlakte

f i g. 2 - Geomorfologie

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 8

24/04/2019 17:35


9

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

I N FOR MAT IEF

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

2 Historiek /1 HISTORIEK VAN WIJGMAAL Voor de naam “Wijgmaal”, die voor het eerst opduikt in 1107 (als “Wicmale”), zijn verschillende etymologische verklaringen. Een eerste gaat uit van de combinatie van het Middelnederlandse “wijch”, wat gevecht betekent en het Frankische “mallus”, een open plaats geschikt voor een gevecht, gerecht of vergadering. Een tweede verklaring die hierbij aanleunt baseert zich op het Oud-Noorse woord ”vic” dat plaats of wijk betekent. Wijgmaal zou een open plaats langs de Dijle geweest zijn, waar de Noormannen hun kamp organiseerden en van waaruit ze de buurt onveilig maakten. In een derde verklaring wordt het Middelnederlandse “weec” (zacht) gelinkt aan het Frankische “mallus”: Wijgmaal is dan een drassig stuk grond aan de Dijle.

/1/1

Agrarisch Wijgmaal In elk geval is er al in de 12e eeuw sprake van een plaats met de naam Wijgmaal. Wijgmaal dankt haar ontstaan aan haar ligging in de vruchtbare Dijlevallei. In de middeleeuwen behoort Wijgmaal toe aan de adellijke familie “Van Wychmale”, maar ook verschillende kerkelijke instellingen (waaronder de abdijen van Park en Vlierbeek) bezitten er grond. De Van Wychmales zijn vazallen van de Heer van Rotselaar en hebben van hem een molen in leen. Vanaf het begin van de 13e eeuw tot laat in de 15e eeuw domineren ze het politieke en economische leven in Wijgmaal. De molen op de Dijle vormt het centrum van de oudste nederzetting, bestaande een vijftal boerderijen (Jezuïetenhof, Croenshof, Molenhof, …), die op de molen aangewezen zijn om hun gewassen te verwerken. Vanaf 1404 wordt er tegenover de korenmolen een zgn. smoutmolen opgericht (om uit koolzaad olie te winnen). Het rad op de linkeroever dreef de olieslagmolen aan, het rad op de rechteroever gaf kracht aan de graanmolen. De toegang tot de graanmolen lag langs de zijde van Wijgmaal, ter hoogte van de huidige Remy Alloingstraat. Al in 1332 is er een gegraven Dijle-arm (de molenbeek) met sluis, die toelaat om het waterdebiet naar de molens te regelen en scheepvaart op de Dijle mogelijk houdt. Tussen de natuurlijke en kunstmatige Dijletakken is er een eiland (op huidige Ymeria-site), met een “motte”, een aarden ophoging waarop een buitenverblijf staat. Er is ook een aanlegplaats voor schepen. De Dijle is heel lang de goedkoopste en veiligste weg om goederen van en naar Mechelen en Antwerpen te vervoeren. Aan beide zijden van de rivier is een jaagpad. Tot in de eerste helft van de 19e eeuw blijft Wijgmaal een agrarische nederzetting. De oudste kaarten van Wijgmaal schetsen de molen aan de Dijle, een kapel en een beperkt aantal kleine huisjes errond. Op de verbindingsweg naar Rotselaar zijn er een aantal grote hoeves aanwezig (Jezuïetenhof, Heilige Geesthoeve). De Sint-Hadrianuskapel dateert vermoedelijk uit het einde van de 15e eeuw. De kapel is een gelegenheidskapel, voor de zondagse mis blijven de Wijgmalenaren (99 stuks rond het jaar 1526) aangewezen op de moederkerk in Herent. De oudste wegen zijn de Wakkerzeelsebaan, de Broekstraat (de oude baan van Leuven naar Rotselaar) en de Molenweg (die van de kerk van Herent loopt tot aan de molen van Wijgmaal). Op de Ferrariskaart ( f i g. 3 & 4 ) staan het Jezuïetenhof, het pachthof Van Hove-Massie, het Trappeniershof en de Cijnshoeve aangeduid als grote vierkantshoeves allemaal gelegen naast of in de buurt van de verbindingsweg met Rotselaar, naast het Molenhof aan de Dijle. Op latere kaarten neemt het aantal kleine boerderijen toe en verdwijnen het Trappeniershof (tussen 1815-30) en de Cijnshoeve (1881- maakt plaats voor het kerkhof). Met de aanleg van de Vaart halverwege de 18e eeuw worden de dijken van de Dijle gesloopt en neemt de nieuwe waterweg de rol van de Dijle als transportweg over. Door de aanleg van de Vaart raakt Wijgmaal enigszins geïsoleerd van de kern van Herent (waartoe het behoort).

/1/2 Industrieel Wijgmaal Halverwege de 19e eeuw zijn Vaart (1750) en de spoorlijn Leuven-Mechelen (1837). Als de gebroeders Edouard en Felix Remy in 1855 de graan- en olieslagmolens in Wijgmaal kopen begint voor Wijgmaal het industriële tijdperk. Eerder al in 1834 koopt vader Pierre Remy de herenwoning gelegen op de motte. Edouard en zijn broer Felix zijn graanhandelaars. Zij vervoeren met eigen schepen graan tussen de Antwerpse haven en Leuven. Vooral de Leuvense brouwerijen maakten gebruik van het aangevoerde graan. Edouard en Felix Remy kopen in 1855 de aangrenzende graan- en olieslagmolens. Op dat moment telt Wijgmaal 54 huizen en het kleine dorp had ongeveer 350 inwoners. Vooreerst wordt er een rijstpellerij geïnstalleerd en de bloemmolen vernieuwd. Weldra volgt de bouw van de rijststijfselfabriek. Als Felix Remy overlijdt, huwt Edouard de weduwe van zijn broer en blijft het bedrijf in de familie.

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 9

24/04/2019 17:35


10

I N FORMAT IEF

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /  S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

1.

Moleneiland

2. Jezuietenhoeve 3. Pachthof Van Hove-Massie 4. S t . Hadrianuskapel (gesloopt in 19e eeuw) 5. Heilige Geesthoeve 6. Trappeniershof

f i g. 3 - Agrarisch Wijgmaal (Ferraris)

1.

2.

3.

4.

f i g. 4 - Agrariasch Wijgmaal 1. Dijle-eiland 2. Moleneiland - Ondergraven Dijlearm 3. Jezuietenhoeve 4. Pachthof Van Hove-Massie

Rijststijfsel wordt voor een eeuw lang een echt succesproduct. De productie wordt uitgebreid, de machines gemoderniseerd. Op het moleneiland worden nieuwe molens en fabrieksgebouwen in gebruik genomen. Remy koopt gronden op tussen het moleneiland en de vaart. Hij slaagt erin een spoorhalte in Wijgmaal te laten inleggen en zorgt mee voor de bouw van het station. Vanaf het station laat Remy een (private) spoorweg naar de site op het moleneiland leggen. Remy bezit ook het irrigatiekanaal gegraven van de Dijle naar de Vaart om overstromingen te voorkomen. Parallel met de uitbouw van de fabriekssite, zorgt Remy ook voor de huisvesting van zijn arbeiders. De typologie van de woningen weerspiegelt de “rang” van de bewoner in de fabriek. Zo zijn er woningen voor arbeiders, bedienden en hogere kaderleden. Een eerste rijtje woningen, de “armenroot”, wordt gebouwd aan de Sint-Hadrianusstraat in 1857. In 1865 bouwt Remy groepjes woningen aan de Wakkerzeelsebaan, de Rotselaarse-

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 10

24/04/2019 17:35


11

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

I N FOR MAT IEF

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

steenweg en Wijgmaalbroek. In 1892 volgen de arbeiderswoningen aan de Nieuwstraat. De Weduwenrij (1893) bevat woningen voor de weduwen van fabrieksarbeiders. Later komen er bediendenwoningen en villa’s of kasteeltjes voor ingenieurs, directeurs en dokters : de Rijkeroot, villa Pouillon, chateau Denis, villa Kestens, villa Switters, villa Marthe….. Vanaf 1870 is er een leningstelsel die het arbeiders mogelijk maakt een eigen woning te bouwen. Een honderdtal van deze woningen worden uiteindelijk gebouwd; vaak gebaseerd op de door Remy geïntroduceerde woningtypes. Naast huisvesting, voorziet Remy ook een aantal “gemeenschapsvoorzieningen” voor zijn personeel. Zo laat hij in 1880 een feestzaal (met leslokalen) bouwen aan de voorzijde van de fabriek. De Wijgmalenaars noemen dit imposante gebouw “den Baa”. Remy ondersteunt financieel eveneens de bouw van de nieuwe kerk (na de afbraak van de kapel in 1888). Vanaf 1889 -het molenleiland is dan volgebouwd- wordt de nieuwe fabriekssite aan de vaart aangesneden. In 1905 start de bouw van de silotoren aan de vaart. Na de dood van Edouard Remy neemt zijn schoonzoon Alphonsede Becker-Remy het bedrijf over en zet de bouwpolitiek van Remy verder. Vanaf 1896 wordt de zone tussen de 2 fabriekssites aangesneden. Voor dit gebied is een hiërarchische zonering vastgelegd, waarbij “hoger” personeel gehuisvest wordt aan de zijde van de nieuwe fabriekssite, terwijl woningen voor bedienden een plats krijgen in de omgeving van het moleneiland. Tijdens WOI komt Wijgmaal in de vuurlinie te liggen. Bij een uitval van het Belgische leger vanuit Antwerpen in september 1914 wordt de Remytoren (waarvan werd aangenomen dat deze door Duitsers bezet was) beschoten vanuit Putkapel. De fabrieken moesten ingenomen en de brug over de vaart bezet worden. Bij de gevechten wordt de Remytoren zwaar beschadigd, het oude brugdraaiershuis aan de vaart wordt vernield en veel woningen raken beschadigd. De aanleg en bebouwing van de Privaatweg komt er pas na WOI. Het is een stedenbouwkundige ingreep die enerzijds de kerk met het station verbind, en anderzijds “Den Baa” met het Casino, twee gebouwen voor vrijetijdsbesteding. Langs de Privaatweg bouwt architect Jean De Ligne in 1929 de Foyer. Daarnaast komen er een aantal villa’s en de zgn. “vrijgezellenwoningen”. De fabriekssite aan de Vaart wordt steeds verder uitgebouwd, terwijl het moleneiland na WOI wordt verlaten. Op de vaartsite wordt o.m. het Tenacity-gebouw gerealiseerd in 1931(arch. J.De Ligne). In dat zelfde jaar wordt ook de Mess gebouwd, een refter voor het hogere kaderpersoneel ( f i g. 5 & 6) . In 1938 begint de sloop van de gebouwen op het moleneiland. “Den Baa” ruimt plaats voor het Ymeria-sportcomplex naar ontwerp van J. De Ligne, meteen ook het laatste gebouw van de Remyfabrieken in Wijgmaal. Ook tijdens WOII ontsnapt Wijgmaal (gelegen aan de zgn. KW-linie) niet aan het oorlogsgeweld. De bruggen over Vaart en Dijle worden vernield, het Casino van Remy moet er aan geloven, huizen in de woonkern maar ook de fabrieken aan de vaart worden beschadigd tijdens de Achtiendaagse Veldtocht (mei 1940).

/1/3 Wijgmaal na WOII Na WOII Gaat de band tussen de Remyfabrieken en Wijgmaal verloren. In 1965 houdt de familie Remy er mee op. Aan de ‘gouden eeuw’ van Wijgmaal komt daarmee een einde. De subsidiestroom naar de verenigingen was al langer opgedroogd en de sociaal-culturele infrastructuur (Foyer en Ymeriacomplex) verkommert. In 1970 wordt wat van de Remyfabrieken overblijft overgenomen. Een groot deel van de fabriekssite aan de Vaart is inmiddels omgevormd tot kantoren, alleen de gerenoveerde toren en de stijfselfabriek herinnert nog aan de bloei van weleer. Het moleneiland is volledig in gebruik als sport- en voetbalcomplex. Desondanks is de erfenis van Remy nog zichtbaar aanwezig in Wijgmaal, zowel in de stedenbouwkundige structuur als in het gebouwenpatrimonium. Wijgmaal dankt zijn specifieke karakter en typologische samenhang aan de initiatieven van Remy. Tot op vandaag zijn de meeste bouwwerken uit de Remy-periode bewaard gebleven in Wijgmaal, meer nog: ze bepalen de identiteit van Wijgmaal ( f i g. 7) . In de jaren voor de fusie worden in Wijgmaal een aantal sociale wijken gebouwd: de laat- modernistische laagbouwwijk Wijveld (arch. S. De neef 1960-1974), Fonds Remy (vanaf 1961) en de ouderenwoningen Rozengaard (nu gesloopt en vervangen). Bij de fusie in 1977 wordt Wijgmaal deel van Leuven.

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 11

24/04/2019 17:35


12

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

I N FORMAT IEF

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

f i g. 5 - Industrieel Wijgmaal Fases 1 t.e.m. 4

f i g. 6 - Industrieel Wijgmaal overzicht

f i g. 7 - Woningtypes bediendenwoning Remy

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 12

24/04/2019 17:36


13

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

I N FOR MAT IEF

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

/2

HISTORIEK VAN WILSELE Historisch vormt het huidige Wilsele-Putkapel (“Laag Wilsele” in de Dijlevallei) samen met WilseleDorp (“Hoog-Wilsele” op de Roeselberg) de gemeente Wilsele. De historische “samenhang” van de 2 kernen (die morfologisch en functioneel weinig met elkaar gemeen hebben) heeft louter te maken met het feit dat bij de oprichting van de burgerlijke gemeenten in de 18e eeuw de parochiegrenzen werden omgezet in gemeentegrenzen. Wilsele valt samen met de zeer uitgestrekte (want dunbevolkte) Sint-Martinusparochie, ontstaan in de 10 eeuw. Wilsele-Putkapel wordt pas in 1895 een afzonderlijke parochie (Sint-Agatha parochie). De 2 kernen aan weerszijden van de Dijle worden door de aanleg van de Vaart, sporen en steenweg steeds meer van elkaar gescheiden en functioneren onafhankelijk van elkaar. Wilsele-Dorp wordt in het RSL volledig afzonderlijk in een ander stadsdeel behandeld (nl. stadsdeel west). Net als Wijgmaal dankt Wilsele haar ontstaan aan haar ligging in de vruchtbare Dijlevallei. De naam “Wilsele” zou verwijzen naar een boerderij (“zele”) in een verwilderde omgeving (“wilt”). De toevoeging Putkapel verwijst naar de waterput aan de Vunt, waar een kapel werd gebouwd. Op de Ferraris kaart wordt melding gemaakt van een “capelle van put”. Wilsele –Putkapel ontstaat ter hoogte van de site Puthof (kruising Aarschotsesteenweg-Vunt). Sinds de middeleeuwen is hier een openbare waterput aanwezig alsook een kapel gewijd aan Sint-Agatha (gebouwd in opdracht van de heer van Wilsele, voor het jaar 1400). Aan de overzijde ligt het domein Puthof, de residentie van "de Heren van Wilsele en Put” sinds de 13e eeuw. De eerste vermelding van de “heerlijkheid Wilsele en Put” dateert uit 1290 toen deze geschonken werd aan Gilles du Monte (Gielis Van den Berghe) door de Hertog van Lotharingen, Brabant en Limburg voor bewezen diensten. Tot in 1795 -als bij de inlijving van België bij Frankrijk de heerlijkheden worden afgeschaft- blijft Puthof het “machtscentrum” van Wilsele. Rond 1910 komt het domein in handen van de Leuvense architect Joseph François Piscador, die er zijn buitenverblijf heeft (en hier sterft in 1928). Wilsele-Putkapel bestaat heel lang uit een dertigtal boerderijen, waarvan slechts enkele (deels) bewaard zijn gebleven (een deel van de 17e eeuwse “Vierhuizen”-boerderij, mogelijk een deel van de “Bouxheren”- en de “Troplas”- boerderij / verder te onderzoeken). Tegenover het moleneiland in Wijgmaal bevindt zich op grondgebied van Wilsele sinds de 18e eeuw het “Hof ter Sluis”, dat vandaag nog steeds aanwezig is ( f i g. 8 & 9) .

1.

Puthof

2. Hof Ter Sluis 3. Fort

f i g. 8 - Agrarisch Wilsele (Ferraris)

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 13

24/04/2019 17:36


14

I N FORMAT IEF

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /  S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

1.

2.

3.

f i g. 9 - Agrarisch Wilsele 1. Puthof 2. Hof Ter Sluis 3. Fort

Met de aanleg van de Vaart (1750-1763), de Aarschotsesteenweg (1770 – vervangt de oude “herbaene van Aerschot op Loven” ) en later de spoorlijnen Leuven-Mechelen (1837) en Leuven-Aarschot (1863), wordt de aanzet gegeven voor de economische en industriële ontwikkeling van de Vaartzone. De meeste bedrijven vestigen zich aan de Vaartkom en in het deel van de Vaartzone dat hierbij aansluit (tussen Vaart en de “Nieuwe Dijle”). Op de plaats van de huidige Armand Meyswijk (“het Fort"), wordt rond 1830 een fabriek gebouwd, de “fabrique de vitriol” van Kennis-Van Mechelen, één van de oudste fabrieken van de regio. De fabriek wordt verschillende keren uitgebreid en de Dijle wordt lokaal rechtgetrokken om de uitbreiding van de fabriek (inmiddels herdoopt tot “fabrique de produits chimiques”) mogelijk te maken. De fabriek wordt verkocht, opgedeeld, deels afgebroken en verbouwd en weer doorverkocht. Vanaf 1906 neemt een stoomfabriek van zijde de site en gebouwen in. Rond 1914 zijn de fabrieksgebouwen verdwenen en vervangen door een rij woningen (van de huidige Meyswijk). Met de industriële ontwikkeling van de Vaartzone en van Wijgmaal (Remy) worden er verspreid in Wilsele rijtjes arbeiderswoningen gebouwd, maar Wilsele kent niet de spectaculaire groei die Wijgmaal in die periode ondergaat. Na WOII worden er in Wilsele verschillende sociale woonwijken gerealiseerd: de Tielemanswijk (1962), Vuntlaan, de wijk Puthof (1955) en Bavenhof (1975-’78). Het overgrote deel van het grondgebied wordt binnen de bestaande agrarische wegenstructuur verkaveld op basis van het sinds 1954 geldende APA (later opgedeeld in verschillende BPA’s). Uit het APA (en ook uit de latere BPA’s voor Wilsele) valt niet meteen een duidelijke visie over de ruimtelijke ontwikkeling af te lezen. De plannen laten een vrij ongedifferentieerde ontwikkeling toe over het hele grondgebied, met gesloten bebouwing langs de steenweg en elders hoofdzakelijk halfopen of open bebouwing en waar nodig zones voor openbaar nut. Wilsele kent niet de samenhangende ontwikkeling van Wijgmaal. Er zijn echter uit verschillende periodes interessante relicten overgebleven, zoals het Puthof, het Hof ter Sluis, het Fort, wellicht een aantal hoeves en een aantal sociale woonwijken.

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 14

24/04/2019 17:36


15

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  / 

I N FOR MAT IEF

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

3

Bestaande ruimtelijke structuur en gekende ontwikkelingen in de Noordelijke Laagvlakte /1

DRIE DEELRUIMTEN In de Noordelijke Laagvlakte onderscheiden we 3 deelruimten met eigen karakteristieken ( f i g. 10) .

f i g. 10 - Deelruimte Noordelijke Laagvlakte

/1/1

Vallei van de Dijle en Vunt Een eerste deelruimte wordt gevormd door de open ruimte van de valleien van Dijle, Vunt en Winge. De aanwezigheid van de Dijle (en Vunt) is bepalend geweest voor het ontstaan van Wijgmaal en Wilsele. De Dijle markeert bovendien historisch de grens tussen beide kernen, de Wingevallei vormt de grens tussen Wilsele en Holsbeek. Vanaf de E314 loopt de Dijle doorheen de noordelijke laagvlakte, tussen de spoorweg en de bebouwing van Wilsele-Putkapel. De 2 helften van de Dijlevallei worden hier van elkaar gescheiden door infrastructuren : de Vaart, de Wijgmaalsesteenweg met de bedrijvenzone en spoorlijn. Op de linkeroever van de Dijle vinden we, naast de infrastructuren van de spoorweg en de Vaart, de vijvers van Bellefroid die een bijzondere natuurwaarde hebben en het landbouwgebied Langeveld. Op de rechteroever ligt het domein Puthof, het natuurgebied rond de antitankgracht en een kleinschalig landbouwgebied. Net ten zuiden van het station van Wijgmaal bevindt zich een afgesneden Dijlemeander, die als natuurgebied wordt beheerd. Vanaf de Weggevoerdenstraat staan beide oevers weer met elkaar in verbinding en volgt de Dijle haar natuurlijke loop doorheen het landbouw- en natuurgebied Wijgmaalbroek. De Vaart is uitgegraven in de Dijlevallei en vormt een specifiek landschappelijk element. De Vunt stroomt vanuit het zuidoosten de woonkern van Wilsele binnen om ten noorden van de Weggevoerdenstraat uit te monden in de Dijle.

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 15

24/04/2019 17:36


16

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

I N FORMAT IEF

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

De open ruimte ten oosten van Wilsele ligt in de Wingevallei. Aansluitend bij de woonkern vinden we hier een open (nat) landbouwgebied, gedraineerd door talrijke leibeken en grachten. Ten oosten van de E314 begint het Gasthuisbos, een populierenbos met enkele kleinschalige graslanden.

/1/2

Wijgmaal Wijgmaal is een compacte woonkern, die zoals eerder geschetst haar groei en voorkomen te danken heeft aan het beleid van Edouard Remy en zijn opvolger. Door haar schaal heeft Wijgmaal een eerder “dorps” karakter, de woningtypes die door Remy in Wijgmaal werden geïntroduceerd zijn daarentegen eerder “stedelijk”. In Wijgmaal komen bijna uitsluitend grondgebonden woningen voor, die typologisch een grote eenheid vertonen. Hierdoor heeft Wijgmaal een uniek karakter. Een uitgesproken voorzieningencentrum is er niet: de basisvoorzieningen liggen verspreid in de kern. De open ruimte is overal voelbaar aanwezig.

/1/3

Wilsele Wilsele heeft zich als een “lintdorp” ontwikkeld langsheen de Aarschotsesteenweg. Aan weerszijden van de steenweg, waar tal van handelsfuncties maar ook andere voorzieningen een plaats kregen, bevinden zich 2 “woonlobben”. De westelijke woonlob is een amalgaam van verkavelingen, de oostelijke woonlob is ook verkaveld, zij het op een iets planmatigere wijze. Grondgebonden woningen overheersen hier. Langsheen de steenweg rijgen uiteenlopende handelsfuncties en andere voorzieningen zich aan elkaar. De Aarschotsesteenweg in Putkapel functioneert niet alleen als lokaal centrum, maar bedient ook Wijgmaal en andere omliggende gemeenten.

/2 /2/1

MORFOLOGIE EN VERSTEDELIJKING Bebouwde ruimte De bebouwing in Wijgmaal en Wilsele - dit is het noordelijk stadsdeel plus de Vaartzone en Wilsele- dorp - is in de afgelopen jaren beperkt toegenomen. Naast ontwikkelingen op de Remy-site te Wijgmaal, het rusthuis in centrum Wilsele, en grootschalige ontwikkelingen, gaat het vooral over de invulling van nog onbebouwde percelen met kleinschalige gebouwtjes. In de periode 2006-2014 nam de bebouwing in Wijgmaal met gemiddeld 0,75% per jaar toe. Voor Wilsele is de bebouwingsgraad gedaald in diezelfde periode, maar dat heeft te maken met de sloop van een aantal grootschalige complexen in de Vaartzone. Ook hier kwamen in de woonkern heel wat gebouwen bij ( f i g. 1 1) .

f i g. 1 1 - Bebouwde Ruimte

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 16

24/04/2019 17:36


17

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

I N FOR MAT IEF

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

/2/2

Openruimtestructuur De bestaande openruimtestructuur wordt bepaald door een aantal grote groene vingers ( f i g. 1 2) : —

De vallei van de Dijle met de Vijvers van Bellefroid, een aantal landbouwgebieden, de antitankgracht, Dijlemeander en Wijgmaalbroek;

De vallei van de Winge met het Gasthuisbos;

De landbouwgebieden Langeveld, Hambos-Wijveld en Kwade Hoek.

Verbindende groenelementen op stadsdeelniveau zijn:

f i g. 1 2 - Bestaande open ruimte

/2/3

De vallei van de Vunt;

De E314 die dankzij haar groene bermen en flankerende groengebieden een ecologische corridor vormt.

Publieke ruimte De woonkernen van Wijgmaal en Wilsele beschikten anno 2015 over heel wat publieke speelplekken ( f i g. 1 3 ) . Hierbij komen ook nog eens de private speelruimten waarvoor overeenkomsten voor publiek gebruik werden afgesloten. De omgeving van de Wakkerzeelsebaan te Wijgmaal, en de omgeving van de Weggevoerdestraat te Wilsele zijn wat matiger bedeeld.

/2/4

Watergevoelige gebieden De Noordelijke Laagvlakte is in haar geheel laag gelegen en wordt doorsneden door Dijle en Vunt en in het oosten begrensd door een sterk vertakt netwerk van uitlopers van de Winge (Demerbekken) tot tegen de woonwijken ten oosten van de Aarschotsesteenweg. Een groot deel van de noordelijke laagvlakte is hierdoor bijzonder overstromingsgevoelig. Vooral het effectief overstromingsgevoelig gebied in het noordoosten van Wilsele op de grens met Rotselaar verdient bijzondere aandacht in het waterbeheer. Het landbouwgebied Kwade Hoek ontleent haar naam aan haar kwalijke reputatie op vlak van wateroverlast ( f i g. 1 4 ) . De “oostelijke woonlob” van Wilsele, waaronder de wijk Bavenhof, leunt aan tegen dit gebied en heeft regelmatig te kampen met natte gronden (bvb. speelterrein Kwade Hoek).

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 17

24/04/2019 17:37


18

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

I N FORMAT IEF

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

f i g. 1 3 - Publieke ruimte

f i g. 1 4 - Watergevoelige gebieden

/2/5

Erfgoed in de Noordelijke Laagvlakte De belangrijkste waardevolle clusters die voorkomen in de Noordelijke Laagvlakte zijn: —

Agrarisch cluster: oude hoeves in Wijgmaal en Wilsele

Remycluster: geheel van fabrieksgebouwen, voorzieningen en woningtypes (incl. dreef) gebouwd door de familie Remy tussen 1855 en 1930;

Sociale en Arbeiderswoningen: Wijveld, ’t Fort, Bavenhof, witte wijk H.Bosmanslaan;

Oorlogserfgoed: bunkers KW-linie, herdenkingsmonumenten, oorlogsgraven ….;

Religieus erfgoed: Sint-Agathakerk, Sint-Hadrianuskerk, kapelletjes, kerkhof Hoogveld, kerkhof Wijgmaal;

Modernisme: voormalig cinemacomplex Casinolaan, voormalige bakkerij Casinolaan, voormalig cinemacomplex Wittebolstraat, ….

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 18

24/04/2019 17:39


19

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

I N FOR MAT IEF

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

/3

MIX VAN FUNCTIES Voor de woonkern van Wilsele blijkt de Aarschotsesteenweg overduidelijk de drager te vormen van de meeste niet-woonfuncties: handel, gemeenschapsvoorzieningen, kleinschalige tewerkstelling en diensten ( f i g. 1 5 ) ,... In Wijgmaal is de centrumstructuur niet duidelijk geclusterd rond één infrastructuur of plaats; ze vertoont een meer verspreid karakter. Dit is zo voor de verschillende centrumfuncties; zowel voor handel als gemeenschapsvoorzieningen,… Van de oppervlaktes van niet-woonfuncties en hun evoluties doorheen de tijd, zijn helaas geen betrouwbare kwantitatieve gegevens beschikbaar.

f i g. 1 5 - Functies

/4 /4/1

BEVOLKING EN WONINGBESTAND Bevolkingsevolutie De formeel ingeschreven bevolking van stadsdeel Noord (Wijgmaal en Wilsele exclusief Wilsele-Dorp) bedroeg in 2015 ruim 10.600 inwoners; dat is 10,81% van de Leuvenaars. De bevolkingstoename in was in de jaren 2000 maar matig. Dit stadsdeel maakte echter tussen 2010 en 2015 een flinke inhaalbeweging. Zo groeide de bevolking uiteindelijk toch nog met 10% tussen 2000 en 2015 ( f i g. 16) . Dat is (procentueel) bijna evenveel als het oostelijk stadsdeel. Enkel in de binnenstad is de groei nog aanzienlijker geweest. Wijgmaal en Wilsele blijken dus populaire woonbestemmingen, die niet direct door de groei van buitenlandse studenten verklaard kan worden. De inwonersdichtheid per km2 woongebied was in Noord anno 2000 bijna de laagste van alle stadsdelen. Zelfs met de flinke bevolkingsgroei van de laatste jaren, blijft ze met ruim 2.700 inwoners per km2 woongebied laag; ver onder die van b.v. het oostelijke en het zuidelijke stadsdeel. Deze inwoners vormden in 2015 samen ruim 4.100 huishoudens (ingeschreven gezinshoofden of alleenstaanden); 8,54% van de Leuvense huishoudens ( f i g. 17) . De huishoudens in het noordelijk stadsdeel zijn opvallend veel groter dan in de rest van Leuven: 2,59 leden per huishouden in

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 19

24/04/2019 17:40


20

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

I N FORMAT IEF

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

f i g. 16 - Bevolkingsevolutie

f i g. 17 - Bevolkingsevolutie Huishoudens

Noord (tegenover 2,05 in het gemiddelde Leuvense huishouden). Sinds 2000 is deze gemiddelde huishoudensgrootte eerst licht gedaald, maar dan weer gestegen tot boven het peil van 2000! Dit stadsdeel is en blijft het stadsdeel met de grotere gezinnen ( f i g. 18) .

f i g. 18 - Bevolkingsevolutie Personen per huishouden

Het verbaast dan ook niet dat er in stadsdeel Noord opvallen veel kinderen wonen, zeker de wat grotere kinderen, in vergelijking met andere stadsdelen en het Leuvense gemiddelde. De 6 tot 17- jarigen maken in 2015 maar liefst 15% uit van de bevolking (terwijl slechts 10% gemiddeld in Leuven). Het is duidelijk dat vrijgekomen woningen vlot door grote gezinnen met kinderen worden ingenomen. De jongvolwassenen zijn hier dan weer veel minder te vinden. Het is een stadsdeel dat minder jongeren, tijdelijken, alleenstaanden,… aantrekt maar eerder het klassieke gezin. Tegelijk zien we dat de vergrijzing hier ook flink toenam ( f i g. 19) . Opvallend blijft het heel lage aandeel buitenlanders in de bevolking van het noordelijke stadsdeel Noord: slechts 3,6% van de bevolking. In alle andere stadsdelen ligt dit veel hoger; gemiddeld 16,6%.

f i g. 19 - Bevolkingsevolutie Leeftijd inwoners stadsdeel Noord vs. grondgebied Leuven

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 20

24/04/2019 17:40


21

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

I N FOR MAT IEF

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

/4/2

Woningbestand De bevolkingsevolutie is natuurlijk nauw verbonden met de evolutie van het woningbestand. Van het woningbestand zijn gegevens over een periode van 10 jaar, tot 2012, geanalyseerd. Ongeveer 5,7% van de Leuvense woningen stond in 2012 in stadsdeel Noord. Tegelijk woont 8,8% van de Leuvense huishoudens hier. De reden is, dat in stadsdeel Noord veel minder woningen zonder gedomicilieerden staan dan elders in Leuven. Het aantal tijdelijke verblijvers is hier dan ook klein. Voor het noordelijk stadsdeel is vooral het enorm grote aandeel grondgebonden eengezinswoningen opvallend: met 89% veel hoger dan alle andere stadsdelen. Het noordelijk stadsdeel bestaat bijna uitsluitend uit woonwijken met huisje-tuintje. Drie kwart daarvan is dan nog eens van het open of halfopen type. Dit strookt met het bevolkingsprofiel van stadsdeel met grotere gezinnen. Tegelijk stelden we in 2012 vast, dat wel 80% van de alleenstaanden van dit stadsdeel (en 49% van de alleenstaande 60-plussers), ook in een grondgebonden eengezinswoning woont. Er zijn dus nog heel wat ‘huizen met tuin’ die in de volgende decennia op de markt kunnen komen. Zeer kleine woningen (kamers of studio’s) zijn er bijna niet, en zelfs het aantal appartementen is echt laag in vergelijking met de rest van de stad. Dit zorgt ervoor dat b.v. ouderen moeilijk in de eigen kern een kleinere woonst kunnen vinden ( f i g. 2 0) . De vergunningverlening sinds het begin van de jaren 2000, bestendigde dit kenmerk: er werden slechts enkele tientallen appartementen op 10 jaar tijd bijgemaakt, en al helemaal geen kamers of studio’s. Bijkomende woningen waren bijna uitsluitend grondgebonden eengezinswoningen; een kwart van alle extra woningen van dit type kwam in de periode 2003-2012 in Wijgmaal of Wilsele (incl. Wilsele-Dorp) terecht ( f i g. 2 1) !

f i g. 2 0 - Woningbestand Woningtypes

f i g. 2 1 - Woningbestand Types gelijkvloers

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 21

24/04/2019 17:40


22

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  / 

I N FORMAT IEF

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

/5 BEREIKBAARHEID /5/1 Onderzoek verplaatsingsstromen Het noordelijk stadsdeel verwerkt dagelijks heel wat doorgaand verkeer dat de binnenstad als bestemming heeft. Vanuit Haacht zijn dat 4800 verplaatsingen, vanuit Rotselaar 8316 en vanuit Holsbeek 7810. Vanuit Wijgmaal worden dagelijks 1162 verplaatsingen naar de binnenstad gemaakt, vanuit Wilsele zijn er dat 1876. Intrazonaal worden er dagelijks in Wijgmaal 1658 en in Wilsele 2412 verplaatsingen gemaakt.

/5/2 Openbaar vervoer Wijgmaal beschikt over een spoorhalte op de lijn 53 Leuven-Schellebelle. Doorheen Wilsele loopt de lijn 35 Leuven-Hasselt. Deze heeft echter geen halte in Wilsele. Wijgmaal wordt bediend door de buslijnen 5, 6 en 630. Wilsele wordt bediend door de buslijnen 306, 333, 334, 335 en 630.

/5/3 Autoverkeer In Wilsele is er een op- en afrittencomplex van/naar de E314. De Aarschotsesteenweg, Wijgmaalsesteenweg en Remylaan/Weggevoerdenstraat worden benut om dit complex te bereiken. Daarnaast hebben de steenwegen een verbindende functie met de buurgemeenten (en omliggende gemeenten). Voor Wijgmaal werd een herkomst-bestemmingsonderzoek verricht in 2010. Uit dit onderzoek blijkt dat de kern Wijgmaal af te rekenen krijgt met behoorlijk wat doorgaand verkeer tijdens ochtend- en avondspits. De Wakkerzeelsebaan en de Remylaan zijn belangrijke dragers van zowel herkomst- bestemmingsverkeer als doorgaand verkeer.

/5/4 Fietsnetwerk Langsheen de Vaart is er een fietspad richting binnenstad vanuit Wijgmaal. Tussen Wijgmaal en Wilsele loopt er een alternatieve fietsverbinding die de Dijle volgt en doorloopt tot aan de voet van de Stellatoren. De Aarschotsesteenweg is uitgerust met nieuwe fietspaden in beide richtingen. Langs de spoorweg in Wilsele is er tot aan de Pleinstraat een alternatief voor de steenweg via het bermpad en de hierop aansluitende woonstraten. Binnen de kern is er nog het Vuntpad dat vanaf de Aarschotsesteenweg de westelijke woonlob voor zacht verkeer ontsluit. Ten noorden van de Weggevoerdenstraat vormt de Van der Nootstraat-Oude Aarschotseweg een (eerder recreatieve) fietsverbinding met de omgeving van de kerk van Wilsele.

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 22

24/04/2019 17:40


23

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I CHTI N GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

4

Visie en concepten voor het stadsdeel Noordelijke Laagvlakte /1

LANDSCHAPPELIJKE KWALITEIT VAN DE OPEN RUIMTE EN WOONKERNEN VERSTERKEN De open ruimtes van Dijle-, Vunt- en Wingevallei zijn beeldbepalend in het noordelijk stadsdeel en van doorslaggevend belang voor de kwaliteit van de woonkernen Wijgmaal en Wilsele. Ze werken landschappelijk structurerend en zijn drager van talrijke vitale functies (economisch, recreatief, ecologisch, …). Wijgmaal en Wilsele moeten als afzonderlijke kernen leesbaar blijven in het open landschap van de laagvlakte en mogen niet vergroeien tot één verstedelijkt gebied. Hiertoe is het essentieel om een aantal locaties te vrijwaren van bebouwing ( f i g. 2 2) .

f i g. 2 2 - Landschappelijke kwaliteit van open ruimte en woonkernen

Wijgmaal heeft dankzij de aanwezigheid van Remy een uniek karakter. De kern heeft een sterke morfotypologische samenhang. Om deze te bewaren is er een specifiek typologisch beleid nodig en zijn schaalvergrotende ingrepen slechts op een beperkt aantal sites mogelijk. In Wilsele kan de ruimtelijke kwaliteit en leesbaarheid van de zone tussen steenweg en spoorweg verhoogd worden. Schaalvergroting, gecombineerd met het creëren van open ruimtes en zichten, kan hierbij ingezet worden om structuur te brengen en de relatie met de open ruimte te herstellen.

/2

ZORG VOOR HET ONROEREND ERFGOED In Wijgmaal is een uniek erfgoedcluster aanwezig, met een grote historische, architecturale, industrieel-archeologische, stedenbouwkundige en sociaal-culturele waarde. De ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling van Wijgmaal valt nog steeds duidelijk af te lezen aan de hand van verschillende waardevolle erfgoedpanden en een aantal waardevolle en beeldbepalende clusters ( f i g. 2 3 ) .

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 23

24/04/2019 17:41


24

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I C HT IN GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

f i g. 2 3 - Erfgoedclusters in Wijgmaal

Wilsele kent niet de samenhangende ontwikkeling van Wijgmaal. Er zijn echter uit verschillende periodes interessante relicten overgebleven, zoals het Puthof, het Hof ter Sluis, het Fort, wellicht een aantal hoeves en een aantal sociale woonwijken. Een “puntsgewijze” aanpak lijkt hier daarom logisch ( f i g. 2 4 ) .

f i g. 2 4 - Erfgoedclusters in Wilsele

Door het behoud van waardevolle panden en clusters in de toekomst te garanderen en het beheer ervan te sturen en te versterken, houden we het historisch karakter van de kernen Wijgmaal en Wilsele leesbaar. Het beleid dat de stad wenst te voeren m.b.t. het behoud en beheer van het bouwkundig erfgoed zal dan ook uitgaan van een aanpak gericht op het behouden van de waardevolle erfgoedpanden enerzijds en het versterken van de waardevolle clusters anderzijds. Een waardevol cluster is een verzameling van erfgoedrelicten die bepaalde (één of meerdere) erfgoedkenmerken gemeenschappelijk hebben en die hierdoor een belangrijke bijdrage leveren aan de ruimtelijke identiteit en leesbaarheid van de historische stad. Dit kan gaan over een specifieke architecturale stijl (bv. modernisme), eenzelfde functie (bv. sociale huisvesting), eenzelfde historische periode (wederopbouw). Sommige clusters vallen samen met een bepaald gebied, andere kennen een verspreiding over de binnenstad.

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 24

24/04/2019 17:43


25

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I CHTI N GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

Gezien het beperkt aantal beschermingen en de weinig doeltreffende rechtsgevolgen van de vastgestelde inventaris bouwkundig erfgoed is er nood aan bijkomend instrumentarium om behoud van waardevolle panden en versterking van clusters te garanderen. Omdat het onroerend erfgoed ruimtelijk is verankerd, bieden de instrumenten van de ruimtelijke ordening tal van kansen. Zo zal de stad met een stedenbouwkundige erfgoedverordening een selectie van waardevolle clusters en individuele erfgoedpanden koppelen aan voorschriften rond beheer en sloop. Ruimtelijke uitvoeringsplannen kunnen ingezet worden voor het versterken van de erfgoedwaarde van een bepaald cluster. Het thematische beleidskader rond landschap en erfgoed gaat hier dieper op in. De belangrijkste waardevolle clusters die voorkomen in de Noordelijke laagvlakte zijn: ——

Agrarisch cluster: oude hoeves in Wijgmaal en Wilsele

——

Remycluster: geheel van fabrieksgebouwen, voorzieningen en woningtypes (incl. dreef) gebouwd door de familie Remy tussen 1855 en 1930;

——

Sociale en Arbeiderswoningen: Wijveld, ’t Fort, Bavenhof, witte wijk H.Bosmanslaan;

——

Oorlogserfgoed: bunkers KW-linie, herdenkingsmonumenten, oorlogsgraven ….;

——

Religieus erfgoed: Sint-Agathakerk, Sint-Hadrianuskerk, kapelletjes, kerkhof Hoogveld, kerkhof Wijgmaal;

——

Modernisme: voormalig cinemacomplex Casinolaan, voormalige bakkerij Casinolaan, voormalig cinemacomplex Wittebolstraat, ….

Panden die moeilijk op een evidente of logische manier tot een cluster kunnen gerekend worden maar die wel een duidelijke specifieke erfgoedwaarde hebben (architecturaal, historisch, wetenschappelijk, sociaal, artistiek, …) zullen geïnventariseerd worden met het oog op behoud.

/3 WIJGMAAL EN WILSELE ALS VOORZIENINGENCENTRA ONDERSTEUNEN Wijgmaal en Wilsele zijn de 2 deelgemeenten die het meest “geïsoleerd” liggen t.o.v. de binnenstad. Zowel Wijgmaal als Wilsele zijn grotendeels zelfvoorzienend. In Wijgmaal zijn verspreid in de kern alle basisvoorzieningen (scholen, sportcomplex, SLAC, jeugdbeweging, supermarkt, kleinhandel, café, …) aanwezig. In Wilsele is er een uitgebreider aanbod geconcentreerd langsheen de Aarschotsesteenweg (scholen, kleinhandel, café, zwembad en sportzaal, supermarkt, kribbe, ontmoetingscentrum, …). Wilsele bedient niet alleen de eigen kern, maar ook Wijgmaal en andere omliggende gemeenten. Het centrum van Wilsele heeft de potentie om verder uit te groeien tot een centrum van “bovenlokaal” belang, zowel qua handel als qua gemeenschapsvoorzieningen. Om deze voorzieningencentra te ondersteunen worden in beide kernen een aantal sites gereserveerd waar nieuwe voorzieningen een plaats kunnen krijgen ( f i g. 2 5 ) . Daarnaast zal voor de steenwegzone in Wilsele onderzocht worden of hier – naar analogie met de handelsstraten en het kernwinkelgebied in de binnenstad- aangepaste stedenbouwkundige voorschriften of ingrepen nodig zijn, alsook een aangepast parkeerregime.

/4 RECREATIEF NETWERK UITBOUWEN De herontwikkeling van de zwembadsite in Wilsele en de Ymeriasite in Wijgmaal, maar ook van de omgeving van het Fort, de sporthal in Wilsele, de terreinen van Verbroedering Wilsele, de site van het oud-deelgemeentehuis, … bieden kansen om een sterk recreatief netwerk uit te bouwen in de noordelijke laagvlakte. Al deze sites liggen op korte afstand van elkaar en bieden vaak mogelijkheden om een link te maken met recreatie in de open ruimte. Hierbij is het van belang om te streven naar complementariteit tussen de verschillende locaties in Wijgmaal en Wilsele, om te zorgen voor goede onderlinge fietsverbindingen en om de sites zoveel mogelijk te koppelen aan zachte recreatie in de open ruimte (Dijlevallei tussen Wijgmaal & Wilsele, Wijgmaalbroek, Vaart) ( f i g. 2 6) .

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 25

24/04/2019 17:43


26

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I C HT IN GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

f i g. 2 5 - Voorzieningencentra ondersteunen

f i g. 2 6 - Recreatief netwerk in de Noordelijke Laagvlakte

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 26

24/04/2019 17:47


27

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I CHTI N GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

/5

ZOEKEN NAAR LOCATIES VOOR KLEINERE WONINGTYPES Zowel Wijgmaal als Wilsele beschikken quasi uitsluitend over grondgebonden woningen. Appartementen en kleinere woonentiteiten komen er amper voor. De stad heeft de ambitie om in elke woonkern een mix aan woningtypes te voorzien. Gezien hun eerder “perifere” ligging en het specifieke karakter van Wijgmaal en Wilsele, moet met verdichting voorzichtig worden omgesprongen. Het introduceren van kleinere woningtypes brengt immers ook schaalvergroting mee. Schaalvergrotende ingrepen zijn enkel mogelijk in functie van het versterken van de landschappelijke structuur of om lokale kwaliteitsverbeteringen (groene ruimte, voorzieningen, …) door te voeren. In Wijgmaal bieden een aantal sites aan de vaart (Remy en Wijgmaalbrug) en de woonontwikkelingsgebieden mogelijkheden, in Wilsele komt de steenwegzone in het vizier als locatie voor kleinere woonentiteiten ( f i g. 2 7) .

f i g. 27 - Locaties voor verdichting en schaalvergroting

/6

VALORISEREN VAN POTENTIEEL AAN HERNIEUWBARE ENERGIE In het Stadsdeel Noordelijke Laagvlakte is er, zoals ook gesteld in de thematische nota ‘Ruimte en Energie’, een divers potentieel voor de uitbouw van lokale hernieuwbare energie. De Dijlevallei heeft bijvoorbeeld een duidelijke roeping op vlak van duurzame warmte en verwarming van gebouwen op lagere temperatuur. In Wijgmaal biedt de Remysite mogelijkheden voor recuperatie van restwarmte en warmtenetten. In Wilsele biedt de naburige site van Danone eveneens kansen voor een warmtenet. In de omgeving ten oosten van Kwade Hoek in Wilsele, nabij Eendenbroek, kunnen de mogelijkheden voor windenergie verder worden onderzocht.

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 27

24/04/2019 17:47


28

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I C HT IN GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

5

Beleid voor de deelruimten in de Noordelijke Laagvlakte /1 DEELRUIMTE OPENRUIMTE VAN DIJLE EN VUNTVALLEI

/1/1

De open ruimte in de laagvlakte is bepalend voor de woonkwaliteit en landschappelijk structurerend Zowel Wijgmaal als Wilsele danken hun ontstaan aan de aanwezigheid van vruchtbare gronden in de vallei van Dijle, Vunt en Winge. De open ruimten van deze valleien zijn nog steeds bepalend voor de kwaliteit van de woonkernen Wijgmaal en Wilsele. De open ruimte werkt dan ook “grensstellend” voor de bebouwing van de noordelijke kernen. In de open ruimte liggen een aantal landelijke woonlinten die in RSLI geselecteerd werden als woonfragment en waar inmiddels een RUP Woonfragmenten werd voor opgemaakt. Hierin wordt de ontwikkeling van deze linten sterk beperkt met het oog op het behouden van de landschappelijke kwaliteit (die in dit stadsdeel bepaald wordt door vergezichten op de open ruimte). De aanleg van de Vaart in de Dijlevallei heeft (samen met de aanleg van spoorlijn en wegeninfrastructuur) gezorgd voor de industriële ontwikkeling van de vaartzone. Hierbij is er een vrij dense ontwikkeling van bedrijven geweest in de zuidelijke vaartzone aansluitend bij de Vaartkom, terwijl het gebied langs de vaart ten noorden van de E314 gekenmerkt wordt door een opeenvolging van afzonderlijke bedrijven (Fort, Remy, Cargill…) afgewisseld met grote open ruimtes. De Vaart heeft ondertussen niet meer een loutere economische, maar ook een landschappelijke en recreatieve functie. De aanwezigheid van grote gave open ruimten kan nog beter uitgespeeld worden als kwaliteit (zie ook deelruimten Wijgmaal & Wilsele) door zichten te creëren op de open ruimte vanuit de publieke ruimte, door bebouwing aan de rand van de woonkern te oriënteren op de open ruimte, door de open ruimte beter toegankelijk te maken (zie missing links fietsnetwerk) en door de open ruimte functies te geven die aansluiten bij het wonen. Los van het belang van de open ruimte voor de leefkwaliteit in Wijgmaal en Wilsele, heeft de Dijle (samen met de Vunt en Vaart) een landschappelijk structurerende functie: de verschillende open ruimtes van de Dijle- en Vuntvallei en langs de Vaart zorgen ervoor dat de woonkernen Wijgmaal en Wilsele als afzonderlijke entiteiten leesbaar blijven in het landschap en niet “aan elkaar groeien” tot één grote verstedelijkte koek. Het is voor de landschappelijke kwaliteit van de noordelijke laagvlakte essentieel om deze locaties vrij te houden van bebouwing. De meest cruciale locaties zijn ( f i g. 2 8 & 2 9) : ——

De grens tussen Wilsele en Rotselaar langsheen de Aarschotsesteenweg;

——

De grens tussen Wilsele en Wijgmaal ter hoogte van de Dijle (Ymeria);

——

De grens tussen Wilsele-Putkapel en Wilsele Oud centrum ter hoogte van de Vunt;

——

De zuidelijke grens van Wijgmaal langsheen de Wijgmaalsesteenweg (bedrijvenzone).

/1/2 Waterbergend vermogen van de valleien bewaken Het uitgangspunt dat de open ruimte grensstellend werkt, wint aan relevantie door het toegenomen belang van de waterproblematiek. De Dijle stroomt ten noorden van de stad door beduidend lager gelegen gebied dan in centrum en het zuiden. Ten noorden en oosten van Wilsele ligt een sterk vertakt netwerk van uitlopers van de Winge (Demerbekken) tot tegen de woonwijken ten oosten van de Aarschotsesteenweg. Een groot deel van de noordelijke laagvlakte is hierdoor bijzonder overstromingsgevoelig. Met het oog op de voorspelde gevolgen van de klimaatsverandering zal het in de toekomst des te belangrijker worden om met deze problematiek rekening te houden. De waterlopen in de noordelijke laagvlakte – de Dijle en de Vunt en de zijrivieren van de Wingezullen voldoende ruimte moeten krijgen om zonder schade aan te richten uit hun oevers te kunnen treden. Dat impliceert dat er in vooral in de laagst gelegen delen van de vallei of de delen die onmiddellijk aan de waterloop grenzen geen nieuwe bebouwingszones kunnen voorzien worden, dat de bestaande bebouwingszones in de meest gevoelige gebieden best zo weinig mogelijk verdicht worden en dat als er al gebouwd wordt, dit op een overstromingsresistente manier dient te gebeuren. In de kernen zelf moet ook omzichtig worden omgesprongen met verdichting en verharding en is bijkomende waterbergingscapaciteit nodig. Zo is verdichting (door opdeling van grotere percelen) niet wenselijk in de zeer overstromingsgevoelige “oostelijke woonlob” van Wilsele. Ook de bedrijvenzone langsheen de Wijgmaalsesteenweg ligt in een zone die omwille van water (maar ook vanuit landschappelijk oogpunt en beperkte ontwikkelingsmogelijkheden) zoveel mogelijk onbebouwd gehouden wordt ( f i g. 3 0) .

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 28

24/04/2019 17:47


29

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I CHTI N GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

f i g. 2 8 - Landschappelijk structurerende open ruimte

f i g. 2 9 - Ecologische corridor Dijlevallei

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 29

24/04/2019 17:48


30

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I C HT IN GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

f i g. 3 0 - Waterbergend vermogen van de valleien bewaken

/1/3

Een open ruimte met verschillende functies De open ruimte staat niet alleen in voor waterberging, ze een belangrijke rol als landbouwzone, heeft een recreatieve functie en herbergt verschillende natuurgebieden. Het maximaal vrijwaren van de open ruimte impliceert dat de landbouwfunctie die de open ruimte vandaag al heeft, bevestigd wordt. Belangrijke landbouwgebieden zijn Kwade hoek, het gebied ten westen en noorden van Bellefroid, het deel van de Dijlevallei tussen Wijgmaal, Wilsele en de spoorlijn, Langeveld en het gebied ten noorden van Wijgmaal rond de WakkerzeelsebaanRotselaarsesteenweg. Behalve voor agrarische doeleinden, zal de open ruimte in de laagvlakte ook ingezet kunnen worden voor recreatie in open lucht, aansluitend bij bestaande recreatieclusters zoals Ymeria, het Fort en de sporthal in Wilsele. Een goed deel van de Dijlevallei ligt tussen Wijgmaal en Wilsele Putkapel en Oud Centrum(Fort) en biedt hierdoor de mogelijkheid om de verschillende woonkernen en recreatieve clusters via langzaam verkeerroutes in de open ruimte met elkaar te verbinden ( f i g. 3 1) . Missing links in het fietsnetwerk zijn: —

Een verbinding tussen het Lijnloperspad en de Van der Nootstraat (ten zuiden van de Weggevoerdenstraat);

Een verbinding vanuit de kern van Wijgmaal (over de Ymeriasite) naar de Van der Nootstraat (ten noorden van de Weggevoerdenstraat);

Een noordzuid-fietspad parallel met de spoorlijn Aarschot-Leuven in Wilsele-Putkapel ( naar de Kesseldallaan).

Een aantal sites in de laagvlakte hebben een belangrijke natuurwaarde: Wijgmaalbroek, de Dijlemeander, de antitankgracht, de vijvers van Bellefroid, het Gasthuisbos. Ze worden verbonden door een aantal lijnvormige elementen of infrastructuren die als corridor werken: de vaart, de Dijle, de spoorlijn. Ter hoogte van de Wijgmaalsesteenweg worden linker- en rechterhelft van de Dijlevallei van elkaar gescheiden door een aantal infrastructuren en de bedrijvenzone. Om een ecologische verbinding tussen beide helften van de vallei (en de verschillende belangrijke natuurgebieden) te maken, moet het centrale deel van de bedrijvenzone aan de Wijgmaalsesteenweg opgeheven worden en toegevoegd worden aan de open ruimte.

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 30

24/04/2019 17:50


31

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I CHTI N GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

f i g. 3 1 - Multifunctionele open ruimte

/2 /2/1

DEELRUIMTE WIJGMAAL De historische morfotypologische samenhang van Wijgmaal bewaren en versterken De historische structuur van Wijgmaal is vandaag nog zichtbaar aanwezig. De eerste “laag” van deze structuur bestaat uit een aantal boerderijen (langsheen de hoger gelegen Rotselaarsesteenweg) die voor de verwerking van hun producten aangewezen waren op de molen die zich sinds de 14e eeuw bevindt aan de Dijle ter hoogte van het “moleneiland” (nu: Ymeria). Vanaf 1855 komt de ontwikkeling van Wijgmaal in een stroomversnelling door de vestiging van een eerste (Remy) fabriek op het moleneiland. De fabriek breidt snel uit en Edouard Remy bouwt woningen en voorzieningen voor zijn personeel. Vanaf 1889 wordt de nieuwe fabriekssite tussen Vaart en spoor in gebruik genomen. Remy legt zelfs een spoorlijn tussen beide sites aan. De zone tussen de nieuwe site en het moleneiland wordt in het begin van de 20ste eeuw verbonden via de dreef (Privaatweg), met woningen voor bedienden en kaderleden alsook de foyer. Remy biedt leningen aan voor de bouw van een eigen woning alsook hulp bij de keuze van het woningtype, het aanleveren van materiaal en werkuitrusting. Hierdoor – en door speculanten uit Leuven en Brussel - worden de door Remy geïntroduceerde woningtypes “vermenigvuldigd” in Wijgmaal. Het patrimonium dat hierdoor ontstond in Wijgmaal vormt een uniek cluster dat enkel en alleen kon tot stand komen wegens de verlichte ideeën van Remy. Dit erfgoedcluster heeft een grote historische, architecturale, industrieel-archeologische, stedenbouwkundige en sociaal-culturele waarde. Het uitzicht en karakter van Wijgmaal en aldus de identiteit van de Wijgmaalenaar wordt vandaag nog steeds bepaald door de ingrepen van Remy. Op 2 recentere (sociale) wijken na komen er in Wijgmaal slechts een beperkt aantal specifieke types voor: —

De “arbeiderswoning” (type Nieuwstraat );

De “bediendenwoning” (type P.Bellonstraat);

Villa’s en “kastelen” (Marthe, Denis, …).

De herhaling van steeds dezelfde types zorgt voor een sterke samenhang. De kern van Wijgmaal heeft een uitgesproken kleinschalig doch stedelijk karakter. Alleen op de Remy-site aan de Vaart komen grootschalige volumes voor.

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 31

24/04/2019 17:51


32

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I C HT IN GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

De historische ontwikkeling en sterke typologische samenhang vereist de afbakening van een erfgoedcluster gericht op het behoud van het waardevol erfgoed in zijn ruimtelijke context, maar ook het voeren een typologisch strikt beleid bij (ver)nieuwbouw om ervoor te zorgen dat het karakter van Wijgmaal bewaard blijft en er niet onoordeelkundig (schaalvergrotende) nieuw types (met name: appartementsgebouwen) worden geïntroduceerd. Het is – gelet op de hierboven geschetste typologische eenheid en het gegeven dat appartementsgebouwen een andere schaal en logica hebben dan grondgebonden gezinswoningen - niet eenvoudig om in Wijgmaal zones aan te duiden waar andere types dan grondgebonden eengezinswoningen op hun plaats zijn. Met schaalvergroting moet in deze context voorzichtig omgesprongen worden. De enige locaties waar schaalvergroting (en kleinere woningtypes) mogelijk is, zijn ( f i g.

3 2) :

de Remysite: deze heeft historisch een grotere schaal dan het omliggende weefsel en de site functioneert op stadsniveau als landschappelijk baken. Bij verdere herontwikkeling moet de site een multifunctionelere invulling krijgen, met wonen, gemeenschapsvoorzieningen en kwalitatieve publieke ruimte.

de bedrijvenzone aan Wijgmaalbrug: deze site ligt langs de Vaart, waarlangs op regelmatige afstand grootschalige (industriële) complexen voorkomen en markeert de grens van de woonkern met de open ruimte. Bij een herbestemming van deze zone naar wonen (en/of voorzieningen) zou hier een representatief bebouwingsfront gecombineerd kunnen worden met een verblijfsruimte aan het water, wat een zekere schaalvergroting kan verantwoorden (landschappelijk en vanuit het lokaal verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit). Deze site is landschappelijk duidelijk ondergeschikt aan de Remysite: de schaalvergroting zal er van een kleinere orde moeten zijn.

de woonontwikkelingsgebieden Wakkerzeelsebaan-Ursulinenstraat- (zie ook verder): hier kan de inrichting van een nieuwe grote groene publieke ruimte gecombineerd worden met een beperkte schaalvergroting.

Verder zijn er in Wijgmaal geen locaties die om verdichting en/of schaalvergroting vragen.

/2/2

De historische relatie tussen de Ymeria-site en Remy-site leesbaar maken Gezien het grote belang die de beide “Remysites” (moleneiland en huidige Remysite aan Vaart)

f i g. 3 2 - Locaties voor schaalvergroting

hebben gehad voor Wijgmaal, is het wenselijk om de historische link tussen beide sites te versterken. Hierbij spelen verschillende elementen een rol: —

Het opmaken van een masterplan voor Ymeria, rekening houdend met het historische en landschappelijke belang van de site: het huidige Ymeriacomplex ligt op het moleneiland, dat sinds de 14e eeuw samen met de omliggende landerijen de bakermat van Wijgmaal vormt. Het moleneiland is ook de plaats waar Remy zijn eerste fabriek vestigt. Daarnaast markeert de passage van de Dijle ter hoogte van de Weggevoerdenstraat de landschappelijke grens tussen Wijgmaal en Wilsele. Vandaag wordt de Ymeriasite volledig ingenomen door de gebouwen van de sporthal en voetbal, door parkings en andere verhardingen en door de voetbalvelden. De linker Dijlearm, de natuurlijke Dijlearm die het eiland vormde samen met de nu nog zichtbare gegraven rechter arm, is volledig overbouwd. De enige historische

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 32

24/04/2019 17:52


33

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I CHTI N GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

relicten zijn de Dijle, het zgn. “rattenkot” (een laatste restant van de Remyfabrieken op het moleneiland) en een beschermde bundelboom uit de 19e eeuw. De herinrichting van de Ymeriasite moet er daarom niet alleen op gericht zijn om plaats te bieden aan de nodige sportinfrastructuur, maar moet de site terug herkenbaar maken als eiland, als onderdeel van de Dijlevallei en als scheiding tussen Wilsele en Wijgmaal. De overbouwde Dijlearm moet terug open worden gemaakt. De Ymeriasite moet een ruimere rol krijgen dan louter een sportsite: het moet een site zijn waar alle Wijgmalenaars kunnen recreëren, waar gewandeld en gefietst kan worden met verbijfs- en speelplekken aan het water. Om dit te kunnen realiseren zal de sportinfrastructur over een groter areaal verspreid worden. Hiertoe zal een deel van het agrarisch gebied net ten noorden en/of ten oosten van het eiland herbestemd worden als gemengd openruimtegebied, waar naast landbouw ook recreatie (in open lucht) mogelijk is. Bijkomende bruggen over de Dijle voor langzaam verkeer zorgen ervoor dat er vanuit Wijgmaal een rechtstreekse aansluiting is op het fietspad van de Van der Nootstraat (ten noorden van de Weggevoerdenstraat richting kerk van Wilsele), als alternatief voordeWeggevoerdenstraat. ——

Heraanleg van de groene ruimte langs de Remylaan (aan de “rijke root”) : In deze zone bevinden zich een aantal historische elementen die evenwel niet meer zichtbaar zijn: het irrigatiekanaal, de oude spoorweg tussen beide fabriekssites en de kapel. Door een aantal van deze elementen terug zichtbaar te maken, kan de link tussen moleneiland en de huidige Remysite versterkt worden.

——

De herinrichting van de stationsomgeving van Wijgmaal: het stationsplein en de parking vormen vandaag een grote asfaltvlakte. De herinrichting ervan moet gericht zijn op het verbeteren van het verblijfsklimaat (aansluitend bij de nieuwe invulling van het stationsgebouw), het optimaliseren van de routes voor langzaam verkeer (tussen centrum, station, Ymeria en Lijnloperspad) en het maximaal ingroenen van deze zone.

——

Het beter betrekken van de Remysite op de woonkern van Wijgmaal: de recente herbestemming van een deel van de Remysite met kantoren heeft nauwelijks een band met de woonkern. De publieke en open ruimte op de Remysite wordt quasi volledig benut om te parkeren en is ruimtelijk weinig kwalitatief of aantrekkelijk. Op de Remysite zijn er quasi geen functies waar bewoners van Wijgmaal gebruik van kunnen maken. Bij de verdere herontwikkeling van de Remysite moet een verdere monofunctionele kantoorinvulling vermeden worden. De percelen en gebouwen die nog herbestemd kunnen worden, moeten plaats bieden aan gemeenschapsvoorzieningen aangevuld met woningen (appartementen). De open ruimte op de Remysite moet meer als verblijfsruimte ingericht worden. De zone langsheen het spoor moet zoveel mogelijk ingegroend worden. Er dient onderzocht te worden of de parkings op de Remysite kunnen gebruikt worden voor de activiteiten op Ymeria (zodat op het eiland slechts een minimum aan parkeerplaatsen moet voorzien worden) ( f i g. 3 3 ) .

/2/3 Wijgmaal als een compacte kern in de open ruimte Opdat Wijgmaal als afzonderlijke kern leesbaar blijft in het landschap van de noordelijke laagvlakte, moet op een aantal plaatsen een “knip” worden gemaakt in de bebouwing of een andere landschappelijke ingreep worden uitgevoerd die duidelijk maakt dat op die plaats “Wijgmaal begint” (of eindigt). Belangrijke locaties die als landschappelijke grens van Wijgmaal functioneren zijn ( f i g. ——

De passage van de Dijle ter hoogte van de Weggevoerdenstraat (Ymeria);

——

De bedrijvenzone langs de Vaart ten noorden van Wijgmaal-brug;

——

De bedrijvenzone langs de Vaart ten zuiden van de Remysite.

34) :

Voor de herinrichting van de sportcluster op de Ymeriasite zal dit een belangrijke randvoorwaarde zijn. Het moleneiland moet een zo groen mogelijke inrichting krijgen, waarbij de aanwezigheid van de Dijle landschappelijk duidelijk wordt en de oude Dijlearm terug vrijgemaakt wordt. De bedrijvenzone ten noorden van Wijgmaal-brug biedt vandaag plaats aan 4 bedrijven, die geen binding hebben met Wijgmaal en ook niet watergebonden zijn. Hun inplanting oogt vrij arbitrair, grote oppervlakten zijn verhard en in gebruik als parkeerterrein en tussen de bedrijven staan ook nog enige (vandaag zonevreemde) woningen. Bovendien ontsluiten de bedrijven via de vrij smalle Vaartdijk die daardoor aan die zijde niet als fietsroute kan dienen. Deze zone kan herbestemd worden en plaats bieden aan functies die nodig zijn in Wijgmaal: kleinere woonentiteiten en voorzieningen. Een herbestemming van het gebied moet resulteren in representatief project dat in het noorden langsheen de Vaart Wijgmaal aankondigt. Het vrijwaren van open ruimte kan hier bekomen worden door een beperkte schaalvergroting toe te staan. Bovendien kan dit een locatie zijn waar een kwalitatieve verblijfsruimte aan de Vaart kan gerealiseerd worden.

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 33

24/04/2019 17:52


34

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I C HT IN GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

f i g. 3 3 - Relatie Remy-Dijle-eiland

1. Het Dijle-eiland als onderdeel van de Dijlevallei 2. Missing links in het fietsnetwerk 3. Remy beter betrekken op de woonkern 4. Parkeerplaatsen Remysite en station optimaal gebruiken

f i g. 3 4 - Compacte kern in de open ruimte

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 34

24/04/2019 17:53


35

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I CHTI N GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

Ten zuiden van Remy strekt zich vandaag een langgerekt bedrijventerrein uit langs de Wijgmaalsesteenweg tot aan de bedrijvenzone van de vaartzone. Indien deze zone volledig opgevuld wordt met bedrijven, “kleeft” Wijgmaal fysiek en visueel aan dit bedrijvenlint dat (op een onderbreking ter hoogte van de brug over de Vaart aan de K.Begaultlaan na) doorloopt tot aan de singels ten noorden van de binnenstad. Bovendien situeert de bedrijvenzone zich op een cruciaal punt in de Dijlevallei waar een belangrijke openruimtecorridor richting Vijvers van Bellefroid moet voorzien worden. De zone is vandaag niet opgenomen in de kaart van (mogelijk) overstromingsrisico (AGIV, Geopunt). Dit komt omdat het gaat over "geroerde grond", waarover geen informatie is. Het betekent niet dat er geen waterproblemen zijn. Het terrein is laag gelegen (vaak lager dan het waterpeil in de Vaart, het werd afgegraven om de spoorberm op te werpen), het grondwaterpeil is er doorgaans hoog en bij zware regenval treedt er lokale wateroverlast op. Het gebied is laag gelegen en doorgaans zeer nat, wat een dense bebouwing en verharding niet wenselijk maakt. De middelste sectie van deze bedrijvenzone (het deel tussen de Wijgmaalsesteenweg 104 en de A.Meyswijk) moet daarom opgeheven worden en herbestemd naar een gemengd openruimtegebied, dat zowel een agrarische als recreatieve invulling kan krijgen. Het nieuwe openruimtegebied kan – behalve als ecologische corridor- op termijn ook samen met de vijvers van Bellefroid de recreatieve schakel vormen tussen de Meyswijk (en Wilsele Oud-Centrum) en de omgeving van de sportschuur (en Wilsele-Dorp). De inrichting van de te behouden delen van de bedrijvenzone moet gericht zijn op het versterken van de beeldwaarde van het Vaartlandschap.

/2/4 De relatie tussen de woonkern en de open ruimte versterken De relatie tussen de woonkern en de open ruimte kan behalve landschappelijk ook functioneel verbeterd worden door in de open ruimte nieuwe verbindingen voor langzaam verkeer te voorzien en een deel van de open ruimte een recreatief (mede)gebruik te geven. Vanaf de Ymeriasite kan doorheen de open ruimte achter de Weggevoerdenstraat een nieuw fietspad naar het bestaande fietspad tussen Van der Nootstraat en Durastraat worden aangelegd. Hierdoor krijgt Wijgmaal een veilige fietsverbinding met de kern van Wilsele Putkapel (als alternatief voor de Weggevoerdenstraat). Aansluitend bij het Dijle-eiland kan er vanaf de Remylaan via de Dijlemeander een betere doorsteek naar het Lijnloperspad worden gemaakt. Een aantal bijkomende fiets- of wandelpaden tussen Wijgmaal en Wijgmaalbroek (vanuit de Pikkelstraat en Langenbos) verhoogt de belevingswaarde van Wijgmaalbroek. Door de Ymeria-site een ruimere invulling te geven, waarbij er naast sport ook plaats is voor zachte recreatie en verblijfs- en speelplekken aan het water, wordt het Dijle-eiland een plaats waar de bewoners van Wijgmaal de Dijle kunnen “beleven” ( f i g. 3 5 ) . Ook bij de invulling van de woonontwikkelingsgebieden is het betrekken van de open ruimte op de woonkern een belangrijk uitgangspunt. De woonontwikkelingsgebieden WakkerzeelsebaanUrsulinenstraat blijven behouden alsook het idee om hier een nieuwe kwalitatieve publieke groene ruimte te realiseren. Ten noorden van de Ursulinenstraat worden de bouwmogelijkheden in beperkte mate verruimd : het bestaande woonfragment langs de Wakkerzeelsebaan en de bebouwing langs de Kroonstraat (ten zuidoosten van het kruispunt met Wijveld) kan worden afgewerkt op het moment dat een ondertunneling van de spoorweg zich aandient en het tunneltracé een nieuwe inrichting van deze zone met zich mee brengt. Deze uitbreiding is bedoeld om een kwalitatieve inrichting met voldoende open ruimte mogelijk te maken (en de mogelijkheid om een spoorwegonderdoorgang te realiseren niet te hypothekeren). Voor het bouwblok Ursulinenstraat – Kroonstraat wordt nieuwe bebouwing hoe dan ook beperkt tot bebouwing aansluitend bij de reeds aanwezige woningen, nieuwe bebouwing kan hier alleen ingezet worden om een aantal “achterkantsituaties” weg te werken. De Kroonstraat blijft tussen het huisnummer 53 en het kruispunt met Wijveld onbebouwd (op de bestaande woningen na) om de open ruimte zichtbaar te laten doorlopen tot in de woonkern. Bij de (beperkte) ontwikkeling van de zone tussen Kroonstraat en Ursulinenstraat wordt de impact ervan op de landbouwfunctie in kaart gebracht. De open ruimte in het woonontwikkelingsgebied moet opgevat worden als een “groene vinger” die vanuit het openruimtegebied ten noorden van de Kroonstraat doorheen het woonweefsel van Wijgmaal loopt tot aan het kruispunt van de Wakkerzeelsebaan en de B.Descampslaan. Het stedenbouwkundig opzet en de gebouwentypologie in het woonontwikkelingsgebied moeten erop gericht zijn de relatie met de open ruimte maximaal aan te gaan. Beperkte schaalvergroting (onder de vorm van meergezinswoningen) kan hierbij een middel zijn om een maximaal aantal woningen te laten genieten van hun ligging aan de open ruimte en om de footprint van de bebouwing te beperken (en dus een groter areaal open ruimte over te houden) ( f i g. 3 6) . De beperkte verruiming van de woonzone ten noorden van de Ursulinenstraat zorgt er ook voor dat het woonfragment langs de Wakkerzeelsebaan ten noorden van de spoorweg op termijn beter bij de kern van Wijgmaal aansluit. Voor het gehele gebied (tussen Wakkerzeelsebaan, B.Descampslaan en Kroonstraat) moet een inrichtingsplan worden opgemaakt, vooraleer de afzonderlijke deelgebieden kunnen aangesneden worden.

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 35

24/04/2019 17:53


36

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I C HT IN GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

f i g. 3 5 - Relatie tussen woonkern en open ruimte versterken

f i g. 3 6 - Woonontwikkelingszone verruimen rond centrale groenzone

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 36

24/04/2019 17:54


37

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I CHTI N GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

/2/5 Ruimte voor voorzieningen Langs de G.Tassetstraat is er een beperkte concentratie van handel. Daarnaast zijn er voorzieningen verspreid over de woonkern. Handel en voorzieningen functioneren hoofdzakelijk op lokale schaal. Wijgmaal kan voor een aantal voorzieningen terugvallen op het vlakbij gelegen Putkapel, waar een uitgebreider aanbod is qua handel en gemeenschapsvoorzieningen. Gezien de beperkte omvang van Wijgmaal ligt alles op loop(fiets)afstand van elkaar en is de spreiding van de lokale voorzieningen geen probleem. Belangrijk voor het functioneren van de voorzieningen is het weren van doorgaand verkeer uit de kern en het voorzien van veilige wandel- en fietsroutes in de kern, maar ook richting Wilsele. Een aantal sites in Wijgmaal kan in de toekomst plaats bieden aan nieuwe recreatieve en/of gemeenschapsvoorzieningen: ——

De Ymeriasite, die vandaag al ingericht is als sportcomplex, en bij herontwikkeling een invulling kan krijgen waarin ook plaats is voor zachte recreatie in de Dijlevallei en een groene publieke ruimte aan het water ;

——

De Remysite, die niet verder ontwikkeld wordt als kantoor- en bedrijfsruimtes maar waar voorzieningen en wonen een plaats kunnen krijgen. Op de Remysite zijn tal van functies denkbaar die elders in Wijgmaal moeilijk ingepast kunnen worden: onderwijs, sport, jeugdvoorzieningen, ontmoetingscentrum, feestzaal, horeca ….;

——

De woonontwikkelingsgebieden Wakkerzeelsebaan-Ursulinenstraat waar behalve wonen ook nieuwe voorzieningen voor recreatie in open lucht kunnen opgenomen worden (sport, jeugdvoorzieningen, speelruimte, …);

——

De oude waardevolle jongensschool, die vandaag al verschillende gemeenschapsvoorzieningen herbergt, maar aan herwaardering toe is, waarbij kan onderzocht worden of een uitbreiding op het aanpalende binnengebied interessant is;

——

De bedrijvenzone aan Wijgmaalbrug, die kan herontwikkeld worden als site voor gemeenschapsvoorzieningen en wonen.

/2/6 Spoorweg als drager van publiek groen Wijgmaal heeft vandaag relatief weinig buurtgroen. Het Rietensplein is de enige grote (>1ha) groene publieke ruimte in de kern, die ingericht is met het oog op sport en spel. Het grasveld met bomen aan de Remylaan (ca. 6000m2) is landschappelijk zeer kwalitatief, maar wordt niet intensief gebruikt (en is hiertoe ook niet ingericht). In Wijveld is er nog een klein speelterreintje (ca. 560m2) voor jonge kinderen dat op wijkniveau functioneert. Het relatief lage aandeel publiek groen is niet problematisch aangezien de meeste woningen in Wijgmaal over een voldoende ruime private buitenruimte beschikken en de open ruimte nooit ver af is (Vaart, Wijgmaalbroek, Dijlevallei). Desalniettemin is het belangrijk om ook in Wijgmaal de groenstructuur in de woonkern te versterken. Door de spoorweg als drager van nieuwe (en bestaande) groene ruimtes in zetten, kan een verbinding gerealiseerd worden doorheen de kern van Wijgmaal tussen een aantal belangrijke groengebieden: van de omgeving van de Dijlemeander (en Lijnloperspad-Ymeria), over de in te groenen stationsomgeving, de Remysite, het Rietensplein en de woonontwikkelingsgebieden Wakkerzeelsebaan-Ursulinenstraat, waar nieuwe groene ruimtes in samenhang met een nieuwe woningen zullen gerealiseerd worden. Aan deze groene structuur kunnen uiteraard verbindingen voor langzaam verkeer gekoppeld worden ( f i g. 3 7) .

/2/7 Doorgaand verkeer weren uit de woonkern en nieuwe fietsverbindingen door de Dijlevallei Uit tellingen gedaan n.a.v. het onderzoek m.b.t. de spoorwegonderdoorgangen blijkt dat Wijgmaal - hoewel de verkeersintensiteiten niet raken aan de verkeersleefbaarheidsgrenzen vanuit categorisering - door de inrichting en de smalle dimensionering van de meeste verkeersassen, een leefbaarheidprobleem heeft. Door de smalle dimensionering en het beschikbare profiel, is het uitbouwen van voldoende fietsvoorzieningen, en stoepen, niet mogelijk, wat leidt tot verkeersonveilige situaties voor de zwakke weggebruiker. Naast regelmatig oponthoud door sluitende spoorwegovergangen, blijkt ook het kruispunt Vaartdijk – Wakkerzeelsebaan – Wijgmaalsesteenweg niet optimaal te functioneren. Het ontbreken van een voldoende performant dragend netwerk, in combinatie met een fijnmazige onderliggende structuur, met logische diagonale routes doorheen het centrum, leidt tot sluipverkeer. Daarom worden voor Wijgmaal volgende keuzes gemaakt inzake de wegenstructuur: ——

De Wakkerzeelsebaan en Wijgmaalsesteenweg worden geselecteerd als lokale verbindingsweg met buurgemeenten (Lokale weg I);

——

De Rotselaarsesteenweg-B.Descampslaan en Weggevoerdenstraat worden geselecteerd als lokale ontsluitingsweg (Lokale weg IIa).

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 37

24/04/2019 17:54


38

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I C HT IN GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

f i g. 3 7 - Spoorweg als drager van publiek groen

De verkeerscirculatie in de woonkern moet sluipverkeer tussen de Wakkerzeelsebaan en Rotselaarsesteenweg in het noorden en de Weggevoerdenstraat in het oosten doorheen de woonkern onmogelijk maken. De ev. ondertunneling van de spoorweg aan de Wakkerzeelsebaan (gekoppeld aan de nodige ingrepen in de circulatie en de sluiting van de 2 aanpalende spoorwegovergangen voor autoverkeer in de kern) is een invulling die aansluit bij deze keuzes. De ondertunneling van de Remylaan is vanuit de wegencategorisering niet noodzakelijk voor het autoverkeer, maar wel voor busverkeer en fietsers. Belangrijke missing links in het fietsroutenetwerk zijn: —

Een fietsroute over de Ymeriasite (met nieuw brugje over de Dijle) om aan te sluiten op het fietspad tussen Van Der Nootstraat en Durastraat ten noorden van de Weggevoerdenstraat;

Een fietsroute vanaf het Lijnloperspad ten zuiden van de Weggevoerdenstraat naar de Van der Nootstraat;

Op lokaal niveau: een fietsroute langsheen de spoorweg vanaf de Wakkerzeelsebaan tot aan het station.

Daarnaast zorgt het heraanleggen van een wandel- en fietspad via Langenbos naar Wijgmaalbroek en het aanleggen van een pad tussen de Pikkelstraat en de Kroonstraat ( en eventueel een verbinding tussen deze 2 paden en/of met het R.Alloingpad) voor bijkomende verbindingen vanuit de woonwijken naar Wijgmaalbroek en Ymeria ( f i g. 3 8) .

/3 /3/1

DEELRUIMTE WILSELE Landschappelijke kwaliteit van de woonkern optimaliseren De kern van Wilsele-Putkapel bestaat vandaag uit 4 grote delen ( f i g.

3 9) :

Een zone tussen de Aarschotsesteenweg en de spoorlijn naar Aarschot;

Een “westelijke woonlob” tussen de Aarschotsesteenweg en de Dijlevallei;

Wilsele-Oud Centrum tussen E314 en Vunt;

Een “oostelijke woonlob” tussen de spoorlijn en de Wingevallei.

Elk van deze gebieden heeft een eigen karakter en mogelijkheden en vergt een specifieke aanpak.

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 38

24/04/2019 17:54


39

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I CHTI N GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

f i g. 3 8 - Doorgaand verkeer weren uit de kern

f i g. 3 9 - Landschappelijke structuur Wilsele

DE ZONE AARSCHOTSESTEENWEG-SPOORWEG STRUCTUREREN De Aarschotsesteenweg is vanaf de E314 tot de grens met Rotselaar meer dan 4 kilometer lang en wordt geflankeerd door een mix van woningen en andere functies. Vooral het gedeelte tussen de Weggevoerdenstraat en de kerk telt veel handelszaken en gemeenschapsvoorzieningen. De sectie van de steenweg en de bebouwing er langs is zeer heterogeen. Rijtjes kleine arbeiderswoningen worden afgewisseld met vrijstaande dieper gelegen woningen van recentere datum, benzinestations, appartementsblokken, oude boerderijtjes, handelszaken met parkeerplaatsen vooraan, … De steenweg vormt een lang bebouwingslint met af en toe een eerder lage beeldwaarde. Heel wat oudere (zeer) kleine woningen langs de steenweg (vaak met de voorgevel op de rooilijn) zijn bovendien in slechte staat en zijn wellicht ook op vlak van woonkwaliteit problematisch.

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 39

24/04/2019 17:56


40

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I C HT IN GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

Opvallend is dat de bebouwing die aan de zijde van de spoorweg gerealiseerd is typologisch niet verschilt van de bebouwing in “normale” woonwijken hoewel de aanwezigheid van de spoorweg een belangrijke impact heeft op de woonkwaliteit in deze zone. Achter de bebouwing langs de steenweg of spoorlijn liggen vaak mooie open ruimtes, die echter amper waarneembaar zijn of niet als kwaliteit zijn uitgespeeld. De zone tussen steen- en spoorweg is echter niet louter een “problematisch ruimtelijk” gegeven: ze heeft duidelijk een eigen dynamiek en biedt plaats aan functies die nodig zijn voor het goed functioneren van de woonkernen doch elders moeilijk inpasbaar zijn, getuige de vele handelszaken en andere functies die er langs gevestigd zijn. Uiteraard hangt dit voor een deel samen met de verbindende functie van de steenweg en het groot aantal passanten die dit met zich meebrengt. Wilsele beschikt hierdoor over een uitgebreid voorzieningencentrum, wat uiteraard positief is voor de woonkern van Wilsele, maar ook voor het nabijgelegen Wijgmaal. De steenweg is ook de drager van openbaar vervoer en bij de heraanleg werd de veiligheid voor fietsers en voetgangers reeds gevoelig verhoogd. De steenweg kan gestructureerd worden, door een aantal bijzondere punten te accentueren en de publieke ruimte en voortuinzones in bepaalde secties consistenter aan te leggen. De bedoeling van dit structureren van de steenweg-spoorwegzone is niet om te streven naar een strakke homogeniteit, maar wel om de ruimtelijke kwaliteit en leesbaarheid te verhogen, om de aanwezige dynamieken te ondersteunen, om de aanleg van de steenweg optimaal af te stemmen op het gebruik, om de woonkwaliteit lokaal te verbeteren en om de link met de achterliggende zones te verbeteren. Een eerste aanzet tot onderscheiden zones en specifieke punten langsheen de steenweg zijn van zuid naar noord ( f i g. 4 0) :

f i g. 4 0 - Structureren Aarschotsesteenweg-spoorweg

De zone tussen E314 en Vuntcomplex Deze zone wordt gekenmerkt door hoofdzakelijk kleinschalige woningen en een aantal grote loodsen. De woningen aan de oostzijde hebben een diepe tuin die doorloopt tot aan de E314, de woningen en andere gebouwen aan de westzijde sluiten achteraan aan op de Dijle. Dit gedeelte van de steenweg zal na de aanleg van het Vuntcompex verkeerskundig van statuut veranderen : terwijl er nu nog veel doorgaand verkeer passeert, zal dit in de toekomst veel minder of niet meer het geval zijn (aangezien op- en afritten van het Vuntcomplex via de Limburglaan en via een nieuw aan te leggen weg vanaf de K.Begaultlaan zullen verlopen). Bij de herstructurering van deze zone kan er bijvoorbeeld

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 40

24/04/2019 17:57


41

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I CHTI N GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

gedacht worden aan een transformatie van de oostelijke bebouwing, waarbij doorzichten en groene ruimtes aan de Dijle worden gecreëerd. Nieuwe woningen aan de oostkant van de steenweg oriënteren zich dan op de Dijlevallei terwijl de bestaande woningen aan de westkant profiteren van de open zichten en nieuwe groene ruimtes en verbindingen. ——

De aansluiting met het Vuntcomplex (Limburglaan) Rond dit kruispunt zou het logisch zijn om een typologie (en programma) te voorzien die qua schaal beter aansluit bij de aanliggende infrastructuur en die dit punt landschappelijk markeert.

——

De zone Wilsele centrum De zone rond het oud gemeentehuis, de Krullevaar’t en Puthof is historisch (zie eerder) de “wieg” van Putkapel. Binnen deze zone nemen het oud gemeentehuis en Puthof een aparte plaats in (die zich vandaag niet vertaalt in een andere aanleg of inrichting). Om deze kleine woonkern optimaal te laten functioneren is er aandacht nodig voor de kruispunten met de dwarse woonstraten en de oversteekbaarheid van de steenweg. Er is momenteel op een aantal plaatsen zowel een strook voor langsparkeren als dwarse parkeerplaatsen in de voortuinstrook (waar het fietspad voor gekruist moet worden en die een groene inrichting van de voortuinen sterk beperkt). Het is wellicht zinvol om te onderzoeken of hier eenduidigere keuzes in gemaakt kunnen worden die zowel de veiligheid als de beeldwaarde (ingroening van voortuinen) van de steenweg ten goede komen.

——

De passage van de Vunt Dit is landschappelijk een belangrijk punt (zie eerder) dat open gehouden moet worden.

——

De zone tussen Pleinstraat en Weggevoerdenstraat Dit is een zone met hoofdzakelijk woningen maar ook andere functies. Hier gelden grotendeels dezelfde bekommernissen als in de zone deelgemeentehuis-Puthof m.b.t. het parkeren en de inrichting van de voortuinen, alsook i.v.m. de oversteekbaarheid van de steenweg. Waar er verschillende niet-woonfuncties naast elkaar liggen kan gezocht worden naar een bundeling van ontsluitingen.

——

Zone tussen Weggevoerdenstraat en de kerk Deze zone kent een hoge concentratie van centrumfuncties (handel, diensten, horeca, gemeenschapsvoorzieningen). Het centrum van Wilsele bedient ook Wijgmaal en passanten op de steenweg. De zone wordt gekenmerkt door een mix van uitgesproken grootschalige volumes en functies en oudere, kleinschalige bebouwing. De herontwikkeling van de zwembadsite kan hier als aanzet dienen voor een verdere herstructurering van deze zone waarbij schaalvergroting kan worden ingezet om de identiteit van het centrum te versterken, om de steenweg lokaal als doortocht te herprofileren, om de open ruimte ten oosten van de spoorweg zichtbaar te maken en om plaats te bieden aan nieuwe functies (bijkomende gemeenschapsvoorzieningen, handel, publieke groene ruimte, maar ook kleinere woonvormen).

——

De zone vanaf de kerk richting Rotselaar Deze zone is landschappelijk belangrijk (zie eerder) om een onderscheid te bewaren tussen Wilsele en Rotselaar. De zichten op de open ruimte (van Wijgmaalbroek) moeten hier maximaal open gehouden worden. Een bijzonder aandachtspunt is hier ook het grote aantal (soms onoverzichtelijke) aansluitingen van een aantal woonstraten op de steenweg (Haestweg, Fierensstraat, Verbroederingsstraat, Schotelveldstraat).

Deze oplijsting is een eerste vingeroefening en vergt verder onderzoek, onder de vorm van een structuurschets voor de volledige steenweg. Het is wel duidelijk dat de steenwegzone mogelijkheden biedt om door middel van schaalvergroting kleinere woningtypes te introduceren gekoppeld aan een reorganisatie van het publiek domein, ruimte voor handel en voorzieningen en een betere relatie met de open ruimte. De zone langs de steenweg wordt daarom geselecteerd als transformatiezone. WESTELIJKE WOONLOB: GROENE RUIMTES EN LANGZAAM VERKEERROUTES LANGS DE VUNT GEKOPPELD AAN WOONONTWIKKELINGSGEBIEDEN De “westelijke woonlob” ligt tussen de Aarschotsesteenweg en de Dijlevallei en bestaat hoofdzakelijk uit verkavelingen uit de jaren ’60 en ’70 die het oorspronkelijk agrarisch stratenpatroon hebben ingevuld. Hierbij zijn een aantal binnengebieden open gebleven. In RSLI werden deze binnengebieden al geselecteerd als woonontwikkelingsgebieden en inmiddels werd hiertoe een RUP opgemaakt (dat omwille van tekortkomingen in de MER deels vernietigd is). De Vunt dient als een groene ruggengraat voor deze woonontwikkelingsgebieden, waar telkens een groene ruimte en fietsverbindingen langs de Vunt worden voorzien. Deze beleidskeuzes worden overgenomen. De Vunt wordt bevestigd als structurerend groenblauw element op niveau van Wilsele, met een landschappelijke maar ook recreatieve en ecologische verbindingsfunctie. Als woonontwikkelingsgebieden blijven de binnengebieden L.Woutersstraat, Brugveldstraat,

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 41

24/04/2019 17:57


42

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I C HT IN GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

Hoogveld, Pastorijweg en J.Haestweg geselecteerd, de Van Der Nootstraat wordt niet opnieuw geselecteerd omwille van moeilijke ontsluiting en eerder beperkte afmetingen. De weerhouden WO’s werden in een RUP geregeld. De RUP’s L. Woutersstraat en Brugveldstraat werden echter omwille van de moeilijke ontsluiting vernietigd, maar worden wel terug hernomen. De westelijke woonlob grenst over een lengte van ca. 2 kilometer aan de open ruimte van de Dijlevallei. In het gewestplan en BPA worden een aantal zones op de grens van de woonkern met de open ruimte al ingekleurd als open ruimte, waardoor er vanaf de straat zichten zijn op de open ruimte tot in Wijgmaal (Remy) ( f i g. 4 1) . De bestaande bebouwing maakt weinig gebruik van de kwaliteit van de open ruimte (op de zone Haestweg na, waarvoor in het RUP woonontwikkelingsgebieden een specifieke typologie werd opgenomen die gericht is op de open ruimte). Op termijn kan er wellicht nagedacht worden over een andere invulling van de rand van de woonkern om de relatie met de open ruimte te optimaliseren.

f i g. 4 1 - Westelijke woonlob

De relatie tussen woonkern en open ruimte kan verder verbeterd worden door het verder uitbouwen van routes voor langzaam verkeer tussen open ruimte en woonkern. Zo kan er ten zuiden van de Weggevoerdenstraat een extra verbinding tussen Van der Nootstraat en Lijnloperspad worden voorzien en ten noorden van de Weggevoerdenstraat een bijkomende verbinding over de Ymeriasite met het verlengde van de Van der Nootstraat. WILSELE-OUD CENTRUM : RELATIE MET DIJLEVALLEI EN FORT AANHALEN Wilsele Oud-Centrum is een kleine “subkern” rond het deelgemeentehuis, tussen Vunt en Dijlevallei. Het zuidelijke deel bestaat uit lintbebouwing langs de Aarschotsesteenweg, het noordelijke deel bestaat uit de “witte wijk” en de woningen van de Meyswijk (Fort) en ten westen van de steenweg uit een aantal dwarse woonstraten tussen Vunt en steenweg. De wijk vertoont weinig samenhang en maakt weinig gebruik van de kwaliteit van de Dijleruimte. Dit deel van de steenweg kent niet alleen veel doorgaand verkeer maar doet vandaag ook dienst als aanvoerroute naar de E314, wat de kwaliteit van de aanpalende woningen bezwaart. Bij de heraanleg van het Vuntcomplex zal de verkeersfunctie van het gedeelte van de steenweg ten zuiden van de Limburglaan /Vuntlaan sterk beperkt worden. De samenhang in de wijk en de woonkwaliteit kan hier verbeterd worden door de relatie met Vunt en Dijle beter uit te werken. Voor de Vunt (die aan de oostelijke zijde begrensd wordt door de bedrijvenzone Holsbeek-Plein en de E314) is het logisch om de principes van de westelijke woonlob verder te zetten en de Vunt als drager van groene ruimtes en recreatieve verbindingen in te richten ( f i g. 4 2) . Verdere bebouwing in tweede orde in de Centrumstraat en Kessel-Losesteenweg zijn niet wenselijk. De bebouwing langs de steenweg ten zuiden van de Oudstrijderslaan kan op

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 42

24/04/2019 17:57


43

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I CHTI N GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

termijn gereorganiseerd worden met het oog op het optimaliseren van de relatie met de open ruimte van de Dijlevallei en van de woonkwaliteit. Een beperkte schaalvergroting gekoppeld aan het voorzien van een grote groene publieke ruimte behoort hier tot de opties. Samen met het verbeteren van de link met de Meyswijk en het herinrichten van de open ruimte bij de Meyswijk en langs de Wijgmaalsesteenweg biedt een transformatie van de zuidelijke sectie van de Aarschotsesteenweg grote mogelijkheden voor recreatie in open lucht (sport, jeugdvoorzieningen,recreatieve landbouw, …) ( f i g. 4 3 ) . Voor de bebouwing ten zuiden van de Vuntlaan tussen de steenweg en de E314 kan gezocht worden naar een typologie waarin wonen en werken gecombineerd worden en waarbij bvb. kleinschalige bedrijfsgebouwen een buffer kunnen vormen naar de E314 toe. De omgeving van de A.Meyswijk en Puthof liggen in buffergebied volgens het gewestplan: de zone wordt geselecteerd als gemengd openruimtegebied om een landschappelijke kwalitatieve inrichting met mogelijkheden voor recreatie en het beter inpassen van de bestaande woonfuncties toe te laten. Langsheen het Puthof kan een fietsverbinding gemaakt worden tussen het Vuntpad en het Lijnloperspad.

f i g. 4 2 - Wilsele Oud-Centrum Vunt verder ingroenen en betere linken met Dijlevallei

f i g. 4 3 - Fort Wilsele Groene corridor en potenties recreatie

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 43

24/04/2019 17:58


44

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I C HT IN GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

OOSTELIJKE WOONLOB : GEEN VERDERE VERDICHTING De oostelijke woonlob ligt ten noorden van de Eendenbroekstraat en ten oosten van de spoorlijn naar Aarschot. Dit gebied is quasi volledig verkaveld en bestaat grotendeels uit grondgebonden gezinswoningen (waarvan een goed deel van oorsprong gebouwd door de sociale huisvestingsmaatschappij – met name de wijk Bavenhof). Door de ligging in de Wingevallei is het hele gebied bijzonder overstromingsgevoelig ( f i g. 4 4 ) . Bovendien wordt de wijk slechts op 2 plaatsen ontsloten op de Aarschotsesteenweg ( f i g. 4 5 ) . Verdere verdichting door opdelen van percelen of woningen of door het vervangen van open bebouwing door halfopen bebouwing is hier dan ook niet wenselijk. Een missing link in het fietsnetwerk is een noordzuid-fietsverbinding parallel met de spoorlijn als alternatief voor de Aarschotsesteenweg – een mogelijke locatie voor deze route is doorheen de oostelijke woonlob, naast het spoor of via de Prinsstraat. Er moet onderzocht worden of de nieuwe fietsroute kan gecombineerd worden met het voorzien van een geluidsmuur achter de woningen van de Bunswijkstraat-Prinsstraat.

f i g. 4 4 - Geen verdichting in oostelijke woonlob - waterproblematiek

f i g. 4 5 - Geen verdichting in oostelijke woonlob - ontsluiting

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 44

24/04/2019 17:59


45

BELE IDS KAD E RS VO O R D E STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I CHTI N GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke La a g v la kt e

/3/2 Een bovenlokaal voorzieningencentrum Wilsele heeft een uitgebreid voorzieningencentrum langsheen de Aarschotsesteenweg dat de eigen kern maar ook omliggende kernen bedient. Vooral de sectie tussen Weggevoerdenstraat en kerk kent een hoge concentratie handelsfuncties en gemeenschapsvoorzieningen ( 2 scholen, kribbe, ontmoetingscentrum, RVT, zwembad en sporthal, jeugdhuis, …). Deze zone wordt beschouwd als een multifunctioneel centrum en er wordt voorgesteld om hier een concentratie van handels- en gemeenschapsfuncties na te streven. Wilsele is in het noordelijk stadsdeel dé kern die functioneert als bovenlokaal centrum. Zoals hoger aangehaald is het nuttig om voor de centrumzone een masterplan uit te werken waarin de optimale invulling van deze zone op lange termijn wordt onderzocht. De herontwikkeling van de zwembadsite geeft hier al een voorzet toe. Een zekere schaalvergroting -gecombineerd met het voorzien van publieke ruimte, doorzichten naar de open ruimte ten westen van de spoorweg alsook een inrichting van de publieke ruimte aan de steenweg als verblijfsruimte- kan in deze zone wellicht bijdragen tot een betere afbakening en versterking van het centrum en tot het introduceren van woningtypes die beter afgestemd zijn op de specifieke locatiekenmerken (steenweg-spoorweg). De jeugdlokalen ten oosten van de spoorweg langsheen de Berghoekstraat kunnen in samenhang met de voorzieningencluster rond de zwembadsite geselecteerd worden als gemengd openruimtegebied. Behalve de zwembadsite telt Wilsele nog andere zones voor recreatie: de voetbalvelden aan de Verbroederingstraat, het skatepark, de visvijver en speelveld aan het Fort en de lokalen van het oud- deelgemeentehuis (die o.m. voor sport gebruikt worden). Deze sites worden best samen bekeken met de recreatiegebieden in Wijgmaal en het “nieuwe open ruimte gebied” aan de Wijgmaalsesteenweg om te komen tot een optimale invulling, afstemming en goede onderlinge (fiets)verbindingen. Het zou dan ook logisch zijn om een masterplan voor recreatie (en gemeenschapsvoorzieningen) in Wijgmaal en Wilsele op te maken.

/3/3 Multimodale ontsluiting van Wilsele De Aarschotsesteenweg heeft vandaag nog een regionale verbindingsfunctie. Deze kan (zeker na de heraanleg van het Vuntcomplex) sterk afgebouwd worden, aangezien de E314 deze rol moet opnemen. De steenweg doet dan nog dienst als verbinding met de buurgemeenten (en als ontsluiting van woonstraten en aanpalende functies). Tussen de Weggevoerdenstraat en de kerk moet de steenweg ingericht worden in functie van het faciliteren van de centrumfunctie en op het verbeteren van de verblijfskwaliteit. In de studie naar een regionaal openbaarvervoersnetwerk wordt een hoogwaardige openbaarvervoersverbinding tussen Leuven en Aarschot voorzien over het grondgebied van Wilsele. Of deze verbinding via de steenweg dan wel parallel met het spoor komt, is nog niet uitgeklaard. In elk geval zal de kern van Wilsele beter ontsloten worden met openbaar vervoer, wat de centrumfunctie van Wilsele ondersteunt. Rekening houdend met de functionele linken tussen Wijgmaal en Wilsele is het wenselijk om de onderlinge fietsverbindingen te verbeteren (zie ook eerder). Concreet moet er vooral vanuit de Van der Nootstraat (ten zuiden van de Weggevoerdenstraat) een bijkomende toegang naar het Lijnloperspad gerealiseerd worden en vanaf de Ymeriasite een verbinding naar het fietspad in het verlengde van de Van der Nootstraat (ten noorden van de Weggevoerdenstraat). De fietsverbinding met de binnenstad en Kessel-Lo zal parallel met de spoorlijn verlopen (met aansluiting op het fietspad langs de Kesseldallaan/Eénmeilaan en het fietspad langs de Vaartdijk). Daarnaast kan een doorlopend fietspad langs de Vunt een recreatieve route tussen verschillende woonwijken en de omgeving van het Fort vormen.

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 45

24/04/2019 17:59


46

BE LE IDS KAD E RS VO OR DE STA DSDELEN EN DEELSYSTEMEN  /

R I C HT IN GG EV EN D

S ta ds deel No o rdelijke Laagvlakt e

6

Krachtlijnen voor het Stadsdeel Noordelijke Laagvlakte Het behoud van afzonderlijke compacte kernen in een open en groen landschap is een belangrijk uitgangspunt in het noordelijk stadsdeel. Dit impliceert dat de open ruimtes van Dijle-, Vunt- en Wingevallei als structurerend worden beschouwd en grenzen stellen aan de bebouwing. Het ingroenen van de Dijle ter hoogte van Ymeria, en het supprimeren van het centrale deel van de bedrijvenzone langs de Wijgmaalsesteenweg zijn de twee belangrijkste ingrepen nodig om de continuïteit van de open ruimte te garanderen. De open ruimte in de noordelijke laagvlakte is overstromingsgevoelig: in de kernen moet dan ook omzichtig omgesprongen worden met verdichting en verharding. Vooral voor de oostelijke woonlob van Wilsele, die grenst aan de moerassige Wingevallei, is verdichting geen optie. In Wijgmaal, dat zijn sterke morfotypologische samenhang en rijkdom aan erfgoed dankt aan de planmatige ingrepen van Remy, zal de focus liggen op het behoud, versterken en beheren van erfgoedpanden en clusters. Daarnaast is een typologisch “strikt” beleid wenselijk en moet omzichtig worden omgesprongen met schaalvergrotende ingrepen. De enige locaties waar schaalvergroting (en kleinere woningtypes) tot de mogelijkheden behoort, zijn de Remysite (waar het inplanten van bijkomende kantoren wordt tegengegaan ten voordele van een meer multifunctionele invulling), de bedrijvenzone aan Wijgmaalbrug (in functie van een herbestemming) en de woonontwikkelingsgebieden Wakkerzeelsebaan-Ursulinenstraat (gekoppeld aan een nieuwe groene publieke ruimte). De herontwikkeling van de Ymeriasite biedt -naast de optimalisatie van de voetbalinfrastructuur- mogelijkheden om de historische link tussen de Ymeria- en Remysite terug zichtbaar te maken, om het Dijle-eiland te “herstellen”, om van de site een ontmoetingsplaats aan het water te maken en om een nieuwe verbinding voor langzaam verkeer aan te leggen (die aansluit op de noordelijke sectie van de Van der Nootstraat). Aansluitend bij de woonontwikkelingsgebieden Wakkerzeelsebaan-Ursulinenstraat is er een beperkte uitbreiding van de woonzone langs het woonfragment Wakkerzeelsebaan en langs de Kroonstraat (gekoppeld aan een ondertunneling van het spoor.) De nieuwe groene ruimte in deze zone draagt samen met de heraanleg en ingroening van het stationsplein bij aan een beter groenaanbod in de woonkern. In Wilsele staat het behoud van de grondgebonden gezinswoningen in een groene omgeving voorop. Langsheen de Aarschotsesteenweg zijn er mogelijkheden om kwaliteitsverbeteringen (woonkwaliteit, publiek domein, handelsruimte, zichten op open ruimte verbeteren, …) te realiseren door in een aantal zones transformaties toe te laten waarbij bebouwing van een grotere schaal wordt ingezet. Het verder ontwikkelen van de Vunt als drager van groene ruimte en routes voor langzaam verkeer draagt bij aan de landschappelijke kwaliteit en de woonkwaliteit in Wilsele. Het functioneren van het voorzieningencentrum van Wilsele kan versterkt worden door in deze zone een aangepast beleid te voeren dat de vestiging van niet-woonfuncties ondersteunt en door de heraanleg van de publieke ruimte maximaal af te stemmen op de centrumfunctie. De herontwikkeling van de Zwembadsite zal bijdragen aan de uitstraling van het centrum van Wilsele. Voor Wilsele is een goede fietsverbinding met binnenstad en Kessel-Lo mogelijk, parallel aan de spoorweg. De noordelijke laagvlakte heeft -als geheel- nog belangrijke recreatieve potenties. De herontwikkeling van de zwembadsite in Wilsele en de Ymeriasite in Wijgmaal, maar ook van de omgeving van het Fort, de sporthal in Wilsele, de terreinen van Verbroedering Wilsele, de site van het oud-deelgemeentehuis, … bieden kansen om een sterk recreatief netwerk uit te bouwen. Al deze sites liggen op korte afstand van elkaar en bieden mogelijkheden om een link te maken met recreatie in de open ruimte. Hierbij is het van belang om te streven naar complementariteit tussen de verschillende locaties in Wijgmaal en Wilsele, om te zorgen voor goede onderlinge fietsverbindingen en om de sites zoveel mogelijk te koppelen aan zachte recreatie in de open ruimte (Dijlevallei tussen Wijgmaal & Wilsele, Wijgmaalbroek, Vaart).

RSL2

RS_BOEK-10_DEEL-4.2_NOORDELIJK_190424.indd 46

24/04/2019 17:59


/

""'CJ (/)

r

:::0

--1 C )> :::0 -

ze � n --1 m --1

er CL ;o ::,;;;:

2

BELEIDSKADERS VOOR DE STADSDELEN EN DEELSYSTEMEN

/ Stadsdeel Noordelijke Laagvlakte


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.