Stadswerkmagazine special nieuw eigenaarschap

Page 1

NIEUW EIGENAARSCHAP

IN DE OPENBARE

RUIMTE

• Speciale gezamenlijke uitgave van NVRD en Vereniging Stadswerk Nederland | najaar 2016

Van burgernaar overhe idsparticipatie


PLAN terra » » » » » » »

ADVERTORIAL

Voor Du Pré groenprojecten is participatie bekend terrein

I

n het najaar van 2014 startte Du Pré een buurtproject in Eindhoven. Van het met de buurt opstellen van de ontwerpuitgangspunten, tot en met het ontwerp en de uitvoering, alles viel onder de verantwoording van Du Pré. Het succes van het project ligt in het betrekken en verantwoordelijk maken van één partij, inclusief meerjarig onderhoud. Daarmee is Du Pré als aannemer aanspreekpunt voor de bewoners. Zij hebben rechtstreeks contact en dat haalt de uitvoerder uit de anonimiteit en medeverantwoordelijk. In het voorjaar van 2015 werd het project uitgevoerd en onlangs ontvingen wij het volgende compliment:

‘Het is intussen alweer meer dan een jaar geleden dat wij samen gezeten hebben mbt de inrichting van het Mignotveld. Intussen is dit gebeurd. Zoals jullie ervaren hebben, zijn wij buurtbewoners kritisch. Dit neemt niet weg dat een dank je wel en compliment ook zeker op zijn plaats is. Ik liep zelf gisteren door en over het Mignotveld en kon echt genieten van de prachtige inrichting van de plantvakken! Uiteraard zijn er vast links en rechts kritische noten te plaatsen maar ik wil jullie namens mijzelf wel een groot compliment geven voor deze inrichting!’


Inhoud september 2016

05

Colofon Dit is een uitgave van Virtùmedia, in samenwerking met Vereniging Stadswerk Nederland en NVRD. © 2016

06

Redactie

Bas Peeters Maarten Loeffen Michiel G.J. Smit Anneloes Voorberg

Advertenties

08 8

Virtùmedia, Ewout van Haaften, evanhaaften@virtumedia.nl Albert van Kuijk, avankuijk@virtumedia.nl 030-692 06 77

10 13

Ontwerp en vormgeving

14

Druk

17

Twin Media BV, Joyce Dekker

Veldhuis Media, Raalte

12 18

Informatie

info@stadswerk.nl of post@nvrd.nl

Coverillustratie

enaissance van de R burgercoöperatie Coöperatie Stationspark Deurne zet de toon (Michiel G.J. Smit)

ijn we er klaar voor? Z Column (Sander Lubberhuizen) urf aan de kant te gaan staan D (Maarten Loeffen) eningen over ‘goed’ M eigenaarschap eten in welke context je opereert W Burgerbetrokkenheid volgens het PON (Michiel G.J. Smit}

22

Papier: Circle Offset

nders kijken naar burgerkracht A (Jan Willem Zeelenberg)

ijf tips om burgers te betrekken V (Anneloes Voorberg)

20

iStock

ieuw eigenaarschap in N de openbare ruimte Voorwoord (Olaf Prinsen en Maarten Loeffen)

en duivels dilemma E (Frans de Vijlder) marm complexiteit! O Groenbeheer complexer én interessanter door meervoudige doelstelling (Michiel G.J. Smit)

20 NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

3


ADVERTORIAL

Is de Nederlander voorbereid op een wolkbreuk?

V

olgens OneWorld is in Nederland ruim 7 procent van het landoppervlak versteend. Daarmee is het, na Malta, het meest ‘versteende’ land van Europa, ver boven het Europees gemiddelde van 2 procent. Het toegenomen percentage verhard oppervlak heeft negatieve effecten voor het afvoeren van regenwater tijdens zware buien, wat volgens de KNMI in de toekomst vaker gaat gebeuren. Hier waarschuwt André Pes, afwateringsspecialist bij ACO ook voor. Door de Waterwet van 2008 zijn niet de gemeente, maar perceeleigenaren verantwoordelijk voor de afvoer van hemelwater door het water te bergen of in de aarde te laten infilteren. Lozen op het gemeentelijk riool is niet de bedoeling. Veel gemeenteriolen zijn daar ook niet op berekend. Burgers moeten meer geïnformeerd worden over hun verantwoordelijkheid. Het is de vraag of het daarbij moet blijven of dat belonende (subsidie) of bestraffende (geen vergunning) maatregelen hier aan toegevoegd moeten worden. Volgens stichting RIONED, de overkoepelende organisatie voor gemeentelijke rioolbedrijven, dragen particulieren een verwaarloosbaar klein aandeel bij aan de afkoppeling van regenwater. De vraag is natuurlijk: wat kunnen de particulieren doen om ook hun steentje bij te dragen? De aanleg van een watervriendelijke tuin is een praktische tip van André Pes.

Watervriendelijke tuin Een simpele, maar effectieve tip is het niet volledig betegelen van de tuin, maar ook ruimte te reserveren voor beplanting. Ook halfverharding, zoals grint, of een kleiner formaat tegels bij de aanleg van de tuin kan veel schelen bij de afvoer van regenwater. De tuin wordt hierdoor niet alleen regenbestendig, maar het vergroot ook de biodiversiteit en de aantrekkelijkheid van de tuin. Een andere tip van André Pes is het opvangen van regenwater door middel van een eenvoudig infiltratiesysteem. Bij hevige regenval wordt het water in de bodem geïnfiltreerd. Dit houdt in dat het snel wordt opgevangen en langzaam wordt afgegeven aan de bodem. In droge periodes heeft beplanting in de tuin hier baat bij.

Over ACO ACO is specialist in afwatering en beheerst de gehele afwateringsketen, van het opvangen van (regen)water tot het afgeven aan bodem, riool- of oppervlaktewater. Het bedrijf biedt producten, maar vooral kennis, service en support. De ACO-groep staat wereldwijd voor kwaliteit, ervaring en innovatie op het gebied van afwateringstechniek en biedt producten op het gebied van: Collect, Clean, Hold, Release. Belangrijkste doelgroepen zijn consumenten en professionals op het gebied van Bouwtechniek, Civiele Techniek en Installatietechniek. Meer weten? www.aco-easygarden.nl


Nieuw eigenaarschap in de openbare ruimte Voorwoord

olaf Prinsen Directeur NVRD

N

ederlanders vinden het beheer van de openbare ruimte nog steeds primair een verantwoordelijkheid van de overheid. De gemeente moet zorgen voor een schone, hele en veilige openbare ruimte. Maar het is al lang niet meer vanzelfsprekend dat ze deze taak ook zelf uitvoert. Wie om zich heen kijkt, ziet verzelfstandigde uitvoeringsorganisaties, bedrijven en actieve burgers die in de weer zijn om onze fysieke leefomgeving op orde te houden of mooier te maken. Er lijkt een nieuw eigenaarschap in de openbare ruimte te ontstaan. En dat roept vragen op. Waar beginnen en eindigen verantwoordelijkheden en hoe kunnen we samenwerking organiseren? En dat is nog niet alles. Het ontwerp en beheer van de open-

Maarten Loeffen

Directeur Vereniging Stadswerk Nederland

bare ruimte wordt steeds vaker en nadrukkelijker ingezet voor andere (gemeentelijke) beleidsdoelstellingen. We willen bijvoorbeeld mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt weer aan de slag helpen door ze in te zetten voor beheertaken. Ook willen we dat onze openbare ruimte bijdraagt aan de oplossing van klimaat- en milieuvraagstukken en zoeken we ruimte voor burgerinitiatief. Daarvoor formuleren we ‘integrale beleidsdoelstellingen’ en vragen onze professionals om daarmee aan de slag te gaan. Dat is geen eenvoudige opgave. Veel NVRD en Stadswerk leden geven op dit moment invulling aan dit nieuwe eigenaarschap in de openbare ruimte waarbij de gebruiker centraal staat en tegelijk bovengenoemde belangen meespelen. Dit brachten we in beeld door een reeks aan werkbijeenkomsten te organiseren. In dit magazine presenteren we de kennis die we in de praktijk verzamelden. Daarnaast

schetsen Jan Willem Zeelenberg en Frans de Vijlder het theoretisch kader dat aan deze maatschappelijke ontwikkelingen ten grondslag ligt. Binder Groenprojecten en de gebiedscoöperatie Deurne laten zien hoe uitvoerende bedrijven en (georganiseerde) burgers in de praktijk inhoud geven aan gebiedsverantwoordelijkheid. Met dit magazine willen we onze leden prikkelen om hun gedachten, hun kennis en hun praktijkervaringen met ons en elkaar te delen. Dit hebben we allereerst gedaan tijdens de NVRD themadag Beheer Openbare Ruimte op 13 september waarbij een aantal van de artikelen uit dit magazine is gepresenteerd. Ook tijdens Future Green City (29 november t/m 1 december) is er volop gelegenheid om u verder te verdiepen in dit vraagstuk. Dat is goed voor iedereen, want samen weten we meer!

NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

5


Anders kijken naar burgerkracht Geen tijdperk van verandering, maar een verandering van tijdperk, noemt vernieuwend denker Jan Rotmans de periode waarin we leven. In het openbaar bestuur zouden we kunnen spreken over de transitie ‘van bestuurskracht naar burgerkracht’. Mooi gezegd, toch? Maar, wat komt daar bij kijken?

V

anaf de Tweede Wereldoorlog hebben we onze verzorgingsstaat vanuit de ‘verzuilde samenleving’ getransformeerd naar de geïnstitutionaliseerde overheid. Vanaf de jaren ’80 hebben we hier de private markt bij betrokken en zijn overheden, plus de uit hen ontstane uitvoeringsorganisaties, zich steeds meer bedrijfsmatig gaan gedragen. We beschikken nu dus over een bijna industrieel georganiseerde verzorgingsstaat, door democratisch gekozen bestuurders geleid. Ook de uitvoerende organisaties die we hierbij ontworpen hebben, zijn industrieel georganiseerd, met een management, afdelingen en gestandaardiseerde processen en hebben zelf ook veel kenmerken van een ‘interne verzorgingsstaat’. En nu moet het anders. Waarom en hoe? Gaat het alleen om geld, om bezuinigingen? Nee! Wat we op allerlei terreinen waarnemen is dat we ons in een overgang bevinden naar een nieuw paradigma. Met onze

6  NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

Jan Willem Zeelenberg (Zeelenberg | Adviseurs voor mens en organisatie)

huidige manier van denken, kijken en handelen, kunnen we complexiteit van de 21e eeuw niet meer aan en het past niet meer bij het nieuwe wereldbeeld dat we ons aan het vormen zijn. Met de wetenschappelijke revolutie en de verlichting in de 16e, 17e en 18e eeuw, uitmondend in de industriële revolutie in de 19e en 20e eeuw, maakten we de overgang van het ‘machts-’ naar een ‘beheersingsparadigma’. Nu bevinden we ons weer in zo’n transitieperiode en wel naar het volgende paradigma, dat zich laat aanzien als gebaseerd op betrokkenheid- en/of verbinding (zie figuur 1).

Ons huidige beheersingsparadigma heeft veel korter stand gehouden dan het voorgaande op macht gebaseerde. Eddie Obeng zegt hierover: ‘de verandersnelheid haalt ons leren in’ (zie ook figuur 2).1 In een nieuw paradigma gelden heel andere en nieuwe ‘wetten’. Thomas Kuhn, de bedenker van dit begrip (1962), noemde een dergelijke overgang dan ook een periode van anomalie (letterlijk wetteloosheid). Als we dus proberen deze transitie vorm te geven met de bestaande inzichten en methoden dan zullen we de boot missen, terwijl de transitie ook zonder ons gewoon plaatsvindt. Downloaden vanuit het verleden en vanuit de bestaande patronen moeten we afleren. Om met Otto Scharmer te spreken:2 ‘we moeten anders gaan kijken’ (zie figuur 3). Door anders te kijken zien we dat de transitie voor wat betreft de veranderende relatie tussen (lokale) overheid en maatschappij is te verbeelden als in figuur 4: de diagonale blauwe pijl laat de noodzakelijke verandering in bestuurskracht zien. Bestuurskracht werd tot voor kort kwantitatief gedefinieerd en sterk bezien vanuit een verticale sturings-


relatie tussen bestuur en samenleving. Op heel veel plaatsen kunnen we initiatieven en experimenten waarnemen waarbij gemeenten proberen deze verticale verhouding te kantelen.3 Bestuurskracht zal zich gaan uiten in de inhoud en de vorm van bestuur en beleid, en uitvoering die bijdraagt aan de kanteling waarbij de samenleving de verantwoordelijkheid voor de verzorgingsstaat deels overneemt. Als we ‘anders kijken’ naar burgerkracht dan zien we van tijd tot tijd dat er potentieel heel veel van aanwezig is. Maar hoe maken we dit manifest? De afgelopen decennia van de geïnstitutionaliseerde verzorgingsstaat hebben van ons burgers overheidsconsumenten gemaakt4 waarbij vanzelfsprekendheid een grote rol speelt. Figuur 1: Ontwikkeling van paradigma’s. (bron: De Cubrix, Marcel van Marrewijk, Creative Commons 2011)

Een transitie waar we hierover spreken, van beheersingsparadigma naar betrokkenheidsparadigma vraagt om een diepgaande dialoog over wereldbeelden en waarden, inhoud dus. Eerst hierna kunnen we spreken over de veranderende vormen, de transformatie om dan ons gedrag te veranderen. Als we op het niveau van onze visie en onze waarden als overheid met burgers in dialoog gaan, dan zal synergie ontstaan waarbij Burgerkracht x Bestuurskracht tot Samenlevingskracht zal leiden.

Noten Zoek voor een nadere toelichting op www.youtube.nl op ‘Smart failure for a fast-changing world, Eddie Obeng’. 2. Theorie U, Otto Scharmer. Uitg.Christofoor 2010; en: Leiden vanuit de toekomst (die zich aandient), Otto Scharmer en 1.

Inclusiviteit complexiteit

Verbinding

Een impressie van de betekenis van deze transitie voor medewerkers en leidinggevenden hebben we gevisualiseerd in een animatiefilmpje dat u op youtube terug kunt vinden door te zoeken op ‘wisselende wereldbeelden’. Inmiddels bereiden wij in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam een methode voor ‘samenlevingskracht-onderzoek’ voor. Gemeenten die hierin geïnteresseerd zijn en/ of hieraan willen deelnemen geven wij graag nadere informatie.

Website

www.zeelenberg.nl

Old World

New World

Beheersing

Rate of change

Macht

Rate of learning

Figuur 2: De verandersnelheid haalt ons leren in.

Ontwikkeling vrijheidsgraden 1950 1960 1970 1980 1990

DOWNLOADEN van patronen uit het verleden

PRESENTEREN resultaten bereiken door praktijken en infrastructuren

Hoge overheidsuitgaven

Figuur 4: Verhouding tussen samenleving en publieke sector. (bron: Jan Willem Zeelenberg 2012)

Overheidsinitiatief

De markt neemt de zorg over

e lijk ur t stu ach be dr k- op litie ste po rijk Uw lang be

De ‘industrieel’ ontworpen verzorgingsstaat na WOII

OPEN HART

2000 2010

De verhouding tussen samenleving en publieke sector De situatie

Figuur 3: Theorie U van Otto Scharmer (2010).

Katrin Kaufer. Uitgeverij Christofoor 2013. Verandering van tijdperk, Jan Rotmans, Aneas 2014. 4. Werken aan de wakkere stad, Jan van Ginkel en Frans Verhaaren, Uitgeverij Vakmedianet 2015. 3.

Samenlevingsinitiatief

De context

Afbraak van de verzorgingsstaat: “Ieder voor zichzelf”

Duurzame samenleving: “De ander en het andere ‘dat ben ik’”

Lage overheidsuitgaven

De verzuild ontworpen ver­ zorgingsstaat voor WOII

NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

7


Van grauw naar groen: een elektriciteitshuisje bij het station wordt beplakt met een natuurafbeelding.

Coöperatie Stationspark Deurne zet de toon

Renaissance van de burgercoöperatie Coöperaties zijn de laatste jaren in trek om burgerinitiatieven van de grond te krijgen. Een model dat rond 1900 in trek was, beleeft een wederopstanding. Waarom slaat het aan en hoe gaat men te werk? We vroegen het Michel Lintermans, initiatiefnemer van Coöperatie Stationspark Deurne. 8  NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

Tekst Michiel G.J. Smit

I

k reis veel met de trein en zie dat vooral de grotere stations allerlei voorzieningen voor reizigers krijgen’, zegt Lintermans. ‘Kleinere stations, zoals dat in mijn woonplaats Deurne, blijven daarbij achter. Het zijn vaak grauwe plekken met nauwelijks voorzieningen. Daar wilde ik wat aan veranderen.’


Bij het stationsgebied van Deurne is dat inmiddels goed gelukt. Het initiatief om de directe omgeving van het station te verduurzamen en daarmee aantrekkelijker te maken voor reizigers en bewoners won in 2015 de Pluk van de Pettefletprijs, een landelijke prijs van natuur- en milieufedraties om natuur en milieu in Nederland te verbeteren.

mensen op straat aangesproken en uitgelegd wat mijn plannen waren. Al gauw had ik vijftig bewoners en veertig ondernemers bij elkaar die zich betrokken voelden. Dat aantal groeit nog steeds.’ Een coöperatie oprichten is niet moeilijk volgens Lintermans. ‘Net als bij een “gewoon” bedrijf heb je een plan en een doelstelling nodig. Ik heb ook

Een coöperatie oprichten is niet moeilijk Maar het succes kwam niet vanzelf. Lintermans: ‘In het begin werd ik niet serieus genomen door NS en Prorail. Ik denk dat ze niet zo gewend waren om hun programma af te stemmen met burgerinitiatieven. Met de gemeente was het contact wel van meet af aan goed, die zijn er beter op ingericht. ‘ Lintermans richtte een gebiedscoöperatie op om de samenwerking met de gemeente te stroomlijnen en om serieuzer genomen te worden door NS en Prorail. ‘Ik heb gewoon aangebeld en heb

hulp gehad van het adviesbureau Coopnet, die zijn daarin gespecialiseerd.’

Kantelpunt

De oprichting van een gebieds­ coöperatie was een kantelpunt. De organisatie werd door NS en Prorail als een serieuze gesprekspartner gezien. Daardoor konden initiatieven van de grond komen en kon ook resultaat getoond worden. Zoals een watertappunt, een oplaadpunt op zonne-energie voor mobiele telefoons, een ‘koffiekeet’

voor mensen die met groenonderhoud bezig zijn, een roestvrijstalen fietspomp bij het fietsservicepunt, een boekenkast voor ruilboeken. En veel aandacht voor bloemen en planten rond het station. Omdat NS en Prorail hier gaandeweg de meerwaarde van inzagen, hebben ze ook meebetaald aan diverse voorzieningen. ‘Ze zagen dat het geen luchtfietserij was wat ik voorstelde.’ Lintermans heeft ook contact gezocht met de Groene Campus van Helicon MBO Helmond en diverse bedrijven, waarbij leerlingen groene ontwerpen maakten voor het gebied. ‘De studenten kwamen met vaak futuristische ontwerpen die in de praktijk niet zo goed toepasbaar waren maar ze zorgden wel voor een verfrissende kijk.’ Lintermans heeft door de succesvolle ontwikkeling van het stationsgebied van Deurne de smaak te pakken gekregen en is nu ook op andere plekken bezig om vanuit de wensen en ideeën van burgers plekken beter en mooier te maken. Wat begon als idealisme, begint ook steeds meer broodwinning te worden. Wat zijn de kernpunten van zijn manier van werken? ‘Je moet uitgaan van verbinden en samenwerken en vanuit de inhoud aan iets werken. Bij ons zijn dat de drie P’s van people, planet en prosperity.’

Websites

www.stationsparkdeurne.nl www.degroenecampus-eu.nl

Michel Lintermans: ‘In het begin werd ik niet serieus genomen door NS en Prorail.’

NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

9


5 tips om burgers te betrekken Gemeenten doen het steeds meer: loslaten, ruimte geven, taken overdragen aan burgers. Maar hoe doe je dit en wat levert het op? Vereniging Stadswerk Nederland en NVRD bezochten de afgelopen maanden verschillende voorbeelden in het land en zetten vijf tips op een rij. 10  NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

Foto www.dewoudklank.nl


V

an oudsher is de gemeente verantwoordelijk voor het beheer van de openbare ruimte. Zij onderhoudt het groen, de wegen, het straatmeubilair en de speelplekken en zorgt dat het schoon en netjes blijft. Dit is belangrijk voor de bewoners die er spelen, lopen, fietsen of de hond uitlaten. Bewoners zien dan ook graag dat dit beheer goed gebeurt en zijn soms zelfs bereid daar actief aan bij te dragen, zeker als de gemeente - vanwege bezuiniging of koerswijziging - besluit minder te doen.1 Tegelijkertijd neemt de gemeente steeds vaker de regierol en laat de uitvoering inclusief participatie van burgers over aan aannemers of de verzelfstandigde beheerorganisatie. Dit alles betekent dat de rollen en taken van gemeenten, bewoners en professionals bij het beheer diffuser worden: per gebied, taak en in de tijd kan dit verschillen. Dit maakt het werk ingewikkelder maar ook interessanter! Inmiddels is er veel

ervaring opgedaan en kunnen gemeenten en professionals veel van elkaar leren.

Uitgelicht: bijeenkomst Stadswerk-regio Randstad

Tijdens goed bezochte werkbezoeken aan de gemeenten Eindhoven, Nieuwegein, Leeuwarden, Venlo en Rhoon en tijdens de werksessie in de gemeente Amersfoort namen 280 deelnemers van 68 gemeenten en andere bedrijven bij elkaar een kijkje in de keuken en deelden ervaringen en goede voorbeelden over beheren samen met bewoners. Er zijn veel tips uitgewisseld, waar we er nu vijf van uitlichten: hoe ga je als gemeente om met bewoners­participatie bij het beheer van de openbare ruimte?

Tip 1: Waardeer het kleine Het is mooi als burgers wat willen doen of een idee hebben. Initiatiefnemers zijn aan het begin erg enthousiast, grijp dit aan! Wees niet teleurgesteld als het bij een eenmalige actie blijft. Soms is het effect op andere terreinen onverwacht groot, zoals nieuwe sociale contacten. Laat blijken dat je de inzet waardeert door bijvoorbeeld elk jaar de vrijwilligers in het zonnetje te zetten, zoals in Nieuwegein gebeurt. Als je klein start, kan je bij succes altijd nog een volgende stap zetten.

Tip 2: Zoek de samenwerking met de uitvoerders

Anneloes Voorberg NVRD en Vereniging Stadswerk Nederland

De uitvoering van het beheer wordt steeds meer door uitvoeringsorganisaties gedaan, met de gemeente in de regierol. Deze uitvoerders staan dicht op de praktijk en hebben daarmee korte lijnen naar de burgers. Zet hun kennis en vaardigheden in om burgers te betrekken. Dit kan via bestekken en aanbestedingen (zoals bijvoorbeeld in Leusden en Dordrecht). Geef hiervoor ook

De Stadswerk-regio Randstad organiseerde de inhoudelijke werksessie ‘Anders kijken naar burgerparticipatie’. Deze bijeenkomst sloot naadloos aan bij de regiobijeenkomsten van Stadswerk en NVRD die de leidraad vormen van dit artikel. In een rollenspel werd een reëel bestaand burgerinitiatief nagespeeld uit de Amersfoortse wijk Nieuwland. Het opheffen van een speeltuin, het aanleggen van een moestuin, verbreding van de snelweg A1 en kap van een groot aantal bomen vanwege de kastanjebloedingsziekte waren de voornaamste ingrediënten. De uitkomsten van de verschillende teams werden vervolgens gespiegeld aan hoe het werkelijk is verlopen. Dat leverde veel interessante inzichten op. We geven de tien voornaamste hieronder puntsgewijs weer.

1. Luister vanuit respect naar elkaar 2. Wees transparant, helder en duidelijk 3. Weet wat elkaars belangen zijn 4. Durven loslaten - ‘hoe kan het anders’ 5. Begrip voor elkaars leefwereld 6. Betrokkenheid en wederzijds vertrouwen 7. Eigenaarschap bij bewoners 8. Begin klein, daar waar het kan (ook al is er maar een kleine groep bewoners actief) 9. Meer faciliterend en adviserend 10. Wees creatief! Met dank aan Martin Visser (Vischi) en Annet Muller (LisAdvies)

ruimte in budgetten en flexibiliteit in de uitvoering.

Tip 3: Wees faciliterend Een gemeente moet haar burgers faciliteren. Zeker als iemand met een idee komt, is niets zo vervelend

NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

11


Nabrander

Micha Giltay van de gemeente Nieuwegein, gastheer bij een van de werkbezoeken, heeft nog een welgemeende nabrander ‘Wees enthousiast, merk de aandachtspunten op maar richt je aandacht vooral op de positieve zaken in het proces en draag dit uit. Vertel het verhaal door! Want alles wat je aandacht geeft, groeit. Dit werkt echt!’

als van het kastje naar de muur gestuurd worden. Luister naar het idee en zoek samen naar wat nodig is. Dit kan een contactpersoon zijn, een ingang tot subsidie of gereedschap. En misschien zelfs wel de mogelijkheid om de regie over het beheer als wijk over te nemen, zoals in Rhoon is gebeurd. Maatwerk en een positieve insteek is hierbij essentieel.

capaciteiten en middelen nodig. Het is te simpel om te veronderstellen dat (delen van) het beheer overdragen een besparing oplevert. Het kost namelijk tijd en toch ook vaak nog budget (bijvoorbeeld voor communicatie). Ook de gevraagde competenties van gemeenteambtenaren worden anders: van het maken en controleren van bestekken moet men nu in gesprek met bewoners en zorgen dat werkzaamheden goed worden afgestemd. Spannend, maar ook erg leuk!

Tot slot Nederlanders vinden het beheer van de openbare ruimte nog steeds primair een verantwoordelijkheid van de overheid. De gemeente moet zorgen voor een schone, hele en vei-

Tip 4: Formaliseer niet te snel Een initiatief moet gewaardeerd en gefaciliteerd worden. Pas op niet te hard van stapel te lopen en de initiatiefnemers ‘dwingen’ om te formaliseren door een stichting op te richten of een hele papier­ winkel in te vullen. Als er toch meer van komt, kan je altijd nog zoeken naar een juiste vorm waarin afspraken kunnen worden vastgelegd. In Nieuwegein werken ze daarom volgens de ‘bouwblok-methode’ waarbij stap voor stap taken kunnen worden over­gedragen.

Tip 5: Samenwerken vergt andere inzet Om met burgers en uitvoerders samen te werken aan de openbare ruimte, zijn bij gemeenten andere 12  NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

Foto D66 Hoorn

lige openbare ruimte. Dat burgers hier af en toe taken (dan wel niet tijdelijk) van overnemen is prima, maar mag niet als vanzelfsprekend worden gezien. Maak duidelijke afspraken. Communiceer wat de gemeente doet en wat van de inwoners wordt verwacht. Neem je verantwoordelijkheid, wees duidelijk en doe wat je zegt. Heeft u vragen of ideeën? Wilt u meer weten over de genoemde voorbeelden? Neem contact op via Anneloes.Voorberg@stadswerk.nl

Noot www.kennislabvoorurbanisme.nl/ openbare-ruimte-weggeven-aanburgerof-zelf-blijven-doen; Zie ook: www.stadwerk.nl /thema’s/participatie

1.


Column

sander lubberhuizen

Gemeente Apeldoorn en bestuurslid Vereniging Stadswerk Nederland

Zijn we er klaar voor?

A

ls overheid zijn we continu bezig om binnen allerlei projecten burgers aan te moedigen zelf het initiatief te nemen. We zijn trots op de zelfredzaamheid binnen onze maatschappij. Maar wat nu, als bij een kettingreactie aan burgerinitiatieven de veranderingen zo snel gaan dat de overheid het niet meer kan bijhouden? Een treffend voorbeeld komt uit Japan in de nasleep van de nucleaire ramp in Fukushima in 2011. Volgens activisten en burgers was mogelijk nog het ergste na de ramp de voortdurende onzekerheid over de gezondheidsgevolgen voor de bevolking. Omdat de statistieken van de Japanse overheid elkaar tegenspraken, was een netwerk van vrijwilligers begonnen overal in Japan de straling te meten. Deze vrijwilligers sloegen de handen in één om Safecast in het leven te roepen, een netwerk om onafhankelijke

Zijn we daar in Nederland eigenlijk klaar voor? Zijn we in staat om onze politieke besluitvormingsprocessen snel genoeg aan te passen om de steeds sneller functionerende maatschappij bij te kunnen houden?

en accurate metingen in heel Japan beschikbaar te maken. De groep verdeelde mobiele detectoren en zette de uitkomsten van de metingen op het internet. De uitkomst van die metingen waren schokkend. Er werd meer straling gemeten dan in eerste instantie werd verwacht. Er waren agenten die de hele dag zonder beschermende kleding aan het werk waren bij afzettingen aan de rand van de evacuatiezone. Ze zeiden dat ze geen idee hadden van de straling, dat hen gewoon verteld was om daar aan het werk te gaan. Je kunt voorspellen wat er gebeurde toen de Japanse overheid de bevolking opriep om enkel de cijfers van de overheid te vertrouwen. Ik kan me goed voorstellen dat er ook bij ons in Europa burgerinitiatieven kunnen ontstaan die zo snel opschalen dat de overheid uiteindelijk wordt gepasseerd en op achterstand wordt gezet. Weg is het zorgvuldig opgebouwde vertrouwen in de overheid. Maar belangrijker nog: hierdoor zal ook het politieke landschap voorgoed veranderen.

Het is duidelijk dat in Japan een gebrek aan accurate gegevens ervoor heeft gezorgd dat er innovatieve oplossingen werden gevonden om wel aan de gegevens te komen. Dat de Japanse stralingssensoren inmiddels goedkoop en simpel te produceren waren speelde een grote rol. Internet, maar ook het steeds toegankelijker worden van techniek spelen eveneens een grote rol. Je ziet nu al een enorme groei aan technische startups. Big data komen steeds meer beschikbaar doordat onder andere overheden hun gegevens beschikbaar stellen. Allemaal factoren die ervoor kunnen gaan zorgen dat het politieke landschap wel eens sneller zou kunnen gaan veranderen dan we verwachten. Het is misschien goed dat we ons hier bewust van worden.

Website:

www.lbbrhzn.nl

NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

13


Durf aan de kant te gaan staan Wie denkt dat veelgeroemde participatiesamenleving in Den Haag door het kabinet is uitgevonden heeft het mis. Ze is er al lang. In veel dorpen en wijken hebben burgers het heft in eigen handen genomen. Voor gemeenten is het de kunst te koersen op de kracht van burgerinitiatieven.

j

e moet het maar durven als gemeente: meer vertrouwen op het initiatief en de kracht van je inwoners. Om niet te proberen de burgers mee te krijgen met jouw ideeën maar aan te sluiten bij de aanwezige energie in de samenleving. En hoe boor je die nieuwe energie aan? Ook buiten de bekende cirkel van personen en organisaties rondom de gemeente? Internet biedt daarbij nieuwe

kansen. Door deel te nemen in conversaties op social media en te streven naar dialoog en co-creatie wordt de wereld buiten de gevestigde orde bereikt. Maar ga dan niet zoeken in beleidstermen want dat is zeker niet altijd de taal van de creatieve, ondernemende inwoner. Neem deel in de conversatie, probeer te horen wat er werkelijk leeft maar blijf een terughoudende opstelling kiezen. Wie zo om zich heen kijkt, zal veel burgerenergie ontdekken in dorpen en wijken. Vervolgens is het de kunst om samenwerking rondom een thema voorop te stellen. Wie zich belan-

14  NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

Tekst Maarten Loeffen

geloos rond een thema wil scharen - samen met anderen - plukt daar later de vruchten van. Dat verbindt beter dan werken voor of met een instantie (de gemeente) die zich heeft opgeworpen als eigenaar of leider van het thema. Of die probeert om burgerinitiatieven in beleidskaders te forceren of ze al te snel te institutionaliseren. Er zou natuurlijk wel sprake kunnen zijn van een ‘mede-eigenaarschap’ van de overheid, een rol op de achtergrond. Een faciliterende rol voor initiatieven die de gemeente als hoeder van het algemeen belang ondersteunt.


Klein Apeldoorns dorpenkookboek

In het Klein Apeldoorns dorpenkookboek staan handvaten voor initiatieven in de openbare ruimte. Samen met dorp of wijk wordt een zo integraal mogelijke ruimtelijke visie vormgegeven en vastgelegd. Avant la lettre werken in de geest van de Omgevingswet. In deze nieuwe stijl van werken wordt meer tijd gestoken in het voortraject. Wat moet de gemeente wel en wat moet ze niet regelen volgens de bewoners? Het boek laat zien uit welke elementen de dorpen zijn opgebouwd en hoe de bewoners daar zelf een bijdrage aan kunnen leveren. Zo spelen burgers zelf een bepalende rol in de beeldkwaliteit van hun omgeving in plaats van top-down opgestelde bestemmingsplannen en bouwvoorschriften.

NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

15


Burgerparticipatie burcht: kasteel de Keverberg

De gemeente Peel en Maas streeft al jaren naar minder overheid en meer gemeenschap. Ze heeft daarbij een onderscheid gemaakt tussen het openbare domein waar de burger het primaat heeft en het publieke domein waar de overheid aan zet is. De uitdaging ligt in het grensvlak tussen beide domeinen. Waar wil de burger nog meer initiatief nemen en durft de overheid los te laten (zie ook het voorbeeld van Apeldoorn) en waar steunt de overheid ondernemende burgers bij hun plannen. Zo hebben de inwoners van het dorp Kessel het initiatief genomen om het kasteel De Keverberg te herbouwen dat al sinds de Tweede Wereldoorlog als een ruïne midden in het dorp ligt. Het initiatief voor de herbouw komt van de bewoners, de ondersteuning van de gemeente. En wie nu gaat kijken, ziet dat de Keverberg in volle glorie is herrezen. Het kasteel is niet ‘historiserend’ herbouwd. Door de toevoeging van een eigentijds glazen dak biedt de ruïne nu onderdak aan een horecagelegenheid en een vergaderen expositieruimte. Veel nieuwe functies voor de van oudsher romantische ontmoetingsplek in het hart van Kessel. Een toeristische trekpleister in de openbare ruimte met toegevoegde waarde voor de inwoners van Kessel. En ze hebben het zelf voor elkaar gebracht. Wie nog twijfelt over de kracht van burgerinitiatief moet zeker eens de imposante Keverberg gaan bezichtigen in Kessel. De ruïne is door de stichting voor een euro gekocht van de gemeente met de verplichting het kasteel te herbouwen én te exploiteren. Met een eenmalige geldelijke bijdrage van 4,5 miljoen euro van de provincie en gemeente moest de stichting het kasteel herbouwen en exploitabel maken zonder verder in de toekomst voor geldelijke steun in aanmerking te kunnen komen. Het initiatief werd breed gedragen door de dorpelingen. Het verbond de gemeenschap van Kessel zodanig dat het opgerichte stichtingsbestuur ingevuld kon worden met deskundige dorpelingen uit verschillende disciplines aangevuld met een zestigtal vrijwilligers. Deze zijn ingezet voor de archeologische opgravingen, de parkaanleg en het verrichten van hand- en spandiensten bij de exploitatie van het kasteel. Het ontwerp werd breed door de bevolking van Kessel gedragen en heeft kunnen rekenen op de volledige ondersteuning van de RCE (rijksdienst cultureel erfgoed). De gemeente Peel en Maas is blij dat zij de onderhoudsbehoeftige ruïne heeft kunnen afstoten en stond vol trots te kijken wat de Kesselnaren met vereende krachten hebben gerealiseerd: een icoon en een hernieuwde skyline voor Kessel en de midden-Limburgse omgeving.

16  NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

Foto www.gebouwvanhetjaar.nl

Maar koersen op de kracht van burgerinitiatieven leidt ook tot ongelijkheid. Het kan immers in sommige dorpen of wijken ook (al dan niet tijdelijk) ontbreken aan initiatiefrijke burgers en ook dan is de gemeente aan zet als hoeder van het algemeen belang. Zeker als het gaat om beheer van de openbare ruimte. Verpaupering van de openbare ruimte moet worden voorkomen. De gemeente Nijmegen garandeert bijvoorbeeld voor de hele stad het zogenaamde Marikenniveau als basis onderhoudsniveau. Door zelf actief te worden kunnen wijkbewoners het onderhoudsniveau in hun wijk naar een hoger niveau tillen.

Websites

www.apeldoorn.nl/ter/ fl-kleindorpenkookboek-1 www.kasteeldekeverberg.nl

Relevante literatuur

• Huys, Simone e.a. 2012. Publieke pioniers, Den Haag.

• L CGW 2012. Manifest Petje Af voor de burger.

• Peeters, Piet Hein & Cindy Cloin 2012. Onder het mom van zelfredzaamheid, Eindhoven. • Steenbekkers, A. & L. Vermeij (red.) 2013. De Dorpenmonitor. Ontwikkelingen in de leefsituatie van bewoners. Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag. • Willemsen, Rijk 2012. We zijn allemaal Twitterspreeuwen. Trends, tips en tools voor de sociale media. • During, Roel & Rijk Willemsen 2013. Beleid met sociale media: sturen met sociaal kapitaal op maatschappelijke energie.


Meningen over ‘goed’ eigenaarschap Hoe ziet ‘goed’ eigenaarschap in de openbare ruimte eruit? We vroegen het aan een aantal netwerkpartners van NVRD en Stadswerk. Remko Kamstra, Cyber Adviseurs Bij ‘nieuw eigenaarschap’ van de openbare ruimte ligt de sleutel bij het creëren van gezamenlijke betrokkenheid. De openbare ruimte is van ons allemaal, maar zo wordt het niet altijd ervaren. Een nieuwe rolverdeling tussen overheid, bewoners en professionals is nodig om hier verandering in te brengen. Het succes van nieuw eigenaarschap en deze rolverdeling ligt bij het creëren van betrokkenheid. Zonder betrokkenheid geen nieuw eigenaarschap. Een rolverdeling op basis van gelijkwaardigheid, vertrouwen en een proactieve houding zijn van grote waarde. Zodat de openbare ruimte écht van ons allemaal wordt.

Martin van der Zwan, PLANterra Participatie in de openbare ruimte staat voor een veel innigere samenwerking tussen burger, gemeente en aannemer. Samen werken ze aan

een openbare ruimte waar burgers zich thuis, maar ook medeverantwoordelijk voelen. Hierbij maken zij nieuwe afspraken over hun taakverdeling waarbij de rollen ingrijpend zullen verschuiven. De burger wordt naast consument voor een deel ook producent; de gemeente meer adviseur en minder opdrachtgever. De aannemer krijgt meer de rol van facilitator en minder die van uitvoerder pur sang. Dit is voor iedereen wennen en vergt een andere attitude, veel flexibiliteit en tijd.

Dion Nijskens, gemeente Venlo Bewoners zijn vaak bereid om zwerfafval in een gebied aan te pakken als ze een duidelijk belang hebben bij de kwaliteit van

dit gebied én als ze deze kwaliteit zelf relatief eenvoudig kunnen beïnvloeden. Wij faciliteren actieve bewoners en dat werkt goed. Maar waarom zetten we landelijk niet als eerste in op preventie (dat wil zeggen statiegeld op blikjes en flesjes)? Daar helpen we bewoners (en gemeenten) echt mee.

Paul Woudwijk, gemeente Deventer In Deventer zorgen we samen met bewoners voor een goede, prettige openbare ruimte. We hanteren daarbij een bepaalde ondergrens, zeg maar een minimum kwaliteit. Bewoners(groepen) die initiatief tonen en willen meehelpen, faciliteren we graag. We kunnen dan met hetzelfde budget een beter resultaat bereiken. Kortom: wij zorgen voor de basis, de bewoners zorgen voor de plus. Dat geeft een gevoel van eigenaarschap bij bewoners.

NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

17


Burgerbetrokkenheid volgens het PON

Weten in welke context je opereert Iedere gemeente in Nederland wil ‘iets’ met burgerbetrokkenheid. Dat loopt niet altijd naar tevredenheid of komt soms niet van de grond. Het PON doet hier onderzoek naar en begeleidt ook zelf participatieprocessen. Dat heeft een rijke oogst aan waarnemingen en inzichten opgeleverd.

S

tel, er is een storm geweest en er liggen omgewaaide bomen en takken op straat. We hebben aan gemeenteambtenaren en burgers gevraagd hoe bewoners zouden handelen,’ vertelt Susanne Agterbosch, adviseur-onderzoeker bij het PON. ‘Ambtenaren verwachtten in meerderheid dat burgers de gemeente zouden bellen om het op te ruimen, terwijl burgers in meerderheid zeiden “ik ga het zelf opruimen”. Het is zomaar een voorbeeld van de verschillen in beleving en handelingsperspectief tussen burgers en overheid. Het is belangrijk om je daarvan bewust te zijn bij processen rond burgerbetrokkenheid.’

Raderen van betrokkenheid

Weten in welke context je opereert, welke beelden en verwachtingen er bij verschillende partijen leven,

wordt door het PON voortdurend benadrukt. Niet alleen naar anderen toe, maar ook als men zelf een proces rond burgerbetrokkenheid begeleidt. Een model dat de situatie verheldert, is dat van de drie ‘raderen van betrokkenheid’ (zie figuur 1): Beleidsparticipatie (meedenken, zoals bij een burgerpanel), Maatschappelijke participatie (meedoen, onder meer als actief lid van een vereniging) en Maatschappelijk initiatief (zelf doen, een energiecoöperatie oprichten bijvoorbeeld). Vrijwel iedere vorm van burgerbetrokkenheid kan zo worden ingedeeld. En als je aan een van de raderen draait, kunnen andere ook in beweging komen. Agterbosch: ‘Wanneer je als gemeente een traject van maatschappelijke participatie ingaat, heb je daar bepaalde doelen mee. Hoe ga je die bereiken? Dan is het van belang om aansluiting te zoeken bij bestaande maatschappelijke initiatieven. Een voorbeeld is de vraag hoe niet-gebruikte monumenten van de Nieuwe Hollandse Waterli-

18  NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

Tekst Michiel G.J. Smit

nie beheerd kunnen worden door vrijwilligers. Mensen aanspreken op het belang van cultureel erfgoed bleek niet de juiste ingang. De oplossing was: vleermuizenbescherming. Daaromheen is een enthousiast, bestaand netwerk actief en de diverse bunkers van de Waterlinie zijn vleermuishonken bij uitstek. Rond dit thema is de “Liniewacht” opgericht. Het is inmiddels een bloeiend beheerdersnetwerk met tal van spin-offs.’

Het model met de raderen van betrokkenheid.


Voorbeeldig proces

Soms bieden bestaande netwerken geen oplossing en is een nieuw initiatief nodig om gemeenschapszin te mobiliserenvoor maatschappelijke doelstellingen. Het is belangrijk dat de burgers het heft in handen nemen en niet de overheid. ‘De burger verhoudt zich nu eenmaal niet zo tot de gemeente, maar juist wel tot de gemeenschap,’ zegt Hans de Kuyper, eveneens adviseur-onderzoeker bij het PON. ‘Een initiatief dat vanuit de gemeenschap wordt opgebouwd, motiveert en activeert mensen. Voor de gemeente is het dan de kunst om een ondersteunende rol op de achtergrond te vervullen. Een mooi voorbeeld is te vinden in het dorp Reek in de gemeente Landerd. Ondernemers maakten zich zorgen over de leefbaarheid in het dorp. Het voorzieningenpeil liep terug, er stonden huizen leeg die te duur waren voor potentiële kopers in dit gebied en nog zo wat zaken. Ze kwamen met het idee om daarover met het dorp in gesprek te gaan. Ze vroegen de gemeente om steun en die heeft zich bereid getoond om de kosten van de procesbegeleiding die het PON verzorgde, te dragen. Uiteraard moest het hele dorp de kans krijgen om mee te doen, maar de groep kreeg de vrije hand om naar eigen inzicht te handelen.’

Dilemma’s

Actieve burgers die zich voor de gemeenschap willen inzetten, zijn een zegen voor de gemeente, maar dat wil niet zeggen dat er geen dilemma’s zijn. Agterbosch: ‘Een gemeente wil graag actieve burgers faciliteren, maar moet tegelijkertijd in het oog houden dat er voldoende democratische legitimiteit is. Het kan niet zo zijn dat een mondige minderheid bepaalt, waardoor ongelijkheid gecreëerd wordt. Een

Participatiebijeenkomst in Reek.

energiecoöperatie kan voor een bepaalde buurt of kern subsidie beschikbaar stellen om woningen te verduurzamen. Als je net buiten die buurt woont en je hebt ook zulke plannen, heb je dus mooi pech gehad. Of neem een burgerinitiatief op het gebied van windenergie. Soms reserveert de gemeente een grondpositie voor een windcoöperatie. Daarmee oefent ze veel invloed uit op het publiek-private speelveld waarbinnen investeringen in windenergie plaatsvinden. Dit vraagt om een goede onderbouwing, vanuit bijvoorbeeld leidende principes zoals sociale kwaliteit, leefomgevingskwaliteit en duurzaamheid. Zeker gezien de controverse die de plaatsing van windmolens vaak oproept en soms tot in de Raad van State wordt uitgevochten.’ Het is van belang dat gemeenten die werk willen maken van burgerparticipatie, vooraf goed nadenken over de dilemma’s, die

daarmee gepaard gaan. Je schept immers verwachtingen bij burgers, maar tegelijkertijd vraag je ook wat van ze. Alle dilemma’s ten spijt is de actieve burger die aan het rad van de maatschappelijke initiatieven draait het vliegwiel voor het gemeenschapsleven, en die rol wordt alleen maar sterker. Agterbosch: ‘We zijn van de verzorgingsstaat, via het marktdenken aangeland in het tijdperk van de civil society. Ik zou zeggen: doe er wat moois mee als gemeente.’

Websites

www.hetpon.nl www.liniewacht.nl

NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

19


Een duivels dilemma Bij het zoeken naar een nieuwe gemeentelijke rol in de openbare ruimte zijn verwarrende, tegengestelde bewegingen gaande. Enerzijds decentralisatie, dicht bij de burger, maatwerk leveren. En anderzijds opschaling, schaalvergroting en snelle technologische ontwikkelingen die daarmee op gespannen voet staan. Hoe vind je daarin je weg? Auteur Frans de Vijlder (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN))

K

ort na de oorlog telde ons land nog ongeveer 3.600 lagere overheden, 2.500 waterschappen en circa 1.000 gemeenten. Anno 2016 tellen we nog 23 waterschappen en 390 gemeenten. 390 gemeenten lijkt nog relatief veel, maar schijn bedriegt. In feite is de opschaling veel groter, omdat

alle gemeenten op tal van terreinen samenwerkingsverbanden hebben ingericht en zo een deel van de klassieke gemeentetaken feitelijk is gecentraliseerd. ‘Wie wil trouwen gaat naar het stadhuis’ is de conventionele gang der zaken. Hoewel... het internet heeft binnen handbereik gebracht dat toekomstige echtelieden zichzelf vanaf elke willekeurige plek op de wereld met hun DigiD in de echt kunnen verbinden. De digitale

20  NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

Bron www.talentontwikkeling.com

ambtenaar kent geen vaste werktijden en een toespraak door een vlees-en-bloed-ambtenaar van de burgerlijke stand is voor de feestelijke ceremonie met familie en vrienden geen strikt noodzakelijke vereiste. En waarom zou de tool die ervoor nodig is, nog langer een gemeentetaak zijn? Het is een voorbeeld van de gevolgen van voortschrijdende technologische ontwikkeling, die van grote invloed is op de conventionele gemeentetaken. De uitgifte van paspoorten,


Technologische ontwikkelingen hebben de gemeente in feite al tot een vrijwel overbodige schakel gemaakt in de relatie tussen burger en (nationale) overheid de inrichting van en mutaties in de burgerlijke stand zijn historisch gemeentetaken, maar de technologische ontwikkelingen hebben de gemeente in feite al tot een vrijwel overbodige schakel in de relatie tussen burger en (nationale) overheid gemaakt.

Paradox

De paradox is dat we de mond vol hebben over decentralisatie van taken naar de gemeenten. En hoewel er in dat opzicht onmiskenbaar wat gebeurd is in de afgelopen jaren, is er juist vanuit zowel de gemeenten, als de nationale overheid een onmiskenbare neiging tot opschaling, standaardisatie en specialisatie. In de afgelopen jaren ontstonden de omgevingsdiensten en de veiligheidsregio’s. Ook in het sociale

Frans de Vijlder Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN)

domein hebben de decentralisaties een beweging in gang gezet naar meer samenwerking tussen gemeenten. Tegelijkertijd hebben dezelfde maatschappelijke ontwikkelingen tot gevolg dat burgers steeds mondiger worden. Bepaalde groepen uiten steeds vaker en nadrukkelijker de wens om zelf invulling te geven aan ‘hun sociale en fysieke openbare ruimte’. Burgers laten zien over welke capaciteiten ze zelf beschikken en stellen steeds hogere eisen aan het presterende vermogen van overheden. Niet alleen gemeenten en samenwerkingsdiensten hebben daarmee te maken, maar ook maatschappelijke organisaties op het gebied van zorg en welzijn. Het stelt gemeenten en gespecialiseerde uitvoeringsdiensten, waaronder die op het gebied van afval en beheer van de openbare ruimte, voor grote uitdagingen: •  de ontwikkeling van de technologie en de bestuurlijke en maatschappelijke gevolgen daarvan bijbenen •  ketenomkering en ontkokering van de eigen organisatie: de burger, zijn behoeften en zijn omgeving leren centraal te stellen •  weg van het project-denken en juist meer aandacht voor procesmanagement: niet een ‘aanbod-bedacht’ project realiseren,

maar samen met betrokkenen werken aan een doelstelling of de oplossing van een probleem De overheid van de 21e eeuw moet dus geborgenheid bieden en maatwerk leveren dicht bij de burger, in de vezels van de samenleving. Tegelijkertijd moet ze voldoende grootschalig georganiseerd zijn om expertkennis te kunnen mobiliseren én integraal beleid te voeren dat langs democratische beginselen tot stand is gekomen. Dit stelt hoge eisen aan de kwaliteit van het ambtelijk apparaat van de gemeenten en aan het vermogen tot samenwerking en slagkracht bij de uitvoerende diensten. Een duivels dilemma. Hoe sluit je contracten met elkaar, en hoe geef je gestalte aan de regie- en opdrachtgeversrol? Hoe moet je je als opdrachtnemer opstellen: op basis van zakelijk contractmanagement volgens de principes van het ‘New Public Management’ en ‘georganiseerd wantrouwen’ of doe je het op basis van ‘partnerschap in wederzijds vertrouwen’? De natuurlijke neiging is om te gaan voor de laatste optie, maar wat als de zaken niet goed gaan? Zoals gezegd: een duivels dilemma.

Website

www.han.nl

NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

21


Groenbeheer complexer én interessanter door meervoudige doelstelling

Omarm complexiteit! De vraag ‘Wat is goed groenbeheer?’ is moeilijker te beantwoorden dan vroeger. Naast technische kwalteitscriteria spelen nu ook andere doelstellingen een rol zoals burgertevredenheid en participatie. Binder Groenprojecten doet ervaring op met deze nieuwe realiteit, onder meer in Rhoon-Noord. Groenbeheer met bewoners in Rhoon-Noord.

B

ij het beheer van de buitenruimte spelen twee vraagstukken tegelijk’, zegt Rob Luyk, adjunct-directeur bij Binder. ‘Enerzijds het fysieke beheer van de buitenruimte, waarin efficiency en een zo laag mogelijke prijs dominant zijn, naar de filosofie van Frederick Taylor.1 Daar is de laatste jaren een dimensie

bijgekomen: het realiseren van sociaal-maatschappelijke doelstellingen met de buitenruimte als platform en onder andere door middel van groenbeheer. De decentralisaties in het sociale domein hebben dit proces versterkt. In die buitenruimte kunnen we meervoudige waarden creëren. Daarbij valt te denken aan de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, maar ook aan meer betrokkenheid van burgers bij het groenbeheer in hun buurt. En dat leidt op zijn beurt weer tot meer tevredenheid over de

22  NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

Foto www.dewoudklank.nl

buurt, meer sociale cohesie, minder uitsluiting, levensloopbestendige wijken en ook bijvoorbeeld positieve effecten op gezondheid en beweging.’

Baaierd aan doelstellingen

De baaierd aan doelstellingen die dwars door elkaar heenlopen en op iedere plek weer verschillen, maakt het organiseren van groenbeheer tot een complexe aangelegenheid. Luyk: ‘Ik zie dat niet als een probleem maar vooral als een boeiende Tekst Michiel G.J. Smit


opgave - omarm de complexiteit!. Het is daarmee ook een vorm van duurzaam ondernemen waarmaken en invulling geven aan je veranderende rol als verbindend groenvoorziener. Blauwdrukken hebben in deze situatie weinig zin, want op iedere plek spelen weer andere dingen. Je kunt de normen uit de kwaliteitscatalogus buitenruimte tot in detail uitvoeren, maar dat wil nog niet zeggen dat je op een bepaalde plek het gewenste resultaat hebt bereikt. De door de burger ervaren kwaliteit in een specifieke context is doorslaggevend.’ Binder heeft de laatste jaren veel ervaring kunnen opdoen met deze nieuwe benadering van groenaanleg en -beheer. Onder andere in Rhoon-Noord, een wijk in de gemeente Albrandwaard met ongeveer 2.600 inwoners en vooral woningen uit de jaren tachtig in een setting die wel bekend staat als ‘bloemkoolwijk’, met veel versnipperd groen dus. Luyk: ‘Een jaar of vijf geleden vroeg de gemeente ons mee te denken over een nieuwe vorm van groenbeheer voor deze wijk, waarbij participatie en burgertevredenheid de leidraad vormen in

Rob Luyk: ‘Een dergelijke transitie heeft tijd nodig.’

de beoordeling. Dit als onderdeel van een breder gemeentelijk participatieprogramma.’

Aan de slag in Rhoon-Noord

Binder mocht in Rhoon-Noord aan de slag met bewoners, maar hoe zet je zoiets op? Luyk: ‘Er was al een levendig netwerk in de buurt aanwezig met Buurtpreventie Rhoon-Noord, later is daar het Buurtnetwerk Rhoon-Noord uit voortgekomen. Door deze bestaande structuur kun je in contact komen met belanghebbenden en ideeën ophalen. We zijn het gesprek open ingegaan, zonder een vooraf vastgelsteld activiteitenplan. Wel met een voorstel voor een passende methode voor de dialoog en de twee hoofddoelen, burgerparticipatie en tevredenheid, als leidend thema in beeld. Door die houding kun je goed inspelen op contextspecifieke omstandigheden.’ Dat heeft geleid tot een reeks activiteiten, zoals snoeiacties samen met bewoners, het betrekken van de basisschool ‘De Overkant’, zwerfvuil inzamelen met schoolkinderen en het samen met bewoners inrichten van binnenterreinen. Maar ook activiteiten die wat verder afstaan van groenbeheer kunnen tot de participatieoogst worden gerekend. Het houden van buurtvergaderingen aan de buurttafel of het organiseren van een kerstbomenwandeling met levende muziek en honderden wijkbewoners, jong en oud, die deelnemen bijvoorbeeld. Luyk: ‘Participatie kent vele verschijningsvormen. Door middel van groenbeheer kun je daar beweging in brengen, ongeacht of er wel of niet een rechtstreekse link is. Je ziet overigens dat binnen zo’n buurtini-

tiatief de neiging tot institutionalisering bestaat en dat er een tweedeling tussen doeners en denkers kan ontstaan. Tot op zekere hoogte is dat geen probleem, zolang het maar niet de doorwerking van ideeën vanuit bewoners blokkeert.’ Ook bij de gemeente zijn verschillen te bespeuren volgens Luyk. ‘De gemeenteraad heeft besloten om in te zetten op participatie en ook werkelijk het primaat op het eigenaarschap bij de burger te leggen. De ambtelijke organisatie moet hierbij een cultuuromslag maken. Het is een verandertraject in het transitieproces van onze democratische en bureaucratische principes. Eigenlijk zijn we allen in een staat van permanente tijdelijkheid onze organisaties aan het herdefiniëren. Dat is niet van vandaag op morgen geregeld. Het getuigt ook van lef bij de gemeente Albrandswaard om de samenwerking op deze wijze aan te gaan. Onvermijdelijk duikt dan soms de regelreflex op. Dat vind ik begrijpelijk, het schuurt en frustreert per definitie met bestaande systemen en gedachten over professionaliteit en kwalietit. Een dergelijke transitie heeft tijd nodig, vraagt interactie van participerende en faciliterende professionals en ruimte om voor iedere context de juiste invulling te geven.’

Noot Zie ook www.slideshare.net/crow01/p1rob-luykonomkeerbare-veranderingen

1.

Websites

www.albrandswaardinactie.nl/ ontmoeten/initiatieven/buurtnetwerkrhoon-noord-2 www.binder.nl www.buurtpreventie-albrandswaard.nl

NIEUW EIGENAARSCHAP | najaar 2016

23


organisatie beleid & beheer geld & kwaliteit

Burgerparticipatie - ga de samenwerking aan! Benut in de openbare ruimte de kansen van participatie van bewoners en andere partijen. Cyber Adviseurs ondersteunt dit proces glashelder. Benieuwd hoe? Bel (0172) 63 17 20 of mail naar info@cyber-adviseurs.nl

www.cyber-adviseurs.nl adv_cyber_Stadswerk_185x120.indd 1

111 aug. 2016


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.