Stadswerk
MAGAZINE VOOR PROFESSIONALS OP HET GEBIED VAN DE LEEFOMGEVING
01| 2018
-
E XTRA SPECIAL CHEMIE R VRIJ ONKRUIDBEHEE
Gezonde ruimte 10
De beweeg vriendelijke stad
Insecten 16 vermindering
Smart grid 32 WKO’s
Nijmegen European 36 Green Capital
STICHTING OPENBARE VERLICHTING NEDERLAND BUNDELT KRACHTEN. OVLNL geeft impulsen, denkt mee en deelt. Om de sector openbare verlichting verder te laten ontwikkelen en in de spotlights te houden.
OVERHEDEN
MARKTPARTIJEN
NETWERK
NETWERK
NETWERK
‘SMART LIGHTING’
‘EVENEMENTEN’
‘MAATSCHAPPIJ’
NETWERK
NETWERK
‘LICHT EN OMGEVING’
‘KENNIS’
Een organisatie van en voor de openbare verlichting. Die midden in de samenleving staat, gevoel heeft voor ontwikkelingen en veranderingen, daarop anticipeert en ontwikkelingen initieert. Brengt overheid, ondernemers, onderwijs, onderzoek en omgeving samen.
Meedoen? Schrijf in op www.ovlnl.nl Alle vragen beantwoord OVL MONITOR
HANDBOEK OPENBARE
VISIE
VERLICHTING
OVL 2030
INHOUD
t
THEMA: GEZONDE RUIMTE
06 08
19 CHEMIEVRIJ ONKRUIDBEHEER • Innovatieve techniek maakt onkruidbeheer met
Ruimte voor gezondheid
heet water nóg duurzamer
Van de Bestuurstafel - Jos Penninx
• Veilig schone straten door slimme innovatie • Ander beheer begint met de juiste voorbereiding
Gezondheid in de fysieke leefomgeving, hoe doe je dat?
• Blijvende twijfel rondom onkruidbestrijding • Onkruidbeheersing
Yvonne van Liebergen
10
De beweegvriendelijke stad
12
Gezonde competitie
14
Samen Gezond in Deventer
Ad de Bont
Gezondheid belangrijk onderdeel van nationale groencompetitie - Jeroen Bruinenberg
ARTIKELEN 16
Insectenvermindering Chemisch beheer van sportgrasvelden is mede oorzaak - Jan Hekman
10
27
Groene Lente in Vlaanderen: een zaal vol winnaars! Stadswerk Internationaal - Maarten Loeffen
28
Een wijktypologie voor klimaatadaptatie Laura Kleerekoper, Arjen Koekoek en Jeroen Kluck
31
Liefde voor een stad Column - Gert-Jan Hospers
32
Duurzaam verwarmen/koelen met ‘smart grid’ WKO’s Tijdo van der Zee
16
36
Zo groen kan het zijn Nijmegen is European Green Capital 2018 Ûltsje van Gorkum
EN VERDER 04 Nieuws et cetera
32
38 Stadswerk.nieuws
01/2018 Stadswerk magazine 3
NIEUWS
Straat van de Toekomst in Rotterdam-Heijplaat Gemeente Rotterdam en bedrijfsleven heb-
nieuwe duurzame
ben een gezamenlijk belang om innovaties
producten in de
voor stedelijke openbare ruimte en infra-
praktijk getest,
structuur te versnellen. Rotterdam wil in
zoals een oplaad-
2025 de duurzaamste havenstad van West-
paal voor elektri-
Europa zijn: schoon, groen en gezond. Dit wil
sche voertuigen en
zij bereiken met duurzaam vervoer en trans-
een lantaarnpaal
port, minder geluidsoverlast, minder vuile
met led-verlichting.
straten en door voorbereid te zijn op de
Bedrijven kunnen
gevolgen van klimaatverandering.
experimenteren met hun ideeën.
In 2025 is de buitenruimte (straten, pleinen
• Compenserend: het compenseert
en wegen) in Rotterdam klimaatneutraal. De
De Straat van de Toekomst is multifunctio-
gemeente wil laten zien wat dit is, hoe dit
neel en duurzaam vanwege vier aspecten:
eruitziet en wat het betekent. Daarom wordt
• Leverend: het levert energie, zoals
er een Straat van de Toekomst aangelegd op Heijplaat. In deze nieuwe straat worden
Polderdaktuin in Den Haag Op 24 januari jongstleden opende burge-
elektriciteit en warmte • Zuiverend: het zuivert lucht en water
schadelijke emissies zoals C02 • Communicerend: het communiceert met gebruikers via reclame en informatie. Bron: www.urban2020.nl/straat-2020
Brabant subsidieert groene schoolpleinen
meester Pauline Krikke de ‘polderdaktuin’ op het World Trade Center (WTC) in Den Haag.
De provincie Noord-Brabant opent in het voorjaar een subsidieloket voor scholen die
Het platte dak van de parkeergarage is om-
de stoeptegels van het schoolplein halen en inwisselen voor gras, bomen, struiken,
gevormd tot een moerastuin. In samenwer-
bloemen en groenten. Voor de komende vier jaar stelt de provincie in totaal 1,6 miljoen
king met de Dakdokters uit Amsterdam heeft
euro beschikbaar. Met dat bedrag kunnen ten minste 160 schoolpleinen worden
Buro Kokmeuleman een dynamische water-
omgetoverd.
berging op het dak ontwikkeld om de hoge druk op het rioolstelsel te verlichten in tijden
Brabant is naar eigen zeggen de eerste provincie die geld steekt in een gezonde
van hevige regenval. Verder is er gekozen
leefplek voor kinderen. De Brabantse SP-gedeputeerde Johan van den Hout zegt dat
voor led-verlichting, zorgt de plaatsing van
groene schoolpleinen verschillende voordelen hebben. Ze zijn gezond en aantrekkelijk
nestkastjes voor het vergroten van de mus-
en een plek waar kinderen en ouders ook na schooltijd graag nog zijn. Onderzoek wijst
senpopulatie en wordt regenwater opgevan-
volgens hem uit dat kinderen op groene scholen minder pesten. ‘Als je op jonge leeftijd
gen ten behoeve van de aanwezige flora en
al in contact komt met de natuur, zul je er later ook goed voor willen zorgen en sneller
fauna in de tuin. De tuin voldoet geheel aan
kiezen voor een duurzame leefstijl en een gezonder voedingspatroon’, zegt hij. Volgens
de duurzame wens van het WTC en haar
de provincie is er al grote belangstelling bij scholen en gemeenten om aan de slag te
bewoners en huurders en speelt tegelijkertijd
gaan.
in op de trend om groen te laten groeien.
Bron: Binnenlands Bestuur
Informatie: www.wtcthehague.com
4 Stadswerk magazine 01/2018
BNA-campagne ‘Wij gaan circulair’ De BNA (Branchevereniging Nederlandse Architectenbu-
Rollen in het vastgoedmanagement
reaus) heeft tijdens de Week van de circulaire economie, van 15 tot en met 19 januari jongstleden, de campagne ‘Wij gaan
Onlangs verscheen de publicatie ‘Rollen in het vastgoedmanage-
circulair’ gelanceerd. De campagne is erop gericht architec-
ment’. In de publicatie, die door de VNG onder alle gemeenten is
tenbureaus te bewegen om circulaire ontwerpprincipes zoveel
verspreid, wordt ingegaan op de organisatie en rollen van het ge-
mogelijk toe te passen. Het is ook het startpunt van het brede-
meentelijke vastgoedmanagement. Ook wordt op basis van erva-
re programma Circulaire Architectuur en Bouw, waarin BNA
ringscijfers een overzicht gegeven van de benodigde personele be-
de branche wil faciliteren circulair te gaan.
zetting bij vijf referentie-vastgoedportefeuilles. De publicatie kan worden gebruikt om de gemeentelijke vastgoedorganisatie in te
In samenwerking met leden is door de BNA het
richten, maar ook als basis voor gesprekken met medewerkers of
‘Manifest Circulaire Architectuur’ opgesteld. Daarin zijn vijf
voor de vacatures en uitbesteding.
ontwerpprincipes beschreven die bijdragen aan een circulaire economie. Soms lijken ze voor de hand te liggen, maar
Nieuw in de publicatie is dat bij de invulling niet wordt gesproken in
evengoed prikkelen ze tot een andere manier van omgaan
termen van taken en functies, maar wordt uitgegaan van de bedoe-
met architectuur en bouwen. Het zijn uitgangspunten voor
ling van het maatschappelijk vastgoed. Vanuit die bedoeling zijn
zowel ontwerp als voor gesprekken met opdrachtgevers,
verschillende rollen geïdentificeerd. Daar zitten ook nieuwe rollen bij
uitvoerende bouw en toeleverende industrie.
zoals het managen van de informatie, het
Informatie: www.bna.nl/programmas/duurzame-ontwikkeling/
binnen brengen van innovaties op het gebied
wij-gaan-circulair
van duurzaamheid en het makelen. De publicatie kan worden besteld via www.bouwstenen.nl/node/14797
Roadblock als ruimteverfraaier Op steeds meer plekken in het straatbeeld verschijnen betonnen objecten ter preventie van een terreuraanslag met voertuigen. Tomaello, specialist in sierbeton en terrazzo, en ontwerpbureau ipv Delft hebben samen Roodblok ontwikkeld, een familie van roadblocks die de openbare ruimte niet alleen veiliger, maar ook mooier maken.
CROW-publicatie ‘Werken in en met verontreinigde bodem’ Het CROW heeft onlangs publicatie 400 ‘Werken in en
De serie bestaat uit terrazzo roadblocks met afgeronde hoeken en een mooi
met verontreinigde bodem’ uitgebracht. Hierin wordt
afgewerkt oppervlak. Naast zitelementen met of zonder rugleuning en met of
een systematiek gepresenteerd voor het bepalen van
zonder houten zitting, kent de Roodbloklijn ook een boombak, een plantenbak en een combinatie zitelement-plantenbak. De verschillende elementen zijn goed met elkaar te combineren en vormen dank-
veiligheids- en gezondheidsrisico’s en de bijbehorende beschermende maatregelen. Deze publicatie is een samenvoeging van ‘Werken in of met verontrei-
zij de uniforme uitstraling en maatvoering een verzorgd en
nigde grond’ (publicatie 132) en ‘Kabels en leidingen
samenhangend geheel. Optioneel zijn de elementen eenvoudig
in verontreinigde bodem’ (publicatie 307). De syste-
te voorzien van reflectoren of bijvoorbeeld een stadslogo.
matiek zal enerzijds zorgdragen voor de veiligheid
Informatie: www.ipvdelft.nl en www.tomaello.nl
van medewerkers met passende beheersmaatregelen en anderzijds zorgt de systematiek ervoor dat de leefomgeving wordt beschermd en de milieuregel geving wordt nageleefd. Informatie: www.crow.nl
01/2018 Stadswerk magazine 5
t
VAN DE BESTUURSTAFEL
COLOFON TEKST JOS PENNINX / Voorzitter Vereniging Stadswerk Nederland Stadwerk magazine wordt tien keer per jaar uitgegeven door de Vereniging Stadswerk Nederland, de beroepsvereniging voor professionals die werkzaam zijn in de fysieke leefomgeving, in samenwerking met Virtùmedia. Stadswerk is aangesloten bij IFME (International Federation Municipal Engineers) CEBC (Consortium of European Building Control) IFPRA ( International Federation of Park and Recreation Administration) Secretariaat Vereniging Stadswerk Nederland Bezoekadres Kantorencomplex Bouwstede Galvanistraat 1 6716 AE Ede (Gelderland) Postadres Postbus 416 6710 BK Ede T 0318 69 27 21 F 0318 43 76 53 E info@stadswerk.nl www.stadswerk.nl Leden ontvangen het tijdschrift gratis. Aanmeldingen, wijzigingen en opzeggingen van het lidmaatschap dienen schriftelijk te geschieden bij het secretariaat van de vereniging. Redactie Stadswerk magazine Michiel Smit, hoofdredacteur (michiel.smit@stadswerk.nl) Philip Fokker (Product & Materiaal) Marc de Jong (Antea Group) Marika Kerstens (gemeente Waddinxveen) Louise Kok (Stadswerk) Pim Quist (gemeente Den Haag) Gert Visser (Movares) Uitgever Virtùmedia Pepijn Dobbelaer Postbus 595 3700 AN Zeist T 030 692 06 77 E pdobbelaer@virtumedia.nl Losse abonnementen Deze kunnen schriftelijk tot uiterlijk 30 november van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd. Bij niet-tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch een jaar velengd. Abonnementsprijs €92,50 ex. btw. Losse nummers € 9,25 Basisontwerp en vormgeving Twin Media bv Druk Veldhuis Media, Raalte Advertenties Virtùmedia Mirjam Cornelis en Albert van Kuijk Postbus 595 3700 AN Zeist T 030 692 0677 F 030 691 3312 E mcornelis@virtumedia.nl avankuijk@virtumedia.nl www.virtumedia.nl Coverfoto Sporten in de openbare ruimte van Deventer. (foto: Studio GK15) © Copyright 2016 Niets uit deze uitgave mag woden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 0927-7641
Ruimte voor gezondheid
A
ls mensen wordt gevraagd ‘wat vindt u belangrijk in het leven?’, dan staat een goede gezondheid steevast op nummer 1. We hebben tot op zekere hoogte invloed op onze gezondheid, bijvoorbeeld door een gezonde levensstijl. Maar zeker ook de openbare ruimte kan hieraan bijdragen. De overheid is daarom al vele jaren actief bezig om hier de juiste omstandigheden voor te creëren. Zo heeft de aanleg van riolering in de negentiende eeuw voor een sterke daling van de sterftecijfers gezorgd. Ook het instellen en handhaven van normen voor bijvoorbeeld luchtkwaliteit helpt ons om gezond door het leven te gaan. De laatste jaren wordt de openbare ruimte nog nadrukkelijker ingezet om bij te dragen aan onze gezondheid. Door goed te kijken naar wat gezond gedrag in de hand werkt, kunnen we de openbare ruimte hierop inrichten. Het gaat dan bijvoorbeeld om sport- en speelvoorzieningen, het liefst in de directe leefomgeving. Ook het aantrekkelijk maken van wandel- en fietsroutes is een stimulans. Maar er is meer. Steeds vaker wordt een sociale component toegevoegd aan een gezond leven. Daarmee is ook sociale cohesie in de buurt en burgerparticipatie iets om mee te nemen. De brede, proactieve benadering van gezondheid in de openbare ruimte is een vrij nieuw verschijnsel. Daarom verkennen we in dit themanummer wat er nu al gebeurt en wat we daarvan kunnen leren. Zo zien we dat de Omgevingswet die in aantocht is een prima handvat biedt om gezondheidsbeleid handen en voeten te geven. In het verlengde hiervan heeft Movares de tool ‘Gezonde Stad’ ontwikkeld. De nationale groencompetie Entente Florale hanteert gezondheid sinds enkele jaren nadrukkelijk als beoordelingcriterium; ook dat is een geschikt handvat voor gemeenten die concreet aan de slag willen. Hetzelfde geldt voor het boek ‘De beweegvriendelijke stad’ van bureau Urhahn. Bij al deze methodes en handreikingen blijkt dat gezondheid niet per se iets is wat je ‘inplugt’ in de openbare ruimte, maar iets wat je bij al je beslissingen moet meenemen. In Deventer worden hier onder de vlag van Samen Gezond in Deventer leerzame ervaringen mee opgedaan. Omdat gezondheid zo belangrijk is voor iedereen en omdat het de laatste jaren steeds meer breed en integraal wordt ingestoken, is het belangrijk om kennis en ervaring uit te wisselen tussen verschillende groepen en disciplines die werkzaam zijn in de openbare ruimte. Vereniging Stadswerk biedt hier graag een platform voor, mede omdat gezondheid een belangrijke pijler is voor het realiseren van de Future Green City waar wij ons voor inzetten. Dit nummer van Stadswerk magazine is hier alvast een bijdrage aan, maar meld u zich vooral bij ons als u ook op een andere manier ervaringen wilt uitwisselen met vakgenoten!
DÉ VERBINDENDE VAKBEURS VOOR DE RIOLERINGSBRANCHE
BESTEL JE TICKET MET CODE
13, 14 & 15 MAART 2018 EVENEMENTENHAL GORINCHEM
RIO18_185x120_adv Stadswerk.indd 1
LET OP! GEWIJZIGDE OPENINGSTIJDEN: 10:00 – 18:00 UUR
71800009301
WWW.RIOLERINGSVAKDAGEN.NL
16/01/18 16:09
De ‘Ponte Palazzo’ in ‘s-Hertogenbosch.
Gezondheid in de fysieke leefomgeving, hoe doe je dat? De Omgevingswet biedt tal van mogelijkheden om de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en daarmee ook de gezondheid te verbeteren. Om het potentieel van deze wet te benutten is er behoefte aan objectieve tools waarmee investeringen in de openbare ruimte kunnen worden vergeleken. De tool ‘Gezonde Stad’ biedt een goede aanzet.
D
e gezondheid van Nederlanders staat steeds meer in de belangstelling. Bij mensen zelf, die zich steeds bewuster worden van het belang van een gezonde leefstijl. Maar zeker ook bij de overheid, die steeds meer middelen en mogelijkheden inzet om de gezondheid positief te beïnvloeden. De leefomgeving speelt hierbij een belangrijke rol. In een omgeving die mensen uitnodigt om te bewegen en elkaar te ontmoeten, zal een gezonde leefstijl eerder worden bevorderd. In het ruimtelijke beleid wordt al lange tijd aandacht besteed aan gezondheid. Gezondheid is nu vertaald in diverse milieuregels waar bij het nemen van besluiten
8 Stadswerk magazine 01/2018
aan getoetst moet worden. Denk hierbij aan de geluidsnorm, veiligheidseisen, grenswaarden voor de luchtkwaliteit. Dit is bedoeld om een basisniveau voor een gezonde en veilige omgeving te bereiken.
Omgevingswet In de Omgevingswet wordt gestreefd naar een eenvoudige en betere regelgeving binnen de ruimtelijke ordening. Waar ‘een goede ruimtelijke ordening’ het uitgangspunt was bij het maken van ruimtelijke plannen, wordt dat onder de Omgevingswet ‘de fysieke leefomgeving’. Met deze andere omschrijving worden in ieder geval ook klimaatadaptatie en gezondheid inbegrepen.
TEKST YVONNE VAN LIEBERGEN, Movares BEELD Nicole van der Waart, Movares
Het belang van een gezonde leefomgeving speelde altijd al een rol bij het inrichten van de ruimte, maar krijgt onder de Omgevingswet een nadrukkelijke plaats in de besluitvorming. Dit biedt tal van mooie kansen, maar ook uitdagingen. Want, wat is nu eigenlijk ‘een gezonde leefomgeving’? En hoe maak je objectief inzichtelijk wat het effect van een besluit op de gezondheid is?
Wat is een gezonde leefomgeving? Om besluiten over een gezonde leefomgeving te kunnen nemen, zullen we eerst moeten definiëren wat we daaronder verstaan. Volgens de definitie van de Gezondheidsraad is gezondheid een ‘toestand van compleet welbevinden’. Het gaat niet alleen om de lichamelijke gezondheid van een mens, maar ook om het geestelijke en het sociale welbevinden. In een moderne versie van de definitie van gezondheid gaan we uit van het vermogen van de mens om zich aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven. Ze hebben voorzieningen, ook als ze beperkt mobiel zijn, in de buurt, ze zijn in de gelegenheid om in de buurt te bewegen en buren te ontmoeten. In een gezonde leefomgeving biedt de openbare ruimte de noodzakelijke voorzieningen om een gezond leven mogelijk te maken. Met deze omschrijving van ‘gezondheid’ gaat het om meer dan alleen het voldoen aan milieunormen om een gezonde leefomgeving te bereiken.
Figuur 1: Tool ‘Gezonde Stad’. Via een ambitieroos kan de score van een gebied op het thema ‘Gezondheid’ gescoord worden, om zo een objectieve afweging mogelijk te maken.
Bij het inrichten van de openbare ruimte kan rekening worden gehouden met de effecten die dit heeft op de gezondheid. Een gezonde leefomgeving bevordert de gezondheid van de gebruikers. Niet alleen door de openbare ruimte ‘beweegvriendelijk’ in te richten en zo een gezonde levensstijl te bevorderen, ook door op andere manieren positief bij te dragen aan de gezondheid. In een gezonde leefomgeving is ruimte voor een gezonde levensstijl, is de kwaliteit zodanig dat sprake is van een gezonde omgeving en komen mensen met elkaar in contact.
Keuzes maken voor de gezonde leefomgeving Tot zover de theorie. Maar hoe maak je in de praktijk keuzes voor een gezonde leefomgeving? Om het aspect gezondheid in de ruimtelijke ordening een volwaardige plaats te geven, is het handig om hier een meetlat voor te hebben. Hoe scoort de ene maatregel ten opzichte van een andere op het aspect gezondheid? Aan de hand van de tool ‘Gezonde Stad’ (zie figuur 1) kunnen maatregelen gescoord worden. Ten opzichte van elkaar, maar ook per buurt, woonkern of gemeente. Dit geeft inzicht in het effect van een investering op een gezonde leefomgeving en daarmee op het maatschappelijk rendement. Afhankelijk van de locatie en de aanwezige randvoorwaarden kan het op de ene locatie heel zinvol zijn om te investeren in een buurtpark met wandel-, speel- en rustvoorzieningen, terwijl in een nabijgelegen buurt bijvoorbeeld meer wordt bereikt door het planten van bomen en ander groen. De tool wordt voor een belangrijk deel gevuld met beschikbare open data en afhankelijk van de wensen en ambities kan de tool gepersonaliseerd worden tot maatwerk voor de openbare ruimte. Het meeste positieve effect wordt bereikt door dit te doen in workshops, waar de gebruikers en bewoners van het gebied een actieve rol spelen. Hiermee wordt invulling gegeven aan daadwerkelijke en actieve participatie én kunnen keuzes voor de inrichting van de fysieke leefomgeving gemotiveerd en onderbouwd worden op het aspect gezondheid.
@
WEBSITE movares.nl/milieu-natuur/de-gezonde-stad
01/2018 Stadswerk magazine 9
De beweeg vriendelijke stad Gezond gedrag kan deels door ruimtelijke ontwerpers en planners worden beïnvloed. Enerzijds door mensen zo min mogelijk bloot te stellen aan vervuiling, en anderzijds door een omgeving te ontwerpen die verleidt tot gezond gedrag. Het boek ‘De beweegvriendelijke stad’ van Bureau Urhahn laat zien hoe dat kan. In dit artikel een reflectie op het boek. Impressie van gezonde ambities voor een beweegvriendelijke stad.
D
oor de verregaande automatisering van de samenleving beweegt men steeds minder. Bewegen is een keuze geworden: de auto, roltrap, scooter, lift, e-bike en allerlei huishoudelijke apparaten maken beweging overbodig. Het gebrek aan beweging heeft directe invloed op onze gezondheid. Veel ‘welvaartziekten’ zoals obesitas, depressiviteit, dementie en hart- en vaatziekten hangen samen met inactiviteit. Meer beweging in het dagelijkse leven moet weer een vanzelfsprekendheid worden.
10 Stadswerk magazine 01/2018
De beweegvriendelijke is een leefbare stad De voordelen van de beweegvriendelijke stad zijn groot, de stad en de stadsbewoner worden er immers gezonder van. Dat niet alleen, een beweegvriendelijke stad is ook sociaal, aantrekkelijk en leefbaar. Een stad waar kinderen veilig en gezond kunnen opgroeien, volwassenen graag wonen en werken en men veilig oud kan worden. Bewegen zorgt ervoor dat men het
TEKST AD DE BONT, Urhahn stedenbouw & strategie BEELD Urhahn
lijke verdichting kan vanwege de beperkte beschikbare ruimte alleen slagen als een omslag van auto naar fiets wordt bereikt.
Met een wipkip en een kind-lint ben je er niet
gevoel heeft ‘erbij te horen’. Een voetganger en een fietser gaan meer sociale interactie aan met hun omgeving dan een automobilist; het buiten spelende kind leert omgaan met anderen en ouders ontmoeten elkaar terwijl ze ‘een oogje in het zeil houden’. De beweegvriendelijke stad is daarmee gunstig voor de economische vitaliteit. Zij zorgt voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven en werknemers, dat gezinnen in de stad (kunnen) blijven wonen en maakt de stad aantrekkelijk voor bezoekers. Welke stad wil dit nu niet?
Waarom juist nu? Steden zijn ‘in’: de woningmarkt is gespannen en veel steden hebben een forse verdichtingsopgave. Historische steden zijn populair vanwege onder andere de kleinschaligheid, de ‘fietsbaarheid’ en de leefbaarheid. Maar ook moderne steden groeien hard. De aantrekkingskracht heeft ook een keerzijde. De openbare ruimte is schaars en de ruimte voor wandelen, fietsen en sport en spel komt onder druk te staan. Een beweegvriendelijke stad maken is dan ook geen vanzelfsprekendheid. De automobilist, de snelle fietser, de wandelende toerist, de traag bewegende senior en het spelende kind maken allen gebruik van dezelfde straat. Het leefbaar houden van de stad en voldoende beweegruimte voor iedereen - van jong tot oud - is van groot belang. De stedelijke verdichting en transformatie bieden ook kansen voor de beweegvriendelijke stad, door sport en spel een structurele plek in de stad te geven en door ruimte te maken voor voetgangers en fietsers, ruimte die ze verdienen. De fiets is ruimte-efficiënt, goedkoop, en is samen met openbaar vervoer een gezond alternatief voor de auto. De noodzakelijke stede-
Beweegvriendelijkheid gaat over de inrichting en de ordening van de stedelijke ruimte. Het vraagt om een integrale visie op een stad, buurt of plek waarbij bewegen centraal staat. Een goede mix van wonen, werken, winkels en scholen in de buurten zorgt bijvoorbeeld voor geringe afstanden waardoor men meer fiets en loopt. Naar een monofunctioneel bedrijventerrein of shopping mall ver weg aan de rand van de stad gaat men niet fietsen. Fietsstraten en shared spaces bieden ruimte aan de fiets. Sporten in de buurt en sportvelden niet wegdrukken naar de rand van de stad, bevordert de sportbeoefening. De moderne sporter sport overal: op straat, in het park en soms ook in en op het water. Geef hem de ruimte en zie ‘de stad als sportschool’. Beweegvriendelijkheid betekent structureel nadenken over het actieve gedrag in de stad en vraagt om stedenbouwkundige keuzes: soms op de schaal van de gehele stad, maar soms ook op het niveau van de inrichting van een straat. Beweegvriendelijkheid gaat over meer dan over het plaatsen van een standaard wipkip op een stukje restgroen. Tot slot: probeer niet alles vast te leggen in de stad en deel de ruimte. De stedelijke ruimte is simpelweg te beperkt om iedereen zijn afgebakende ruimte te geven en dit is bovendien onnodig. De stoep is ook een speelplek, het park is ook een sportterrein en een plein kan door vele sporters en spelende kinderen tegelijkertijd en na elkaar worden gebruikt. Voorbeelden zoals fietsstraten en shared spaces laten zien dat verschillende gebruikers van de openbare ruimte zonder al te veel regels er samen wel uitkomen. Ad de Bont is stedenbouwkundige en redacteur van ‘De beweegvriendelijke stad’. Zie www.urhahn. com/de-beweegvriendelijkestad voor meer informatie over dit boek.
01/2018 Stadswerk magazine 11
Gezondheid belangrijk onderdeel van nationale groencompetitie
Gezonde competitie Bij de nationale groencompetitie van Entente Florale wordt het onderdeel ‘gezonde leefomgeving’ vanaf 2017 volwaardig meegenomen bij de jurering. Juryleden Josine van den Bogaard (grotere gemeenten) en Jaap Toet (kleinere gemeenten) gaan er nader op in.
D
e deelnemende gemeenten worden in de competitie beoordeeld op zeven criteria: Ruimtelijke visie en kwaliteit; Cultuurhistorie en erfgoed; Stedelijke groenstructuur en buiteninrichting; Landschap, ecologische kwaliteit en biodiversiteit; Gezonde leefomgeving en recreatie; Duurzaamheid (inclusief toerisme); Participatie. Onder een gezonde leefomgeving wordt een omgeving verstaan die als prettig wordt ervaren, die uitnodigt tot gezond gedrag en waar milieudruk op de gezondheid zo laag mogelijk is.
Zeven vuistregels Juryleden Josine van den Bogaard, senior adviseur GGD Rotterdam-Rijnmond en Jaap Toet, adviseur Gezonde Leefomgeving bij gemeente Utrecht, hanteren bij de beoordeling zeven vuistregels waarmee kan worden bepaald hoe een gemeente haar groen inzet voor de vitaliteit van de bewoners. Ze lichten deze vuistregels toe.
WIE DOEN MEE IN 2018?
1. Besteed aandacht aan eigen inwoners; groen dichtbij ‘In het verleden werd nog regelmatig vergeten dat groen ook voor de eigen inwoners van groot belang is. In groenbeleidsstukken werd bijvoorbeeld vooral de focus op toerisme gelegd, terwijl juist de eigen bewoners afhankelijk zijn van groen dicht bij huis’, aldus Van den Bogaard. Toet merkt in zijn beoordeling dat de aandacht voor bewoners nu prima in orde is. ‘Alle gemeenten besteden daar veel aandacht aan, ik heb weinig onderscheid kunnen maken met deze vuistregel.’ 2. Gezondheid is meer dan alleen bewegen in het groen Wie in een groene wijk woont, voelt zich beter en bezoekt minder vaak de huisarts. Een groene omgeving vermindert stress, nodigt uit tot bewegen en stimuleert ontmoetingen tussen buurtbewoners. Daarnaast is groen in de buurt goed voor de ontwikkeling van kinderen en kan het bijdragen aan persoonlijke zingeving en een gezond microklimaat. Toet: ‘In kleinere gemeenten is daar echt nog wel eer te behalen. De meeste gemeenten benadrukken enkel de hardloop- en wandelpaden als het over groen en gezondheid gaat, zonder de link te leggen met de andere voordelen.’
In 2018 nemen in totaal zeven gemeenten deel aan de Nationale Groencompetitie. In de categorie grote gemeenten nemen deel: Huizen, Leiderdorp, Wageningen en EdamVolendam. In de categorie kleine gemeenten doen mee: Bronckhorst met een nog nader aan te geven kern, Zuidwest Friesland met de kern IJlst en Voorst met de kern Twello.
12 Stadswerk magazine 01/2018
3. Kies voor gebruiksgroen van goede kwaliteit ‘Dit vind ik een lastige regel’, stelt Toet. ‘Ik ben niet een man uit de groenwereld en voor de jurering ben ik vooral afgegaan op medejuryleden. Gemeenten met minder budget hadden vaak ook groen van mindere kwaliteit, dat was wel duidelijk.’ Van den
TEKST Jeroen Bruinenberg, Elba-Rec
Bogaard: ‘Vooral het benutten van groene schoolpleinen miste ik vaak. Op een schoolplein komen kinderen dagelijks en vaak ook nog de ouders van die kinderen. Het zijn natuurlijke verblijfs plekken die daadwerkelijk het dagelijks bewegen en ontstressen kunnen beïnvloeden; gebruiksgroen bij uitstek. 4. Zorg voor variatie in de doelgroep Variatie in groenvormen zorgt ervoor dat diverse doelgroepen er gebruik van maken en verschillende lagen van de bevolking gezondheidswinst kunnen behalen. De belangrijkste doelgroepen hierin zijn de jeugd, ouderen en mensen met een lage sociaaleconomische status. Natuurlijk is er aandacht voor gebruik door mensen met een beperking. ‘Ik kijk naar de samenwerking rond groeninrichting. Doet de gemeente dit met andere partijen en hebben ze daarbij oog voor verschillende behoeften?’, vraagt Van den Bogaard zich af. 5. Stimuleer participatie van bewoners en organisaties ‘Participatie kan twee kanten op’, aldus Toet. ‘Eén gemeente liet bijna alles over aan bedrijven en bewoners, maar het resultaat werd daardoor wel minder. Het is natuurlijk ook vaak een budgetkeuze. Er moet kennis en ervaring blijven om projecten in goede banen te
‘Juist in een wijk die qua basis minder mooi is, kan groen het verschil maken’ leiden, maar interactie met bewoners is daarbij wel erg belangrijk.’ Van den Bogaard: ‘Ik heb tijdens de gemeentebezoeken ook bewoners bevraagd over de houding van de gemeente, dat leverde waardevolle informatie op. Het viel op dat de ene gemeente heel vrij is met participatie en zo een paar hectare overlaat, en de andere de boomspiegels nog niet durfde los te laten.’
Stadspark in Maastricht. Groen is op diverse manieren goed voor de gezondheid. (foto: Hollandfoto.net/ Stadswerk)
6. Kijk naar het verschil dat het groen in een wijk maakt Van den Bogaard: ‘Juist in een wijk die qua basis minder mooi is, kan groen het verschil maken. Daarbij geldt dat je groen niet alleen moet meten in vierkante meters. Ook volgebouwde steden kunnen meer groen creëren en de kwaliteit vergroten. Denk aan verticaal groen, groene daken, betere gebruiksmogelijkheden en groene schoolpleinen.’ 7. Leg de plannen beleidsmatig vast Toet: ‘Soms heeft een gemeente weinig in haar beleidsnotities vermeld. Op papier is zo’n gemeente dan het slechtst, maar in de praktijk kan dat 180 graden draaien en scoren ze uiteindelijk het best. Daar mag zo’n gemeente best trotser op zijn en dat uitdragen.’ Van den Bogaard: ‘Hetzelfde ervoer ik bij een andere gemeente. Het valt me in algemene zin op dat veel gemeentelijke groenmensen de koppeling tussen groen en gezondheid goed aanvoelen, maar dat ze dit totaal niet vertalen naar beleid.’
01/2018 Stadswerk magazine 13
Samen Gezond in Deventer De fysieke leefomgeving komt steeds meer in beeld als instrument om gezondheid te bevorderen. In Deventer wordt dit al actief toegepast. Marja de Jong, adviseur Publieke Gezondheid GGD IJsselland en coördinator netwerk Samen Gezond in Deventer, vertelt erover. Hoe ziet het gezondheidsbeleid in Deventer eruit en wat is de rol van openbare ruimte? De gemeente Deventer werkt sinds 2015 samen met partners in de stad actief aan gezondheid. De samenwerking krijgt vorm in het netwerk Samen Gezond in Deventer. De partners in het netwerk werken samen vanuit een gedeelde visie op gezondheid, ook wel positieve gezondheid genoemd. Gezondheid wordt gedefinieerd als het vermogen om eigen regie te voeren en om te gaan met fysieke, sociale en emotionele uitdagingen in het leven. Het doel is werken aan vitale burgers in een gezonde omgeving, met speciale aandacht voor het verminderen van gezondheidsachterstanden. Hierbij wordt gewerkt langs vijf sporen: Fysieke omgeving, Preventie en zorg, Gedrag en vaardigheden, Sociale omgeving en Participatie. Begin 2016 is bovendien het project Gezondheid en Gedrag (GG) van start gegaan met als doel een verandering te realiseren in denken en doen: van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag. Zo kunnen professionals uit zorg, welzijn, gemeentelijke afdelingen en andere geïnteresseerden (gratis) deelnemen aan inspiratiesessies en trainingen, waarin het werken vanuit gezondheid en de vraag van de cliënt centraal staat. Naast de Deventer wijkaanpak en de sociale teams spelen organisaties vanuit welzijn, zorg en sport een belangrijke rol in de transformatie naar gezondheid. Deelnemende organisaties zijn GGD IJsselland, Sportbedrijf Deventer, Raster welzijn, HCDO, Eno/Salland Zorgver-
14 Stadswerk magazine 01/2018
zekeraar, Deventer Ziekenhuis, Solis, Carinova, Mindfit, Fysiodé, Proscoop en Saxion Hogeschool. Welke manieren zijn er om gezondheid te beïnvloeden via de fysieke leefomgeving? In verhouding tot de andere manieren om gezondheid te beïnvloeden, zoals hierboven genoemd bij de sporen, is de expliciete aandacht voor de fysieke leefomgeving nog vrij nieuw. Deventer kent al een lange traditie van wijkgericht werken. Samen met bewoners wordt gewerkt aan veilige en leefbare wijken. Bewoners komen zelf met initiatieven om de directe leefomgeving te verbeteren. Hoewel dit niet altijd als zodanig wordt benoemd, draagt dit uiteraard ook bij aan gezondheid, zowel door de maatregelen waar ze aan werken, als door de actieve inzet, ofwel participatie. Gezondheid bevorderen in de buurt kan op allerlei manieren. Bijvoorbeeld door watertappunten bij buurtcentra te realiseren. Daarnaast vindt aanleg en onderhoud van geveltuintjes plaats en zijn er periodieke schoonmaakacties door bewoners voor een schone en groene buurt. Bewoners hebben bovendien gezorgd voor de inrichting en het beheren van een buurttuin met speeltoestellen en WEBSITES bankjes voor ontmoeting, www.samengezondindeventer.nl beweging en spelen. www.gezondin.nu Zeer bevorderlijk voor wij.deventer.nl de gezondheid.
@
Stadswerk is hĂŠt magazine voor professionals op het gebied van de leefomgeving. Houdt u zich bezig met ontwikkeling, inrichting of beheer van de openbare ruimte? Dan is Stadswerk magazine uw lijfblad.
W.STADSWERKMAGAZINE.NL NEEM NU EEN ABONNEMENT: WW
Chemisch beheer van sportgrasvelden is mede oorzaak
Insecten vermindering Gedurende lange tijd gingen ecologen ervan uit dat de vermindering van de insectenstand in Nederland een gevolg is van vermindering van geschikte biotopen. Op het totaal aantal insecten, maar meer nog op soorten insecten, heeft vermindering en verarming van de leefomgeving van insecten invloed gehad. Maar, zo blijkt uit nader onderzoek, insectenpopulaties zijn niet alleen te redden met verbetering van biotopen.
I
n 2019 verscheen een gezamenlijke publicatie van ecologen van de Radboud Universiteit in samenwerking met een aantal Duitse collega’s over een voor West-Europa representatief onderzoek. In 63 beschermde natuurgebieden in Duitsland liet monitoring sinds 1989 zien dat het totale aantal insecten met 70 tot 80 procent is gedaald. Andere rapportages gaven gedurende de afgelopen decennia een soortgelijke trend aan. Toxicologen laten weten dat de voornaamste oorzaak de insectendodende stof imidacloprid is. Deze stof valt onder de neonicotinoïden, stoffen die het zenuwstelsel van de insecten aantasten en tot de dood van insecten leiden. De daling van de insectenpopula-
16 Stadswerk magazine 01/2018
ties baart zorgen: ongeveer 80 procent van de voedselteelt is insectenafhankelijk.
Gebruik op sportvelden Aanvankelijk is door veel sportparkbeheerders sceptisch gereageerd op de oproep om ook op sportgrasvelden het gebruik van Merit Turf, dat imidacloprid bevat, te beëindigen. Buiten de voor de grasmat schadelijke larven zou kort gras niet aantrekkelijk zijn voor insecten. Imkers laten echter weten dat bijen de dauw op kort gras juist zoeken om de watervoorraad in het lichaam op peil te houden. Desondanks wordt de imidacloprid in grote hoeveelheid gebruikt voor niet-landbouwkundige toepassingen.1
TEKST JAN HEKMAN, Programma Schoon Water voor Brabant BEELD Shutterstock
Het probleem van de werkzame stof is dat er voor insecten geen veilige dosis bestaat. Het gif werkt altijd, ongeacht de hoeveelheid. In geval van het binnenkrijgen van kleine hoeveelheden is het gevolg dat de insecten langzamer sterven.2 De stof wordt op meerdere wijzen toegediend: tegen bodemlarven als emelten en engerlingen is Merit Turf als granulaat beschikbaar met 0,5 procent werkzame stof imidacloprid. In de land- en tuinbouw wordt zaad gecoat met imidacloprid. Hierdoor wordt de plant gedurende de groei toxisch voor insecten. Bij vraat aan bladeren of opname van stuifmeel worden de insecten vergiftigd. Het is dan niet verwonderlijk dat bijvoorbeeld een groot deel van de door bijen geproduceerde honing verontreinigd is met imidacloprid. De insecten krijgen dit binnen door opname van vocht, het gebruik van stuifmeel en ten gevolge van vraat aan de bladeren. Volgens toxicoloog H. Tennekes is het gebruik een groeiend wereldprobleem en de onrust die nu ontstaat, is hard nodig voor bezinning op de situatie.
ook effectief. Deze micro-organismen nestelen zich in de larve waardoor deze afsterft. Er blijven ook geen schadelijke resten aanwezig in de bodem. De ervaring is dat soms niet alle larven worden uitgeroeid, maar hetgeen overblijft is doorgaans te gering om schade aan te brengen. Een andere wijze van terugdringing van schade is het gebruik van knoflookpreparaat. De toepassing is erop gericht om de larven te motiveren dieper in de bodem te gaan, waardoor de vraatschade minder wordt. Dit is effectief bij lichte aantastingen.
Bestrijding met nematoden is, mits juist toegepast, ook effectief Bestekken
Gemeenten Gemeenten hebben voornamelijk te maken met de bestrijding van emelten en engerlingen. Incidenteel kan overlast optreden van andere larven of rupsen, de vraag is echter of hiervoor chemische bestrijding noodzakelijk is. De chemische bestrijding van de eikenprocessierups wordt nog weinig toegepast, dit ten gunste van de biologische en mechanische bestrijding. Emelten zijn de larven van de langpootmuggen en engerlingen van de mei-, juni- en rozenkever. De larven vreten van de wortels en de zode van de gevoelige kortgrasvegetaties komt los te liggen. De indirecte schade is voornamelijk gelegen in de jacht op de larven door kraaien, wilde zwijnen en dassen. Imidacloprid is niet de enige werkzame stof voor het doden van de larven. Bestrijding met nematoden (Heterorhabditis bacteriophora) is, mits juist toegepast,
Gedurende deze maanden worden weer veel onderhoudsbestekken aanbesteed. Hier geldt dat wanneer de wijze van larvenbestrijding aan de opdrachtnemer wordt overgelaten, deze vrij is om dit chemisch te doen. In het licht van de insectenproblematiek is de beste oplossing het gebruik van de werkzame stof imidacloprid niet toe te staan maar aan te geven dat een niet-chemische methode dient te worden toegepast. De keuze van methode wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de opdrachtnemer. In dit licht kan er ook voor worden gekozen om sportvelden biologisch te gaan beheren. Hierbij wordt het gebruik van biociden, herbiciden en kunstmest achterwege gelaten en ingezet op vermeerdering van het micro-bodemleven. Ten gevolge van intensievere beworteling zal de grasmat minder last hebben van insectenvraat. In het kader van de uitvoering van het provinciale Schoon Water-programma in Noord Brabant zijn hiermee goede ervaringen opgedaan.3
Noten 1.
Jaarlijkse inventarisatie van bestrijdingsmiddelengebruik door de Brabantse Schoon Water-gemeenten 2010-2017; CLM/Eco Consult.
2.
Informatie: H. Tennekes, toxicoloog.
3.
Schoon water voor Brabant Provincie Noord Brabant in samenwerking met CLM en Eco Consult - Groen Milieu &
Figuur 1, Weergave resultaten van het onderzoek in 63 natuurgebieden in Duitsland. (bron: Radboud Universiteit)
Management.
01/2018 Stadswerk magazine 17
organisatie beleid & beheer geld & kwaliteit
WEBSITES
WEBSHOPS
MARKETING
Cyber Adviseurs voor buitenruimte maakt zichtbaar hoe uw organisatie ervoor staat en ondersteunt met glasheldere instrumenten.
DESIGN
TWINDIGITAL.NL
Benieuwd hoe? Bel (0172) 63 17 20 of mail naar info@cyber-adviseurs.nl
www.cyber-adviseurs.nl adv_cyber_stadswerk_100x143.indd 1
14-03-12 12:01
FOTOGRAFIE: USDA
SPECIAL
Chemievrij onkruidbeheer Als u het nieuws gevolgd heeft de afgelopen maan den, dan kan het u niet zijn ontgaan dat deze kwestie internationaal hoog op de agenda staat. In Brussel heeft men het hoofd gebogen over de kwestie voor geheel Europa, terwijl in landen als Groot Brittanië en Frankrijk de discussie over het gebruik van chemica liën ook de gemoederen bezig houdt. Ook in 2018 zijn er weer partijen die u graag infor meren over hun kijk op bovenstaand vraagstuk. Bij Natural Plastics denken zij bijvoorbeeld na over nieu we voegmiddelen en alternatieven voor onkruidbe
strijding. De Tornado van firma Mixfill verdient ook aandacht: het is een bijzondere borstelmachine die door de directeur zelf is bedacht. Ook de mensen bij Mantis stellen u in een artikel op de hoogte van hun zoektocht naar de meest passende wijze om onkruid te bestrijden. De gemeente Amsterdam gebruikt voorverwarmd zwembadwater om onkruid te bestrij den en IPC is gespecialiseerd in opleidingen voor werknemers in de openbare ruimte. Hoe zien zij de (ingewikkelde) ontwikkelingen op het gebied van chemievrij onkruidbeheer? U leest er meer over in deze eerste special van het jaar. 01/2018 Stadswerk magazine 19
SPECIAL
Innovatieve techniek maakt onkruidbeheer met heet water nóg duurzamer
G
emeenten mogen sinds 2016 geen gif meer gebruiken om onkruid te beheren. Onkruid beheer met heet water is daarom een veel gekozen, duurzaam alternatief. In Amstelveen gebeurt dit al enige tijd met een Empas machine voor onkruidbeheer met heet water.
Warm zwembadwater hergebruiken In samenwerking met Tomingroen is een innovatie bedacht waardoor de heetwatermethode nóg duurzamer wordt. In Amstelveen maken ze gebruik van voorverwarmd zwembadwater. Het Amstelveense Zwembad De Meerkamp beschikt over 2,6 miljoen liter water. Iedere dag wordt een gedeelte daarvan ververst. Het overtollige water gaat normaal het riool in, maar nu wordt het gebruikt voor onkruidbestrijding. Doordat het zwembadwater al tot vijftig graden voorverwarmd is, hoeft het water alleen nog verder verwarmd te worden tot circa 102 ˚C.
Heetwater techniek Dankzij het gebruik van heet water voor het bestrij den van onkruid wordt het grondwater niet belast met chemicaliën. Het water met een temperatuur van 102˚C verhit de celstructuur van de plant. Door deze temperatuurschok barst de celstructuur van de plant, zodat deze vergaat. Door volveld behandeling ont staat een preventieve werking. Algen, mossen en de meeste onkruidzaden vergaan hierdoor.
Innovatieve brandertechniek Om warm waterinname technisch mogelijk te maken, heeft Empas een aantal aanpassingen doorgevoerd.
20 Stadswerk magazine 01/2018
Het resultaat is een innovatief geregelde brandertech niek. Dankzij deze techniek kan het water op twee standen worden verwarmd. Eén daarvan is voor voorverwarmd water. Warm zwembadwater is één van de manieren om met duurzaam, voorverwarmd water te werken. Ook water dat bijvoorbeeld voor verwarmd is met een pelletkachel of door zonneenergie is met een Empas unit te gebruiken voor onkruidbeheer. Meer info: www.empas.nl
Veilig schone straten door slimme innovatie
‘A
ls een apparaat nog niet bestaat, maak ik het zelf’, vertelt machinebouwer Richard Helm hout, directeur van Mixfillplus uit Leek (Gr). Recentelijk ontwierp hij een totaal nieuwe bestra tingsreiniger: de Tornado.
Sneller Straten, stoepen, bedrijfsterreinen, pleinen en par keerterreinen worden met de Tornado driemaal snel ler schoon, heeft de bouwer berekend. Geen onkruid is tegen de machine opgewassen. Het is een alom bekend probleem: groenuitslag op bestrating en met onkruid volgegroeide naden, met gevaarlijke glad heid als gevolg. In het verleden werd glyfosaat ge bruikt om van het ongewenste groen af te komen. Dit bestrijdingsmiddel wordt nog wel gebruikt in de land bouw maar is sinds 9 maart 2016 verboden voor ver harde openbare buitenlocaties. Er zijn ‘groene’ alter natieven, zoals diverse reinigingsmachines met roterende staalborstels. De nieuwe Tornadoborstel van Helmhout draait ook, maar is veel groter en spi raalvormig.
Werken over forse breedte ‘Het grote voordeel van onze ‘wokkel’ is dat je in één keer kunt werken over een forse breedte. De machine bestrijkt een vlak van tussen de 1.30 en 2 meter’, al dus de bedenker uit Leek. ‘Andere apparaten maken één klein oppervlak schoon en moeten dan telkens een stukje opschuiven. De Tornado gaat met een snel heid van 2,5 kilometer per uur over de bestrating heen en pakt één brede strook aan. De machine kan continu rustig doorrijden’.
Veilig De Tornado reinigt niet alleen klinkers en tegels gron dig, ook de voegen ertussen. Dat gebeurt allemaal met iets bredere staaldraden dan bij andere machi nes, zonder hogedrukspuit. Helmhout: ‘Het nadeel van spuiten is dat je het zand diep uit de naden weg
vaagt, waardoor er een grote kans bestaat dat on kruid zich daar opnieuw nestelt. De Tornado maakt de bestrating goed schoon en gaat niet te diep.’ De chemievrije uitvinding is tevens erg veilig. ‘Onze bor stels beschadigen de stenen in het geheel niet’, stelt Helmhout. ‘We spuiten niet, we branden niet en we gebruiken geen enkel chemisch middel. We hebben alleen goede borstels van speciaal mangaanstaal draad. Die laten we in het buitenland vervaardigen. Dankzij de Tornado ziet bestrating er na een behandeling weer als nieuw uit’. Meer informatie: www.mixfillplus.com 01/2018 Stadswerk magazine 21
SPECIAL
Blijvende twijfel rondom onkruidbestrijding N
adat Europa het besluit heeft genomen de toelating rondom glyfosaat met vijf jaar te verlengen is de twijfel bij onkruidbeheerders weer toegenomen. Waar steeds meer bedrijven en beheerders zich vorig jaar echt begonnen te realiseren de overstap te moeten maken naar niet chemische methoden rijst nu de vraag of er dan toch weer met glyfosaat gewerkt mag worden.
Duidelijkheid Hierover kunnen we echter duidelijk zijn. Er is niets veranderd in de wetgeving met betrekking tot het ge bruik van dit middel op alle soorten verhardingen. Ook de uitzonderingssituaties waar nog wel gespoten mag worden (bijvoorbeeld vliegvelden, spoorlijnen, sport velden, bungalow- en kampeerterreinen) zijn nog steeds van kracht alsmede de bestrijding van invasieve plantensoorten zoals Ambrosia en Japanse Duizend knoop. Brussel heeft alleen het besluit genomen dat het middel voor de komende vijf jaar weer toegelaten is maar de landen binnen de EU mogen natuurlijk zelf beslissen over het wettelijk gebruik van het middel. Dit betekent dat het in Nederland nog steeds niet gebruikt mag worden op verhardingen. In de land -en tuin bouw, kwekerijen en in de hierboven bedoelde uitzon deringen mag nog wel gespoten worden.
22 Stadswerk magazine 01/2018
Gebruik Voor verhardingen blijft het dus de keus die ge maakt moet worden tussen alternatieven. Ook hier is het een blijvende zoektocht naar welke methode het best ingezet kan worden voor welk bedrijf en voor welke specifieke situatie. Grofweg zijn de al ternatieven in te delen in drie groepen. Borstelen, branden/ hete lucht en heet water. Voor alle metho den is één punt belangrijk: het preventief schoon houden van de omgeving. Waar geen voedingsbo dem voor onkruid is, kan ook geen onkruid groeien. Een goed veegbeleid blijft in dit verband de belang rijkste factor in het preventief bestrijden van on kruid. Hierdoor neemt de onkruiddruk af en wor den aantoonbaar kosten bespaard. Daarnaast moet er een bestrijdingsmethode gekozen worden die breed ingezet kan worden, effectief is, zo milieu vriendelijk mogelijk is en weinig schade aan omlig gende objecten veroorzaakt. Van de beschikbare technieken heeft gezamenlijk universitair onder zoek (Wageningen, Gent en Kopenhagen) uitgewe zen dat de heet water methode het meest effectief en kostenbesparend is. Onderstaande grafiek laat dit dan ook zien. Meer info: www.mantis-ulv.com
DE NIEUWE MANIER OM ONKRUID TE BESTRIJDEN. Wij ontwikkelen & produceren in Duitsland
ie rstel W-Ser
Onkruidbo
ater 500
ADLER He
ADLER
Infrarood Technologie
ADLER Heater 1000/1400
100% Chemie vrij
+ 31 6 24764353 · j.withag@adler-arbeitsmaschinen.nl www.adler-arbeitsmaschinen.nl
www.deopenbareruimte.nu Europa’s beste heet water onkruidbestrijdingsmachine - Vernieuwd! Hogere capaciteit Kleiner en lichter Actieve Temperatuur Regeling (ATR) Zeer accurate temperatuur Laagste kosten p/m2 Laagste totale kosten
mail@heatweed.com | heatweed.com
01/2018 Stadswerk magazine 23
ADVERTORIAL
Uw openbare ruimte vrij van Algen en Mossen?
B
ij Jadon Groep heeft men al 15 jaar ervaring met “het intensief reinigen van bestratingen met kokend water”. De specialist op het gebied van kauwgom verwijdering & straatwerkreiniging helpt gemeenten echter ook graag met het verwijderen van algen, mossen en klein onkruid.
Blijven doorontwikkelen Eigenaar Bram van Laar herinnert zich nog goed dat hun eerste machine in 2003 weliswaar goede resultaten boekte in het schoonmaken van bestratingen, maar dat de kauwgom óók schoon werd en niet, zoals bedoeld, verwijderd uit het straat beeld. Het bleek noodzakelijk om de machine door te ontwikke len, wat resultaat opleverde. De nieuwe machines hadden name lijk een automatisch procedé voor het reinigen van straatwerk én het verwijderen van kauwgom. Vijftien jaar later rijdt er een ware vloot Jadon machines rond, die in gemeenten als Drachten, Tilburg, Arnhem en Breda maar ook in wereldsteden als Berlijn en Brussel de straten schoonhoudt.
Verwijderen van algen en mossen.
Exclusief gebruik heet water
Duurzaam algen en mos verwijderen
Het verwijderen van kauwgom heeft het bedrijf destijds op de kaart gezet. Van Laar vertelt dat het gebruik van Jadon machines ervoor zorgt dat een opdrachtgever ook geen milieuvriendelijke of biologisch afbreekbare middelen hoeft te gebruiken, heet water is voldoende. Een van die opdrachtgevers is bijvoorbeeld ook de Nederlandse Spoorwegen, waarvoor Jadon perrons schoon houdt. De teams die in Nederland, België en Duitsland werken reinigen
Een nieuwe opdrachtgever vraagt Jadon meestal om kauwgom te verwijderen door middel van de gepatenteerde Jadon techniek. Het straatbeeld ondergaat dan een ware metamorfose Algen, mossen, olie- en vetvlekken, grauwsluier. Alles wordt verwijderd waardoor en het straatwerk volledig schoon opgeleverd.
per jaar 500.000 tot 600.000 m2 openbare ruimte. En dat zal vol gens Van Laar in 2018 nog meer worden, aangezien ook hij merkt dat er weer budget is bij ondernemers en beleidsbepalers.
Het gebeurt echter steeds vaker dat een gemeente Jadon vraagt specifiek algen en mossen uit het straatbeeld te verwijderen. Door algengroei krijgt een straat namelijk een grauwe en groezelige uitstraling. Ook kan algengroei extreme gladheid veroorzaken waardoor valgevaar ontstaat met alle nare gevolgen van dien. Door de straat te behandelen met 140 graden heet water en stoom wordt het oppervlak poriën diep gereinigd. Algen en mos sen worden verwijderd en eventueel achterblijvende sporen wor den afgedood, waardoor algen langdurig uit het straatbeeld ver dwijnen. Kortom: een Jadon behandeling verlengt de levensduur van straten en trottoirs en mag zich dus met recht een zeer duurzame oplossing noemen voor zowel het verwijderen van kauwgom, algen als mos.
Schouwburgpromenade Tilburg.
24 Stadswerk magazine 01/2018
Meer info: www.jadon.nl
Ander beheer begint met de juiste voorbereiding
E
lke gemeente heeft ermee te maken: hoe zorgen we ervoor dat niet-gewenste kruiden in de openbare ruimte op een verantwoorde én effectieve wijze worden verwijderd? ‘Verantwoord’ betekent in deze tijd beheer op een niet-chemische wijze.
Juiste uitvoering Hoe zorg je ervoor dat zo’n wens gedragen wordt door alle betrokken belanghebbenden en vervolgens op de juiste wijze wordt uitgevoerd? Denk daarbij niet alleen aan ontwerpers en beheerders, maar ook aan degenen die gebruik zullen maken van de openbare ruimtes. Ook zij hebben inspraak en zullen dus moe ten worden meegenomen in de besluitvorming. Veel organisaties lopen op dit gebied tegen dezelfde knel punten aan, bijvoorbeeld dat medewerkers niet op één lijn liggen aan de voorkant, dus bij het ontwikke len of veranderen van het beleid. Of, anders gezegd, er liggen kansen om op eenvoudige wijze knelpunten te voorkomen.
op peil wordt gebracht dat beplantingen dichtgroei en, waardoor ongewenste kruiden geen kans krijgen om te groeien. Als die kruiden er toch staan, is het slim plannen van onderhoud en inzicht in kosten essentieel. We weten dat onder andere borstelen, branden en schoffelen vrij dure methoden zijn om gebieden onkruidvrij te houden. Het met regelmaat vegen van verhardingen om te voorkomen dat zaden kunnen kiemen is pas effectief als men weet in welke periode kruiden zich uitzaaien. IPC Groene Ruimte heeft veel ervaring opgedaan met het op één lijn brengen van medewerkers binnen een organisatie. Door medewerkers te laten samenwerken en gebruik te laten maken van elkaars kennis, neemt de innova tiekracht toe. Juist deze bewustwording, de meer waarde van samenwerken door gebruik te maken van elkaars kennis, is de enige juiste voorbereiding op welke verandering dan ook. Meer info: www.ipcgroen.nl
Gezamenlijke doelen Om effectief én chemievrij kruidenbeheer te bereiken is in de eerste plaats een goede voorbereiding nodig, waarbij betrokken partijen gezamenlijk doelen vast stellen en op één lijn met elkaar komen. Wanneer zowel ontwerper, groenbeheerder en uitvoerder bij de voorbereidingen worden betrokken, kunnen al tijdens het ontwikkelen van het beleid de juiste randvoor waarden voor het laten ontstaan van zo min mogelijk ongewenste kruiden worden meegenomen. Voorko men is tenslotte beter dan genezen.
Tips voor gemeenten Ga kortom aan de voorkant met ontwerpers en uit voerders met (onder meer) kennis van bestraten om de tafel zitten en bespreek hoe het ontwerp zó aange past kan worden dat er zo min mogelijk kansen voor niet-gewenste kruiden zijn en dat het bodemleven zó 01/2018 Stadswerk magazine 25
SPECIAL TEKST ING. BERT VAN VUUREN, Sustainable Tree Systems
Onkruidbeheersing
H
et fenomeen onkruidbeheersing in het groen en op verhardingen heeft een nieuwe dimen sie gekregen door het verbod op chemische bestrijdingsmiddelen. Hierdoor is het belangrijk dat er op een andere manier gekeken gaat worden naar de mogelijkheden van bestrijding.
Vervanging Daar waar weinig of niet gelopen wordt op voetpaden of verkeersdrempels komt veel onkruid voor: verwij der deze verharding en vervang deze voor makkelijk te onderhouden groen. Hiermee realiseer je meerdere voordelen, naast het verminderen van het onkruid vergroot je de hoeveelheid groen met al zijn klimaat adaptieve eigenschappen. Breng nieuwe beplanting aan op moeilijk bereikbare plaatsen, gebruik een biologisch afbreekbaar doek dat na drie jaar langzaam degradeert tot biomassa. Breng hier de planten in aan. Als de juiste beplanting wordt gekozen zullen deze op het moment van verteren van het doek zo groot worden dat het onkruid wieden tot een minimum beperkt kan worden.
Op verhardingen Vaak zie je dat onkruid in verhardingen met bosmaaiers wordt bestreden. Aan het einde van de dag is de rol plastic draad die hiervoor gebruik wordt, versleten. Op deze manier vervuil je de buitenruimte met plastic wat zeer ongewenst is. Op jaarbasis verdwijnt zo een flinke hoeveelheid plastic in het milieu. In mijn optiek een zeer ongewenste methode. Deze kosten zouden logischerwijs bij de aanschafprijs moeten worden opgeteld, waardoor dit voor elke weldenkende opdrachtgever ontoelaatbaar wordt.
Nieuwe oplossingen Kijk hoe het in de natuur wordt opgelost, daar is allang uitgevonden hoe onkruidbestrijding verantwoord kan. Voor bestratingen is Natural Plastics bezig om een 100 procent biobased voegmiddel te ontwikkelen waarmee bijvoorbeeld gewoon inveegzand kan worden geïm pregneerd. Het heeft een klevend effect waardoor het extra afdichtend werkt. De eerste testen zijn veelbelo vend, de volgende stap is nu het meer elastisch maken van het voegmiddel. De markt kan kortom vanaf nu kiezen voor een toekomstbestendig alternatief dat geen schade meer toebrengt aan het milieu. Meer info: www.naturalplastics.nl
26 Stadswerk magazine 01/2018
TEKST MAARTEN LOEFFEN, Vereniging Stadswerk Nederland
Stadswerk Internationaal
Groene Lente in Vlaanderen: een zaal vol winnaars! Op dinsdag 19 december organiseerde de Vereniging Voor Openbaar Groen (VVOG) uit Vlaanderen vlak over de grens in Hamont-Achel de ‘Groene Lente’bijeenkomst. Wethouders en medewerkers van ruim zestig gemeenten kwamen in een feestelijke setting bijeen om hun prijzen te ontvangen en elkaars projecten te bewonderen. Dat levert energie op!
V
VOG kent, net als ‘Ville Fleury’ in Frankrijk, een sterrensysteem waarbij gemeenten in verschillende categorieën een waardering kunnen verwerven op een driepuntsschaal. Daarnaast worden specifieke groenprojecten beoordeeld die een laureaat kunnen krijgen op een zespuntsschaal. Het is een systeem dat aanmoedigt. Wie nu één of twee punten haalt, kan volgend jaar verder groeien. Er zijn geen verliezers. In een extra editie van het VVOG-blad worden de winnende gemeenten en projecten nog eens extra in woord en beeld onder de aandacht gebracht.
Begraafplaatsen hot-spot voor biodiversiteit De wedstrijd ‘Groene gemeenten’ omvat projecten in negen categorieën, variërend van buurtgroen tot pleinen en begraafplaatsen. In de prijswinnende projecten
WAT LEERT VLAANDEREN ONS? • Creëer een platform om mooie projecten aan elkaar te tonen • Neem elkaar niet de maat, maar laat groei zien • Zoek klimaat- en biodiversiteitskansen op onverwachte plaatsen in de openbare ruimte
@
WEBSITE www.vvog.info
kwamen ontwerpkwaliteit, groen, klimaat en milieudoelstellingen samen. Eyeopener was de aandacht voor de herinrichting van begraafplaatsen: door de toepassing van diverse plantsoorten worden ze bij-vriendelijk ingericht en oude grafzerken worden circulair verwerkt tot aantrekkelijke keermuurtjes. Prijswinnaar Roeselare vormde haar begraafplaats om tot open en toegankelijke groene parkbegraafplaats, compleet met fietspad.
Wordt Vlaanderen een Maya-land? Binnen de Groene Lente werkt VVOG samen met het departement Omgeving aan de bij-vriendelijkheid van Vlaanderen. Ook voor bij-vriendelijkheid geldt de driepuntsschaal. Geïnteresseerde gemeenten krijgen ‘infofiches’ om op laagdrempelige wijze milieu- en groenteams te inspireren goede keuzes te maken in openbaar groen. De meest bij-vriendelijke gemeente bleek Beernem. Het zet sterk in op bewustwording. In alle communicatieuitingen wordt bijvoorbeeld het bijenvriendelijk-logo meegenomen en in alle groenzones is een bijenvriendelijk hoekje. Met een variant op de selfie, de bijfie, brachten inwoners hun bijenbetrokkenheid in beeld. 01/2018 Stadswerk magazine 27
Een wijk typologie voor klimaat adaptatie
atadaptatie maar is niet in elke Vergroening is effectief bij klima (foto: Michiel G.J. Smit) wijk de meest geëigende oplossing.
Een wijkaanduiding als ‘historische binnenstad’ of ‘naoorlogse tuinwijk’ bevat onverwacht veel relevante informatie over de mogelijkheden voor klimaat adaptatie. Het opstellen van een consistente, doordachte wijktypologie kan daarmee een belangrijk hulpmiddel zijn bij het voeren van effectief klimaatbeleid.
W
anneer iemand zijn woonomgeving beschrijft, worden kenmerken als ‘aan een singel’ of ‘naast een kerk’ en bijna altijd een type wijk genoemd. Zo kun je met enkel de aanduiding ‘histori sche binnenstad’, ‘volkswijk’ of ‘naoorlogse tuinstad’ heel veel informatie over de woonomgeving geven. Hierin wordt een aantal zaken direct duidelijk: bouwpe riode, bouwstijl, mate van verstedelijking, type en grootte van woningen, soort en hoeveelheid groen en water, de indeling van de openbare ruimte en bijvoor beeld de indeling en breedte van het wegprofiel. Omdat de huidige inrichting van straten vaak onvoldoende bestand is tegen extreme weersomstandigheden zijn er maatregelen nodig die door een brede groep professio nals kan worden ingezet.
Een typering van wijken in een wijktypologie is in dit on derzoek gebruikt om algemene inzichten te krijgen in de
28 Stadswerk magazine 01/2018
kwetsbaarheid van wijken voor de gevolgen van klimaat verandering. Zo blijken tuindorpen vooral kwetsbaar voor verstening van privé-tuinen omdat het groen in deze wij ken voor het overgrote deel particulier is. De wijktypen maken het ook mogelijk generieke maat regelen voor klimaatadaptatie binnen dezelfde typolo gie op te stellen en te presenteren. De kenmerken van een wijktype bepalen hoe er in de straat rekening kan worden gehouden met een extremer klimaat. Zo biedt het vele publieke groen in naoorlogse tuinsteden ruimte voor water om problemen met extreme neerslag te voorkomen. De stedelijke bouwblokken daarentegen vragen eerder om (technische) oplossingen onder gronds. En veel bloemkoolwijken uit de jaren ‘70 zijn rijk aan groen rondom de kernen, groen dat met een verbeterde toegankelijkheid een koele plek kan bieden tijdens warme dagen.
TEKST LAURA KLEEREKOPER, Hogeschool van Amsterdam, ARJEN KOEKOEK, Stichting Climate Adaptation Services (CAS) & JEROEN KLUCK, Hogeschool van Amsterdam
Vroeg in het proces meenemen Het beroepenveld van beleidsmakers, stedenbouwkun digen en bijvoorbeeld planologen, dat zich richt op de openbare ruimte, heeft niet altijd de specialistische kennis over watermanagement of het stedelijk microkli maat die nodig is om keuzes voor klimaatadaptatie maatregelen te maken. Om klimaatadaptatie toch vroeg in het ontwerpproces mee te kunnen nemen, biedt de indeling van maatregelen per wijktypologie de moge lijkheid een voorselectie te maken. Inrichting van de openbare ruimte is vaak een complexe opgave met vele betrokken partijen met uiteenlopende achtergronden. Door klimaatadaptatiemaatregelen vroeg in het proces mee te nemen, is de kans op meekoppeling groter en daarmee ook de kans op uitvoering en draagvlak. Het vakgebied dat zich richt op inrichting van de openbare ruimte gebruikt in de communicatie vaak een indeling in wijktypen. Voor een ieder die daar minder direct op is gericht, zijn deze wijktypen geen dagelijkse termen en is er soms twijfel tot welk type een wijk behoort. Om hierin te ondersteunen hebben de Hogeschool van Amsterdam, Tauw en Climate Adaptation Services (CAS) onderzocht of er een indeling voor alle wijken in Nederland mogelijk is op basis van slechts een aantal kenmerken.
Methodiek Voor de klimaateffectatlas CAS (2017) hebben we een onderverdeling van wijktypen gemaakt die aansluit bij
Figuur 1: Wijktypologie uit de klimaateffectatlas CAS (2017), gebaseerd op Kleerekoper (2016).
klimaatbestendig inrichten. Deze zijn gebaseerd op de classificering in het proefschrift van Kleerekoper (2016). Dit heeft geleid tot de typologieën zoals weer gegeven in figuur 1. De wens voor de klimaateffectatlas was om op basis van openbare data, met een beperkte hoeveelheid handelingen, te komen tot een duiding van de typologie van buurten in Nederland. In onze aanpak starten we met de duiding van de typolo gie op postcode 6-niveau (zoals 1234AB). Op dit niveau is de bebouwing vaak homogeen en is er duidelijk onder scheid te maken tussen wijktypen. De wijktypen worden onderscheiden op basis van eenvoudig beschikbare geo grafische data zoals bouwjaar, bouwhoogte, woning dichtheid, percentage groen en functie van de bebou wing. Vervolgens voegen we de postcode 6-gebieden samen tot buurten op basis van de meest voorkomende typologie per buurt. Deze tweestapsduiding is nodig omdat veel buurten in de praktijk niet homogeen zijn, maar bestaan uit verschillende typologieën (door inbrei dingen en aanpassingen). Door gegevens samen te voe gen op buurtniveau blijven de kaarten voor heel Neder land overzichtelijk.
Toetsing en kalibratie Voor twee steden, Amsterdam en Deventer, hebben we de GIS-bepaling getoetst aan een handmatige toeken ning van wijktype op basis van expertbepaling. Uit de vergelijking van de automatische toekenning door GIS en de handmatige kunnen we concluderen dat de stap van postcode 6-gebieden naar één wijktype voor veel gebieden goed gaat: met de methodiek krijgen veel wij ken de juiste typologie toekenning (waaronder bedrij venterrein, historische binnenstad, stedelijk bouwblok, hoogbouw, Vinex). Voor een aantal typen is een verbe terslag nodig (waaronder de typen villa, bloemkoolwij ken en naoorlogse woonwijken). Na de toetsing van de typologiebepaling voor twee steden is de methodiek toegepast voor alle bebouwde gebieden in Nederland. Het resultaat staat op www. klimaateffectatlas.nl/nl/kaartverhaal-wateroverlast. Figuur 2 toont welke typologie van inrichting in een wijk het meest aanwezig is in de stad Amsterdam. In de buurten die een mengeling zijn geworden van verschil lende bouwstijlen wint de meest voorkomende typolo gie het vaak maar net van de andere. Met name tuin 01/2018 Stadswerk magazine 29
GEBRUIKTE DATA & JAARTALLEN • AHN2 (2007-2009) • CBS (2016) grenzen van buurten & gemeenten • PC6-bestand, grenzen • Landgebruikkaart WEnR (2017) groen, infra, pand, overig verhard, water • BAG (2016) • NB: panden vanaf 2009 verwijderd ivm ontbrekende bouwhoogte • BBG-functies van gebieden (bedrijf, bebouwd, semi-bebouwd) • Rivierenkaart om grote rivieren en groot oppervlaktewater uit te sluiten
Een ander aspect dat verbetering behoeft, zijn de kleinere kernen en dorpen. De CBS-buurten (2016) zijn relatief groot, soms slechts één buurt per kern. Veel dorpen zijn rond de jaren ’70 uitgebreid en ver nieuwd waardoor het grootste deel van de postcode 6-gebieden in een dorp dit bouwjaar krijgt toegewezen. Hierdoor komen er onevenredig veel jaren ’70-buurten uit de methodiek. Details over oude dorpskernen en uitbreidingen zijn door de grote ‘buurten’ niet zichtbaar.
Figuur 2: Wijktypologie toegepast op Amsterdam.
Toepassingsmogelijkheden stad laagbouw en tuinstad hoogbouw zijn veel door elkaar heen gebouwd. De mate van menging hebben we met een arcering aangegeven: meer dan 50 procent van een zelfde type is homogeen, 25 tot 50 procent gemengd en minder dan 25 procent zeer gemengd. Bij zeer gemengd kan er sprake zijn van drie of meer ver schillende wijktypen. Er is nog een aantal punten waarop de automatische bepaling verbeterd zou kunnen worden. Zo toont de huidige BAG-dataset het jaar waarop een gebouw is ver nieuwd of gerenoveerd als bouwjaar. Zo komt een gere noveerde volkswijk eruit als ‘gebouwd in 1970-1990’ terwijl de wijk van buiten nauwelijks is veranderd en doet denken aan de jaren ‘30. Dit geven we in de kaart aan als ‘vernieuwd’. Het zou beter zijn hier een manier te vinden om de oorspronkelijke bouwjaren te gebruiken.
De wijktypen op de kaart kunnen worden gekoppeld aan mogelijke oplossingen voor klimaatbestendig in richten. Dit wordt gedaan in het voorbeeldenboek over klimaatbestendig inrichten van woonstraten van de Hogeschool van Amsterdam (Kluck et al., 2017). Het voorbeeldenboek toont kostenbatenanalyses en varian ten van waterbestendige inrichtingen. Voor acht ver schillende wijktypen worden oplossingen gegeven en doorgerekend. De indeling in wijktypen biedt ook interessante mogelijkheden voor andere beleidsopgaven, zoals de energietransitie, elektrisch parkeren, vergroeningsstra tegieën of integratie van sporten en spelen in de stad.
Referenties CAS, 2017. Climate Adaptation Services. Available from: www.climateadaptationservices.nl. Kleerekoper, L. (2016) Urban climate design: Improving thermal comfort in dutch neighbourhoods. Delft University
WEBSITES www.climateadaptationservices.nl www.hva.nl www.tauw.nl
@
of Technology. Kluck, J., Loeve, R., Bakker, W., Kleerekoper, L., Rouvoet, M., Wentink, R., Viscaal, J., Klok, L. and Boogaard, F., 2017. Het klimaat past ook in uw straatje: de waarde van klimaat bestendig inrichten. Voorbeeldenboek.
30 Stadswerk magazine 01/2018
COLUMN TEKST Gert-Jan Hospers, Universiteit Twente & Radboud Universiteit
Liefde voor een stad Kunnen mensen van een stad houden? Afgaande op de muziek, literatuur en media zou je denken van wel. ‘New York, New York’ van Frank Sinatra kennen we allemaal. ‘Zo ik íets ben, ben ik een Hagenaar’, verklaarde Louis Couperus zelfbewust. En voor veel Amsterdammers geldt letterlijk ‘I Amsterdam’. Veel stadsbewoners hebben ‘iets’ met ‘hun’ stad. Er is niet veel onderzoek naar gedaan, maar het lijkt erop dat de verbondenheid van mensen met steden groter is dan met regio’s of wijken. De stad is een belangrijk referentiekader: stedelingen komen er dagelijks doorheen, op weg naar school, werk of winkelcentrum. Bovendien zijn steden goed herkenbaar: je komt hun naam overal tegen, ze laten zich gemakkelijk aanwijzen op de kaart. De grenzen van een land kunnen wijzigen, maar de locatie van een stad blijft onveranderd - denk aan steden in Oost-Europa die na de Tweede Wereldoorlog onder een nieuwe staat kwamen te vallen. Sommige van die steden waren met de grond gelijk gemaakt; een normaal leven was er niet mogelijk. Desondanks wilden veel verdrevenen terug naar hun stad. Steden zijn bij uitstek plekken met betekenis. Het is niet eenvoudig om het specifieke karakter van een stad te duiden. Toch komen we in dit kader allerlei begrippen tegen, zoals de identiteit, het DNA, de ziel en het verhaal van de stad. De Duitse sociologe Martina Löw gebruikt graag de term ‘stedelijke eigenlogica’: het geheel van zichtbare en onzichtbare structuren en alledaagse uitdrukkingsvormen die een stad en haar bevolking uniciteit verlenen. Denk aan de mentaliteit van de inwoners, kenmerkende gebouwen en de wijze waarop de stad verbeeld wordt in de kunst en literatuur. Die stedelijke eigenlogica kan volgens haar verklaren waarom Berlijners bijvoorbeeld vaker achter de metro aanrennen dan mensen die in München wonen - en dat terwijl de metro’s in München minder vaak rijden. Af en toe slaat Löw in dit gepsychologiseer door. Zo zou Ber-
lijn symbool staan voor seks en München voor liefde. Ze schrijft: ‘Op München raak je verliefd, maar met Berlijn ga je naar bed’. Tsja…
De stad is vele steden: ze heeft niet één verhaal, maar talloze verhalen Het is de vraag of je de identiteit van een stad überhaupt kunt bepalen. De stad is vele steden: ze heeft niet één verhaal, maar talloze verhalen. Neem de stad Tilburg, waar geograaf Stefan Dormans onderzoek naar deed. Planologen roemen de ruimtelijke ontwikkeling van Tilburg, terwijl lokale politici wijzen op de transformatie van textielstad tot postindustriële stad. Bewoners vertellen over hoe de stad eruit zag toen ze jong waren en uiten hun zorgen over de ontwikkeling van hun wijk. Uit verschillende studies blijkt dat de verbondenheid van bewoners met hun stad toeneemt als ze er langer wonen. Dat heeft vooral met het persoonlijk leven van mensen te maken. Als we ergens langer wonen, is de kans groter dat we er individuen tegenkomen die een belangrijke rol in ons leven spelen, zoals een partner of boezemvriend. De stad wordt dan het decor van ons levensverhaal. De beroemde zangeres en filmster Marlène Dietrich had al die beschouwingen niet nodig om tot dezelfde conclusie te komen: ‘Iedere speciale liefde voor een stad staat onveranderlijk in verband met gevoelens die niet rechtstreeks met die stad te maken hebben’. Met haar vele avontuurtjes in wereldsteden sprak de diva ongetwijfeld uit eigen ervaring.
01/2018 Stadswerk magazine 31
Duurzaam verwarmen en koelen met ‘smart grid’ WKO’s
Koelen en verwarmen van kantoren en andere utiliteitsgebouwen met warmte en koude uit de bodem is een effectieve manier om energie te besparen. Nieuwe inzichten over hoe je de bodembronnen beter kan benutten, maken de keus voor een WKO-systeem (warmte-/koudeopslag) nog aantrekkelijker. Hoewel de gemeente niet de bevoegde vergunningverlener is voor WKO’s - dat is de provincie - hebben gemeenten wel een belangrijke rol als aanjager.
O
p de campus van de Nijmeegse Radboud Universiteit liggen de gebouwen wat verscholen in het groen. Alleen de hoge Erasmus-toren steekt met gemak boven al het groen uit. Rond het jaar 2000 besloot het universiteitsbestuur om het diepe grondwater dat zich onder de campus bevond te gaan gebruiken voor het verwarmen en koelen van enkele studiegebouwen. Om dat water naar boven te krijgen, werden tien brongaten geboord tot een diepte van ongeveer 50 meter, voor vijf warme bronnen en vijf koude bronnen. In de winter werden de warme bronnen aangesproken en in de zomer de koude bronnen.
32 Stadswerk magazine 01/2018
Dubbelpijps In theorie was dit een mooi model. Maar de praktijk pakte niet precies zo uit. De gebouwen bleken gedurende het jaar namelijk meer warmte nodig te hebben dan koude. En zo ontstond er een ongewenst koudeoverschot. Daar kwam nog eens bij dat de bronpompen maar een paar pompstanden kenden en dus meestal harder pompten dan strikt noodzakelijk. ‘Dat kon en moest beter. Al was het alleen maar omdat universiteiten zich in de Meerjarenafspraken hebben gecommitteerd aan een jaarlijkse energiebesparing van 2 procent, waarover wordt gerapporteerd aan de Rijksdienst
TEKST TIJDO VAN DER ZEE, i.o.v. RVO OPENINGSBEELD Energievastgoed.nl
voor Ondernemend Nederland (RVO)’, zegt Toon Buiting, coördinator energiebeleid bij de Radboud Universiteit. ‘Sinds de optimalisering van ons WKO-systeem is het rendement op onze installatie verdubbeld’, zegt hij trots. De ingreep die werd toegepast is even logisch als ingenieus. In plaats van een enkelpijpssysteem, dat
‘Sinds de optimalisering van ons WKO-systeem is het rendement op onze installatie verdubbeld’ water slechts in één richting laat stromen, werd een dubbelpijps systeem aangelegd, waardoor warmte en koude altijd beschikbaar zijn, ongeacht het seizoen. Niet het bronsysteem was nog leidend, met zijn seizoensinstelling, maar de energievraag uit de gebouwen; het bronsysteem dient te volgen. Tegenwoordig wisselen op de Nijmeegse campus gebouwen bovengronds onderling warmte uit en is de ondergrondse WKO op momenten zelfs niet eens nodig. ‘De volgende uitbreiding van het WKO-net zit er dan ook alweer aan te komen’, zegt Buiting. ‘De markante Erasmustoren is over twee jaar aan de beurt.’
min bleken wijzigingen in het bouwprogramma te leiden tot een warmteoverschot. Dat wordt aangepakt. ‘We gaan er nieuwe gebouwen op aansluiten die een warmtevraag hebben en we gaan water in de warmtapwaterleidingen tot 45 graden voorverwarmen met de warmte uit de WKO. Daarna verwarmen we het water verder tot 70 graden. Dat doen we conventioneel of misschien met een hoogtemperatuurwarmtepomp.’ Zowel de universiteit als het UMC in Nijmegen willen op termijn de capaciteit van hun WKO uitbreiden met extra bronnen, zeggen Buiting en Sonnemans. Om dit zo goed mogelijk te faciliteren, heeft de gemeente Nijmegen drie jaar terug, samen met de universiteit, het UMC en de provincie, het in bodemenergie gespecialiseerde bedrijf IF Technology opdracht gegeven om precies in kaart te brengen wat de mogelijkheden en knelpunten hierbij zijn. Het probleem is namelijk dat de twee academische instituten niet als enige gebruik maken van de ondergrond ter plaatse: ten noorden zijn al twee andere WKO’s en het drinkwaterbedrijf Vitens gebruikt het zuidelijk deel van de
GESCHIKT VOOR WKO? Een WKO is vaak een goede optie, maar niet altijd. Dit hangt onder meer af van de geschiktheid van de bodem en van ondergronds gebruik door andere organisaties, zoals waterbedrijven. Een handig hulpmiddel om dit te onderzoeken, is te vinden op: www.wkotool.nl Ondersteuningsmogelijkheden
Niet optimaal
EIA 211103 Warmtepomp
WKO’s hadden enige tijd geleden een minder goed imago. Om de werking van WKO’s te verbeteren, heeft de overheid nieuwe regels gesteld aan de kwaliteit van bodemenergiesystemen voor ontwerp, aanleg en beheer. Hierdoor zijn de WKO-installaties nu efficiënt en betrouwbaar, zoals bovenstaand voorbeeld van de Radboud Universiteit illustreert.
EIA 251201 Warmte-koudeopslag (aquifer) zonder warmtepomp EIA 251202 Grondwamtewisselaar (gesloten systeem) zonder warmtepomp ISDE Warmtepomp met een vermogen tot 70 kW Groenregeling; energiebesparen, warmtepompen en warmte-koude opslag (categorie 8a) https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/regeling-groen projecten/projectcategorie%C3%ABn/energiebesparing/
Een paar honderd meter naast de WKO van de Radboud Universiteit is nóg een flinke WKO geïnstalleerd, bij het Universitair Medisch Centrum. ‘Die is nu ongeveer vijf jaar in gebruik en is bij aanvang al “slim” en flexibel ontworpen’, zegt Els Sonnemans, strategisch adviseur energie van het Radboud UMC. Desalniette-
warmtekoudeopslag Groenregeling, duurzame renovatie utiliteitsgebouwen (WKO als onderdeel van een renovatie) MIA/VAMIL, duurzame renovatie utiliteitsgebouwen D 6.1 (WKO als onderdeel van een renovatie)
01/2018 Stadswerk magazine 33
WKO-grid ingetekend op de campus van de Radboud Universiteit. (bron: RVO)
bodem onder de campus als waterwingebied. De inventarisatie van IF Technology resulteerde in het informatieve rapport ‘Bodemenergieplan Campus Heyendaal, plan voor stimulering en ordening van bodemenergie’. Momenteel onderzoekt Vitens de contouren waar binnen het de komende 25 jaar water wil winnen en Buiting en Sonnemans zeggen dat hun organisaties wachten op de uitkomsten van dit onderzoek voor ze verdere plannen maken. Die uitkomsten zullen waarschijnlijk verwerkt worden in de nieuwe grenzen van het grondwaterbeschermingsgebied en wellicht ook in het bodemmasterplan van de gemeente. ‘Misschien betekent dit wel dat we moeten gaan boren buiten het campusgebied, in de publieke ruimte. In dat geval zullen we met de gemeente om tafel gaan zitten. Want zij zal aan moeten geven waar warme en koude putten geslagen kunnen worden.’
Eén van de bekendere WKO’s in de stad is de WKO op de Uithof, de grote campus van de Universiteit Utrecht. ‘Deze was oorspronkelijk ontworpen in een sterpatroon en seizoensgeregeld’, zegt Fréderique Houben, hoofd van de afdeling Energie van de Universitaire Bestuursdienst en afgelopen november met haar team winnaar van de WKO Duurzaamheid Award. Ook hier heeft een flinke upgrade van het systeem plaatsgevonden, zo’n twee jaar geleden. ‘In plaats van een ster hebben we nu een ring, waarbij de gebouwen met elkaar verbonden zijn’, aldus Houben. Het nieuwe grid is ‘slim’, in de zin dat warmte en koude bínnen gebouwen met elkaar kan worden uitgewisseld (denk aan overtollige serverwarmte) en tússen gebouwen. De WKO komt alleen in actie als
‘Ik vind het belangrijk dat je voldoende energie kennis in huis houdt’
Van ster naar ring Ook in de gemeente Utrecht staan WKO’s hoog op de agenda. De gemeente heeft zich opgeworpen als kennismakelaar en helpt initiatiefnemers met informatie over archeologische waarden en bodemverontreinigingen op de betreffende locatie. Ook tips over het goed inregelen van de WKO of over kansrijke allianties worden door de gemeente ruimhartig verstrekt.
WEBSITES www.gebruikersplatformbodemenergie.nl www.bodemenergienl.nl www.rvo.nl/eia www.rvo.nl/isde www.rvo.nl/subsidies-regelingen/regeling-groenprojecten www.rvo.nl/mia
34 Stadswerk magazine 01/2018
@
deze onderlinge uitwisseling niet toereikend is. De WKO als een soort buffer dus. Een speciaal voor de Uithof ontwikkeld bodemenergieplan - ‘daar zijn we best een beetje trots op’ -dat precies in kaart brengt waar warme en koude bronnen gerealiseerd (kunnen) worden geeft de universiteit regie op de ondergrond en extra grip op de toekomstige ontwikkelingen. Een WKO is een prachtig middel om energie te besparen en om de duurzaamheidsambities mede waar te maken, zo stellen Buiting, Sonnemans en Houben. Maar het is ook een complexe installatie, waar de juiste expertise voor aanwezig moet zijn. Gedeeltelijk komt die expertise van buiten. Sonnemans: ‘Het is belangrijk dat je al in een vroeg stadium experts bij het project betrekt en van hen leert. Op die manier voorkom je kostbare fouten.’ ‘Dat is waar’, zegt Houben, ‘je moet niet meer willen doen dan je kan. En als je de materie dan eigen heb gemaakt geldt, zeker voor grote organisaties als universiteiten, dat je de energiekennis in huis moet houden. Daarin investeren, zodat je niet om het minste incident meteen de adviseur hoeft te bellen.’
Verbaasd dat uw advertentie hier niet staat?
UNTMANAGER NEEM CONTACT OP MET UW ACCO ANKUIJK@VIRTUMEDIA.NL AV 2 82 33 69 – 0 03 IJK KU N VA ALBERT
Nijmegen is European Green Capital 2018
Zo groen kan het zijn
In 2018 is Nijmegen, als eerste Nederlandse stad, European Green Capital, duurzame hoofdstad van Europa. Wat is dat eigenlijk ‘European Green Capital’ en wat betekent die prestigieuze titel voor Nijmegen, Gelderland en Nederland? En hoe en waarom is het juist Nijmegen dat de European Green Capital Award heeft bemachtigd?
D
e European Green Capital Award is de meest prestigieuze Europese prijs voor duurzame steden. De Europese Commissie kent deze eretitel toe aan een stad die vooroploopt met duurzaamheidsbeleid en die daardoor een rolmodel kan zijn voor andere steden in heel Europa. Elke Europese stad met meer dan 100.000 inwoners kan meedingen naar de Green Capital Award. Het selectieproces bestaat uit twee stappen. De eerste stap is een uitgebreide technische beoordeling op twaalf duurzaamheidsindicatoren, zoals groen, mobiliteit,
energie, afval en water. Deze technische beoordeling door experts in ieder vakgebied is gebaseerd op schriftelijk aangeleverde feitelijke informatie en gericht op behaalde resultaten, plannen voor de nabije toekomst en een visie op verdere verduurzaming in het betreffende vakgebied. De score bepaalt of een stad doorgaat naar de finaleronde, zo’n twee maanden later. De finaleronde bestaat uit een presentatie aan een meer bestuurlijk ingevulde jury, voorgezeten door de hoogste milieuambtenaar van de EU. De finaleronde vindt plaats in de Green Capital van het betreffende jaar.
@
WEBSITES www.greencapital2018.nl www.greencapitalchallenges.nl www.nijmegen.nl
36 Stadswerk magazine 01/2018
TEKST ÛLTSJE VAN GORKUM, Gemeente Nijmegen
Impressie van het bezoekerspaviljoen. (bron: NP-Bridging)
Eretitel met een opdracht De European Green Capital Award is een eretitel met een opdracht. Aan de prijs is direct gekoppeld dat de winnende stad een jaar lang een voorbeeldfunctie vervult voor andere Europese steden. Die voorbeeldfunctie omvat kennisuitwisseling, projecten en communicatie. De European Green Capital Award zet Nijmegen, Gelderland en Nederland een jaar lang in de Europese spotlight. Dat is een eer die veel kansen biedt voor duurzaam en innovatief Nederland. In 2018 zijn er in Nijmegen tientallen symposia, congressen en andersoortige bijeenkomsten van duurzame professionals. Nijmegen prijst zich gelukkig met een netwerk van tientallen partners - lokaal, regionaal en (inter)nationaal - die Green Capital in woord en daad ondersteunen. De meeste bijeenkomsten worden georganiseerd door of samen met één of meerdere van deze partners. Op de website www.greencapital2018.nl is de actuele kalender te vinden en ook een overzicht van het partnernetwerk. De bijeenkomsten gaan in 2018 zorgen voor kennisuitwisseling tussen naar schatting tien- à vijftienduizend duurzame vakmensen.
Praten én zien Maar er wordt niet alleen gepraat, er valt ook veel te zien. In Nijmegen en omgeving zijn groene routes uitgezet langs locaties die illustratief zijn voor de verduurzaming van de stad. In eerste instantie is voor elk van de vijf Green Capital thema’s (vitale stad, energietransitie, klimaatadaptatie, circulaire economie en mobiliteit) en daarnaast door de regio rondom Nijmegen een groene route gemaakt. Dit zijn de zes Green Capital voorbeeldroutes van 2018. Via de website is het inmiddels mogelijk om geheel naar eigen voorkeur een eigen route samen te stellen. De groene routes zijn bedoeld voor zowel de professionele be-
zoekers aan Nijmegen European Green Capital 2018, als de geïnteresseerde burgers en toeristen. Het is leuk om wat te kunnen leren en ook om te kunnen zien wat er al is, maar dat is niet genoeg. Nijmegen European Green Capital 2018 heeft ook als doel om het verduurzamen van de stad te verbreden en te versnellen. We zetten daarom in 2018 zo veel mogelijk projecten die bijdragen aan een duurzamere stad in het zonnetje. Niet alleen (investerings)projecten van de overheden, maar ook projecten van onze partners én projecten van burgers. Diverse burgerinitiatieven hebben zich verenigd onder de noemer Green Capital Challenges. Deze challenges dagen de stad uit om bewust duurzamer te handelen en te leven. Sommige voorbeeldprojecten vloeien rechtstreeks voort uit een challenge, bijvoorbeeld de innovatieve Sit & Heat terraskussens die energieslurpende terrasverwarmers overbodig maken, of de volledig uit gerecycled elektronica-afval bestaande straatbankjes. Deze en de andere Green Capital voorbeeldprojecten verschijnen in de loop van 2018 op de website.
Heel veel communicatie Het Green Capital jaar is misschien wel in de eerste plaats heel veel communicatie. Communicatie over de titel, communicatie over het programma en bovenal communicatie over verduurzamen. De website, het campagnebeeld en de publieksevenementen spelen daarin een belangrijke rol, maar de grootste blikvanger wordt ongetwijfeld het bezoekerscentrum voor Nijmegen European Green Capital 2018. In het centrum van Nijmegen verrijst een tijdelijk en volledig herbruikbaar boogvormig paviljoen - 11 meter lang, 7 meter breed en 7 meter hoog - gebouwd van 68 boomstammen. Dit paviljoen is het herkenningspunt voor alle Green Capital-bezoekers. Het fungeert als informatiepunt over Green Capital en het programma en als vertrekpunt voor de groene routes en excursies. Nijmegen is verkozen tot European Green Capital 2018 vanwege haar consistente duurzaamheidsbeleid van de afgelopen twintig jaar én vanwege de grote betrokkenheid bij duurzaamheid van partners en burgers uit de stad. Volgens de Green Capital-jury is Nijmegen bij uitstek in staat om te laten zien hoe stad en overheid samen kunnen optrekken bij het realiseren van een duurzame toekomst. Zo groen kan het zijn. 01/2018 Stadswerk magazine 37
STADSWERK.NIEUWS
Van twaalf naar zes manifestpunten
klimaat wordt en op welke wijze de
De twaalf manifestpunten, waarmee
openbare ruimte daarop is ingericht.
het debat startte, werden scherp gesteld, geprioriteerd en teruggebracht
Dat onderzoeken we ter plekke voor
tot deze zes:
verschillende thema’s. Van groen tot
• Werk klimaatadaptief, samen met
riolering en van hittestress tot inten-
bewoners en ondernemers
Future Green City college tour 2018
• Ontwerp maximaal duurzaam en
komst; met wie kunnen we er beter over praten dan met de toekomstige bewoners? Stadswerk en branchever-
daar gekozen?
combineer leefbaarheids- en ge-
Wat vinden wij daarvan? Wat past in
zondheidsdoelen aan de voorkant
een klimaatbestendig Nederland?
• Start - hoe klein ook - met circulair Future Green City, de stad met toe-
sieve neerslag. Welke oplossingen zijn
in uw projecten • Stel in het ontwerp fietsers en voetgangers boven automobilisten • Gebruik de vervangingsopgave voor
De antwoorden willen we vinden met een ‘rood-grijs-groen-blauw’ samengesteld gezelschap, dus met alle relevante disciplines. Samen onderzoeken we de omgeving en gaan we
eniging VHG organiseren daarom in
nieuw, integraal en toekomstbe-
met elkaar in gesprek om uiteindelijk
2018 Future Green City niet op één lo-
stendig ontwerp
met praktische kennis weer naar huis
catie maar als rondreizend evenement
• Investeer in toekomstbestendig
langs onderwijsinstellingen in heel het
groen dat maximale ecosysteem-
land. De inhoudelijke voorbereiding
diensten levert
en organisatie doen we samen met de
te gaan. Heeft u interesse in dit werkbezoek? Noteer de data alvast in uw agenda
onderwijsinstellingen. Inspirerende
Het is onze doordachte set aanbeve-
en maak uw belangstelling aan ons
bijeenkomsten voor verschillende ge-
lingen voor alle collegeonderhande-
kenbaar via info@stadswerk.nl. Meer
neraties met ontwerpopgaven en oog
laars. Wilt u meer informatie? Of heeft
inhoudelijke informatie volgt. De richt-
voor interdisciplinaire oplossingen. De
u iets van Stadswerk nodig om de
prijs voor deze driedaagse studiereis
stad met toekomst begint vandaag.
uitkomsten van waarde te laten zijn
is 975 euro. We hebben plaats voor
Houd onze website in de gaten voor
in uw werk? Mailt u dan met maarten.
maximaal 55 deelnemers en reizen zo
locaties en data.
loeffen@stadswerk.nl.
milieuvriendelijk mogelijk.
Stadswerkdebat:
Werkbezoek klimaat
Kopenhagen revisited
Klimaatadaptatie meest
adaptatie Midden-
5-7 september 2018
urgente opgave gemeenten
Frankrijk 13-15 september Hij zat vorig jaar al in de pen: een
In maart zijn de gemeenteraadsver-
In 2018 organiseert Stadswerk
reprise van onze succesvolle stu-
kiezingen. Voor Stadswerk aanleiding
samen met Stichting RIONED, Water-
diereis naar Kopenhagen, maar dan
aandacht te vragen voor onze fysieke
net en Waternetwerk een driedaags
voor bestuurders, in samenwerking
leefomgeving. Dat doen we met ons
werkbezoek aan het gebied waar ons
met Vereniging GDO (Gemeenten
Manifest magazine ‘Onze fysieke
toekomstige klimaat nu al is: het mid-
voor Duurzame Ontwikkeling). Na de
leefomgeving verdient alle aandacht’.
den van Frankrijk. Denk daarbij aan
gemeenteraadsverkiezingen in maart
De manifestpunten op de omslag zijn
steden als Bordeaux, Nantes en Tou-
openen we voor deze reis de inschrij-
tijdens het gelijknamige debat, op 29
louse. Daar willen we ervaren hoe het
ving. Wie nu al wil boeken, kan een
november jongstleden, door 150 deel-
mail sturen aan info@stadswerk.nl.
nemers en onder leiding van Rob van
Richtprijs voor deze reis is 975 euro,
Gijzel, oud-burgemeester van Eindho-
inclusief vlucht.
ven, bepaald.
38 Stadswerk magazine 01/2018
STADSWERK.NIEUWS
Onze vijf jaarthema’s 2018
Het lidmaatschap van Stadswerk
leden berekenen wij met ingang van
heeft voordelen voor alle medewerkers
dit jaar een tarief van 225 euro.
van lidorganisaties. Lang niet
Leden betalen aanzienlijk minder. Voor
iedereen is daarvan op de hoogte.
meer informatie: www.stadswerk.nl.
Wij zien meer medewerkers profiteren van deze voordelen als ze intern goed bekend worden gemaakt. Bijvoorbeeld via het eigen intranet. Wij hebben daarvoor kant-en-klare teksten beschik-
Uw gemeente of project in beeld
baar. Bent u al lid en wilt u deze tekst ontvangen? Neemt u dan contact op
Stadswerk is een vereniging van
met eelco.visser@stadswerk.nl.
en voor haar leden. Graag laten we dan ook beelden van uw mooiste projecten zien, om andere leden te inspire-
Naast klimaatadaptatie krijgen circulaire economie, waardevol groen,
smart cities en overheidsparticipatie in
Gewijzigd tarievenbeleid bijeenkomsten
2018 onze warme aandacht. Klimaat-
ren. Ook nodigen we u van harte uit een panoramafoto te maken van uw openbare ruimte. Mooie beelden plaatsen we graag een tijdje als ‘header’ op onze
adaptatie is voor onze leden het meest
Het Algemeen Bestuur van Stadswerk
site. Voor voorbeelden kijkt u op www.
urgente thema. Recent onderzoek liet
heeft besloten om de tarieven voor
stadswerk.nl. Wilt u collega’s in het
zien dat de ambities op dit thema niet
deelname aan onze bijeenkomsten
land ook inspireren met uw project?
overal leiden tot concrete acties. Onze
stapsgewijs in overeenstemming te
Mail dan uw foto’s naar eelco.visser@
Roadshows Klimaatadaptatie steken
brengen met de reële kosten. Niet-
stadswerk.nl.
we daarom heel praktisch in. Op www. stadswerk.nl/agenda vindt u informatie over de eerste twee edities, op 22 februari en 12 april.
AGENDA februari/maart
Nieuw in 2018: Stadswerk magazine café Ons Stadswerk magazine wordt goed gewaardeerd. Aan de kwaliteit blijven we ook in 2018 werken. Daarnaast brengen we dit jaar lezers en auteurs samen in Stadswerk magazine cafés
14|02 Beleidssessie Groen, Hoorn 14|02 Nationale Groendag, Hoorn 22|02 Roadshow Klimaatadaptatie: regionale samenwerking en participatie, Boxmeer 07|03 Bijeenkomst Stadswerk vertegenwoordigers, Ede 22|03 Roadshow Smart cities: smart mobility, locatie nnb 28|03 Geluk in de openbare ruimte, regio zuid west
april/mei
voor een goed gesprek en discussie. De eerste editie is naar verwachting eind maart.
Stadswerk-lidmaatschap via uw eigen intranet
12|04 Roadshow Klimaatadaptatie: water in de stad, locatie nnb 09|05 Roadshow Smart cities: smart beheer en governance, locatie nnb Alle informatie over onze bijeenkomsten en de meest actuele agenda vindt u op www.stadswerk.nl/agenda. Volg ons op Twitter en/of LinkedIn voor het laatste nieuws.
01/2018 Stadswerk magazine 39
STINTABONNEMENT Actieradius 25 km à € 225,- of actieradius 50 km à € 250,- excl. btw per maand. Per maand opzegbaar Iedere 5 jaar verversen we de gehele Stint. Het Stintabonnement is een samenwerking met Friesland Lease. www.stintum.com